Mijn Dagboek 08

Dit Dagboek 08 loopt van 8 tot 30 januari 2001 en beslaat de hele maand januari. Het begint met het vertrek van Martine naar NL en mijn vertrek naar Australiëe en de aankomst in Perth. Mijn verblijf van 24 uur in Wongan Hills District Hospital en mijn mentale afwezigheid van vier uur komen uitgebreid aan de orde. Ook de aanvankelijke moeilijkheden met het opladen van mijn sites. Het eindigt met enkele eerste indrukken van dit land uit de krant en straatwaarneming.
San Sebastián de La Gomera, maandag 8 januari 2001
Een goed en gelukkig 2001! Maak er een mooi jaar van! Maak er een mooi millennium van!
Martine is vertrokken. Vrijdag heb ik haar naar de boot gebracht. Ook haar vliegtuig (van half acht 's avonds) vertrok te laat: Pas om tien uur, zodat haar uitrustvakantie eindigde in een fors verstoorde nachtrust. Maar ze belde monter op de andere dag: Goed aangekomen en weer aan de slag! Met haar was het een heerlijke week. Ik was mij voortdurend bewust van de unieke situatie zo lang en zo intens met je dochter het leven te delen. De vakanties met de (klein)kinderen in F is al heel bijzonder, maar dit was nog intenser. In F is het contact toch vaak "verdund" door dat er telkens onderbrekingen zijn. We hebben ons dan ook voorgenomen straks in F ook een paar keer met z'n tweeën een grote wandeling te maken.
Intussen ben ik hard aan het inpakken dat vooralsnog vooral bestaat uit het wegdoen van wat zich hier heeft opgestapeld aan goede voornemens en daar beslissingen over te nemen. "Afscheid van nemen en wegdoen", moet het meestal worden. Behalve de drukte van het bezoek en de feestelijkheden was er nog een andere urgente klus waar ik vele, vele uren in gestoken heb. Ik had nog een heel oude kaartenbak uit de DOS/Wordperfect tijd die ik maar met moeite kon bijhouden en die ik herhaaldelijk moest "redden" als de van Windows vergeven machines weer eens weigerden die oude programma's te draaien. Maar nu heb ik de 566 adressen (met veel aantekeningen!) opgeschoond tot iets meer dan 400 en overgeheveld om modernere systemen. Allereerst de Yahoo! web based address file (de enige die import en export van files toelaat). Vervolgens de Palm desktop als "thuisfront" en daarnaast --omdat de Palm desktop niet op mijn kleine Libretto past-- nog een alleraardigste kleinere info manager Address2000. Dat is nu klaar en nu kan ik mijn laptop helemaal schoon- en leeg maken. Alles overhevelen naar de Libretto via de websites waar alles ook nog eens op staat voor de veiligheid.
En zodoende ben ik nu pas toe aan jullie op deze site gelukkig 2001 te wensen. De meeste van mijn lezers hebben natuurlijk al mijn laatste reisbrief ontvangen, hetzij per e-mail, hetzij fysiek met een paar foto's erbij.
Ik heb niet de rust voor wat bezonnen gedachten. Dat komt wel weer als ik in Australië ben. Daar laat ik het maar bij voor vandaag.

San Sebastián de La Gomera, woensdag 10 januari 2001
Het is de dag van mijn vertrek. Ik zit nog lekker thuis. Met enige verbazing zie ik dat ik tijd over heb, want het spande gisteren even. Ik had pittig koorts van een soort griep en, zelfs met de checklist in de hand, kon ik het inpakken ternauwernood voor elkaar krijgen, laat staan de talloze andere kleine last moment klusjes. Die heb ik toen maar allemaal doorgestreept en met druipende neus, betraande ogen en rillend van de koorts ben ik in bed gekropen. En nu is het allemaal klaar. Het is goed half tien en de boot vertrekt om drie uur: Lekker tijd om de puntjes op de i te zetten. Er is altijd wat. Bovendien vallen mij ook weer leuke of handige dingen in die ver uit gaan boven simpel volgen van de checklist.Dat is heel wat anders dan dat zombie-gevoel van gisteren en van de laatste dagen toen die 'griep' langzaam toesloeg en mijn gebruikelijke tegenzetten faalden.
Ik kijk terug op de drie maanden La Gomera. Ik heb veel geschreven, maar mijn huishouden & werktafel wat verwaarloosd. Steeds de nieuwe invallen voor laten gaan! En toen moest is alle onaffe zaken afmaken. Dat lukte maar half. Veel doorstrepen dus. Tot gisteren toe! Op die manier heeft het reizend leven een zeer purgerende werking. Want dat heb ik wel geleerd bij dit nomadenbestaan: Vòòr het vertrek moet je 'leeg' zijn. Alle plannetjes om op de volgende plek af te maken wat op de voorgaande is blijven liggen, zijn totnutoe mislukt en/of hebben ergernis gegeven. Op een nieuwe plek moet ik volledig vrij zijn om a) te bekomen van de reis en b) alle energie kunnen steken in het vatten, begrijpen, zingeven en ordenen van de nieuwe indrukken.
