Mijn Dagboek 113

Dagboek 113 loopt van 1 tot 31 Oktober 2009 en begint met een wandelende reklamezuil en eindigt met kriminele methoden van 'business forever' [30 31]. Toch krijg ik daarbij begrip voor een treurig glimlachende bankbediende in Cessenon [30]. Mijn klimaatverandering valt moeilijk. Deze gebeurtenissen spelen zich af in Cessenon, Barcelona en San Sebasti�n. Vijf keer sla ik over. Kennelijk is het een zware periode. Drie keer Global Warmng [2 3 11]. De ontwikkeling van de vrouwenemancipatie wordt twee keer bekeken [10 28]. De homofilie van een Franse minister behandel ik ook twee keer [14 16]. Michelle Obama doet aan Nederlands touwtjespringen [29]. Het Franse schoolabsente�sme haalt het twee ker [6 16], en uit mijn kado-gekregen Liber Amicorum citeer ik een haiku en een gedicht [7].
Index Oktober 2009
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.

Cessenon sur Orb, Donderdag 1 Oktober 2009
Als je een draagtasje krijgt met de naam van de winkelier, of als je een T-shirt met een 'merk' krijgt [of zelfs koopt!], maak je 'gratis reklame'. Daarvan kun je natuurlijk 'business' maken. Waarom niet? Google laat zich ervoor betalen als jij in een onschuldig e-mailtje terloops het leuke stadje Avignon noemt. Jij wordt dan met��n verpletterd onder hotel- en reisaanbiedingen, en zelfs met een parfum van die naam.
Met die gedachte verhuurt de breedgeschouderde 'mooie jongen' Jason Sadler iedere dag zijn torso als reclamezuil. Volgeboekt tot Juli 2010!! Hij vangt daarvoor 70 duizend dollar!! 'Business' boven alles!! (100 woorden)
___________________________
I wear your shirt: http://iwearyourshirt.com/ en http://iwearyourshirt.com/blog/
Angelika Slavik, Innovative Gesch�ftsidee, Brust raus, Bauch rein, Die Sueddeutsche, 29.09.2009.
http://www.sueddeutsche.de/computer/877/489266

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 2 Oktober 2009
Volgens de 'global warming'-verhalen, zouden we voor een crisis staan. We zien dat die 'verhalen' niet erg worden geloofd. Het is daarom goed te kijken naar de voorspellingen van een crisis die intussen wel realiteit is geworden; onze 'financiële' crisis bijvoorbeeld. Daarover verschijnen nogal wat boeken en artikelen. Harper's Magazine bespreekt zeer uitgebreid First as Tragedy, Than as Farce van Slavoy Zi�ek met een dergelijke analyse. De titel van het boek is ontleend aan een uitspraak van Marx dat de geschiedenis zich minstens één keer herhaalt: "occuring first as tragedy, the second time as farce".
Ik beperk mij tot een paar aanhalingen die al in een grijs verleden de absurditeit van financiële markten lieten zien. Hilarisch!
De kern van de financiële markten is het spel van de marktverwachtingen. Het gaat niet om je eigen verwachting, maar om wat anderen denken dat de markt zal doen. Of juister: we zitten nog een stap verder verwijderd van de marktgebeurtenissen. We zoeken naar wat 'meeste anderen' denken dat de 'meeste anderen' zullen doen. Zo raak je natuurlijk helemaal 'in het bos'.
John Maynard Keynes, in zijn tijd, wees al op deze 'self-referentiality', deze 'cirkel-waarneming', of deze cirkel-redenering. Hij vergeleek de aandelenmarkt met een spel waarin de deelnemers een foto van een aardig meisje moesten kiezen uit een honderdtal foto's. De winnaar is degene die het dichtste bij het gemiddelde komt.
--"It is not a case of choosing those which, to the best of one's judgement, are really the prettiest, nor even those which average opinion genuinely thinks the prettiest. We have reached the third degree where we devote our intelligences to anticipating what average opinion expects the average opinion to be".
Ik vind 'the third degree' de mooiste uitdrukking van deze analyse. We bestuderen een "derde-graads afdwaling" van de realiteit en hopen --aan het einde van de tunnel-- de werkelijkheid te ontdekken. Het is dus eigenlijk een zéér gesofistikeerde vorm van 'de andere kant op kijken'.
In The Black Swan wees Nassim Nicholas Taleb al op de ontoegankelijkheid van die marktgebeurtenissen voor 'normale voorspellingstechnieken'. Logisch! We zitten in een verblindende cirkelredenering, en dat is heel comfortabel voor degenen die 'de andere kant op kijken'.
[En die 'global warming'-verhalen behandelen we nèt zo.]
__________________________
Harper's Essay, To each according to his greed, Readings, Harper's Magazine October 2009, pag 15.
Het is een uitgebreide beschouwing over het binnenkort te verschijnen boek van Slavoy Zi�ek, First as Tragedy, Than as Farce
http://www.versobooks.com/books/tuvwxyz/xyz-titles/zizek_s_first_as_tragedy.shtml
http://www.amazon.co.uk/First-As-Tragedy-Then-Farce/dp/1844674282
Over The Black Swan zie Mijn Dagboek 2 7 12 22 Nov 2008

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 3 Oktober 2009
--"Jij mag dan wel geraakt worden door 'the third degree' in die vergelijking van Keynes, ik krijg buikpijn van 'we devote our intelligences'. Wat een verspilling van intellect en energie!! Waar houden wij ons mee bezig?!?!"
Dat vind ik vanmorgen in een mailtje van Henk. Het gaat over mijn stukje van gisteren waarin Keynes de financi�le markten vergeleek met een stupide gezelschapsspel met een 'derdegraads afdwaling' van de werkelijkheid.
Inderdaad Henk, waar houden we ons mee bezig? Het spel is nonsensicaal. Het is een perfect blindemans-spelletje. Het is bovenal verspillend, want we hebben onze intellectuele energie hard nodig voor andere zaken.
Degenen die zich verstandig bezig houden met de basiszorg voor 'brood op de plank', en een 'veilig en stevig huis', lijken wel verplegers in een gekkenhuis waar de pati�nten het bestuur vormen en de dienst uitmaken. Je kunt promotie maken door gek te worden. Dat is heel verleidelijk.
Je hebt gelijk Henk, we verspillen onze intellectuele energie. Het is nog erger dan voor de TV zitten suffen. Het is daar de actieve variant van. Het is een soort 'collectieve zelfmoord'.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 4 Oktober 2009
In de VS begint het 'whodunnit' omtrent de financiële crisis geleidelijk te verschuiven naar 'who are we?' Thomas L. Friedman vroeg zich een paar dagen geleden af "Where Did 'We' Go?", waar is het 'wij' gebleven? De partijdigheid, en de zwartmakerij van De Anderen, loopt de spuigaten uit in onze politieke cultuur.
--"Our leaders, even the president, can no longer utter the word 'we' with a straight face".
Met name de haatcampagne tegen Obama zou je 'grotesk' moeten noemen als het niet zo serieus was. Er is zojuist op Facebook een "enquête" verschenen:
--"Moeten we Obama afschieten?"
Friedman vergelijkt het met de dagen in 1995, in Israël, vlak voor Rabin werd vermoord. Door dat soort extreme haatcampagnes ontstond 'a poisonous political environment', waarin iemand zich 'door God geroepen' voelde de president te doden. [Ik moest denken aan de NLse Pim Fortuyn een paar jaar geleden.]
Het vertrouwen in het 'bomvrije' Amerikaanse politieke systeem wankelt. Het vertrouwen in dat onfeilbare systeem "designed by geniuses so it could be run by idiots" is ondermijnd. Een cocktail van politieke en technologische trends zijn de laatste jaren samengevloeid. Die maakt het mogelijk "for the idiots of all political stripes to overwhelm and paralyze the genius of our system".
Een van die 'trends' die Friedman noemt, is het "24/7 cable news cycle that makes all politics a daily battle of tactics that overwhelm strategic thinking", het soort driemaandsdenken dat ook de lange-termijnplanning in het bedrijfsleven de nek heeft omgedraaid, en zich nu voortplant op andere 'gebieden des levens'.
Op die manier draait Friedman zijn aanvangsvraag, "Where Did 'We' Go?", om, en vraagt zich af "Wie zijn we eigenlijk?"
Dat lijkt mij een goed begin van het noodzakelijke gewetensonderzoek waar 'de machtige' nog nóóit tijd heeft genomen voor het te laat was.
David Brooks, in The Next Culture War, probeert met en andere invalshoek hetzelfde verschijnsel te verhelderen. Hij gaat terug naar de klassieke opvatting in de geschiedenis waarmee het opkomen en verdwijnen van culturen wordt verklaard. Die starten met een duidelijke wil, en met energie. Daardoor krijgen ze macht en rijkdom. Dat leidt tot weelde en luxe. Dat leidt tot decadentie, corruptie en neergang.
Hoewel de VS al vanaf 1740 een hogere levenstandaard hebben dan Europa, leidde het vooralsnog niet tot 'mateloosheid'. Daarvoor zorgde een stevige Calvinistische levensopvatting die voortdurend werd gevoed werd door binnenstromende, hardwerkende, pioniers die zich ontzagen om voor hun kinderen 'welvaart' de krijgen.
Het is een interessante analyse die met actuele waarnemingen wordt ondersteund. Het 'einde' van de 'VS-cultuur' is in zicht. Maar, precies als bij Friedman, komt Brooks ook terug op dat 'wij', en op 'zelfbezinning'.
--"If there is to be a correction, it will require a moral and cultural movement. Our current cultural politics are organized by the obsolete culture war".
Wie zijn wij? We voeren een obsolete culture war. Wie zijn wij eigenlijk?
_____________________
THOMAS L. FRIEDMAN, Where Did ‘We’ Go?, NYT, September 30, 2009,
http://www.nytimes.com/2009/09/30/opinion/30friedman.html
DAVID BROOKS, The Next Culture War, NYT, September 29, 2009, http://www.nytimes.com/2009/09/29/opinion/29brooks.html

