Milan Kundera, La ignorancia

Milan Kundera, La ignorancia

Hoofdstuk 1 (vertaling)
--"Wat doe je hier nog?" -Haar stem was niet kwaadaardig, maar evenmin liefdevol; Sylvie begon haar geduld te verliezen.
--"Waar zou ik dan moeten zijn?" -vroeg Irena.
--"In je land natuurlijk!"
--"Ben ik dan niet in mijn land?"

Natuurlijk wilde zij haar niet het land uit, en natuurlijk vond ze haar geen ongewenste vreemdeling.
--"Je begrijpt me best!"
--"Natuurlijk begrijp ik je, maar je vergeet dat ik hier mijn werk heb, mijn huis en mijn dochters?"
--"Luister nou eens. Ik ken Gustaf. Hij regelt alles voor je als je terug wil naar je land. En wat je dochters betreft, hou op met die verhalen! Die hebben al lang hun eigen leven. Mijn god, Irena, wat er in jouw land gebeurt is zo fascinerend. In zo'n situatie komen zulke dingen altijd voor elkaar".
--"Maar, Sylvie, het gaat niet alleen om die praktische dingen, mijn werk en mijn huis. Ik leef hier al twintig jaar. Hier heb ik mijn leven".
--"In je land maken ze een revolutie mee!"

Ze zei het op een toon die geen tegenspraak duldde. Daarna zweeg ze. Met die stilte wilde ze Irena duidelijk maken dat ze niet moest weglopen van zulke grote gebeurtenissen.
--"Maar, als ik terugga naar mijn land, zien wij elkaar nooit meer", zei Irena om haar vriendin in een moeilijk parket te brengen.

Die manoeuvre miste haar doel niet. De stem van Sylvie werd milder
--"Mijn liefste Irena, natuurlijk kom ik je opzoeken. Ik beloof het je. Ik beloof het je!"

Ze zaten een tijdlang schouder aan schouder tegenover twee lege koffiekoppen. Irena zag tranen in de ogen van Sylvie toen die zich naar haar overboog en haar in de hand kneep:
--"Het zal een grote terugkeer zijn". En zij herhaalde: "Jouw grote terugkeer".

Door de herhaling troffen die woorden zo diep dat Irena ze met hoofdletters zag: De Grote Terugkeer. Ze hield het niet meer tegen. Ze werd overweldigd door beelden uit oude films en boeken. Uit haar eigen geheugen of misschien wel dat van haar voorouders. De verloren zoon die zijn oude moeder terugvindt. De man die terugkeert naar zijn geliefde waar een wreed lot hem van had weggerukt. Het geboortehuis dat ieder in zijn hart draagt. Het terugvinden van vergeten sporen van de kindertijd. De dolende Ulysses die terugkeert naar zijn eiland; na vele jaren zwerven. De terugkeer, de terugkeer. De grote magie van de terugkeer.

Hoofdstuk 2 (samenvatting)
top

In dit Hoofdstuk gaat Kundera vijf pagina's lang in op de Griekse oorsprong van het woord 'nostalgie' en vergelijkt verschillende betekenissen in diverse talen. Het is een combinatie van pijn en van terugkeer. Het is het lijden wegens het 'niet-weten'. "Jij bent ver weg en ik weet niet hoe het met je gaat" en "Mijn land is ver weg en ik weet niet wat er gebeurt".

De Odyssee is het epos waarop het begrip nostalgie in onze cultuur is gefundeerd. Ulysses was niet alleen de grootste avonturier, maar ook de grootste nostalgicus. Hoezeer hij ook van Calipso hield, hij verlangt toch terug naar Itaca en Penelope. Het avontuur en de oneindigheid die hij met Calipso beleefde laat hij minder zwaar wegen dan terugkeren naar het bekende.

Homerus verheerlijkt de nostalgie en creëert een morele hiërarchie. Penelope is hoogverheven boven Calipso. De pijn van Penelope, waarmee Ulysses slechts kort het bed had gedeeld, weegt daarom zwaarder dan de tranen van Calipso.

Hoofdstuk 3 (samenvatting)
top

Het is onmogelijk om de beleving van Irena in Frankrijk te begrijpen als je niet vooraf de belangrijke feiten uit de Europese geschiedenis van deze eeuw hebt geanalyseeerd. De Russische bezetting van 1969 die zonder einde leek, verdween opeens in 1989, zonder geweld. Niemand had daarop durven hopen.

In de jaren vijftig en zestig stonden vluchtelingen uit communistische landen niet in hoog aanzien. Voor de Fransen van toen was fascisme het enige werkelijke kwaad, Hitler, Mussolini, het Spanje van Franco en de Zuidamerikaanse dictaturen. Pas einde zestig, en gedurende de jaren zeventig begon men langzaam het communisme als een kwaad te zien, al was het een tweede-rangskwaad. Toen Irena en haar man in 1969 in Frankrijk aankwamen, begrepen ze al vlug dat wat hun was overkomen, in vergelijking met kwaad nummer een, niet bloedig genoeg was om indruk op hun nieuwe vrienden te maken. Om de ernst van de zaak toch duidelijk te maken zeiden ze meestal dat het fascisme weliswaar een groot kwaad was, maar dat het met het verdwijnen van de dictator ook zou verdwijnen. Daarentegen werd de onderdrukking van het communisme gesteund door de oneindig grote Russische cultuur en dat is voor de kleine landen een tunnel zonder einde. Dictators zijn sterfelijk, Rusland is oneindig. Het kwaad in die landen is de absolute afwezigheid van enige hoop.

