Mijn Dagboek 24

Dit is Dagboek 24. Het loopt van 1 tot 31 Mei 2002. Het begint met mijn aankomst in La Gomera en eindigt met mijn vertrek, de reis en de aankomst in Cessenon sur Orb. Daartussenin maak ik de langste wandeling sinds jaren en speel met 100-woordenteksten.
Index Mei 2002
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31,
Vliegveld Reina Sofia, Tenerife, woensdag 1 mei 2002, aankomstdag
Het is vijf uur in de morgen. Mijn normale tijd om 'vitaal' te worden. Nu ook; ondanks de ongemakkelijke slaap en de dreigende kou. Het belangrijkste is dat ik mij 'in-mijn-eigen-ritme' voel. Dat gaat beter als er geen jet lag is, zoals nu.
Toen ik vannacht een tijdje wakker was --van de kou--, heb ik mijn "Europees bijlezen" voortgezet. Je moet toch wàt doen met al die 'overschietende tijd'
TIME had een interessante analyse van de verschillen tussen de Europese- en de VS-houding tegenover Israel. De 'gemakkelijke' verklaring, die vooral door de Joodse lobby wordt aangehangen, legt de schrijver terzijde. Die stelt eenvoudig: 'Zie je wel, Europa is en blijft fundamenteel anti-semitisch, ondanks de Holocaust'. De schrijver wijst op de verschillen tussen anti-semitisme en anti-israelisme. Naast de overwegend positieve houding van Europa t.o. Israel ontstond er (vooral) sinds 1982, toen Israel de Lebanon binnenviel en de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Chatila werden uitgemoord, geleidelijk een sympathie voor de Palestijnse zaak.
De Europeanen, zegt de schrijver, zijn --zeker na 1945-- 'allergisch' voor het oplossen van politieke problemen met militaire middelen. De aldus ontstane "Israel kritiek" heeft niets te maken met anti-semitisme --ook niet met een latente vorm daarvan-- want die baseert zich op recente historische feiten en waardeoordelen. Wat weinig Amerikanen echter kunnen begrijpen is het diepe schuldgevoel dat in Europa is achtergebleven na hun koloniale avonturen (en de 'militaire middelen' die ze daarvoor hebben gebruikt). Met het toenemen van de "Joodse nederzettingen" groeide het Europese onbehagen: Dit was 'kolonisatie', daarvoor werden 'militaire middelen' ingezet. En niet te vergeten 'apartheidstechnieken', die, lang voordat Zuid-Afrika het een naam gaf, tot het gebruikelijke 'gereedschap' van de kolonisten behoorden. Dat kan alleen maar in ellende eindigen. Dat 'weten' alle Europeanen. Het wordt nog eens bevestigd door publicaties over de Algerijnse Oorlog, en andere boeken van dat soort elders in Europa.
Niet geheel toevallig is daarom dat de Palestijnse zaak, vooral in de lokale media, in Europa veel beter aan bod kwam dan in de VS waar een alerte Joodse lobby steeds voor een 'andere inkleuring' van de gebeurtenissen zorgde. Ook ontbreken in de VS de oude banden met het Midden-Oosten zoals --met name Frankrijk-- die heeft, waardoor berichten over Palestina meer 'multi channel' zijn dan in de VS.
Toch sluit de schrijver de invloed van de Holocaust niet uit. Deels om het oer-antisemitisme dat die mogelijk maakte, deels om de schuldgevoelens daarover die maakt dat Europa van Israel nogal wat door de vingers heeft gezien in het begin. Het artikel, Guilt Complex, heeft dan ook als ondertitel: "Europe's view on the Middle East is shaped by history --and the Holocaust". Let op de pauzestreepjes!!
Het was moeilijk om mij warm te houden vannacht, maar het einde is in zicht. Ik heb alle kleren die ik bezit aan mijn lijf. Mèt handschoenen en een wollen muts! Af en toe was ik mijn handen en droog ze langdurig met warme lucht. Ook ga ik af en toe, met mijn karretje, 'pittig' lopen. Dat houdt mij warm en vitaal. De zon markeert de oostelijke horizon al. Nog anderhalf uur voor de eerste bus naar Los Christianos.

San Sebastián de La Gomera, woensdag 1 mei 2002, aankomstdag
Nu pas, om half acht 's avonds, na twee siësta's --en één keer de 400 trappen op en af daartussenin als wenproces-- ben ik nu toe aan het ordenen van de gebeurtenissen sinds mijn laatste "Europeesch bijlezen" van vanmorgen vijf uur op het vliegveld.
Om acht uur, vanmorgen, stapte ik in de lang verwachte bus van het vliegveld naar de haven om daar tot de ontstellende ontdekking te komen (a) dat ik mijn koffer in de bus liet liggen en (b) dat juist vandaag de dienstregeling was gewijzigd: Géén boot om negen uur, maar wèl om acht en om tien. Ik had mijn saaie wachttijd op het vliegveld met een uur kunnen bekorten!!
Het 'verloren' koffer beheerste echter mijn gevoelstromen. En ook mijn 'aktie'. De servicetelefoon van de busmaatschappij, de TITSA, gaf geen gehoor: 1 Mei is 'fiësta'!!
Vòòr ik zover was, had ik moeten ontdekken dat beide telefoons in het havengebouw 'kaduuk' waren en moest ik naar het dorp lopen. Daar had ik ontdekt dat de TITSA er geen kantoor of agentschap heeft maar had met enige moeite toch het telefoonnummer weten te bemachtigen. "Wat nu, zei Pichecru".
