De laatste jaren
Vertaling van "Los últimos años"

Mijn reisbrieven illustreren --als familiefoto’s-- de kleine gebeurtenissen van mijn huidige leven. Mijn CV, zoals dat op de website staat, sluit daar niet bij aan. Daarom hoor ik wel eens: Wat is er allemaal gebeurd de laatste jaren?

Soms, verdorie, weet ik het zelf niet. Welk jaar woonde ik in Alicante? Wanneer ging ik voor de eerste keer naar Chili? Om het geheugen goed te laten functioneren, zegt Kundera in La Ignorancia moet het vaak worden geoefend: Herinneringen verdwijnen als ze niet regelmatig worden opgeroepen in de conversatie met vrienden. Logisch zou dus zijn dat ik ze opschrijf, want ik houd vooral schriftelijk kontakt met mijn vrienden. Ik heb wel vaker zin om over mijn verleden te schrijven, zoals ik over mijn vader schreef of andere verhalen die op mijn verleden zijn gebaseeerd. Maar die verhalen horen ook bij de categorie familiefoto's. En, inderdaad, ik heb ook het geheime verlangen om "brieven aan mijn kleinkinderen" te schrijven om ze een beeld te geven van mijn leven van nu, van hun eigen wereld toen te klein waren. Maar dat is een veel breder plan, en veel vager ook. Het is beter dat ik mij beperk tot de concrete vraag: Wat is er de laatste vijf of tien jaar gebeurd? Wat zijn de mijlpalen en de ontwikkelingen? Zodoende krijgen jullie een completer beeld. (En ik kan het af en toe ook raadplegen als ik het niet meer precies weet).

Het curriculum zegt heel eenvoudig:
"Na mijn pensioen in 1994 verliet ik Nederland voorgoed en verkocht mijn huis in Eindhoven. Sindsdien reis ik met alleen lichte handbagage naar streken met zeer zuivere lucht en hoge temperatuur. In de zomer woon ik in Zuid-Frankrijk en verder op de Canarische Eilanden, maar voor de winter trek ik naar Chili voor een echte mediterrane zomer."

In mijn reisbrieven refereer ik wel eens aan de discrepantie tussen mijn dromen over mijn derde leeftijd en de realiteit van nu. Ik heb mij wel eens "vluchteling", genoemd, réfugié pollutique, met een franse woordspeling. Hoe zit dat?

De jaren vòòr 1994, het pensioen op komst.
Toen ik hoogleraar was en al 55, ongeveer 1984 dus, kreeg ik langzaam-aan een "ziekte" met als belangrijkste symptoom een onherstelbaar gevoel van spiermoeheid, verlies van gewicht en gebrek aan concentratievermogen. Per week, per dag en zelfs per uur, kon het veranderen, maar --samenvattend-- werd het steeds slechter tot ik begin 1994 niet meer dan 50 kg woog en niet meer dan 200 meter kon lopen. Voor het bezoeken van een supermarkt bestelde ik een rolstoel. Ik kon mij maar enkele uren per dag concentreren om te lezen en te schrijven. Vlak voor ik 60 werd, in 1989, toen de situatie heel kritiek was, ontdekte ik eindelijk een effectief dieet in het labyrint van de meervoudige voedselallergie die inmiddels ook mijn deel was. Daarna ging het snel beter en ik kon mijn werk aan de universiteit parttime hervatten tot aan mijn pensioen in September 1994 toen ik 65 werd.

Intussen had ik ook ontdekt dat niet alleen het dieet, maar ook intensief licht en zuivere lucht belangrijk waren. Ik experimenteerde met speciale lampen en luchtfilters. Met een rolstoeltoekomst vòòr mij, verbouwde ik grondig mijn huis in Eindhoven.

Het jaar 1994
Het werd voorjaar 1994, het jaar van mijn pensioen. Hoewel ik ieder jaar vooruitging, gaven de winters steeds een terugslag. De herfst van 1993 was heel koud geweest en dat had mij al verzwakt en daarom kon ik in de kerstperiode niet naar Altea reizen waar ik al een paar jaar van de zon genoot als een opkikker in onze donkere dagen.

