Mijn Reisbrief Nº 1

Arica (Chili), 4 April 1998

Beste vrienden en vriendinnen,

Bijna vijf jaar geleden besloot ik om bij mijn nieuwjaarswensen een verslagje te maken van mijn wederwaardigheden in het afgelopen jaar zodat jullie wat meer van mij zouden horen dan een enkele spreuk of wens. Dat was Nieuwjaar 1994. Ik bereidde mij voor op mijn pensioen en mijn afscheidsrede. In 1997 onderbrak ik die reeks. Omdat ik permanent op reis was, verbeterde mijn vermoeidheidsziekte, maar de wintermaanden bleven energieloos en moeizaam, zodat nieuwjaarswensen er niet van kwamen.

Maar nu, op reis in Zuid-Amerika om de winter op het noordelijk halfrond te ontvluchten, is dat anders. Het is natuurlijk nog wat vreemd, zo met twee koffertjes van samen minder dan 30 kg, maar de energie is er weer. Vandaar mijn plan om de afgebroken draad weer op te nemen.

Behalve veel persoonlijke brieven, schrijf ik een spaanse en een franse reisbrief. Hiervan heb ik er elf afgeleverd: "Mi Carta de Viaje Nº .." en "Ma Lettre de Voyage Nº ..". Vandaar mijn idee om de hervatting van mijn reeks "Mijn Reisbrief Nº 1" te noemen en die ook 'op onregelmatige tijdstippen als ik er zin in heb' te laten verschijnen; in dezelfde stijl en formaat: twee kantjes A4. Het zijn geen vertalingen van elkaar.

Vandaar ook mijn idee om de eerste toe te sturen aan de adressen van de nieuwjaarskaarten; die met de mooiste bloemenfoto's van mijn tuin, met de citaten van Machado: "Er is geen weg, de weg komt als je gaat" en zo.

Deze eerste Reisbrief is daarmee tevens de verklaring --en de vraag om verontschuldiging-- voor het onderbreken van de reeks. Ik stuur de volgende Reisbrief alleen als je op deze reageert. Over het hervatten van de nieuwjaarswensen denk ik nog na.

Voor wie het niet meer weet: Ik ben sinds September 1994 op een lange reis die begon als een 'overwintering' in Spanje. Voor mijn gezondheid. Snel bleek dat er betere klimaten nodig waren om mijn vermoeidheidsziekte te beteugelen en ik verhuisde naar de Canarische Eilanden. Maar ook daar vielen de wintermaanden tegen. Daarom ondernam ik in Januari 1997 een verkenningsreis naar het Zuidelijk Halfrond. Dat was een succes! Dit seizoen ben ik zes maanden in Chili.

In Januari en Februari verbleef ik in de Chileense wijnstreek met zijn zuidfranse klimaat --mijn lievelingsklimaat-- en de andere maanden in de oasen van de Atacama woestijn, zoals hier in Arica, de meest noordelijke stad, aan de grens met Peru. De zon recht boven mijn hoofd, maar in de schaduw is het koel door de zee-zuivere passaat, rechtstreeks uit de Stille Zuidzee, die de stad schoonblaast van autogassen. Natuurlijk zorg ik dat ik aan de windzijde woon. En het regent hier nooit!

Het huis aan de Lakerstraat is verkocht en de flat in Parijs staat te koop; allebei illusies uit mijn tweede leeftijd! Zonder vast adres, maar met twee kiene koffertjes --met o.a mijn laptop-- reis ik naar de beste klimaten. Zuivere lucht en temperatuur zijn de criteria. De zomer breng ik door in Zuid-Frankrijk om daar, met de (klein)kinderen de schâ in te halen. En de rest van het jaar? Naar bevind van zaken! Voor de 'verbindingen' heb ik een vast secretariaat in NL en het internet.

-oOo-

Zoals ik nu op reis ben, bezoek ik geen toeristische objecten. Ik houd mij ook verre van nederlandse, duitse, franse of engelse kolonies. Ik let op 'land en volk', op wat op straat gebeurt en op wat er in de krant staat, zowel landelijk als dorps. Zo blijf ik de 'street observer' die ik altijd al was.