Toen pas viel mij de enige juiste strategie in die bijna al het voorgaande overbodig had gemaakt. Ik holde verder naar de andere kant van het dorp, naar het busstation, om de bus die vermoedelijk was dòòrgereden naar Las Americas, op de terugweg op te vangen.
--"Als het maar niet te laat is met al dat gesukkel met de 'verkeerde' methode", mompelde ik half-zelfverwijtend terwijl ik goed begon te zweten wat ik had 'alle kleren' nog aan en de zon begon door te zetten.
Ik hijgde nog toen de bus aan kwam rijden. Ik herkende de chauffeur die routinematig de zijkleppen opende voor de instappende passagiers. Mijn koffer lag er nog. Hoera!
Ik moest 'pittig' doorlopen om nog nèt een kaartje te kopen en de trap op de hollen als laatste. Bezweet kwam ik tot rust in de achtergeklapte vliegtuigstoel in de koel-geklimatiseeede passagiersruimte en overwoog wat mij allemaal 'niet' was overkomen:
--"It could be worse", citeerde ik Böll die dat als meest karakteristiek van de Ieren noemt in zijn Irisches Tagebuch en dat mij sindsdien heel vaak heeft getroost of ge-depanikeerd.
Ignacio was druk met de 1 Mei optocht die een uur later moest beginnen. Daarom duurde het even, maar om twee uur stond ik onder de douche om het zweet en de vervuiling van de laatse 58 uur 'niet-uit-de-kleren' van mij af te spoelen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 2 mei 2002
Het is al laat. Ik heb net weer een lang gesprek met Ignacio gehad. Om bij te praten; er is zoveel gebeurd --en aan het gebeuren-- met zijn werk, zijn idealen en de (politieke) gebeurtenissen op het eiland waarbij hij zich ten nauwste betrokken voelt. Veel bijpraten dus: Net als Serge Reggiani zingt: Des petites guerres, des grands amours . . .
Ik ben ook op 'huizenjacht' geweest, maar dat heeft zich beperkt tot twee mislukte pogingen om Señora Ernestina te ontmoeten. Morgenvroeg zou ze er zijn. Als dàt niet lukt, ga ik pas ècht zoeken. Tot dan kan ik logeren bij Ignacio. Dat is een heel comfortabele oplossing.
En verder heb ik wat rondgelopen, eten gekocht, Daniël ontmoet die zei dat het vandaag pas de eerste redelijke dag was sinds maanden kou en wind, en El País uitgespeld op een terrasje.
Ik neem er de tijd voor om aan mijn nieuwe omgeving te wennen en detailplannen te maken voor wat er moet gebeuren in de komende weken: Belasting betalen, biljetten kopen om naar Cessenon te reizen, mijn 'nieuwe' Toshiba 100CT eindelijk eens definitief laten repareren in SC de Tenerife, of meenemen naar Frankrijk om het daar te laten doen. En nog een paar van dat soort dingen.
Ook heb ik wat tijd besteed aan een leuke website www.100words.net die zich specialiseert in verhalen van precies 100 woorden. Heel boeiend.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 3 mei 2002
Señora Ernestina was op reis. De assistent meende te weten dat er een appartement vrij was . . . Maandag verder.
Intussen ben ik bezig met het ordenen van het heden en de naaste toekomst en kijk af en toe door de stapel post waar ik nog een paar gemiste Nieuwjaarswensen aantref. Ik probeer mijn belastingaangifte voor te bereiden, maar vooralsnog mis ik essentiële documenten. Die hadden ook tussen de post moeten zitten.
Ik heb met Air Europa en RENFE gebeld voor mijn reis naar Béziers. Het zal wel Donderdagavond 29 Mei een nachtvlucht worden met de andere ochtend de TALGO.
Ik kijk ook naar de 'vertaling' van Peseta in Euro. El País kost nu één Euro. Dat is 166,3Pta. Tot November was het 125Pts; toen werd het 150Pts. Dat was al een sprong van 20%. En nu nog eens 10,8%. Dat is een totaalsprong van 33%!!
Een espresso was ook 125Pta en ging naar 0,75€ (=124,86Pta) een verlaging dus! De bus van het vliegveld naar de haven (waarde twee espresso's) volgde die 'trend' en werd 1,50€, maar op het vliegveld kostte een wit wijntje altijd 300Pta, Nu 3,00€!! (+66,3%)
Ik denk dat dit soort info drie maanden geleden nog 'nieuws' was. Mij verrast het nog, en ik kijk argwanend naar de europrijzen in de supermarkt die ik mij niet zo precies herinner. Bij de bloemenwinkel deden ze alles nog in Pta en op het laatst drukten ze pas op de 'Euroknop'. Tja, dat is ook een methode.
Een andere 'numerieke' bezigheid is om mijn gewenning aan het trappenlopen te meten na vier maanden 'horizontaal' leven. For the record, ofwel "voor de archieven". Leuk om dat over tien jaar nog eens te lezen.
De eerste klim deed ik in 45 stappen(=twee traptreden) per minuut. Dat moet je vergelijken met mijn 'pittig marcheertempo' op vlak terrein van 60 stappen per minuut. De tweede dag haalde ik 'vanzelf' 50 en vandaag was het 52. De hartslag liep de eerste dag op tot boven 140 en ik moest even pauseren, maar vandaag bleef die onder 140 en liep bij de tweede telling al terug naar 125.