Zij vergisten zich. Natuurlijk, want voorspellingen komen niet uit. Maar als die zich al vergisten in de toekomst, dan spraken ze wel de waarheid over wie die voorspelling deed, want daarmee kun je begrijpen hoe die mensen hun tijd beleefden. Tussen 1918 en 1938 was de Tsjechische Republiek onafhankelijk en men geloofde dat die eeuwig zou duren. Maar ze vergisten zich, maar juist daardoor beleefden ze een bloeitijd als nooit tevoren.

Hoofdstuk 4 (samenvatting)
top

Al in de eerste weken na haar emigratie had Irena vreemde dromen. Ze bevond zich in een vliegtuig dat van richting veranderde en op een onbekend vliegveld landde. Geüniformeerde mannen wachtten haar op. Met koud zweet op haar voorhoofd herkende ze de Tsjechische politie. Een andere keer, in een klein Frans stadje, ziet ze een vreemde groep vrouwen op haar afkomen, allemaal met een bierpul in de hand. Ze ondervragen haar in het Tsjechisch, lachen kwaadgezind en verschrikt ontdekt Irena dat ze in Praag is. Ze wordt gillend wakker.

Ook Martin, haar man, had dergelijke dromen. Iedere ochtend vertelden ze elkaar die schrikbeelden van terugkeren. In een gesprek met een Poolse vriendin, ook geëmigreerd, begreep Irena dat alle emigranten zulke dromen hadden. Die nachtelijke verbroedering met onbekende mensen ontroerde haar in het begin. Later ergerde zich eraan. Hoe kun je de intieme ervaring van een droom samen beleven? Waar blijft je unieke ziel? Een ding was zeker: met ontelbare varianten droomden duizenden emigranten dezelfde droom. De droom van de emigratie, een van de meest vreemde fenomenen van de tweede helft van de 20e eeuw.

Die nachtmerries waren voor haar des te vreemder omdat zij tezelfder tijd leed aan een onbedwingbare nostalgie en daarin beleefde ze het tegendeel. Overdag verschenen mooie beelden van haar land. Dat waren geen bewuste dagdromen, het was iets anders. Die landschappen verschenen zomaar en verdwenen een ogenblik later. Terwijl ze met haar chef praatte zag ze opeens, als een bliksemflits, een weg dwars door een veld. In de metro, in een fractie van een seconde, verscheen een beschaduwd bomenlaantje in een Praagse buitenwijk. Dat gebeurde de hele dag, om het verlies van haar verloren Bohemen de verzachten.

De onderbewuste regiseur die haar overdag gelukkige beelden stuurde van haar geboorteland, projecteerde 's nachts het angstaanjagende terugkeren. De dag toonde haar het verloren paradijs, de nacht de hel die ze had ontvlucht.

Hoofdstuk 5 (vertaling)
top

In overeenstemming met de tradities van de Franse revolutie, spraken de communistische landen de banvloek uit over de emigratie en beschouwden het als verraad. Iedereen die in het buitenland was gebleven, werd bij verstek veroordeeld en zijn landgenoten waagden het niet contact met hen te onderhouden. Niettemin verzwakte die banvloek met het verstrijken van de jaren. Enkele jaren voor 1989 kreeg de moeder van Irena, inmiddels weduwe en onschuldige gepensioneerde, een visum van het staatsreisburo om een week naar Italië te gaan. Het jaar erna besloot ze om vijf dagen in Parijs door te brengen om aldus, onopvallend, haar dochter te zien. Ontroerd en vol medeleven met haar moeder, die ze zich als heel oud mens voorstelde, reserveerde zij een hotelkamer en nam enkele vakantiedagen op om de hele dag bij haar te kunnen zijn.

--"Je ziet er niet slecht uit", zei de moeder toen ze elkaar zagen, "Maar van de andere kant, ik ook niet. Toen de douane mijn paspoort bekeek zei hij: Uw paspoort is vals mevrouw! Dat kan nooit de datum van uw geboorte zijn!"

Irena herkende opeens haar moeder zoals ze haar altijd had gekend; ze voelde dat er niets was veranderd in die bijna twintig jaar. Plotseling vervluchtigde het gevoel van compassie voor haar oude moeder. Dochter en moeder stonden tegenover elkaar als twee buitentijdse wezens, als twee klassieke rollen.