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 5 Oktober 2009
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 6 Oktober 2009
--"Alsmaar herhalen 'je moet aan je toekomst werken', is niet meer effectief".
Dat is een zinnetje uit een van de weinige positieve commentaren op een 'plan tegen het absenteïsme' van de middelbare school van Créteil. De andere commentaren zijn extreem negatief: 'Je kunt een leerling niet betalen!! Het is tegen alle principes van onderwijs!!'. Of spottend, zoals de cartoon van Plantu waarin Sarkozy zijn zoontje hollend naar de school sleept en roept: 'Schiet op, kloothommel! We gaan flink poen verdienen' [Grouille-toi, pauv'con! On va se faire un max de pognon!].
Dat negatieve commentaar gaat tegen een 'gedeformeerde' [of 'publicitair vereenvoudigde'] versie die in de pers, en in elkaar napratende blogs, circuleert als zouden leerlingen 'presentiegeld' krijgen. Uit de nadere toelichtingen van Créteil blijkt dat het heel wat genuanceerder ligt.
De achtergrond van dit alles is een budget van het ministerie dat scholen in staat stelt te experimenteren met verschillende vormen van absenteïsme-bestrijding. Dat wordt in een artikel van Luc Cédelle uit de doeken gedaan. Individueel 'presentiegeld', zoals volgens een artikel van Robert Solé in Engeland voorkomt, is hier nog niet vertoond. Het plan van Créteil stelt iedere periode van zes weken een som geld [sowieso twee duizend euro, maar oplopend tot tien duizend] ter beschikking aan de klas op basis van presentie, schoolprestatie en 'serieuze werksfeer'. Dat geld moet worden besteed aan een 'projet éducatif' dat de leerlingen zelf moeten kiezen. Dat kan vanalles zijn, een school- of studiereis, of autorijlessen voor de hele klas. Dat klinkt dus al heel anders.
Hoe het uitpakt zal moeten blijken. De experimenten zijn gisteren begonnen. Ook is nog weinig bekend van de andere experimenten. In een blog --Élève : un métier comme un autre?-- staat een foto van jonge meid die met een werftekst rondloopt: "Jeune lycéenne, gentille et polie, cherche classe oú étudier" [Lieve en beschaafde lycéiste zoekt klas waar je kunt studeren].
Heel boeiend allemaal. Jammer dat ik binnenkort dóórreis.
_________________________________
Chronique, A bonne école, par Robert Solé, LE MONDE 02.10.09
http://WWW.lemonde.fr/archives/article/2009/10/02/a-bonne-ecole-par-robert-sole_1248422_0.html
Edito, Une "cagnotte" pour lutter contre l'absentéisme scolaire, LEMONDE 02.10.09
http://www.lemonde.fr/archives/article/2009/10/02/une-cagnotte-pour-lutter-contre-l-absenteisme-scolaire_1248557_0.html
Blog Élève: un métier comme un autre? http://jprosen.blog.lemonde.fr/2009/10/03/eleve-un-metier-comme-un-autre-331/
Luc Cédelle, La "cagnotte" pour inciter à l'assiduité scolaire dans les lycées crée la polémique
http://www.lemonde.fr/societe/article/2009/10/03/la-cagnotte-pour-inciter-a-l-assiduite-scolaire-dans-les-lycees-cree-la-polemique_1248871_3224.html

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 7 Oktober 2009
Het titelverhaal van Het Kado, het cadeau-boek voor alle gasten en genodigden van mijn tachtigste verjaardag, vertelt van het probleem van de vrienden van een permanente lichtgewichtreiziger: "Wat geef je zo iemand cadeau?"
Ik schreef dat ik niet een boek kreeg, maar 'de nostalgie om het te willen lezen'.
Met 'de moderne middelen' is daar veel verandering in gekomen. Vroeger had ik maximaal tien CD's en een Discman van Sony bij me. Al jaren rip ik nu alle CD's. Ik neem ik ze gewichtsloos mee in mijn laptopje. Nu kreeg ik dikke [audio]-leesboeken, van vijf, zes, en zelfs negen CD's. Die zitten nu gewichtsloos in mijn koffertje.
Maar met 'de moderne creativiteit' is daar nòg weer verandering in gekomen. Mijn kinderen kwamen op het idee om --in het geheim-- een 'Liber Amicorum' te laten samenstellen door mijn familie en vrienden. En niet alleen dat, óók hadden ze het luisterrijke idee om dat als website uit te voeren. Daarom is het gewichtsloos. Daarom heeft het geen keiharde sluitdatum. In mijn 'stille uurtjes' kan ik daar overal van genieten. Op de Argentijnse pampa --bijvoorbeeld-- over een paar maanden.
En het is ontroerend om te lezen. Ik kan het niet inééns lezen. Ik moet vaak stoppen, en dan vraag ik mij af 'Ben ik dat?', 'Heb ik dat betekend voor die of die of die?' Kortgeleden soms, maar óók herinneringen en foto's van tien, twintig, ja zeventig jaar geleden die diep in mijn grijze cellen weer 'ontroeringen-van-toen' wakker maken.
Ik kan op die Liber Amicorum-site ook 'terug naar de dichters'. Daar heb ik sowieso vaak behoefte aan. Maar nu zijn het gedichten die apart voor mij zijn gemaakt, of die de schrijver/schrijfster associeert met mij. En wéér vraag ik mij af --met 'herkenning, dankbaarheid en ontroering'--: 'Ben ik dat? Heb ik dat mogen zijn?'
Wim schrijft aan mij denkend de volgende Haiku:

Door op te merken
en te verwonderen komt
leven tot leven.
Mijn zus verwoordt haar gelukwensen met een gedicht van Judith Herzberg: Tot toen aan toe ging alles goed

Rijkdom is leegte op glanzende tegels
armoede dozen vol halfvolle potten
rijk een veranda met uitzicht op niets
arm een balkon met gereedschap en fietsen
weelde is niets te hoeven bewaren
armoede reddert van winter naar winter
rijkdom is stilte, en stil achter de stilte
armoede haast.

En zo genoten zij dag en nacht
van wit en van stilte en water glad
de stenen stenen en het mos dat daar lag.
__________________________
Het titelverhaal is tevens 'mijn favoriete stukje' dat je op mijn hoofdpagina in de derde kolom kunt aanklikken.
Of ga naar: http://www.van-eyk.net/gerard/biblio/regakado.htm
Je kunt ook meegenieten van het Liber Amicorum: http://www.gerardvaneyk80jaar.nl/