PS: Mijn moeder zou vandaag 103 zijn geworden.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 4 mei 2002
Het artikel in TIME dat ik in die koude nacht op Reina Sofia had gelezen blijkt het sluitstuk te zijn van een bredere discussie die de laatste tijd in de Amerikaanse pers heeft gewoed. Dat blijkt uit het artikel van eergisteren van de Washingtonse correspondent van El País: EE UU critica a los 'euroidiotas'. Veel columnschrijvers blijken de Europeanen te zien als een soort nazi's die Arafat te hulp snellen. Ze zijn gek, die Europeanen, heeft Friedman in The New York Times geschreven, om Arafat te helpen, het is een terrorist. Zien ze dat dan niet?
Er circuleert een cartoon met een Fransman (herkenbaar aan baret) in bed met een nazi die 'antisemiet' op zijn borst heeft gespeld. Ze hebben het over de walgelijke relatie tussen de VS en Israel.
In de New York Observer schreef Rosenbaum een lang artikel waar Le Pen wordt genoemd naast de selectieve belangstelling van de Europeanen voor de kwaadaardigheden van Israel en niet voor die van de Palestijnen, en hij voorspelt een tweede holocaust waarin Israel zal worden vernietigd waarbij Europa zal staan aan de zijde van de uitroeiers.
Zo worden de Europeanen gezien, zegt de correspondent. Het door mij al aangehaalde artikel in TIME beschouwt hij als een verhelderend en informatief sluitstuk. Maar hij verwacht toch niet veel van het gesprek van de Aznar met Bush op dat punt.
In dezelfde krant staat een hoofdartikel van een hoogleraar wetenschapsgeschiedenis over de opvattingen van Einstein over Israel en Palestina. Het is bekend dat Einstein, na de dood van Weizmann, de eerste president, gevraagd is als opvolger. Hij laat weten daarvoor geen belangstelling te hebben. Als je zorgvuldig zijn correspondentie en uitspraken naleest, dan is dat niet verwonderlijk. Met al zijn sympathie voor Israel als staat, zag hij er een gevaar in dat de staatspraktijken de idealen van het Jodendom zouden besmetten.
Einstein schrijft in 1929 aan Weizmann: "Als wij er niet de weg vinden naar eerlijke samenwerking en accoorden met de Arabieren, dan hebben wij niets geleerd van onze oude odyssee van tweeduizend jaar, en verdienen wij het noodlot dat ons opjaagt".
Heel boeiend om te lezen, te lang om er hier veel uit aan te halen, maar de kern die mij bijblijft is het ontrafelen van het Jodendom enerzijds en Israel anderzijds. Ons Europese schuldgevoel, dat ons te lang kwalijke Israelische praktijken door de vingers heeft doen zien, moeten wij loskoppelen van onze houding tegenover het gedrag van de staat Israel. Dat is wat ik overhoud aan die uiteenrafeling van Einsteins gedachten: Maak Israel-als-staat mentaal los van het Jodendom. Het lijkt een open deur, want dat deden we toch al? Maar het moet nòg grondiger, want de Israel-publiciteit probeert juist die koppeling in ons te versterken. Die koppeling is een Israelisch 'staatsbelang', geen 'waarheid'. Erger nog, het maakt ons medeschuldig.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 5 mei 2002, D�a de la Madre
--"Wat nou? Moederdag? Daar heb jíj toch geen boodschap aan?"
--"Nee, inderdaad niet, mijn 'moederdag' is altijd op 3 mei, dat is de verjaardag van míjn moeder zaliger, en die twee momenten zijn dicht bij elkaar in mijn grijze cellen gegrift. Maar daar gaat het niet over".
De "D�a de la Madre" van vandaag, was de reden dat ik gisteravond naar het plaatselijke auditorium ben geweest. De gemeente bood bij deze gelegenheid aan alle moeders een uitvoering: ballet, twee zangeressen en een Mariachi-groep met Mexicaanse muziek tot slot. Heel welkom, want levende muziek is mijn meest schaarse artikel, maar daar gaat het òòk niet over.
Het was een publieke uitvoering. Er was ongewoon veel publiciteit voor geweest, want voor de meeste van die openbare concerten moet je heel alert zijn om er achter te komen dat er weer eens eentje is.
Het was gratis, maar moeders zouden 'de voorkeur hebben'. Pas bij de ingang bleek hoe ze dat hadden georganiseerd: Alleen 'moeders' werden toegelaten en werden verwelkomd met een bosje bloemen. De begeleidende 'vaders' werden streng geweerd en moesten buiten wachten tot half negen en zouden dan de resterende plaatsen mogen bezetten. Ik stond tussen die mannen.
Er stonden ook enkele vrouwen bij waarvan er een luidkeels --en zichtbaar geërgerd over het verloren debat met de strenge portier-- verkondigde dat zij solidair was met haar man: 'Als hij er niet in mag, dan ga ik ook niet! Wat denken ze wel!' De onderlinge blikken, en het commentaar van de macho 'vader', gaven mij eerder de indruk dat ze het niet had moeten wágen niet 'solidair' te zijn.
Lang niet alle vrouwen kwamen met een man. Integendeel, hele taxiladingen van elders van het eiland, met uitsluitend vrouwen, werden voor de ingang gelost. Kennelijk was er een aktief 'vrouwennetwerk' aan de gang geweest.
Mijn buurmannen vingen de 'afgewezen' mannen op met lacherig commentaar. Soms hartverwarmend troostend, maar ook werd er zout gewreven in een gekwetste macho-ziel. Ik trachtte mijn rol zo betrokken mogelijk te spelen als ik werd aangesproken op mijn solidariteit met laatste woordvoerder. Maar verder keek mijn ogen uit. Deze plotselinge invasie van 'emancipatiegedrag' confronteerde dit macho-wereldje hardhandig en onthullend.