Maar, misschien is het niet zo vreemd dat een dochter niet zonder meer blij is met de aanwezigheid van haar moeder die haar, na zeventien jaar, komt bezoeken. Irena mobiliseerde al haar redelijkheid en moreel om zich te gedragen als een voorbeeldige dochter. Zij nam haar mee naar het restaurant op de eerste etage van de Eiffeltoren; ze bekeken met een rondvaartboot Parijs vanaf de Seine; en, toen haar moeder tentoonstellingen wilde bezoeken, nam zij haar mee naar het Picasso Museum. In de tweede zaal bleef ze staan: "Ik heb een vriendin die schildert. Ik heb twee schilderijen van haar gekregen. Je kunt je niet voorstellen hoe mooi die zijn". In de derde zaal wilde ze de impressionisten zien:

--"In het Jeu de Paume is een permanente tentoonstelling".

--"Dat bestaat niet meer", zei Irena, "de impressionisten zijn tegenwoordig verspreid over verschillende musea".

--"Nee, nee", zei ze. "Ze zijn in het Jeu de Paume. Ik weet het zeker en ik ga niet uit Parijs weg zonder de Van Goghs gezien te hebben".

Om de afwezigheid van de Van Goghs te verzachten, nam Irena haar mee naar het Rodin Museum. Bij een van de beelden verzuchtte zij dromend:

--"In Florence heb ik de David van Michel Angelo gezien, adembenemend!".

--"Je bent nu in Parijs", barstte Irena los, "met mij. Ik heb je meegenomen naar Rodin, naar Rodin! Hoor je me? Je hebt die nog nooit eerder gezien. Waarom denk je aan Michel Angelo als je bij een beeld van Rodin staat?"

Dat was de juiste vraag: waarom interesseert de moeder zich niet voor wat haar dochter haar laat zien, als ze haar na zoveel jaar terugziet? Waarom fascineert Michel Angelo, die ze met een groep Tsjechische toeristen heeft gezien, haar meer dan Rodin? En waarom heeft ze al die dagen haar dochter geen enkele vraag gesteld? Geen enkele vraag over haar leven, evenmin over Frankrijk, de Franse keuken, de literatuur, de kaas, de wijn, de politiek, het theater, de films, de auto´s, de pianisten, de violoncellisten, de atleten?

Zij hield daarentegen niet op over Praag, over het halfbroertjr van Irena (de zoon die ze kreeg van haar tweede man die kortgeleden was overleden), over mensen die Irena zich herinnerde en over anderen waarvan ze nog nooit had gehoord. Twee of drie keer had Irena een opmerking gemaakt over haar eigen leven in Frankrijk, maar haar woorden hadden het naadloze schild van het gepraat van haar moeder niet kunnen doorboren.

Zo ging het al vanaf haar jeugd. Terwijl de moeder liefdevol haar zoon verzorgde, alsof het een meisje was, nam ze tegenover haar dochter een mannelijk spartaanse houding aan. Wilde ze daarmee zeggen dat ze niet van haar hield, misschien door de schuld van de vader van Irena, haar eerste man, die ze een verachtelijk wezen vond? Laten wij ons wachten voor dergelijke prul-psychologie. Haar gedrag kon echter niet doelgerichter zijn. Overvloeiend van kracht en gezondheid, maakte zij zich zorgen over het gebrek aan vitaliteit van haar dochter. Met haar ruwe manieren wilde zij haar dochter minder hypergevoelig maken, een beetje zoals een sportieve vader die zijn timide zoontje in het zwembad gooit, overtuigd dat dat de beste manier is om te leren zwemmen.

Toch wist zij heel goed dat ze haar dochter in de hoek drukte, alleen al door haar aanwezigheid. Ze kon niet ontkennen dat ze in stilte genoot van haar fysieke superioriteit. En dan nog? Wat kon ze anders doen? Zich vernederen uit naam van de moederliefde? Ze werd onverbiddelijk ouder, en de bewustheid van haar kracht, zoals dat uit de reakties van Irena bleek, verjongde haar. Als ze haar dochter naast zich zag, geïntimideerd en gehandicapt, verlengde zij waar ze maar kon de momenten van haar afbrekende kritiek. Met een vleugje sadisme, deed ze net alsof de broosheid van Irena onverschilligheid was, of luiheid, of laksheid, en berispte haar daarvoor.

Irena had zich altijd al minder knap en minder intelligent gevoeld in haar nabijheid. Hoe vaak was ze niet naar de spiegel gehold om zich ervan te overtuigen dat ze niet lelijk was, of dat ze niet voor gek liep. Aj, dat kwam allemaal van heel diep, bijna vanuit de vergetelheid. Maar gedurende die vijf dagen dat haar moeder in Parijs was, overvielen haar opnieuw die gevoelens van minderwaardigheid, van zwakte en van afhankelijkheid.

