Mijn Reisbrief Nº 10

Yzerfontein, (Zuid-Afrika), woensdag 9 februari 2000

Beste vrienden,

Met mijn eerste reisbrief uit Zuid-Afrika ben ik nogal met de deur in huis gevallen door meteen over De Grote Problemen te beginnen. Terecht, daar niet van, maar jullie weten nog steeds niet hoe het mij vergaat. Wat is er in mijn eigen huishoudingtje omgegaan? Overmorgen ben ik hier vier weken.

Direkt na aankomst, 's morgens om acht uur, heb ik op het vliegveld wat verkenningen gedaan, mij vol laten stoppen met folders, geld uit de muur getrokken, een auto gehuurd en een guesthouse in Kaapstad voor twee nachten gereserveerd. En toen op pad. Links verkeer kende ik van vroeger, Zweden vòòr 1968, Engeland en Ierland, maar altijd met mijn NL auto. Nu voor het eerst met rechts stuur. Dat is per saldo gemakkelijker, maar het duurde langer voor ik gewend was. Mijn guesthouse lag lekker fris in de wind en dicht bij de zee. Zodoende hoefde ik de stad niet te ontvluchten zoals gewoonlijk. Als een postduif ben ik toen de direkte omgeving gaan verkennen: Waar kan ik fruit en groente kopen? Vervolgens in wijdere cirkels tot het stadscentrum; een half uurtje lopen. Daar zie je meer 'hollandse' gevels bij elkaar dan ergens in NL, en de straten hebben namen als Heerengracht, Buitengracht en Oranje Buitensingel. De buitenwijken liggen niet zoals in de meeste steden concentrisch om het centrum in steeds wijdere cirkels, maar zijn als een parelsnoer rondom de Tafelberg gedrapeerd. Als ik moe was van het lopen, las ik folders, bestudeerde kaarten en maakte plannen voor de volgende dagen. Ook maakte ik enkele zeer intensieve excursies naar 'empowerment' projecten.

Na zes dagen vond ik het welletjes en trok naar Stellenbosch, een van de vele prachtmogelijkheden. Het is het hartje van de wijnstreek en het stadje staat zo mogelijk nóg voller met prachtige hollands-koloniaal aandoende gevels. En natuurlijk wijnproeven op wijnfarms. Ik woonde op zo'n farm, maar ze produceerden zelf geen wijn, wel druiven, hectare-grote velden met aardbeien, perziken en avocado's. Het heette Rosenview, en inderdaad, de gastvrouw had gezorgd dat er voortdurend mooie witte rozen in het zicht waren. "Very British". Na zes dagen hield ik het daar ook voor gezien. Ik had behoefte aan overzicht, afstand en schrijven.

Toen ben ik naar rustiger oorden verhuisd, naar Yzerfontein aan de westkust. Om er te 'wonen'. Echte toeristische trekpleisters zijn te druk om er te wonen. En veel duurder ook. Óf je woont er, en dan ben je een hitsige neringdoende in de toeristenindustrie. Óf je bent er toerist die ver boven zijn jaargemiddelde leeft. Dus wordt je er altijd met $-tekens in de ogen aangestaard. Dat is mijn ervaring. Zodoende ben ik nu op 84 km ten Noorden van Kaapstad, aan de Atlantische kust. Iets noordelijer liggen Langbaan en Saldanha; die zullen wel op je kaart staan. Daar is het toeristischer. Dat waren centra van de walvisvaart. Hier kun je vaak walvissen zien voor de kust, maar weinig in dit seizoen. Ik heb er nog geen gezien.

Hier begint een reusachtig breed en lang strand: De '16 Miles Beach'. Inderdaad 25 km eenzaam strand. Al vanaf het einde van de Boerenoorlog trokken rijke boeren uit het nabijgelegen binnenland naar deze plek met ossewagens, personeel, vaten wijn en zelfs vee om te slachten. Om "kamp te houden" in December/Januari. Een soort 'Kleine Trek'. Er waren geen vaste behuizingen. Het moet er een gezellige boel zijn geweest. Enkele dorpelingen hebben zojuist een boekje voltooid met herinneringen van mensen die er de jaren dertig als tiener hebben meegemaakt. Veel dansen en -- in feite ook -- een huwelijksmarkt voor de rijke boerenfamilies die ver van elkaar woonden.

Het is maar een dorp met 300 vaste inwoners, maar met een paar honderd vrij weelderige weekend huizen. Er is ternauwernood infrastructuur en ook weinig sociale ruggegraat waar je contact mee kunt krijgen. Ze leggen net straatverlichting aan. De vooruitgang slaat toe. Jammer van de prachtige sterrenhemel. Het is 'booming'. Het enige wat de inwoners tegen je zeggen is: "Kom je om te kopen?", want zij zijn de grondverkopers. Als je 'nee' zegt is dat ook het einde van het gesprek.

