Mijn Dagboek 145

Dit is Dagboek 145. Het loopt van 1 tot 30 juni 2012 en begint in Eindhoven met een klein, nogal onbekend boekje van Alexis de Tocqueville over een modern probleem, namelijk het prille begin van de verzorgingsstaat waarvan we nu de nadagen beleven [1]. Na Eindhoven gaat de reis verder via Cadzand en Parijs naar Cessenon sur Orb. In Parijs bezoeken we Marguerite die ernstig ziek is [3 5 11], en snuffel ik op Rue Mouffetard in een boekhandel waar ik boekjes van Stéphane Hessel en Françoise Héritier koop die ik later in de maand onder de loupe neem [4 21 25 27]. Na aankomst gaan we nog op familiebezoek bij een verre neef in de Var, en halen familieherinneringen op [8 9 10]. Acht keer sla ik over, en vijf keer doe ik het in 100 woorden. Twee keer pluis ik een oud citaat uit: Montaigne [17], Shakespeare [29]. Een keer vergelijk ik de eenzaamheid van een schrijver met die van iemand die een belangrijke wetenschappelijke, maar controversiële ontdekking doet [19]. Mijn Android-avonturen beschrijf ik twee keer [6 13], en vergelijk het 10-vingersblindsysteem met het strelen van het Android schermtje [7 15]. Ik onderzoek de relatie Kunst met Geld [23], en ik zoek twee keer mijn heul bij de dichters [14 30]. De maand eindigt in Cessenon sur Orb.
Index Juni 2012
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30.

Eindhoven, Vrijdag 1 Juni 2012
Ik heb een klein, nogal onbekend, boekje van Alexis de Tocqueville in handen gekregen, en ik lees het met stijgende interesse. Het heet 'Over het Pauperisme' en is in 1835 geschreven nadat hij in 1833 een reis door Engeland had gemaakt. Het was na zijn zeer bekende reis Amerika in 1831 en 1832 waar hij zijn beroemde observaties noteerde over de Amerikaanse democratie. Europa moest toen zijn eigen democratie nog ontdekken.
De observaties in Engeland gaan over de toen al vergevorderde industrialisatie; met name over de sociologische aspecten. Hoe de boeren naar de stad trokken om daar in de industrie te gaan werken. En hoe daar onherstelbare armoede ontstond. Als er op het platteland een slechte oogst was, was er wel armoede, maar de totale verpaupering was er onbekend.
Tegelijkertijd ontstaat er door de industrialisatie een groep [zeer] rijken. Hoe gaan die met elkaar om? Er waren al langer bepaalde vormen van publieke liefdadigheid ontstaan, maar door diverse wetgevingen werden die een recht. Het was het prille begin van de verzorgingsstaat.
Maar Tocqueville constateert dat de mensen daardoor de interesse voor [democratische] politieke structuren verliezen. Op de omslag van het boekje staat een zinnetje uit een recensie in Elsevier: 'Een fraai formulerende auteur die grossierde in scherpe observaties en sociologische wijsheden'.
Dat is wat mij nu, in de nadagen van onze verzorgingsstaat, ook fascineert. Het resultaat van de 'institutionalisering' van de armenzorg is niet alleen het verlies van politieke interesse, maar ook dat het geld terecht komt bij de mensen die het het minste nodig hebben. Dat zag Tocqueville toen ook al.
Het is Tocqueville's precieze observatie van de mechanismen die daartoe leiden wat mij verbijstert. Het lijkt wel of het nu is geschreven, maar zonder al dat verfijnde, manipulerende en verhullende jargon van politici en vakbonden. Het is 'reg-foor-se-raap' 'eerlijk' mensengedrag dat nu niet anders is als toen. Het verbijsterende is dat ik inzie dat we regelrecht op een onstuitbaar 'nieuw pauperisme' afstevenen. Het is niet alleen een kwestie van een 'eurocrisis' of 'meer belasting voor de rijken'. Het is 'gewoon' menselijk gedrag, dat we steeds gewoner zijn gaan vinden, en dat tot verpaupering leidt.
Kortgeleden kreeg ik een bekroond managementboek onder ogen: Intensieve Menshouderij door Jaap Peters en Judith Pouw. De associatie met Intensieve Veehouderij is opzet. De flaptekst zegt: 'Daarbij is sprake van een systematisch wegnemen van vrijheidsgraden van de medewerkers op de werkvloer als standaard organisatiepatroon, al dan niet met behulp van ICT, terwijl het topmanagement/het regime zich juist steeds meer vrijheidsgraden toe-eigent'.
Het woord pauperisme en verpaupering tref ik nog niet aan in de moderne discussie. Dat mogen we nog niet hardop zeggen. Ik denk dat je beter van Alexis de Tocqueville 'Over het Pauperisme' kunt lezen. Dan zie je zonder omhaal wat ons staat te gebeuren.
___________________________
Alexis De Tocqueville, Over Het Pauperisme, Gennep BV, 2011, http://www.bol.com/nl/p/over-het-pauperisme/1001004011496906/
Jaap Peters over Intensieve Menshouderij (Management Topics), Hoe kwaliteit oplost in rationaliteit.
http://www.managementboek.nl/boek/9789077387405/jaap-peters-over-intensieve-menshouderij-management-topics-jaap-peters

terug eerste dagboekregel

Cadzand, Zaterdag 2 Juni 2012
Onderweg naar Parijs en Cessenon. Pas a.s. Dinsdag 5 zal ik weer Internetaansluiting hebben.
terug eerste dagboekregel

Parijs, Zondag 3 Juni 2012
Vanmorgen uit Cadzand vertrokken.Onderweg verder gelezen in het boekje van Alexis de Tocqueville waar ik vrijdag over schreef. Zijn analyse blijft verbijsterend. Vanmiddag op ziekenbezoek geweest bij Marguerite in Hôpital Curie. Ze was zeer opgewekt, maar zwaar onder de morfine. Vanavond gedineerd met haar dochter Elvire. Heel geanimeerd. Morgenmiddag gaan we weer op bezoek bij Marguerite; morgenavond dineren we bij Licia en Erik. Dinsdag rijden we verder.
terug eerste dagboekregel

