TWEE DIËETBOEKEN VAN BELANG VOOR AD(H)D
door Gérard van Eyk

D'Adamo, Peter, Eat Right 4 Your Type (ER4YT), Century Books Londen, 2001 (Reissue of The Eat Right Diet, 1998. First published in America in 1997) ISBN 0 7126 7716 X (Australian Edition)

D'Adamo, Peter, Live Right 4 Your Type (LR4YT), Viking, Penguin Books, Australia 2001 (First published by G.P. Putnam's Sons 2001) ISBN 0 670 91107 0

SAMENVATTING
Het basisidee van beide boeken is dat de bloedgroepen niet alleen van belang zijn voor bloedtransfusie, maar dat zij ook het digestieve systeem, het metabolisme en de persoonlijkheid typeren. Dit is in overeenstemming met recent genetisch en bio-chemisch onderzoek. Iedere bloedgroep heeft daarom een karakteristiek patroon van sterkten en zwakten voor zijn overlevingsstrategie of --anders gezegd-- voor het optimaliseren van het immuunsysteem.
De aangrijpingspunten voor het optimalisatieproces worden per bloedgroep uitgewerkt voor de voedingsmiddelen en -supplementen (die daartoe worden ingedeeld in 'gunstig', 'neutraal' en 'vermijden') en voor lichaamsoefening gericht op de kanalisatie van stress (hardlopen, joggen of mediteren). De sterkten en zwakten van de persoonlijkheid komen vooral aan de orde bij de omgang met stress. De relatie tussen stress en immuniteit wordt daartoe uitgediept. De onderliggende veronderstelling is dat het optimaliseren van de immuniteit zowel lichaam als geest optimaliseert.
AD(H)D komt slechts aan de orde bij de bloedgroepen die daarvoor in aanmerking komen (O en B). Behalve de bloedgroepspecifieke aanwijzingen worden enkele specifieke strategieën aangeraden voor de twee typen AD(H)D die aldus worden onderscheiden.
Ik geloof dat beide boeken, juist door hun "niet-AD(H)D" uitgangspunt een belangrijke bijdrage geven aan de "voedingspoot" van een "totaalplan" voor de behandeling van AD(H)D.
(Aan het eind staan de letterlijke teksten die d'Adamo in zijn boeken wijdt aan AD(H)D.)


Bloedgroep, AD(H)D en voeding

Ik heb twee diëetboeken gekocht. Binnen twee dagen. Van dezelfde schrijver en met bijna dezelfde titel. Het eerste heet Eat Right For Your Type (ER4YT) en het andere Live Right For Your Type (LR4YT). De schrijver is Peter d'Adamo.

Waarom opeens? Ik heb in geen jaren meer diëetboeken bestudeerd nadat ik lange tijd een verwoed lezer was. Ik geloofde --terecht bleek achteraf-- dat mijn toenmalige verzwakking en uitputting misschien wel CFS of ME heette, maar dat het geheim in Het Diëet moest zitten, niet in weeklagen of medicijnen. Dus niet alleen veel lezen, ook veel proberen. Maar nadat ik mijn draai had gevonden in het instincto diëet, daardoor in 1989 uit Het Diepe Dal kwam, en vervolgens gedurende tien jaar gestadig sterker en steviger werd, hield ik diëetboeken voor gezien. Waarvandaan die nieuwe belangstelling?

Het was AD(H)D. Mijn kinderen herkenden zich er in het afgelopen jaar en konden met dat inzicht enkele tot dan toe onbegrijpelijke kanten van hun conditie doorzien en corrigeren. Bovendien zagen zij er hun kinderen --mijn kleinkinderen-- mee behept en dat eiste "inzichten verwerven" en "opvoedingsbeslissingen" nemen: "Ritalin? Of geen Ritalin?"

Ik neem niet alleen aktief deel aan dat kennisverwerven, ik herken er ook mijn eigen stressproblemen van vroeger in. Ik herkende het voordurende "lawaai in mijn hoofd" en ontembare nieuwsgierigheid naar steeds nieuwe dingen. Dat alles was in één klap verdwenen toen ik op het instincto-diëet overging. Ik herinner het mij als een oase van stilte, als het uitschakelen van een gierende machine. Maar het instincto-diëet kun je niemand aanraden zoals je iemand aanraadt vegetarisch te eten. Je hebt alleen je innerlijke intuïtieve overtuiging als kracht, verder zijn "all odds against you": medisch, cultureel en sociaal. Ageren als een zeloot of missionaris zou zelfs contraproduktief zijn.