Hoofdstuk 6 (samenvatting)
top

Tijdens een afscheidsdiner op de avond voor het vertrek van haar moeder, stelt Irena haar voor aan haar Zweedse vriend Gustaf. Haar moeder spreekt geen Frans, daarom spreken ze Engels. Gustaf geniet, want Frans vindt hij pretentieus en onpractisch, maar met Irena sprak hij alleen Frans. Irena zegt weinig en kijkt verbaasd naar haar moeder die zich voor Gustaf interesseert en hem met haar dertig slecht uitgesproken Engelse woorden vragen stelt over zijn leven, zijn bedrijf en zijn opvattingen. Ze maakt diepe indruk op hem.

Terug van het vliegveld, in haar appartement, genoot Irena van de vrijheid van haar alleen-zijn. Zij realiseerde zich opeens hoe gelukkig ze was in Parijs. Ze had altijd geleefd met de gedachte dat de emigratie haar ongelukkig had gemaakt. Maar dat is wat anderen denken over vluchtelingen. Die gedwongen emigratie was toch een goede stap in haar leven.

Zodoende was ze nogal onthutst toen Gustaf haar enkele weken later vertelde dat zijn bedrijf een klein kantoor in Praag ging openen. Dat zou een goede gelegenheid zijn om daar af en toe heen te gaan. Hij wilde graag de stad van Irene leren kennen. Irena zei onmiddellijk dat Parijs haar stad was en niet Praag, daar had ze haar leven en haar kinderen. Ze voelde het als een vage bedreiging.

Zij wordt gezien als een ongelukkige vluchteling, terwijl Gustaf een cosmopolitische scandinaviër is, gelukkig dat hij de plaats van zijn geboorte al niet meer kent. Zo zijn ze geëtiketteerd.

Gustaf zag het kantoor als een geschenk. Hij kon op die manier een verbinding vormen tussen haar en de stad waar ze niet naar terug kon. Maar ook dat schoot Irena in het verkeerde keelgat, zij had geen behoefte aan verbindingen met Praag.

Gustaf verzekerde haar dat het er niet om ging zich in haar vorige leven te verdiepen of met mensen om te gaan die zij daar kende. Met uitzondering van haar moeder. Hij wilde contact houden omdat hij haar bewonderde om haar vitaliteit. Irena raakte geblokkeerd. Uitgerekend haar moeder! Hoe kon ze hem de magische cirkel uitleggen van moederlijke macht en vitaliteit waardoor ze nooit tot bloei had kunnen komen in haar nabijheid.

Later zag ze het wat rustiger. De politieke muur tussen het westen en het oosten was "gelukkig" wel zo stevig dat de contacten van Gustaf in Praag haar niet zouden bedreigen. Maar wat had ze zoëven gezegd? Zij, de door iedereen beklaagde vluchteling, had gezegd dat de muur "gelukkig" stevig genoeg was?

Hoofdstuk 7 (samenvatting)
top

Gustaf kende Martin van een zakelijke situatie. Irena leerde hem kennen toen ze al weduwe was van Martin. Ze mochten elkaar, maar ze waren er allebei verlegen mee. Martin was daarom een goed gespreksonderwerp. Dat Martin precies even oud was als hij, brak het ijs met de veel jongere Irena. Hij voelde sympathie voor de overledene en dat spoorde hem aan diens mooie weduwe het hof te maken.

Gustaf adoreerde zijn overleden moeder. Hij leefde gescheiden van zijn vrouw in Zweden. Net als Irena, had hij twee dochters die pas zelfstandig waren. Voor de oudste van Irena kocht hij een studio en voor de andere betaalde hij een kostschool in Engeland zodat Irena, als ze zich alleen voelde, hem op haar appartement kon ontvangen.

De goedheid van Gustaf was, naar ieders mening, zijn belangrijkste karaktertrek. De vele vrouwen die hij hierdoor voor zich innam, begrepen te laat dat die goedheid meer een verdedigingmiddel was, dan een wapen in de verleiding. Als moederskindje was hij niet in staat te leven zonder vrouwelijke verzorging. Maar hij verdroeg ook niet hun eisen, hun ruzies, hun huilbuien en zelfs niet hun al te aanwezige lijven. Door ze met 'goedheidsbommetjes' te bestoken, kon hij er contact mee houden en zich toch, onder bescherming van de schokgolf, terugtrekken.

Irena was in het begin nogal van haar stuk. Waarom was hij zo lief? Zo genereus? Zo weinig eisend? Zij kon daar niets anders tegenover stellen dan haar sexuele verlangen. Daar fixeerde zij zich op. Het werd daardoor iets groots, iets benevelends, iets onnoembaars.

Haar sexuele ontwikkeling was treurnis troef. Zij kende het pas sinds Martin. Daarna was ze bevallen en bij de vlucht naar Frankrijk had zij de tweede in haar buik. Kort daarna stierf Martin. Dat waren moeilijke jaren met allerlei baantjes o.a. hulp in de huishouding bij een rijke verlamde vrouw. Russisch in Frans vertalen waren echter succesbaantjes.