Het was kennelijk een 'novum' en ze vroegen --lacherig of verongelijkt-- of de gemeente met vaderdag òòk iets dergelijks zou aanbieden.
Om half negen mochten de mannen naar binnen, naar het balkon. Dat was nog ongeveer leeg. De zaal was inderdaad tjokvol. De uitvoering liet wat op zich wachten. Kennelijk door een storing van de licht- en geluidsinstallatie. Opeens vroeg mijn buurman of ik voor hem twee plaatsen wilde vrijhouden. En hij op weg naar beneden! Hij kwam terug met zijn vrouw:
--"Uit de zaal gehaald!", zei hij onverhuld triomfantelijk.
Dat voorbeeld vond navolging, maar ik kreeg niet de indruk dat alle 'heroverde' vrouwen daar even blij mee waren.
Maar misschien was dat ook alleen maar zo door mijn Noordeuropeese ogen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 6 mei 2002
Ignacio gaat op Zondagmorgen zijn broer helpen met de duiven. Manuel is een enthousiast duivenmelker en had mij al vaker verteld over het 'Belgische koppel' dan hem meer dan eens prijzen had bezorgd. En over vluchten vanaf Casablanca. Gisteren was ik er bij. Tien duiven moesten van Fuerteventura komen, vijf in de competitie, vijf erbuiten. Er was harde wind en de duiven waren al bijna een half uur overtijd. Manuel keek bezorgd en hield via zijn 19MC contact met zijn clubgenoten: 'Nog geen duiven aangekomen!'
Intussen hoorde ik over duiven die op zee hun orientatie verloren. Over een duif van het eiland die in Uruguay was aangetroffen; kennelijk met een boot meegelift. En van die duif uit Ierland die een jaar geleden in Tenerife was opgevangen.
Zijn vrouw kwam erbij met wijn en "bocadilla" voor de wachtenden, want 'juichenden' waren er niet vandaag. Een neefje en een buurman kwamen aanlopen. Om mee te juichen, maar dat duurde nog even.
Toen de wijn op was, en ook het later bijgefourageerde bier --daar was het neefje voor op pad gestuurd-- gaven we het op. Vier duiven waren binnen, twee van de competitie.
--"En de rest?", vroeg ik
--"Tja," zei Manuel, "misschien nog voor de nacht. Anders morgen, of ..."
De wind was nog steeds hard. De duivenradio meldde dat veertig procent van de duiven van het eiland waren binnengekomen. We mochten niet klagen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 7 mei 2002
Gisteren heb ik mij gestort op 'zelforganisatie'. Ik heb een afspraak gemaakt om mijn belasting te betalen, en ik was meteen aan de beurt. Vandaag op 12 uur.
Die afspraak moet je centraal --in Madrid dus-- maken. De vorige jaren gaf die centralisatie nog wat problemen, want ik moest de juffrouw uitleggen dat ik niet in San Sebastián woonde in de Noord-West hoek van het schiereiland, dat wij wel een eigen belastingkantoor hadden op La Gomera en dat ze mij niet op de lijst voor Santa Cruz de Tenerife (onze hoofdstad) moest zetten.
Nu ging het snel want op ons belastingkantoor lagen briefjes met het telefoonnummer en de code van hun kantoor. Waar wist de centrale juffrouw wel raad mee, en zij legde mij omstandig uit waar dat kantoor precies was te vinden. Dat kon ze van haar computerscherm lezen.
Voor mijn reis naar Frankrijk had ik de vorige week al de vlucht naar Barcelona gekocht, maar de TALGO naar Béziers was niet gelukt. Ik kon wel telefonisch reserveren, maar ik moest mijn biljet 48 van te voren ophalen. Per e-mail vroeg ik om een andere oplossing, maar het antwoord --gisteren al-- was laconiek: "Het spijt ons, maar het is niet mogelijk". Daar moet ik vandaag nog achteraan.
Ik denk dat ik maar meteen de SNCF bel voor een TGV biljet van Béziers naar NL. Dat zal wel 21 Juni worden. Als ik op tijd ben, val ik nog in de kortingen. Die zijn bij de TGV aan maxima per trein gebonden. "Zorg dat je erbij komt!"
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 8 mei 2002
Ik heb gistermorgen niet geschreven over Pim Fortuyn; terwijl ik het wist. Ging die zee mij te hoog? Was ik laf en wilde eerst andermans' commentaar weten? Mijn zoon schreef mij onmiddellijk: ". . . om vast te leggen wat er gebeurde, en wat ik er van vond, voor we er anders over gingen denken. In de eerste uren (. . .) zie je veel zaken (. . .) ongefilterd, op een manier waar je later geen toegang meer toe hebt". Hij refereerde aan de vuurwerkramp en 11S. Ik dacht aan Kennedy en Luther King.
Ik zat een brief te componeren en Ignacio riep mij vanaf de TV:
--"Politicus vermoord in Holland", en hij zocht meteen de NLse TV voor mij op.
--"Pim Fortuyn", riep ik toen ik aan kwam hollen, maar het was of ik met knikkende knieën naar boven strompelde. 'Dat kàn niet! Dat màg niet! Laat het iemand anders zijn!', zei mijn binnenste wanhopig. Maar het was tòch zo. Mijn land leek opeens een bananenrepubliek. De brenger van het slechte nieuws wordt zelfs vermoord vóór hij zijn zegje heeft kunnen doen. Na wat beeldflitsen was er een interview met Jorrisma en Peper. "Op het randje van 'bla-bla'", dacht ik ervan, en kon er mijn hoofd niet bij houden.