En toen las ik de vorige week in een boekhandel hier in Perth "even" het eerstgenoemde boek. Het gaat uit van een relatie tussen bloedgroepen O, A, B en AB en dat wat je hoort te eten: 'Your Type' is je bloedgroep en 'Eat Right' is heb bijbehorende diëet. "Je immuunsysteem, en dus gezondheid, energie en 'alles' is op z'n best als je je 'type-diëet' volgt". Dat is de boodschap.

Uitermate triviaal. Bloedgroepen horen bij bloedtransfusie nietwaar? Dat het boek aparte diëten voorschreef voor de verschillende bloedgroepen --anders dan het gebruikelijke "één diëet voor iedereen"-- imponeerde mij weinig. Als instincto heb ik iedere dag mijn hoogstpersoonlijke diëet, want het komt ad-hoc tot stand door te ruiken met mijn eigen neus. Maar het is wel uitzonderlijk in diëetboeken.

Maar ik las verder. Ik kocht ook het tweede boek omdat het dieper inging op de grondslagen. De schok(ken) van herkenning doorbraken mijn scepsis. Bij de bloedgroepen O en in mindere mate B herkende ik perfect mijn oude conditie en de intuïtief-instinctief gevonden remedies. Dat hield mij aan de gang, maar er was ook veel dat mijn scepsis in stand hield.

De opbouw van de "bewijsvoering" in het eerste boek begint met suggestieve uitspraken dat bloedgroepen "even fundamenteel zijn als de schepping zelf", dat het een "cellullar fingerprint" is en dat het "een voortzetting is van de recente ontdekkingen van DNA". Hoogdravend, maar zonder heipalen.

Iets meer houvast geven de jarenlange observaties van d'Adamo senior, de vader van de schrijver, toen hij als jong natuurarts in duitse kuuroorden werkte. Daar werd één eenheidsdiëet toegepast dat als het gezondste-van-het-gezondste werd beschouwd, maar toch reageerde daar niet iedereen positief op. Hij intueerde een relatie met de bloedgroepen, en, inderdaad, na jarenlange systematische observaties kon hij consistente relaties vaststellen. D'Adamo junior gebruikt dat materiaal voor zijn scriptie en vult dat aan met actueel (klassiek) medisch en biologisch onderzoek. De pas opgerichte school voor natuurartsen raakte enthousiast en jarenlang was het onderwerp van scripties en onderzoek. Pas in 1997 publiceert hij ER4YT, helemaal in de stijl van de succes-diëetboeken: Een geloofwaardig, redelijk consistent verhaal als basismythe en rest volgt daar "vanzelf" uit. De basismythe is de ontwikkeling van de mensheid vanaf verzamelaar-jager (bloedgroep O, 50.000 jaar of meer) naar landbouwer (groep A, 30.000 jaar) en nomade (groep B 10.000 jaar) en de recente opkomst van AB pas sinds 1000 jaar.

De eetgewoonte, waaruit de verschillende intoleranties worden afgeleid, en de geleidelijke verspreiding over de aarde, komen uit anthropologische onderzoekingen en daarmee is het "bewijs" al bijna geleverd. Dan komt er uitleg over de antigenen van de verschillende bloedgroepen. Dat gebeurt heel helder aan de hand van de wetenschappelijke ideeën geschiedenis, maar de relatie met diëet blijft weinig expliciet. En dan worden de lectins ten tonele gevoerd. Sommige daarvan zijn inderdaad bloedgroep-specifiek en zouden daarom kunnen verklaren dat bepaalde voedselsoorten verschillend door de diverse bloedgroepen wordt verwerkt.