Nu hoop ik alleen dat die goede conditie van het moment ook vanmiddag blijft. Gistermorgen voelde ik mij ook redelijk, maar de koorts kwam terug in de middag. Ik hou jullie op de hoogte.

Perth (Australië), zondag 14 januari 2001,
Het is hier kwart voor negen in de avond (In NL kwart voor twee, want de zon is hier zeven uur eerder). Ik zit sinds gisteren in het YMCA hotel, want dat was de beste keus. De reis ging wel lekker, maar van de jet lag ben ik nog niet hersteld. Integendeel, ik voel mij nog erg ontregeld. Ik kwam hier aan op Zaterdagmorgen (-nacht, dus) om 00.30, puntelijk volgens plan, 34u 30m na mijn vertrek uit Tenerife. Maar mijn bagage was zoek: formulieren en wachten! Ik vond het niet de moeite voor een hotel, maar huurde wel een auto. Daarin heb ik wat gedommeld tot het ochtendgloren, want mijn bagage kon ieder moment komen. Maar zo was het niet! Rond de middag had ik dit hotel gevonden, maar ik was over alle slaapgevoelens heen. Toen heb ik maar wat door de stad heen-en-weer gelopen voor een eerste orientatie en wat eet-inkoopjes.
Tegen de avond kon ik mijn koffer eindelijk afhalen en daarna sloot ik mij in mijn kamer op om wat te kunnen slapen. Het werd een heel verbrokkelde nacht, het leek wel op ik slechter sliep dan in het vliegtuig. Het bleef bij korte sluimertrajecten. Zodoende kon ik het eerste boek van Harry Potter, dat ik nog niet had gelezen en in Londen had gekocht, helemaal uitlezen. Toen ik om een uur of zeven, na een lekker bad, weer zin had in een dutje sliep ik stevig, diep & lang tot twee uur vanmiddag. Maar uitgeslapen voelde ik mij nog steeds niet. Toen maar wat fruit eten en wèèr een flinke wandeling gemaakt in de heerlijke mediterrane zon in een gezellig-drukke stad waarin bijna alle winkels open waren (De Aussies maken er kennelijk een gezellige shopping-Zondag --annex pantoffelparade-- van met veel eten en openbaar knabbelen). Nog niet helemaal helder van hoofd, schrijf ik dit dagboek. Vannacht hoop ik mezelf in te halen.
Dat ik "op schema" ben aangekomen in Perth is verbazingwekkend als je weet dat ik in Londen het vliegtuig naar Hongkong miste. Londen was een ravage. Iedereen kwam er met vertragingen aan van twee uur, of meer. Voor de vlucht naar Hongkong, en andere verre bestemmingen, stond ik twee uur in de rij. Met de domme vertragingen bij de twee eerdere vluchten had ik de lol in het reizen als zodanig wat verloren, maar in de (even stupide) wachtrij in Londen ontstond weer dat solidariteitsgevoel van gestrande reizigers. Onderlinge verhalen en sympathie als iemand weer het geluk had een "leuke" oplossing te krijgen voor zijn probleem. Maar de meesten kregen een hotel toegewezen en moesten zich "morgen" maar weer melden. Daar was ik ook bang voor: Met mijn half-genezen griep de londense kou in te moeten en op tochtige plaatsen op taxi's te moeten wachten... Brrrr.
Behalve een aantal grondsteward(essen) achter de bali, liep er nog een heel aktief stewardess-je rond dat bij iedereen in de tickets neusde en de betrokkene soms beloofde "iets speciaals" te kunnen doen. En als dat lukte, leefde de hele omgeving mee. Maar mijn geval viel kennelijk buiten haar mogelijkheden. Ik vreesde het hotel en het tochtige wachten op taxi's. Toen ik eindelijk aan de beurt was, was de hele rij ook bijna helemaal opgelost. In plaats van via Hongkong, kreeg ik een re-routing via Singapore en --tot verbazing van mij en de stewardess-- kwam ik in het vliegtuig terecht wat ik in Hongkong gemist zou hebben. De reis via Hongkong was kennelijk een zo grote omweg dat het de vertraging kon opvangen. Daarna ging alles snel. Onmiddellijk hollen voor de vlucht naar Singapore en ook daar ging het soepel.
