Mijn Dagboek 117

Dit is Lopend Dagboek (117). Het loopt van 1 tot 28 februari 2010 en begint in Iquique met gedetailleerde voorbereidingen voor mijn busreis over de Andes, en eindigt in Yerba Buena, in de groene maar natte heuvels ten Westen van Tucumán. Daartussenin woon ik een week ik de benauwde binnenstad. Drie keer doe ik 'het' in honderd woorden, en één keer sla ik over. Het grote evenement is de reis over de Jama-pas [1 3 4 5 8 13]. Ik wijd een stukje aan het opkomende 'Europessimisme' [16], en leer de Yungas kennen, het miskende, maar 'oh zo belangrijke' microklimaat [21 23]. Ik vind dat ik 'helemaal verkeerd' zit [21]. Mijn verkenningen in de Argentijnse cultuur en politiek beginnen met een bedelbrief van een middenklasser, een standbeeld voor Mercedes Sosa, een standsconflict tussen 'geletterden' en nog zo wat [9 10 11 12 27]. Ook begint deze maand het eerste[?] proces tegen de kopstukken van de de dictatuur [18 25 26]. De maand eindigt met alarmerende berichten over een natuurramp in Chili [28]
Index februari 2010
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28.

Iquique (Chili), Maandag 1 Februari 2010
Gisteravond was ik op bezoek bij Nelly en Carlos. Ik had Nelly in het voorjaar van 2005 ontmoet, en zij had mij in Juni uitgebreid geschreven over de hevige aardbeving in Iquique kort na mijn bezoek. Deze koelbloedige journaliste maakte juist een avondwandelingetje in de buurt, en schreef: 'Ik wilde doorlopen, maar het ging gewoon niet'. Het was een van de angstigste momenten van haar leven. Thuisgekomen vindt ze haar servies voor speciale gelegenheden in scherven op de vloer. Ze was geschokt.
Carlos had mij in 2008 goed geholpen toen ik wilde schrijven over Iquique als havenstad die autowegen bouwt om een soort "Rotterdam-Antwerpen van de Pacific" te worden. Hij introduceerde mij bij diverse havenautoriteiten en -technici. Hij is daar goed bekend, want hij verzorgt de internationale relaties van het gemeentebestuur van Iquique.
Heel onverwacht kwam zijn internationale ervaring ter sprake toen ik vertelde van mijn a.s. busreis naar Salta en Tucumán over de meer dan 4000 meter hoge Jama pas. Wegens zijn internationale kontakten had hij die reis, en andere busreizen naar en door Argentinië en Bolivië over het hooggebergte, meerdere malen gemaakt.
Inderdaad, bevestigde hij, moet ik goed zorgen voor warme kleren, maar belangrijker is het zuurstofprobleem, en de hoofdpijnen die daarbij kunnen opkomen. Het gaat bij die reis niet enkel om een hoge piek, maar het is een langdurige reis op die grote hoogte. En de bus is geen drukcabine zoals een vliegtuig.
Carlos vertelde mij van de verschijnselen, en wat ik er tegen kon doen. Om te beginnen mij heel rustig houden. In de bus worden zuurstofapparaten verstrekt, maar je moet er wel om vragen. Ze bieden ook warme thee van coca-blad. Die moet ik zeker nemen. Hij gaf mij het adres waar ik coca-blad kon kopen. Daar moest ik onderweg op kauwen. En thuis thee zetten van dat blad, en afgekoeld meenemen voor onderweg. En zeker ook Asperine innemen. Kortom, ik kreeg advies van een ervaren Andes reiziger.
Eerder op de dag had Alejandro, mijn reisgenoot, mij al gevraagd of ik ervoor voelde om in Salta te overnachten alvorens door te reizen naar Tucumán. Woensdag vertrekken we uit Iquique om 01.00 in de morgen, en arriveren rond 20.00 in Salta. Het onuitgesproken 'plan' was om dan meteen stoer door te reizen naar Tucumán. Met de bus zou dat twee à drie uur duren, en we zouden daar middernacht kunnen aankomen.
Maar Alejandro had contact gehad met een vriend in Salta die ons allebei uitnodigde bij hem te logeren voor een nacht. Of ik daar zin in had? Om mij lekker te maken, vertelde hij erbij dat die vriend voor ons een speciale lokale vleesschotel zou klaarmaken als avondmaaltijd. De keuze was niet moeilijk.
En zo begint 'de reis' wat meer kleur te krijgen.
________________
Over de aardbeving van 2005, zie Mijn Dagboek van 15 en 16 juni 2005.
Aardbevingen in Jujuy: 15, 20 en 28 jan 2010 resp. 4,3, 4,4 en 5,9. De laatste is de zwaarste van de laatste 8 dagen wereldwijd: http://earthquake.usgs.gov/earthquakes/recenteqsww/Quakes/quakes_all.php#listtop

terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Dinsdag 2 Februari 2010
--"About the age of fifty," schreef Freud, "the elasticity of the mental processes on which treatment depends is, as a rule, lacking. Old people are no longer educable."
Zo bevestigde hij het maatschappelijk vooroordeel van die tijd. Hij had er kennelijk niet echt over nagedacht. Je vraagt je af waarom hij dat wèl zo formuleerde, want hij is zelf een voorbeeld van opbloeien na zijn vijftigste. Toen had hij zijn eigen pijnlijke zelfonderzoek --o.a. over het haten van zijn vader-- achter de rug, en begon zijn wetenschappelijke en persoonlijk groei pas echt.
Maar het wordt geleidelijk duidelijk dat dit --helaas-- een zelfbevestigend vooroordeel is. Als je na je 50ste --of 60ste-- afhaakt "omdat dat normaal is", verlies je inderdaad flexibiliteit. In het 'oudjeshuis', waar ik in Geraldton in 2007 woonde, heb ik tragische voorbeelden van nabij meegemaakt.
--"'Ik heb lang genoeg gewerkt'. 'Ik heb recht op nietsdoen', 'Het is normaal dat je minder flexibel wordt' . Enzovoorts", hoorde ik daar voortdurend. En intussen hingen ze voor de TV, geëxcuseerd door Freud hoogst derzelve.
Ontwikkelingspsychologen hebben zich niet veel met 'oudjes' beziggehouden, maar er zijn intussen toch nogal wat wetenschappelijke studies die aantonen dat de neuronen op hogere leeftijd verbindingen blijven maken. Ook zijn er longitudinale studies --tientallen jaren geleden begonnen, en een follow-up studie na vijftig jaar-- die laten zien hoe de emotionele en intellectuele ontwikkeling doorgaat.
Nee, het 'leren' gebeurt inderdaad niet als een scholier, maar 'de school' is dan ook een culturele artefact van jewelste. Dat 'leren' leidt ertoe dat mensen na de gestreste middelbare leeftijd vriendelijker worden en warmer, en dat ze meer zelfvertrouwen krijgen. Ook de man-vrouw rollen rijpen door: Vrouwen worden assertiever en mannen leren hun emoties in hun leven te integreren.
Het NYT-artikel dat aanleiding was voor dit stukje gaat daarna verder met maatschappelijke en politieke consequenties. O.a. dat het federale budget van de VS voor ieder $ besteed aan kinderen, zeven dollar besteed aan ouderen. Het zij zo.
Ik ging te rade bij de bronnen die de schrijver, David Brooks, noemt, met name het boek uit 2001 van George Vaillant, Aging Well. Ik vond een paar interessante interviews en boekbeschrijvingen en ook het citaat van de 100-jarige Hubie Blake:
--"If I'd known I'd live this long, I'd have taken better care of myself."
Kortom, als je piekert over je ouderdom, lees die interviews ook maar eens. Het helpt je om het maatschappelijke vooroordeel, gezegend door Freud, van je af te schudden.
--"Je ben nooit te oud om te leren", dat hield mijn vader mij al voor.
________________________
DAVID BROOKS, The Geezers’ Crusade, NYT, February 2, 2010, http://www.nytimes.com/2010/02/02/opinion/02brooks.html
George E. Vaillant, M.D., Aging Well, Little, Brown, ISBN 0316989363
William J. Cromie,How to be happy and well rather than sad and sick, HARVARD GAZETTE ARCHIVES
[Beschrijving van de studies van Vaillant], http://www.news.harvard.edu/gazette/2001/06.07/01-happywell.html/
KENNETH SHOULER [interviewer], BookPage Interview January 2002: George E. Vaillant, M.D. If I'd known I'd live this long, I'd have taken better care of myself, http://www.bookpage.com/0201bp/george_vaillant.html
Over Geraldton, zie met name Mijn Dagboek van 5 April 2007 waar ik het samenvat als "slow motion suicide".

terug eerste dagboekregel

Calama (Chili), Woensdag, 3 februari 2010, 0800
We zijn vannacht nagenoeg op tijd vertrokken uit Iquique. Om 0100. Francisco bracht ons weg. Marisa en de kinderen waren er ook om man en vader, Alejandro, uit te wuiven. Het was een tocht in Zuid-Oostelijke richting door de Atacama woestijn, richting Andes gebergte. Dit is onze eerste rust. De Terminal, busstation, is erg eenvoudig. Ik moet er geweest zijn bij een van mijn eerste reizen door Chili, maar dat was vóór de computercrash van 1998, en ik herkende de situatie nu niet. We hebben hier een half uur om de benen te strekken. Er zijn WC's, maar de bar en het winkeltje zijn niet open.
Na het vertrek zijn we meteen gaan slapen in onze 'semi-camas', onze 'halfbedden', nogal royale leunstoelen met voetsteun; een stuk comfortabeler dan een vliegtuigstoel in de Economy-class. Ik was helaas 'onverbiddelijk' om vijf uur wakker, maar ik zag de zon opkomen boven de woestijn. De volgende stop zal San Pedro de Atacama zijn. Daar is al de Alto Plano, de hoogvlakte, maar het echte klimmen begint daarna.