Daarna gaat het snel over naar de hoofdschotel van het boek, een goed gestruktureerde "Road Map" voor ieder van de vier bloedgroepen. Per bloedgroep komt aan de orde het diëet zelf, dat wat gewichtsverhogend cq -verlagend werkt en welke typische supplementen al of niet in aanmerking komen. D'Adamo Sr had ook bloedgroep-typische verschillen ontdekt in reakties op stress en de behoefte aan beweging. Daarvoor had hij oefeningen ontwikkeld. Junior noemt het een van de meest revolutionaire ontdekkingen: Hoe stress in positieve energie om te vormen met goed doordachte lichaamsoefening. Die staan ook in de "Road Map": Iedere bloedgroep heeft andere bewegingssbehoefte. Tot slot wordt er voorzichtig ingegaan op de typische karakters cq persoonlijkheden daarbij angstvallig vermijdend in de hype te vallen die vooral in Japan een rol speelt. Daar is de bloedgroep sacrosanct voor personeelselectie of voor de keuze van een levenspartner: "Meer pop-art dan wetenschap", vindt de schrijver. Wat het diëet betreft blijft het niet bij gewenste en ongewenste ingredienten, het geeft ook gedetailleerde recepten en een driedaags "sample meal plan".

Na deze hoofdschotel worden enkele "Medical Strategies" in kaart gebracht over hoe de verschillende bloedgroepen op verschillende ziekten, virussen e.d. reageren. Iedere bloedgroep heeft zijn eigen typische relatie met infecties, ziekte en genezingsprocessen na een operatie. (Het is in deze context dat onder de rubriek "Childhood Illnesses" een paragraaf is gewijd aan "Hyperactivity en learning disabilities".) Dit wordt door eigen casestudies ondersteund en gelukkig niet alleen uit de basismythe afgeleid. Hier is de getalenteerde natuurarts, die d'Adamo kennelijk is, in zijn element. Dit is "zijn roeping": Met minimale en 'zachte' middelen ziektes bestrijden en lijden omtoveren in geluk. Dat hij ook leergierig en kritisch speuren naar nieuwe kennis in zijn bagage heeft, en dat voor anderen op een rijtje weet te zetten, blijkt pas uit het tweede boek. Zonder aarzelen of kritiek zoekt hij aansluiting bij de klassieke medische wetenschap en onderzoek. Dat vind ik ook een sterk punt.

De grondstelling van "the right diet for the right type geeft optimale gezondheid cq genezing" is vaak in strijd met de lokale cultuur, diepe overtuigingen, oude tradities of met religieuze voorschriften. D'Adamo, in zijn case-studies, gaat daar heel respectvol mee om. Hij probeert haalbare bruggen te slaan tussen zijn eigen overtuiging en het levensgevoel van de ander. Met name denk ik hierbij aan de case van de oude rabbi met diabetes die een ritueel correct, maar fataal, diëet volgde of aan het begin van het hoofdstuk over kanker en diëet waarin hij ontroerend vertelt over zijn moeder die overleed aan kanker maar met corsicaanse koppigheid bleef eten wat in zijn ogen "verkeerd" was.

Het boek klinkt heel geloofwaardig en wellicht is het dat ook. Maar voor wie in zulke situaties roept: "Ho-Ho!! Hoe zit dat precies?" is het niet het goede boek. Wèl voor wie "no-nonsense, practisch advies en houvast" zoekt.

Er is een literatuurlijst met nogal wat artikelen uit gerenommeerde tijdschriften, maar van de 107 referenties zijn er maar 7 na 1990. Ik vermoed dat de bronnen van de scripties van medestudenten zijn gebruikt. Het lijkt alsof er geen verder onderzoek is gedaan. De artikelen zijn niet gerelateerd aan de uitspraken in de tekst maar zijn gegroepeerd rond de thema's van het boek. Er is geen trefwoordenregister. Als ik niet gedreven was door de zeer persoonlijke herkenning-tot-in-de-details, zou ik het boek terzijde hebben gelegd en was dit verhaal niet geschreven

Het tweede boek: Live Right 4 Your Type (LR4YT)
In het tweede boek, vijf jaar later geschreven, en verschenen in 2001, gebeurt dat allemaal veel grondiger en uitgebreider. Kennelijk was de schrijver bij het eerste boek door de uitgever teveel op de lijn gezet van het schrijven van een diëet-bestseller. (Er zijn slechtere in die categorie! Van het eerste boek zijn er twee miljoen verkocht) Nu komen zijn andere talenten aan bod. Ik ben geen medicus of bio-chemicus. Ik ben een wetenschapper uit een andere hoek met een brede belangstelling. Ik kan wel de werkwijze en de redeneervorm kritisch beoordelen, maar niet altijd de inhoudelijke aspecten.

