Mijn Dagboek 149

Dagboek 149 loopt van 1 tot 31 oktober 2012 en begint met commentaar op een bemoedigende tekst van de Bescheurkalender die mijn zoon Jeroen mij toegestuurde. De maand eindigt met de forse regenbuien waaraan het eiland al lang behoefte had. Veertien keer doe ik het in '100 woorden'. Een keer sla ik over. Slechts drie keer komt er een gedicht aan te pas [5 15 18]. Mijn zoon Peter kwam een paar dagen op bezoek [3]. De eerste helft van de maand wordt gedomineerd door de gebruikelijke vertrekproblemen versterkt door de chaos in mijn hoofd, en de onverwachte break down van mijn thuiscomputer: morsdood [3 4 5 6 7 8 9 11 12 13]. Na aankomst op La Gomera beschrijf ik mijn 'thuiskomgevoelens' [20]. Op doorreis in Barcelona ontmoet ik enkele malen schoondochter Rinske met de kleindochters Lisa en Dorien die er een 'culturele herfstvakantie' doorbrengen [16]. De sterrenhemel komt drie keer aan de orde, en ik leer na vele jaren de naam kennen van de ster, Canopus, die mij altijd op La Gomera begroet maar die vanaf het Europese vasteland niet zichtbaar is [10 24 27]. Aangekomen op La Gomera neem ik voorzichtig de draad op van het verwaarloosde pensioenboek, en schrijf als vingeroefening vijf korte analyses van artikelen die ik -- direct of indirect -- kan gebruiken voor de definitieve tekst [19 25 26 29 30]. Een keer beschrijf ik een curieuze ervaring met La Poste, de Franse posterijen, die mij zelfbetaalde zorgen opleverde [28].
Index Oktober 2012
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.

Cessenon sur Orb, Maandag 1 Oktober 2012
Mijn zoon Jeroen, die op een afstandje toekijkt hoe ik met het pensioenboek worstel, [of worstelde, want ik heb weer overzicht en energie ... denk ik], heeft voor mij een tekst opgeduikeld waarmee hij mij moed inspreekt. Hij vond die tekst van Bernie Siegel op de Bescheurkalender:

"Sommige van de opwindendste uitdagingen
vermommen zich heel knap als onoverkomelijke moeilijkheden"

Het gaat er dus om De Kans van zijn vermomming te ontdoen. Jeroen haalt diep uit mijn geheugen mijn stimulerende oppepper van lang geleden:

'Every problem is an opportunity in disguise'.

Bedankt Jeroen voor deze geheugenopfrisser. Ik heb weer frisse moed. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 2 Oktober 2012

Stilte is beter
dan alle liederen die
een dichter bedenkt.
Maar als hij geen lied meer weet
zoekt hij vergeefs naar stilte.

__________________________________
Auteur Jan Wit, Titel Tanka - 1, uit Diverse auteurs - Het Korte Gedicht. Maatstaf 13e Jaargang Nr. 7/8, Bert Bakker, 1965
Ik heb het uit: Grote Poëzie Bloemlezing: Mij Liet Je Leven, Eindhoven, Citroenpers. 1987. [Zie 3 sep 2012]
Jan Wit (1914 - 1980) was een Nederlands predikant, dichter en hymnoloog. Hij was blind. Hij schreef een groot aantal teksten voor het Liedboek voor de Kerken. In 1969 ontving hij een eredoctoraat aan de Rijksuniversiteit Groningen.

terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 3 Oktober 2012, Peter vertrekt vandaag
Het onmiskenbare voordeel van mijn nomaden- cq trekvogelbestaan is dat 'De Rommel' zich niet kan ophopen zoals in het sedentaire bestaan waar zolders, kelders en andere uithoeken geliefde verzamelplaatsen zijn van dingetjes die je 'misschien nog wel eens nodig hebt'. Bij iedere 'verhuizing' moet ik daarover beslissingen nemen, anders wordt mijn koffer te zwaar. Een sedentair kan zulke beslissingen vele jaren uitgestellen.
Maar ja, vier maanden op één plek levert toch een aantal aankoekverschijnselen, en dat is de klus waar ik nu voor sta. Vanmorgen vroeg heb ik Peter op het vliegveld van Montpellier achtergelaten, en we hebben afscheid genomen. We hadden elkaar nog veel meer te vertellen. Zoveel, dat de vier volle dagen voorbij zijn gevlogen.
En nu is mijn 'verhuizing' definitief aan de beurt. Dat betekent 'aankoekverschijnselen' aanpakken. Het kaf van het koren scheiden. Wat is het 'koren'? Wat is het 'kaf'?
Ik ben vanmiddag begonnen met de archiveringsklus af te ronden, waar ik 2 en 3 September over schreef. Ik ga er de komende maanden zeker niets aan doen, het is dus vooral 'conserveren' en 'toegankelijk opbergen'. Allemaal 'in the cloud', dat wel, maar het blijft een precies karweitje want nu ken ik nog de onnoembare details waarmee ik het kan ordenen.
Ik heb al enkele jaren een vrij goede discipline, en een redelijk goed systeem, om alle documenten in veilige back ups achter te laten zodat ik bij een crash van mijn notebook niet helemaal 'onthand' ben.
De andere klus is het weggooien van 'losse flodders', dat wil zeggen van aantekeningen voor veelbelovende columns die nooit zijn geschreven, of die maar gedeeltelijk zijn gebruikt. Tenslotte is er de steeds groeiende berg van aantekeningen die 'wellicht bruikbaar' zijn voor mijn pensioenboek. Ook al heb ik niet geschreven deze zomer, ik heb wel ideeën verzameld. Dat is 'Literair Afval' gemengd met goudklompjes. Dat moet worden gesorteerd.
Ik doe dat altijd op de 'thuiscomputer' die hier staat, terwijl ik het gewone werk doe op de twee notebooks die ik altijd in mijn reiskoffer heb. Daar staat de volledige back up van het vorig jaar, en daar deponeer ik die goudklompjes zodat ik de rest kan weggooien.
Maar ... helaas ... grote schrik ... die thuiscomputer heeft het gisteren opeens begeven. Dood! Morsdood! Ik heb er met Peter nog grondig naar gekeken. Finito!
Gelukkig gaat het niet om uniek materiaal, anders zou ik de redding moeten zoeken in het demonteren van de harde schijf, en die door een specialist op een andere computer weer leesbaar laten maken. Het is aannemelijk dat die oplossing mogelijk is, want de harde schijf is dubbel uitgevoerd -- voor de veiligheid.
Alle gegevens zitten namelijk ook op secundaire back ups, hetzij in the cloud, hetzij op losse harde schijven van oudere datum. Het is dus 'alleen maar' een verrekte hoeveelheid werk, en het verdriet dat het werk van de laatste maand op dat punt verloren is geraakt. Ik zit bepaald niet op zo'n tegenslag te wachten. De normale nomaden-verhuizing is al werk genoeg.
--"En ik heb het al zo druk", klaagde hij.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 4 Oktober 2012
Na de tegenslag die ik gisteren beschreef, heb ik vannacht heel goed geslapen. Uitstekend zelfs. Dat bewijst weer eens de stelling van de krantenmagnaat Hearst dat 'wat je niet kunt bestrijden, moet je beschrijven'. In alle rust kijk in nu dus naar de taken die voor mij liggen. Het is niet allemaal 'digitaal'. Ook de tuin eist aandacht om die winterklaar te maken, al was het alleen maar het opruimen van het tuingereedschap dat ik her-en-der heb achtergelaten. Vervolgens de tuinslangen, en de nieuwe druppelslangen die ik deze zomer heb aangeschaft en waarmee ik heb geëxperimenteerd. Het gaat om de 'nieuwe' ecologische vorm van beregenen die hier in de wijngaarden meer en meer wordt toegepast. Arrosage goutte à goutte heet dat hier. Ik ga dat ook in mijn tuin doen. Dat is niet af, maar het moet nu wel worden opgeborgen. Ook het oude archief, dat ik 'digitaal' ongeveer rond heb, moet terug in de dozen, want nu ligt het in de behandelhouding uitgespreid over de hele serre. Dat kan niet zo blijven liggen.
Vanmorgen heb ik al een strooptocht door het huis gemaakt op zoek naar 'wasjes'. Te beginnen met de logeerkamer van Peter, maar ik vond veel meer dat 'hoognodig' aan een wasbeurt toe was voor het kan worden opgeborgen. Op de keukenvloer ligt dat nu, mooi soort bij soort, en de wasmachine draait al met de eerste portie. Dat loopt dus.
Ik denk dat ik mij vandaag maar op wat 'fysieke' arbeid concentreer, al of niet in de tuin, en het digitale wat laat liggen. Mogelijk krijg ik dan ook wat betere ideeën voor de aanpak van dat ingewikkelde digitale sorteerkarwei.
Want daar gaat het om, om 'sorteren'. Het kaf van het koren scheiden zoals ik gisteren schreef. Op mijn notebook, mijn werkcomputer zogezegd, heb ik dat niet netjes gescheiden opgeborgen. Juist omdat ik deze zomer met een gebrek aan energie kampte, en ik bepaalde taken zoals Mijn Dagboek toch alle prioriteit gaf, is het daar 'nogal rommelig', want ik liet niet na om losse ideeën -- bijvoorbeeld voor het pensioenboek en de correspondentie daarover -- vast te leggen en een beetje uit te werken voor ik ze op De Stapel legde voor 'later'. Deels had ik dat al gesorteerd naar de 'thuiscomputer', maar die is nu kaduuk.
Het gaat er vandaag dus vooral om Het Overzicht. En om een aanvalsplan. Het komt dus heel goed uit dat ik vannacht uitstekend heb geslapen. Ik ben vol energie. Ik denk dat ik eerst mijn dagelijkse wandeling ga maken, dat helpt ook voor Het Overzicht.
[Ik hoor dat de wasmachine klaar is met de eerste portie. De volgende is dan mooi klaar als ik van de wandeling terugkom.]
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 5 Oktober 2012
Mijn plannetje heeft gewerkt. Ik heb gisteren de hete brij gelaten voor wat die was, en alleen de tuinklussen gedaan. Tussendoor kreeg ik 'heldere' ideeën over het aanpakken van die reuzenklus. Of het 'goede' ideeën zijn moet nog blijken: 'The proof of the pudding is in the eating'.
In het Spaans heet het 'al freír de los huevos lo verá': bij het bakken van de eieren zie het wel, of kom je er wel achter.
De vraag is: 'Werkt mijn aanvalsplan?'
--'Kein Plan überlebt die erste Feindberührung', zou Helmuth Karl Bernhard Graf von Moltke gezegd hebben. Ik merk het wel. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 6 Oktober 2012
Gisteren was de eerste aanvalsdag. Hoe is die verlopen?
'Goed', kan ik zeggen. Aan het eind van de ochtend begon ik te balen van het pietepeuterige uitzoeken van al die 'losse flodders' die ik de hele zomer niet had opgeruimd, en, voor zover ik dat in Juni/Juli wel had gedaan was dat verloren gegaan. Gelukkig had ik alles --ongesorteerd-- nog op mijn Linux staan. Dat stuk werk hoefde 'alleen maar' overgedaan te worden. Wat wèrkelijk verloren is gegaan zijn de zeven geripte CD's die ik bij mijn verjaardag cadeau kreeg. Het geripte resultaat, wel te verstaan, niet de CD's. Nu de thuiscomputer kaduuk is, heb ik ook geen CD/DVD lezer meer. Uitstellen tot het volgens jaar dus.