Parijs, Maandag 4 Juni 2012
Vandaag, om te beginnen, hebben we in het Grand Palais Monumenta 2012 van Daniel Buren gezien. Het was imposant het Grand Palais van een heel andere kant te bekijken. De 'presentatie' van Buren vereiste dat je door de zij-ingang binnenkwam, waardoor de diepte van het gebouw nog meer werd geaccentueerd. Van het overweldigende aanbod over Buren in de museumwinkel, kocht ik het boek met uitsluitend schetsen, en een minumum aan commentaar, die tot het uiteindelijke ontwerp hebben geleid. Echt een beeldroman.
We hebben daarna nog te voet die omgeving verkend en zwierven later nog door Rue Mouffetard en omgeving omdat het niet zover van Hôpital Curie was, waar we Marguerite een tweede keer gingen bezoeken. We schuimden wat in boekhandels en ik kocht bij L'Arbre du Voyageur, 55 Rue Mouffetard, twee boekjes die mij belangrijk lijken voor mijn onderhanden pensioenboek. Het zijn gesprekken met Stéphane Hessel (1917), de schrijver van Indignez-vous! onder de titel Vivez! Verschenen maart 2012. In Mei van dit jaar, zojuist dus, verscheen van de hand van Françoise Héritier, de anthropologe waarvan ik vaker heb geciteerd, een heel ander boekje onder de titel Le Sel de la vie, met allerlei kleine, meest persoonlijke, observaties over wat het 'extra snufje zout' is dat het leven 'leuk' en 'waardevol' maakt. Dat lijkt mij ook heel inspirerend voor mijn pensioenboek.
Ik was heel lang niet meer in Parijs geweest, en ik werd overweldigd door indrukken. Maar niet zozeer van het type waarvan ik eerder melding maakte: Rip van Winkle gevoelens. Nu voelde ik mij meer een 'boertje van buut'n' die in de grote stad komt. De reklames in de Métro bijvoorbeeld. En het soort onderwerpen! En de geraffineerde indringendheid! Dat ken ik niet van mijn woestijnstadje Iquique, of van mijn stipje in de oceaan, La Gomera.
Daarna gingen we weer bij Marguerite op ziekenbezoek. Ze was erg in mineur. Het werd ons duidelijk dat ze weinig helderheid had over haar eigen toestand. Het leek alsof de artsen hun eigen gang gingen met onderzoek, meer onderzoek, en nog meer onderzoek. Haar dochter en een nicht, haar meest nabije relaties, waren ook niet goed op de hoogte. Daarom heeft Ghislaine morgenvroeg een afspraak met de behandelende artsen en stellen wij onze reis naar Cessenon sur Orb even uit.
Tot slot hadden we een genoegelijk diner bij Erik en Licia. Erik die zijn tijd verdeelt tussen Parijs en Rotterdam was toevallig in Parijs. Dat trof!
terug eerste dagboekregel