Van de koorts, vlak voor mijn vertrek, heb ik weinig last meer gehad. Ik heb mij heel stilletjes gehouden en kou en tocht vermeden. Ignacio moest Woensdag ook naar Tenerife voor een vergadering en we reisden samen. Vòòr ons vertrek had de moeder van Ignacio een speciale afscheidmaaltijd georganiseerd: eervol en heerlijk, maar in conflict met mijn regel niet te eten bij koorts(igheid). Dat werd dus een compromis, want de moeder vond, net als mijn moeder vroeger, dat juist goed (en veel!) eten de beste regel was. Om drie uur zaten we op de boot, en na de vergadering kwam Ignacio nog even bij mij op bezoek in mijn hotel in La Laguna. Hij overnachtte bij zijn broer in Santa Cruz. Met de avond nam mijn koorts weer wat toe. Ik sliep goed maar begon toch een beetje zombie-achtig aan de reis. Ik had mijn hele garderobe aan mijn lijf. Martine had mij een T-shirt met capuchon nagelaten, waardoor ik ook mijn hoofd warm kon houden. In dat coconnetje heb ik mij laten vervoeren. Zoveel mogelijk dommelend, niet eten en veel (water!) drinken. Pas vandaag kwamen de infectiehaarden --diep in mijn neus-- los die de koorts hadden veroorzaakt. Wat een troep kwam daar uit!! De weg is vrij om weer helemaal op energie te komen en eindelijk echte belangstelling voor mijn omgeving te krijgen.
Van de stad heb ik niettemin e.e.a. gezien: Een moderne stad met hier en daar heel "londons-engelse" details. Er zijn prachtig verzorgde parken met grote bomen en met uitzicht op de zeer brede Swan River. Een koele zeewind houdt de stad schoon hoewel Perth zo'n 15 km van de zee ligt.
Een curieus detail vond ik op een bronzen gedenkplaat uit 1929 waarin de stichting van de stad --in 1829-- wordt herdacht. Blijkens afbeelding en de tekst op de bronzen plaat was dat gebeurd met het omhakken(!) van een grote opvallende boom. Wat betekent dat in een cultuur die meestal een boom plant om een feit te herdenken? Moest (symbolisch) de natuur worden vernietigd vòòr om ruimte te maken voor "cultuur"? Of was het omhakken en vernietigen deel van die cultuur? Ik moest denken aan de zeer christelijke traditie van angst voor grote bomen zoals ik zo'n 20 jaar geleden in de kathedraal van Vézélay heb gezien op een van de ornamenten: In aanwezigheid van een bisschop werd een grote boom vol met duiveltjes gekapt om plaats te maken voor het christendom. Dat was de manier waarop onze Bonifacius, Wilibrordus, Karel de Grote en anderen in onze contreien het christendom vestigden. Zo werden wij "gekerstend". Geen wonder dat ze er af en toe eentje probeerden te vermoorden. Misschien voelen de Aborigines zich net zo.

Perth (Australië), dinsdag 16 januari 2001,
Het is vandaag wèèr niet gelukt om dit dagboek en -dus- de aankondiging "in de lucht" te krijgen, maar ik ben wel een stuk dichter bij een oplossing. Het ontbreken van een FTP machine had ik opgelost door mijn eigen Leech-ftp te downloaden en te installeren. Ik kreeg daarna wel verbinding met mijn site, maar verder kwam ik niet. Vanmorgen kwam ik er achter dat deze sites allemaal een heel selectieve fire wall hebben. De naam van wie mij daar mee verder kan helpen heb ik intussen. Morgen verder!
Waarom is dat hier zo anders dan elders? Aan het aantal internetcafé's ligt het niet: wel een dozijn, denk ik. Perth gonst ook van backpackers faciliteiten en winkels. Nòg meer dan Zuid-Afrika of Chili. Dat zijn goede klanten voor internetcafé's, en die vragen alleen maar hotmail of andere web based mail. Verder valt het op dat internet wordt geassocieerd met "seks" en "porno". Dat zegt alles over de fase van seksuele emancipatie waarin dit land zich bevindt.
Het viel mij pas op toen ik enkele internetcafé's in sekswinkels, annex peep show, aantrof. Die hebben alle faciliteiten voor downloaden en printen, niet voor uploaden natuurlijk. Ik sprak er met een manager over. Hij wilde een serieus internetcafé blijven en had zijn inrichting zo gemaakt dat er geen stille hoekjes waren. Hij wilde het zijn klanten niet verbieden maar hoopte dat het door de inrichting duidelijk werd.

Perth (Australië), dinsdag 23 januari 2001,
Mijn vorige aantekening is al weer een hele week geleden! Het gaat snel, zeker met de vier uur geheugenverlies die ik heb gehad zoals je hieronder kunt lezen. Dat was Vrijdag. Om een uur of vijf drong het opeens tot mij door dat ik in een ziekenhuisbed lag. Ik was gewoon wakker en dacht volledig bij bewustzijn te zijn. Niet dus! Hoe lang al? Wellicht al uren of misschien wel dagen. Ik keek onder mijn dekens. Ben ik gewond? Mis ik een been of arm, vroeg ik mij geschokt af. Nee, alles OK, zo te zien. Het duurde even voor ik mijn eigen kleren herkende, maar verder kwam ik niet. Op mijn tafeltje lag een mapje met het menu van de dag van het Wongan Hills Hospital. Nooit van gehoord!