"De gevestigde bestuurders doen hun ding, en in de eerste uren zie je ze zoals ze werkelijk zijn", schrijft Peter en: "De media doen hun ding. Direct na de gebeurtenis wordt elke snipper nieuws besprongen".
Maar het is een dag later als ik dat lees. Wat dacht ik wèrkelijk? Wat schokte mij het meest?
Met "the exquisite perfection of hindsight" kan ik alleen maar zeggen dat een gevoel van "missen van de boot" domineerde: "Er gaat iets voorgoed voorbij". Het gevoel van een "fataal gemiste kans".
Ik wist weinig van Pim Fortuyn. Theo en Bernd hadden mij erover geschreven, en ik had wat in de NRC geneusd toen ik in Zuid-Afrika was. Rondom het 'Le Pen Gebeuren', ging ik Pim Fortuyn was positiever zien. Met het 'Europees bijlezen' kwam ik hem vaak tegen. Hij was de noodzakelijke knuppel in het (ingeslapen) hoenderhok. De NLse correspondent van El País zei gisteren: "Zij (de huidige politici) hebben de kunst van het besturen gereduceerd tot allersubtielst onderhandelen: tot aan uitputting, zonder kik of snik".
Net als bij iemand die plotseling overlijdt, heb ik dat gevoel dat we gewoonlijk 'leegte' noemen. Wat was er allemaal gebeurd als hij in leven was gebleven? Hoe zou de geschiedenis zich verder hebben ontwikkeld? Een brandend verlangen dat te weten . . .
Maar we zullen het nooit weten. Allerlei lieden en stromingen zullen met 'zijn erfenis' op de loop gaan om De Nederlandse Politiek te vernieuwen. Ik vrees het ergste: domme naäpers tegenover geroutineerde toestoppers die zich samen gaan verliezen in details en kissebissen: "Innovatie? Ja graag, als er maar niets verandert!"
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 9 mei 2002
De definitieve reisdatum voor Frankrijk-NL is 20 Juni. Het quotum kortingen voor 2e klas was uitgeput. Nu reis ik eerste-met-korting, ongeveer dezelfde prijs als 'tweede-zonder'. Ik kan het biljet tot een half uur voor vertrek 'uit-de-muur' halen op ieder SNCF station.
De TALGO van Barcelona naar Béziers heeft nog steeds voeten in aarde. Ik schreef al: 'Géén verkoop van internationale biljetten per Internet, en reserveringen moeten 48 uur vantevoren worden opgehaald'.
Toen bleek de enige RENFE agent in Tenerife El Corte Inglés te zijn, en die kon alleen biljetten verkopen zònder reservering. Of ik moest 'in persoon' aan de balie verschijnen. Dus lange telefoongesprekken:
--"Kandattannieanders?"
Per slot een fax die niet aankwam --zeiden ze. Toen bleek dat Señor Tomás, de jongeman die ik aan de telefoon had gehad, een vrije dag had, en die fax --(onafgehandeld!!)-- in zijn bureaulade had gelegd. Gisteren beloofde hij snelle afhandeling, maar ik kon hem zelfs niet het termijnloze Spaanse woordje mañana ontfutselen:
--"¡Claro! más pronto que posible", ("Natuurlijk! Zo snel mogelijk"), was alles wat ik er uit kon persen.
Op zulke momenten verlang ik naar een privé vliegtuigje voor de deur, tot mijn fantasie stuit op de immense papierwinkel die je dààr bij te pas komt.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 10 mei 2002
10 Mei 1940 was ook een Vrijdag. Ik was tien en zag Duitsers met geweer in de aanslag Venlo binnenlopen. Eerder vluchtende NLse soldaten. Ik stond voor ons huis aan de weg naar de Duitse grens.
April 1945, op een nacht bij een zandzakkenschuilkelder in een weiland in Gelderland, nam een Duitse Gefreiter afscheid:
--"Der Tommy zal zo wel komen", zei hij tegen mijn vader. "We hebben de boerderij ontruimd, maar u kunt ze beter hier afwachten". Vader vertaalde het voor boer Hakvoort, waar we waren ondergedoken. Hij vertaalde ook de Canadezen een paar uur later.
Zo was het precies.
(Dat waren ook precies 100 woorden. Zie www.100words.net)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 11 mei 2002
Ik heb nog niet geschreven hoe mijn 'huizenjacht', waar ik 2 Mei aan begon, is afgelopen:
--"Slecht!"
Toen ik Se�ora Ernestina eindelijk ontmoette, bleek dat er pas na de 15e een flat zou vrijkomen. Géén prachtig uitzicht op Tenerife en de Teide deze keer. Gelukkig kan ik de resterende tijd blijven in het huis van de ouders van Ignacio. Ik heb uitzicht op de stad en de haven.
De stilte heb ik ook ingeruild tegen de permanente aanwezigheid van mensen, want de familie heeft veel aanloop, wisselt luidkeels van gedachte en zet de radio hard aan als er geen aanloop is. We zagen samen Feijenoord de UEFA Cup winnen. Dat zijn weer heel andere 'sociale bezigheden' dan bijvoorbeeld in Lüderitz in de Backpacker's Lodge.
Zo ga ik vandaag met 'de oudjes' op stap. De club --of societeit-- La Tercera Edad, waar de ouders van Ignacio, en verder 'iedereen' die hier over de vloer komt lid van is, is door de nieuwe Hipermercado Trebol (het klaverblaadje) uitgenodigd voor een tocht naar de andere kant van het eiland met lunch. We gaan allemaal mee. Ignacio natuurlijk niet. Die brengt ons naar de bus. Die staat om elf uur klaar.