128 km voorbij San Pedro de Atacama. 1450. 32 km vóór El Paso de Jama. We reden zojuist km paal 128 voorbij, vandaar die preciese plaatsbepaling. Om 1100 waren we bij de paspoortcontrole van San Pedro. Het is vandaar nog 160 km van de Argentijnse grens, maar er is wèl de Chileense paspoort- en douanecontrole; rest is namelijk onbewoonde hoogvlakte. Onder leiding van de buschauffeur moesten we in een speciale rij wachten voor het kantoortje. Gelukkig duurde het niet lang, ik denk dat we hooguit twintig minuten hebben gewacht 'als een schoolklasje'. Toen het loket vrij was, ging het snel.
Vlak na San Pedro begon de forse stijging over de vernieuwde weg. Hier en daar zag je nog resten van wat de oude bochtige weg moet zijn geweest. Het ging heel langzaam, soms stapvoets, maar na zo'n vijftig kilometer bereikten we het hoogste punt. Er staat geen bordje bij, of ik heb het gemist. Dat zou 4400 meter zijn, maar volgens anderen 4200. Dat ga ik natrekken.
Daarna daalden we iets, en bleven vervolgens heel lang op die grote hoogte met zoutmeren. Soms zag ik vogels en lama's. De tocht is eindeloos, en eindeloos mooi. In de verte zie je de cordillera, de hoogste bergtoppen van de Andes; sommige wit besneeuwd. Vanaf San Pedro ben ik aan de meegenomen coca-thee begonnen, en aan het kauwen van de coca blaadjes. Alejandro, mijn reisgenoot, wist hoe het moest. Je moet niet echt doorbijten, dan gaan de blaren teveel stuk, en er zit dan niets anders op dan doorslikken. Nee, je moet zachtjes bijten zodat de blaren door-en-door bevochtigd worden, en er af en toe op zuigen. Tussentijds kun je het propje tussen je wang en kies, in de wangzak, bewaren. Van de thee nam ik af en toe een slok. Op het hoogste punt gekomen voelde ik mij niet typisch 'fit' of 'vitaal', eerder wat 'lui', maar zeker leed ik niet aan de verschijnselen van de 'hoogteziekte'. Al gauw werd het minder. De stijging van de Chileense kant is nogal fors voor het laatste stuk. Misschien was het dat.
El Paso de Jama, Argentijnse grenspost. 1700
We reden hier binnen om 1515. Nu zitten we weer in de bus om verder te rijden. Het wachten duurde eindeloos. Weer hetzelfde ritueel, in de rij 'als een schoolklasje', maar er waren twee bussen voor ons die allerlei moeilijkheden hadden. Daarom duurde het zo lang. Toen wij eindelijk aan de beurt waren, was het zó gebeurd. Wegens het lange wachten werd de douanecontrole ons kwijtgescholden, vertelde de chauffeur verheugd. Met het in-en uitladen van alle bagage had dat nog eens anderhalf uur extra kunnen duren. Mooi meegenomen!!
Tussen Paso de Jama en Salta. 1900.
Na de Argentijnse grenspost daalden we nog verder. Nog steeds langs reusachtige zoutmeren, maar ze zien er geleidelijk anders uit. Hier en daar verschijnt groen. Verderop was er nog een fikse afdaling met virtuoos bochtenwerk [van de wegenbouwers] en wordt de 'woestijn' wat vriendelijker met o.a. die bekende, meer dan manshoge cactussen, die op kandelabers lijken. De zon gaat inmiddels onder, en ik probeer het landschap te fotograferen. Ik heb geen idee wat er van terecht komt. Mooie uitzichten zijn moeilijk fotografeerbaar, zeker vanuit trein of bus. Ik heb geleerd, dat ik die vóór alles in mijn eigen grijze cellen moet opslaan. Daar zijn ze het allermooiste. Als er geslaagde foto's bij zijn, is dat 'mooi meegenomen'.
Inmiddels heb ik een 'kleine deceptie' verwerkt. Met de slechte informatie over de reis kreeg ik indruk dat we om acht uur in Salta zouden zijn. We zouden zelfs nog vóór middernacht in Tucumán kunnen zijn, was 'het verhaal'. Mispoes!!
Alejandro, en Gabriela met haar Iquique-iaanse omgeving, zijn geen doorgewinterde reisplanners. Ze houden lang vast aan droombeelden. Ik had het kunnen weten. De bus zou sowieso pas tien uur of half elf aankomen, bleek bij navraag bij de chauffeur, maar met de vertraging van de Argentijnse grenspost, zal het nu zeker half twaalf worden. Balen!!
terug eerste dagboekregel

San Lorenzo, nabij Salta (Argentinië), Donderdag 4 februari 2010, 0700
Gisteravond was het precies middernacht toen we de Terminal van Salta binnenreden. Met een taxi gingen we naar de vrienden van Alejandro die ons hadden uitgenodigd om te overnachten en voor een speciale lokale schotel, waar Alejandro verlekkerd over had gedaan. Alles bij elkaar --bagage uitladen en taxi zoeken-- waren we daar om 0100. Precies 24 uur na ons vertrek uit Iquique.
Ze hadden op ons gewacht. De 'speciale schotel' was vlees van de 'braai', van de ingebouwde barbecue die ik zo goed van Zuid-Afrika kende, met diverse rauwkostsalades. Dat smaakte ons wel, want de laatste 24 uur was 'weinig of niet eten' het parool geweest.
Maar er werd ook lang en veel bijgepraat met de vrienden, zodat Alejandro en ik pas om half drie op de geïmproviseerde matrassen in de woonkamer gingen slapen. Ik kòn niet meer. Ik was òp. Toch werd ik weer 'onverbiddelijk' wakker om vijf uur. Ik kon nog een uurtje dommelen, en daar moet ik het mee doen. Misschien straks nog een 'siësta'.
De meute slaapt nog. Het is doodstil in huis, en ik "zet mij neder, en schrijf".
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Vrijdag 5 Februari 2010
Nadat gistermorgen iedereen wakker was en koffie had gedronken, gingen Alejandro en zijn vriend Roli aan de computer zitten voor een bus naar Tucumán. Om 1245 was de eerste die we konden halen, maar plaatsreserveren lukte niet. Daarom moesten we haast maken.
De kaartjes waren vlug gekocht zodat we nog tijd hadden voor een salade bij bij Pizzería van de Terminal. Daar was ook WiFi, zodat ik nog vlug-vlug mijn e-mail kon bekijken.
De busreis duurde vijf uur. Ook daarover was nogal wat mis-informatie geweest. In Iquique werd er voortdurend over een 'busreisje van twee uur' gesproken. Volgens Alejandro had de man aan het loket gezegd 'vier uur', maar pas om 1745, na vijf uur dus, kwamen we aan. 'Precies op tijd' volgens de chauffeur. Kennelijk hoort dit soort mis-informatie bij Argentinië.
Toen snel naar de flat van de moeder van Marisa. Die is leeg, want Mabel, de moeder van Marisa, is naar haar andere dochter, in Mexico. Tot begin Maart. Vlak voor sluitingstijd haalden we het wisselkantoor nog, zodat ik wat euro's kon inwisselen, en Alejandro terugbetalen. Mijn Chileense peso's zijn hier nergens goed voor. Alleen bij een kiosk op de grenspost van Paso de Jama kon ik een blikje Fanta ermee kopen. De maaltijden, de busreis en de taxi's had Alejandro daarom voorgeschoten.
Nadat Alejandro mij wegwijs had gemaakt, is hij naar zijn eigen flat was vertrokken. Ik ben toen nog even naar de overkant geweest naar een middelgrote supermarkt om inkopen te doen. Ik zit hier namelijk midden in het oude stadscentrum met winkels met gevels in 20-er jaren stijl. En een drukte van jewelste. Handig, maar niet goed voor frisse lucht. Dat moet dus worden bekeken.
Ik heb vannacht een redelijk geslaagde inhaalslaap gehad, en dadelijk ga ik de buurt verkennen. Kijken of ik een I-café vind. En waar ik een SIM kan kopen voor mijn mobieltje. Het 'roaming contract' dat ik met Movistar in Spanje heb, werkt niet volgens afspraak. Ik kan niet bellen, maar vanuit Chili lukte SMS wel. Hier in Tucumán schijnt de SMS ook niet te lukken, want mijn proef-SMS-je naar Alejandro lukte niet. Dat wordt dus hoog tijd. Van de SMS-jes naar Ghislaine heb ik geen bevestiging. Hier in huis is een vaste telefoon, maar die is alleen voor lokale gesprekken. Misschien kan ik er [gratis?] vanuit NL of Spanje worden gebeld. Dat is uit te zoeken. Daarom ga ik nu óók op weg om een zgn Locutorio te vinden, zo'n supertelefooncel, die in Spanje en Chili gebruikelijk zijn. Dat moet vast wel lukken hier in dit centrum.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Zaterdag 6 Februari 2010
Na de haastige boodschapjes op de aankomstavond, had ik gisteren tijd voor meer systematische terreinverkenningen. Om te beginnen wilde ik een plattegrondje hebben van dit zeer 'vierkante' gebied. Dat lukte niet onmiddellijk, dus hield ik mijn wandelingen kort, en keerde telkens terug naar het beginpunt. Voor mijn shopping-plannen was dat geen probleem, want deze wijk zit tjokvol winkels van allerlei soort.
Zo ontdekte ik een I-café waar ik alle achterstallige post op mijn pendrive kon verzamelen. Toen ik vroeg of ik er ook terecht kon met mijn eigen laptop, zei de man:
--"Nee, maar als je Wifi in je laptop hebt, kun je beter naar een café hier in het centrum gaan. Je moet er wat bestellen, koffie of zo, en je vraagt de code".
Hij zei erbij dat vrijwel alle café's in het centrum dat hebben, maar hij gaf mij toch een briefje waar hij de naam van een bevriend café had gekrabbeld; een paar 'blokken' verderop. Dat ga ik straks uitproberen.