De jaren gingen voorbij. Op aanplakbiljetten en omslagen van tijdschriften in de kiosken verschenen naakte vrouwen, kussende paartjes en mannen in onderbroek. Temidden van deze orgie leefde zij, afgescheiden, onzichtbaar, onopvallend. Daarom was de onmoeting met Gustaf zo'n feest. Eindelijk iemand die haar lijf en haar gezicht waardeerde. Er was een man die vroeg zijn leven met haar te delen om haar aantrekkelijkheid. Het was in die verrukking dat haar moeder haar in Parijs overviel. In dezelfde periode begon ze het idee te koesteren dat het geluk haar voorgoed was toegevallen: Ze was méér waard. Gustaf, weggevlucht van zijn vrouw en van andere vrouwen, zocht in haar niet het avontuur maar rust. Weliswaar kwam haar lijf goed aan bod, maar langzaam groeide het gevoel dat ze nòg meer waard was.

Hoofdstuk 8 (samenvatting)
top

Precies 200 jaar na het begin van de Franse revolutie verdween het Europese communisme. Voor Sylvie zat dat vol betekenis. Was het de triomfboog tussen de twee grootste Europese revoluties? Of die tussen de grootste revolutie en het grootste herstel? De eerste gebeurtenis schiep De Geëmigreerde, een grote Europese persoonlijkheid, ook te zien als Grote Verrader of Grote Gekwelde. De tweede gebeurtenis was het einde van de emigratiedromen in het collectieve Europese onderbewustzijn. Het was precies toen Irena voor het eerst terug was in Praag.

Het was koud, maar opeens, na drie dagen, was het onverwacht zomer. Ze kon haar dikke mantelpakje niet meer dragen en ze had niets bij zich voor warme dagen. Daarom besloot ze een zomerjurk te kopen. Het land had nog weinig westelijke produkten. In de winkels lagen dezelfde stoffen, dezelfde kleuren en dezelfde mode als in de communistische periode. Ze paste een paar jurken, maar het viel tegen. Ze waren niet slecht gemaakt of lelijk, maar ze herinnerden haar aan haar sobere jeugd. Ze waren eenvoudig, provinciaal, zonder elegantie, meer geschikt voor een dorpsonderwijzeres. Maar waarom zou ze niet op een dorpsonderwijzeres mogen lijken voor een paar dagen? Ze kocht iets, en met haar winterpakje in de tas ging ze de straat op. Het was extreem warm.

Op straat zag ze zich onverwachts in een spiegel. Ze was verbaasd: dat was zij niet! dat was iemand anders! Toen ze zich wat grondiger bekeek in haar nieuwe jurk, bleek zij het wel te zijn, maar ze leidde een ander leven, het leven dat ze geleid zou hebben als ze was gebleven. Die vrouw was haar niet antipathiek. Zij was zelfs ontroerend, ontroerend tot tranens toe, meelijwekkend, arm, zwak, onderworpen.

Het was dezelfde paniek als in haar emigratiedromen van eertijds. Door de magische kracht van de jurk was ze gevangen in een leven dat ze had afgewezen. Ze kon niet ontsnappen. Alsof ze toentertijd, in haar adolescentie, de keuze had gehad uit meerdere levens. Ze had Frankrijk gekozen. Maar de niet-gekozen levens waren er nog steeds, en lagen op de loer. Een daarvan had zich van haar meester weten te maken en had haar opgesloten in haar nieuwe jurk als in een dwangbuis.

Geschokt rende ze naar de flat van Gustaf om zich te verkleden. Weer in haar mantelpakje keek ze uit het raam. De hemel was betrokken en de bomen bogen zich onder de wind. Het was maar een paar uur warm geweest. Een paar uur warmte hadden haar een nachtmerrie bezorgd om haar de schrik van de terugkeer te laten beleven.

Was het een droom? Haar laatste emigratiedroom? Nee, alles was echt. Maar de voetangels en klemmen uit die dromen waren er nog.

Hoofdstuk 9 (vertaling)
top

Gedurende de twintig jaar van zijn afwezigheid, hadden de inwoners van Itaca veel herinneringen aan Ulysses bewaard, maar ze misten hem niet. Ulysses voelde het gemis echter hevig, hoewel hij zich niets van het eiland herinnerde.

Deze curieuze tegenspraak wordt begrijpelijk als wij er ons rekenschap van geven dat het geheugen, om goed te functioneren, behoefte heeft aan onafgebroken oefening: Als herinneringen niet van tijd tot tijd worden wakker gemaakt in gesprekken met vrienden, verdwijnen ze voorgoed. De emigranten die in groepen leven met landgenoten vertellen elkaar tot vervelens toe dezelfde verhalen die, aldus, onvergetelijk worden. Maar wie als Irena of Ulysses, zelden of nooit landgenoten ontmoeten, vervallen in geheugenverlies. Hoe meer heimwee, hoe erger geheugenverlies. Hoe meer Ulysses wegkwijnde, hoe meer hij vergat. Heimwee stimuleert het geheugen niet, het roept geen herinneringen op, het heeft genoeg aan zichzelf, geabsorbeerd als het is in zijn eigen pijn.