Parijs, Dinsdag 5 Juni 2012
Ghislaine heeft vanmorgen een gesprek gehad met de behandelende artsen. Er is inderdaad weinig kans op duurzame genezing, maar beperking tot uitsluitend palliatieve zorg is ook [nog] niet aan de orde. Het is ook duidelijk dat de omgeving van Marguerite bepaald niet in slagorde staat om het stervensproces te begeleiden. Hoogstwaarschijnlijk door die [opzettelijk?] vage uitspraken van de artsen tot nu toe. De gebruikelijke 'ontkenning', waaraan Marguerite met haar optimisme danig heeft bijgedragen, deden de rest. We reizen vanmiddag door naar Cessenon sur Orb, maar het reisplan van Ghislaine voor de terugweg verandert. Ze gaat een dag vroeger terug dan voorzien. Ze vliegt niet terug, maar reist per TGV via Parijs om daar alsnog e.e.a. te regelen dat vanaf morgen telefonisch wordt voorbereid met haar familie en vrienden.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 6 Juni 2012
Ik ben druk bezig mij in te leven in het Android gebeuren en de wereld van de aanraaktoetsenbordjes. Het vorig jaar heb ik een merkloze goedkope Android gekocht om mij te oriënteren, en om mij in het zelfleerproces te storten. Het ding bleek technisch slecht. Ondanks het 'technische falen' heb ik er veel van geleerd. Méér nog, juist daardoor, als iets niet lukte, wist ik niet of het aan mij lag, of aan het falen van het ding. Dat intensiveerde mijn leerproces.
Ik had het o.a. gekocht omdat ik er twee SIM's in kon plaatsen. Dat leek mij wel handig, wegens mijn reizen. Verderop in mijn leerproces ontdekte ik echter dat ik vooralsnog de vingervaardigheid miste om snel en effectief op te bellen, een telefoon aan te nemen of SMS-jes te maken. Ik besloot al vlug om het ding niet als telefoon te gebruiken, maar als PDA, Personal Digital Assistant. Die functie kwam mij heel gelegen. Ik krijg er nu 'up to date' mijn hele lijst van contacten en aantekeningen die ik op mijn notebook [en veilig op het internet] had staan. Daarvóór moest ik dat in 'verliesbare' notitieboekjes, of in verspreide adresboekjes, bij mij dragen. Het gaat om al die toegangscodes voor webwinkels of voor kranten die ik lees. Ik kan dat niet meer zo goed onthouden.
Ook heb ik er heuse Van Dale woordenboeken voor gekocht om mijn falende geheugen een rugsteuntje te geven. Helaas gooide het 'technische falen' hier roet in het eten, zodat ik daarvan nog niet ten volle van kon genieten.
De vorige week heb ik mij in een volgende fase van het leerproces gestort. Via Ghislaine maakte ik van nabij het genot van een iPad mee, maar ik die kon toch niet als vervanger van mijn notebook gebruiken, vooral wegens het ontbreken van de mogelijkheid om met "tien vingers blind" te kunnen typen, en lekker op te schieten. Een iPad is bovendien te groot om naast mijn notebook mee te nemen.
Zonder precies te weten wat ik zocht, vond ik de oplossing in een groot model Android en kocht twee weken geleden de Samsung GALAXY Note GT-7000N, lang niet zo groot als de iPad van Ghislaine, maar aanmerkelijk groter dan het gewone 'foontjesformaat'. Hij is 8,5x14,5 cm, zodat alles veel leesbaarder is, en toch in de borstzak van mijn overhemd kan worden meegenomen. Bovendien heeft het de mogelijkheid om te schetsen, waaraan ik geleidelijk meer behoefte ga krijgen.
Intussen leende ik een gewoon Android foontje [HTC Legend] voor mijn verbreding in het Android gebeuren. Het zijn allebei technisch goed werkende apparaten, dus als iets niet lukt, ligt het aan mij, niet aan het 'technisch falen'. Zo ontdek ik dat ik nog heel veel moet leren. Met name met de invoer van gegevens voor een SMS-je of voor het beantwoorden van een mail moet ik nog veel leren ... en oefenen!
Als telefoon gebruik ik voorlopig mijn oude trouwe Nokia. Geen poespas. Handig en betrouwbaar. Gewone mechanische kliktoetsen.
Voor Android heb ik nog niet zoveel vingervaardigheid als Petite Poucette generatie, die, zoals ik 9, 11 en 12 September 2011 schreef, "met hun snelle duimpjes SMS-jes kunnen versturen, en nog veel meer".
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 7 Juni 2012
Nu ik aanraaktoetsenbordjes streel, en moeizaam SMS-jes maak met één vinger of twee duimen, denk ik vaker aan het snelle en efficiënte 'tien vingers blind' waarmee ik tegen de 200 aanslagen per minuut haalde. Sommige virtuozen haalden indertijd zelfs 300!!
Ik ben nog nèt van de generatie dat je als man op kantoor alle typewerk door vrouwen moest laten doen. Je hoefde 'alleen maar' goed te dicteren of een handgeschreven concept te leveren. Toen ik kort na mijn veertigste zelfstandig wilde worden, zag ik zo'n 'privé-secretaresse' als een te grote kostenpost, en ging in Eindhoven naar een cursus van Scheidegger om zèlf 'tien vingers blind' te leren. De meeste cursisten waren jonge meiden. Behalve de leraar waren er nog een of twee jongemannen. Ik was verreweg de oudste. Dat was Anno 1970.
Bij het cursusmateriaal hoorde een kofferschrijfmachine waarvan alle toetsen waren afgedekt met kleurige dopjes. Voor iedere vinger een aparte kleur. Daarmee kon je thuis oefenen. Na afloop van de cursus kon je die voor een schappelijk bedrag kopen. Dat heb ik gedaan, en jarenlang gebruikt zonder de dopjes te verwijderen. Waarom zou ik?
Toch was 'tien vingers blind' typisch 'secretaresse typen' ontdekte ik. 'Creatief typen' was anders. 'Tien vingers blind' is bedacht voor overtypen van concepten, handschriften van een ander, of je eigen steno. Je leerde je ogen helemaal op het concept te fixeren. Een belletje meldde het einde van de regel. Het was niet alleen 'blind', maar ook 'ritmisch'. Er werd op muziek geoefend, en tekens zoals è, é of ç, waarvoor je toentertijd een dubbele aanslag nodig had, vielen binnen dat ritme, met een syncope of een off-beat. Ik vond dat heel genoeglijk en inspirerend.
Tijdens het typen was er géén feedback. Je hoorde niet op het papier te kijken. Regeltechnisch was het een 'open loop':
oog >> hersens >> hand >> klaar is kees!!
Als ik zelf --uit het hoofd-- typte had ik wèl feedback nodig. Wat ik op papier zag inspireerde mij voor de rest van de volzin die ik maakte. Regeltechnisch was het dus: brein >> hand >> oog >> terug naar het brein. Kijken naar het toetsenbord was totaal overbodig; daarom liet ik die kleurige dopjes zitten.
Dat werd al anders toen de tekst niet meteen op papier maar op het computerscherm verscheen. Het toetsenbord was inmiddels ruimschoots uitgebreid met allerlei toetsen. Het indrukken van twee of meer toetsen tegelijk voor bepaalde lettertekens, maakte het nodig om ook het toetsenbord voortdurend in de gaten te houden.
Met de komst van de aanraaktoetsenborden moet je bovendien het scherm in de gaten houden, want je weet niet precies wat het resultaat van je 'strelingen' is. De nodige aanraakprecisie haal je maar nauwelijks. Vooral op die kleine foontjes komt dat aan menselijke grenzen.
Daartoe is er een andere ontwikkeling op gang gekomen. Die 'voorspelt' het woord op een tussenschermpje met een algoritme dat rekening houdt met jouw persoonlijke fouten. Als dat woord OK is, hoef je het toetsenbord niet meer verder te strelen, maar moet je het 'juiste' woord op het tussenscherm een haal geven.
'Tien vingers blind en ritmisch' hoort bij een wereld die niet meer bestaat. 'Tien vingers blind' kan ook op iPad, lees ik, maar wel met tussenschermpjes en correctie van je persoonlijke fouten. Dat is de wereld van de Klein Duimpjes.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 8 Juni 2012
Gisteren hadden we vrienden voor de lunch die 300 km West van ons wonen. Vandaag gaan we naar een kunstschilder die 300 km Oost van ons woont. Allemaal 'vlakbij' als je dat vanaf het hoge Noorden bekijkt. Maar toch. Google rekende mij voor dat ik op 299 km, 3 uur en 24 minuten moet rekenen. De brandstofkosten worden geschat op € 46,92. De péage werd niet voorgerekend, maar ik weet dat die ongeveer hetzelfde zijn.
De gastheer heeft ons een schetsje voor het laatste stuk gestuurd, want het is nogal in het 'binnenland'. Daar moeten we het maar mee doen.
(100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Varages (Var), Zaterdag 9 Juni 2012, Peter jarig
De reis verliep gisteren voortreffelijk. Ik had de routebeschrijving door Google laten maken omdat we voorbij Marseille en Aix-en-Provence moesten zijn. Vooral Marseille heeft een heleboel verwarrende afritten op complexe knooppunten. Daar had ik slechte ervaringen mee. Maar het probleem viel mee. Al vóór Marseille konden we op Nice koersen als veilig baken.
De weg vanaf de 'gebruikelijk' afrit naar Varages, zo had onze gastheer geschreven bij zijn routeschetsje, was juist die Vrijdag geblokkeerd en de omleidingen zouden ons via allerlei omwegen door de heuvels voeren, met alle kans op verdwalen. Beter de volgende afrit.
We gaan terug volgens Google. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 10 Juni 2012, Truce & Lisa jarig
Ik was op bezoek bij de oudste zoon Lou (1953- ) van mijn oudste neef Harrie (1922- ). Hij is heel jong, met diploma's van de Academies van Maastricht en Antwerpen, naar de Provence getrokken om daar voorgoed als kunstschilder te leven. Natuurlijk gingen er oude familieverhalen over tafel. Ik was daarvan wel enigszins op de hoogte omdat ik nog steeds correspondeer met neef Harrie, zijn vader. Natuurlijk kwam ook zijn grootvader, mijn oom Louis (1889- 20 januari 1958) ter sprake. Ik heb die natuurlijk goed gekend, maar achterneef Lou natuurlijk ternauwernood. Toch bewaarde hij een ingelijst kleinood van zijn grootvader. Het was een klein briefje dat hij de laatste maanden van zijn langdurige finale ziekbed op zijn nachtkastje bewaarde. Het is geschreven in 1957 in zijn eigen precieuze handschrift. Het was zijn To-Do lijstje van de laatste maanden:

Eenige wenken

Werken
Bidden
Lachen
Belangstellen
Liefdevol
Vergeten
Angst komt te vroeg
Berusting
___________________________
Om mee te genieten van zijn kunst bezoek: www.lou-giesen.com

