Maori-bashing

Maori-bashing, en onze maatschappij-mythen
Dit is de oorspronkelijke dagboek-aantekening van woensdag 5 maart.
Daar staat nu een verkorte versie met verwijzing naar deze tekst.

In het gesprek met Cees, gisteren, kwamen 'de' Maori nog even aan de orde. Dat is een heel moeilijk probleem waar ik al veel energie heb gestoken, maar als ik soms wat lichtpuntjes zag, werden ze snel verduisterd door nieuwe feiten die mijn 'inzicht' onderuit haalden. Als je er met 'blanken' over spreekt, is dat --helaas-- met well-to-do-blanken. Dat is --meestal-- mijn lot. Ik heb hier nog geen 'arme blanke' ontmoet, eentje die 'niet geslaagd' is volgens de succesnormen van het immigrantenmilieu. In Zuid-Afrika had ik dat geluk wel enkele malen, en het gaf mij een beeld van de hier vooralsnog onzichtbare keerzijde van de medaille. Hier hoop ik er nog op, en intussen probeer ik mij bewust te zijn van wat ik als nieuwjaarswens kreeg:
[Zie http://perso.wanadoo.es/ghavaneyk/almacen/Xmas2.pps]

  "Heb je voedsel in de koelkast, kleren om te dragen,
  "een dak boven je hoofd en een bed om in te slapen . . .
  "Dan ben je rijker dan 75% van de wereldbevolking"
   . . .
  "Als je geld op de bank hebt, wat in je portefeuille
  "en wat restjes in je spaarvarken . . .
  "Dan behoor je tot de 8% rijksten in de wereld."

Ik hoor ook bij die 8% en denk dan: . . . "Wij proberen met het opgeheven vingertje de overige 92% de les te lezen: 'Doe als wij!'. Alsof het om een restgroepje luie dommerikken gaat".
Daarom vind ik die negatieve verhalen over die 'onaangepaste' Maori moeilijk te ontcijferen. Het is meestal niet meer dan ordinair Maori-bashing gebaseerd op verhuld rassen- en/of standsvooroordeel. Die verhalen worden verteld en herhaald om dat vooroordeel te bevestigen, ook al weet je niet precies om welk vooroordeel het gaat. Maar de case waar Cees gisteren mee kwam, de "case van Cees" zogezegd, was concreter.

Het was een van die vele verhalen van het terugvorderen van grond door Maori (in dit geval omdat de 99-jarig lease was afgelopen, maar er zijn ook andere reden, waar ik het fijne nog niet van weet) en vervolgens dat de Maori en niets mee doen: Omdat ze te lui zijn of te dom. Dat is de impliciete veronderstelling. Dit soort verhalen worden dan meteen gebruikt als 'kankeren' tegen de regering die zich door ach-en-wee klagende Maori laat ringeloren en enorme sommen steekt in 'sociale bijstand' zonder dat daar wat uit komt. Het is ook koren op de molen van de neo-kapitalistische mythe dat "wij dit niet meer kunnen betalen en dat het de welvaart remt". Het zij zo.

Op zijn vakantie in Taupo had Cees weer het caravanpark gezien, heel bekend en op een prachtig punt gelegen, waarvan de grond weer was toegevallen aan de Maori. Er was sindsdien 'niets' mee gedaan. Het had de pers toentertijd wel gehaald, maar nu was het geen 'nieuwsobject' meer. Er was prikkeldraad omheen gezet en onkruid had bezit genomen van het terrein. Géén nieuwe lease, ook geen (sacrale) Maori-bestemming. Met een 'zie-je-wel'-gezicht of -gebaar houden de meeste verhalen daar op.
Zo niet de "case van Cees". Hij komt aan een bar een Maori-echtpaar tegen en vraagt hij wat 'ze' --'de' Maori-- daar nu zelf van denken.
--"Je bent bij mij aan het goede adres", zegt de man verrast, "Ik ben mede-eigenaar van die grond. Die grond is van mijn tribe. Ik heb mijn aandeel, maar er zijn ouderen dan ik, ooms en verdere familieleden die meer hebben te vertellen dan ik. Die zijn verstrikt en een discussie over de bestemming waar ze nooit uitkomen. Mijn 'aandeel' wordt geërfd door mijn kinderen. Maar ik kan je verzekeren dat zij ook niets te vertellen hebben. Er zal dus helemaal niets gebeuren. Ik wacht daar ook niet op. Ik heb mijn inkomen buiten de stam gezocht en mijn kinderen zijn ook op dat spoor."

Dat sloot mooi aan bij de aanzwellende stroom persberichten over de jonge Maori minister die zich tijdens de Knowledg Wave Conferentie onparlementair had uitgelaten zodat de hele regering, en ook zijn eigen partij, over hem heenviel. "Wat" hij zei werd aanvankelijk onbesproken gelaten, maar briefschrijvers begonnen al vlug te melden dat het om enkele heel originele gedachten ging. Zeker van de kant van de Maori, de meest bevoordeelden van het aangevallen systeem. Ik heb het de NLse Bond van Uitkeringstrekkers nog niet horen zeggen:
--"They are killing us with kindness", had hij gezegd en hij bedoelde hoe moeilijk het was te ontsnappen aan het "bijstandssymdroom".
--"In mijn volk hoor ik bij de vierde generatie die 'van de bijstand' leeft. Het welfare-systeem is een disaster. We have to rethink the structure of civil society. Het doodt alle initiatief van mijn volk".