De opbouw van het boek is ook heel anders. Geen recepten of drie-daagse menu-plannen, maar per bloedgroep een gedetailleerde beschrijving van de opties om je immuunsysteem te optimaliseren of maximaal in te zetten als het om ziektes, infecties of stress gaat. Want dat is ook hier de basisstelling: Je immuunsysteem, en dus gezondheid & energie is op z'n best als je je 'type-diëet' volgt. (Bijna) alle problemen zijn dan opgelost, oplosbaar of voorkomen!

In het tweede boek wordt veel meer aandacht besteed aan de "logica" van die samenhang. Waarom kan hij tot zulke gedetailleerde stellingnamen komen op bepaalde details die soms indruisen tegen "common knowledge"? De eerste hoofdstukken worden helemaal gewijd aan de grondslagen. Pas bij hoofdstuk acht begint hij aan gedrags- en eetvoorschriften per bloedgroep

Hoofdstuk Een komt met gegevens uit het Human Genome Project. Het gen voor ABO zit op de q-poot van het chromosoom, op nummer 9 in band 34. Het adres is 9q34. Het blijkt dat een gen invloed heeft op functies die door naburige genen worden beheerd. Dat kan tot onverwachte samenhangen leiden. In dit geval is vlak bij 9q34 een gen gevestigd dat belangrijk is voor gevoeligheid voor borstkanker. Dat verband was al bekend in 1984. Er is een andere intrigerende link met het gen voor het enzym dat dopamine converteert in noradrenaline. Het zit pal tegen het ABO gen en dat verklaart de uitgebreide relatie tussen bloedgroep en stress, geestelijke gezondheid en zelfs persoonlijkheid. Het is daarom niet het bloed zelf dat de zuurgraad van de maag bepaalt, maar het ABO beinvloedt het gen dat voor die zuurgraad verantwoordelijk is. (D'Adamo geeft niet het preciese adres van dat gen, maar het beinvloedingsmechanisme is duidelijk).

Wel wordt het adres genoemd van een gen dat de zgn Lewisfactor; vlak bij 9q34. Van de Lewis factor is bekend dat die een situatie genereert die extra bescherming biedt bij een breed gamma van ziektes en microben en o.a. de genetische voorspeller is voor kans op alcoholisme. Tot zover hoofdstuk Een. Hoewel niet volledig, maakt het de "vreemde" relaties tussen ABO en andere lichaamsfuncties aanvaardbaar.

In Hoofdstuk Twee stelt d'Adamo de vraag naar de relatie tussen bloedgroepen en persoonlijkheid. Dat is een interessant hoofdstuk omdat heel verscheiden onderzoekers dat verband hebben onderzocht en er dus nogal wat theorieën zijn. Die zijn helemaal niet zo verschillend als op het eerste gezicht lijkt. D'Adamo is op zijn website een onderzoek begonnen aan de hand van een vragenlijst daarbij geinspireerd door een onderzoek die de van Jung stammende indeling extrovert/introvert kon relateren aan bloedgroepen. Intussen hebben zo'n 20.000 mensen deelgenomen en, samen met de andere onderzoekers komt er een heel consistent beeld naar voren: iedere bloedgroep leidt (statistisch) tot een ander persoonlijkheidstype. Dit vormt de basis voor het volgende hoofdstuk waar bloedgroep en stress(gedrag) wordt uitgewerkt.

In Hoofdstuk Drie wordt de stressmechanisme en de bijbehorende hormonen geanalyseerd, o.a. het dopamine-gen dat ook in het eerste hoofdstuk ter sprake kwam. Na een algemene beschrijving van het stressmechanisme (en de hormonen die dat regelen) volgt een bespreking van dat proces per bloedgroep, aan de hand van bestaand --vaak recent-- onderzoek. De "chemie" van geestelijke gezondheid is een diepgaand onderzocht gebied. (Medline, schrijft hij, geeft meer dan 90 artikelen over bloedgroep en psychisch (dys)functioneren. Ik probeerde het en kwam op 220.) He hoofdstuk wordt afgesloten met bespreking en verantwoording van indicatoren van geestelijke gezondheid per bloedgroep. Samen met het voorgaande hoofdstuk is hiermee de relatie tussen bloedgroep en "gedrag" in gezondheid, stress en ziekte helder in kaart gebracht aan de hand van recent onderzoek.

