Evert Potma

Een portret.

Ik kende hem al een paar weken, of beter, ik had hem enkele weken geleden voor het eerst ontmoet. Vandaag kreeg ik die flits van inzicht, die verlichting, die je vroeg of laat overkomt in relatie met De Ander.
--"Ah, dàt ben jij, zò ben jij", doorstroomt dan je lijf, diep en intens, zodat je stamelend naar woorden zoekt. Of het is als een zucht van opluchting, als het wegglijden van spierspanning die zich heeft opgebouwd.
--"Ah, that's the system behind the madness", zeg je soms, of:
--"Ah, zò hangt de vlag erbij".

--"Ik ben een eerste generatie Nederlander, een Fries, ik ben koppig.", hoorde ik hem al na vijf minuten zeggen.
Zo leerde ik het doen en laten kennen van deze creatieve zakenman. Ik wist inmiddels dat hij 15 jaar geleden met zijn vrouw rond Afrika was gezeild. Dat hij toen Israel had bezocht. Dat hij onderweg viste om in de volgende haven die vis te ruilen voor andere levensbehoeften. Dat hij vracht aannam om de reiskosten te verdienen. Een beetje avonturier was hij wel. Dat soort fragmenten waren mij bijgebleven.

De zeilboot waarmee hij die reis gemaakt had, de Sailtrader, lag voor onze neus in de haven als we in het havenrestaurant van zijn vrouw zaten te eten nà of vòòr de bijeenkomsten met de LED, de Local Economic Development Board. Dat was wat ons bond, het bevorderen van het (zeer) kleine bedrijfsleven, van black empowerment. De doodsaaie LED had interessante subcommissies voor boeiende projecten. Als ik weer zo'n bijeenkomst had meegemaakt, ging ik naar Evert voor uitleg of achtergrondverhalen, want hij was een creatieve ondernemer met verscheidene kleine-ondernemersinitiatieven in deze haven.

Naast die 45-voets Sailtrader lag de 50-voets Sailfisher. Geen nostalgische detaillering. Heel zakelijk en functioneel. Hij had ze zelf ontworpen. Een kunststof casco en een hechthout bovenbouw. Een werf had ze gebouwd, maar veel details had hij zelf verzorgd. Met die Sailtrader deed hij meerdaagse excursies en rondvaarten. Met de Sailfisher had hij ook een 'bezigheid' had ik vagelijk begrepen. Er was hier zoveel te doen in deze snelgroeiende en veranderende havencultuur, dat ik er nog niet dieper op was ingegaan.

Maar, oh toeval, vanmorgen stap ik onaangekondigd het restaurant binnen om te zien of ik Evert met de lunch kan spreken na vergadering waar ik zo dadelijk heen moest.
--"Je komt als geroepen", zegt zijn vrouw blij. "Nee Evert kan niet met je lunchen, maar vandaag komt een groep belgische journalisten en daar word je verwacht."
Ik had inderdaad van die groep gehoord, precies op de dag dat ik Evert voor het eerst ontmoette. De touroperator was er juist om een en ander te regelen en nodigde mij uit om aan de hele excursie deel te nemen.
--"Not my piece of cake", had ik na enige aarzeling gezegd, maar we kwamen overeen dat ik hun dagen in onze streek zou meemaken. Maar ik had er niets meer van gehoord.

Na de vergadering tref ik Evert. Hij is een heel ander mens. Zo kende ik hem niet. Hij wacht op de belgische gasten. Vòòr de lunch zullen ze eerst een tocht door de haven maken. Hij zal ze persoonlijk rondvaren met de Sailtrader. Hij heeft geen oren naar mijn ervaringen op die vergadering. Anders altijd wel. Zijn antenne staat op iets anders.

De Belgen zijn laat. Ik kan dus nog aan de excursie deelnemen. Evert is nerveus, ongeduldig en verveeld, alsof hij zijn energie niet kwijt kan. Ik ga in het restaurant wat achterstallige kranten lezen om de tijd nuttig te besteden. Maar ik heb er de concentratie niet voor. Ik kijk naar de twee boten en zie Evert doelloos rondlopen en tegen steentjes schoppen op het rommelige haventerrein. En opeens komt mijn verlichting: De stukken van de puzzle vallen samen:
--"Ah, dàt is Evert!"
De stukken vallen niet zozeer samen, de meeste stukken van de puzzle vallen weg, zinken in het niet: de creatieve ondernemer, de 'kapitalist' zoals hij zich de eerste dag uitdagend had genoemd, waardoor hij door de ANC werd gewantrouwd. De man die als allereerste een black-empowermentproject was begonnen en zich daardoor de argwaan van zijn blanke omgeving op de hals had gehaald; zijn omgeving was nog niet zover. Dat alles viel weg, alleen de Sailtrader waarmee hij rond Afrika zeilde bleef over. En de Sailfisher waarmee hij een project had dat ik nooit precies had begrepen. Ik vouw mijn krant dicht en loop op hem toe:
--"Misschien hebben we nu de gelegenheid dat je mij dat Sailfisher-project eens uitlegt", vraag ik hem.
--"Kom", zegt hij, terwijl hij al met grote stappen naar de loopplank schiet, "ik zal het je uitleggen."