Na zich ontdaan te hebben van de vermetelen die met Penelope wilden trouwen en over Itaca wilden regeren was Ulysses genoodzaakt om met mensen samen te leven waarvan hij zich niets herinnerde. Om hem te vleien overstelpten ze hem met wat ze zich van hèm herinnerden van vòòr hij naar de oorlog was vertrokken. En, overtuigd dat hem niets boven Itaca ging, (hoe anders zou hij er zijn teruggekomen, nadat hij alle wereldzeeën had bevaren?), bleven ze steeds vertellen over wat er was gebeurd gedurende zijn afwezigheid, en stonden gretig klaar om op zijn vragen te antwoorden. Niets werkte hem meer op de zenuwen dan dat. Hij wachtte maar op één ding, dat ze hem eens zouden zeggen: "Vertel!". Maar dat was het enige wat ze nooit zeiden.

Gedurende twintig jaar had hij nooit aan iets anders gedacht dan aan terugkeren. Maar, eenmaal terug, zag hij met een schok dat zijn leven, de essentie van zijn leven, zijn centrum, zijn diepste schat, zich niet in Itaca bevond, maar in zijn twintig jaar zwerven over de wereld. Deze schat was hij nu kwijt en alleen door er over vertellen zou hij die terug kunnen vinden.

Toen hij Calipso had verlaten, op zijn reis terug, had hij schipbreuk geleden in Feacia, waar de koning hem aan het hof ontving. Daar was hij een vreemdeling geweest, een mysterieuze onbekende.

Aan een onbekende vraag je: "Wie ben je?, Waar kom je vandaaan?, Vertel!". En hij had verteld. Gedurende acht lange dagen van de Odyssee reconstrueerde hij de details van zijn wederwaardigheden aan de stomverbaasde inwoners van Feacia.

In Itaca, daarentegen, was hij géén vreemdeling, hij was er een van de hunnen en daarom kwam het in niemand op om het te zeggen: "Vertel!"

Hoofdstuk 10 (samenvatting)
top

Om de vriendschap weer op te nemen had ze oude adresboekjes doorgenomen, had ze een zaal in een restaurant gehuurd en had ze twaalf flessen oude bordeaux gekocht. Om haar gasten te verrassen, want in Bohemia drinken ze geen goede wijn en bewaren geen oude oogsten.

Bijna ging het fout. Haar vriendinnen voelden zich ongemakkelijk met die flessen. Toen er een met aplomb eenvoudig haar voorkeur voor bier uitsprak, sloten de overigen zich bij haar aan en riepen de ober.

Irena nam zich die doos bordeaux kwalijk. Die had haarscherp duidelijk gemaakt wat hun scheidde: haar langdurige afwezigheid, haar buitenlandse gewoonten, haar welstand. Het was des te erger omdat ze door deze bijeenkomst juist wilde nagaan of ze hier wilde wonen, zich kon thuisvoelen en vrienden hebben. Dat wilde ze niet bederven met een misslag. Ze was bereid het te beschouwen als een sympathieke manier om haar in vertrouwen te nemen. Bovendien, bier was de drank van de oprechtheid, het filter dat alle hypocrisie verwijdert, evenals de comedie van goede gewoontes, en uitnodigt om te plassen zonder schaamte en zorgeloos dik te worden. De vrouwen rondom haar waren gezellige dikkerds en overstelpten haar met goede raad en loftuitingen op Gustaf. Ze kenden hem allemaal. Toen de ober binnenkwam met in iedere hand vijf bierpullen van een halve liter, kreeg hij applaus. Ze toasten op de gezondheid van Irena, De Verloren Dochter..

Irena nam een bescheiden slokje en vroeg zich af of ze Gustaf zouden hebben afgewezen als die de wijn had aangeboden. Zeker niet! De afwijzing van haar wijn was een afwijzing van haar zoals ze was teruggekomen. Daar ging het haar precies om. Ze was hier weggegaan als onervaren jonge vrouw en kwam terug als rijpe vrouw. Ze had een moeilijk leven achter zich waar ze trots op was. Ze wilde dat ze haar accepteerden met haar ervaringen, met haar opvattingen en met haar ideeën. Het was 'alles-of- niets'. Óf ze bleef zichzelf, óf ze bleef niet. Deze ontmoeting was de start van haar offensief. Dat ze bier dronken was haar eigenlijk om het even. Maar zij wilde wel het thema van de conversatie bepalen en voor elkaar krijgen dat ze naar haar luisterden.

De vrouwen bleven allemaal door elkaar praten en het was bijna onmogelijk een conversatie te hebben, laat staan ze een onderwerp op te leggen. Irena probeerde op thema's terug te komen die waren komen bovendrijven om zo te zeggen wat ze wilde zeggen. Dat mislukte. Als haar commentaar niet precies aansloot bij hun belangstelling, pikte niemand het op.

De ober kwam met het tweede rondje bier. Haar eerste glas stond er nog, zonder schuim, nogal magertjes naast de royaal schuimende die net binnenkwamen.