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 8 Oktober 2009, Albert jarig!
Als je iets meemaakt, of zelfs maar ziet, zoals een schaap met vijf poten, dat niet past in je verwachtingen, of niet strookt met je logica, dan heb je een 'absurde ervaring'. In zijn eenvoudige vorm zet het je even op het andere been, maar het kan ook ronduit griezelig of angstig zijn. Lachen is een van de reddingsboeien. Bedachte humor heeft altijd een of meer 'absurde' bouwstenen.
Je kunt die griezel uit de weg gaan, negeren of ontkennen. Freud vergeleek het zelfs met de angst voor dood of castratie. In een [politiek] betoog komt het van pas door te beweren dat iets 'absurd' is, en daarom moet worden afgewezen, of zelfs als 'bewijs' dat 'het' niet bestaat. Alles 'moet' kloppen of 'logisch' zijn. Dáár zoeken we naar.
Interessant is ook wat Viktor Frankl ermee deed in Man's Search for Meaning. Hij was jong in een concentratiekamp terecht gekomen, en bleef niet steken in het 'absurd' verklaren van het nazisme. Hij keek een andere kant uit, en probeerde het betekenis te geven. Hij vond de weg naar het 'geven van betekenis' aan iets wat schijnbaar geen betekenis heeft. Hij concludeerde: "What man actually needs is not a tensionless state but rather the striving and struggling for some goal worthy of him".
In de moderne creativiteitstraining zie je dat cursisten worden aangemoedigd niet [al te vlug] weg te lopen voor 'het absurde'. Juist dàt, dat 'durven kijken tot diep in het absurde' leidt tot nieuwe inzichten. Als je dat niet bewust doet, gebeurt het tegendeel. Het is bekend dat mensen die in onduidelijke chaotische [absurde] situaties terechtkomen zich 'juist dàn' vastklampen aan 'oude waarden'. Uit mijn jeugd herinner ik mij dat 'de oorlog' ertoe leidde --bij veel mensen-- dat ze meer naar de kerk gingen, of 'religieuzer' werden, of 'vaderlandslievender', of minder tolerant voor mensen buiten de enge familie- of vriendenkring. Ook is bekend dat mensen in dergelijke situaties vluchten in zweverige spirituele theorieën, of dat samenzwerings­theorieën dan populairder worden. Het zij zo.
Dat weten we allemaal wel, maar hoe dat precies strookt met de nieuwe inzichten en technische mogelijkheden van hersenscanners, heeft enkele wetenschappers er toe aangezet daar wat experimenten mee te doen. In één daarvan laten ze een testgroep 'absurde' verhalen van Kafka lezen, en de andere krijgt meer 'harmonisch' leesvoer.
En ziet! De Kafka-groep kan daarna bepaalde puzzels beter oplossen. Behalve 'vastklampen aan het oude' kan die ervaring er namelijk toe leiden dat met grotere aandacht en openheid naar het overige 'buitengebeuren' wordt gekeken. Ook ontdekten ze dat bepaalde plekken van de hersenen worden geprikkeld die verantwoordelijk zijn voor onze nieuwsgierigheid en onze wil om in de buitenwereld fouten te ontdekken en aan te pakken. Kortom het centrum van de motivering kan wellicht worden gemanipuleerd. [Dat is misschien wat voor het absenteïsme-probleem hier in Frankrijk waar ik gisteren over schreef.]
Alles bij elkaar leidt die nieuwe research ook tot het bevestigen van oude waarheden. Anders zou het 'te absurd' worden voor New York Times lezers ;-). Het artikel besluit dus met: "... the new research supports what many experimental artists, habitual travelers and other novel seekers have always insisted: at least some of the time, disorientation begets creative thinking". [Vooral 'habitual travelers' vind ik treffend.]
___________________________
BENEDICT CAREY, How Nonsense Sharpens the Intellect, NYT, October 6, 2009.
When things don't add up, the mind goes into high gear. http://www.nytimes.com/2009/10/06/health/06mind.html

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 9 Oktober 2009
Ik ben geneigd in de Franse maatschappij een afspiegeling te zien van de Europese, met name het 'conflict' tussen de 'Latijnen' en de 'Noorderlingen'. Een aantal jaren geleden werd dat verschil nog eens concreet toen mij een Euro-marktonderzoek onder ogen kwam over de 'juiste' opzet van een gebruiksaanwijzing. In het Noorden begin je met de eerste handgrepen om het apparaat in werking te zetten, maar in het Zuiden hoor je eerst uit te leggen waaróm het werkt zoáls het werkt. Precies in die tijd kocht ik een Philips faxmachine met erbij verpakt gebruiksaanwijzingen in nogal wat talen; ieder zo'n dertig pagina's. In de Engelse en de Duitse las ik op pagina vier hoe ik een fax moest verzenden; in de Spaanse en de Italiaanse stond dat pas op pagina zes en twintig. De hele machine, en alle knoppen, moesten éérst worden uitgelegd.
In die tijd vertaalde ik ook mijn nogal pragmatische cursus Kleinschalige Marketing in het Spaans om die op La Gomera te geven. Dat was boeiend als 'taalleerexercitie'. Mijn profesora had gezorgd voor enkele deskundige meelezers zodat het begrijpelijk Spaans zou worden. Maar het stuk werd veel-en-veel langer dan mijn oorspronkelijke tekst. Wat bleek? Iedere 'pragmatische' bewering moest worden voorzien van vele waarom's en motiveringen. Het drong tot mij door dat de Latijnse cultuur vereiste dat je vóór alle beweringen een soort 'autorisatie' opbouwde. Dat is dus hiërarchisch- en autoriteitsdenken van de bovenste plank. Precies als met die fax-boekjes. Het is de ideologie die het individu een pion maakt van een abstract-ideale bovenbouw. De Latijnen weten daarmee te leven, want naast het 'officiële' leven speelt er zich nog het 'gewone' leven af. Films van Louis de Funès en Don Camillo zijn daarvan prachtige caricaturen. De Fransen kunnen dat minder, want die hebben nog een forse scheut 'Noorderlingen' in hun maatschappij. Die vinden dat wetten er zijn om ècht uit te voeren, en ècht te gehoorzamen. Dáár ontstaat het conflict. En in 'Brussel' natuurlijk!!
Ik kom bij deze herinneringen door een artikel [en boekbespreking] Ces peurs bien françaises qui paralysent la société [Die typisch franse angsten die de maatschappij blokkeren]. Niet alleen de angst voor werkeloosheid, maar óók voor de 'afdaling' van de sociale ladder, na vele jaren vanzelfsprekende 'klim'. En dat in een 'geblokkeerde' maatschappij! Het betrokken boek heet La Peur du déclassement, une sociologie des récessions. [De angst voor declassering, een sociologie van recessies.]
Het artikel wijst op de verstarring van de maatschappij als factor. Die verhevigt de uitzichtloosheid. De zelfmoorden bij France Telecom zijn daarvan de ultieme en tragische illustratie. Ook de commentaren van lezers diepen dat uit. Maar één commentaar triggerde mijn grijze cellen speciaal.
--"In de Angelsaksische landen is een crisis iets dat voorbij gaat. Iets waar je je pragmatisch bij aanpast. In Frankrijk willen we het zo organiseren dat het nóóit meer voorkomt. Het kwaad uitroeien tot in de wortel, Ce qui genère les mechanismes qui finissent par paralyzer la société". [Stephane D. 07.10.09 | 14h13]
[Daardoor ontstaan mechanismen die uiteindelijk de maatschappij blokkeren].
Kijk, dat lijkt mij het grootste probleem van 'Brussel' en 'Europa'. Hoogdravende en idealistische wetten aan de ene kant, en een cultuur van persoonlijke integriteit, die vindt dat wetten er zijn om te gehoorzamen, aan de andere kant.
_____________________
Luc Bronner et Françoise Fressoz, Ces peurs bien françaises qui paralysent la société, LE MONDE 07.10.09
http://www.lemonde.fr/societe/article/2009/10/07/la-peur-de-chuter-paralyse-la-societe-francaise_1250351_3224.html

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 10 Oktober 2009
Het interessante van deze crisis(?)/recessie(?) is dat een legertje werkeloze(?) sociologen klaar staat om de gebeurtenissen in diverse onderdelen van de maatschappij te beschrijven en te duiden. Het stukje van gisteren haalde ook zo'n beschouwing aan: La Peur du déclassement, une sociologie des récessions.
In de VS heeft Lisa Belkin zich daar op gestort, en beschrijft in The New Gender Gap hoe de relatie man/vrouw in het bedrijfsleven verandert onder invloed van de recessie. Zij noteert allereerst dat het percentage vrouwen aldaar de vijftig procent nadert. Dat was veertig jaar geleden nog maar 35%, maar bij de reden tot juichen zet ze interessante en informatieve vraagtekens.
Allereerst is de recente klim van dat percentage te wijten aan het extreem hogere ontslagpercentage van mannen: 78% van de ontslagen geldt mannen.
--"Waarom zijn vrouwen de blijvers?"
--"Om te beginnen", schrijft Belkin, "zijn ze goedkoper. Zij doen het voor 77 cent voor ieder mannen-dollar".
Als extra argument haalt ze aan dat het ontslagpercentage bij de hogere inkomens, dicht bij het glazen plafond en daarboven, waar de betalingen gelijker zijn, ook de ontslagen gelijk zijn verdeeld. Als vrouwen terugkeren in het bedrijfsleven na enkele jaren afwezigheid zijn ze extra goedkoop. Iedere twee jaar afwezigheid kost je tien procent die nooit worden ingehaald.
Daarbij komt [tevens deel van de verklaring] dat vrouwen meestal werken in lager betaalde 'bedrijven', zoals gezondheid en onderwijs. Daar zijn minder ontslagen gevallen dan in de hoogbetaalde sectoren als de bouw, banken en productie. Belkin roert terloops nog het aloude kip-ei probleem aan van de traditionele dominantie van vrouwen in die sectoren: Werken daar veel vrouwen omdat het minder wordt betaald? Of wordt er minder betaald omdat het 'vrouwenberoepen' zijn?
En dan komt Belkin nog met een argument dat werkgevers [terecht] veronderstellen dat vrouwen 'blijvers' zijn. Als je moet kiezen tussen [de tegenwoordig zo vaak] over-gekwalificeerde kandidaten, kun je het beste een vrouw nemen. Die zijn minder 'wrokkig' met een ondermaats plaatsje, en nemen niet metéén de benen als ze 'wat beters' kunnen vinden.
Deze 'nadenkertjes' zet Belkin mooi op een rijtje, en terloops, door de geschiedenis van de vrouwendeelname vanaf de jaren dertig te bekijken, laat ze zien dat het vrouwensucces op de werkplek 'toch' een functie is van de mannendeelname. Die observatie, en een korte opmerking over hoe die toenemende mannenwerkeloosheid 'thuis' zal uitwerken, maakt dat het een 'verplicht artikel' is voor wie daarover in NL [of elders] een oordeel wil vormen. De verhoudingen liggen ongetwijfeld anders dan in de VS, maar de 'opletpuntjes' zullen een grotere overeenkomst vertonen.
Ik ga ook wat vaker letten op artikelen van werkeloze(?) recessie-sociologen. Die zijn vaak boeiend, maar ook verbouwererend.
___________________________
LISA BELKIN, THE WAY WE LIVE NOW, The New Gender Gap, NYT, October 4, 2009
http://www.nytimes.com/2009/10/04/magazine/04FOB-wwln-t.html