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 11 Juni 2012
Vanmorgen heb ik Ghislaine naar de trein gebracht: De TGV voor Parijs, Gare de Lyon. Ons drie-weeks samenzijn is weer voorbij. Voor hoe lang? Mogelijk zien we elkaar de komende tijd, want ik ga zeker Marguerite nog eens opzoeken. Ghislaine zal haar vanuit NL ook weer bezoeken. Dat gaan we samen regelen.
Ghislaine is vandaag en morgen op bezoek bij Marguerite om te zien of haar omgeving intussen voldoende is gemobiliseerd om het stervensproces te begeleiden.
Het is een schoolvoorbeeld van hoe een fataal mengsel van 'ontkenning' met optimisme van de patiënt en van de artsen de stervende eenzaam achterlaten. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 12 Juni 2012
Vandaag ben ik aan de tuin toegekomen voor het allernoodzakelijkste: de bemesting van het gazon kon nog op het nippertje. Gedaan dus. Ook is op het nippertje een verdelgend middel spuiten voor het onkruid in het gazon, maar daarvoor waaide het te hard.
Morgen dus.
Ik ben er ook toe gekomen om de tuin eens wat beter te bekijken. De tuinman, Jacques, moest deze winter nogal wat doen, maar sommige dingen zijn gedaan, andere half, en ook 'een en ander' helemaal niet. Daar moet ik de lijst met afspraken bijhalen.
Er moet dus nog veel, maar het begin is gemaakt. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 13 Juni 2012
Het is nog steeds te winderig voor de onkruidbestrijder, maar de ochtend had andere verrassingen in petto. De Samsung GALAXY, waarover ik precies een week geleden schreef, en waarmee ik mij inleef in de Android cultuur, meldde dat ik een grote update zou krijgen. In tegenstelling tot was de prospectus zei, zat er niet de laatste versie van Android op, maar ik had mij schoorvoetend door de verkoper laten overtuigen dat het 'vanzelf' zou komen.
Vandaag was het zover. Android 4.0.3 zit er nu op. Ik heb al gezien dat enkele kersverse bekwaamheden niet meer werken.
Lang leve de vooruitgang! (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 14 Juni 2012
Iedere dag krijg ik van Poem-A-Day een gedicht in mijn mail. Meestal ben ik daar vlug mee klaar, vooral met ellenlange natuurbeschrijvingen. Ik kijk liever zelf.
Korte gedichten vind ik boeiender, omdat het meestal een puntige formulering is van iets heel 'gewoons'. Of iets raadselachtigs dat mij aan het denken zet. Ik vraag mij dan af:
--"Hoe kan ik dit vatten? Hoe kan ik dit interpreteren zodat het zin krijgt?"
Dat was ook het geval met het korte gedichtje onder de titel Leo Said van Eileen Myles dat ik gisteren aantrof.
--"Waarom is dit een gedicht?", vroeg ik mij zelfs af. Dat heb ik vaker; speciaal als bekende 'kenmerken' als rijm of ritme ontbreken. Mijn antwoord is dan precies als bij schilderijen als ik mij afvraag of dát nou 'kunst' is. Het is een gedicht -- of kunst -- omdat de auteur het als zodanig presenteert. Punt uit!
Daarmee neem ik zijn / haar woorden -- of beelden -- even serieus als de persoon zelf. Ik kan het dan niet meer interpreteren als een terloopse opmerking die eenvoudig herroepen kan worden. De kunstenaar zegt daarmee: 'Het komt uit mijn ziel. Dit bén ik'.
[Vergelijk dat eens met de uitspraken van een politicus.]
Hoe dan ook, hier is het gedichtje dat mij tot deze overweging aanzette.

Leo Said

you've gotta
write clearer
so you can
be read
when you're
dead
Wat weet ik van Eileen Myles? Niet meer dan haar biografie zegt: geboren in 1949 en "a cult figure to a generation of post-punk female writer-performers". Ze is emeritus-hoogleraar creatief schrijven en literatuur.
Het zij zo.
Ik kan die volzin -- of gedicht -- op twee manieren interpreteren. Òf als een corrigerende opmerking van een 'leraar' tegenover een 'leerling', òf als een aansporende opmerking naar jezelf als je al te veel 'krabbelt' met de aantekeningen die je maakt, of als je niet 'duidelijk en helder' bent. Voor 'write' mag je dan ook 'speak' en 'think' lezen.
Maar het intrigerende is dat woordje 'dead' helemaal aan het eind, of de hele toevoeging 'when you're dead'.
Daar sta je dan. Opeens ben je dood. Opeens ben je 'iets' na je dood. Opeens ben je 'herinnering', en je weet er niets meer van. Wie is die lezer van jouw krabbels?
Het zette mij aan om over mijn eigen dood na te denken. Jou ook?
__________________________
http://www.poemflow.com/1508 en http://www.poemflow.com/1508#
Eileen Myles, http://www.poets.org/poet.php/prmPID/1640

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 15 Juni 2012
New York Times heeft in haar katern Technology / Personal Tech waar David Pogue de scepter zwaait een nieuwe redacteur, Kit Eaton, aangetrokken die speciaal de 'apps' gaat behandelen in een nieuwe rubriek. Ze hadden al A Guide To Mobile Apps waarin je alles was NYT columnisten over apps hadden geschreven gesorteerd kon terugvinden. In zijn eerste column stelt hij zich voor. Hij is o.a. fotograaf en behandelt meteen een paar photo-apps. Net als Pogue en de andere redacteuren, haalt hij er telkens de vergelijking met iPod en Android bij. Dat doet mij goed; ik ben nog steeds een 'Android student'.
Wat mij extra stimuleerde om verder in dat Android-wereldje te duiken, was een artikel van Nick Bilton. Hij constateert een trend, namelijk dat de desktop computers meer en meer gaan lijken op Smartphones. Het systeem waar 'iedereen' nu aan gewend is, noemt hij WIMP, Windows, Icons, Menus, Pointer. Maar de Klein Duimpjes generatie is veel intuïtiever, en gebruikt liever de vinger dan de muis, en wil, bijvoorbeeld, onder de photo-app meteen al zijn / haar foto's terugvinden. Dat eist een heel andere structuur. Bilton voorspelt op goede gronden dat de desktopcomputers er ook zo uit gaan zien. En niet alleen dat; de hele opzet zal worden georganiseerd op een nieuwe manier.
Exit WIMP!
Hij ziet het als een aflossing van de wacht. Het computertijdperk begon met 'Command Line Interface', CLI. Ik heb nog vóór de komst van Windows, met MS-DOS en Unix op 'mainframe' van de universiteit gecorrespondeerd met CLI vóór ik een privé account bij Compuserve kon krijgen. Wat Bilton WIMP noemt, leerde ik kennen als graphical user interface, GUI. Strikt genomen is de iPod en Android interface nog steeds GUI, maar de onderliggende organisatie is anders.
Deze nieuwe rubriek ga ik dus in de gaten houden voor mijn 'survival'. Het begon al meteen met een goed artikel van Sam Grobart waarin hij aanwijzingen geeft hoe je je apps huishouding een beetje op orde kunt houden. Het sluit helemaal aan bij het opruimen waarmee je als kind al wordt geconfronteerd. Zijn artikel Six Steps to Decluttering Your Smartphone begint dan ook met een kindersprookje dat zijn moeder hem vertelde over kinderen die hun spullen niet opruimen. Een van de adviezen die hij geeft is om de apps in mappen op te bergen. Gewoon die 'ouderwetse' WIMP-mappen waarvan Bilton het einde voorspelde! Ha ha!
Hoe doe je dat? Drukt met je vinger op de app tot die gaat vibreren. Dan schuif je je vinger naar een andere app die je samen met de vibrerende in één map wil hebben. Op dat moment 'ontstaat' een map met een triviale titel die je later kunt wijzigen. Je kunt er maximaal 12 apps in opbergen bij iOS; bij Android 16. Zodoende kun je bij iPod 204 en bij Android 320 apps op één screen zetten. Dan hoef je niet meer te 'vegen'.
Dit was een tussenverslagje van mijn zelfleerproces. Maar ik loop wat vooruit. Ik ben nog bij de basics: You have to walk before you run! I have to walk before I run!
_________________
KIT EATON, For Starters, These Are a Few of My Favorite Apps, NYT, June 13, 2012
http://www.nytimes.com/2012/06/14/technology/personaltech/favorite-apps-from-a-photographer-and-columnist-kit-eaton.html
NICK BILTON, Desktop Computers Look More and More Like Smartphones, June 13, 2012, 7:11 am
http://bits.blogs.nytimes.com/2012/06/13/thankfully-desktop-computers-start-to-look-more-like-smartphones/
SAM GROBART, Six Steps to Decluttering Your Smartphone, NYT, June 13, 2012
http://www.nytimes.com/2012/06/14/technology/personaltech/six-steps-to-decluttering-your-smartphones-apps.html