Daarom loop ik vòòr die tijd even heen en weer naar beneden om dit dagboek op te laden bij het Internet Café.
PS: Ik heb gisteren
Adres, telefoon, GSM enz en Reisplannen up-to-date gemaakt.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 12 mei 2002
We gingen met drie bussen naar de andere kant van het eiland. Onderweg zongen de meisjes liedjes van hun lagere school; een man declameerde zijn gedichten over de schoonheid van het eiland. Ik was de jongste van de mannen, althans in onze bus. Dat hadden mijn buurvrouw met haar vriendinnen snel geverifiëerd. De leeftijd van de vrouwen moest ik zelf schatten. De alleroudsten waren over de negentig, bevestigden ze na overleg en navraag, maar over de jongeren hield ik wijselijk mijn mond. Zij ook. De verhouding man:vrouw was vijf-op-een schatte ik. Het was zes-op-een in onze bus, telden ze na. Na deze initiatie-riten hoorde ik erbij voor de rest van de dag.
We stopten twee keer. Een keer voor het mooie uitzicht, en de andere keer om eens flink de benen te strekken. De meisjes hosten gearmd alsof ze op de speelplaats waren, zestig jaar geleden. Met liedjes van toen, en vermoedelijk ook met dezelfde cheer leaders. Het is frappant: Talloze kleine interactie-gebaartjes maken deze beeld- /gedachtensprong vanzelfsprekend.
De mannen namen er vast eentje bij het kiosk.
En natuurlijk stond er een lange rij bij de WC's.
Vanaf het restaurant had ik wel eens La Palma gezien, maar nu was het koud, winderig en bewolkt. Daarom was de wijn die op de gedekte tafel stond al op vòòr de bediening op gang kwam. Geen nood! Daar was op gerekend en het verhoogde feestvreugde.
Het toetje was eenvoudig: IJsje uit het vuistje. De muzikant-zanger was toen al begonnen en die had de meisjes op de vloer gekregen; hossend op de lokale tophits van vermoedelijk dertig jaar geleden. De mannen proefden nog hun tweede of derde amandellikeur, maar dat duurde niet lang. Ze werden door de meisje op de vloer gehaald.
Zo werd het "lunch-met-bal-na". Ik danste meer dan drie keer met ene Alicia --uit een andere bus-- wat mij op de terugweg plagerige vragen opleverde: naar mijn nieuwe verloofde, naar mijn novia.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 13 mei 2002
Cees Nooteboom citeert de roep van de croupier als hij het balletje in de roulette laat vallen: "Les jeux sont fait, rien ne va plus". Hij heeft het over de uitslag van de verkiezingen van Woensdag in een lang hoofdartikel in het Zondagsblad van El País met als titel El día que Holanda perdió la innocencia. Met foto's van de begrafenis die ik op de sateliet TV had gezien. 'Een dode gaat de verkiezingen winnen', schrijft hij erbij. Hij legt de situatie zorgvuldig uit: De NLse politiek is voor Spanjaarden anders niet te begrijpen. Wat betekent 'poldermodel'? Hoe kan een 'polder' politiek model zijn?
Hij haalt Hans Magnus Enzensberger aan die in zijn boek Ach Europa Nederland overslaat:
--"Waarom?, Je kent Nederland toch goed?" had Nooteboom gevraagd.
--"Juist daarom, het is veel te ingewikkeld".
En zo wordt er begrip gecreëerd voor de man die aanvankelijk als een soort Le Pen of Haider, of èrger werd gedoodverfd. Wellicht doodgeschóten om die reden. Iets wat wèrkelijk nieuw is, kan niet worden begrepen, want de oude woorden --rechts en links bijvoorbeeld-- worden er voor gebruikt.
Mijn correspondentie staat bol van pogingen-tot-duiding. Wim is bang dat zijn partij als een ongeleid raket door de politiek zal razen. Alexander stuurt knipsels uit de NRC om zijn mening aan vast te pinnen in het chaotische commentaar rondom het gebeuren. Peter schrijft mij zijn allereerste reakties, zodat die niet verloren gaat in de turbulentie. Theo begon mij al weken geleden op het fenomeen te wijzen: "Het is niet zomaar rechts", had hij al genoteerd.
Bernd hervatte mijn mailtje na het ontstellende nieuws met zijn allereerste gevoelens en gedachten. Ghislaine had mij dezelfde avond nog gebeld vanuit Cessenon, en ook zij had faxen en telefoontjes gekregen van NLse vrienden. Wat is er éigenlijk aan de hand? Is het toch iets als Hans van Mierlo en D'66? Of is het "Had-je-me-maar"? Of "Boer Koekkoek"?
De kruitdamp trekt wat op. Het spel is gespeeld. Uitslag overmorgen. Maar dat is maar een stukje. De dagen, weken, jaren daarna zal het een nieuw spel zijn. Dan kunnen we weer meespelen, inzetten doen, aktie ondernemen.
Nu is het "Afwachten!!" "Les jeux sont fait, rien ne va plus".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 14 mei 2002
De berichtgeving over Pim Fortuyn in El País had nog een onverwacht staartje van meer formele aard. Lezers hadden zich erover beklaagd bij de Defensor del Lector, een soort Ombudsman (letterlijk: Verdediger van de Lezer) die o.a. ervoor waakt dat de 'goede zeden' in de pers worden gehandhaafd.
Van de verdachte van de aanslag was geschreven dat het "een blanke" was en ook dat hij een "ecologista radical" en een "verdediger van de dierenrechten". Dat zou geen relevante informatie zijn in verband met het misdrijf en onnodig bepaalde bevolkingsgroepen in discrediet brengen.
