Mijn Reisbrief Nº 18
Tevens Nieuwjaarsbrief
San Sebastián de La Gomera, woensdag 11 december 2002

Beste Vrienden en Vriendinnen,

In dit tijdperk van electronische berichtgeving ga ik er toch even bij zitten om een echte brief te schrijven. Eentje van echt papier en inkt die in een enveloppe daadwerkelijk in je brievenbus wordt gestopt. Je staat er niet zo bij stil als je 'alles' via de computer in huis krijgt, maar toch ziet een groot deel van mijn lezers mijn proza als "echt papier" omdat het "via-via" vrienden wordt geprint en doorgegeven.
Er zijn bekenden, familie en vrienden, die mijn beeldschermproza alleen krijgen als ik zelf "echt papier" stuur. Daaraan zal ik speciaal denken in het komende uurtje..

Om de beginnen allemaal een

Goed en Gelukkig 2003!
Daar is deze brief om begonnen. De vorige Reisbrief was nummer 17. Die was ook "tevens Nieuwjaarsbrief". Dat is tevens het treurige nieuws van 2002: Mijn Reisbrief in inderdaad gereduceerd tot één keer per jaar.
Nu mijn wederwaardigheden en gedachtenspinsels bijna iedere dag als een soort 'column' verschijnen, is dat zo gegroeid. Toch is het niet zonder wroeging. Ik maak weliswaar een maandoverzichtje als aankondiging van het gereedkomen van het Dagboek van de Maand, maar dat is ook maar "electronisch". Misschien komt er toch verandering. Iedere maand een brief van "papier en inkt" gaat mij te ver, maar als afsluiting van een periode, of aan het begin van een nieuwe, zou wel kunnen. Het zou dan een zelfstandig leesbaar ding worden met --soms-- herhalingen van wat eerder is verschenen. Natuurlijk zal die --later-- ook op mijn website staan, maar "papier en inkt" gaat alleen naar degenen die er werkelijk om verlegen zitten. Zoiets speelt. Het is niet vastomlijnd. Het hoort bij de "plannen" voor 2003.

Het andere "plan" voor 2003 is dat mijn winterreis naar Nieuw-Zeeland gaat: voor vier maanden. Het reisbiljet is nog niet helemaal in orde, maar vanmorgen bevestigde de juffrouw van het reisbureau dat ik hoogstwaarschijnlijk op 11 januari via Madrid en Singapore kan reizen. Singapore-Auckland is nog niet rond. De terugreis --op 12 Mei-- is helemaal OK. Dat was het laatste nieuws.

Het zal daar een heel NLse aangelegenheid worden. Heel anders dan bijvoorbeeld in Chili, Australië en de andere zuidelijke continenten die ik de vorige jaren heb bezocht. Daar ben ik geen NLer tegengekomen. In Nieuw Zeeland zal ik een NLs echtpaar ontmoeten die er dezer dagen zijn geland en er met een kampeerbus tot 8 maart zullen rondtuffen. En er zijn twee vriendinnen die er rondreizen van 4 februari tot 19 maart.

Dat zijn mensen die ik in de loop van 2002 nog heb gezien. De wérkelijke "missie", de wérkelijke verrassing, zit in twee andere NLse ontmoetingen. Allebei jeugdvrienden uit Venlo, die elkaar ook kennen. (Natuurlijk, Venlo was toen nog klein en we zaten bovendien in dezelfde padvindersgroep, de aloude St Joris). De een, André, een jaartje ouder dan ik. De ander, Wim, een jaartje jonger. André is in 1953 geëmigreerd. Het na-oorlogse Nederland, dacht men, bood te weinig kansen. Maar misschien was het ook een excuus voor avonturiers.

Het pakte allemaal anders uit, en er zijn nu emigranten die er spijt van hebben te zijn vertrokken omdat het Wirtschaftswunder later ook in Nederland toesloeg. André trouwde vlak voor zijn vertrek --zoals toen de gewoonte-- en heeft zijn gouden bruiloft op 22 augustus 2003. Zijn trouwdag was mijn verlovingdag met Carla. Ik lag toen dus 'een ronde achter'. Na mijn brief van een paar weken geleden belde hij meteen op --ik was in Kaapverdië-- op een vroege ochtend. Hij had zich zojuist teruggetrokken uit de zaak en woonde nu rustig een eindje buiten Wellington, zei hij. Van harte welkom natuurlijk. Hij was mijn patrouilleleider bij de verkenners vlak na de oorlog. We zijn nog samen 'op hike' geweest: Padvindersjargon voor zwerfkamperen met z'n tweeën. Ook 'op kamp' met de hele groep, en in 1946 en naar de Jamboree in Frankrijk in 1947 op een open vrachtauto. Er valt heel wat bij te praten. Ik vertrok in 1947 uit Venlo, maar kwam nog enkele jaren terug in de weekends bij de senioren groep.

Toen André naar de senioren vertrok, werd ik patrouilleleider van de Vossen. Wim werd mijn assistent. Hij werd onderwijzer in 1952 en verliet meteen Venlo om missionaris te worden. Priester gewijd in 1960, landde hij in Nieuw-Guinea. Na vele tropenjaren kwam hij naar Australië. Daar is hij in de buurt van Melbourne aalmoezenier van de NLse gemeenschap. Zodoende heeft hij weet van wat de oude emigranten (soms) denken. Om verschillende redenen blijken we al die jaren vaak aan elkaar gedacht te hebben, maar we hadden nooit meer rechtstreeks kontakt. Nu is de correspondentie opgenomen. We zullen zien. Helaas kan ik de foto´s die ik uit die tijd heb niet meenemen. Die liggen op een zolder in Eindhoven. Jammer. Dat zal ik in Mei/Juni uitzoeken.