Tegen de middag, toen ik begon te balen, was ik nog lang niet op de helft van dat pietepeuterige gedoe. Gelukkig lag er genoeg werk van ander kaliber. Het archief ligt nog, zoals ik schreef, 'in de behandelhouding uitgespreid over de hele serre'. Dat moet opnieuw worden opgeborgen in de vijf of zes verhuisdozen die deels in de garage staan. Dan kan/moet ik meteen de garage opruimen zodat er ruimte komt voor de tuinslangen die nog buiten liggen. Daar heb ik 's middags een begin mee gemaakt, maar ik heb óók nog een pittige wandeling gemaakt om de geest te temmen door het lichaam te vermoeien. Die oude truc liet mij de laatste maanden in de steek. Geleidelijk heb ik ook geleerd mijn wispelturige super-nieuwsgierige geest een beetje minder te laten afleiden door BST's.
BST's, zo heeft Peter mij uitgelegd, zijn Bright Shining Things, en daarmee moet je oppassen. Het zijn moderne versies van de Sirenen waarvoor Odyssee zijn bemanning de oren vol stopte met bijenwas, en ze aan de mast vastbond. Hij liet zichzelf ook aan de mast vastbinden. BST's hebben een oude traditie.
In het sjouwen en systematisch vullen van de archiefdozen kan ik mijn energie kwijt. Van het archief had ik vóór de komst van Peter, ongeveer de helft gescand en veilig in The Cloud opgeborgen. De rest komt het volgend jaar aan de beurt. Intussen is er tijd voor verdere plannen daarmee, maar de komende maanden zal ik er niets aan doen, en zal het schrijven aan het pensioenboek voorgaan.
Wat vandaag? Allereerst weer een flink brok van dat pietepeuterige gedoe. Misschien dat ik aan het eind van de ochtend kan inschatten hoeveel er nog ligt. Dat kan ik ook een begin maken met verzamelen van de opgeschoonde mappen op de harde schijven die de thuiscomputer moeten vervangen. Aan de slag dus!!
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 7 Oktober 2012
En de tweede dag?
'Gemengde gevoelens', moet ik zeggen. Ik ben tevreden over de afronding van het archief. Dat staat mooi in vier verhuisdozen in de serre. Ik heb er houten balkjes onder gelegd voor geval er een inundatie komt -- je weet maar nooit. Ook in The Cloud heb ik de laatste puntjes op de i's gezet. Met het opruimen van de garage is een begin gemaakt.
Het digitale front lijkt helaas vastgelopen. Het is héél véél ... en het synchroniseren met de externe harde schijven viel vies tegen.
Maar vandaag is er een frisse nieuwe dag. Gelukkig maar. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 8 Oktober 2012, Albert jarig!
Om te zorgen dat de chaos om mij heen geen chaos-van-binnen wordt - dat dreigde Zaterdag namelijk - heb ik gisteren een grote wandeling gemaakt, en, met moeite, de computer na de avondmaaltijd niet meer aangeraakt. Ik liet mij meeslepen door heel wat anders: een DVD met Conan Doyle detective toen hij Sherlock Holmes nog niet had uitgevonden. Zodoende sliep ik een stuk beter. Mooi toch?
Op het digitale front heb ik weinig directe vooruitgang geboekt, maar wel ingezien, en georganiseerd, welke klussen ik tot na mijn vertrek kan uitstellen. Dat scheelt een slok op de borrel. Ook mooi toch? (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 9 Oktober 2012
Er is de laatste maanden iets bijzonders gebeurd. Vroeger, jarenlang, werd ik --enkele uitzonderingen daargelaten-- elke morgen om tien voor vijf wakker. Vol energie. Dat was een lichaamsritme dat zich meteen herstelde als ik in een andere tijdzone kwam. Ook werd ik om ongeveer twee uur altijd even wakker na een diepe slaap. Dat laatste heb ik nog, maar nu slaap ik niet meer in. Het is zo langzamerhand stabiel geworden dat ik wakker lig, en dat ik pas tegen vijven weer inslaap! Het Wakker Worden Punt is veranderd in het Inslaappunt. Wat moet ik daar nu van denken? (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 10 Oktober 2012
Gisteren en vandaag kon ik de stralende winterzeshoek weer eens bekijken, want er waren gelukkig geen ochtendwolken. Eindelijk weer eens. Gisteren stond de maan precies midden tussen Pollux en Procyon. Vandaag was die natuurlijk afgezakt van dat plekje, en stond een duimbreed lager. Zelden kun je zo precies de dagelijkse verplaatsing van de maan waarnemen. Jupiter staat nog steeds [zoals ik vier en veertien September zag en beschreef], precies halfweg Capella en Aldebaran. Hij 'dwaalt' niet meer. How come?
Venus komt pas om vijf uur als de zeshoek al hoog aan de hemel staat. Zij is een echte morgenster geworden. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 11 Oktober 2012
Een begin is gemaakt!! Het digitale probleem loste ik op door een harde schijf van 500GB te kopen om het zeer arbeidsintensieve sorteerprobleem mee te nemen, met achterlating van back up.
Vanmorgen heb ik de huurauto ingeleverd. Het pakket boeken dat meegaat als referentie voor Het Boek ligt klaar om vanmiddag naar La Poste te brengen.
Op het antwoordapparaat van de tuinman staat mijn mededeling dat ik alleen nog vandaag en morgen zijn factuur --daar wacht ik op-- kan betalen.
Alleen trein en hotel naar/in Barcelona durf ik pas vast te leggen als de huis- en tuinklussen overzichtelijk zijn. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 12 Oktober 2012, Sylvia jarig
De laatste ronde is begonnen. Ik was zó gefocust op de 'ongelukken' dat ik aan het gewone opruimwerk niet toekwam, laat staan aan het ordelijk reisklaar maken, en mijn koffer en reistas weer completeren. Als een goede gewoonte houd ik de inhoud daarvan zorgvuldig gescheiden van de 'gewone' huishouding. De inhoud van mijn koffer en de reistas zijn op zichzelf namelijk óók een compleet huishouden waarmee ik maandenlang in kleine hotelletjes moet kunnen verblijven. Toch treedt er vermenging op, en is het moment om dat precies uit te zoeken. Anders zit ik de komende acht maanden met een probleem. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 13 Oktober 2012
Gisteravond was De Chaos zo overzichtelijk geworden dat ik het aandurfde een vertrekdatum te prikken. Er is maar één doorgaande trein tussen Béziers en Barcelona: De Talgo van 08:08. Mijn vaste hotel is OK. De treinreservering is rond. Albert brengt me Maandag naar Béziers. Afnokken dus! De verdere reis regel ik later wel. Eerst dit!
Ik kijk terug op een malaise-zomer, waarbij ik afwisselend hypernerveus en uitgeput was, en werd geteisterd door slapeloosheid. Er kwam bijna niets uit mijn vingers. De laatste maand trok het bij, maar toen kwamen deze tegenslagen ... ik heb het er toch nog redelijk afgebracht. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 14 Oktober 2012, laatste dag
Gelukkig had ik een extra dag gerekend vóór mijn vertrek. Ik kan --onthaast-- de laatste fase afronden. Voor vandaag resten enkele puntjes op enkele i's.
Gisteren heb ik het gazon nog gemaaid, en, óók gelukkig, kwam Jacques, de tuinman, langs om de plannen voor de winter nog eens goed door te nemen.
Het grootste karwei is het definitief rooien van twintig meter Pyracantha haag aan de achterzijde, en het herplanten met Eleagnus [Ebbingei]. De fruitbomen, de Acacia, de Laurier en de Eucalyptus moeten hoognodig worden gesnoeid. Een Gouden Regen [Laburnum] moet drie gestorven berken vervangen. Genoeg te doen dus. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 15 Oktober 2012, vertrekdag, Theo S jarig!
De Grote Poëzie Bloemlezing, uit het archief waar ik begin September een paar keer over schreef, ligt naast mijn bed, ik lees er vaak in als ik niet kan slapen. Het is een kloek A4-formaat gedrukt in een 20-punts Praxis. Een grootletterboek dus.
--"Nel Benschop, Toon Hermans e.d. behoren niet tot onze elite-dichters, maar hun werk maakt wel deel uit van onze cultuur", schreef Aldert in zijn Inleiding. Hij nam ze daarom op. Het boek is te groot om mee te nemen. Ik moet het achterlaten, en dat past ook bij dat boek. Het is geen reizigersboek.
Van Jules de Corte staat er in "Ik zou wel eens willen weten". Dat las ik vaak, ook omdat ik wel eens wil weten waarom ik zó brandend nieuwsgierig ben, dat ik er moe van word.