Met het tweede deel van de klacht was de Defensor snel klaar: Het Libro de Estilo van de krant, dat in overeenstemming met geldende journalistieke gebruiken is opgesteld, geeft aan dat het beroep, de burgerlijke staat en nog zo wat persoonlijke gegevens tot de 'relevante' gegegens behoren. Maar over de vermelding van het 'ras' was dat 'stijlhandboek' eenduidig: Dat hoort daar niet bij!
Het Nederlandse Persbureau, in aansluiting bij de persmededeling van de politie, had het ras echter wèl vermeldt terwijl dezelfde 'journalistieke code' toch zeker ook in NL zou gelden.
De directeur van de krant en de hoofdredakteur werden gehoord. Ze hadden er op de redaktie uitgebreid over gedelibereerd en met NLse collega's getelefoneeerd, maar gaven toe dat het een 'kantje-boord' beslissing was. Zij stonden open voor verdere discussie. (Dat is zéér on-Spaans, en pleit voor redaktieraad).
De Defensor del Lector deed die navraag bij NLse bronnen over, en kwam tot de conclusie dat de vermelding van het ras van de verdachte onder de NLse omstandigheden --van dat moment-- wel degelijk zinvol was. Hij vond reden in de zeer speciale positie die Fortuyn innam --niet zomaar 'xenofoob', 'racist' of 'à la Le Pen & Haider', maar daar tòch op te worden aangekeken. Die positie had beter moeten worden vermeld. Dat gebeurde dan meteen in dit 'verslag van de Ombudsman'. Zodoende werd nogmaals benadrukt dat Fortuyn "anders is dan Le Pen c.s."
Er verscheen ook een artikel over Mohamed Sini, de NLse voorzitter/coördinator van "Islam y Ciudadana" (Islam en Burgerschap?). Kritisch, instemmend soms, maar bepaald niet negatief over Fortuyn's gedachtgoed. Goed dat dat gebeurt. Misschien helpt het de Spanjaarden meer genuanceerd te denken over immigratie, en kritiek daarop niet uitsluitend in termen van racisme te formuleren, want dan loop je vast in een onvruchtbaar welles-nietes debat.
Zo te zien aan de 'brieven aan de redaktie' --en andere persberichten, niet alleen Spaanse-- heeft het 'Fortuyn-effect' de landsgrenzen overschreden. Kortgeleden stond er een genuanceerd-kritisch hoofdartikel in El País over de mogelijkheid dat een Spaanse Le Pen zou opstaan. Die kansen zijn niet gering, maar niemand gelooft het. (Het beruchte Casandra-effect!)
Misschien moet iemand zich eens afvragen wat de kansen zijn op een Spaanse Fortuyn. Berichten over de NLse Fortuyn worden in elk geval reeds aandachtig gevolgd, en zijn vaak voorpagina nieuws.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 15 mei 2002
Jullie weten dat ik gek ben op aanwijsbare verschillen tussen Noord- en Zuid Europa, ook --zelfs nog méér-- als er geen plausibele verklaring voor is. Zo meldde ik lang geleden dat geschreven gebruiksaanwijzingen in Noord Europa bij voorkeur moeten beginnen met practische aanwijzingen voor het "onmiddellijk bedienen van de juiste knoppen". Daarna mag de meer systematische uiteenzetting komen van het apparaat en de features. In het Zuiden is dat precies omgekeerd. Zo heb ik een meertalige gebruiksaanwijzing bij mijn fax in Cessenon waarvan de Franse en de Spaanse variant het verzenden van een fax op pag 27 (van de 30) laten verschijnen. In de Engelse variant weet je dat al na drie pagina's.
Gisteren was er een persbericht in El País dat in de Europese Unie het medicamentengebruik in Spanje en Frankrijk het allerhoogst is en met name van anti-biotica geven ze cijfers. De zuidelijke landen blijken, ondanks verlagingen gedurende 1985-2000, nog steeds zo'n drie-en-een-half maal zoveel te gebruiken als Finland, Ierland, VK, Oostenrijk, Duitsland, Zweden, Denemarken en Nederland. "De verschillen kunnen niet aan epidemiologische of klimatologische verschijnselen worden geweten", zeggen de wetenschappers, "mogelijk zijn het culturele verschillen".
Wat kan er gebeuren? Zou er op Europees niveau een soort steunaktie komen om ook de kleine gebruikers "omhoog te stuwen in de vaart der volkeren", omdat het zo hoort? Of zien we dat niet meer zo?
Ik denk daarbij aan een cartoon van MÁXIMO in El País van Zaterdag: Een arme, verlopen en depressief kijkende, in vodden geklede bedelaar ziet op de grond naast zijn geldbakje en achter hem staat geschreven:

"Help mij de wereld van CHANEL, VUITTON, DIOR, MOËT, VERSACE, ARMANI, BULGARI, CELINE, GUCCI, KENZO, LOEWE, GIVENCHY, DUNHILL, BALLY, ROSENTHAL, CARTIER, ROLEX en dergelijke binnen te komen"
Ik begrijp dat zo'n steunaktie niet meer politically correct is voor anti-biotica. Die tijd is voorbij. Maar waarom niet voor VIAGRA?
PS Het valt mij nu pas op dat VIAGRA is het lijstje van MÁXIMO ontbreekt. Of zit dat al in het ziekenfondspakket?