Irena nam zich kwalijk dat ze de smaak voor bier kwijt was. In Frankrijk had ze afgeleerd om met lange teugen grote hoeveelheden vocht naar binnen te gieten zoals de biercultus dat wil. Ze nam haar glas weer op en dwong zich om twee, drie grote slokken achter elkaar te nemen. Een vrouw, de oudste van het gezelschap, al in de zestig, zei dat ze zich niet moest forceren. Ze stelde voor om gewoon met z´n tweeën een glas wijn te nemen want het was te gek om die goede wijn te laten staan. Ze riep de ober om er een open te trekken, want de wijn was nog onaangeroerd.

Hoofdstuk 11 (vertaling)
top

Milada was een collega van Martin geweest, op dezelfde school. Irena had haar al bij het binnenkomen herkend, maar pas nu, nu ze allebei met een glas wijn in de hand stonden, kon ze met haar praten, haar aankijken. Haar gezicht had nog dezelfde vorm (rond), hetzelfde zwarte haar, op dezelfde wijze gekamd (ook rond, zodat het haar de oren bedekte en tot beneden haar kin kwam). Ze leek niet veranderd; alleen als ze begon te praten veranderde haar gezicht opeens: Het plooide en herplooide en haar bovenlip kreeg kleine verticale plooitjes terwijl, bij elk gebaar, de groeven van haar wangen en van de kin opeens van plaats veranderden. Irena dacht dat Milada zich daarvan niet bewust was, zij kende vast haar gezicht alleen als het niet bewoog, met gladde huid. Alle spiegels van de wereld laten je voortdurend geloven dat je mooi bent.

Terwijl ze van de wijn genoot zei Milada (en op haar mooie gezicht begonnen de plooien meteen te hossen):
--"Terugkomen is niet gemakkelijk, hè?"
--"Zij kunnen maar niet begrijpen dat wij weggingen zonder enige hoop ooit terug te komen. Wij hebben geprobeerd wortel te schieten waar we woonden. Ken je Skacel?
--"De dichter?"
--"In een gedicht spreekt hij over verdriet. Hij zegt dat hij daarvan een huis wil bouwen en zich daarin driehonderd jaar wil opsluiten Driehonderd jaar! Wij zaten in zo'n tunnel van driehonderd jaar."
--"Inderdaad, wij hier ook."
--"Nou ja, waarom wil niemand daarvan weten?"
--"Omdat wij onze gevoelens corrigeren als die zich hebben vergist. Als De Historie die ons niet toestaat".
--"Bovendien, iedereen denkt dat wij zijn vertrokken om een gemakkelijk leven te hebben. Ze begrijpen niet hoe moeilijk het was om zich een bestaan op te bouwen in een vreemde omgeving. Dringt dat tot je door? Je land verlaten met een baby op de arm en een ander in je buik. Je man verliezen. Twee dochters opvoeden en die ellende ...."

Ze zweeg en Milada zei:
--"Het heeft geen zin hun die verhalen te vertellen. Tot voor kort zat iedereen te kissebissen over wie het meeste had geleden onder het oude bestel. Iedereen wilde zich als slachtoffer erkend zien. Deze wedstrijd om te weten wie het meeste had geleden, is gelukkig voorbij. Nu scheppen ze op over hun succes, niet over hun ellende. Als ze je nu respecteren, dan is dat niet omdat je leven moeilijk is geweest, maar omdat ze een rijke man naast je zien staan."

Zo praatten ze nog een tijdje in een hoek van de zaal tot de overigen dichterbij kwamen en om hen heen kwamen staan. Alsof ze weer aandacht wilden geven aan de gastvrouw. Ze praatten teveel (de dronkenschap van bier is luidruchtiger en goedaardiger dan die van wijn). Ze waren hartelijk. De vrouw die in het begin om bier had geroepen riep nu:
--"In elk geval wil ik je wijn proeven", en vroeg de ober om de flessen te openen en de glazen vol te schenken.

Irena kreeg opeens een beeld: Een groep ruw lachende vrouwen komt op haar toegehold met bierpullen in de hand. Ze vangt Tsjechische woorden op en begrijpt met schrik dat ze niet in Frankrijk is, maar in Praag. Ze is verloren. Zo is het. Het is een van haar oude emigratiedromen, maar ze kan de herinnering onmiddellijk wegjagen. De vrouwen die nu om haar heen staan, drinken geen bier maar heffen het wijnglas en toasten nog eens op de verloren dochter. Dan zegt een van hun stralend:
--"Herinner jij je nog? Ik schreef je dat het tijd was dat je terugkwam!"

Wie was die vrouw? Ze had de hele avond gepraat over haar zieke echtgenoot, uitvoerig stilstaand bij de meest morbide details. Eindelijk herkende ze haar, het was haar schoolvriendin. Dezelfde die haar al in de week van de instorting van het communisme had geschreven: "Lieve vriendin, wij worden oud. Het is tijd dat je terugkomt!" Die zin herhaalde ze nu weer, en op haar gezicht, dikker geworden, verscheen een brede glimlach die haar kunstgebit liet zien.