Deze Nieuwjaarsbrief krijgt met zo'n inleiding wel een héél grote nostalgiefactor. Een beetje terecht, het afgelopen jaar werd inderdaad door herinneringen en reunies bepaald. Het begon met Delft, waar ik een jaar geleden vijftigstejaars werd. Dat haalde de trekker kennelijk over. Sindsdien sijpelde het verder tot in Mijn Dagboek, waar ik vaker op oer-herinneringen --in geuren en kleuren-- ben teruggekomen.

Voorlopig concentreer ik me toch liever nu en het recente verleden; afgelopen jaar, bijvoorbeeld. Mijn winterreis was naar Namibië om mij te verbazen over de diepe Duitse sporen van de koloniale tijd die er nog geen vijf-en-twintig jaar heeft geduurd. In Mei was ik even terug in Spanje om er mijn belasting te betalen en toen drie maanden Zuid-Frankrijk, in ons huisje in Cessenon. Tot de herfstkoude mij daar wegjaagde.
En nu ben ik weer in La Gomera, Kanarische Eilanden. Dat stipje in de oceaan, verder van Madrid dan Londen. Dat geloven de meeste Spanjaarden niet; laat staan dat ze het weten. Maar wij zijn echt Europa, politiek althans, en voor zolang het duurt. Want ook hier zijn er politieke partijen die onafhankelijkheid willen; of samengaan met andere oceaan eilanden zoals Kaapverdië, de Azoren en Madeira. Heus. Serieus.

Mijn Franse periode werd onderbroken door een reis naar NL en België. Mijn Spaanse vriend was meegekomen en samen met mijn vrouw Ghislaine, de deskundige op dat gebied, hebben we de sporen van 'onze' 80-jarige oorlog ter plekke bezocht. Heel boeiend, want ik had als reisvoorbereiding de Spaanse geschiedenisboeken bestudeerd: De vertellen een 'heel ander' verhaal. Als hoogtepunt maakten wij in Brussel op de Grote Markt een copie mee van de optocht in 1542 waarbij Karel V zijn zoon Philip II feestelijk aan 'De Noordelijke Provinciën' voorstelde. Het haalde niet uit. Wij mochten die Spanjaarden niet.

In de Franse periode kwamen weer mijn (klein)kinderen in de buurt logeren zodat het weer een familie reunie werd. Eind September wipte ik even naar NL om er mijn verjaardag te vieren. De 73e. Het was een zonnige dag zodat wij lekker in de tuin van Ghislaine zaten. Er zijn foto's van, die staan op het Internet, maar voor de exclusieve "papier en inkt"-lezers is dit een zinloze mededeling. Maar, je weet nooit. Misschien is er een nichtje of buurjongetje dat raad weet met het volgende: Kijk op www.fototime.com en log in met mijn e-mail adres [zie home page voor actuele adres]. Het album heet '29 September'.

Mijn Spaanse periode kent ook zijn onderbrekingen. In November ging ik een week op verkenning in Kaapverdië, een eilandengroepje, net als wij in de Atlantische Oceaan voor de Afrikaanse kust, twee uur vliegen zuidelijker. Misschien is het wel wat voor mijn volgende winterreis. Het lijkt mij wel wat om vier maanden tussen de tien eilanden heen-en-weer te hoppen. Allemaal verschillende eilanden. Ze spreken Portugees. Dat kan ik goed lezen; redelijk verstaan; niet spreken. Ze verstaan goed Spaans. Het is politiek boeiend; cultureel gevarieerd. Vermoedelijk warm genoeg voor mijn winterreis. Wat houdt mij tegen?

Vóór ik naar Nieuw-Zeeland ga, is er nóg een 'onderbreking'. Andere jaren kwam Ghislaine --vóór de winterreis-- een weekje bij mij logeren of zocht ze mij op in mijn 'winterland'. Sinds we elkaar zo weinig zien, is het genot van elkaar te ontmoeten alleen maar groter geworden. Dit jaar is er een variatie op dat thema. We gaan allebei naar Rome. Zij komt van Noord, ik van Zuid. Dan hebben we daar ons afscheidsweekje. We kennen geen van beide Rome, al ben ik er wel voor zaken geweest. Zij is een kenner van de antieke cultuur. Volgens de laatste berichten is Rome onverwacht in een "Aufschwung" terecht gekomen. Zoiets als Amsterdam of Londen in de zestiger jaren of New York daarna. Dat soort 'opvlammen' van een stad is een boeiend fenomeen. Waar ligt dat aan? Wat gebeurt er dan? En waarom zakt het daarna weer af? Er is veel over geschreven, maar een èchte verklaring is er niet. Daarom moet ik zelf maar eens goed uitkijken.

Mijn "eindejaar" zal ik hier in San Sebastián vieren; op de markt. De gemeente schenkt gratis 'cava' (Spaanse champagne). Ik zal op jullie klinken met mijn dochter Martine die een weekje komt logeren. Vanuit die genotssituatie zal ik jullie nog eens allemaal een "Gelukkig 2003" toeroepen. Luister maar goed. Maak er een mooi 2003 van!

Gérard van Eyk


© 2001 G.H.A. van Eyk, escritor itinerante.
webdagboek: http;//www.van-eyk.net/gerard/dagboek
en: http;//perso.wanadoo.es/ghavaneyk/dagboek