Niettemin bereidde ik mij voor op de volgende winter in Nederland. Ik maakte de verbouwing van het huis af en kocht ruimschoots abonnementen voor de schouwburg en het nieuwe muziekcentrum in Eindhoven. Ik zag mij al als gepensioneerde in de herfst. Ik zag mij al genieten van veel vrije tijd voor muziek, theater en andere culturele aktiviteiten. Ik hoopte weer op krachten te komen in de nederlandse zomer, en, om de verzwakking van de afgelopen winter te voorkomen plande ik een paar herfstweken in Altea.

Maar, al hetzelfde voorjaar kon ik al niet meer alleen reizen om in het Zuiden op krachten te komen. Mijn vriend Alexander doorzag die fatale situatie en bood aan om zich een paar weken vrij te maken om mij te begeleiden. Dat nam ik graag aan en samen gebruikten wij die weken om mijn uitgeversbedrijfje te verkopen waarvan ik al had gemerkt dat ik dat niet meer aankon. Goed aangesterkt kwam ik in NL terug, maar, door de buitengewoon slechte Meimaand verloor ik snel mijn krachten. Opnieuw vluchtte ik naar het Zuiden. Ik kon slechts alleen reizen door op het vliegveld van Alicante een rolstoel te bestellen die mij naar de taxi bracht want dat stuk van meer dan 200 meter was het kritische punt. De rest van mijn verblijf kon ik bijna normaal lopen en een huurauto rijden omdat ik door de zon en de zuivere lucht snel aansterkte.

Ik herinner mij de zomer van 1994 als de zomer van "herhaald rechtsomkeer" maken, want iedere paar weken veranderde de visie op mijn toekomst. In plaats van mijn gepensioneerde leven in NL door te brengen, met regelmatige escapades naar het Zuiden, werd het Zuiden mijn zwaartepunt en plande enkele noodzakelijke bezoeken aan NL. Mijn schouwburg- en muziekabonnementen verkocht ik, of gaf kado aan vrienden en familieleden. Ik verhuurde het huis voor twee jaar want ik dacht toen nog dat het om een voorbijgaande herstelperiode zou gaan en borg mijn spullen op in de kamer die ik in het huis voor mezelf had gehouden. De uitnodigingen die ik als emeritus hoogleraar kreeg om deel te nemen aan interessante commissies en werkgroepen stelde ik uit of zei ze af. Ik begon intensief spaans te leren. Zo werd mijn pensioneringsjaar. De vooruitzichten van de nieuwjaarsdag stonden haaks op de terugblik van oudejaarsavond.

Het jaar 1995
Gedurende de winter 94/95 verdeelde ik mijn tijd tussen NL en Altea, en ontdekte hoeveel energie en gezondheid het mij kostte om telkens naar dat koude en nevelachtige land terug te gaan. Ik beperkte mijn dagen in het Noorden en zei een paar geplande reizen af. In Altea ontdekte ik het verschil tussen landwind, met zijn industrievervuiling en de gezonde zeewind. Ik had niet gedacht dat dat zo'n verschil zou uitmaken! Voor de komende herfst huurde ik een apartement in Alicante bij het strand in een heel schone wijk en Juni volgde ik volgde de suggestie van mijn vriend Theo die als grapje had gezegd dat ik maar op een eiland moest gaan wonen, dan had ik altijd zeewind! Ik maakte twee verkenningsreizen naar de Canarische Eilanden. In Juni bezocht ik voor een week La Palma en in September een hele maand nog eens samen met El Hierro en La Gomera. Ik maakte er de Columbusfeesten mee en leerde Ignacio kennen. Dat werd een steeds hechtere vriendschap die nog voortduurt.
Gedurende de zomer was ik ruim een maand in NL en had conversatielessen bij Mercé, een lerares spaans die al vele jaren in Eindhoven woonde. In Oktober begon mijn periode in Alicante. Aan het eind van het jaar was mij conditie zo vooruit gegaan dat ik zonder problemen een half uur kon lopen. In Alicante genoot ik van de fruitweelde en gedurende de zomer van de hoge temperatuur. Ook was er muziek en theater, zij het niet te vergelijken met Eindhoven. Ik droomde al van de Canarische Eilanden met zijn hogere wintertemperatuur en de zuivere oceaanlucht, zonder de mediterrane vervuiling. Ik concludeerde dat de ochtend- en de avondtemperatuur, de zuivere lucht en een goede verkrijgbaarheid van verse groente en fruit de drie beslissende factoren voor een toekomstig definitief verblijf zouden zijn.