Ik zou wel eens willen weten,
waarom zijn de bergen zo hoog?
Misschien om de sneeuw te vergaren,
Of het dal voor de kou bewaren,
Of misschien als een veilige stut voor de hemelboog,
Daarom zijn de bergen zo hoog.

Ik zou wel eens willen weten,
waarom zijn de zeeën zo diep?
Misschien tot geluk van de vissen,
die het water zo slecht kunnen missen
en tot meerdere glorie van God, die de wereld schiep,
daarom zijn de zeeën zo diep.

Ik zou wel eens willen weten,
waarom zijn de wolken zo snel?
Misschien dat 't een les voor de mens is
die hem leert hoe fictief een grens is,
en misschien is het ook maar eenvoudig een engelenspel,
daarom zijn de wolken zo snel.

Ik zou wel eens willen weten,
waarom zijn de mensen zo moe?
Misschien door hun jachten en jagen,
of misschien door hun tienduizend vragen
en ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe,
daarom zijn de mensen zo moe.
Bovendien heb ik speciale herinneringen aan Jules de Corte. Zijn roem was nog niet zo hoog gestegen toen ik eerstejaars in Delft was, en op de Julianalaan woonde. Hij was daar min of meer buurman, en ik zag hem altijd gearmd met zijn vrouw naar het station lopen. Precies zoals aan het slot van die YouTube die ik aantrof op het Internet. Hij was blind, althans zeer slechtziend.
__________________________________
YouTube door hemzelf gezongen: Ik zou wel eens willen weten http://www.youtube.com/watch?v=cFlJ6EvicF0

terug eerste dagboekregel

Barcelona, Hotel Condal, Dinsdag 16 Oktober 2012, mijn naamdag, 'Mi Santo'
Het liep gesmeerd gisteren. Albert bracht mij naar de trein. De trein was op tijd. Om half een was ik in het hotel. Lekker fruit gekocht in de Boquería hier vlakbij, en toen een goede siësta. Rinske en de haar dochters, Lisa en Dorien, mijn kleindochters, waren nog op excursie bij de Sagrada Familia. Zij genieten hier een culturele herfstvakantie.
Later op de middag ontmoetten we elkaar bij Café Zürich, en brachten de avond samen gezellig door. Voor vandaag staat een bezoek aan Montjuïc op het programma. Morgen, heel erg vroeg, reis ik met Ryanair naar Tenerife. Einde Tussenstop Barcelona. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Aan boord Benchijigua, Woensdag 17 Oktober 2012, neef Harrie wordt 90!
Ik zit op de boot van 14:00 naar La Gomera. Over een kwartier varen we. Dat wordt de laatste etappe. Het begon vanmorgen vroeg in Barcelona met de bus van 05:50 naar het vliegveld. De procedures bij Ryanair waren complex. Ze zijn heel precies met bagage. Verschillende mensen werden teruggestuurd van de wachtrij om hun bagage beter te regelen.
Ik heb onderweg minimaal gelezen in El País. Hoewel mijn vingers (hersens) jeukten om eens lekker alles bij te lezen, moest ik mezelf afremmen. Dat heb ik de laatste weken geleerd. Ik voel mij er heel ongemakkelijk mee. Heel erg onveilig. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 18 Oktober 2012, Yvonne jarig!
Naar aanleiding van mijn column van Maandag, waarin ik schrijf over wakker liggen en mijn brandende nieuwsgierigheid, en waarin ik een liedje van Jules de Corte aanhaal, kreeg ik van Gery een mail onder de titel: 'slapeloosheid, nieuwsgierigheid en poëzie'. Zij voegde daarbij de column van Remco Campert uit De Volkskrant van verleden Zaterdag: 'Laatst kon ik niet in slaap komen'.
--"Ik moest aan jou denken toen ik de column las", schreef ze erbij, want zij weet van mijn 'brandende nieuwsgierigheid'.
Campert schrijft over zijn slapeloosheid, en besluit met een gedichtje van Wallace Stevens dat hem tot rust bracht. Het lijkt een antwoord op de vragen van Jules de Corte:

In mijn kamer gaat de wereld
mijn verstand te boven; maar als ik
buiten wandel zie ik dat ze bestaat
uit drie of vier heuvels en een wolk.

Toen gingen bij mij belletjes rinkelen. Ik herkende iets. Niet alleen een relatie tussen nachtmerries en wandelen in de vrije natuur, maar ook vrij letterlijk het beeld van drie of vier heuvels en een wolk. "Krak, krak", deden mijn hersens, en toen vond ik het. In Maart had ik het bij A Poem A Day zien langskomen en het opzij gelegd. Er over schrijven was er niet van gekomen, het verdween van mijn harde schijf, maar bleef kennelijk in mijn geheugen.
Hier is het:
Of the Surface of Things , by Wallace Stevens

In my room, the world is beyond my understanding;
But when I walk I see that it consists of three or four
hills and a cloud.

From my balcony, I survey the yellow air,
Reading where I have written,
"The spring is like a belle undressing."

The gold tree is blue,
The singer has pulled his cloak over his head.
The moon is in the folds of the cloak.

Tot slot moest ik weer aan Jules de Corte denken. Wandelen in de vrije natuur, gearmd met zijn vrouw, kon wel, maar drie of vier heuvels zien en een wolk was voor hem niet weggelegd. Hij moest zijn nachtmerries anders oplossen.
__________________________
Of the Surface of Things, by Wallace Stevens: http://www.poemflow.com/1426# en http://www.poemflow.com/1426

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 19 Oktober 2012, Bruno jarig! 83!
Nu ik [meer dan] aanstalten maak om verder de gaan met het pensioenboek, blijkt dat ik twee boeken mis waarvan ik dacht dat ze hier in San Sebastián zouden liggen, want ik kon ze in Cessenon niet vinden. Ik had weliswaar vage herinneringen dat ik die aan 'iemand' had uitgeleend, maar ik wilde toch mijn zoektocht alhier afwachten. Het zijn allebei boeken die belangrijk zijn voor een bepaald hoofdstuk. In de eerste versie van mijn boek worden ze al aangehaald, maar enkele meelezers hebben overtuigend aangedrongen op meer uitgebreide aanhalingen en beschrijvingen. Het gaat om het boek van Sherwin Nuland, How We Die, uit 1994, dat ik in 2006 ontdekte, en in Mijn Dagboek van 6+8 juli van dat jaar beschreef. Het andere is van Dennis McCullough, My Mother, Your Mother, uit 2008, dat ik 31 mei van dat jaar beschreef. Het zijn allebei zeldzame boeken in die zin dat ze heel 'compassionate', maar toch 'reg-foor-se-raap' over het stervensproces gaan. Dat doen maar weinig boeken, hoewel, volgens de lezing [waarover verderop] die ik gisteren uitluisterde, komt er een kentering. Nuland beziet het vanuit de stervende; McCullough vanuit de omgeving. In die zin zijn beide boeken complementair.
Maar nu sta ik ervoor, en ik moet ze opnieuw kopen. Geen nood! Het Internet is er goed voor, en ik ben op zoek gegaan. Het boek van Nuland is intussen in 29 talen vertaald en in de hernieuwde en verrijkte uitgave van 2011 zijn paragrafen opgenomen over hoe de toestand sindsdien is veranderd.
Zoekend naar dat boek van Nuland stuitte ik namelijk op een lezing die hij ruim een jaar geleden heeft gehouden voor een forum van geriaters waarin hij analyseert wat er sinds de uitgave van zijn [pionier]boek is gebeurd. Gemengde gevoelens, plussen en minnen.
Het is een lezing van ruim één uur. Er zijn veel meer publicaties op dat gebied verschenen, weet hij te melden. Dat is een pluspunt, maar verder komt het niet. De belangstelling onder artsen [in de VS] is groot, maar de feitelijke praktijken blijven daarbij ver achter. Het onderwerp blijft niet alleen omgeven met taboes, ook neemt de technologische benadering steeds verder toe, en wordt de afstand tussen patiënt en dokter steeds groter. Precies het tegendeel van de noodzakelijke 'compassionate approach'
--'We seem to remain in the morass', zegt hij ervan.
Van een andere [nieuwe en negatieve] ontwikkeling zegt hij:
--'Medicine is hijacked by economics'.
Er is ook een NLse vertaling, maar die is van de oudere versie zonder de aanvullende hoofdstukken, dacht ik. Het boek van McCullough heb ik nog niet helemaal nagetrokken, maar er schijnt een e-versie van te zijn. Dat lijkt mij handig, hoewel ik moet uitkijken met de verschillende formaten op dat terrein.
_______________________
Talk by Sherwin Nuland, M.D., author of "How We Die: Reflections of Life's Final Chapter" given July 28, 2011 at Kane Hall, University of Washington, Seattle, WA and sponsored by the Ernest Becker Foundation http://www.ernestbecker.org
Uploaded by talkingsticktv on Jul 29, 2011: http://www.youtube.com/watch?v=H89MC3xHZO0