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 11 Oktober 2009
Thomas L. Friedman, ja die van The World Is Flat, schrijft een artikel waarin hij zijn kinderen beklaagt. Hij is zelf een 56-jarige baby boomer, en groeide op met [slechts] de dreiging van één bom, de bom die de Sovjets naar de VS zouden kunnen sturen. Dat gevaar was beperkt, want de Russen waren rationeel genoeg om te weten dat het een wederzijdse vernietiging zou zijn. Maar nu, voor zijn kinderen, ligt de toekomst anders. De bom is in handen gekomen van terroristen including suicidal jihadists for whom mutual assured destruction is a delight, not a deterrent.
En zijn kinderen groeien niet op met één bom, maar nog met twee andere the debt bomb and the climate bomb. Althans zo noemt hij de 'financiële crisis' en 'global warming'. Het gaat niet om betrekkelijk rationele Russen zoals vroeger, die nu zijn vervangen door suicidal jihadists, maar om de two most merciless forces on the planet: the Market and Mother Nature. Die zijn niet gevoelig voor strijkages of onderhandelen.
De natuur is just chemistry, biology and physics, en de markt is just a second-by-second snapshot of the balance between greed and fear, zo besluit hij zijn beschrijving van de toestand. Daar moeten we wat aan doen, want anders laten we onze kinderen er mee zitten.
Ik vraag mij af wat Friedman wil zeggen. Dacht hij dat mensen tot actie komen als je de toestand als uitzichtloos beschrijft? Op die manier kun je nog een hele serie 'bommen' noemen die ons bedreigen. Ik vind zelf de meest voor-de-hand-liggende de North Atlantic Oscillation, een spontane klimaatverandering die binnen dertig jaar de gletchers tot bij Amsterdam zal brengen. En dan laat ik botsingen met meteorieten nog buiten beschouwing. In het verleden heeft zo'n botsing ervoor gezorgd dat alle dinosaurussen zijn uitgestorven. Die hadden de wereld in hun allesvernietigende greep, net als de mensheid nu. Dat was een 'onstuitbare' maar 'natuurlijke' ontwikkeling. Tot die meteorieten daar een 'natuurlijk' einde aan maakten.
Misschien zijn de drie bommen van Friedland ook wel zo'n 'onstuitbare natuurlijke' ontwikkeling. Per slot heeft de natuur geen problemen, de mensen maken dat ervan.
En de mensen zijn deel van de natuur. Héél 'natuurlijk' hebben die zich ontwikkeld tot de nieuwe dinosaurussen. Nou en?
_____________________________
THOMAS L. FRIEDMAN, Our Three Bombs, NYT, October 7, 2009,
http://www.nytimes.com/2009/10/07/opinion/07friedman.html
Over North Atlantic Oscillation: Mijn Dagboek: 11 September 2006
"De natuur heeft geen problemen; mensen maken dat ervan", schreef ik 25 Maart 1999 in een artikel over een crisis in mijn leven:
Mijn TIA op bezoek, http://van-eyk.net/gerard/biblio/tiatekst.htm

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 12 Oktober 2009
Henk komt terug op How Nonsense Sharpens The Intellect van afgelopen Donderdag. Proefpersonen die gezwoegd hebben op Kafka-teksten, zijn daarna zijn intellectueel alerter en opener. Henk heeft dat bij dichters.
--"Ik lees en herlees, en probeer te duiden. Zou hij dit bedoelen? Of dat? Per slot aanvaard ik vaak dat ik een eigen interpretatie heb gevonden. Mogelijk niet die van de dichter. Ik voel mij alerter en opener daarna".
--"Ja Henk, daarvoor ga ik ��k vaak 'naar de dichters'. Zo werkt dat bij mij ook, maar toch zijn Kafka en die dichters zijn geen 'Nonsense'. Hoe zit dát dan?" (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 13 Oktober 2009
De Nobelprijzen voor Charles Kao, Willard Boyle en George Smith brachten Patrick Illinger ertoe om in Die Sueddeutsche een beschouwing te wijden aan de wereldomspannende gedigitaliseerde netwerken die er het gevolg van zijn. Het is niet een uitvinding als --bijvoorbeeld-- een auto, waarmee je van A naar B kunt reizen. Digitalisering doordringt alle aspecten van de menselijke activiteit, telefoon, wasmachines, kinderspeelgoed, winkelkassa's, om maar een paar uiteenlopende voorbeelden te noemen. Maar 'communicatie' springt er boven uit.
Illinger haalt daartoe een uitspraak van Bertold Brecht aan. Brecht was niet alleen origineel theaterschrijver, maar ook een van de geavanceerde denkers over de zin en betekenis van het nieuwe medium van toen: De radio.
Brecht vond dat de uitvinding van de radio pas voltooid zou zijn als het behalve distributie- of uitstralingsmedium, ook een communicatiemedium zou zijn. Met de 'digitale communicatie' van nu, hebben we, volgens Illinger, aan die voorwaarde voldaan. Ik vond gelukkig snel die complete aanhaling in een uitgebreide beschouwing over Brecht's denken:
--"Der Rundfunk wäre der denkbar großartigste Kommunikationsapparat des öffentlichen Lebens, ein ungeheures Kanalsystem, das heißt, er wäre es, wenn er es verstünde, nicht nur auszusenden, sondern auch zu empfangen, also den Zuhörer nicht nur hören, sondern auch sprechen zu machen und ihn nicht zu isolieren, sondern ihn in Beziehung zu setzen".
Maar ik vond daar ook een andere uitspraak die nog evenzeer geldig is als je het blog-gen, het facebook-en en het twitter-en van nu een beetje afstandelijk bekijkt:
--"Man hatte plötzlich die Möglichkeit, allen alles zu sagen, aber man hatte, wenn man es sich überlegte, nichts zu sagen".
Dat publiceerde Brecht in 1932. Het was het resultaat van zijn denkwerk vanaf 1927.
Illinger wijst daarnaast nog op een andere fenomeen van de 'digitale revolutie'. Naast de razendsnelle technische ontwikkeling, was er ook een buitengewoon snelle acceptatie. Daar moeten wij ons evenzeer over verbazen. En niet alleen acceptatie door de 'internetgeneratie', ook door mensen die nog weten hoe je vinger voelt als je tientallen nummers moest bellen op een draaitelefoon. Of hoe een schrijfmachine klinkt. Of het geluid van een hele 'typekamer' vol van die ratelende dingen.
Tot slot wijst Illinger nog op het 'inherente bedrog' van deze communicatiesystemen. In feite zijn die kanalen "filters" die slechts een beperkte kijk op de reële wereld geven. Naast de obligate zoekmachine van Google, en de even onmisbare Wikipedia, bestaat er nog een hele wereld die moeilijk is voor te stellen. Daar mogen we ook wel eens over nadenken. Vóór we ons beperken tot 'de gefilterde realiteit'.
Illinger zette mij op het spoor van Brecht. Hij dacht na over radio toen het allemaal nog utopie was. Misschien kunnen we er van leren voor onze huidige situatie.
________________________________
Patrick Illinger, Digitalisierung, Die zwiespältige Revolution, Die Sueddeutsche, 10.10.2009
http://www.sueddeutsche.de/computer/140/490516/text/5/
Een goed overzicht van de gedachten die Brecht in 1932 publiceerde staan mooi bijeen in een artikel van:
Stefanie Susanne Planck, Medienutopien, Bertolt Brecht: Der Rundfunk als Kommunikationsapparat
http://www.hdm-stuttgart.de/ifak/medienwissenschaft/medienkritik_medienwirkung/medienutopien/medienutopien_planck