Groente en fruit kopen ging ook voorspoedig. De supermarkt aan de overkant heeft een en ander, maar een paar blokken verderop is een reusachtige overdekte mercado, speciaal voor groente en fruit, maar ook met veel andere winkeltjes. Bovendien staan op de straat voor de ingangen van deze Mercado del Norte, nog talloze andere aanbieders van fruit en snuisterijen. Dat is dus goed gelukt.
De jacht op een SIM, een chip, zoals die hier heet, was gecompliceerder. Het was al direct 'kastje-muur': Ik werd alsmaar doorverwezen. Er zijn talloze kleine winkeltjes waar ze 'telefoondiensten' aanbieden, en waar je meestal ook je prepago kunt opladen, maar het leveren van een chip, en vooral van een telefoonnummer, is een andere zaak. Het eenvoudigste is als je een telefoonnummer hebt op jouw naam, of dat van een kennis. Ook is het gemakkelijk als je een [echte Argentijnse] identiteitskaart hebt, of een bankrekening.
Tenslotte kwam ik terecht bij het grote commerciële centrum van Movistar. Daar kreeg ik goede uitleg, maar hoorde ook dat ze mij niet verder konden helpen. Kennelijk kleeft aan het 'onmiddellijk' leveren van een telefoonidentiteit enige 'illegaliteit' waaraan Movistar [officieel] zijn vingers niet wilden branden. Ik werd doorverwezen naar een bepaald winkeltje waar ze mij voor een bescheiden vergoeding wel aan een telefoonidentiteit wilden helpen, en vervolgens aan een chip van Movistar. Daarna kon ik voor opladen weer bij hun terecht.
Ik vond dat winkeltje niet, maar met die nieuwe kennis gewapend, stapte ik dergelijke winkeltjes opnieuw binnen. Ik vond een mobieltjes-reparateur die ook verwante accessoires en snuisterijen verkocht. Hij verkocht mij een chip van Claro, een van de kleinere maatschappijen. Ik had graag Movistar gehad, maar ik vond zoveel 'kastje-muur' welletjes. Bij het inschrijven aarzelde hij of hij mijn NLse paspoortnummer of mijn Spaanse identiteitskaart zou gebruiken.
--"Allebei eigenlijk ongeoorloofd", zei hij, "maar ze komen er niet achter".
Voor opladen moest ik naar wéér een ander winkeltje. Dat kon hij niet.
En nu heb ik ook geleerd dat 'cuadra' huizenblok is, want als ze je de weg wijzen rekenen ze in 'cuadras':
--"Drie 'cuadras' rechtuit, en dan twee 'cuadras' rechts. Afstand vijf 'cuadras'".
Vlak bij huis vond ik tenslotte een boek- en papierwinkel die mij een plattegrond kon leveren. Een complete gids voor de hele provincie Tucumán. Nu weet ik alles.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Zondag 7 Februari 2010
De reisfase begint afgesloten te raken, en de blijffase begint. Waar ben ik? Hoe ziet het er hier uit? Hoe ziet dit puntje van de aardbol er uit? Hoe is het weer?
Om met het laatste te beginnen: Licht tot matig bewolkt, en benauwd-vochtig wegens gebrek aan wind. Gisteren was er een paar uur stralende zon, maar wel met fikse cumuluswolken. Het lijkt in de verste verte niet op het woestijnklimaat van Iquique. Een vergelijking met Zuid-Frankrijk is beter, maar dan niet van dat 'mediterrane' waar ik 's zomers logeer, maar meer Midden-Frankrijk, Dordogne, of misschien wel de Gers, waar het vaker regent. Maar hier staat de zon hoger. Wat het klimaat betreft zou hier wellicht wijncultuur kunnen zijn, maar van oudsher heeft men zich in de rietsuikercultuur gestort. Daarvan is Tucumán het centrum.
Het internetcontact is ook geregeld. Ik was gistermorgen in Café de Paris, enkele 'cuadras' hiervandaan. Voor zeven pesos [ong een euro veertig] kreeg ik thee met een glaasje jus d'orange, en een zoet gebakje. De WiFi was perfect en gratis. Voor anderhalf uur internetten betaal ik dat op La Gomera ook; zónder consumptie.
En dan is er nog een wetenswaardigheid van de blijffase die ik al eerder had willen melden. Het tijdsverschil met NL is vier uur. Dat geldt voor heel Zuid-Amerika. Dat Venezuela de laatste tijd speelt met de gedachte een eigen tijdzone te creëren, is politieke 'Spielerei' van Chávez. Door die internationale afspraken verschilt de zonnetijd in Iquique bijna twee uur met de klokketijd. Dat kunstmatig grote verschil met de zonnetijd kent Europa ook.
Heel Zuid-Amerika doet ook aan zomertijd. Eind April gaan we hier over op 'wintertijd'. Net in dezelfde weken [het valt niet samen] gaat Europa over op zomertijd. Dat geeft klokketijdverschuivingen in tegengestelde richting. Hier krijgen we minder zon, en Europa krijgt meer, als de zon de evenaar passeert. Logisch!
Daarom zal er na de overgangsdata een tijdsverschil zijn van zes uur. Het verschil in zonnetijd tussen Amsterdam en Iquique [ong 75 booggraden] is en blijft vijf uur.
Dat waren enkele bijzonderheden van het puntje op de aarbol waar ik nu logeer.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Maandag 8 Februari 2010
Ik heb gisteren mijn derde reisbrief afgemaakt, ondanks de onzekerheden over de hoogte van de Paso de Jama. Daarover 'spreken de bronnen elkaar tegen' schreef ik, maar ik wilde niet nog eens extra naar het I-café gaan om dat helemaal uit te zoeken. Zo staat er ook --verkeerdelijk-- in Mijn Reisbrief 53 dat San Pedro de Atacama, dat toeristische plaatsje, met de Chileense paspoort- en douanecontrole op 160 kilometer van de Argentijnse grens, op 1200 meter zou liggen.
Fout! We zaten toen al op 2400 meter.
Maar wat is de hoogte van een bergpas? Waar heb je het dan over? De Europese traditie is om een pas te benoemen naar zijn hoogste punt. Hier wordt ook wel de hoogte van het naamgevende plaatsje gebruikt.
Wikipedia noemt 4400 meter, en beroept zich daarvoor op een 'onverdachte' recente bron, namelijk "South American Handbook 2009 ISBN 978 1 906098 36 0 p. 761". Maar in de voetnoot verwijzen ze ook naar een kaart [met hoogtelijnen!!] in een wetenschappelijk artikel waarin de hoogte van de pas 4825 meter zou zijn. Dat laatste is waarschijnlijk het juiste getal. Zie verderop.
De overige getallen die circuleren blijken te verwijzen naar andere markante punten. Zo is de hoogte van de Argentijnse grenspost, in het plaatsje Jama, 4320 meter. Dat staat op het bord bij de grens. Een ander getal dat circuleert is 4170 meter, maar dat blijkt het eindpunt, het hoogste punt, te zijn van La Cuesta de Lipán ['cuesta' is berghelling] de Abra de Potrerillos, ['abra' is het Zuidamerikaanse woord voor bergpas]. Dit is een civieltechnisch meesterwerk aan de Argentijnse kant. Kunstig slingerend gaat de weg over 17 kilometer omhoog van 2192 tot 4170 meter [116 m/km, 11,6%]. In mijn reisbrief beschrijf ik het als de "zeer steile en zeer bochtige" afdaling waar we nèt bij het invallen van de duisternis aan beginnen.
La Cuesta de Lipán is in die regio de belangrijkste toeganspoort tot de hoge Andes, de zoutmeren, Chili, en de haven van Iquique. Maar dat is nog 150 kilometer vóór de grens met Chili. Eerst daalt de weg nog tot 3450 meter naar Salinas Grandes, de reusachtige zoutmeren aan de Argentijnse kant. Dan weer omhoog naar de grenspost, en verder stijgend en dalend, telkens met een paar honderd meter langs de zoutmeren aan de Chileense kant, tot de grote afdaling naar San Pedro de Atacama.
Het meest gedetailleerde verslag van dat traject vond ik bij de fietstocht die vier Fransen in Maart 2009 maakten. Zij zijn fel op de hoogte die ze 'scoren', en zijn goed geïnformeerd over de details. Ze hebben hoogtemeters bij zich, en laten trots de foto's zien dat die 4840 resp 4815 meter aanwijzen. Dat klopt precies met het kaartje in dat wetenschappelijk artikel; de enige kaart die ik heb gevonden met hoogtelijnen.
Zij wijzen mij ook op een andere 'fout' in mijn reisbrief. Ik schatte de perfect geleidelijke stijging over de moderne 'ingenieursweg' na San Pedro de Atacama op 50 kilometer. Zij beschrijven het als: " ... 25 km de pure descente, les freins fument, les sourires eclatent, les coucous se multiplient, la joie est immmense ... ", als ze terugkomen op "des altitudes plus européennes"
Volgens 'Europeese traditie' is de hoogte van de Paso de Jama dus 4825 meter. Punt.
____________________
Het verslag van die vier fransen:http://argentinavelo.over-blog.com/article-28801458.html Ook mooie foto's!
Prachtfoto van hoe de 'helling van Lipán' wordt genomen: http://farm3.static.flickr.com/2413/2127207954_2f503c8141.jpg
Wikipedia trefwoorden: Cuesta del Lipán [spaans] en Paso de Jama [engels]
Het wetenschappelijk artikel: http://www.mma.nrao.edu/development/site/analysis/atmospheric-conditions.pdf

terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Dinsdag 9 Februari 2010
Een belangrijk deel van mijn 'informanten' als street observer zijn de prikborden bij supermarkt, de raamadvertenties, of de wild geplakte van slogans: 'Loesje'-achtige teksten bijvoorbeeld. Het gaat dan niet altijd over die specifieke tekst, maar over de sfeer die ik er van overhoud.