Gelukkig zijn de Belgen veel te laat en beleven we een gouden uurtje. We kruipen door alle uithoeken van deze boot, heel doordacht gemaakt om zakelijk gebruikt te worden voor kleinschalige visvangst met ongedachte economische voordelen boven de gebruikelijke vistrailer. En ook geschikt voor de kleine onderneming, bijvoorbeeld een familiebedrijf. De visuitrusting is volledig in het ontwerp geïntegreerd. Hij is helemaal verknocht aan deze boot, aan dit project.

Zijn vrouw komt ons waarschuwen als de gasten er zijn. Wij hadden er geen oog meer voor. Hij staat zelf aan het stuur en vertelt over de haven, de vogels, de vissen en de drijvende mosselfarms. Wéér een anders mens dan toen ik hem een uur geleden verveeld tegen steentjes zag schoppen. Ook anders dan in onze lunchgesprekken van de laatste weken. Zijn antenne had op sea going gestaan, wèg van dat 'moeilijke' landrottenwereldje. Op zee had hij het stuur zèlf in handen. Op het land waren er alleen maar boze burocratische krachten die hem tegenhielden, hem kortwiekten.
--"Na de lunch", zei hij toen ik aan tafel ging met de journalisten en de touroperator, "neem ik je mee naar mijn huis. Dan laat ik je nog wat documentatie zien van andere projecten."

Voor we bij zijn huis zijn laat hij mij eerst nog een ander huis zien dat hij heeft ontworpen, bedoeld om goedkoop --en met veel lekenhanden-- massaal te bouwen binnen het programma van de nieuwe regering voor betere behuizing in die enorme shanty towns. 15000 per week worden er nog steeds gebouwd, maar zijn systeem was er buiten gevallen. Hij was er te vroeg mee, en hij had niet de juiste wegen bewandeld. Op hetzelfde terrein was hij ook naar het concept van Mandela een peace garden begonnen, een concept waarin zwarte mensen uit de oude krottenwijken een lapje grond kregen om er groente te (leren) kweken, maar reactionairen hadden alles platgeslagen.
--"En de daders?"
--"Nooit gevonden", zei hij, alsof het vanzelfsprekend was. "Bovendien leerde ik, dat zelfs voor het in de grond zetten van een paal een bouwvergunning nodig is, als ze kwaad willen."
Inderdaad, een boze burocratische wereld was het voor hem.

Bij hem thuis zag ik de octrooien van de details, van de elegante oplossing voor een goedkope lichtgewicht doe-het-zelf kapspant van zes meter voorzien van de vereiste keuringscertificaten van het nationale bouwinstituut.
--"Het heeft mij veel geld gekost, al die octrooien, die keuringen en die vergunningen. En toch is dit huis beter en goedkoper dan wat er nu massaal wordt gebouwd", zei hij koppig, " En ze hadden het zelf met de familie kunnen bouwen."
Hij somde de kwalen op van wat er nu gebouwd werd.
Hij had aan alles gedacht, aan de mensen die er moesten wonen en die het moesten bouwen, maar niet aan de omgeving die in vergunningen denkt of aan commerciële machtspelletjes.
--"Maar nu is het te laat", zei hij.
--"Je bent als Cassandra", zei ik, "door Zeus begiftigd met de gave van de perfecte voorspelling, maar door Apollo gestraft met niet-gelovende toehoorders."