Een verpleegster komt binnen met een karretje met o.a. een bloeddrukmeter. "Hello, Gerrard!" Dat gezicht heb ik vaker gezien! "Ja", zegt ze, "ik ben hier ieder half uur geweest voor de temperatuur en zo, en ook om wat vragen te stellen. U bent hier al een uur of drie. Ze laat mij de lijst zien van namen en telefoonnummers van mijn relaties in NL en Spanje. Allemaal foutloos beantwoord, maar waarom ik in Australië ben, weet ik niet. Een paspoort hebben ze niet gevonden. "Ben ik beroofd?", vraag ik. "Nee, hoogstwaarschijnlijk niet. Het is een heel landelijke omgeving. Iedereen kent iedereen".
"Maar waar ben ik?", vraag ik dan. Ze lacht. "Dat hebt u al heel vaak gevraagd, maar het is niet blijven hangen. U bent in Wongan Hills Hospital, dat is ruim 100 km van Perth in West-Australië".
"Niet in Zuid-Afrika, daar hebt u het telkens over. Pieker maar niet teveel, kijk maar wat TV. Het komt allemaal wel weer terug. U bent gezond. U bent niet gewond. Maar we houden u toch goed in de gaten voor alle zekerheid". En ze begint het ritueel dat ik herkende van bloeddruk, temperatuur, met een lampje mijn pupillen testen en ik moet in haar handen knijpen. "OK", zegt ze dan, "No worrie, we care for you".
Een andere pleeg komt binnen. "Hier is de fish 'n salad die u hebt besteld". Ik herinner het mij niet, wel haar gezicht, maar vis met sla is mijn lievelingsgerecht. Ik krijg even tranen in mijn ogen. Ik ben een anonieme onbekende. Er is iets met mij gebeurd. Ik weet niet wat. En opeens staan er een half dozijn mensen voor mij klaar om voor mij te zorgen. Ik herken andere gezichten van mensen die binnenkomen of even om het hoekje kijken. "Hello Gerrard!"
Een tijd later komt er een constable binnen, Vaughan Mackay, Constable 10195 van de Western Australia Police Service, zegt zijn kaartje. Hij is door de plegen gewaarschuwd dat ik mij weer wat meer details herinner. Intussen zijn wat herinneringsbrokken naar boven gekomen en hier en daar zinvol samengevallen. Ik ben inderdaad op een avond in Perth geland. Ik heb een auto gehuurd op het vliegveld en dan komt ook opeens het YMCA hotel in beeld waar ik al een week ben en een paar keer intern ben verhuisd. Ook dat ik de dag tevoren had besloten er voor zes weken te blijven en de eerste termijn had betaald. Ik vertel dat aan de constable, compleet met de kamernummers. Dat geeft houvast. Hij verontschuldigt zich. Hij moet even opbellen. Hij straalt als hij terugkomt. Hij heeft het hotel gebeld en het klopt precies! Zijn gereserveeerde houding is verdwenen. Hij is opeens even hartelijk als de plegen. Hij heeft kennelijk andere normen dan de plegen om zijn vertrouwen, zijn hartelijkheid, de vrije loop te laten. Hij heeft een fotocopie van een landkaart voor mij meegebracht en legt mij geduldig uit waar ik ben, waar mijn auto staat, waar "iets" gebeurd moet zijn. Het zijn drie plaatsen in een driehoek van zo'n twintig kilometer. Hij is gaan kijken naar die laatste plek. Ik moet langs een black boy zijn geschampt. De rechterspiegel is afgerukt en de achterste zijruit is gebroken. Ik (of iemand anders?) heb die opgeraapt, in de auto gelegd en ben doorgereden. Een pleeg zal mij later uitleggen wat een black boy is. Ze tekent voor mij een Yucca boom. Ik heb geen enkele herkenning. Het carosserie is flink beschadigd, maar de auto is volledig drivable, zegt de de constable,.
De avond en de nacht breng ik grotendeels dommelend door. Het meten van mijn toestand gaat ononderbroken verder. Er worden geen onregelmatigheden geconstateerd. Ik herinner mij verdere details. Hoe ik Donderdag had besloten voor zes weken in Perth in het YMCA hotel te blijven. Dat ik Vrijdagochtend op pad ging voor een rit door de Swan Valley, het wijndistrict. Hoe ik enkele plaatsen ten Noorden daarvan had bezichtigd. Ik had de auto de hele week niet gebruikt omdat de jet lag nog niet helemaal over was en omdat ik nog genoeg te zien had in Perth. Ik had 700 km vrije kilometers opgezameld en ik zou op de terugweg langs het vliegveld gaan om de huur met een of twee dagen te verlengen om rustig de kilometers op te maken. Om een uur op twaalf had ik in een dorp water gekocht en wat fruit om te eten. Maar dan stopt mijn herinnering.