Gisteren dacht ik een 'wilde plakker' te zien over een verdwenen kind, maar de foto was van een gezellig lachende jonge vrouw van 22, Mariana. Niks depressieve wegloper. Zij is vierdejaars studente rechten, en heeft 28 januari 'daar-en-daar' een ernstig auto-ongeluk gehad, en ligt zwaar gewond in 'dat-en-dat' ziekenhuis.
Ik denk: 'ze zoeken getuigen' om de schuldige te vinden.
Nee, daar ging het niet om. Nekwervels en ruggemerg zijn beschadigd en "zij is in een kritisch herstelproces en vecht voor het herwinnen haar motoriek. [un proceso delicado de recuperación y luchando por recuperar su capacidad motriz].
Het bericht blijkt van de ouders te komen. De moeder is gepromoveerd en docent exacte wetenschappen aan de universiteit, wordt vervolgens verteld, en de vader is ook een 'gestudeerd' persoon. En --nu komt het-- ze vragen 'colaboración económica' om de kosten van dit uitermate dure genezingsproces te kunnen betalen. Het bericht eindigt met twee banknummers en de telefoonnummers van de moeder en de andere dochter die samen de actie "Todo por Mariana" [Alles voor Mariana] hebben gestart. Er is e-mail, en een website www.todopormariana.blogspot.com.
Ik ben stomverbaasd. Dit is een 'bedelbrief' van een goed gesitueerd gezin uit de middenklasse. Hoe 'normaal' is dit hier?
Toevallig, gelukkig, ontmoette ik gisteravond de hele meute die nèt uit Iquique was aangekomen, Gabriela, Jeannette en Guillermo. Marisa had ons uitgenodigd bij haar thuis voor een maaltijd. Ik vertel van mijn verbazing. Ik laat de foto zien die ik van dat aanplakbiljet heb gemaakt.
Men is niet zo verbaasd. Hooguit over 'de moderne middelen' die zijn toegepast. Ziekte- en ongevalskosten worden maar in beperkte mate door verzekeringen vergoed. Als je niet het geluk hebt door een steenrijk persoon te worden aangereden, moet je jezelf redden. Er wordt massaal onverzekerd gereden, en dan nog zijn de schadeuitkeringen zeer beperkt.
Ik hoor van de 'fragiele welvaart' van de 'goed betaalde gestudeerde mensen' en andere 'middenklassers'. Je zou het beter 'stille armoede' kunnen noemen, want men probeert met alle middelen 'de stand' op te houden. Traditioneel was daarvoor al gebruikelijk om een 'beroep op de solidariteit' van vrienden, kennissen en familie te doen. Maar dat kan minder en minder. Na het [bijna] staatsbankroet van een paar jaar geleden, zijn vooral de salarissen van ambtenaren, het industriële [midden]kader, en universitaire [top]medewerkers achtergebleven en fors ingekort.
We filosoferen nog wat over het verdwijnen van de middenklasse, over de 'cultuur' van mensen met hogere opleidingen. Misschien is de tijd voorbij dat er een goed betaalde professionele middenklasse bestond. Misschien gaan we terug naar de 19e eeuw toen 'intellectueel' of 'kunstenaar' werd gekenmerkt door 'armoede'.
Ik dacht aan de eerste regel van Girls of Slender Means van Muriel Spark.
--"In London, just after the war, all nice people were poor".
Misschien wordt het weer zo.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Woensdag 10 Februari 2010, Dries 50 jaar!
Dat ex-president Nestor Kirchner in het weekend met spoed werd geopereerd aan zijn rechter halsslagader heeft de wereldpers gehaald. La Gaceta de Tucumán van gisteren maakt althans melding van het verschijnen van dat bericht in diverse bladen buiten Argentinië, inclusief New York Times. NRC-Handelsblad wordt niet apart genoemd.
Wat de wereldpers vast niet heeft gehaald is de publiciteitsstunt van kardinaal Jorge Bergoglio, voorzitter van de Argentijnse raad van bisschoppen. Vlak voor Kirchner onder het mes zou gaan, stuurde Bergoglio de priester Juan Torrella van het aartsdiocees Buenos Aires naar de kliniek om Kirchner het Heilig Oliesel toe te dienen, ook wel bekend als het sacrament der stervenden. Via de website 'Religieuze Waarden' liet de kardinaal weten dat hij persoonlijk bezorgd was over de gezondheid van de ex-president.
De familie weigerde, en Torrella keerde onverrichter zake terug. In een interview liet Torrella weten dat dit sacrament aan Kirchner spirituele steun zou hebben gegeven een dergelijke moeilijke fase door de komen.
--"Of hij weigert of niet", zal Bergoglio wel tegen Torrella hebben gezegd, "maar De Kerk en het Heilig Oliesel komen hoe dan ook in het nieuws".
En dat is gelukt.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Donderdag 11 Februari 2010
Een paar achtereenvolgende krantenberichten in de laatste dagen over het werkgelegenheidsproject 'call centers' hebben mij een onfris beeld gegeven van de arbeidsomstandigheden in Tucumán. Met dat werkgelegenheidsproject, 'call centers', zijn grote internationale ondernemingen naar Tucumán gelokt met vette subsidies en belastingvrijstellingen. Dat is al een aantal jaren geleden, maar bijna twee jaar geleden barstte de bom. De arbeidsomstandigheden waren abominabel, de politiek kon er niet meer omheen. Het hielp niet meer om de klagers af te doen met "revoltoso" of "sindicalista" [respectievelijk 'oproerkraaier' en 'vakbonder', pejoratief bedoeld]. De staat kwam over de brug met nieuwe subsidies die de gebouwen en de inrichting moesten verbeteren. En er werden betere afspraken gemaakt over'de prestaties en de prestatiemetingen.
Intussen laten de politici nog steeds niet na om denigrerend te doen over de klachten, en blijven ze dit 'luizenbaantje' verheerlijken:
--'Wat is er eenvoudiger dan zomaar achter je computer te zitten zonder lichamelijke inspanning?"
Het politieke doel is kennelijk het mislukken van de project aan 'klagers' te wijten, zodat er steeds nieuwe jongelui dat beroep kiezen, het project kan doordraaien, en zijn 'goede naam' [bij wie?] kan behouden..
Maar nu is het protest weer opgeleefd. De subsidies en de afspraken van twee jaar geleden hebben niets opgeleverd. Het opjaagsysteem werkt nog steeds. Wie er wat gestrest uitziet, wordt nog meer opgejaagd, en vakantie wordt hem/haar onthouden zodat ze zelf ontslag nemen. Zodoende hoeft geen ontslagpremie te worden betaald.
Het aantal werkelozen in deze regio is zo hoog dat bij ontslag een andere medewerker [door de staat opgeleid; lekker goedkoop!] metéén aan de slag kan.
Kennelijk hebben de 'klagers' het nu goed aangepakt, want meerdere kranten doen mee, en de 'klagers' worden niet met naam en toenaam genoemd, zoals twee jaar geleden. Ze eisen doorzichtige belonings- en premiesystemen waarbij ook de afrekeningen op tijd komen. Nu moeten ze daar maandenlang op wachten, en hebben al die tijd geen recht op sociale voorzieningen. De werktijd is telkens zes uur, en het gaat dag en nacht door, want ze werken ook voor Europa, maar ze krijgen maar 7 minuten tijd om naar de WC te gaan. Dat wordt keurig geregistreerd, en zo nodig tegen je gebruikt. Om hygiënische reden moet ieder zijn eigen koptelefoon hebben, maar daar word je om uitgelachen. De WC's zijn regelmatig verstopt en lopen over.
Kortom, de arbeidsomstandigheden zijn 'slecht', en de vlam is weer in de pan geslagen. Misschien gebeurt er nu wat, of het wordt weer in doofpot wordt gestopt. In beide gevallen zal mijn beeld van de arbeidsomstandigheden in Tucumán worden verrijkt. Ik hou jullie op de hoogte.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Vrijdag 12 Februari 2010
Gisteren ben ik voor het eerst het Toeristenbureau binnengestapt. Ik was vroeg, en de eerste. Ik trof een oudere man. Een oude rot met liefde voor Tucumán, die de kans waarnam om omstandig zijn relaas af te draaien. Tucumán was in 1816 inderdaad de stad waar Argentinië ontstond. Lange tijd was het ook het politieke centrum van Argentinië. Daar werd de onafhankelijkheid geproclameerd.
--"In het huis hier naast ons kantoor", benadrukte hij met een demonstratief gebaar.
Het was de 'bevrijdingstijd' van Zuid Amerika met Bolivar en O'Higgins. Hier was het generaal San Martin. Ik kende enkele highlights van die bevrijdingsgeschiedenis, en stelde aansluitende vragen. Dat voerde zijn enthousiasme nog wat op, want toen kon hij putten uit kennis buiten zijn standaardrelaas. Het werd een boeiend gesprek.
Bij de ingang van het kantoor had ik het beeld van Mercedes Sosa gezien. Die had ik onmiddellijk herkend. Of ik wist dat zij uit Tucumán kwam, vroeg hij. Nee, dat wist ik niet, maar toen het over haar repertoire ging, kon ik zijn relaas aanvullen, want ik wist welke rol Mercedes Sosa had gespeeld in die cultuur.
Ik had in 2005 geschreven over Violeta Parra uit Chili als de 'moeder' van La Nueva Canción. Dat waren de liederen die het begin inluidden van de bewustwording van de Latijns-Amerikaanse "lagere standen". Dat groeide uit tot een vreedzame protestbeweging waarin vrouwen maatschappelijk een steeds grotere rol speelden. En hoe Mercedes Sosa in een [veel] latere fase aan de grote populariteit van die beweging had bijgedragen.
Ik had in de krant gelezen dat het zangfestival Americanto 2010 in Mendoza juist was begonnen. Americanto was in 1984 --vlak voor het einde van de dictatuur-- gestart door de inmiddels overleden Mercedes Sosa. Dit jaar was het een eerbetoon aan 'La Negra', haar koosnaamtje hier in Argentinië.