In Hoofdstuk Vier wordt het hele spijsverteringsmechanisme, van speekselvorming tot het verdwijnen van het afval stap-voor-stap gerelateerd aan de daarbij behorende regelmechanismen met hun dynamische hormonen evenwichten. Er wordt duidelijk gemaakt dat die per bloedgroep en per stap zo vaak verschillen dat specifieke diëten per bloedgroep noodzakelijk zijn voor geestelijke- en lichamelijke gezondheid. Daarna komen ook de lectins aan de orde waaraan in het eerste boek weliswaar harde uitspraken werden ontleend, maar niet duidelijk werden gerelateerd aan hard en modern onderzoek. Hier wel. Daarmee geeft hij een onderbouwing aan een van de meest controversiële aspecten van ER4YT waarmee hij zowel voedingsdeskundigen en vegetariërs tegen zich in het harnas heeft gejaagd. "Vegetarisch is alleen gezond voor bloedgroep A" en "Rood vlees is noodzakelijk voor bloedgroep O en B" of "De Bs moeten weinig of geen kip eten, wel bv kalkoen", zijn een paar van die uitspraken.
Mijn probleem met dit hoofdstuk is het ontbreken van de fase die aan de speekselvorming vooraf gaat en die voor instincto´s een centraal leerstuk is, nl het ruiken van het voedsel leidt tot speekselvorming en tot voedselkeuze. Dat is geen hocus-pocus, er is langlopend en recent onderzoek over, maar het werkt alleen bij ongekookt voedsel. Bij gekookt voedsel treedt die speekselvorming ook op, maar is het onbetrouwbaar voor de voedselkeuze. Er wordt zelfs bedriegelijk gebruik van gemaakt. Maar D'Adamo noemt het ruiken totaal niet, terwijl het hormonen- /enzymenspel daar al begint. Begrijpelijk, want voor voedselkeuze is het zinloos geworden. Voor voedselkeuze zijn we afhankelijk geworden van boeken zoals die van hem. Maar de koks in de hele wereld benutten die ruimte om een geur aan te bieden die weliswaar het water in de mond doet lopen, maar die met de voedingwaarde en -geschiktheid van die schotel niets te maken hebben. D'Adamo gaat in op de culturele en religieuze tradities die ons tot het verkeerde voedsel leiden. Hij had tenminste een paragraafje kunnen wijden aan de misleidingen door onze kooktraditie die ons --nogal letterlijk-- bij de neus neemt. Door het voedsel te koken hebben we onze onschuld verloren en zijn we afhankelijk geworden van koks en helers, dezelfden die ons nu voorlichten over het juiste diëet.

Na deze excursie in de grondslagen gaat hij in de Hoofdstukken Vijf, Zes en Zeven in op een aantal evenwichten van het metabolisme in gezondheid, ziekte en herstel; als uitgebreide voorbeelden van de theorie. Zo hebben alle bloedgroepen kans op 'hartkwalen', maar het mechanisme dat daartoe leidt is voor A en AB volkomen verschillend van dat bij O en B. En ook heel andere preventie en heel andere (diëtaire) middelen om uit de penarie te komen. Iets dergelijks werkt hij ook uit voor diverse soorten kanker. Tot slot komt het belangrijke leerstuk "toxicatie" van de naturopaten waarvoor een heldere en complete aansluiting bij bestaand "hard" bio-chemisch onderzoek nog niet is gelukt. D'Adamo slaagt er echter in om enkele (zeer) recente onderzoekingen die aansluiten bij het toxicatie leerstuk in zijn analyse te integreren. Ook hier raakt hij de heilige koe van 'gekookt voedsel' niet aan. Dat is het domein van de instincto's die, in goed wetenschappelijk gezelschap, aantoonden dat de zgn Maillard moleculen die bij het koken, bakken en braden ontstaan, de grootste bron van de "toxicatie" zijn.

(In bijlagen is er nog een apart opstel met literatuurverwijzingen over de relatie tussen de bloedgroepen en de belangrijkste infectie-ziektes. Die aparte plaats in het boek wordt niet verklaard, maar inhoudelijk hoort het helemaal bij het descriptieve deel.)