Er is nog een los brok herinnering dat naar boven kwam toen ik een van de toeristische boekjes doorbladerde. Daarin heb ik op een kaartje en in een tekst wat plaatsnamen onderstreept. In het beeld dat ik mij daarbij herinner zit ik in de auto een soort balans op te maken van waar ik ben en wat ik heb bezocht. Was dat voor het maken van plannen voor de rest van de dag? Of was dat al een poging om mijn desorientatie onder controle te krijgen? Vanuit de bijkomende gevoelens, denk ik het laatste. Maar ik heb geen idee hoe dat in het plaatje past.
Ik voel mij goed uitgeslapen de andere ochtend. Ik heb de Australische top 50 van de Video Clips over mij heen laten gaan en ik ben weer helemaal op de hoogte van de moderne muziek en de jeugdcultuur. De arts vindt mijn toestand voortreffelijk. Zij is een engelse en we praten over La Gomera. Zij is er ooit geweest. Ook de dag daarvoor was het ter sprake gekomen bij de "ondervraging" over mijn herkomst. Ik had gedetailleerd geantwoord, maar ik herinnerde het niet. Zo had ik wel tien keer gevraagd: "Waar ben ik en wat is er gebeurd?". Vijf minuten later vroeg ik het weer ..... "Uw herinnering komt terug", zei ze, "heb maar wat geduld, maar die vier uur zult u zich wellicht nooit herinneren". Van haar mag ik vertrekken als de 24 uur observatie voorbij zijn. De plegen organiseren voor mij vervoer naar de garage waar de auto staat. Daar zal een lorry komen die mij en mijn auto naar Perth brengt. "U kunt rijden," had de dokter gezegd, "maar ik raad het u af voor alle zekerheid".
Een taxi heeft het dorp niet. De pleeg van de ochtendienst brengt mij met haar eigen auto. Ik vraag hoeveel ik haar moet betalen. "Niets, het ziekenhuis betaalt deze kilometers". Eerder had ik het ziekenhuis naar de rekening gevraagd: "Uw land en ons land hebben een contract".
Bij de garage herken ik de man en de vrouw van gezicht. Wat ze van mij weten, had ik uit de tweede hand al van de constable en de plegen gehoord. Nu hoor ik meer details. Na het "ongeval" ben ik doorgereden naar het eerste huis van het dorp Calingiri. De man van dat huis stond buiten te wachten, maar wilde met mij niets te maken hebben. Als ik weer naar mijn auto loop, komt nèt de man van de garage aanrijden om de auto van deze huisbezitter te starten. Die hij heeft een lege accu. Ik rijd weg, maak een U-turn en als ik weer voorbij kom, houdt de garageman mij tegen want hij vindt wat vreemds aan mij. Hij probeert met mij te praten en zegt tenslotte: "Follow me". Zo kom ik na zo'n 20 kilometer in de kern van het dorp en zijn garage. Ik praat heel normaal met hem en zijn vrouw. Zij is als kind van vijf uit Eindhoven naar Australië geëmigreerd. Liz (Elisabeth) Heyboer heette ze, maar ze spreekt geen NL meer. Ze leggen mij wel drie keer uit dat ik niet in Zuid-Afrika ben en bellen per slot de politie. En die belt de ambulance die mij, zo'n 20 km rijden, naar het streekziekenhuis in Wongan Hills brengt.
In afwachting van de lorry praten we gezellig. Hij heet Trevor Cullen en de garage heet T & L. Cullen and SONS. Zij (Liz) en de zoon zijn partners. Ze doen veel aan landbouwmachines e.d. want het is hier de wheatbelt. Alle verhalen, zeggen ze, doen ze voor de tweede keer, maar alleen de gezichten, de naam Heyboer en Eindhoven herken ik van de dag daarvòòr. Van de beschadigde auto herken ik alleen wat losse beelden. De rechterzijspiegel die in de auto ligt en het versplinterde zijruitje rechts achter van deze nieuwe Toyota Echo. Ik had die Vrijdag zo'n 150 km gereden.
De lorry komt. De auto wordt opgeladen. Afscheid nemen. Ik neem mij voor hun iets te (laten) sturen van het Eindhoven van nu. Als teken van dankbaarheid. Zij waren het die mij -actief- oppikten en in het veilige circuit brachten. Het ontroert mij op dezelfde manier als het moment de dag daarvòòr toen ik in het hospitaal ontdekte "in goede handen" te zijn.
We rijden door de wheatbelt. Het graan is net geoogst. Kilometers grote velden. Hier en daar in de laagtes staan dode bossen. Kaal en spookachtig.
"Hoe komt dat?", vraag ik.
"Van het zout, die bomen zijn doodgegaan van het zout".
"We zijn hier toch ver van de zee?"