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 20 Oktober 2012
Nu de allereerste aankomstdrukte voorbij is, ga ik weer genieten van het bekende, van het lopen door de binnenstad bij het winkelen, en van het zien van de grote en kleine veranderingen tijdens mijn afwezigheid. Ook van de bekende gezichten die ik op straat tegenkom. Het heeft iets van thuiskomen, hoewel datzelfde proces ook optreedt als ik in Cessenon sur Orb aankom: Dat is kennelijk mijn andere 'thuis'.
Alleen in Eindhoven is het anders. Daar zijn de veranderingen in de loop van de jaren zo groot, en --mijn verblijfperiodes zo kort-- dat ik steeds opnieuw vreemdeling ben. Iedere keer een beetje meer zelfs. Ik lijk wel een toerist die na jaren weer eens terugkomt in zijn oude geliefde vakantieoord van voor de grote toeristenboom. Enkele oude vertrouwde herkenningspunten, een geveltje, een straathoek, of een doorkijkje, tekenen zich soms onverwacht af tegen de achtergrond van de moderne 'architectonische bling-bling'. Dat is alles, meer niet.
Van Cessenon naar hier neem ik echter altijd een heel ander vertrouwd beeld mee. Dat zijn de ochtendsterren, en de hele ochtendhemel. Dat komt omdat mijn slaapkamerraam precies zo is georiënteerd als in Cessenon. De hele winterzeshoek, de dwaalsterren Venus en Jupiter, de hele Orion en de stralende Sirius, zag ik de vorige week precies zo staan in Cessenon. Ik kan die ontwikkeling zelfs blijven volgen. Hier staan ze er nòg mooier bij. Kennelijk is hier minder lichtvervuiling waardoor ook veel van het kleine grut tussen de grote sterrenbeelden aandacht kan krijgen. Ook komt de zon iets later op, en zit die bovendien bij opkomst verstopt achter de hoogste berg van Spanje, El Teide, hier recht voor mijn neus. Dat alles intensiveert de zwarting van de ochtendhemel, en maakt de sterren nòg stralender.
Op die manier is mijn oude aforisme weer geldig:
--"Sterren zijn mijn enige vaste punten op aarde".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 21 Oktober 2012
Ik schreef Woensdag: 'Neef Harrie wordt 90!', maar het was niet zo. Hij overleed 9 Augustus, en door een misverstand stuurden zijn beide zoons, die wisten van mijn contacten met hem, mij niet het overlijdensbericht. Ik stuurde hem een felicitatiekaart als voorschot op mijn verjaardagsbrief die ik dit jaar niet op tijd klaar had. Zo werd de miskleun ontdekt, en las ik pas gisteren van zijn overlijden.
Behalve een paar telefoongesprekken per jaar, was die jaarlijkse brief ons enige contact. We hadden elkaar in jaren niet meer gezien. Hij schreef mij altijd terug in zijn fijne, precies-puntige handschrift, en daarna was het weer tijd voor mijn jaarlijkse nieuwjaarsbrief met mijn wederwaardigheden van het afgelopen jaar. In de loop van het voorjaar kreeg ik weer zo'n precieze handgeschreven brief. Zo hielden we elkaar op de hoogte, want toen ik uit Nederland vertrok, hoorde ik 'via-via' weinig of niets meer van hem en begon die correspondentie. Hij reisde in die tijd jaarlijks naar zijn dochter in Nieuw Zeeland, waar ik in die jaren ook reisde.
Maar mijn werkelijke relatie met hem is veel en veel ouder. Hij was zeven jaar ouder dan ik, en hij woonde op de Reuver, een dorp op vijftien kilometer van Venlo. Hij was in Venlo op de ambachtsschool, en fietste dat traject iedere dag. Dat vond ik toen heel avontuurlijk. Iedere dag zover fietsen. Als ik 'groot' ben, kan ik dat ook, moet ik gedacht hebben.
Tussen de middag kwam hij bij ons thuis eten. Ik was toen tussen de zes en acht jaar. Het was in de laatste jaren voor de oorlog. Op die manier was hij een tijdlang deel van ons gezin. Ik herinner mij nog heel goed die gemeenschappelijke maaltijden in onze woonkeuken van die tijd.
Op die manier werd hij mijn 'super oudere broer', een voorbeeld van wat mij te wachten stond als ik 'groot' zou zijn. Ik had weliswaar een oudere broer, Jan, maar die scheelde maar twee jaar: te weinig voor zo'n toekomstperspectief. Harrie was de oudste neef van moederskant, en van vaders kant waren ze allemaal jonger dan mijn broer en ik. Zodoende was hij de enige.
En nu is hij definitief verdwenen. Ik wist van de hartinfarcten die hij in het voorjaar had overleefd, en die hem immobiel hadden gemaakt. Tot dan kon hij zich nog met zijn mini-autootje verplaatsen in de omgeving van Geulle waar hij nog steeds zelfstandig woonde. Hij werd opgenomen in een verpleeghuis nabij Maastricht waar een van zijn zoons woonde. Van zijn zonen hoorde ik dat hij nog heel bewust was van wat er in zijn omgeving omging. Hij begreep wat tegen hem werd gezegd, maar zijn antwoorden waren moeilijk verstaanbaar. Daarom had ik de brief weer gewoon willen schrijven, en zijn zoon had die kunnen voorlezen.
Mijn eigen oudere broer is een paar jaar geleden overleden. Mijn super oudere broer is er nu ook niet meer. Ik ben nu mijn eigen oudste broer. Wat moet ik met dat gevoel?
Ik mis ze nu allebei, Jan en Harrie. Alleen de herinneringen zijn gebleven.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 22 Oktober 2012, Joep is jarig!
Ik heb Zaterdag een nieuw Linux programma op een oud geliefd notebookje gezet. WindowsXP paste er al lang niet meer op wegens de gebruikelijke overload aan 'updates' die je beter 'downdates' kunt noemen want ze blokkeerden telkens de hele machine. Quantal Quetzal is de fraaie naam waarmee Ubuntu deze versie tooide.
Ik had al een paar jaar ervaring met Maverick Meerkat, dus ik ben al een 'gevorderde leerling' bij Linux. Het 'ongeval' met mijn hoofdcomputer in Cessenon, waar ik begin Oktober over schreef, heeft die beslissing versneld.
Ik heb nu 1,1GB documenten in The Cloud bij Ubunto.One. Lekker veilig dus. (100 woorden)
_______________________
http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_Ubuntu_releases#Ubuntu_12.10_.28Quantal_Quetzal.29