Toen ik dat vertelde, voegde hij er ietwat treurig aan toe dat Mercedes Sosa weliswaar in Tucumán was geboren, en haar carrière was begonnen, maar dat ze pas in Mendoza de voedingsbodem had gevonden voor haar verdere groei. Tucumán had haar niet op tijd erkend. Zo is het helaas met meer talent uit Tucumán, ging hij verder. Veel politici die nu landelijk bekend zijn, komen uit Tucumán. Twee Argentijnse presidenten kwamen hiervandaan. Voor deze oude rot was en bleef Tucumán het centrum van de wereld waar hij met liefde over vertelde.
_______________________
Zie 7, 9, 19, 20, en 21 Maart, 22 April en 4 Mei 2005 voor eerdere stukjes over La Nueva Canción

terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Zaterdag 13 Februari 2010
Bij mijn voorbereiding voor 'de reis op zeer grote hoogte' had ik nog enkele documenten gevonden die niet van onmiddellijk belang waren; maar wèl interessant. Die gingen over de biologische mechanismen waarmee het lichaam het zuurstoftekort 'te lijf' [pun intended] gaat.
De hooglander in de Andes, evenals de Alpenbewoner, past zich aan de situatie aan door meer rode bloedlichaampjes te maken. Daardoor wordt er toch voldoende zuurstof naar de spieren en de andere organen [hersens!] gebracht. Dit biologische mechanisme werkt pas na een verblijf van minimaal enkele weken. Dit is het mechanisme dat zin geeft aan trainingskampen op grote hoogte voor sportmensen.
Het onderliggende mechanisme van het kauwen van cocablad is niet bekend, daarover bestaan verschillende speculaties, maar het effect is bewezen, en het is geen 'illusie'. Voor de eenmalige reiziger is het een zeer nuttig middel. Een van de openstaande vragen is of de gewoonte van de Andesbewoner, om het altijd te gebruiken, wel noodzakelijk is. De Alpenbewoner doet het niet.
Maar er zijn nog andere biologische mechanismen. De bevolking van Tibet, die voortdurend leeft op een hoogte van 4200 meter, heeft het niet gevonden in meer rode bloedlichaampjes, zoals de Alpen- en Andesbewoners. Het Tibetaanse 'mechanisme' bestaat namelijk uit de aanmaak van de zuurstof-stikstof verbinding NO, stikstofmonoxide, ook bekend als lachgas. Dat is bloedvat­verwijdend. Zodoende wordt het zuurstoftransport ook hoger.
Tenslotte is er nog de bevolking van de Ethiopische hoogvlakten. Ook daar is geen verhoging van de rode bloedlichaampjes, en er wordt ook er geen lachgas gevormd zoals in Tibet. Wat er precies aan de hand is, is niet duidelijk, maar het bijzonder hoge fysieke uithoudings­vermogen van de Ethiopische langeafstandlopers is bekend en bewezen. Daar gaat het wellicht om een genetisch bepaalde 'betere' overdracht van zuurstof naar het bloed in de longen.
Misschien heeft de evolutionaire tijdschaal er mee te maken. De Andesbewoners zijn daar hooguit twaalf duizend jaar. De Tibetanen zitten al veel langer op zo'n hoogte, en er zijn vermoedens dat de Ethiopiërs het langst van allemaal op grote hoogte wonen. Wie weet?
Voor mij als laaglander, zit er niets anders op dan cocablad kopen als ik de Andes op 4850 meter hoogte wil oversteken. Dus, als ik eind April de reis in tegengestelde richting maak, zal ik daar thee van zetten, en onderweg het blad kauwen zoals Alejandro mij dat heeft geleerd.
_______________________
Maarten Frankenhuis, Evolutionaire aanpassingen aan het leven op grote hoogte,
http://www.frankenhuis.org/2008/03/evolutionaire-aanpassingen-aan-het.html
Verder: http://www.abc-van-hiking.nl/eerste-hulp/acute-hoogte-ziekte.asp en het trefwoord AMS, Acute Mountain Sickness.

terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Zondag 14 Februari 2010, Leny jarig!
Ziezo, de kogel is door de kerk! Ik ga verhuizen naar groenere oorden, de stinkstad kan ik achter me laten. Aan de westkant van de stad beginnen de groene heuvels, het allereerste begin van de Andes. Tucumán, de stad, ligt precies op de grens waar het vlakke laagland ophoudt, en de heuvels beginnen. De provincie Tucumán ligt voor de helft in het laagland, en voor de andere helft in de heuvels.
De stad zelf was 'taboe' voor mij. Dat was vanaf het begin duidelijk. Toen ik Marisa per e-mail had uitgelegd waar ik voor mijn verblijf op moest letten, was ze al meteen voor de dag gekomen met die heuvels ''een heel eind buiten de stad'. Daar woonden kennissen/ medewerkers van de universiteit, en daar was vast wel iets te vinden.
En dat is gelukt. Gisteren was ik op bezoek bij Marisa's vriendin Graciela, die pas een huis in het groen van de heuvels heeft gebouwd, en een inpandig appartementje heeft dat ze wil verhuren. Metéén waren de bijkomende problemen ook keurig opgelost:
--"Waar kan ik inkopen doen? Waar heb ik internetverbinding? Hoe reis ik van het een naar het ander? Liefst zonder een auto te moeten huren?"
Het hele huis heeft WiFi; dat is dus ideaal. De afstand naar het centrum is 16 kilometer, en een taxi doet het voor dertig pesos [zes euro]. Er is minstens een bus die eens per uur gaat, en die kost twee pesos en veertig centavos [48 eurocent].
Tussen de stad en het begin van de heuvels ligt een zeer langgerekte woonwijk, Yerba Buena, over een groot gedeelte van die 16 kilometer. Daarheen gaan natuurlijk meer bussen, maar het is niet waarschijnlijk dat ze allemaal tot dat uiterste puntje gaan. Maar, hoe dan ook, het transportprobleem is redelijk opgelost, en misschien komen er nog meevallers.
Dat geldt ook voor de inkoopjes. Het centrum van Yerba Buena is 'nogal ver' om te lopen, maar volgens Graciela is er pas een supermercado dichterbij gevestigd. Zelf gaat ze regelmatig per auto naar de stad, en in het ergste geval ga ik twee keer per week met bus+taxi in de binnenstad inkopen doen.
Kortom, ik kan de benauwde stinkstad verlaten. Woensdag of Donderdag is het 'inpakken en wegwezen'. De luchtvervuiling begon mij aan te tasten met slapeloosheid en verlies van energie en concentratievermogen. Dat zijn de bekende symptomen. Bovendien is het weer bijzonder warm en vochtig, ook voor Tucumán'se begrippen. Iedereen klaagt. Dat benauwde gevoel ligt natuurlijk ook aan het lage zuurstofgehalte. Niet zozeer vanwege de hoogte --we liggen hier op minder dan 1000 meter-- maar autovervuiling veroorzaakt zulke lage gehaltes bij weinig wind.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Maandag 15 Februari 2010
Ik schreef al eerder over deze broeierige vochtig-warme stinkstad waarin ik gedwongen was te verblijven. Het was een hittegolf waar iedereen over klaagde, en waar de krant over schreef. Zes-en-dertig graden had ik wel eerder meegemaakt, maar niet met deze stadse luchtvochtigheid, en windstilte vol uitlaatgassen.
Dat is nu opgelost, zoals ik gisteren schreef. Ik verhuis naar de heuvels buiten de stad, en bovendien hadden we die nacht een verfrissend onweer. Gisteren was Tucumán een gewone zonnige stad. Zo redde Tucumán op het nippertje zijn reputatie. Maar vannacht ruiste de regen zwaar en ononderbroken. Ik ben benieuwd. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Dinsdag 16 Februari 2010
Naar aanleiding van het 'Zwitserse Minarettenbesluit' constateerde ik een soort Euro-pessimisme bij Amerikaanse schrijvers. De achtergrond zou zijn dat Europa geforceerd tot stand is gekomen, weinig democratisch, als een consensus van de elite, waarvoor nu de rekening wordt gepresenteerd. Dat was de analyse van Ross Douthat die ik 15 december 2009 besprak. Hij zag Europa's voorland als: "a long period of tension, punctuated by spasms of violence, that makes the Continent a more unpleasant place without fundamentally transforming it".
Maar nu, gisteren, uit een heel andere hoek, komt Paul Krugman tot een dergelijk toekomstbeeld, en hij wijt het ook aan diezelfde 'weinig democratische besluitvorming'. Hij vindt dat de problemen met de euro, niet zozeer aan spilzuchtige regeringen is te danken, maar aan: " ... the arrogance of elites, specifically, the policy elites who pushed Europe into adopting a single currency well before the continent was ready for such an experiment".
In het zeer leesbare artikel in NYT van een dag eerder, "Wall St. Helped Greece to Mask Debt Fueling Europe’s Crisis", wordt precies verteld hoe "Wall Street" Griekenland heeft geholpen om Brussel om de tuin te leiden met 'derivatives', met financiële trucjes. Ik vond dat een heel verhelderend artikel.
De schrijvers zeggen weliswaar dat deze 'derivatives' heel dienstig zijn om financiële calamiteiten te overkomen, en dat ze pas 'slecht' worden als ze worden gebruikt als 'window dressing', maar het is een verwijt aan Wall Street als 'actieve medeplichtige'. In November hadden ze Griekenland nog voorgesteld om met nieuwe 'derivatives' de misleiding van Brussel nog een tijdje voort te zetten. Griekenland vond het welletjes.
Paul Krugman vind de oplossing voor euro-probleem bepaald niet eenvoudig. Het enige is het opvoeren van de politieke eenheid. Als Spanje of Griekenland een Amerikaanse staat zouden zijn, zou het probleem van dergelijke misdragingen heel anders worden opgelost. Maar zo is het niet. En het zit er voorlopig ook niet in. Europese regeringen kunnen elkaar, en Brussel, vrijelijk en 'legaal' bedriegen. Een nieuwe geldeenheid creëren voor 'stoute' landen of voor Zuid Europa is een "middel-erger-dan-de-kwaal".