"Het is het salpeterzout van de kunstmest die samenvloeit in de lagere gedeelten. Dat gebied breidt zich steeds verder uit."
Kunstmest is ook een vorm van roofbouw, schiet mij te binnen.
's Avonds lees ik in de krant dat het slecht gaat in de wheatbelt. Drie jaar achter elkaar al een slechte oogst en gezinnen verlaten de streek. Ze kunnen geen nieuw krediet meer krijgen voor de volgende oogst. Het neo-kapitalisme kan zijn geld beter gebruiken. Voor hun is er geen vangnet zoals voor mij. Ik denk aan de boeken van Steinbeck over de crisis in Oklahoma in de jaren dertig. Zal dit ook een woestijn zijn over tien jaar?
Thuisgekomen in het YMCA-hotel vragen ze belangstellend hoe het met mij gaat. Ze hebben een paar keer het hospitaal en de politie aan de haak gehad en weten "alles". Ik moet het verhaal opnieuw doen. Ik breng het weekend dommelend door. Voorlopig niet teveel inspannen, zei de arts, let vooral op eventuele hoofdpijn. Rust veel.
Nu is het dinsdagmorgen. Ik ga eerst wat rusten. Als ik mij voldoende uitgerust voel ga ik op pad om dit dagboek op te laden. Anders morgen. Mijn Spaanse mañana komt goed van pas.

Perth (Australië), zaterdag 27 januari 2001,
Voor ik over Australia Day begin eerst even iets om jullie op de hoogte te houden over de gevoelens na de 'schok'. Martine heeft mij een hartverwarmende fax gestuurd met een getekende fruitmand en een sprankelende fles erbij met "Santé" er op.
Om te beginnen iets waarbij ik wel even om mezelf moest lachen. Eigenlijk was ik het meest bezorgd over die telkens terugkerende hoofdpijn aan de rechterkant, de kant waar ik mijn hoofd heb gestoten. Vanmorgen had ik het weer en ik ging onmiddellijk 'plat'. Maar ik kwam op het idee dat het wel zou kunnen liggen aan een houdingsfout of iets anders dat vanuit de nekwervels zou komen. Daar ben ik erg vertrouwd mee uit mijn 'zwakke periode' toen er om de haverklap een nekwervel verkeerd zat. En inderdaad, de pijn kwam in beweging en verdween op de bekende manier: Helemaal opgelucht! Ik moest wel even lachen om mezelf.
Ik begin geleidelijk van de schrik te bekomen. Hoe kwetsbaar ben ik eigenlijk! Gisteren, toen ik wat door de stad slenterde vroeg ik mij opeens af: Weet ik wel precies wat ik de laatste vijf minuten gedaan heb? Nee! Liep ik "gewoon" wat te dromen zoals zo vaak? Of is het nu "anders". Ik denk dat het nog een hele tijd zal duren vooraleer ik wen aan dit nieuwe "levensgevoel".
Op doktersadvies beperk ik mijn energie wat: Eventjes kalm aan! Om mijn "trappenloopconditie" bij te houden, nam ik in dit hotel niet de lift maar liep de 176 treden enkele keren per dag. Dat heb ik opgeschort. Ook temper ik meer dan gewoonlijk mijn (meestal) plotseling opkomende lust om iets te schrijven. Dan ga ik er meteen met volle energie tegenaan. Alsof de duvel achter me aan zit! Vermoeidheidsgevoel zette ik dan even op nul. Daar ben ik wat voorzichtiger mee. Maar het blijft een "nagging concern".
"De meeste dingen genezen zichzelf", is gelukkig mijn stelregel. Ik hoop dat ik weer vertrouwen in die regel krijg.
Gisteren was het Australia Day, zoiets als 14 juli in Frankrijk. Er zijn parades en gisteravond was er prachtig vuurwerk, gesynchroniseerd op verschillende plaatsen rondom de stad. Vanuit ons hotel hadden wij een prachtig overzicht. Immigranten krijgen hun nationaliteitsbewijs door de president feestelijk uitgereikt. De man van het jaar, nu een generaal, neemt deel aan de feestelijke barbecue met de president. Men gaat piknicken in de parken. Jonge mensen lopen met een wapperende australische vlag als cape. Niemand van de mensen die ik vroeg kon mij precies vertellen welk historisch gebeuren aan 26 januari was verbonden. Iets met de landing van Cook, of de officiële ontdekking van dit land, zei men twijfelend. Wèl hoorde ik op de TV, in het kader van de komende verkiezingen, een ferme verklaring van een politicus dat de datum van Australia Day niet veranderd zou worden. Traditie is traditie en de vraag van de Aborigines voor een andere datum zou zeker worden afgewezen als zijn partij aan de regering zou komen.