Er was ook een hele serie octrooien over ecologische, laag-energetische, kleinschalige mosselfarms. Geïnspireerd door mogelijke olieschaarste in het geblokkeerde Zuid-Afrika, maar met duidelijke economische berekeningen dat het, ook met royaal verkrijgbare brandstof, goedkoper, flexibeler en beter was dan de mosselfarms die wij die ochtend op onze excursie hadden gezien.
--"Het heeft mij veel geld gekost," zei hij, "maar toen had ik nog die betonfabriek die mij een rijk man had gemaakt."
--"Hoe ben je die dan kwijtgeraakt?", wilde ik weten.
--"Toen ik naar Israel ging, hebben de bestuurders die ik had aangesteld allerlei verkeerde beslissingen genomen, en toen ik thuiskwam, was er alleen maar schuld."
--"En toen?"
--"Nou ja, het leven met de boot was self-supporting, maar mijn vrouw was liever vast aan de wal en nu hebben wij dit restaurant als bread and butter line. Samen met de excursies, de weekendtrips en dergelijke, die ik doe, komen we mooi rond. Het restaurant heb ik helemaal zelf gebouwd zo ongeveer met het systeem wat ik heb gepatenteerd."
--"Met al die octrooien waarvan niets terecht is gekomen, lijk je meer een creatieve uitvinder dan een ondernemer. Maar dat restaurant draait lekker. Waarom is dat wèl gelukt?"
--"Mijn vrouw steekt er de liefde in. Ik ben de denker en de doener," antwoordde hij snel, alsof het gesneden koek voor hem was.
--"En die betonwarenfabriek waar je zo rijk van bent geweest, wie stak daar dan de liefde in?"
--"Dat was een toevallig succes. Het ging eigenlijk alleen maar om een heel grote order voor trottoirbanden en dat soort betonspullen voor de haven en de stadsaanleg. En hier was niets, ik was de eerste en de enige die zo'n fabriek op poten zette. Maar toen ik naar Israel was, hield die stroom orders voortijdig op en de beheerders bleven dòòrdraaien. Ik kwam net te laat terug."
--"Maar was het dan wel zo verstandig om naar Israel te gaan? Hoe kwam je zo roekeloos?"
Hij aarzelde. Hij begon wat te zeggen en hield weer op.
--"Wil je misschien wat thee?" vroeg hij tenslotte, en liet mij alleen. Ik las intussen de papieren die hij mij had gegeven.

Toen hij met de thee terugkwam, vroeg ik wat over die papieren. Ik had hem kennelijk in verlegenheid gebracht met mijn vraag over Israel, maar opeens begon hij er zelf over. Hoewel ik al eerder iets had vernomen van zijn gefascineerdheid over Israel, kreeg ik nu een veel completer verhaal te horen. Hoe hij een intensieve religieuze ervaring had gehad. Hoe hij de God van Abraham, Isaac en Jacob had ontmoet die hem opdracht had gegeven om een boot te bouwen en Israel te bezoeken. "Niet de God van het Nieuwe Testament," zei hij uitdrukkelijk. Hoe hij, de fervente AWB-er & jodenhater --Eugene Terre'Blanche and all that-- liefde voor Israel opvatte. Hoe hij verwoed was gaan lezen. Hoe hij geen raad wist met die opdracht en het voor zijn vrouw geheim hield. En toen was zijn vrouw er zelf over begonnen; een wonder dat hij als een bevestiging van zijn goddelijke opdracht had beschouwd.

Na zijn terugkomst had hij naast de boten geprobeerd andere uitvindingen en ideeën van de grond te krijgen om aan geld te komen voor het botenproject dat zijn levenswerk zou worden. Hij had er het geduld voor. Het prototype lag er al enkele jaren en was ook al intens gebruikt, dat had ik wel gezien die morgen.

En zo kwamen we toe aan het project waar hij vaker aan had gerefereerd: In welke zakelijke kontekst had hij zich de Sailfisher voorgesteld? Hij had er een aparte maatschappij voor opgericht, 49/51% met een zwarte partner. Ik las het businessplan en de financiering. Die morgen had hij mij uitgebreid verteld hoe je met een zeilboot met de goede uitmonstering beter kon vissen dan met een stalen trailer. Met zo'n trailer moet je iedere dag terugkomen en met storm kun je niet op zee blijven. Met een zeilboot wel, die kan niet omslaan. Hij gaf mij een artikel uit een vaktijdschrift over zijn concept. Dat was heel gunstig. Het is onder 25 ton, en kan dus zonder machinist en stuurman varen. Dat drukt de vaste lasten. Gemeten naar moderne ocean racer standards is het wellicht wat lumpy maar het ziet er surprisingly elegant uit. Er is leef- en werkruimte voor tien vissers, een schipper en een kok, zegt het artikel, en zelfs bij zwaar weer kan de boot door drie man goed bezeild worden. Evert voegt er aan toe dat je die hele visoperatie gemakkelijk met vier of vijf mensen afkunt. Een familie zou het kunnen. Dat heeft hij zich als doelgroep voorgesteld. Die kan meerdere dagen op zee blijven en naar verdergelegen visgronden zeilen tot ze een 'volle bak' hebben terwijl de gewone trailer iedere dag thuiskomend een beperkte actie-radius heeft en meestel maar een fractie van zijn laadcapaciteit kan benutten. De inrichting is eenvoudig en praktisch, zegt het artikel maar luxurious by the standards of some fishing boats.