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 23 Oktober 2012
Vandaag geen column.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 24 Oktober 2012
Vandaag moet ik eens schrijven over wat ik niet weet. Nog steeds niet. Al jaren niet. Iedere keer als ik op La Gomera terugkom, stuit ik er op. Zoals ik Zaterdag weer eens schreef, herken ik de sterren van de Oostelijke sterrenhemel, maar, omdat ik hier veel verder naar het Zuiden zit, en bovendien de horizon boven de zee kraakhelder is, komen er sterrenbeelden tevoorschijn die ik niet ken. Een ster daarvan is heel helder. Lange tijd dacht ik dat het de dwaalster Mercurius was, maar om een aantal reden is dat onwaarschijnlijk.
Op dit moment, vroeg in de morgen, staat Orion ongeveer verticaal in het Zuiden; hoog aan de hemel. Recht beneden Orion-'rechthoek' piept die ster [of planeet?] nèt boven de horizon. Hij komt laat op, en verdwijnt vroeg. Met een goede sterrenkaart moet ik die kunnen determineren, maar daaraan ontbreekt het mij.
Op het internet vind ik wèl zeer gedetailleerde kaarten voor 'deep view' hobbyisten, maar daarin verlies ik mij. Van de andere kant zijn er op het internet voldoende details verkrijgbaar van afzonderlijke sterrenbeelden, maar, waar staan die precies? Zo'n kenner ben ik nu ook weer niet.
Een paar jaar geleden had ik zo'n mooie draaibare sterrenkaart in handen, Ik zocht er naar mijn 'raadselster'. Maar die kaart was typisch voor Noorderlingen gemaakt. Zulke 'Zuidelijke' sterrenbeelden, zover beneden Orion, kwamen er niet op voor. Ik zoek dus verder, want ik weet het niet. Nog steeds niet. Hoeveel jaren nog? Ik heb geen haast.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 25 Oktober 2012
Ik lees in verband met mijn pensioenboek 'Het Leven Als Kunstwerk' van Joep Dohmen. Eerder las ik van hem 'De Kunst van het Ouder Worden', dat hij samen met Jan Baars schreef, en waarin zij --in historische volgorde-- laten zien wat filosofen over 'ouder worden' weten te melden. Vanaf de oudste tot de allermodernste filosofen.
Zijn inleiding heeft de titel 'Hoe overleven wij de vrijheid?', daarbij refererend aan Nietzsche die 'negatieve vrijheid' [los van remmende beperkingen] onderscheidt van 'positieve vrijheid' [Wat dóe je ermee?]. Dat is een heel ander probleem. Vaak veel moeilijker zelfs. Het lijkt heel erg op de 'bevrijding' die de gepensioneerde beleeft: Hoe pakt de gepensioneerde zijn verworven vrijheid aan? Hoe pakt Dohmen dat aan?
Na de Inleiding komt hoofdstuk 1 met de titel 'Valt leven te leren?'
--"Ja", is Dohmen's antwoord, "maar je moet het wel heel serieus en doelgericht aanpakken".
De titels van de andere hoofdstukken weerspiegelen zijn aanpak: De geschiedenis van de levenskunst (2). De laatmoderne levensstijlen (3). Levenskunst als moraal van zelfverantwoordelijkheid (4). Naar een nieuwe cultuur van het zelf (5). De aanhef van paragraaf 2 van hoofdstuk 5, waarin hij een 'hilarisch' voorbeeld geeft van de 'moderne' aanpak laat ik hieronder volgen. Of moet ik het een 'afschrikwekkend' voorbeeld noemen?

[Begin citaat, pagina 130]
Levenskunst is een kunst die, zoals Goethe zei, 'zorgvuldig ontwikkeld en beoefend wil worden'. Volgens de grote romanticus heeft ieder mens dat talent in zich, maar kan het niet blijven bij bezinning of goede voornemens. Zelfkennis is noodzakelijk, maar niet toereikend voor (slag)vaardig handelen. Leren leven betekent oefenen, en oefening baart levenskunst.
Foucault wijst er op dat de zorg voor zichzelf niet alleen betrekking heeft op het Zelf als kenobject, maar ook op het Zelf als arbeidsterrein. Tot voor kort spraken termen als zelfverwerkelijking en zelfdiscipline nog voor zich. Maar zelfs die idealen zijn in de actuele neoliberale tijdgeest uit de gratie geraakt. Het hedendaagse motto luidt: "We don't need no education. We don't need no thought control". Zelfontplooiing is uit de mode, want ook dat ideaal zou paternalisme zijn. De radicale liberaal wil zelf bepalen of hij het wel de moeite waard vindt om zichzelf te ontplooien. Hij koketteert met zijn recht op domheid.
'Al heb ik mezelf helemaal nooit ontwikkeld, en kom ik mijn leven lang de domheid niet voorbij, dan nog is het mijn keus en ben ik nog altijd helemaal zelf dom gebleven. Mijn zelfgekozen cultuur van achterlijkheid is de beste en daar ben ik trots op'.
De liberale moraal van niet-inmenging is een reactie op de autoritaire plichtmoraal die vele generaties lang het maatschappelijk leven heeft gedomineerd. Deze reactie is in de laatste decennia veel te ver doorgeslagen naar de andere kant. Met de weigering van elke disciplinering zijn ook zelfdiscipline en zelfbegrenzing totaal overboord gezet. Hier ligt een belangrijke legitimatie van de nieuwe levenskunstmoraal.
[einde citaat, de extra inspringing+cursivering is van mij]
Je ziet dat Dohmen geen hoge pet op heeft over de 'neoliberale tijdgeest'. Inderdaad, 'Hoe overleven we de vrijheid?'
_______________________
Over 'De kunst van het ouder worden', schreef ik 31 Januari en 1 Februari van dit jaar.
Joep Dohmen, Het Leven Als Kunstwerk, Ambo, maart 2011 ISBN10 9026323417, ISBN13 9789026323416. Ook als e-book of op zes CD's.

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 26 Oktober 2012
De vorige week Vrijdag maakte ik melding van een lezing van Sherwin Nuland, de schrijver van het pionierboek 'How we die' voor een forum van geriaters. Aan het einde daarvan citeert hij uitgebreid Vaclav Havel, die jarenlang 'zinloos' als dissident in het communistische systeem in uitzichtloze gevangenissen doorbracht. Hij had echter altijd 'hoop' gehouden in die 'hopeloze' situatie. Van hem circuleren dan ook 'quotes' zoals:

"Hope is not the conviction that something will turn out well, but the
certainty that something makes sense, regardless of how it turns out"

Van Nuland haalde ik eerder [5 Juli 2006] aan dat een 'waardige dood' niet bestaat. De natuur is wreed, schrijft hij. De les die Nuland leert over zijn eigen dood is dat 'waardigheid' ligt in het leven dat eraan vooraf gaat. Dáár kun je wat aan doen.
Dat thema komt terug in de lezing. Aan het eind komt hij op het thema van 'hoop voor de stervende'. De stervende heeft geen kans die dood te ontlopen. Waar haalt hij 'hoop' vandaan? Die zit in de 'waardigheid' van het leven, in het zinvolle van waar je mee bezig bent. Daarop is die 'quote' van Havel van toepassing. Nuland leest hier echter de volledige tekst voor uit het interview kort na de val van het communisme en Havel's bevrijding uit de gevangenis. Hieronder volgt mijn transcriptie.
Aan het einde van zijn lezing komt Nuland op het thema hoop:
And so: Where is hope? Where is hope for the dying who have no hope of avoiding their own death? What sort of psychological, spiritual, moral hope can they look to? Well, in the book 'How We Die' we have a list of ways in which hope can be shared with people who are dying. But since that book came out I read disturbing a piece by Vaclav Havel. These where interviews made through release(?) from(?) prison. I heard a wonderful thing about hope that applies specifically to the case of the end of life and I want to read it to you, as he wrote it in his book.
Nuland leest Havel's woorden voor:
"Hope is not prognostication, is not prediction. It's an orientation of the spirit, an orientation of the heart. It transcends the world and it is immediately experienced as it is anchored somewhere beyond its horizons. Hope in this deep and powerful sense is not the same as joy, that things are going well, or willingness to invest in enterprise that is obviously headed for success, but rather an ability to work for something because it is good, not because it stands a chance to succeed.
The more unpropitious the situation of which we demonstrate hope is deeper than hope is. Hope is definitively not the same thing as optimism, it is not the conviction that something will turn out well, but the certainty that something makes sense regardless of how it turns out. In short I think that the deepest most important form of hope, the only one that can keep us above water and urges(?) us to good works and the only two sorts of the breathtaking dimension of the human spirit for(?) this efforts is something we get, as it were, from elsewhere".
Nuland rondt vervolgens zijn toespraak aldus af :
From elsewhere ... There is hope for the dying I believe, in Havels, words. This is an extra dimension of the human spirit and it has to do with our sense of the immortality in a sense of the memory about what we are and about what he [Havel] stood for.
_______________________
Talk by Sherwin Nuland, M.D., author of "How We Die: Reflections of Life's Final Chapter" given July 28, 2011 at Kane Hall, University of Washington, Seattle, WA. http://www.youtube.com/watch?v=H89MC3xHZO0
Voor het citaat meteen doorschuiven naar het einde van de 58ste minuut. Duur: iets meer dan twee minuten.
Bij de vraagtekens (?) in de tekst ben ik niet zeker of ik het goed heb verstaan. Graag hulp ;-)