Het opladen blijft moeilijk. Vandaar dat ik de laatste aantekening aan enkele trouwe lezers --voorzover ik ze ken-- per e-mail heb gestuurd. Laat weten of je van deze personal service gebruik wil maken, dan zet ik je op een lijst. Straks heb ik weer een afspraak. Misschien is het probleem dan voorgoed opgelost.
Iedereen is bang voor een soort fraude die er een jaar geleden moet hebben plaatsgevonden. Tenminste dat zeggen ze. Volgens mij ook uit gemakzucht en onkunde. De internetcafé's rijzen hier de pan uit! Perth is een echt Backpackers centrum. Ik ken zeker zes café's vlak bij elkaar die samen meer dan 200 plaatsen hebben en nog moet je van de een naar de ander voor een plaatsje op de spitsuren. Ze zijn wel goedkoop. In het centrum A$1 voor 20 minuten, maar daarbuiten meteen A$2,20 per 20 minuten. (A$1=hfl1,47) Voor scannen en printen hoef je niet extra te betalen.
Behalve met "street observer" zijn, zit ik intens te studeren op ADD, (Attention Defecit Disorder) via diverse websites. Het is een familiale conditie waarvoor mijn zoon Peter de bel heeft aangebonden. Toen Martine op bezoek was, had ze een paar boeken daarover bij zich en ik heb er een van gelezen. Het is een conditie met zeer gelukkige aspecten (creativiteit) en moeilijke kanten (chaos) die in het sociale verkeer vaak problemen veroorzaken. Dat is heel frustrerend en tot nu toe heeft ieder daarin als solist (ook een ADD kenmerk!) daarin zijn eigen weg gezocht. Peter wilde er al een boek over schrijven, stelde een globale inhoud voor, en vroeg mij om dat samen te doen. Met Martine, toen ze bij mij was, kregen we het idee om het met de hele familie te schrijven... Jeroen, mijn dierbare sfinxzoon die zich uitdrukt in haiku's, zou een haiku kunnen schrijven bij ieder hoofdstuk. Ik hou jullie op de hoogte!

Perth (Australië), zondag 28 januari 2001,
Het is gelukt gisteren. Ik kwam die geheimzinnige Mr Johnson weer tegen. Hij vingerde vlug wat aan de computer en ... ik kon opladen.
"Maar wat als ik u morgen niet tref?"
"Ik ben er morgen zeker"
"Dat zei u een week geleden ook", zei ik lachend om het niet al te beschuldigend te laten klinken.
"Ik zal een briefje maken voor de anderen, dan weten ze wat ze moeten doen om u te helpen".
Ik ben benieuwd.
Ik maak het dagboek kort vandaag. Ik heb een paar foto's laten scannen (gratis, maar de kwaliteit is er dan ook naar) en die staan nu op deze site onder reisplannen en orientatiekaartje. Het zijn twee prentbriefkaarten die Australië respectievelijk projecteren op Europa en VS. Inderdaad indrukwekkend voor europese ogen. Je realiseert je dat niet. De derde foto is van mij en Martine op La Gomera. Ook van matige kwaliteit, maar Martine straalt zo gelukkig dat het niet deert.
Ook de "waar-ben-ik" en de "reisplannen" pagina's zijn updated met o.a. adres en telefoon van het YMCA-hotel. Tot de volgende keer.

Perth (Australië), maandag 29 januari 2001,
Met alles wat er "vanzelf" gebeurt, ADD, oplaadproblemen en de "absence" van vier uur lijkt het wel alsof ik niet toekom aan de terreinverkenningen waar ik voor ben gekomen; laat staan jullie daarover berichten. Maar dat heeft ook wat tijd nodig. Zeker de politiek, die zich midden in een steeds toenemende verkiezingsstrijd bevindt. (10 Februari is het zover) Maar, zoals ik al eerder schreef, zelfs gewone kranten lijken voor de vreemdeling op Le Canard Enchaîné: Je begrijpt de woorden perfect, maar de betekenis van hele paragrafen ontgaat je, laat staan de cartoons.
Ik weet niet of het aan Australia Day ligt, maar ik vind wel veel artikelen --en zelfs brieven aan de redaktie-- die met de roots van Australië te maken hebben. Ook op de radio hoorde ik interviews met succesvolle immigranten die uitgebreid worden geïnterviewd hoe en waarom ze naar Australië zijn gekomen en wat ze van Australië dachten en nu denken. Er wordt ook veel werk gemaakt van de Australiër Van Het Jaar. Die van 2000 is nèt bekend en de campagne voor die van 2001 is nationwide begonnen: Regio's --misschien wel stadswijken-- moeten er al mee beginnen, zei een TV-oproep. "Wij zijn een nàtie, wij zijn één natie!", is de boodschap.