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 16 Juni 2012
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 17 Juni 2012
Als ik een citaat van Michel de Montaigne hoor of lees, wil ik het altijd in de originele context zien. Bovendien kan het uit de duim gezogen zijn. Zo ben ik er nog steeds niet en geslaagd een citaat terug te vinden dat wordt aangehaald op de Rol van de Filosofie:
--"Ik zou het leven graag aan een ander overlaten, maar ja, aan wie?" *)
Het klopt wel met zijn verdere schrijfsels, maar in welke context gebruikte hij het?
Zo trof ik dezer dagen een ander citaat van hem. Het komt uit een Duitse toespraak uit 1950, en slaat op de sociale, maatschappelijke en politieke veranderingen die aan het toentertijd zogeheten Wirtschaftswunder ten grondslag lagen. De NLse samenvatting van die toespraak op dat punt luidt aldus:

Het gaat erom, onze samenleving met alle middelen te bevrijden uit de roes van de grote getallen, van de kult van het kolossale, van de centralisering [ ... ] Het gaat erom, een tijdperk af te sluiten, waarin [ ...] de mens zelf met zijn ziel, zijn instincten, zijn zenuwen en zijn organen vergeten had, niettegenstaande de eeuwenoude wijsheid van Montaigne (Essais, livre 3, ch. 13), dat we ook op de hoogste stelten nog altijd met onze benen lopen en op de hoogste troon van de wereld nog altijd op onze billen zitten.
Met die aanwijzingen kon ik het inderdaad terugvinden in mijn tweetalige uitgave, de tekst van de editie van 1595, en de vertaling in modern Frans van 2009 in paragraaf 132.
C'est une absoluë perfection, & comme divine, de sçavoir jouyr loyallement de son estre: Nous cherchons d'autres conditions, pour n'entendre l'usage des nostres: & sortons hors de nous, pour ne sçavoir quel il y faict. Si avons nous beau monter sur des eschasses, car sur des eschasses encores faut-il marcher de nos jambes. Et au plus eslevé throne du monde, si ne sommes nous assis, que sus nostre cul. [1595]

C'est une perfection absolue, et pour ainsi dire divine, de savoir jouir de soi tel qu'on est. Nous recherchons d'autres façons d'être parce que nous ne voulons pas chercher à comprendre les nôtres, et nous sortons de nous-mêmes, parce que nous ne savons pas ce qui s'y passe. Nous avons donc beau monter sur des échasses : même sur des échasses, il nous faut encore marcher avec nos jambes. Et sur le trône le plus élevé du monde, nous ne sommes encore assis que sur notre cul. [2009]
Je ziet dat oud-Frans lezen best meevalt en dat het om dezelfde context gaat: De menselijke hoogmoed die wij nu 'vooruitgang' noemen.
____________________________
*) ROL VAN DE FILOSOFIE Voor uw geestelijke hygiëne, denkstof voor het kleine kamertje: www.philosoft.nl,
Zie ook Mijn Dagboek 27 juni, 10 juli en 4 aug 2011
Montaigne, Les Essais, Livre III, édition bilingue, Texte de l'édition de 1595 et traduction en français moderne par Guy de Pernon, Pernon-éditions 2009, Digitale editie http://pernon-editions.fr/
De samenvatting van die Duitse toespraak uit 1950:
http://www.rijnland-weblog.nl/wp-content/uploads/2012/06/Reactie-Piet-Moerman1.doc

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 18 Juni 2012
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 19 Juni 2012
Misschien moet ik weer eens een 'essay' schrijven. Ik bedoel daarmee een 'gemoeds- en gedachten uiting' groter dan een A-viertje of de '100 woorden'-formule waartoe ik mij meestal beperk. Het zou moeten gaan over eenzaamheid, dat hopeloos verward wordt met alleen zijn. Het is een probleem dat ook mezelf aangaat, want ik leef structureel alleen. Ik ben een nomade, en zelfs een solo-nomade, want nomaden leven gewoonlijk in groepen. Je zou mijn situatie 'reizend kluizenaar' kunnen noemen, maar dan kom je weer op andere semantische problemen die je moet uiteenrafelen.
Ik zou eens op een rijtje moeten zetten wat ik daarover in het verleden heb geschreven [en, laat staan, heb nagedacht]. Maar ik lijd er niet aan. Ik ben het eerder eens met de tekst van Nietzsche: 'Souffrir de la solitude, mauvais signe: je n'ai jamais souffert que de la multitude' [Lijden aan alleen zijn, slecht teken: ik heb alleen geleden aan menigte] en ook met die woordspelige tekst van Jacqueline Kelen uit haar essay L'Esprit de solitude: 'La voie solitaire, seule voie salutaire' [De eenzame weg, de enige gezonde].
Ik kom op dit thema wegens twee gebeurtenissen de laatste week. Ik las het boek van Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid, waarin ze over het schrijven van een roman zegt: 'Het is een eenzaam kunststuk zonder het dictaat van een door iedereen gedeelde waarheid te leven'. [p 18]. Eerder schreef ze over de eenzaamheid van de roem in 'Iets wat niet bloeden kan'. Nu vergelijkt Palmen de roem van een romanschrijver met die van een popster: 'Voor de schrijver is roem de voortzetting van een verkozen eenzaamheid, voor popsterren is de eenzaamheid van de roem een straf'. [p 91] Het gaat dus over de verkozen eenzaamheid als je zonder het dictaat van een door iedereen gedeelde waarheid wil leven.
Toevallig tref ik in de NRC een artikel over Dan Shechtman die in 2011 de Nobelprijs kreeg voor de ontdekking van 'quasikristallen'. Jarenlang werd hij niet geloofd. Collega's duwden hem beroemde handboeken over kristallografie onder de neus die 'aantoonden' dat zijn ontdekking 'onmogelijk' was. Hij werd uit de vakgroep gestoten ...
Kortom, net als een romanschrijver verkoos hij de eenzaamheid boven het dictaat van de door ieder gedeelde werkelijkheid. Hij bestudeerde het ontstaan van de door iedereen aanvaarde kristallografie, ontdekte fouten en het 'sociaal correcte' napraten daarvan.
En waarom vind ik dat nu opeens belangrijk? Ik schrijf een boek over pensionering, en wijs daarin op het kiezen van je eigen weg. Kelen zegt daarvan: 'La voie solitaire, seule voie salutaire'. Dat betekent 'eenzaamheid' waarvan Palmen zegt: ' ... een eenzaamheid die deel uitmaakt van onze meest fundamentele ervaring, een waartegen de meerderheid van de mensen zich een leven lang met hand en tand verzet' [p 91]. Dat betekent ook de eenzaamheid van Shechtman die uit de vakgroep werd gestoten.
Ik denk daarom dat ik dat essay toch maar schrijf als paragraaf of hoofdstuk in dat pensioenboek, en dat aanvaarden van je eenzaamheid essentieel is. Ik denk dat het de verkoop niet bevordert, maar dat zal me wat als doorgewinterde solo-nomade.
______________________
Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid. Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 2009.
Margriet van der Heijden, Grillige Wetenschap, NRC Weekend, Zaterdag 2 Juni & Zondag 3 Juni 2012,
Dan Shechtman: http://en.wikipedia.org/wiki/Dan_Shechtman
Over Jacqueline Kelen: Mijn Dagboek: 16 17 22 27 aug en 15 nov 2011, Over Iets wat niet bloeden kan: 29 april en 6 aug 2004