De anderen vuurden vragen op haar af:
--"Irena, herinner jij je dat toen ... ?"
--"Weet je nog wat er toen gebeurde met ....?"
--"Natuurlijk herinner ik mij hem!. Dat tiep met die grote oren, jij stak altijd de draak met hem!"
--"Die mag je niet vergeten! Hij praat altijd over jou!"

Ze interesseerden zich nog steeds niet voor wat zij wilde vertellen. Wat voor betekenis had dit plotselinge offensief? Wat wilden deze vrouwen weten die eerder niets hadden willen horen? Irena begreep opeens dat het speciale vragen waren: vragen die erop gericht waren te achterhalen of zij zich herinnerde wat zij zich herinnerden.

Dat verwarde haar en dat bleef hangen: Door zich totaal niet te interesseren voor wat zij in het buitenland had beleefd, probeerden ze twintig jaren van haar leven te amputeren. Nu, met dit verhoor, probeerden ze haar oude verleden koppelen aan het leven van nu. Alsof ze haar onderarm amputeerden om de hand rechtstreeks aan haar elleboog te zetten. Alsof ze haar onderbenen amputeerden en de voeten wilden vastzetten aan haar knieën.

Aangegrepen door dit beeld, kon zij niet meer antwoorden op hun vragen. Van de andere kant verwachtten ze dat evenmin en, weer wat meer aangeschoten, kakelden ze verder zodat Irena weer alleen stond. Zij zag hoe ze tegelijkertijd hun monden openden, ze zag bewegende monden, ze zag het uitstoten van woorden en het onophoudelijk lachen (mysterie: hoe konden sommigen lachen als ze niet eens luisterden?) Niemand richtte zich meer tot Irena, maar allemaal waren ze stralend en goed gehumeurd. De vrouw die om bier had gevraagd begon te zingen. De anderen lieten zich niet onbetuigd, en, zelfs op straat, na het feest, bleven ze zingen.

In bed nam ze de avond nog eens door. Haar oude emigratiedroom kwam nog eens terug en ze zag ze zich omgeven door luidruchtige en hartelijke vrouwen, met bierpullen in de hand. In de droom waren ze in dienst van de geheime politie en hadden de order haar te arresteren. Maar in wiens dienst zijn deze vrouwen nu? "Het wordt tijd dat je terugkomt", had de oude schoolvriendin met haar macabere gebit gezegd. Dit kerkhofspook (van de kerkhoven van haar land) had de opdracht haar tot de orde te roepen, haar te waarschuwen dat de tijd dringt en dat het leven moet ophouden waar het is begonnen.

Daarna dacht ze over Milada die zo moederlijk sympathiek was geweest, want zij had begrepen dat niemand zich voor haar odyssee interesseerde. Van de andere kant zag Irena dat zij zich evenmin voor haar had geinterresseerd. Ze had haar recht in het gezicht gezegd: Waarom zou je je interesseren voor iets dat niets met je eigen leven heeft te maken? Het had beleefde huichelarij kunnen zijn, maar Irena was blij dat Milada sympathiek was geweest, zonder een spoor van comedie.

Haar laatste gedachten voor het slapen waren bij Sylvie. Wat was het lang geleden dat ze haar had gezien. Ze miste haar. Ze zou haar willen uitnodigen voor de koffie en haar vertellen van haar reizen naar Bohemen. Ze wilde haar de moeilijkheid van de terugkeer duidelijk maken.

'Van de andere kant, was jij het', stelde ze zich voor haar te zeggen, 'die voor het eerst deze woorden uitsprak: De Grote Terugkeer. Weet je nog? Sylvie?. Nu heb ik het begrepen: Ik zou weer met hen kunnen leven, maar op voorwaarde dat ik alles wat ik met jullie heb meegemaakt, met jullie Fransen, op het altaar van het vaderland neerleg en er de brand in steek. Twintig jaar van mijn leven in het buitenland worden zuivere rook gedurende die sacrale ceremonie. De vrouwen zullen samen met mij om het vuur dansen, en zingen, en de bierpul heffen. Dat is de prijs die ik moet betalen voor dat ze het mij vergeven. Zodat ik geaccepteerd kan worden. Zodat ik weer een van hen word.

Cessenon sur Orb, donderdag 28 juni 2001.

top

Deze vertaling/samenvatting begon toen ik voor mijn lessen Spaans dit boek --als taaloefening-- hoofdstuk per hoofdstuk moest samenvatten in het Spaans. Toen heb ik dit prachtige verhaal meteen maar in het Nederlands gemaakt als presentje voor mijn vrienden want dit boek is nog niet in het Nederlands verschenen. Aldert Walrecht heeft mij bij het corrigeren geholpen. Deze elf hoofdstukken vormen maar een klein deel van het boek en kunnen als afgerond verhaal worden gelezen.

© 2001 voor de vertaling/samenvatting,
G.H.A. van Eyk,
escritor itinerante.