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 14 Oktober 2009
In El País trof ik een prachtig voorbeeld aan van het NLse neologisme 'duyvendakken'. Het betrof de Franse minister van Cultuur, Frédéric Mitterrand, de oomzegger van de vroegere president François Mitterrand, waarmee Sarkozy 'iemand uit het linkse kamp' in zijn regering wilde halen. Dat Spaanse artikel komt vervolgens met een Euro-neologisme uit de Vaticaanse hoek. [In het Spaans efebófilos en ebofilia] om vraagtekens te plaatsen bij deze rel. Mitterrand is --zoals blijkt uit, La Mauvaise Vie, zijn in 2005 gepubliceerde autobiografie-- in Thailand geweest, en heeft er mooie jongens bewonderd. Dat hij homo was, was bekend, maar de rel ontstond toen Marine Le Pen, de nieuwe presidente van Front National [FN], kortgeleden pikante citaten daaruit in Le Monde zette.
Kortom, dit is een leuke complexe rel, want waar neologismen zijn is òf sprake van taalverrijking of van begripsverhulling: Waar rook is, is vuur. Dat moet worden uitgezocht.
Ik begin met 'duyvendakken'. Volgens Van Dale is dat een van de Nieuwe Woorden van 2008. 'Duyvendakken' is "iemand afrekenen op zijn of haar actieverleden", met name om een politiek persoon onderuit te halen. Op de Van Dale site kun je dat haarfijn terugvinden, compleet met een YouTube met Wijnand Duyvendak en Femke Halsema van Groen Links voor de details van die affaire
Dat Spaanse artikel bekijkt die onoverzichtelijke franse rel op een afstandje in het opinieartikel Mitterrand en la hoguera, [Mitterrand op de brandstapel]. Nu had Mitterrand zèlf al voor de TV verklaard dat homofilie niet hetzelfde is als pederastie, knapenschennis en geslachtsgemeenschap met minderjarigen. De Fransen vegen dat nog steeds demonstratief op één hoop, vermoedelijk omdat ze denken daardoor voor 'normaal' door te gaan. 'Normaal' zijn, op alle gebied, hoort hier tot de cultuur.
El País haalt er efebófilos en ebofilia bij. Dat is weliswaar geen echt neologisme, maar het Vatikaan heeft recentelijk dat oude woord van stal gehaald om zijn pedofiele bisschoppen vrij te spreken. Dat woord zou een betere beschrijving van het 'kwaad van Mitterrand' zijn, en dus, net als die Roomse bisschoppen, is Mitterrand onschuldig.
Het lijkt even alsof El País de Fransen van hun [m.i. geveinsde] ondeskundigheid op het gebied van seksuele geaardheden af wil helpen, maar dan blijkt dat eigenlijk het Vaticaan, en de Vaticaanse theologie, een veeg uit de pan krijgen. Het artikel vervolgt namelijk met de 'stoute' vraag of het Vaticaan deze uitspraak niet alleen geldig wil verklaren voor de dienaren van God, maar ook voor die van César. [...sólo es disculpable en los ministros de Dios o también en los del César.]
Het Vaticaan zou dan partij kiezen in dat Franse probleem met een theologische spitsvondigheid òf de moraal van gelovigen en van leken doen verschillen. Maar het zou de discussie wel verrijken met andere ['onschuldige'] seksuele geaardheden die nu onbespreekbaar zijn zoals het Lolita complex en het Shota complex.
El País legt daarmee ook de vinger op andere ongerijmdheden in die Franse rel.
__________________________
Duyvendakken: Mijn Dagboek 17 december 2008 en http://woordvanhetjaar.vandale.nl/
Mitterrand en la hoguera, EL PAÍS, Opinión, 10-10-2009, http://www.elpais.com/articulo/opinion/Mitterrand/hoguera/elpepiopi/20091010elpepiopi_3/Tes
Frédéric Mitterrand, La Mauvaise Vie, Robert Laffont, 17/03/2005
Lolita en Shota complex zie: Éphébophilie: http://fr.wikipedia.org/wiki/éphébophilie
Le prêtre, l'Eglise et les petits garçons: http://cartoons.courrierinternational.com/node/133510

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 15 Oktober 2009
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 16 Oktober 2009, mijn naamdag
Tien dagen geleden schreef ik over een 'misverstand' waardoor een persrel ontstond. Een middelbare school in Créteil werd ervan 'beschuldigd' haar leerlingen 'presentiegeld' te geven. 'Iedereen' kwam aan het woord. Ook bekende pedagogen lieten zich extreem negatief. Maar het lag veel genuanceerder, en de rellenschoppers moesten afdruipen. Van die 'bekende pedagogen' geen woord.
Dat is ongeveer het model van 'nieuws' in de moderne tijd, met bloggers, twitters en facebook-ers. Kortom met De Moderne Middelen, DMM.
Misschien was het een 'misverstand', misschien was het opzet, maar dat het slaagt berust niet alleen op DMM. Er moet ook op grote schaal slecht worden gelezen, en er moet op grote schaal 'onkritisch napraten' zijn. Van deze 'sociaal-culturele realiteit' kun je misbruik maken. Dat was het geval met de rel tegen François Mitterrand.
Het begon met een voorbereide coupe tijdens het TV-discussieprogramma "Mots Croisés" op 5 oktober over de recidive van sexuele misdadigers. Marine Le Pen vindt François Mitterrand van hetzelfde kaliber, en haalt een zinnetje uit zijn boek aan. Niemand bekijkt het hele boek, en de rel is geboren. Impliciet is Mitterrand een sexuele misdadiger. Zo werkt dat, en de stenengooiers staan klaar met DMM.
Uit Spanje komt pas 10 oktober een relativerende beschouwing zoals ik eergisteren schreef. 11 oktober komt een meer kritische discussie op gang als Jean-Luc Mélenchon, lid van de Senaat, op Europe 1 verklaart dat Mitterrand het slachtoffer is van een 'schandpaaltechniek'. De discussie in Le Monde die daar op volgt, levert langzaamaan meer zinnige uitspraken. Onder andere dat Marine Le Pen, als uit Mitterrand's boek inderdaad zou blijken dat hij een sexuele misdadiger is, zij dat vier jaar geleden bij het verschijnen van het boek had moeten zeggen.
Ik ben op zoek gegaan naar [recensies over] het boek. Ik vond verschillende kleine, kort na het verschijnen in 2005. De meest informatieve is die in Nouvel'Obs van 2008. Daarin lees je van een man die de zestig nadert, en met zijn verbouwererende homosexualiteit heeft leren leven: «une vie infirme, tout de refoulements et de frustrations».
Het bewonderenswaardige van dit boek, schrijft Dominique Fernandez in Nouvel'Obs, «c'est le mélange de courage dans l'aveu et de retenue dans l'expression», die mengeling van moedig bekennen en terughoudend beschrijven.
--"On ne l'enrôlera pas dans la troupe joviale des gays triomphants (...) il aime sans être aimé, et le livre retentit d'accents déchirants qui ne permettent pas de mettre en doute la sincérité de l'auteur".
[Hij hoort niet bij de joviale juichende homo's (...) Hij bemint zonder bemind te worden, en het boek bewaart daarvan hartverscheurende details die geen ruimte laten voor twijfel aan de oprechtheid van de schrijver].
--"Tout est dans l'allusion, dans le non-dit, dans ce frémissement fiévreux et timide qui est la marque du véritable érotisme littéraire"
[Het zit allemaal in zinspeling, in het niet-benoemde, in die koortsige en verlegen hevigheid die het kenmerk is van werkelijke literaire erotiek].
Marine Le Pen heeft het boek 'zéér selectief" gelezen. De stenengooiers nietééns. Daarom werkt haar truc. Helaas.
__________________________
Frédéric Mitterrand, La Mauvaise Vie, Robert Laffont, 17/03/2005
Nouvel'Obs, Dominique Fernandez, Frédéric et les garçons,
http://bibliobs.nouvelobs.com/20080604/5421/frederic-et-les-garcons
Marine Le Pen accuse Frédéric Mitterrand de tourisme sexuel [Video Dailymotion, 2'16", Interessante demagogie!]
http://www.dailymotion.com/video/xaq30m_marine-le-pen-critique-frederic-mit_news
Le Monde, "Affaire Mitterrand" : Mélenchon dénonce le "pilori" et Besson "une régression redoutable"
http://abonnes.lemonde.fr/societe/article/2009/10/11/affaire-mitterrand-melenchon-denonce-le-pilori-et-besson-une-regression-redoutable_1252477_3224.html#ens_id=1241480