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 20 Juni 2012
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 21 Juni 2012
Een paar weken geleden [4 Juni] schreef ik dat ik had gesnuffeld in een boekwinkel in Rue Mouffetard in Parijs en dat ik daar een 'heel ander boekje' van Françoise Héritier had gekocht dan het werk dat ik van haar kende. Tegenover de 'onechte gelijkheid' à la Beauvoir stelde de antropologe Héritier indertijd de 'echte ongelijkheid'. Dat inspireerde Sylviane Agacinski weer tot haar beroemde boek Politique des Sexes.
Onder de titel Le Sel de la vie, somt Héritier allerlei kleine observaties op. Sensueel soms, meest persoonlijk, en altijd intiem. Het gaat over dat 'extra snufje zout' dat het leven 'leuk' en 'waardevol' maakt, juist buiten de geneugten van het beroep en de liefde. Het is inderdaad 'opsommen' -- het lijkt wel een litanie -- maar het is geschreven als doorlopende tekst. Het leek mij heel inspirerend voor mijn pensioenboek nadat ik het 'op één been staand' in de boekhandel L'Arbre du Voyageur had gelezen.
Ik heb het uit, maar ik zou het meteen weer kunnen lezen. Iedere keer zullen andere beelden tot mij doordringen van deze overweldigende veelheid. De gevoelens die Héritier oproept -- telkens in een paar woorden, zelden meer dan een dozijn -- zijn heel herkenbaar. Soms tè gewoon om op te vallen. Maar het geheel is overweldigend. Het wijst mij erop dat in mijn eigen alledaagse leven nog veel te genieten valt als ik op de snufjes zout weet te letten die het leven 'spice' geven. Héél inspirerend.
-- faire la grasse matinée, een gat in de dag slapen
-- grimper quatre à quatre un escalier, een trap op hollen.
-- faire un bouquet de fleurs de talus, een boeket van bermbloemen maken
-- ouvrir un lettre le coeur battant ...
-- faire pipi dans la nature ...
-- flâner dans les rues en faisant lêche-vitrines, essayer chaussures, faire le pitre
Het is gecultiveerd 'van de hak op de tak' springen. Het zijn simpele gevoelens die laten zien dat ze heel bewust leeft, anders waren die haar niet bijgebleven, of zelfs maar opgevallen. Ik moest denken aan het oude cabaretliedje van Farce Majeur, dat later ook door Saskia en Serge is gezongen: "Het zijn de klei-ei-ei-ne dingen die het doen ... ".
Na een korte inleiding begint de reeks beelden 13 augustus 2011 en eindigt 10 oktober; zeventig pagina's lang; telkens met onderbrekingen van enkele dagen; enkele uren soms. Het is één lange volzin met alleen komma's. Het is 'count your blessings'.
Daarna is er nog een slotbeschouwing van enkele regels: Il s'agit tout simplement de la manière de faire chaque épisode de sa vie un trésor de beauté et de grâce qui s'accroît sans cesse, tout seul, et oú l'on peut se ressourcer chaque jour.
[Het gaat eenvoudig erom van je leven een schatkist van schoonheid en charme te maken die zonder ophouden, vanzelf groter wordt en waar je iedere dag kunt bijtanken]
J'ai voulu traquer l'imperceptible force qui nous meut et qui nous définit.
[Ik wilde de onzichtbare krachten die ons bewegen en definiëren op het spoor komen]
____________________
Héritier, Françoise, Le Sel de la vie, Odile Jacob, Paris, Février 2012 ISBN 978-2-7381-2754-9, 91 pagina's, 7,00 €
Héritier, Françoise, MASCULIN/FEMININ, La pensée de la différence, Ed.Odile Jacob, 1996
Héritier, Françoise, MASCULIN/FEMININ 2, Dissoudre la hiérarchie, Ed. Odile Jacob, 2002
Sylviane Agacinski, Politique de Sexes http://www.revue-resurrection.org/Politique-des-sexes-Sylviane
Gérard van Eyk, 2002, De èchte Ongelijkheid, http://www.van-eyk.net/gerard/biblio/heritier.htm

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 22 Juni 2012, Julie jarig!!
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 23 Juni 2012
Ik ben de laatste dagen een paar keer stil blijven staan bij de vraag wat de 'eigenlijke' relatie tussen Kunst/kunst en Geld/geld is. Natuurlijk ken ik het handelswaardemodel: 'Iemand heeft er behoefte aan, en dus kun je er geld voor krijgen'. Mijn vriendin Julie heeft zich enkele jaren met Arteconomy ingezet om een andere relatie tussen Kunst en Economie boven water te halen. Hierbij was 'Economie' het bedrijfsleven in ruimere zin, maar onmiskenbaar op de achtergrond de winstgevendheid van dat bedrijfsleven. Het bevredigde mij niet helemaal zonder dat precies te kunnen benoemen.
In mijn eerste professionele jaren sloeg het begrip Marketing als een Razende Roeland om zich heen, en bevrijdde zich van het enge hokje van 'consumentengoederen-plus-reklame' waarin het vanaf de twintiger jaren was gekooid. Ik kende toen mensen die met 'kunstmarketing' pionierden, maar het was uiteindelijk puur handelswaardemodel.
Toen ik later als hoogleraar voor het probleem stond om 'marketing' voor [jonge] ontwerpers die met niet-bestaande, mogelijk onbestaanbare(!), producten in hun hoofd rondliepen, formuleerde ik een definitie die tot heel praktische gebruiksregels leidde, en die niets met dat handelswaardemodel had te maken. Nog sterker, je moest dat 'logische' handelswaardedenken zorgvuldig buiten de deur houden.
Die definitie luidde: 'Marketing is het sociaal maken van een hoogst individueel idee'. Dat sloot aan bij de probleemstelling van de ontwerper in de vroegste fasen van zijn werk. 'Je moet je idee niet zomaar op straat gooien, of in de ideeënbus stoppen', was bekend, en Buckminster Fuller had al gewaarschuwd met: 'Don't show fools unfinished work'. Het was een geldvrije definitie, en het bevredigde diep-menselijk op basis van het aloude 'Gedeelde vreugd is dubbele vreugd'. Puur sociaal genoegen.
Maar ook het 'sociaal maken van een hoogstpersoonlijk idee' was al misbruikt in de vorm van Propaganda. Het ging niet meer om de 'dubbele vreugd', maar om 'macht', en langs die omweg weer om 'geld'. In 1622 stichtte Paus Gregorius XV een 'ministerie' in het Vaticaan met de naam Propaganda Fide met het dubbele doel het Christendom te verspreiden in de gebieden waar het nog niet was, en het te verdedigen daar waar 'ketters' het bedreigden. Dat gaf vorm aan het machtsstreven dat De Kerk van het Romeinse Imperium had geërfd, of, anders gezegd, het Romeinse Imperium werd voortgezet onder een andere naam. Deze laatste 'beschrijving' is extra interessant als je inziet dat het Romeinse Imperium zich lange tijd heeft bediend van de God van de Christenen, maar nu overschakelt op de God van het Kapitaal. En de macht van 'God' is onaantastbaar, weet-je-wel?
Maar hoe kwam ik dezer dagen op die oude vragen? Ik dacht erover na wat ik jonge mensen zou moeten aanraden als beroepskeuze in deze tijd met de snel verwijdende kloof tussen arm en rijk. Als ik het bloeiende cultuurleven zie, dat ondanks de verminderde subsidies net zo hard dóórgroeit -- alleen niet meer voor iedereen -- dan zou 'kunstenaar' worden een uitstekende beroepskeuze zijn. Natuurlijk is het een vorm van slavernij als je moet dansen, musiceren en de creatieveling uithangen voor 'de rijken', maar wellicht is het toch leuker dan als slaaf in 'de productieve sector' te werken.
_________________________________
Propaganda Fide: http://mv.vatican.va/3_EN/pages/x-Schede/METs/METs_Main_06.html
Official Propaganda Fide website: http://www.fides.org/ita/index.html