Net als Douthat schetst Krugman een somber toekomstbeeld:
--"What we'll probably see over the next few years is a painful process of muddling through: bailouts accompanied by demands for savage austerity, all against a background of very high unemployment ... "
Wat moeten we daarvan denken? Is dit het opgestoken Amerikaanse vingertje dat Europa verwijt zijn democratie-lesje niet goed te hebben begrepen? Dan kunnen we het naast ons neerleggen. De Amerikanen hebben het dan over hun eigen frustraties, niet over Europa zoals het is.
Of moeten we inderdaad aan de slag met deze analyse? Onze Euro-ideologie op de snijtafel leggen, en praktische oplossingen zoeken om verder de gaan. Een weg terug is er niet. Daar hoeven we niet pessimistisch over te zijn. We kunnen dat probleem optimistisch te lijf aan. Europa heeft, per slot, voor hetere vuren gestaan.
_____________________________
PAUL KRUGMAN, The Making of a Euromess, NYT, February 15, 2010,
http://www.nytimes.com/2010/02/15/opinion/15krugman.html
LOUISE STORY, LANDON THOMAS Jr. and NELSON D. SCHWARTZ, Wall St. Helped Greece to Mask Debt Fueling Europe’s Crisis, NYT, February 14, 2010, http://www.nytimes.com/2010/02/14/business/global/14debt.html
ROSS DOUTHAT, Europe’s Minaret Moment, NYT, December 7, 2009,
http://www.nytimes.com/2009/12/07/opinion/07douthat.html

terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Woensdag 17 Februari 2010
Na de zware regens van het weekend, hebben we nu 'koel zomerweer'. Het is bewolkt, en de zon komt er niet door. Je moet een paraplu bij je hebben als je naar buiten gaat, want af en toe vallen opeens wat druppels. Het is vrijwel windstil. Waar zal dat op uitdraaien?
Uit Buenos Aires komen berichten --TV en krantenfoto's-- van zeer zware regens, en overstromingen met volgelopen garages, weggespoelde auto's en dergelijke ongein. Allemaal het gevolg van die 'zware regens'. Ik kan niet inschatten of dit ècht zo uitzonderlijk is, of dat dit het opvoeren van het jaarlijkse drama is door de pers. Daarvoor mis ik de context van voorgaande jaren. Dat geldt ook voor het lezen van de lokale kranten in de eerste weken. Die context moet nog groeien. Het is vooralsnog abracadabra.
Als ik op een 'nieuwe plek' kom, is het inleven met behulp van kranten en 'actief rondneuzen' mijn belangrijkste bezigheid, maar dit jaar heb ik een beslissing genomen om het anders aan te pakken. Die beslissing druist een beetje in tegen mijn nieuwsgierigheidsgevoelens. Ik moet mijn draai daarmee nog vinden. Ik heb namelijk besloten om regelmatig een portie 'uurtjes' te wijden aan mijn boek over Zuid Afrika dat ik wil schrijven. De aanpak moet concreter worden. Tot voor kort waren het alleen plannen in mijn hoofd gebaseerd op mijn geheugen. Ik moet nu aan de uitvoering beginnen. Ik moet mezelf serieus nemen.
Daarom ben ik begonnen om mijn dagboek en alle andere verhalen uit die tijd grondig te lezen, en aantekeningen daarover te maken. Zo wil ik een concreter schrijfplan maken. Per slot is het de eerste keer dat ik een boek schrijf.
Intussen heb ik mijn eerste reis naar Zuid Afrika, het jaar 2000, op die manier verwerkt, en alle bronnen overzichtelijk gedocumenteerd. Het was het jaar met de kennismaking met het Afrikaans, maar er was veel meer. Deze exercitie was heel verhelderend, maar verdere concretisering laat ik liggen tot ik ook de andere jaren op die manier heb verwerkt.
En nu bestudeer ik vol ijver het jaar 2002. Dat was het jaar waarin de AIDS-bestrijding totaal werd verpolitiekt en 'de wetenschap' sneuvelde. De Mandela'se begrippen 'regenboognatie' en 'reconciliation' bloeiden nog volop. Heel boeiend om mijn analyserende verhalen-van-toen met mijn kennis-van-nu opnieuw te lezen.
Kortom, ik ben heel on-Argentijns bezig. Na zo'n paar uur "Zuid Afrika", keek ik op van mijn werk, en vroeg mij opeens af:
--"Waar ben ik?"
--"Oh ja, in Tucumán, Argentinië"
--"Oh ja, ik moet die Argentijnse SIM in mijn mobieltje nog regelen",
En zo zat ik weer in de realiteit van hier-en-nu. Ik heb die SIM van Claro, die van geen kanten werkte, vervangen door een SIM van Movistar. Dat schijnt te werken.
Ik wil maar zeggen, om hier met Zuid Afrika bezig te zijn, is heel vervreemdend. Het inleven op een 'nieuwe plek' stelt andere eisen. De zware regens in Buenos Aires, en het koele zomerweer in Tucumán, houden mij bij de les.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Donderdag 18 Februari 2010
Dinsdag, tijdens een wandeling in de buurt, zag ik een demonstratie die kennelijk iets met "La Dictatura" te maken had. Niet erg groot, maar wel verhoudingsgewijs veel oproerpolitie ter been. Ook een eindje verderop zag ik oproerpolitie-in-ruste, klaar om ingezet te worden. Her en der waren er nog wat carnavaleske groepjes aan het lawaaien. Daar had je al die oproerpolitie niet voor nodig.
In de krant van gisteren werd het raadsel opgelost. Zowel de nationale krant als die van Tucumán meldden met foto's en veel verhaal dat het proces tegen twee kopstukken en vijf ex-militairen uit de dictatuurtijd was begonnen in het Juzgado Federal, het Federale Gerechtshof, op vier 'cuadras' hiervandaan.
De twee kopstukken, Luciano Menéndez en Antonio Domingo Bussi waren respectievelijk commandant van het militaire district waar Tucumán onder valt, en gouverneur van de provincie Tucumán. Zij worden ervan beschuldigd een geheime gevangenis te hebben ingericht waarin illegaal werd gemarteld. 22 concrete gevallen staan in de aanklacht. Ze zijn allemaal dood of 'verdwenen' en nooit teruggevonden. De krant noemt ze stuk voor stuk met de voornaamste feiten.
Ik krijg geen hoogte van de hele procesgang in Argentinië tegen La Dictatura. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat dit de eerste processen zouden zijn voor misdrijven die in 1976 en 1977 hebben plaatsgevonden. Maar het commentaar wijst op het grote belang van dit proces waardoor eindelijk tal van andere gevallen voor de rechter kunnen worden gebracht. Om te beginnen de vijf bovengenoemde ex-militairen.
Hoe dan ook, de processen zijn op gang. Het voorlezen van de zeer gedetailleerde aanklacht duurde meer dan vier uur. Het recht schijnt eindelijk te zegevieren.
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Vrijdag 19 Februari 2010
Ziezo, ik ben verhuisd. Gisteren was een drukke dag, want we namen ook afscheid van het reisgezelschap dat nu onderweg is naar Iquique: Gabriela, Jeannette en Guillermo. We lunchten nog samen, en bezochten samen het atelier van Marisa. Ik ging terug naar mijn nieuwe stekkie met de bus. 's Morgens had ik de tocht met een taxi gemaakt wegens de bagage.
Door het groen van de bomen zie ik de zon opkomen. Ik snuif koele boslucht in plaats van stadslucht. Straks op pad. Ik moet allereerst uitzoeken waar ik mijn eten en drinken kan kopen.
Laat ik vooral praktisch blijven. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Zaterdag 20 Februari 2010, Ghislaine jarig!!
De zon schijnt volop. De regendagen zijn voorbij. Maar nu is alles vochtig en klam. Zeker hier in het bos.
Gisteren liep ik naar het centrum van Yerba Buena. In een half uurtje. Het was het heetste moment van de dag. Honderd procent luchtvochtigheid. Ik zweette me leeg. Dat doe ik in de woestijn ook, maar dan blijven mijn kleren grotendeels droog. Thuisgekomen spoelde ik het zweet er uit, en hing ze aan de waslijn. Vanmorgen waren ze niet droog. Ik moet erg aan die vochtigheid wennen.
De zon komt op, en schijnt door de bomen recht in mijn kamer. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Zondag 21 Februari 2010
Nu ik mij wat meer in de details van het klimaat en het weer kan verdiepen, dringt tot mij door dat ik 'eigenlijk' helemaal verkeerd zit. De voorstelling van zaken was dat het om een Zuidfrans klimaat ging, maar wel 'ietsje' vaker regen. Dat klopte met de suikerrietcultuur die in de wijde omgeving van Tucumán heeft gebloeid.
Maar het ligt toch een 'tikkeltje' anders.
In de zes maanden van November tot April valt hier 90% van de jaarlijkse regen. In September en Oktober gaat het om 5 tot 20 mm per maand, maar dan wordt het snel 200 mm per maand. Pas in April neemt de regen af. Ik zit dus in de 'natte moesson' van deze streek.
Ik weet dat van Alejandro, de man van Graciela. Hij is wetenschapper: Ecologie en Natuurwetenschappen. Hij is directeur van de stichting ProYungas die de kennis van de Yungas bevordert. Was zijn Yungas?
Van Dale vertaalt het als 'hete valleien'. Het woord komt uit de taal van de Aymara. Wikipedia vertaalt het als 'warm lands'. Het is een landschapstype dat voorkomt op de hellingen tussen het laagland en het hooggebergte in subtropische gebieden. In dit geval gaat het om de Oostflank van het Andesgebergte vanaf Peru, Bolivië en het Noorden van Argentinië. Tucumán, met nog een paar honderd kilometer naar het Zuiden, vormen de uitlopers.
Het andere woord dat Yungas beschrijft is 'bosques nublosos', nevelbossen. Met dat woord begon het gesprek. Ons bos was vochtig-warm. Er hing een nevel. De regen van de vorige week, en de zon van de laatste dagen, hadden daarvoor gezorgd. En gistermiddag was het werkelijk broeierig.