De zeilbehandeling is goed afgestemd op de benodigde werkruimte voor de visoperaties, vindt het tijdschrift. Er zijn verschillende vismethodes mogelijk. Ik was die morgen geïmponeerd door de compacte katrol met drie kilometer vislijn waaraan tweeduizend vishaken werden gezet, afhankelijk van de vis waar men op jaagt. Maar ook andere methodes zijn mogelijk. Voor de spectaculaire poling van tonijn, dat hij mij heel kleurrijk uitlegde, was de zeilboot zelfs meer geschikt dan een trailer. Iedere portie vis wordt in de snelkoeler gekoeld of eventueel diepgevroren, en in een groter compartiment koud opgeslagen. Pas bij een 'volle bak' van tien ton hoeven ze haar huis. Als last minute kan er nog een flinke portie niet-bevroren vis mee. En tien ton vis levert meteen 100.000 Rand op. Daar hoeven maar 25.000 Rand af voor onkosten. Als een normale trailer met tien ton thuiskomt, blijft er maar 20.000 Rand over.

Technisch-economisch zat het lekker in elkaar. De grote moeilijkheid, zei Evert, is het cultuurverschil tussen zeilers en vissers. Vissers zeilen niet, en zeilers vissen niet. Maar daar was zijn project precies op gericht: Niet-vissers, tevens niet-zeilers opleiden. Daarom was het ook een black empowerment project. In de eerste fase was het een learning & training project. Net zoiets als het meubelmakersproject dat kortgeleden in deze haven zo'n succes was geworden. Met het arbeidsbureau had men een 30-tal candidaten uitgezocht zonder enige vakscholing, wat helaas massaal voorkomt bij de 'historisch benadeelde groepen' zoals dat politically correct heet. Wèl had men gelet op ondernemend talent. Zoiets had hij zich ook voorgesteld voor zijn project sailfishing. Ondernemers in spe konden zijn boot huren als overgangsfase naar een eigen of geleasde boot.

In dit geval was er nog het probleem van de visquota. Daarvoor zijn veel kapers op de kust, maar men maakt goede kans in de prijzen te vallen voor het aangevraagde quotum van 650 ton per jaar. Aan dat quotum is meteen de hele financiering gekoppeld. Uit de verkoop van de vis, die als training wordt gevangen, kan de huur van de boot, de toelage aan de studenten en verdere onkosten worden betaald. Vissen zonder een toegewezen quotum is absoluut illegaal, ook voor trainingsdoeleinden.

De financiering van nieuwe boten, als er geschoolde bemanning aanwezig is, vormt dan geen obstakel meer, en de vorming van een zeil-visvloot ligt in het verlengde. De visie-paragraaf van het business plan spreekt van a world class sailing and commercial marine training organization that combines the rich sailing culture and traditions with commercial fishing principles.
De missie-paragraaf voegt daar nuchter aan toe To train and educate mariners and fishermen from this area to become qualified sailors and fishermen on craft under 25 tons.

Het curriculum voorziet in een internationaal erkende schippersopleiding die wordt verzorgd onder de auspiciën van het betrokken ministerie. Voor de visserstraining zullen minstens acht grote tochten van zeven dagen worden ondernomen naar verre visgronden waar de gewone trailers niet komen. Daarnaast worden er kleinere tochten gemaakt voor training en financiering. Daarvoor is 30 ton per maand nodig. Zestien studenten kunnen per jaar worden opgeleid.

De stapel ongebruikte octrooien gaf mij het beeld van Evert Potma als wereldvreemde uitvinder. Ik aarzelde om hem ondernemer te noemen. Hij was niet het type ondernemer dat met beide benen stevig in de zakelijke werkelijkheid staat en geld met geld maakt, ongeacht de activiteit. Dat Sailfisher project komt uit zijn diepste vezels, uit zijn hart. Het is een 'goddelijke' opdracht, het is een 'roeping'. Zo kan ook een niet-gelovig mens het verstaan. Geld is hier randvoorwaarde, niet het doel. Het Sailfisher project is vòòr alles een duidelijke visie op de noden van deze gemeenschap. Het is een vorm om de vakkennis, de ervaring en het zeemanschap van Evert Potma daaraan dienstbaar te maken. Dàt is de kern van zijn ondernemerschap. In een andere kontekst zou hij een bevlogen leraar zijn. Het is te hopen dat het Cassandra-effect hem niet teveel parten speelt. Per slot is dat maar een schijn-effect want als het hart werkelijk spreekt verstaat De Ander het.

Yzerfontein, maandag 27 maart 2000
© 2000, Gérard van Eyk