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 24 Juni 2012
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 25 Juni 2012
Verleden Donderdag schreef ik over het boekje Le Sel de la vie van Françoise Héritier met allerlei kleine observaties die het leven dat 'extra snufje zout' geven dat het 'leuk' en 'waardevol' maakt. Ik schreef ervan dat ik het meteen wéér zou kunnen lezen, en inderdaad, ik kan er niet vanaf blijven.
Ik zal er een paar citeren. Er zijn typische 'binnenpretgenoegens' bij die je alleen, en in stilte, geniet. Daartegenover herinnert Héritier zich ook zulke waarbij de pret juist ontstaat omdat je die samen met anderen beleeft. Een voorbeeld daarvan is 'manger à mains nues à croupetons autour du plat'. [à croupetons=gehurkt].
Een typische solo-genot is bijvoorbeeld: 'se souvenir des décennies après d'une simple robe en organdi qui grattait' [décennies après=tientallen jaren later, grattait=jeukte]
... rester dans la pénombre à ne rien faire [pénombre=schemering]
... regarder glisser les nappes de brouillard [mistbanken zien verglijden]
... s'étonner d'être toujours en vie [me verbazen dat ik nog leef]
... faire vide dans ses placards [kasten opruimen]
... dormir sur l'épaule de quelqu'un.
... jubiler en trouvant en un éclair la solution d'un problème qui vous tarabuste depuis longtemps. [jubiler=schik hebben, éclair=bliksemschicht, tarabuster=kwellen, hinderen]
... monter à la main une mayonaise ou des oeufs en neige. [stijfkloppen]
... se tromper de jour, de semaine ou un mois dans un rendez-vous. [zich een dag, een week, of een maand vergissen met een afspraak]
... rougir et s'en vouloir [blozen en het zich verwijten]
... aimer tendrement quelqu'un qui ne s'en doute pas [liefde koesteren voor iemand die van niets weet]
... boire à la bouteille ou à la régalade [uit de fles drinken of --de wijn?-- door het keelgat gieten zonder het glas of de fles aan de lippen te brengen]
... caler devant les rébus et les divinettes [vastzitten met een rebus of raadseltje]
... s'être senti à son aise dans la grande et délicate mosquée de Cordoue [op je gemak zitten in de grote en kunstige moskee van Cordoba. Terzijde: een heel ander gevoel dan in een gotische kathedraal of een romaans kerkje].
... se souvenir des hirondelles dans le ciel Parisien [zwaluwen in Parijs]
... succomber devant un spéculoos [vallen voor speculaas]
... entrer dans une maison qui sent les pommes à la cannelle [binnenkomen in een huis dat naar appelencompôte met kaneel ruikt].
Dit geeft je misschien een beetje dat litaniegevoel waar je nooit genoeg van krijgt.
Het ziet er niet naar uit dat dit boekje ooit in het NLs zal worden vertaald. Toch zou het, onvertaald, een internationale toekomst kunnen krijgen als lesboekje voor Frans voor Buitenlanders. Stel je zo'n conversatieles maar eens voor op basis van een paar van zulke korte zinnetjes. Soms is de betekenis wat verborgen achter een familiale of patois uitdrukking, maar dat maakt het juist interessant. Het zijn altijd gevoelsrijke situaties die, hoe dan ook, steeds 'uit het leven zijn gegrepen' Veel plezier met deze short list.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 26 Juni 2012
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 27 Juni 2012
Vanmorgen had ik de luiken van mijn slaapkamer naar 'goed oud gebruik' weer wagenwijd open; de louvres waren door mijn eigen traagheid dicht gebleven zodat ik wel ventilatie had, maar niet de ochtendhemel kon zien bij het wakker worden. Ik ben nog steeds bezig met 'thuiskomen' en met het hervinden van de 'goede oude gebruiken' die mij rust geven. Het duurt dit jaar veel langer dan gewoonlijk. Ik denk toch dat ik ècht doorgedraaid ben, al gaat het beter.
Het genot was vanmorgen extra groot. Om tien voor vijf, mijn vaste wakker-worden-moment keek ik uit het raam en zag Jupiter verschijnen aan de wolkeloze horizon. Een héél rustgevende herkenning. Even later, vijf over vijf, verscheen Venus. Dat was dubbel genot. Wéér een stap in de goede richting.
In het begin van de maand was er nogal wat 'sensatie' over Venus die zichtbaar voorlangs de zon passeerde. Ik heb niet gekeken, maar op dat moment werd Venus van avondster morgenster. Daarna duurt het altijd even, maar nu was het zover.
Ik had vanmorgen eigenlijk heel andere dingen willen schrijven. Abstracter allemaal. Uit de boeken die ik lees ten behoeve van mijn pensioenboek. Ik had mij voorbereid op enkele passages uit het nieuwste boekje van Stéphane Hessel, je weet wel die van 'Indignez-Vous!' en 'Engagez-vous!' Het boekje heet Vivez! en is in Maart jl verschenen. Ik ontdekte het samen het Le sel de la vie op Rue Mouffetard. Nu was het aan de beurt.
Het zijn gesprekken met Hessel (1917) over diverse thema's die hem aan het hart gaan op zijn oude dag. Over je verantwoordelijk voelen, over liefde cultiveren, en mediteren over je dood, onder andere. Hij is heel helder en vitaal, zowel lichamelijk als geestelijk, maar hij vindt het ook welletjes. Hij is nieuwsgierig naar de dood. 'Nieuwsgierig', zo formuleerde ik het ook in mijn euthanasie-verklaring. Hessel licht het toe: ' ... je suis sûr que cette expérience-là sera comme beaucoup d'autres expériences de ma vie : unique. On ne rencontre l'amour que par moments, on ne rencontre la mort apparemment qu'une seule fois'. Hij citeert Shakespeare : 'nobody has come back from those bones' en hij concludeert daaruit dat we niet weten wat doodgaan is.
Maar hij heeft ook nog een andere voorstelling van de dood. 'Une manière de me désangoisser', [ont-angsten] noemt hij het. Hij citeert daarvoor weer Shakespeare : 'Nous sommes de l'étoffe dont son faits les rêves et notre courte vie est entourée d'un sommeil'.
Ik heb de oorspronkelijke Shakespeare tekst opgezocht, want over dit citaat zijn misleidende misverstanden: 'We are such stuff as dreams are made on; and our little life is rounded with a sleep'. Let op! Daar staat niet 'made of', maar 'made on'. Dat is heel iets anders, en de vertaling van Hessel is dus fout.
Deze bekende fout is gemaakt door Humphrey Bogart in zijn laatste woorden in de film The Maltese Falcon uit 1941. Die luidden: 'The stuff that dreams are made of'. En in die vorm is het beroemd geworden. Een betere Franse vertaling zou luiden: '... l'étoffe sur laquelle les rêves sont batis ...' Probeer maar eens NLse vertaling.
___________________________
Stéphane Hessel, Vivez!, Entretiens avec Édouard De Hennezel & Patrice van Eersel,
Carnetsnord, Paris, mars 2012, ISBN 978-2-35536-061-9
Shakespeare quote: http://www.enotes.com/shakespeare-quotes/we-such-stuff-dreams-made
Humphrey Bogart in het slot van The Maltese Falcon: http://www.youtube.com/watch?v=i8_hGlwau3A