Het jaar 1996
Alicante bleek zijn beperkingen te hebben, maar ik bleef er wonen tot oktober. Intussen kreeg ik mijn verblijfsvergunning en een spaanse nummerplaat voor mijn auto. Ook betaalde ik mijn eerste inkomstenbelasting in Spanje. Aan de universiteit van Alicante volgde ik een zomercursus spaanse grammatica. Om mijn conditie te behouden, ging ik weinig naar NL. Zelfs de hollandse zomers voldeden niet meer aan mijn inmiddels hogere eisen. Ik was twee jaar bijna ononderbroken vooruit gegaan en ik wilde de terugslagen, die ik vroeger accepteerde, niet meer meemaken. Intuïtief voelde ik, en het bewijs kwam later, dat ik nog veel meer te verwachten had als ik zorgvuldig de drie beslissende factoren in acht nam. Ik liet het idee los dat ik nog ooit voorgoed naar NL terug zou kunnen, maar ik hield vast aan mijn verlangen om permanente plek te vinden waar ik een centrum in mijn leven kon scheppen zoals Eindhoven of Parijs waren geweest. Het was ook duidelijk dat het niet Alicante zou kunnen zijn.
In oktober reisde ik met mijn auto en alle spullen naar La Gomera waar ik een huisje had gehuurd aan de noordkant, het meest zuivere van het eiland, in het dorpje Hermigua. Daar schreef ik mijn eerste reisbrieven, dat waren de spaanse. Ik schreef dat het pelgrimschap niet langer de metafoor van mijn leven was, want de pelgrim keert, per slot, terug naar zijn huis. Nu leek het meer op de rijke jongeling uit de bijbel: "Verkoop al wat je hebt en volg mij ....". Ik intensiveerde mijn studie spaans om op langere termijn intellectueel en sociaal te overleven. Ik hield vast aan het verlangen naar nieuwe relaties. Als Alicante niet mijn 'Nieuw Parijs' of 'Nieuw Eindhoven' zou kunnen zijn, dan zou ik het op de Canarische Eilanden kunnen vinden, of een andere plek op de wereld.