Met verwonderde noordeuropese ogen kijk ik naar de latijnse culturen met de 'door god gegeven' structuur. In Spanje --en in Chili-- is er bovendien het tastend zoeken naar 'democratie' van een volk dat heel lang ondergedompeld was in een autoritaire structuur. Dat boeit mij diepgaand.

Het gaat namelijk in beide landen niet alleen om een dictator van de laatste decennia. Heel diep zit ook de autoritaire structuur die nog van de Roomse Koningen stamt: Het regime dat de tolerante 'moren' vernietigde, geen tolerantie kende voor anders denken en de indianen uitroeide; als een soort fauna. Het duurde lang voor ze de indianen als mensen respecteerden.

Ik lees veel kranten, commentaren en diverse geschiedenisboeken in de stadsbibliotheken, maar je kunt de mentaliteit nog dagelijks op straat zien, of in de politiek: De onbeschaamde minachting voor de overwonnen partij, de 'conquistadores' mentaliteit. Hier in Zuid-Amerika lijkt mij dat het grootste struikelblok in de zoektocht naar 'democratie': het gebrek aan respect voor de 'overwonnen' partij. Het nabootsen van de noordeuropese democratische rituelen en instituten verandert daar niets aan. Het schaamteloze en blinde triomfalisme, zoals nu rondom Pinochet, de laatste rechte revolutie, en eerder rondom Allende, de laatste linkse, lijkt alleen maar een tegenrevolutie op te roepen. Zal 'democratie' dit keer lukken? De kansen lijken gunstig, maar het kwaad zit diep.

In een recent boek, hier in Chili, probeert een marxistisch geschoold socioloog de laatste rechtse revolutie te ontdoen van de mythen en sprookjes die men in stand houdt, om met de wrede realiteit --althans voorlopig-- in het reine te komen. Een pijnlijk boek, zowel voor links als voor rechts. De wetenschappelijke reputatie van de auteur en de kwaliteit van de analyse maken, gelukkig, dat dit niet zomaar van tafel kan worden geveegd of terechtkomt in het Zeer Grote Vergeetboek dat de Chilenen er op na schijnen te houden: de andere manier om verder te kunnen leven.

In een van de hoofdstukken vraagt de auteur zich af hoe het toch mogelijk was dat het martelen niet alleen een zekere 'sociale acceptatie' genoot (bij de overwinnaars!), maar ook werd uitgevoerd en georganiseerd door brave huisvaders, vaak goede, practiserende katholieken, en niet door enkele geïsoleerde sadistische karakters die eindelijk hun kans schoon zagen; zoals de 'officiële-' alsook de 'straat'mythe dat willen zien.

Ook deze auteur zoekt de verklaring in de mentaliteit die de Roomse Koningen aan dit land hebben meegegeven. Het christendom was juist in de voorafgaande eeuwen veranderd van een geloof van 'vervolgden' naar een geloof van 'vervolgers', getuige de kruistochten, getuige inquisitie. Vanuit dit perspectief was het doden en martelen gerechtvaardigd voor het verbreiden (cq 'verdediging') van 'het enige ware geloof'. De linkse revolutie van Allende had het land in een chaos gestort, de chaos van de 'ongelovigen'. Pinochet was 'het ware geloof'. Martelen mocht, nee, moest! Alleen de bordjes worden verhangen. Het kan nog lang zo doorgaan.

Kortom, het is spannend om hier met open ogen rond te reizen. Maar soms kijk ik wat 'kleinschaliger' naar de jongens en de meisjes van de lagere en middelbare scholen in hun uniformtjes; nog heel keurig en fris aan het begin van het schooljaar (in Maart!). Vanuit mijn pensionkamer kijk ik uit op het schoolplein van zo'n geïntegreerde school met kinderen van vijf tot zeventien. Het is net als zestig jaar geleden ... Het is niet alleen spannend, het is ook ontroerend om hier met open ogen rond te reizen.

Met hartelijke groet,   Gérard



© 1997 G.H.A. van Eyk, escritor itinerante.