Mijn Reisbrief Nº 21
Tevens Nieuwjaarsbrief
San Sebastián de La Gomera, 10 januari 2006

Beste Vrienden en Vriendinnen,

Het is al na Nieuwjaar. Jammer? Misschien niet, want je hebt meer tijd om die te lezen, en te genieten van het 'extra' van een gewone brief van papier & inkt, en een èchte postzegel. Heel anders dan e-mail.
Geniet er maar van, zoals van de rest van 2006.
Dat het "ècht" en "extra" moge worden.

Ik wens je daarom een Goed en gelukkig 2006
Het wèrkelijke doel van deze brief is je te laten merken dat jij en ik er nog zijn. Dat existentiële signaal lijkt vanzelfsprekend, maar het is goed dat het regelmatig wordt bevestigd. Juist de laatste maanden werd ik gebombardeerd met overlijdensberichten van bekenden van 'mijn generatie', en, kortgeleden, overleed Carla, waarmee ik twintig jaar lief-en-leed en drie kinderen deelde. Dan is het vanzelfsprekende opeens niet meer vanzelfsprekend. Ik probeer mij NIET af te vragen wie de volgende is, en verklaar vrank en vrij dat ik er op reken jou nog heel vaak een goed en gelukkig nieuw jaar te wensen.

Mijn jaar begon met een heel geslaagde reis naar Chili. Ik bleef er drie maanden op één plek. In Iquique, in Noord-Chili, in de Atacama-woestijn. Dat is een ideaal klimaat voor mij. Ik trof kennissen die ik zes jaar eerder vluchtig had leren kennen en waarmee ik een bescheiden e-mail contact had onderhouden. Vanaf de eerste dag werd ik via verjaardags- en andere partijtjes enthousiast opgenomen in hun kring van vrienden van onderwijzers, journalisten en kunstenaars. Dat was niet alleen intellectueel interessant, het was ook van een hartelijke warmbloedigheid die ik zelden zo overvloedig aantref.

Veel daarvan hadden Europa leren kennen als Pinochet -vluchteling, en nu aarzelden ze vaak nòg tussen die twee werelden. Ik ontmoette een vrouw van over de vijftig die de laatste tien jaar al twee keer 'definitief' naar Nederland was teruggekeerd, en vóór ik vertrok ging zij wéér terug.

Chili is het meest 'Europese' land van Zuid-Amerika, en hadden we natuurlijk gesprekken over 'Europese' waarden. Wat ons ook verbond was onze status als bijna-ontheemde. Dat gaf die gesprekken een extra dimensie. Ik weet wat het is om alléén in een totaal onbekende stad aan te komen, na enkele weken enkele schoorvoetende contacten te hebben, en na drie of vier maanden met weemoed afscheid te nemen. Iquique was nòg anders. Het is alsof ik nòg bij die mensen hoor.

En nu maak ik mij klaar voor de volgende reis. De gewijzigde NLse zorgverzekering gooide een tijdlang roet in het eten, en ik was opeens onverzekerbaar buiten Europa. Van 'goed verzorgd' werd ik 'heel bezorgd'. Sinds een paar dagen is dat --althans voorlopig-- geregeld, en heb ik mijn handen vrij om te genieten van de reisvoorbereidingen. De keuze is op Venezuela gevallen: Klein Venetië. Zo werd de streek rondom Caracas bij de stichting in 1567 genoemd. Ongetwijfeld omdat de woningen aan de kust op palen waren gebouwd.

Zoals iedereen hier op het eiland heeft mijn goede vriend Ignacio er veel familie als gevolg van de --vaak illegale-- emigratie in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw. Vooral van de generatie van zijn ouders. Toen leek het "voor altijd", maar nu is er levendig familiebezoek. En zo zal ik veertien dagen met Ignacio diens familie gaan bezoeken. Voor hem is het ook de eerste keer. In verschillende regio's zijn er familiereunie-tjes waar we worden verwacht. Er schijnen hele stadwijken en dorpen te zijn met hoofdzakelijk Gomeranen. Ze hebben de naam nogal te 'klitten'. Zodoende krijg ik niet alleen een prachtige introductie in het sociale leven, maar ook een praktijkcursus Venezuelaanse Aardrijkskunde. Dat is mooi meegenomen voor de resterende tien weken; als Ignacio weer terug is.

Ik reis terug via NL voor een flitsbezoek aan familie en vrienden eind April. Dan weer La Gomera. Dan de zomer in Cessenon in Frankrijk --met een escapade naar NL om de 65ste verjaardag van Ghislaine te vieren eind Juni-- en in de herfst terug naar La Gomera. Dan heb ik mijn trekvogelrondje weer gemaakt.

Tot zover over mijn fysieke aanwezigheid op bepaalde plekken van de aardkloot. Mijn beschouwingen kenden die geografische beperkingen niet. Als steeds heel gevariëerd, kwam ik vaak terug op religie, en de "organisatie" van spiritualiteit. Dat kwam bv aan de orde als ik probeerde de Islam te begrijpen, naar aanleiding van het kerk-concept van de nieuwe paus, of zomaar naar aanleiding van een gedicht of een andere spirituele gedachte. Na het experiment van November 2004 om mij alleen maar uit te drukken in stukjes van 100 woorden, hebben deze stukjes toch een grotere plaats ingenomen. Ze beantwoorden aan mijn behoefte aan het vatten van de kern. Misschien zoals de behoefte van een dichter. Het is wonderlijk hoe zo'n zelfgegeven opdracht om mij in 100 woorden uit te drukken een waarneming kan reduceren tot het wezenlijke. De lezer ziet alleen het resultaat, en kan alleen vermoedens hebben van de verrassingen van de weg erhéén. "It's the road, not the pub", kan hij of zij alleen maar mompelen.

Inderdaad, dat is een mooie gedachte voor 2006: "It's the road, not the pub. "Samen met dat zinnetje van Antonio Machado: "De weg komt als je gaat" is dat een mooi nadenkertje om de rest van het jaar op te koersen.

Laten we gaan. En, ach, als we bij de pub zijn is het voorbij.

Gérard van Eyk


© 2004 G. H. A. van Eyk, escritor itinerante.
Reageer (eventueel) per e-mail naar zjraar apestaart van-eyk.net want ik ben nog maar even op dit adres: Camino al Faro 10 /app 3, 38800 San Sebastián de La Gomera, Canarias, Spanje. Gewone post vind ik pas begin Mei als ik terug ben van mijn winterreis.
Webdagboek: http://www.van-eyk.net/gerard/dagboek of:
http://perso.wanadoo.es/ghavaneyk/dagboek