Het jaar 1997
Hermigua, en speciaal het dal waar ik woonde, bleek te koud te zijn omdat het gericht was op het Noorden en omdat de zon laat kwam en vroeg verdween. Ik kon er niet meer dan enkele uren lezen en schrijven met het raam open om van de zuivere lucht te profiteren. De middagtemperaturen waren het probleem niet. Verder naar het Zuiden gaan, bijvoorbeeld naar de Kaapverdische Eilanden schreef ik af toen ik de temperaturen eens goed bestudeerde. Een ander microklimaat op La Gomera zou een betere oplossing kunnen bieden, hoewel Hermigua zeer speciale lucht had door de aanwezigheid van chlorofyl in de bossen en rode algen aan het strand. Ik overwoog San Sebastián, maar daar kwam maar één wijk in aanmerking want de lage stad was teveel vervuild door uitlaatgassen. Ook was er geen chlorofyl en rode algen. Maar er was zeewind en de zon werd niet belemmerd door bergen.
Nadat ik mijn krachten zo ruimschoots had teruggekregen, waren er andere opties voor de winter. Ik kon naar het andere halfrond reizen. Zuid Amerika was heel attractief want ik kon er mijn interesse voor El Mundo Español bevredigen. Ik vluchtte aldus naar Chili en bij mijn terugkomst huurde ik een apartement vlak bij de ideale wijk van San Sebastián. Ik had genoeg van de kou van Hermigua.
In Chili bleef de perceptie van mijn toekomst veranderen. Langzaam ontmantelde ik het idee dat ik een enkele plek kon vinden voor het hele jaar. Deze "onvermijdbare conclusie" onder ogen zien was een moeizaam proces zoals uit de reisbrieven van die periode blijkt. Maar, eenmaal bevrijd van dat idée fixe, ontdekte ik in Chili mijn lievelingsklimaat, het rook er precies als in augustus in Zuid-Frankrijk! Onmiddellijk werd een nieuwe visie geboren: Ik kon twee keer per jaar een mediterrane zomer genieten!! Ik kon mijn kinderen en kleinkinderen uitnodigen om dicht bij mij in Zuid-Frankrijk de vakantie door te brengen. Mijn kinderen waren opgetogen want de Canarias waren met de kleine kinderen geen practische vakantiebestemming en zij hadden Frankrijk al als voorkeursbestemming. Ik ging onmiddellijk aan de slag en huurde voor dezelfde zomer nog twee huisjes dicht bij dat van Ghislaine en mij; we brachten er samen enkele weken door. Tot op heden volgen we deze formule en iedere zomer hebben we een familiereunie van drie weken. Die zomer schreef ik ook mijn eerste franse reisbrief.
Maar 1997 bracht meer definitieve veranderingen. Met de afloop van het huurcontract van mijn huis in Eindhoven, in Mei, had ik het verkocht en ik moest de inhoud liquideren. Ik schonk mijn professionele documentatie en bibliotheek aan de universiteit. Andere boeken en bruikbare zaken gaf ik hier en daar weg of gingen naar Emmaus. Meubels, glas- en tafelservies, schilderijen, waarvan sommige nog van mijn ouders kwamen, erfden de kinderen, kregen mijn vrienden of kwamen in de container terecht. Hoe hardvochtig ik ook was, er bleven "onbesliste" spullen over.
Ik nam er een aantal op in wat ik permanent in de auto had. Toen had ik nog het 8-kofferconcept dat precies in de achterbak van mijn auto paste. Zo kon ik van her naar der reizen en "alles" heel compact bij me hebben. De "onbesliste" zaken kwamen op de zolder van Ghislaine terecht en enkele verhuisdozen. Eens per jaar laat ik het door mijn vingers gaan en dan kan ik weer wat wegdoen. Dat was de eerste grote reductie van mijn bezittingen. De tweede hing al in de lucht want ik wilde zes maanden naar Chili gaan. Daar kon ik niet heen met acht koffers. Ik had mijn eerste verkenningsreis met een koffertje van 15 kg gemaakt en ik stelde mij twee van dat soort koffertjes voor. Dat zou een luxe zijn. Het gewicht werd bepaald door de transatlantische vlucht. Zo werd het twee-kofferconcept geboren. (Niettemin, als ik even op de geschiedenis vooruitloop, heb ik dat concept weer verlaten en ik heb heel bevredigend door Zuid-Afrika gereisd met één koffertje van 15 kg). Zo werd 1997 het jaar van de twee grote inkrimpingen van mijn materiele bezit
De derde grote verandering in 1997 had te maken met de ervaringen met het klimaat van de regio waar ik de zomer had doorgebracht. Ondanks de uiterst zuivere lucht dank zij veel chlorofyl was het er te koud voor de hele zomer. Ik verlangde naar een lange zomer op een plek. Aan het eind van die zomer kregen wij opeens de kans om een geschikt huisje te kopen dichter bij de Middellandse Zee waar de drie beslissende factoren gedurende langere tijd optimaal waren. In November vertrok ik naar Chili voor zes maanden. La Gomera kon ik niet uitsluiten van het jaarlijkse circuit.