Maar verder, zoals nu buiten het seizoen, is het zo rustig, stil en afgelegen dat ik soms twijfel of ik niet te ver ben gegaan. Misschien valt het mee. De tweede-woningbezitters zijn bijna allemaal naar huis. In het weekend is er wat opleving. In de supermarkt, die buiten het seizoen zijn assortiment minimaliseert, hebben ze maar één krant. Gelukkig niet de slechtste. En verder wat TV- & roddelbladen.

Ik weet dat ik wat geduld moet hebben. Dat was ook zo in dat Chileense provinciestadje waar ik mij had gevestigd. Dat had 40 duizend inwoners. Er was een goed voorzien krantekiosk waar op bepaalde tijden de plaatselijke intelligentia zijn krantje kocht en zijn babbeltje maakte. En de bibliotheek, hoewel tamelijk verarmd, was ook zo'n knooppunt. Misschien heb ik mij vergist. Gewoon geduld hebben, sociale contacten komen altijd uit een onverwachte hoek.

Het is hier zo klein dat ik over een paar weken sowieso een bekend gezicht ben. Een kroeg is er niet, dus investeer ik in kerkbezoek. Daar val ik wel op, want iedereen heeft vaste stoelen en een 'vreemdeling' moet uit een zijkamertje een aparte stoel halen en op een aparte plek zitten. De preek had inderdaad kwaliteit, maar van een gezellige nazit met tea and scolls was geen sprake. Wel is er vóór de dienst een half uur samenzang. Dat is wel lekker. Op mijn voettochten door Engeland heb ik vaak de allerhartelijkste contacten opgedaan na de dienst. Hier stapte ieder in zijn auto en tufte snel huiswaarts. Maar...., op weg naar huis stopte een kerkganger en bood mij een lift aan. Jammer! Maar hoopvol is het wel. Met wat geduld komt het wel goed.

Ik woon werkelijk met de neus op de zee. Net zo dicht, of nog dichter, als in San Sebastian, maar dan zonder dat hoogteverschil. Dat is hier hooguit drie meter. Mijn huisje is een studio van 3x7 m met de lange kant, met raam en voordeur, naar de zee gericht. Ik heb prachtige avondzon. Voor mijn deur is een grasveld van zo'n 10 meter. Dan wordt het rotsig met daartussen water en nog 30 meter verder is het definitief de zee. De rotsen worden bewoond (en bescheten!) door een kolonie meeuwen, maar ik zie ook altijd een paar visarenden en andere vogels. Bij eb kan ik er mosselen en andere schelpdieren rapen. Heel idyllisch. Dat maakt veel goed. Tien minuten naar rechts begint het grote strand en links zie ik het vissershaventje.

De dag breng ik weer gewoon door met de discipline van lezen, schrijven en een uur wandelen. Op dat strand natuurlijk! Ik lees dagelijks die ene krant. Helaas niet de wereldkranten op het internet. Het boek van Harry Potter, dat ik in Londen kocht, heb ik uit. De franse boeken op mijn harde schijf waren een gelukkige greep. Ik schrijf er nog wel over. Nu ben ik nog bezig om de eerste indrukken van mij af te schrijven over dit energievolle land. Soms denk ik: 'Het is een kruitvat'. Soms raak ik ontroerd over de vergevingsgezindheid en de wil om historische conflicten op te lossen. Maar spannend is het wel. Op mijn sites staat daar al een en ander over.

Toen ik hier op huizenjacht was, zag ik ontdekte ik veel mensen met een e-mail adres en een website. 'Dat loopt lekker', dacht ik en rekende op een soepele oplossing. Maar toen ik hier aankwam en op de man af doorvroeg, hoorde ik steeds iets waardoor het niet kan. Het waren van die ontwijkende 'mañana-antwoorden'. Als non-buyer was ik ook een non-person, dus veel uitleg kreeg ik ook niet. 'Ik ben nog teveel vreemde', dacht ik.

René Bosch, een Groninger die hier met zijn Z.-A vrouw een restaurant, guesthouse en website heeft (http://mbury.new.co.za/~twc/kaijaiki.htm, voor het geval dat...), legde mij uit waarom. Die mensen hebben niet eens een computer, hij ook niet. Ze weten ook niet hoe die te bedienen. Ze zijn alleen vertrouwd met fax. Maar e-mail en een homesite vinden ze, terecht, belangrijk om een 'ponem' te hebben. Het business idee van een jonge starter, een designer, was om websites te ontwerpen en bij te houden met foto's van de huizen die ze verkopen. Heel eenvoudige sites dus. Dat loopt. Maar 99% van het verkeer gaat gewoon per fax. Hij vangt de eventuele e-mail op en stuurt die per fax door. Als een klant antwoord per e-mail wil, sturen ze het antwoord als fax naar die designer. Hij scant dat, en stuurt het als e-mail verder. Iedereen is tevreden. En dat is nu de man, 30 km hiervandaan, waar ik mijn 'send & receive' ritueel kan uitvoeren. Wellicht nog een boel meer, zoals foto's. Hou mijn sites maar in de gaten!

Hartelijke groet,      Gérard



© 2000 G.H.A. van Eyk, escritor itinerante.