DE VOORSCHRIFTEN
Na het descriptieve deel kan aan het prescriptieve worden begonnen. Per bloedgroep is er een mammoethoofdstuk dat volgens een bepaalde structuur is opgebouwd.
Het begint met een profiel van de persoonlijkheid en een profiel van de typische gezondheidsrisico's van die bloedgroep.
Daarna volgt de "lifestyle" strategie om van de gegeven sterkte-zwakte optimaal gebruik te maken. Dat wordt, zo nodig, nader uitgewerkt in "Adapted Lifestyle Strategies" voor senioren of kinderen in de onderhavige bloedgroep. Het gaat hier nog niet over pure dietaire zaken maar om emotioneel evenwicht, stress-reduktie, fysieke oefeningen en supplementen.

    AD(H)D
    In dit gedeelte, Adapted Lifestyle Strategies, wordt bij de bloedgroepen O en B ingegaan op AD(H)D. Ik vind geen vermelding dat AD(H)D alleen bij O en B zou voorkomen, maar toen ik de bloedgroepprofielen voor het eerst las, en het acroniem AD(H)D nog niet had aangetroffen, werd ik bij O en B herhaaldelijk getroffen door zeer herkenbare AD(H)D-achtige karakteristieken. Het is dus niet zozeer een "disorder" dan wel een "verheviging van normaal O of B gedrag" tot een punt waarop wij het als "storend" ervaren. Wat in mijn tijd op de basisschool als "storend" werd ervaren verschilt van dat van mijn kinderen en mijn kleinkinderen. Maw, de norm van de omgeving is deel van de "ziekte".

    Adamo onderscheidt door deze benadering impliciet twee soorten AD(H)D. Ik heb nog niet nagegaan in hoeverre dat aansluit bij type-onderscheidingen die vanuit opvoedkundig of medisch oogpunt worden gemaakt. Er is ook een AD(H)D-bladzijde in ER4YT opgenomen. Die is minder expliciet en verschijnt onder Childhood Illnesses in de subparagraaf Hyperactivity en Learning Disabilities. Deze drie adviesparagrafen hebben dezelfde structuur: De bloedgroeptypische strategieën en het -diëet worden aangescherpt en op die basis worden practische aanwijzingen /hints gegeven.

Na de Lifestyle Strategies komt het diëet in striktere zin. Recepten voor gerechten, zoals in het eerste boek, ontbreken volkomen. De diëet-aanwijzingen hebben de vorm van gesorteerde lijsten van voedingsmiddelen onderverdeeld in een (kleine) groep "beneficial", een (grote) groep "neutral", waaruit de dag-dagelijkse menu's in hoofdzaak kunnen worden samengesteld en een (kleine) lijst "avoid". Het begint met het diëet voor maximaliseren van gezondheid, gevolgd door uitwerkingen voor degenen die met een ziekte kampen of herstellende zijn.

Tot slot worden strategieën gegeven op met chronische aandoeningen die typisch zijn voor de bloedgroep of waarvoor de strategie afhankelijk is van de bloedgroep. Er is een website die o.a. de gegevens van het boek actualiseert.

Perth, maandag 5 maart 2001

Gérard van Eyk [voor e-mail adres zie home page]


meer over mij op http://www.van-eyk.net/gerard/dagboek of
http://perso.wanadoo.es/gerard.van-eyk/dagboek
Hier volgen de onvertaalde teksten die d'Adamo in zijn boeken wijdt aan AD(H)D. Dit is pag 265 uit het eerste boek. Zijn ideen over ADD zijn nog niet erg specifiek: Senior deed erg veel met het zoeken naar de juiste lichaamsbeweging per bloedgroep. Dat neemt hij over. Boek 2 is explicieter.

Deze paragraaf staat onder de rubriek CHILDHOOD ILLNESSES
Hyperactivity and Learning Disabilities
There are a variety of different causes for attention deficit disorders (ADD), and we still need much more information before we can make a conclusive blood type connection. We can, however, gain some insight from our knowledge of how different blood types respond to their environments. For example, my father has observed over 35 years of practice that Type 0 children are happier, healthier and more alert when they're given the opportunity to exercise to their maximum potential. A Type 0 child with ADD should be encouraged to exercise as much as possible. This might include additional gym classes, team sports or gymnastics. Type A and Type AB children, on the other hand, seem to benefit from activities which encourage the development of sensory and tactile skills, such as sculpting or artwork, and from basic relaxation techniques, such as deep breathing. Type B children do well with swimming and calisthenics.