Het jaar 1998
Vanuit Chili schreef ik vijf spaanse reisbrieven en begon de serie nederlandse reisbrieven. Ghislaine kwam mij in Chili opzoeken. Vlak voor ze vertrok werd haar handtas gestolen. Aj!! In Mei gingen we samen naar het Concours Elisabeth in Brussel om het verlies te compenseren van wat we anders in Eindhoven hadden kunnen meemaken. Maar 1998 werd het laatste jaar. De luchtvervuiling in Brussel en de zeer slecht geventileerde zaal maakten dat ik de concerten als een zombie meemaakte.
De zomer bracht ik door in Cessenon, het nieuwe huisje in Frankrijk. Uit het oogpunt van klimaat een verbetering. Wij brachten voor de tweede keer de zomer door met kinderen en kleinkinderen. Omdat ik hard werkte aan de bouw van een nieuw appartement in het huisje, schreef ik weinig.
De aanhouding van Pinochet in Londen maakte mijn terugkeer naar Chili onwenselijk. Omdat ik de koudste weken van de winter op een van de Canarische Eilanden, dichter bij de Afrikaanse kust dacht door te brengen, nam ik het licht op en plande een verblijf op Fuerteventura.

Het jaar 1999
De weken op Fuerteventura waren een fiasco: Ik brak er mijn pols en kwam er achter dat de microklimaten van La Gomera meer te bieden hadden dan de eilanden dichter bij de afrikaanse kust. Omdat het probleem van Pinochet nog niet wat opgelost, besloot ik naar een mediterraan klimaat in Zuid-Afrika te gaan. In Frankrijk volgden we de dezelfde formule, inclusief de veeleisende verbouwingsklus zodat ik weinig tijd had om onder te duiken in de franse taal en cultuur.

Het jaar 2000
De eerste drie maanden bracht ik door in Zuid-Afrika. Vervolgens enkele weken in La Gomera, enkele dagen 'doorreis' in NL en toen naar Frankrijk. Allereerst naar Montpellier voor een zomercursus franse taal en cultuur. De rest van de zomer bleef ik mobiel. Logeerde in pensions en bij vrienden. Ik was maar korte tijd in het huisje in Cessenon. Ofschoon het verbouwingsproject gereed was, had ik besloten dat ik de zomer van 2000 er niet zou doorbrengen. De klus was zo absorberend geweest dat ik behoefte had aan afstand voor een jaar.
Zonder dat 2000 voorbij is, kan ik nu al zeggen dat dit een jaar is geweest van bespiegeling over wat er is gebeurd. Deze tekst is er een teken van. De grote veranderingen worden al geschiedenis en de nieuwe lijnen nemen vastere vorm aan. Wat is het leven wat ik leid? vraag ik mij wel af. In Montpellier viel mij, als grapje, de term "réfugié pollutique" te binnen, maar het heeft reële trekjes die de realiteit van nu beschrijven. De drie beslissende factoren die ik in 1995 vaststelde bepalen mijn "mentale kaart" van de wereldbol en hebben hun kracht niet verloren. Integendeel, maar er is geen plek die er aan voldoet. Dus een "meervoudige vestiging"? De mythe van de pelgrim benadrukte de langdurige afwezigheid van huis en haard. De mythe van de rijke jongeling verwees naar het vertrek voorgoed, het probleem zich te ontdoen van de materiele bezittingen en het nòg radicaler volgen van de intuïtie. Misschien is de nomade mijn huidige model. Die zwerft niet "zomaar" zoals de sedentairen denken. Hij volgt, net als de trekvogels een periodiek herhaalde reisweg tussen enkele min of meer vaste punten met een optimaal klimaat. Inderdaad, er is ook nog de mythe van de wandelende jood, die Ahasverus, die Jezus had aangemaand door te lopen toen die met het kruis liep. "OK", zei Jezus, "maar jij loopt door tot ik terugkom". Wat zal mijn model zijn?

Met deze laatste overwegingen overschrijd ik de grens tussen deze korte geschiedenis van de laatste jaren en de actualiteit die beter kan worden behandeld in reisbrieven en andere verhalen. Deze tekst is nu klaar.

vertaald uit het spaans door mezelf
San Sebastián de La Gomera, 12 November 2000