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 17 Oktober 2009
Vandaag geen stukje. De klimaatverandering speelt mij parten. Ik heb mij ziek gemeld. Ik lig op bed en doe niets. Zalig!! Of is dit toch een stukje?
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 18 Oktober 2009
Het schiet niet op. Met alle ramen en deuren potdicht, is de toestand letterlijk uitzichtloos. In de figuurlijke zin heb ik daar ook moeite mee. Mijn belangstelling voor de buitenwereld --buiten tuin en dorp bedoel ik-- is tot nul gedaald. Met trui, muts, das en handschoenen, ben ik bezig met het binnengebeuren, in de rondblazende luchtverwarming die vrij schootsveld geeft aan de huisstofmijt. Daar liep ik normaal met een boog omheen.
En natuurlijk, des Pudels Kern, de onverwachte tegenslagen met de laatste loodjes. Alsof de duvel ermee speelt. Logisch, het zijn pechduiveltjes.
[Wat je niet kunt bestrijden, moet je beschrijven.] (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 19 Oktober 2009
--"De wits ut mei neet", is een Venlo'se uitdrukking die mijn vader vaak gebruikte. Letterlijk betekent het 'je weet het soms niet', maar het was de manier waarop hij dat gebruikte waarvoor ik hem dankbaar ben. Rustig accepteerde hij daarmee een 'niet k�nnen weten', terwijl hij toch zijn volle, open, nieuwsgierigheid behield over hoe het w�l zou zijn, of aflopen. Het betrof de onzekerheden van de toekomst, maar ��k de vreugde over een onverwachte positieve ontwikkeling. Het was een soort nederigheid waarmee hij een hem toegevallen geluk accepteerde: De wits ut mei neet.
Ik moest daar --achteraf!!-- aan denken toen Ghislaine mij gisteren opbelde met de vraag of bepaalde originele documenten, die ze Maandagmorgen nodig had, hier zouden kunnen liggen. Zoeken! Zoeken! En ja, zo was het. Raadselachtig maar w��r.
Ik kon ze fotograferen en opsturen, zodat de copie�n aan het eind van de middag bij haar uit de printer rolden. Het was een van die pechduiveltjes die ik gisterenmorgen beschreef als 'verleden tijd'. Ho maar! Het kostte mij vrijwel de hele middag. Maar we moesten er niet aan denken dat zij deze ontdekking een paar dagen later had gedaan, of dat ik 'op tijd' was vertrokken.
--"De wits ut mei neet", zou mijn vader van deze 'goede afloop' zeggen.
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Hotel Condal, Dinsdag 20 Oktober 2009, 1900MET
Dit wordt een spannend reisverhaal. Het is ook nog niet af ��k. H��t van de naald!!
Na het stukje van gistermorgen ging ik op zoek naar een vlucht van Barcelona naar Tenerife. Mijn koffer was voldoende gevorderd. Ik had weer vertrouwen. Ik koos een vlucht voor vanmorgen 0700. Ik belde mijn vaste hotel. Ook OK. En toen naar de SNCF voor een reservering voor de Talgo van 1555. Mispoes! De website meldde 'pertuberations' en kon geen reservering maken. Even later vond ik een pagina met de details van de staking. Staking? O ja, dat zou toch pas morgen zijn? Maar daar stond zwart op wit dat de Talgo niet zou rijden. Opbellen bracht weinig verheldering, en dus ging ik z�lf naar B�ziers.
Kort voor vier uur zag ik daar op tijd (!) de Talgo vertrekken. Verdomme! Had ik nou maar niet alles afgebeld.
Maar, zo verzekerde de lokettiste, de Talgo van morgenvroeg 0806 zal zeker rijden. Hij staat op de noodlijst. Kaartje+reservering ging niet meer. De computers staakten al. Ik moest mij bij de conducteur moeten melden bij het instappen. Heel gebruikelijk en geloofwaardig.
Vannacht begon het pijpenstelen te regenen. Het was even droog toen ik naar de bus van 0700 in Cessenon liep. Ik was op tijd in B�ziers, maar de trein van 0806 was niet aangekondigd. Wel verscheen er na enige tijd de aankondiging dat er een bus zou komen op 'le cour de la gare'. Die kwam inderdaad na lang wachten. Ik zei keurig tegen de chauffeur dat ik geen kaartje had, maar hij zei dat hij niet de bevoegdheden had van een treinconducteur. G��n kaartje dus. Toegang geweigerd.
Inmiddels had ik gezien dat de lokettisten in B�ziers staakten, en dat de Talgo van 1555 niet op de noodlijst voorkwam. Ook geen vervangende bus. En het was weer gaan regenen. Ik zag het somber in, en overwoog naar Cessenon terug te gaan, om daar de staking af te wachten. Nee! Dan liever naar mijn voorkeurshotel.
In Hotel des Po�tes kreeg ik de tip dat er nog een kantoortje was met bussen naar verre landen. Itali� en Duitsland, bijvoorbeeld. Ik herinnerde mij dat, maar ook dat ik daar in het verleden zeer slechte ervaringen mee had. Heel magere en onregelmatige dienstregeling, reuze vertragingen en onverwachte annulering. Dat obscure kantoortje tegenover het station kende ik wel, maar ik had er nog nooit 'leven' gezien. Maar, om elf uur zou het open zijn. Daar ging ik eerst op af.
--"Inderdaad, er is om 1330 een bus naar Barcelona", zei de alleraardigste dame, "maar die is vol. Gistermiddag heb ik de laatste plaats verkocht. Tjokvol. Wegens de staking vermoedelijk".
Ik moest om 1330 maar langs komen. Misschien is er een plaatsje vrijgevallen. En, vriendelijk als ze was, ze begon met bellen en navragen. En toen kreeg ze het verheugende bericht dat er twee plaatsen waren vrijgevallen.
Inmiddels was het opgehouden met regenen, en de bewolking werd lichter. Ik wandelde nog wat door B�ziers, nam een kopje koffie, kocht een krantje en wat fruit in de markthallen. Het liep als gesmeerd. Om zes uur was ik, hier in Barcelona, op het busstation, en twintig minuten later zat ik in mijn hotel. Een bekende wandeling langs Arc de Triomf en door Sant Pere. De WiFi van het hotel hebben ze verbeterd, zodat die ook op de kamers werkt, en niet alleen in het cafetaria op de begane grond.
Straks ga ik Internetshoppen voor een vliegbiljet naar Tenerife. Misschien dus morgen al, anders blijf ik nog een nachtje extra. Tot zover dit reisverslag
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Hotel Condal, Woensdag 21 Oktober 2009
De regen heeft mij vannacht ingehaald. Pijpenstelen op de Ramblas! Met dozijnen andere paraplu's liep ik er. Voor El Pa�s. Voor fruit in de Boquer�a, en voor een kopje koffie in Cafè de L'Òpera tegenover het Liceu. Allemaal vlakbij.
Ik heb geen haast. Ik kick af van de waanzinnige weken van Unfinished Business die achter mij liggen. Ik wilde schrijven over het 'hiernamaalseffect in onze cultuur' dat opdook in een correspondentie met Miek vlak voor mijn vertrek. Onderweg maakte ik daarover interessante aantekeningen.
Het kan wachten. Eerst afkicken en straks, als de lucht is opgeklaard, een biljetje kopen voor Tenerife. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Hotel Condal, Donderdag 22 Oktober 2009
Na de donkere pijpenstelenregen van gistermorgen, werd het lichter. Na de middag scheen de zon zelfs bescheiden. Ik deed binnenshuis wat achterstallige mail, en ging toen lekker slenteren zonder ander doel dan 'slenteren'. Per slot moest ik naar een echt reisbureau voor mijn reisbiljet. Zoals vaker, weigerde de internetverkoopsite de codes die mij recht geven op substanti�le kortingen als bewoner van Las Islas Canarias. Daar moest een mensenhand aan te pas komen. Zo nam ik de Aerobus naar het vliegveld. De zon scheen inmiddels. Straks om 1135 vertrek ik. Om 1400 op Tenerife Noord. Op tijd voor de laatste boot. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Vrijdag 23 Oktober 2009
Gisteravond was ik hier. Margareta wachtte op mij in de haven. Zij bracht mij naar mijn appartement. Einde reis.
Ik at nog wat fruit dat Margareta voor mij liefdevol had achtergelaten. Ik was te moe om alle signalen van deze nieuwe omgeving op te nemen. Ik keek vanaf het balkon eens rustig naar de Orion en de winterzeshoek. Dat was voorlopig voldoend�. Het moest allemaal 'slow motion' begreep ik.
En zo ook vanmorgen. Rustig bekeek ik de stapel post van de buitenkant, en probeerde vast te stellen welke aktie �cht belangrijk was.
--"Eten kopen en andere boodschappen". Dat werd het. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Zaterdag 24 Oktober 2009
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Zondag 25 Oktober 2009
--"No hagas nunca nada que ya sabes que quieres hacer". [Doe nooit iets waarvan je al weet wat het wordt, cq waarvan je weet wat je wil maken]
Aan het woord is Eduardo Mendoza die geïnterviewd wordt over zijn nieuwste boek. Het is voor mij een bekende 'waarde', maar Mendoza formuleert het scherper. Ik zeg altijd tegen mezelf --bij moeilijkheden bij een klus of klus-idee--
--"Als je aan het eind weet hoe je het had moeten doen, dan heb je iets geleerd".
Mendoza zei dat in antwoord op de vraag waarom zijn nieuwe boek niet voortborduurde op de successen van de vorige. Hij voegde er aan toe dat hij nooit van tevoren wist wat het zou worden, als hij een schrijfidee had. Een roman of een essay.
Ik heb nog nooit een boek van hem gelezen, maar ik volg zijn [zeer onregelmatig verschijnende] politiek-culturele observaties met genot. Toen het vorig jaar in Mei in Frankrijk de mythe van "Parijs Mei '68" werd ontmaskerd, werd het publiek bekend dat 'Mai soixante huit' geen exclusieve "Parijse of zelfs maar Franse zaak was met wereldgevolgen". Mendoza deed daar nog een schepje bovenop door aan te tonen dat 'Mai soixante huit' helemaal aan het eind kwam van het wereldgebeuren. Een soort hekkensluiter. Ook Sarkozy zat helemaal verkeerd. Mendoza had foto's waaruit bleek dat de jongens en de meisjes van de eerste mei-weken gekleed in 'jasje-dasje' stenen gooiden, en de meisjes in de modieuze rokjes van die dagen.
Dat baardige lange-broeken gedoe dat tot de 'Mai soixante huit'-folklore is gaan behoren is van de maanden daarna. Die hippie-cultuur was in de voorafgaande jaren in de VS en Engeland tot bloei gekomen, maar aan Frankrijk voorbijgegaan. [Amsterdam had al jaren eerder zijn 'Lieverdje' en zijn 'Kaasjager'-cultuur.]
Mendoza is een Barcelonees [1943] die rechten had gestudeerd in het Franco-Spanje, maar daarna in 1966 en 1967 in Londen sociologie studeerde. 'Mai soixante huit' maakte hij zelf mee in Parijs als deskundig toeschouwer; vandaar. Veel later werkte hij als vertaler bij de UN in New York, en nu doceert hij 'vertalen' in Barcelona, bewust van de 'moeilijkheid' dat vertalen niet alleen om woorden gaat, maar om hele culturen en complete levensbeschouwingen die er achter steken.
Hij was altijd een scherpzinnige observator van de huidige tijd. Om het 'leesbaar' de maken --en politiek aanvaardbaar(!)-- beschrijft hij het vaak burlesk of parodiërend. Vandaar dat hij zelf wellicht ook niet weet of hij een essay of een roman gaat schrijven. Zijn eerste boek verscheen kort voor de dood van Franco, en 'analyseerde' de min of meer modieuze 'filosofieën' die toen opgeld deden over 'Wat na Franco?'
Hij vond daarvoor het prachtige woord 'prepostfranquismo'. Ik heb vaker geschreven over de 'transición', de overgang naar de democratie na de dictatuur. Het is heel ingewikkeld, en het helpt als je iets weet van dat 'prepostfranquismo'.
In zijn nieuwe boek beschrijft hij drie heiligenlevens. Drie 'portretten'. Niet van klassieke heiligen die ons tot voorbeeld strekken of die 'invloedrijk' zijn geweest. Nee, dit zijn 'heiligen' die betrokken zijn bij "una lucha agónica entre lo humano y lo divino", een zieltogende strijd tussen het humane en het goddelijke. Ook een moderne kwaal. Daar kom ik op terug.
_____________________________
Voor de 'Mai soixante huit'-ontmaskering zie o.a. Mijn Dagboek 19 Mei 2008
Interview: No he tenido nunca ninguna clase de pudor literario, El País Cultura, 22.10.09
Boekbespreking: Vidas ejemplares, El País Babelia, 24.10.09

terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Maandag 26 Oktober 2009
Gisteren schreef ik over Eduardo Mendoza. Dat hij zo'n scherpe observator was van de cultuur van het moment, en dat hij dat vaak burlesk of parodiërend beschrijft om 'politically correct' te zijn, zodat ook dàt weer een parodie wordt op het 'politiek correcte'. Hij beschrijft, zoals ik gisteren schreef, "una lucha agónica entre lo humano y lo divino", een zieltogende strijd tussen het menselijke en het goddelijke. Hij doet dat door drie 'portretten' op te voeren van 'heiligen'.
Vermoedelijk zo ongeveer --zoals ik tussen de regels opmaak-- als Luc Ferry --ondanks Nietzsche-- toch nog iets 'goddelijks' in het 'humane' wil ontdekken. Ferry zoekt daarvoor moeizaam naar trends in het verleden en het heden die zijn visie ondersteunen. Hij ontdekt twee processen in de huidige tijd die niet door de god-is-dood benadering van Nietzsche worden aangetast. Integendeel.
Hij wijst op de 'l'humanisation du divin' die sinds De Verlichting heeft plaatsgevonden. Daarnaast constateert hij de 'divinisation de l'humain', de vergoddelijking van het menselijke. Dat zou ons helpen zin en betekenis te geven aan ons bestaan en aan de oorzaken daarvan.
Niet zo een van de 'heiligen' van Mendoza. Die pleit voor "una ignorancia consentida, benigma y disciplinada en la creencia de que de nada sirve violentar las causas de lo incomprensible, de que sólo cabe aspirar a vivir y morir sin preguntar ni preguntarse las causas de lo uno ni de lo otro".
[Een toegefelijke, welwillende en gedisciplineerde onwetendheid in het geloof dat het nergens toe dient om de oorzaken van het onbegrijpelijke te achterhalen, en dat het alleen gaat om te leven en te sterven zonder vragen, noch zich vragen te stellen over de oorzaken van het ene of van het andere.]
Kijk, dat is een van de moderne heiligen à la Mendoza. Dat is nog eens wat anders dan een getormenteerde, zich kastijdende en zelf-verhongerde kluizenaar in de woestijn.
__________________
Eduardo Mendoza, Tres vidas de santos, Seix Barral, Barcelona, 2009
Mijn Dagboek 29 Mei 2009 over Luc Ferry, 'l'humanisation du divin' en 'divinisation de l'humain'

terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Dinsdag 27 Oktober 2009
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Woensdag 28 Oktober 2009
De constatering dat vrouwen zowat de helft uitmaken van de beroepsbevolking, terwijl dat 25 jaar geleden nog 35% was, besprak ik op 10 oktober naar aanleiding van een artikel van Lisa Belkin. Het ging om getallen die in het recente Shriver Report waren verschenen. Haar conclusie is dat de gelijkheid nog lang niet is bereikt, ondanks de fraaie cijfers.
Tot dezelfde conclusie komt Joanne Lipman, maar met heel andere --minstens zo interessante-- argumenten. En dan nog haar 'andere' positie in de maatschappij. Belkin is een journaliste die veel en deskundig schrijft over de culturele puzzels waarin vrouwen zich bevinden op weg naar 'emancipatie'. Lipman is een van de weinige carrière-vrouwen die het glazen plafond hebben gepasseerd, maar zij heeft bovendien haar vrouwelijke voeten aan de grond weten te houden.
Lipman begint met haar jeugd waar ze man-vrouw gelijkheid als 'normaal' leerden kennen. Vrouwenemancipatie was iets van 'fantasieloze schreeuwerige feministen van vorige generaties'. Zij vonden zich 'post-feministen', en gaven geen aandacht aan uitbreiding, of zelfs maar handhaving, van de verkregen posities. De resterende verschillen zouden in het gebruik wel wegslijten. Gewoon 'genieten' van de gelijkheid, en er gebruik van maken, was het devies van haar generatie.
Maar, terugblikkend, is het haar duidelijk dat de emancipatie stagneerde, en dat er harde verschillen bleven bestaan, en werden gecultiveerd. Nieuwe obstakels worden gecreëerd. Hoewel zij, net als Belkin, wijst op het 'goedkope' van vrouwen als economisch argument, wijst zij vooral op het verlies van respect dat vrouwen in [hogere] beroepen hebben ondergaan. Zij wijst met name op een 'cultuurverandering' die volgens haar samenviel met "9/11". De Amerikaanse maatschappij werd opeens meer 'macho'. Ook op andere fronten ziet zij dat. Boeiend!
Ik denk óók dat er meer en meer 'kinnesinne' van de kant van de mannen kwam. Denigrerende opmerkingen om het eigen falen of achterblijven te maskeren. Dat is althans mijn [aanvullende] conclusie als ik de waarnemingen van Lipman doorneem. Hoe zij constateert dat de 'beschrijvingen' van vrouwelijke collega's 'verrijkt' werd met uitdrukkingen als: "a big mashed-up bag of meat with lipstick on it", "probably progressive as well", en vrouwen "portrayed as either witches or bimbos, with pretty much no alternatives in between".
Haar belangrijkste conclusie is dat de vrouwen onderweg het 'respect' hebben verloren. Zij noteert daarvoor interessante observaties, maar geeft geen gedetailleerde aanwijzing voor remedies. Wel droomt zij: "If we can change the conversation about women [...] that's what real progress looks like".
En nu komt Charles Blow met The Magic of Michelle, waarin hij schrijft 'Michelle Obama is the coolest first lady ever'. Hij wijst op de buitengewoon hoge score over hoe zij haar rol als 'first lady' realiseert. 'A stratospheric 84 percent!', schrijft hij. Dat moet je vergelijken met de 67% die haar als persoon hoog schatten. Van die haar 'niet zo hoog' schatten, vindt de helft toch maar dat zij 'the coolest first lady ever' is.
Misschien begint dáár de 'change of conversation' waar Lipman over droomt.
_________________________________
JOANNE LIPMAN, The Mismeasure of Woman, NYT, October 24, 2009, http://www.nytimes.com/2009/10/24/opinion/24lipman.html
LISA BELKIN, The New Gender Gap, NYT, October 4, 2009, http://www.nytimes.com/2009/10/04/magazine/04FOB-wwln-t.html
CHARLES M. BLOW, The Magic of Michelle, NYT, October 24, 2009, http://www.nytimes.com/2009/10/24/opinion/24blow.html

terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Donderdag 29 Oktober 2009
De vorige week, de dag van mijn aankomst [wat gaat de tijd hard!] stond er een foto van Michelle Obama bij de 'pipel'-afdeling van El País met minimaal commentaar. Zij stond ze daar swingend met een hoola-hoop. Uit het bijschrift bleek dat het ging om een 'gezondheidsmanifestatie' voor de jeugd: "Méér sport doen, minder vet eten".
In vele opzichten trouwens een prachtige foto waar ik met veel plezier naar kijk. Die oude krant ligt er dus nog.
Dat evenement was een paar dagen later voor Charles Blow reden om het bijna-hagiografisch artikel te schrijven dat ik gisteren aanhaalde in een andere kontekst: The Magic of Michelle. Zijn loftuiting begint met:
"The scene underscored my impression of the first lady as utterly unencumbered by convention. She seems to feel free — free enough to loosen up and laugh a little, free enough to let her inner child peek through the veil of parenthood, free enough to be herself. I couldn’t imagine recent first ladies jumping a puddle on the sidewalk, let alone two ropes swinging at the same time in opposite directions".
Ik laat dat onvertaald, ik vind het prachtig hoe zij kennelijk haar 'innerlijke kind' naar buiten laat gluren, of hoe ze speels in een waterplas op het trottoir kan springen. Maar bij die 'two ropes swinging at the same time in opposite directions' raakte is het spoor bijster. Ik kreeg daar pas kontakt mee, toen ik ging natrekken wat 'jumping Double Dutch' betekende. Vanuit de kontekst moest het zoiets zijn als 'hoola hoop' of een ander straatspelletje zoals hinkelen [hopscotch]. Double Dutch betekende toch 'koeterwaals' of 'brabbeltaal'? Ik kende het nog van mijn Engelse leraar van de HBS die ons ooit een lijstje voortoverde met engelse uitdrukkingen waarin het woord 'dutch' voor een negatieve connotatie zorgde.
Maar niet zo in New York! Daar is het een speciaal soort touwtje springen dat daar al --met ups en downs-- een vierhonderdjarige traditie heeft. Het komt inderdaad van de Nederlanders uit die tijd. De tijd van Peter Stuyvesant, en de Flushing Remonstrance. Het is touwtje springen met twee tegen elkaar draaiende touwen. Een van mijn zusjes was daar vroeger erg goed in, en ook een buurmeisje.
En nu beleeft 'Jumping Double Dutch' een een glorieuze 'up'. Het is sinds een jaar officieel opgenomen in de Varsity Games, een 'sportieve interscolaire' in New York. Volgens de berichten kun je in parken en speelplaatsen in heel New York competitieve teams bezig zien met Jumping Double Dutch. Ik zal speciaal Miek hier op wijzen, want zij is op zoek naar wat 'ons kleine landje' voor moois in de wereld heeft achtergelaten. We correspondeerden al over de elementaire geloofsvrijheid die door Vlissinger immigranten werd gered uit de machtgreep van Peter Stuyvesant, maar deze profane nalatenschap mag er ook wezen.
Ik vond een artikel uit 2008 met de 400-jarige (vóór)geschiedenis van dat straatspelletje en de recente 'up' daarvan: Double Dutch Gets Status in the Schools. En nu springt Michelle Obama in de bocht:

"In spin, de bocht gaat in / Uit spuit, de bocht gaat uit" was een van de liedjes die we vroeger daarbij zongen.
____________________________
De bovengenoemde foto en andere foto's van de meespelende Michelle Obama op de South Lawn van het Witte Huis:
http://www.huffingtonpost.com/2009/10/22/best-michelle-obama-photo_n_328933.html
WINNIE HU, Double Dutch Gets Status in the Schools, NYT, July 31, 2008
http://www.nytimes.com/2008/07/31/education/31double.html
Over Flushing Remonstrance schreef ik 28 dec 2007 en 9 dec 2008

terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Vrijdag 30 Oktober 2009
Ik had gisteren een dame van de Santander-bank aan de lijn. Ik moest haar bellen om mijn nieuwe creditkaart in werking te stellen. Tot zover OK. Maar toen ging ze mij uitleggen dat ik een verzekering moest nemen tegen verlies en andere ongein. Voor een-en-veertig euro per jaar. Het gold voor alle creditkaarten in mijn bezit. Maar van Santander zèlf had ik al bij hun standaard contract allerlei verliezen verzekerd. En ook mijn kaarten in NL en Frankrijk worden door dergelijke verzekeringen gedekt. Maar dat was niet goed genoeg, wist ze mij met een ingewikkelde argumentatie te vertellen.
Ik kreeg langzaam de riedels, vooral omdat ze zo agressief bleef aandringen. In kende dat van een van de dames, speciaal Bernadette, van de Crédit Agricole in Cessenon sur Orb die ook geen gelegenheid voorbij laat gaan om mij voor te rekenen dat ik mijn creditkaart --en ik-weet-niet-wat-nog-meer-- moet bijverzekeren. Ik begin al te lachen als ze er weer over begint, maar ze houdt dapper vol, en lacht treurig-meewarig als ik zeg dat ze aan mij geen klant zal hebben. Heus niet!
Ik stapte later het kantoor van Santander binnen om eens te vragen hoe dat zat. Hoe zij op die manier hun eigen verzekering diskwalificeerden. Juan legde mij uit dat die autorisatie-dienst niet van Santander was, maar van de achterliggende creditkaart organisatie. In dit geval MasterCard. Die zouden te maken hebben met minder goed verzekerde 'doorverkopers' van de MasterCard, en zodoende ... Maar wéér moet ik mij een bank van het lijf houden met opdringerige nonsense-producten. Ik baal daarvan. Waar blijft de betrouwbaarheid van de bank als zodanig?
Ik herinnerde mij een recent artikel uit de Sueddeutsche. Daar ging het over de arbeidsomstandigheden van bankemployé's die gedwongen werden nonsense producten te verkopen. De vakbond Verdi had een enquête onder zijn leden gehouden, en was ontzet over de trend die daar om zich heen grijpt. Verkopers worden gedwongen, met allerlei drukmiddelen, maar nu ook met regelrecht ontslag, om de 'verkoopdoelen' te halen. Wekelijks, en zelfs dagelijks, worden ze op het matje geroepen om in speciale 'psychologiserende' sessies met collega's hun 'falen' te 'verdedigen'.
--"Die Banken werden immer mehr zu Drückerkolonnen" laat de vakbond weten. En ik vroeg mij tussendoor af wat Drückerkolonnen zijn. Ik vond:
"Als Drückerkolonne werden umgangssprachlich Verkäufer im Außendienst bezeichnet, die [..] sich dabei unmoralischer oder krimineller Methoden bedienen".
Dat is nogal wat 'unmoralischer oder krimineller Methoden'. De vakbond gaat deze misstanden in de publiciteit brengen met de slogan "Verkaufsdruck, nein danke".
Het gaat om deskundige mensen die dit beroep om ethische redenen hebben gekozen, omdat ze dan een klant eerlijk konden adviseren en voorrekenen wat het beste voor hem was. En nu dit: 'Magengeschwüren und Schlaflosigkeit'. Laat staan gewetensproblemen en verloren beroepstrots.
Ik zal dit in gedachten houden als ik Bernadette het volgend jaar weer zo treurig-meewarig zie glimlachen. Zij had vroeger wellicht ook andere beroepsidealen.
_____________________________
H. Freiberger, Finanzberatung, "Banken werden zu Drückerkolonnen", die sueddeutsche, 16.10.2009
http://www.sueddeutsche.de/finanzen/967/491336/text/7/

terug eerste dagboekregel

San Sebasti�n de La Gomera, Zaterdag 31 Oktober 2009
Op deze laatste Oktoberochtend, met vanavond Haloween spoken, heksen en draken, herlees ik een NYT artikel over de 'crash' van tachtig jaar geleden. Ron Chernow beschrijft in Everyman's Financial Meltdown hoe het toen verliep. Hoe de eerste signalen werden onderdrukt, evenals de voorgaande. Maar het verstoppertje spelen zette jarenlang door. Toch was het toen --aldus Chernow-- een betrekkelijk doorzichtige situatie, heel anders dan de abstract-complexe van nu. Maar het verstoppertje spelen is hetzelfde. Bij het lezen liepen de rillingen mij over de rug. Ik hoef de Haloween spoken niet af te wachten.
Het bedrog-circus gaat onverdroten voort. Kassa! (100 woorden)
_______________________
RON CHERNOW, Everyman’s Financial Meltdown, NYT, October 23, 2009,
http://www.nytimes.com/2009/10/23/opinion/23chernow.html

terug eerste dagboekregel

Einde Mijn Dagboek Oktober 2009