--"Honderd procent luchtvochtigheid", zei Alejandro, "het zweet druipt van mijn lijf"
Dat zag ik; mijn kleren plakten ook.
--"Straks komt er regen, en dan koelt het weer af", zei hij met een kennersblik.
Alle papier dat ik in mijn handen nam, voelde zwaar en slap van het vocht. Hij ging naar binnen om een boekje voor mij te halen. Het voelde nog stevig aan, maar terwijl hij er uitleg bij gaf, werd het al slapper en slapper.
Het was een brochure van zijn stichting. Ik kreeg het voor nadere informatie. Ik ben nog lang niet uitgelezen. Het zijn vijftig pagina's met veel illustratie: foto's, landkaartjes en schema's. Yungas zijn voor een groot deel eeuwig groene bossen. De ecologische rijkdom is overweldigend. Ik zal er zeker op terugkomen.
Toen het donker werd, kwam de regen. Het was windstil. De regen stroomde ruisend. Het was bijna doodstil. Alleen het geluid van klaterende regenpijpen van het huis die de overval haast niet konden verwerken. Opeens werd het koeler.
Vannacht is het nog verder afgekoeld, en nu is het heel aangenaam. Het is al een beetje licht, maar de zon laat zich nog niet zien. Papier voelt weer knisperig aan.
Ik ben benieuwd hoe dit 'verkeerde klimaat' mij zal bevallen. In elk geval is het zuivere boslucht, en ook schijnt de zon regelmatig. Misschien komt het toch op zijn pootjes terecht.
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Maandag 22 Februari 2010
Opeens was ik betrokken bij het familiegebeuren. Gistermorgen had ik eerst een verkenningswandeling gemaakt in de naaste omgeving. Daar ben ik nog lang niet mee klaar, maar het begin is gemaakt. Daarvóór had ik alleen maar haastig naar het winkelcentrum gelopen. Thuisgekomen nodigde Graciela me uit om mee te lunchen. Haar ouders waren op bezoek, en de vier dochters --met 'aanhang'-- waren allemaal terug van hun respectievelijke vakanties. Alejandro had kilo's vlees ingekocht dat al lag te roosteren. Inderdaad een Argentijns groot-familiegebeuren aan een reuzetafel met veel vlees.
Daarna zouden de vakantiefoto's worden bekeken, maar dat werd om onduidelijke reden uitgesteld. Pas om tien uur werd er op mijn deur geklopt. Ik maakte al aanstalten om naar bed te gaan: "De show gaat zó beginnen".
De laptops en de projector stonden klaar. Het werd laat. Pas om twee uur lag ik op mijn bed, maar nu weet ik alles van het hele continent. Een dochter was naar Brazilië geweest. De ander had een trektocht gemaakt verder naar het Noorden van Argentinië, en had daar een groot stuk van een van de aloude Incapaden gelopen. In die streek zijn dat geplaveide voetpaden die erg lijken op de ezelpaden van La Gomera. Het landschap daar, aan de Oostflank van de Andes, leek er her-en-der ook op. Maar andere trajecten, met 'nevelbosssen', waren 'typisch Yungas' interrumpeerde Alejandro als vakman. Ik kende de Incapaden aan de andere kant van de Andes, in Chili, ter hoogte van Iquique. Daar zijn het ongeplaveide woestijnpaden. Dat padensysteem was deel van het Inca-imperium dat in de laatste honderd jaar vóór de Conquista was ontstaan.
Met bussen en te voet waren ze verder naar Bolivië, Peru en Ecuador getrokken. De bekende plekken aldaar: Machu Picchu, en de iets hogere berg Huayna Picchu vlakbij, vanwaar af je zulke mooie foto's kunt maken, hadden ze uitgebreid bezocht. Maar ook steden als Quito, Cusco en Lima hadden ze bezocht, en er foto's en verhalen van meegenomen.
De derde dochter was naar het diepe Zuiden gegaan, naar Patagonië, en had gezien hoe daar de gletsjers afbrokkelden. De jongste dochter was ook naar Patagonië gegaan, maar niet zo ver. Ze had in San Carlos de Bariloche bij een tante gelogeerd. Zij had de allermooiste foto's gemaakt, en ook haar 'show' was de best voorbereide. Gewone foto's werden soepel afgewisseld met videofragmenten en foto's waarop werd ingezoomd of waarvan een bewegend beeld was gemaakt. Ik was echt onder de indruk van haar foto's en van de presentatie.
En toen kwamen nog de foto's van Graciela en Alejandro. Het echtpaar had van de gelegenheid gebruik gemaakt weer eens alleen op vakantie te gaan, en had een reusachtige tocht over bijna de volle lengte van Argentinië gemaakt. Ze hadden onderwijl hun dochters op hun vakantieadres opgezocht [behalve die in Brazilië] en tot slot ook nog een stuk Incapad gelopen. Het waren prachtige foto's. Alejandro heeft natuurlijk een vakmansoog voor landschappen, en Graciela had onderweg veel foto's gemaakt van details, close-ups van bloemen bijvoorbeeld.
En nu weet ik alles van dit continent. Toen ik om twee uur in bed lag, zag ik het helemaal voor mij: Voor de komende tien jaar ben ik onder de pannen.
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Dinsdag 23 Februari 2010
De Yungas, schreef ik eerder, is het landschapstype dat voorkomt aan de Oostflank van de Andes in het subtropische gebied. Hier in Tucumán zitten we aan de zuidelijke uitloper daarvan, want verder naar het Zuiden is het klimaat niet meer subtropisch.
In feite kunnen er drie landschapstypes worden onderscheiden. Het lage gedeelte heet hier Selva Pedemontana, te vertalen als 'oerbos aan de voet van de berg'. Dat gaat tot 700 meter, en is in de jaren dertig tot vijftig van de vorige eeuw massaal ontgonnen voor suikerriet, en nu voor soja. 90% van de min of meer vlakke stukken van het Argentijnse gedeelte is op die manier in cultuur gebracht. Toch bevatten de resterende bossen nog 90% van de planten- en dierenrijkdom van het begin van de twintigste eeuw. Dat is een hoger percentages dan in andere Zuidamerikaanse landen.
Hogerop, tot 1500 meter, heet het Selva Montana, 'oerbos van de berg'. Dat is het meest steile gedeelte. Daar groeien lauriersoorten, verschillende lianen, maar ook 'commerciële' houtsoorten. Het gaat meestal om boomsoorten die hun blad in de winter niet verliezen. De belangrijkste natuurlijke 'stoorfactor' is hier het afglijden van rotswanden. Bepaalde 'pionier' boomsoorten en -planten domineren daarom. In de Selva Montana leven de tijger, de tapir, diverse apen, en het bergvarken, een klein soort wild zwijn. [tot 40 kg en 125 cm].
Nog hoger, tot 3000 meter, heet het Bosque Montana, dat zijn 'nevelbossen'. Die hebben de rijkste biodiversiteit van de hele regio. Het gaat vaak om planten die op andere planten groeien [epifyten, gastplanten] zoals orchidee-soorten, bromelia, en andere.
Van direct economisch belang is dat deze nevelbossen water vasthouden. Het is een moessongebied, en de suikercultuur 'aan de voet van de berg' heeft water nodig in de zes droge maanden. Dat kan alleen wegens die nevelbossen. Die moeten dus beschermd worden. Alleen daarom al. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de grootste suikerfabriek, met 39 duizend hectare productiegrond, zijn bezit van 76 duizend hectare in de hogere gedeeltes van de Yungas aan de staat heeft geschonken, om er een Nationaal Park van de te maken. Dat is gewoon eigenbelang.
Maar het gaat niet alleen om het economische belang van het water, ook de genetische bescherming is een 'economisch belang'. In deze regio groeien de 'voorouders' van landbouwproducten die wereldwijd grote economische belangen vertegenwoordigen: Tabak, boomtomaat [Nieuw Zeeland, Zuid Afrika] en niet te vergeten de 'gewone' aardappel. Het International Potato Center heeft pas een project gestart --'La Ruta Cóndor'-- gericht op onderzoek en behoud van de oorspronkelijke genen van de aardappel. Er zijn daarvoor een dozijn regionale onderzoekscentra op de Oostflank van de Andes ingericht vanaf Mérida [Venezuela] tot Jujuy [Argentinië].
De Yungas was lang een miskend landschapstype, maar, ondanks zijn kleine percentage van het oppervlak van Argentinië, begint men het [wereld]belang daarvan in te zien.
__________________________
ProYungas www.proyungas.org.ar
International Potato Center http://www.cipotato.org/ en http://www.cipotato.org/news_photos/MAPA_RUTA_CONDOR-z.jpg

terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Woensdag 24 Februari 2010
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Donderdag 25 Februari 2010
Het proces tegen de misdaden van La Dictatura, waar ik de vorige week Donderdag over schreef, schijnt toch echt 'het grote proces' te zijn. Het zal ook nog wel even duren, als ik de klaagbrieven van de neringdoende middenstand moet geloven. Straten zijn geblokkeerd voor verkeer, en dat schaadt de negotie. "Weet-je-wel".
Gisteren waren er getuigenissen van een dienstplichtige chauffeur die het allemaal van héél nabij had meegemaakt gedurende 'zijn' zestien maanden in 1976 en 1977. Het ging vooral over het 'burgerlijke kopstuk' Bussi, gouverneur van de provincie Tucumán. Die bezocht regelmatig de geheime gevangenissen [er blijken er meerdere te zijn geweest] en werd opgebeld als er weer nieuwe aanwinsten waren. In een geval, zo wist deze ex-dienstplichtige te melden, had Bussi meteen twee gevangenen persoonlijk doodgeknuppeld. [Bussi mataba 'a garrotazos', zei de krantekop] Daarna gaf hij opdracht de lijken 'weg te brengen'. Dat betekende 'ergens' in het bos of in de suikerrietplantages verbranden, en dan 'ergens' te begraven. Hij, de ex-chauffeur, moest daartoe benzine en dieselolie mengen want 'dat brandde beter'. Dat deden ze met een groepje van vijf of zes dienstplichtigen.