Dat was natuurlijk een prachtig openingsschot voor een (on)frisse golf ordinair Maori-bashing: "Zie je wel . . .
Gelukkig is er ook kwaliteit. Niet dat ik er niets op aan te merken heb, maar interessant is het wel. De direkteur van een sociaal research-instituut komt met cijfers: Een derde van de NZse kinderen leven in gezinnen die van 'een uitkering' leven. 409.000 NZers krijgen hun hele inkomen van de welfare. Er wordt 2,5 maal zoveel aan welfare besteed dan aan education. Sinds 1960 geven we per hoofd meer dan vijf keer zoveel uit aan welfare. Imposante getallen op het eerste gezicht, maar vergelijking met andere landen ontbreekt helaas. Ruim 10% van de bevolking van een uitkering leven. Is dat zo dramatisch als daarbij zieken, invaliden en gehandicapten behoren? Die factoren 2,5 en 5 zetten mij meer een het denken, maar ik zou dat wel van andere landen willen weten. Als kind leven in een gezin-met-uitkering lijkt mij ernstiger voor de arbeidsmoraal van de toekomstige generatie, maar, is dat een gevolg van het welfare-system? Ze eng mogen we dat niet bekijken. Onze rebelse jonge minister heeft het daarom terecht over the structure of civil society, en niet alleen over "de uitkeringstrekkers". Opgepast dus.

De analyse van dat reseach-instituut vervolgt met vier onderliggende mythes van charity. Ook 'interessant', maar intussen wordt rethinking the structure of civil society gereduceerd tot "charity", het typisch neo-kapitalistische jargon die sociale zekerheid niet als een recht maar als een gunst, als compassie, wil zien. (Weer oppassen dus!)
Maar hier zijn toch de onderliggende mythen:
  #1 The perpetual injustice myth
De armen zijn arm omdat de rijken zich onrechtvaardig hebben verrijkt.
  #2 The Government's common good myth
De overheid zorgt voor het nut van 't algemeen. Zij moet de sociale en economische krachten stimuleren en sturen.
  #3 Government as Robin Hood myth
Uit #1 en #2 volgt dat de overheid moet zorgen voor inkomensherverdeling.
  #4 The equal access myth
Iedereen moet gelijke toegang hebben tot de natuurlijke bronnen. Met name het ontbreken van 'land' is voor de Maori de oorzaak van hun armoede. ('Land' op zichzelf heeft geen waarde, vervolgt het commentaar. Waarde komt pas als er creatief en ondernemend mee wordt omgegaan. De rol van grondspeculatie wordt blijft echter onvermeld.)

Door het korte-termijnkarakter van welfare is het een zichzelf instand houdend systeem van behoefte enerzijds en overheidsteun anderzijds. Welfare is aldus een "modieuze vorm van compassie" als surrogaat voor het streven naar een degelijke, een meer functionele, maatschappijvorm. Deze "modieuze compassie" heeft --door zijn anonimiteit en institutionalisering-- bovendien de morele band verbroken tussen de schenker en de ontvanger. Het komt niet meer van 'je naaste', je 'buren, maar van 'de staat'. Compassie, uit de aard van zijn emotie, vraagt intimiteit en menselijkheid. (Dat klinkt goed, heel 'romantisch' zelfs. Maar ik haal me voor de geest hoe de rijken van vóór het socialisme, van vóór de Franse revolutie omgingen met die compassie van toen. Compassie was er voor de bijna-armen en armen onderling. Tussen arm en rijk was een grote kloof. De "sociaalvoelende werkgever" in de opkomende industrie oefende macht uit met "selectieve compassie". Is dat de "morele band tussen schenker en ontvanger" die de 'researchers' bedoelen?)

"Modieuze compassie" leidt tot allerlei 'rariteiten'. De strikt niet-kerkelijke overheid beoefent daarmee een typisch christelijke top-deugd: Medelijden met de armen en de onderdrukten. (Ja natuurlijk, als je 'recht' met 'compassie' verwisselt.)
'Politiek links' probeert zijn medelijden te realiseren door de doctrine van de inkomensherverdeling. Maar daardoor geeft ze de staat meer macht terwijl 'politiek links' ook de macht van de staat probeert te verminderen. (Ik denk dat de 'researchers' hier niet alleen verstrikt raken in hun eigen 'recht-versus-medelijden' gedachtesprong, maar ook twee soorten 'politiek links' op één hoop vegen. Dat is een bekende rechtse cq neo-kapitalistische 'vereenvoudiging' van het wereldbeeld.)

Maar boeiend is de oplaaiende discussie wel. Ik kijk uit naar andere 'researchers' en 'mythen'. Dit was in elk geval beter dan ordinair Maori-bashing en criminaliseren van de armoede. Dat berust op:
  Mythe #5 "Eigen-schuld-dikke-bult".


Gérard van Eyk, Hatfield Beach, Nieuw Zeeland, vrijdag 7 maart 2003.
terug eerste regel