Ik weet ook niet hoe 'politiek' dat allemaal is. Ik trof al meer dan een week allerlei berichten aan over het gebrek aan innovatie en ondernemingszin. Ingezonden brieven lamenteerden over het schromelijk achterblijven van R & D budgetten voor industrie en universiteit:.. "Wij kunnen geen natie zijn van landbouw en tourisme. Vroeger waren we heel innovatief. Waar is dat gebleven?". Ook waren er feature artikelen in de krant, en interviews op de nationale radio, met succesvolle uitvinders waarvan er een uit zijn privé vermogen een stichting in het leven heeft geroepen om (jonge) uitvinders te steunen.
En dan opeens, dit weekend, komt de regering op de valreep voor de verkiezingen met een forse verhoging van de R & D budetten voor de dag. Inderdaad, hoe "politiek" is dit?

Perth (Australië), dinsdag 30 januari 2001,
Het is inderdaad heel "politiek". De krant commentarieert koeltjes dat deze regering niet anders gedaan heeft dan onderwijs en onderzoekbudgetten besnoeien. Het plan rammelt bovendien en het lijkt niet meer dan een haastige reaktie op het plan van de oppositie om van Australië een knowledge nation te maken. Hetzelfde werd gezegd van het eveneens dit weekend aangekondigde plan om misdaad steviger aan te pakken. "Deze regering heeft acht jaar de tijd gehad. Waarom nu opeens?" (De huidige regering heeft twee termijnen achter de rug en probeert nu een derde termijn te winnen). Ik vind het verbazingwekkend dat zo'n doorzichtige "gelegenheidsbeloften" worden gedaan. Ik ben benieuwd of de kiezers dat pikken. Maar misschien hoort het tot de cultuur in dit werelddeel.
Dan zijn de feature artikelen over de roots veel interessanter. De rol van de Aborigines was slechts terzijde een thema. Pas vanaf 1962 worden ze enigszins serieus genomen. Maar nu meldde zich een andere gekleurde minderheidsgroep waarvan het bestaan wordt ontkent. Het zijn eilanders van de Pacific die massaal werden "gevangen" en te werk werden gesteld in de opkomende suikerplantages. "Slavernij" roepen de nakomelingen. "Nietes" roept de overheid, ze werden betaald! Maar nu de (gedocumenteerde) verhalen loskomen over hoe ze werden gevangen (kidnapping), over de behandeling (met de zweep) en wat die "betaling" inhield kan ik het verschil niet goed zien. Het begon in 1863, het jaar dat Lincoln het einde van de slavernij aankondigde. Gedurende 40 jaar hebben 800 schepen zulke tochten ondernomen en zijn 62000 "arbeidscontracten" gesloten. Er zijn ook verhalen van "goede" bazen in de documentatie.
Toen de blanken vonden dat ze het nu wel zelf aankonden, kwam er een wet die hun gedwongen naar hun eiland terugbracht. Dat was geen succes om redenen die Milan Kundera al beschreef. Bovendien haddden velen fundamentele stamwetten overtreden door o.a. met iemand te trouwen van een ander eiland. Zo'n 2500 wisten te vluchten en vormden op het land van een verlichte grondeigenaar eigen -zelfverzorgende- gemeenschappen. Met lede ogen zien de nakomelingen (nu zo'n 15000) daarvan hoe de Aborigines nu officiële steun krijgen en hun bestaan nog steeds wordt ontkend. Sommigen ontkennen hun afkomst en proberen zich als Aborigin te presenteren. Kennelijk met resultaat, want, zoals blijkt, worden enkele belangrijke posten in het departement voor inboorlingenzaken door ingenomen door -de facto- Australian South Sea Islanders.
Maar dat was niet het enige verhaal over de roots. Een jonge engelse vrouw, Sian Rees uit Brighton, van buiten de academische vakkringen, maar wel met een graad uit Oxford in de geschiedenis, heeft een diepgaand bronnenonderzoek gedaan naar het eerste schip met vrouwelijke gevangenen die in Australië werden gedropt. Ze is zo verlegen dat ze nieteens een foto van haar in de krant wil hebben.
De Londense gevangenissen waren overvol. Ze konden niet langer naar Amerika worden gebracht. Pogingen om van West-Afrika het nieuwe dumpgebied te maken, waren mislukt. De status van Australië was nog niet duidelijk; het was officiëel nog geen kolonie. Er was pas één schip onderweg met veel gevangenen en slechts enkele vrouwen aan boord. Toch werd in 1788 besloten de "Lady Julian" met tweehonderd vrouwen er achteraan te sturen: Als breeding stock zoals het in het hypocriete jargon van die dagen heette. Het boek heet The Floating Brothel en het ziet er naar uit dat het -althans in Australië- een bestseller wordt. De jongere generatie heeft kennelijk minder moeite met de afkomst van de blanke oerbevolking.
Dat ik Harry Potter deel 1 onderweg in het engels heb gelezen, schreef ik al. Ik heb hier nu ook deel 3 gekocht. Over deel 1, in het engels, ben ik het meest enthousiast, maar ik kom er op terug als ik ook deel 3 heb gelezen.