Toen viel de verdediging van Bussi over hem heen met vragen en beschuldigingen. Hij was dus een 'medeplichtige'! Hij moest dus gediskwalificeerd worden als getuige! Enzovoorts. Maar toen kwamen óók de gebeurtenissen aan de orde betreffende dienstweigerende dienstplichtigen die met of zonder proces waren gedood. Zoals uit de oorlog in de Malvinas officieel bekend was [1982, Falkland Eilanden]. Het slot was dat de rechtbank het recht van de verdediging om getuigen aan een kruisverhoor te onderwerpen, inperkte.
Er was ook de 91-jarige getuige die nog eens moest verklaren hoe zijn zoon op 7 Mei 1977 onder zijn ogen van de straat werd opgepikt, en hoe hem de toegang tot alle autoriteiten was ontzegd. Hij had niets voor zijn zoon kunnen doen. Dat was overigens gebeurd op de hoek van de straat waar ik woonde in Tucumán. Dat maakt het heel concreet. Ik ken die straathoek.
De zittingen beginnen om negen uur, en duurden tot laat in de namiddag met een pauze van twee uur. Nu heeft Bussi, die de zittingen meemaakt in een rolstoel met zuurstof­toevoer, bewerkstelligd dat die tot maximaal vier uur zullen duren. Wegens zijn gezondheid. De tijden zijn veranderd. Wéér ten gunste van hem. Toen hij gouverneur was, kon hij zijn sadisme lekker uitleven, nu krijgt zijn 'ziekte' de ruimte.
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Vrijdag 26 Februari 2010
Ik heb nagevraagd of dit proces in Tucumán tegen kopstukken van La Dictatura het eerste is. Het antwoord was gecompliceerd. Net als in Chili hadden de kopstukken --en het hele leger trouwens-- zich ingedekt met algemene amnestie-wetten die ze er op het laatste moment tegenaan hadden gegooid. Dat betekende dat de meeste processen aanvankelijk daarin vastliepen, of in discussies over wie nu 'eigenlijk' de opdracht had gegeven voor dat-of-dat misdrijf. Dat draaide er meestal op uit dat er geen dader werd gevonden, of dat een 'kleine pion' werd gestraft. Dat heeft jaren geduurd. Een leger van verdedigers is er rijk van geworden. En nog!
Dit proces gaat over de provincie Tucumán. Op dit moment draait er ook een proces tegen dergelijke kopstukken van de gebeurtenissen in Buenos Aires. In die zin zijn dit wel de eerste 'echte' processen ... maar ... de afloop moet nog blijken. We weten nog niet welke trucs de verdediging nog achter de mouw heeft.
In Chili ging dat ook niet ineens, en Pinochet en zijn kopstukken wisten telkens opnieuw aan Het Recht te ontsnappen. Vaak met 'trucs' zoals het simuleren van een hartaanval enkele uren voor de zitting.
Anders dan in Chili waren mensen als Bussi geen 'helden'. Pinochet was nog lange tijd een 'held'. Pinochet werd door grote bevolkinggroepen --en De Kerk!!-- op handen gedragen omdat hij 'Het Communisme' had vernietigd. De martelingen, en de 'verdwenen' mensen, waren daarvoor maar een geringe prijs. Daar moest niet over worden gezeurd. Maar ook Bussi c.s. moeten --zeker toentertijd-- politieke steun steun hebben gehad. Het voert mij te ver dat nu uit te zoeken. Misschien geven de gebeurtenissen tijdens deze processen daarvoor nog een aanleiding.
In Chili kwam daarbij dat Pinochet lange tijd de positieve reputatie wist op te houden dat hij, anders dat andere Zuid Amerikaanse dictators, zich niet persoonlijk had verrijkt. Kort voor zijn dood kwam daar aan een einde, en zijn tegoeden bij Amerikaanse banken werden openbaar, evenals de financiële manipulaties van hem en zijn familie. Toen verloor hij alsnog sympathie bij de resterende aanhang. [Zie Mijn Dagboek 27 januari 2005 e.v.].
Tot zover mijn 'vergelijkende studie' van Zuid Amerikaanse dictaturen.
terug eerste dagboekregel

Yerba Buena, (Argentinië), Zaterdag 27 Februari 2010
Even een anekdote uit de cultuur van de Argentijnse gerechtshoven. Je wrijft je de ogen uit. Ruim twee jaar geleden liet de toenmalige voorzitter van het Federale Gerechthof --hetzelfde hof dat nu de zaak tegen de kopstukken van La Dictatura behandelt-- een advocaat uit de hofzaal verwijderen door de Federale Politie.
Wat was er gebeurd?
De advocaat had de rechter begroet met "Hola, buen día" [goedendag]. Dat is een perfect normale begroeting onder collega's. De voorzitter van het hof had toen gezegd:
--"Denk u dat ik gelijksta met de portier die hier rondloopt? U moet meer respectvol zijn. Weet u niet dat we hier niet allemaal gelijk zijn?"
Uit het bijgevoegde commentaar, en uit de ingezonden brieven, kom ik er niet precies achter wat er nog meer aan de hand is, maar zeker is dat bepaalde personen en groepen proberen standsverschillen te accentueren op basis van clublidmaatschap of universiteit van herkomst. In dit geval toegespitst op het 'standsverschil' tussen de rechters en de advocaten. Ik krijg de indruk dat het een heet hangijzer is, want het commentaar van de krant in het nieuwsbericht is heel voorzichtig, en citeert krantenberichten uit 2008 voor de toedracht.
Maar nu is er de uitspraak van het Opperste Tuchtcollege voor de Magistratuur. Unaniem stellen ze vast dat de rechter een 'sanción' --een straf-- krijgt, maar het is de lichtste uit het wettelijk beschikbare assortiment. Het gaat vooral om de toelichting en om het feit dat de namen van de leden van het tuchtcollege die hebben ondertekend uitdrukkelijk worden genoemd, ook al was de uitspraak unaniem.
--"In zijn kwaliteit van 'letrado' [algemeen woord voor rechtsgeleerde, niet refererend aan zijn rol op dat moment] heeft hij zich tegenover een andere 'letrado' in negatieve bewoordingen uitgelaten", zegt de uitspraak. Dat is de kern van zijn 'zonde'.
De uitspraak stelt verder vast dat "de niet-correcte behandeling van advocaten, deskundigen of procederende partijen 'disciplinaire misdragingen' zijn", en "dat de advocaat in de uitoefening van zijn beroep 'equiparado' [gelijkgesteld] is aan magistraten wat betreft verschuldigde achting en eerbied".
Het proces heeft twee jaar geduurd, er waren veel getuigenverklaringen, en moest uiteindelijk in de allerhoogste beroepsinstantie worden behandeld, meldt het krantenbericht. Verschillende 'clubs', verschillende 'universiteiten', maar wellicht vooral het 'dedain' dat de rechters zich permitteren tegenover advocaten die niet tot het [juiste] politieke establishment behoren, is de culturele achtergrond van deze 'zonde'. Misschien is het ook een stapje op weg naar democratisering van de rechtspraak, of herstel van de misvormingen daarvan gedurende de dictatuur. De verschillende ingezonden brieven verwijzen daar vagelijk naar. Het blijft kennelijk een heet hangijzer.
terug eerste dagboekregel

San Miguel de Tucumán (Argentinië), Zondag 28 Februari 2010
--"Hé! Niet in Yerba Buena?"
Nee, ik logeer voor het weekend in Tucumán bij Marisa. Ik moest wat inkoopjes doen die in Yerba Buena niet te krijgen zijn, voor de gezelligheid, en omdat bovendien de tweelingdochters van Graciela en Alejandro gisteravond [de hele nacht dus] hun lawaaiige verjaardagsfeest zouden hebben. Vandaar.
Toen we na de boodschapjes om kwart voor een met haar twee dochtertjes in het park wandelden, op weg naar de uitspanning om thee te drinken, was er een 'tremor' zoals dat hier heet. Marisa werd even later gebeld door een kennis die in een hoge flat woont, en die wist te melden dat het om een heuse 'terremoto' van 6.3 in Salta ging. Haar appartement had behoorlijk 'gerammeld'. En ook dat het in Chili, ten Zuiden van Santiago flink tekeer ging.
Toen we later thuis kwamen zagen we op het internet dat het in Chili om drie uur 's nachts [lokale tijd, 06.34 UTC] al was begonnen met een terremoto van 8.8! Daarna was er een hele reeks van 'réplicas' waaronder een van 5.2 ongeveer tegelijk met die in Salta die veel schade had aangericht in Santiago zelf.
Ik kreeg twee bezorgde mailtjes uit NL, en Le Monde meldde 85 doden in Santiago.
Ik heb vanmorgen, zojuist, nog even op USGS [United States Geological Survey] gekeken. Dat is een volledige lijst van alle aardbevingen ter wereld die binnen een paar minuten wordt geactualiseerd. Het gaat maar door. Vanmorgen ook twee in Mendoza [4.9 en 5.0] in Argentinië. Dat is zuidelijk van Tucumán, Salta is noordelijk. In Iquique, waar mijn vrienden wonen, is het rustig. Géén meldingen uit die streek.
Bij de terremotos ten zuiden van Santiago waren er ook enkele voor de kust. Daarom waren er waarschuwingen voor 'tsunami', maar daarover heb ik nog geen details.
Kijk op Latest Earthquakes in the World van de U.S. Geological Survey [USGS]:
http://earthquake.usgs.gov/earthquakes/recenteqsww/Quakes/quakes_all.php
Ik heb de laatste update om 10.40 UTC gezien [07.40 lokale tijd]. Toen was er een melding voor de kust van Ecuador van 5.3. Dat is opeens veel noordelijker.
terug eerste dagboekregel

Einde Mijn Dagboek februari 2010