There is some speculation among researchers that ADD is the result of sugar metabolism being out of sync, or allergies to dyes or other chemicals. There is no real conclusion that can be drawn at this point, although I've noticed that ADD children tend to he incredibly fussy eaters - which suggests a dietary connection. I recently discovered an interesting connection that might more strongly tie Type 0 children to ADD. A Type 0 child was brought to me who suffered from both ADD and mild anaemia. I placed him on a high-protein diet and gave him supplements of vitamins B12 and folic acid, and the anaemia cleared up. But his mother also noticed a decided improvement in her child's attention span. I´ve subsequently treated several Type O ADD children with low doses of these vitamins and have seen improvements ranging from the slight to the dramatic.

If your child has ADD, talk to a nutricion professional about adding supplements of vitamin B12 and folic acid, in addition to the blood type diet.
Einde er4yt tekst.


De volgende tekst komt uit het tweede boek. (lr4yt pag 242-243) Het gaat niet typisch over ADD maar gaat over B-kinderen. Ik geef het als voorbeeld van zijn werkwijze. Hij gaat van het algemene naar het bijzondere. Eerst wordt het B-type algemeen behandeld, dan komen specifieke invullingen. Dat moet je wel in de gaten houden bij deze fragmenten: De 'algemene contekst' ontbreekt. Daarom geef ik er ook de algemene rubriek 'kinderen' bij. Zo is er ook een subrubriek senioren die eveneens voortbouwt op 'algemeen-B'


ADAPTED LIFESTYLE STRATEGIES TYPE B CHILDREN
Structure your Type B child's life to include these essential strategies for healthy growth, wellness, and diminished risk for disease.

Young Children

  • Create a non-restrictive environment. For example, allow your child to select his or her own clothes, even if the colors clash or you don't like the styles.
  • Be flexible about rules, where possible -- for example, bed times and meal times.
  • Find small ways to appeal to your Type B child's nonconformist tendencies -- for example, serving a sandwich for breakfast or eggs for dinner.
  • Find ways to appeal to your child's organized side -- such as check-off lists, an alarm clock, and color-coded clothing bins.
  • As early as age two or three, a child can join you in daily deep breathing, stretching, and meditation.
  • Encourage creativity and fantasy games.
  • Cultivate appreciation of other cultures.
  • Limit sugars and artificial sweeteners, which are believed to be a factor in attention deficit disorder.
Older Children
  • Be open about your child's need to flaunt social customs in harmless ways -- haircut, clothing, pierced ears -- while encouraging activist tendencies in a positive direction.
  • Encourage daily visualization exercises.
  • Encourage your child to choose sports activities that challenge him or her mentally, as well as physically. Or balance intense physical exercise with intense mental activities, such as chess.
  • Teach problem-solving as a way to manage stress. Help your child understand that there are "good" and "bad" stresses.

Dit is wat d'Adamo toevoegt over ADD (lr4yt p 248)
Rubriek "SPECIAL STRATEGIES".
THE TYPE B CHILD AND ADD
Although there are no clear studies of blood type and attention deficit disorder, I've observed many Type B children over the years who have extreme difficulties with concentration and memory retention, often in combination with a history of chronic infections (viruses, ear infections, etc.). This makes sense when you consider that when Type Bs are ill (or out of balance) one of the first things to suffer is mental acuity. I have had great success with Type B children suffering the symptoms of ADD. These techniques require time and patience for Mom and Dad, but the results are worth it. It's certainly more effective at getting to the root of the problem than drugs such as Ritalin.
  1. The Type B diet is the centerpiece of the strategy. You'll find that it will help prevent the chronic infections that often accompany ADD. Be especially firm about avoiding foods that have high lectin activity for Type Bs. Cut out all chicken, corn, and peanuts. Try replacing wheat with spelt or other wheat-free grains and see if it has an effect.
  2. Emphasize a regular bedtime schedule to help normalize the circadian rhythm. Make sure your child gets at least eight to ten hours of sleep a night.
  3. Encourage activities that require concentration and quiet. Set aside time every day -- even if it is only twenty minutes -- to sit with your child and work on a puzzle, build a model, draw, or play chess.
  4. Discourage sports that are overly intense and competitive, in favor of moderate physical exercise, such as bike riding, hiking, swimming, and martial arts such as Tae Kwon Do.
  5. Cut back on sugar, which can promote insulin resistance. Some research has shown a connection between excess sugar consumption and ADD.