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 28 Juni 2012
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 29 Juni 2012
Bij het schrijven van mijn column van eergisteren stuitte ik op een 'foute' aanhaling van Shakespeare. De bekende aanhaling luidt: 'We are such stuff as dreams are made of'. Ook Stéphane Hessel gebruikte de Franse versie daarvan: 'Nous sommes de l'étoffe dont son faits les rêves'.
Maar toen ik uit nieuwsgierigheid dat citaat in The Tempest [Act 4, scene 1, 148-158] opzocht, bleek dat Prospero zegt: 'We are such stuff as dreams are made on'.
Let op het laatste woordje. Hier staat 'on', niet 'of'.
De populaire [foute] versie, zo schreef ik eergisteren al, komt van Humphrey Bogart en die zou je moeten vertalen als: 'Mensen zijn gemaakt van hetzelfde materiaal als dromen': Van 'gebakken lucht' bijvoorbeeld. In die vorm en betekenis is het het razend populair geworden. Maar zo is het niet.
Een van mijn lezeressen, Anna, ging in op mijn verzoek om een NLse vertaling. Zij kwam voor de dag met ' ... spul waar dromen op gemaakt worden'. Dat is juist, maar het wordt er niet duidelijker op. Ik zal proberen duidelijk te maken dat het kan worden vertaald als: 'Wij zijn van dat spul waar dromen bijzonder goed op klikken', of: 'Wij -- mensen -- zijn aartsdromers'.
In The Tempest vertoont de tovenaar Prospero namelijk een spektakelstuk [revels] in verband met het huwelijk van de dochter van de Prins van Napels. Op een bepaald moment, tijdens de opbouwfase van dat 'spektakel' -- of die 'fantasie' -- komt het hem opeens niet goed uit, en blaast hij de hele vertoning af. Hij zegt dat het geen echte acteurs waren, maar geesten. Die zijn nu 'opgelost in de lucht'. Hiervoor gebruikt Shakespeare een uitdrukking die nog steeds populair is: 'melted into thin air'. Het laat geen spoortje [rack] achter, zegt hij.
      Our revels now are ended. These our actors,
      As I foretold you, were all spirits, and
      Are melted into air, into thin air:
      [... ]
      Leave not a rack behind. We are such stuff
      As dreams are made on; and our little life
      Is rounded with a sleep.

Deze originele zin is een retorisch antwoord op de niet uitdrukkelijk door het publiek gestelde vraag: 'Hoe is het mogelijk dat wij in een dergelijke illusie zijn getrapt'. Prospero geeft zijn gehoor als het ware een 'excuus' om een dergelijke 'fout' te maken, en zegt vergoelijkend: 'We zijn nu eenmaal aartsdromers'.
Maar misschien is Prospero kwaadaardiger -- dat blijkt elders in het stuk -- en bedoelt hij: 'Jullie mensen kan ik alles wijsmaken, als het maar een beetje samenhangend is, geloven jullie het al'.
Tja, dat is het thema van 'illusie versus werkelijkheid'; dat is heel modern. Zowel dichters als wetenschappers worstelen ermee. Terecht!! Wie vaststelt dat alles toch maar illusie is -- of het tegendeel, dat alle illusie onzin is -- is als een zeilscheepje aan lager wal. Vastgelopen, voorgoed wellicht. Het is juist mijn levensopgave dat spanningsveld tussen die twee te koesteren, en mij daar voortdurend 'zorgen' over te maken.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 30 Juni 2012
Het is de laatste dag van de maand, en, ondanks mijn energiebeperkende maatregel van 'om de andere dag', kan ik het niet over mijn hart verkrijgen deze dag over te slaan. Zeker niet omdat er juist een gedicht langskomt van A Poem A Day van Paula Bohince waarvan enkele zinnetjes, en de hele sfeer, mij aanspreken. Precies de sfeer die ik voorlopig met 'om de andere dag' probeer de handhaven. Het ademt bovendien niet alleen rust uit, maar ook geborgenheid.

The Bedroom

Sheets boiled with lavender, the hard bed.
Handmade eye pillow filled with Great Northerns.
Cactus to the ceiling, orange corsages.
No embarrassment, a calm
that is the opposite of ambition, I think.
Mind like a diary unlocked on the dresser, pages lifting in breeze.
Like those vivid flowers.
Amethyst on a chain: external heart.
Heirlooms in a shallow basket I can look at
without regret, or regard and weep, kneeling, beside.
A water glass, my eyeglasses, arms open
in a waiting embrace. Sleeping on my husband's chest,
his undershirt dryer-warm, arresting as a cloud
in a black-and-white photograph.
De zinnetjes die mij bekoren zijn 'a calm that is the opposite of ambition' en 'Mind like a diary unlocked on the dresser, pages lifting in breeze'. Vooral ook het beeld van een open ontspannen geest, opgeroepen door : 'pages lifting in breeze'
Ik heb intussen nog een paar andere gedichten van haar gelezen. Ook doen!
____________________
http://www.poemflow.com/1526 en http://www.poemflow.com/1526#
Meer van haar: http://www.webdelsol.com/Perihelion/bohince.htm
http://www.poetryfoundation.org/poetrymagazine/poem/240802 + http://www.poetryfoundation.org/poemcomment/240802

terug eerste dagboekregel

Einde Mijn Dagboek Juni 2012