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 27 Oktober 2012
Toen ik Woensdag schreef over de geheimzinnige ster die ik hier telkens aan de horizon zie als op La Gomera aankom, had ik niet gedacht dat ik zo snel antwoord zou krijgen. Bruno, een goede vriend van vele vele jaren, die ik de vorige week nog had gefeliciteerd met zijn 83ste verjaardag, blijkt te beschikken over een planetarium op zijn computer. Hij had mijn beschrijving onmiddellijk in de machine gezet, en nog een sterrenkunde-vriend geraadpleegd.
--"Het moet Canopus zijn, in het sterrenbeeld Carina", schrijft Bruno, "deze staat op dit moment 7 graden ten oosten van het Zuiden en 8,5 graad boven de horizon. Verder is er geen enkel helder object in de buurt, dus ik durf met bijna 100% zekerheid te zeggen dat het Canopus betreft".
Ik ben meteen met de trefwoorden Carina en Canopus aan de slag gegaan, en ik trof diverse sterrenkaartfragmenten die mijn waarnemingen perfect bevestigden. Op Askville van Amazon, vond ik een discussie over de helderste ster van het firmament. Dat is ongetwijfeld Sirius die altijd verschijnt als het in Cessenon sur Orb weer tijd wordt om te vertrekken. Maar Canopus is de tweede!! Ik zie dus nu vanuit mijn raam in één oogopslag de twee helderste sterren van de hele hemel. Mooi toch?
Op Wikipedia vond ik verdere wetenswaardigheden. Onder andere dat de ster alleen zichtbaar is beneden 38 graden Noord. Dat wil zeggen beneden Madrid, Rome, Athene, zo ongeveer. En dan nog zit die precies op de horizon. Hier op La Gomera zitten op 28 graden Noord. Het klopt dus dat die zo'n acht graden boven de horizon kan staan. zoals Bruno schreef. De Romeinen en de Grieken hebben er geen verhalen over, maar de Egyptenaren wel. Begrijpelijk.
[Hé, Lizette, jullie zitten op 22 graden Noord daar in Hong Kong, jullie kunnen die ster ook zien ;-)]
Als de horizon bewolkt is, kan ik Canopus natuurlijk niet zien. Bovendien, als Canopus opkomt kan ik hem verwarren met de patrouilleschepen van de Spaanse Marine die daar vaak patrouilleren wegens de illegale immigratie vanuit Afrika. In die richting is het open zee. Ons buureiland Tenerife ligt veel meer Oostelijk en El Hierro [overigens onzichtbaar] ligt meer naar het Westen.
Mijn geheimzinnige ster wordt een vertrouwde bekende die mij ieder jaar zal begroeten bij mijn aankomst.
_______________________
Discussie over de helderste ster: http://askville.amazon.com/brightest-star-space/AnswerViewer.do?requestId=13467138
Carina en Canopus: http://en.wikipedia.org/wiki/Canopus en http://en.wikipedia.org/wiki/Carina_(constellation)

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 28 Oktober 2012, Klok verzet ;-)
Van Frankrijk naar hier moesten een heleboel boeken mee voor mijn pensioenboek. Die als extra bagage inchecken was natuurlijk een optie, maar een rekensommetje leerde mij snel dat La Poste evenveel kost ... zónder sjouwen onderweg. Op 11 Oktober postte ik dus een doos met elf kilo boeken. Ik adresseerde het aan Ignacio, hier in San Sebastián, voor het geval het pakket vóór mij zou aankomen. Vijf dagen had het nieuwe colissimo-systeem beloofd.
Op colissimo.fr kon ik de vorderingen volgen. Pas op 16 Oktober verscheen daar de eerste 'herkenning': Het pakket was 'voor nadere inspectie apart gehouden'. Dat duurde zo tot de 23ste, en toen werd ik ongerust. Wat is er aan de hand? Ik wilde het postkantoor bellen, maar kon geen nummer vinden.
Ik vroeg toen Albert, een goede vriend die tien kilometer van Cessenon woont. Hij nam tenslotte de moeite om het postkantoor persoonlijk te bezoeken, want Franse postkantoren hebben speciale viercijferige telefoonnummers die met 36 beginnen. Die stammen nog uit de tijd van de Minitel! Die zijn bovendien vanaf het buitenland niet bereikbaar. [Hè, wie riep daar 'Frans Isolationisme'?]
Albert had een geruststellend gesprek met de baliedame die mij goed kent, en zich ook het forse pakket herinnerde. Het zou hooguit nog een paar dagen kunnen duren.
Op colissimo.fr stond nog steeds hetzelfde bericht van 16 Oktober. Ook nog nadat Ignacio mij de 25ste had gebeld dat het pakket was bezorgd. Later op de dag liet colissimo.fr allemaal vraagtekens zien, en pas de 27ste stond er de melding het dat 'het pakket was aangekomen in het depot en vandaag bezorgd zou worden'.
Ik had het toen al twee dagen in huis ...
Alles bij elkaar is het een interessante case, nietwaar? Totaal 14 dagen is 'niet gek', en niet om je ongerust te maken. Maar als je extra betaalt voor 'colissimo' en de belofte krijgt dat het vijf dagen gaat duren, maak je je pas zorgen. Zelfbetaalde zorgen dus.
En, tja, dat je Franse postkantoren niet gewoon kunt bellen ...
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 29 Oktober 2012
Naar aanleiding van het citaat van Vaclav Havel dat ik Vrijdag noemde, schreven enkele lezers mij over andere 'coping strategies' voor de stervende. Met name noemde Bruno de vijf fasen van het rouwproces, zoals Kübler-Ross die analyseerde. Om het geheugen op te frissen: ontkenning, kwaadheid, onderhandeling, depressie en aanvaarding. Stuk voor stuk herkenbaar. Andere auteurs noemen er vier. Arthur Schopenhauer noemde drie stadia die we doorlopen alvorens we een ongewenste waarheid aanvaarden: ridiculiseren, tegenwerken, en het tenslotte 'gewoon' vinden. Ik herinner mij een auteur die er 'zelfverwijt' aan toevoegde, 'had ik maar ... dan was het anders gelopen'. Ook héél herkenbaar.
Dat zijn de gevoelens die -- vaak ongebreideld -- door je heen gaan als je met een belangrijk verlies wordt geconfronteerd. Ik gebruik dat rijtje ook voor mezelf als ik iets belangrijks definitief kwijt ben. Ik gebruik het om mijn 'rouwproces' te kanaliseren, ook al gaat het niet over het overlijden van een goede vriend, maar van iets anders dat mij dierbaar was. Het helpt mij om een afscheid echt af te maken.
De --deels onterechte-- kritiek op Kübler-Ross is dat deze gevoelens niet altijd optreden, en zeker ook niet in die volgorde. Dat 'altijd' en die 'volgorde' heeft het publiek ervan gemaakt. Het zij zo. Het is een heel praktisch denkraam.
Kübler-Ross bedoelde helder te maken hoe een stervende in het reine komt met zijn eigen sterven. Dat was toen heel innoverend in de medische opleiding die zich met het sterven als zodanig niet bemoeide. Dat was ook de motivatie van Sherwin Nuland die echter tevens vaststelde het kunnen terugkijken op een 'waardig leven' belangrijker is. Dat juist dát de aanvaarding mogelijk maakt. Dat maakt een 'waardige dood' mogelijk.
Dat is ook de onderliggende waarde van het citaat van Havel dat hij voorlas: Je hebt hoop omdat je bezig bent met wat ten diepste zinvol is; iets dat wèrkelijk betekenis heeft. De wereldwijde inventarisatie door de University of Kentucky over het beleven van het sterven in verschillende culturen en tijden gaat ook in die richting. Met name uit het hoofdstuk 'Kübler-Ross and other Approaches', blijkt dat de omgeving van de stervende en het voorafgaande leven een cruciale rol spelen in de aanvaarding van je eigen dood.
Niettemin heb ik bij mijn eigen zelfonderzoek veel steun van de fasen van Kübler-Ross zodat ik vannacht deze 'wijsheid' voor mezelf formuleerde:
--"Als ik weiger om een bepaald verlies van iets dierbaars als 'verlies' in ogenschouw te nemen als rouwproces, dat zit ik als zodanig reeds in het rouwproces dat Kübler-Ross beschrijft, namelijk 'de ontkenning'."
________________________
Kübler-Ross,E. (2005) On Grief and Grieving: Finding the Meaning of Grief Through the Five Stages of Loss, ISBN 0-7432-6344-8
Nederlandse samenvatting: http://nl.wikipedia.org/wiki/Rouwverwerking
Christian Perring, Ph.D., Death, Dying and the Quality of Life, Een zeer uitgebreide verzameling van opvattingen en gebruiken in diverse culturen, University of Kentucky, http://www.uky.edu/~cperring/phi350.htm
Speciaal: Kubler-Ross and other Approaches, http://www.uky.edu/~cperring/kr.htm