Als hiervoor, maar dan over O-kinderen (lr4yt pag 127)
Eerst algemeen daar speciaal ADD
ADAPTED LIFESTYLE STRATEGIES TYPE O CHILDREN
Structure your Type 0 child's life to include these essential strategies for healthy growth, wellness, and diminished risk for disease.

Young Children

  • Encourage independence and flexibility within daily routine.
  • Emphasize social interaction on the peer level. Type 0 children tend to be natural leaders, and they thrive in preschool, playgroups, and other organized social settings.
  • Plan an hour of active time every day -- running, climbing, swimming, biking.
  • Start introducing Type 0 Diet elements at an early age -- for example, replacing cow's milk with healthy juices and using spelt instead of whole wheat flours.
  • Make a point of giving praise and affirmation when your child accomplishes a goal. All kids need this, but your Type 0 child really thrives on attention and praise.
  • Establish firm rules to deal with temper tantrums -- time-outs, consequences -- while teaching more positive ways of dealing wih anger. If your type 0 child can learn anger management at a young age, he or she will be less likely to develop stress-related problems later.
Older Children
  • Allow your child to take on responsibilities in the household.
  • Nurture natural leadership abilities, and emphasize teamwork and team building.
  • Encourage physically challenging group sports activities.
  • Educate your child about the dangers of alcohol, tobacco, and drugs, while modeling positive behavior yourself. Type 0 tendency toward monotony avoidance can lead to risky behavior.
  • Stay out of fast food restaurants. It's almost impossible to find wheat-free foods. Teach problem-solving as a way to manage anger and frustration.

Hier wat hij toevoegt over ADD bij O kinderen (lr4yt pag 133)

SPECIAL STRATEGIES
THE TYPE O CHILD AND ADD
High catecholamine levels and dopamine imbalances have been associated with hyperactivity. In my clinic, I often treat Type 0 children who have been diagnosed with Attention Deficit Disorder (ADD) or Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). Although these conditions are difficult to legitimately diagnose (and many physicians believe that they are overdiagnosed), the manifestations include overstimulation, inability to concentrate, mood swings, aggressive behavior, impulsivity, and periods of high energy followed by fatigue.

Traditionally, hyperactivity is treated with drugs such as Ritalin. However, drugs only treat the symptoms, not the problem, and they completely ignore the well-known underlying causes, including elevated stress hormones, autoimmune syndromes, and diet.

If your Type 0 child exhibits hyperactive behavior patterns, try these strategies:

  • Feed your child according to the Type 0 diet. Emphasize high-quality protein foods over carbohydrates. Limit the amount of sugar your child eats and be more rigorous about eliminating "avoid" foods, such as wheat, potatoes, and corn.
  • Make sure your child has the opportunity to develop athletic abilities. This is a piece of advice my father always gave to parents of Type 0 children, and it's consistent with what we know about the role exercise plays in stress reduction for Type Os. If team sports are difficult for your child, encourage solo activities, such as swimming, biking, running, or rope jumping.
  • Research shows that many ADHD children also suffer from hypersensitivity and allergies, which are autoimmune problems. Typically, I find that Type Os with allergies are eating wheat-based diets. When wheat is replaced with high-protein alternatives, both the allergies and the hyperactivity improve dramatically.
  • Give your child a supplementof folic acid and vitaminB12(400 mcg daily). In conjunction with the Type 0 Diet and exercise program, I have successfully treated hyperactivity in my young patients. These B vitamins are responsible for producing red and white blood cells. Feed your child these foods, which are rich in these vitamins:
    • Folic acid:liver, green leafy vegetables, mushrooms, peas, beans, nuts
    • B12: beef, liver, lamb, poultry, fish
  • Practice anger management strategies -- time-out, pounding a pillow, playing a musical instrument -- as alternatives to having a tantrum.
  • Provide lots of positive reinforcement, which serves as a method of social reward and a self-esteem booster.
  • Set manageable, short-term goals that provide frequent opportunities to experience success.