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 30 Oktober 2012
Ik heb La Vieillesse van Simone de Beauvoir weer ter hand genomen. Na 9 Juli was er niets meer van gekomen. Ik ga de draad weer opnemen waar ik was gebleven, bij de invasie van de Barbaren, en de triomf van het Christendom. In die tijd wordt de 'wijsheid van de ouderdom' vervangen door de 'kracht van de jeugd'. God de [oude] Vader wordt vervangen door De [krachtige] Zoon. De waardering voor ouderen neemt nog verder af. Beauvoir noteert een volksvertelling uit de Germaanse folklore van die tijd die door de gebroeders Grimm is opgetekend. Het laat zien hoe de oudere als belachelijk en betreurenswaardig wordt gezien. Senicide of geronticide niet horen echter niet bij die Germaanse cultuur met een hoge waardering voor familiebanden. Dat is deel van de Romeinse, die pas laat infanticide afschafte.
De vertelling van de gebroeders Grimm, die wortelt in de Germaanse paganisme, heeft ook beelden van God de Schepper. In deze vertelling heeft de Schepper aan alle levende wezens een vaste leeftijd toegekend omdat langer leven te moeilijk werd. Aan de mens wijst hij dertig jaren toe. Aan de ezel 18, aan de hond 12, en aan de aap 10.
Maar de mens is minder wijs dan de dieren, en is niet tevreden met die dertig gezonde jaren. Hij is een dwaas, een onbenul. Dat is het thema van dit verhaal. Hij krijgt tenslotte van God de jaren van de ezel, de hond en de aap erbij zodat hij 30+18+12+10=70 jaar kan worden.
Die dertig gezonde jaren van hemzelf gaan vlug voorbij, maar dan komen de achttien ezeljaren en hij moet de hele dag zakken graan sjouwen naar de molen voor het voedsel van de anderen. Dan komen de twaalf hondenjaren. Hij is tandeloos en kan alleen maar in een hoekje zitten grommen. Tenslotte komen de apenjaren. Hij is niet goed meer bij zijn hoofd, doet gekke dingen en wordt door kinderen bespot. Op die manier is de ouderdom van de mens veel langer, en vooral veel moeilijker dan die van de dieren. En bovendien is hij er zelf verantwoordelijk voor. Hij heeft het zelf gewild. Hij heeft zichzelf veroordeeld door zijn onnadenkende inhaligheid.
--"Wie lacht niet die de mens beziet", is later zó bekend geworden in de Nederlandse literatuur dat niemand meer weet of het van Vondel, Bredero of Vader Catz stamt.
Het is overigens boeiend de culturele analyse van Beauvoir te lezen over het late Romeinse Rijk en de Vroege Middeleeuwen [Bas-Empire en Haut Moyen Age], later als de 'donkere middeleeuwen' beschreven. In werkelijkheid is het een zeer levendig geheel met sterke ups en downs in diverse regio's. Duidelijk is dat de ouderen nóg meer buiten de maatschappij werden gesloten. Het was een felle strijd waarin de jongeren, de krachtigen, de macht overnamen. Er ontstaan gesloten machtsstructuren waarin de opkomst van trouwe vazallen een rol speelt. Beauvoir verwijst naar de legende van Le Cid als typisch voor die tijd. Ook constateert ze dat, met de steden, de middenklasse verdwijnt. Mogelijk een nadenkertje voor de huidige verdwijning van de middenklasse die ook wordt gekenmerkt door een sterke scheiding van de 'sterken' en de 'zwakken'.
_______________________
La Vieillesse, pagina 135-148.
Le Cid: http://mythologica.fr/medieval/cid.htm
Bas-Empire:http://fr.wikipedia.org/wiki/Bas-Empire_romain
Haut Moyen Age: http://fr.wikipedia.org/wiki/Haut_Moyen_Âge

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 31 Oktober 2012, Lambert 50!
Toen ik hier aankwam was het precies Nieuwe Maan. Het was zonnig en zelfs warm. Intussen is het Volle Maan. Ignacio zei mij bij aankomst dat iedereen op het weer lette want deze Maan [niet maand!] was volgens de ouden van belang voor het weer van de komende winter. Als het niet of weinig zou regenen zou het er slecht uitzien.
Het regent intussen flink. Met storm gisteren. Stevig dóórregenen vandaag. De bassins in het Noorden zijn al bijna vol, vertelde mij een vriend van Ignacio die mij op straat daarvoor staande hield. Zo belangrijk is het voor La Gomera. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Einde Mijn Dagboek Oktober 2012