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 16 mei 2002
Ziezo, nu weten we dat Real Madrid kampioen is van Europa en Lijst Pim Fortuyn de tweede partij in NL. Daarvoor heb ik gisteravond lang aan de TV gehangen. Het ene was de hoofdschotel, want mijn gastgezin is weliswaar 'Barça' (Barcelona), maar Real Madrid verhit het Spaanse hart onder deze omstandigheden óók behoorlijk. Ik zou een kniesoor zijn als ik mij daar aan onttrok.
'Pim' bekeken Ignacio en ik tersluiks in de pauze en uitgebreider toen iedereen naar buiten ging om naar het vuurwerk en de toeterende auto's te kijken. De familie heeft una parabola en daarmee vangen we ook de NLse Wereldomroep. Als student Politiek-Sociale Wetenschappen had Ignacio de 'casus Fortuyn' goed gevolgd, en nu vertaalde ik voor hem de kern van de boodschappen van de verschillende politici en commentatoren. Intussen bleef hij zich verbazen over de kleine partijen die --anders dan in Spanje, waar ze door het distriktenstelsel worden weggevaagd-- op landsniveau een bijzondere rol spelen. Hij rekende snel uit hoeveel 'wisselgeld' daar in zat als het op stemmen zou aankomen in de volksvertegenwoordiging. Ik wees hem op de 'luis-in-de-pels'- en de zuurdesemfunctie. En we lachten om onze voorkeur.
--"Dat is ècht heel anders dan in Spanje", zei hij telkens.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 17 mei 2002
Er was kortgeleden een persbericht --wellicht ook in NL-- over een kankerverwekkende stof die zich in zulke dagelijkse voedingsmiddelen als gebakken brood en patates frites zou bevinden. Acrilamida noemde het Zweedse onderzoeksinstituut het. Alarmerend, want het zou 12.000 (twaalf duizend) maal de Europese norm voor dit vergif in drinkwater overtreffen.
Op zichzelf was het al een belangrijk en interessant bericht, maar wat mij trof was het bericht de volgende dag.
Het komt van de secretaris-generaal van de vereniging van fabrikanten in de voedingsindustrie. Hij vindt dat het Zweedse laboratorium deze ontdekking confidentiëel had moeten behandelen. Hij pleit voor 'stilte' om tijd de hebben voor het nemen van de juiste maatregelen. De redakteur zet er echter een tussenkopje Elogio del Silencio, Lofzang op de Stilte, boven. Wellicht als vorm van stil protest, want de fabrikantenvereniging geeft weliswaar toe dat er 'verdedigbare' crises zijn zoals de gekke-koeienziekte, maar als we zo doorgaan hebben we iedere vijf maanden een ramp:
--"Die dingen komen alleen maar in de pers omdat een wetenschapper de blitz wil maken en omdat de kranten onder het kopje 'Maatschappij' vol staan van dat soort modieuze berichten en die willen eindelijk wel eens promoveren naar de belangrijke katernen zoals Economie."
Het is een volzin om een paar keer te lezen en zijn ogen uit te wrijven. De 'fabrikanten' hebben hun kennis omtrent de gekke-koeienziekte geheim weten te houden tot het aantal slachtoffers onbetwistbaar, zo niet misdadig, hoog werd. Toen werden pas 'juiste maatregelen' genomen, en die werden nog jarenlang 'per vergissing' gesaboteerd. Het zijn juist die 'modieuze berichten' onder het 'onbelangrijke' kopje Maatschappij geweest die ervoor hebben gezorgd dat die 'fabrikanten' eindelijk eens tot aktie kwamen. En die wetenschappers die de blitz willen maken zijn misschien gewoon 'echt bezorgd', een begrip dat de fabrikantenvereniging niet kent.
Uit een heel andere bron weet ik al vele jaren dat dit acrilamida behoort tot de zgn Maillard moleculen. Dat is een (nog) niet helemaal omschreven groep moleculen die ontstaat als je eiwitten, vetten en koolhydraten samen bakt of braadt. Zeg maar de bruine knapperige korstjes van vlees, aardappelen, brood. Ze ruiken lekker en verleidelijk. Dat wist Liebig ook in wiens opdracht Maillard dat in het begin van de vorige eeuw uitzocht om zijn soepen lekkerder te maken. Maar uit dierproeven werd al snel duidelijk dat die moleculen toxisch, carcinogeen en mutageen waren: M.a.w. giftig, kankerverwekkend en genen-veranderend.
Het strijdtoneel is nu als volgt: Bezorgde wetenschappers komen met specifieke gegevens en bezorgde fabrikanten pleiten voor stilte. Ze zijn allebei 'echt bezorgd' over de mens: De een over de gezondheid op lange termijn en de ander over diens kooplust in het volgende kwartaal.
--"Ga maar rustig slapen", zei de NLse Eerste Minister, Colijn, een paar dagen voor 10 Mei 1940 in een publieke radiouitzending. Hij was ook bezorgd.
Dit waren twee case studies over 'desinformatie'.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 18 mei 2002
Meteen, gisteren, kreeg ik de derde case study over desinformatie in handen: Bush wist 'het' al vóór 11S.
Zijn woordvoerder zei dat de info 'nog niet specifiek genoeg' was voor publicatie. Dat zeggen de fabrikanten al jaren over Maillard moleculen. Colijn vond dat ook. De havik Cheney zei vervolgens dat het beter niet parlementair onderzocht moest worden om de geheime dienst en het leger niet in de wielen te rijden in verband met 'de volgende aanvallen'.
Bangmaken moet je doen als het in je carrière past. Om bezorgheid te veinzen. Om het budget te verhogen. Dat is de juiste techniek. (
100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Pinksteren 2002
Gisteravond was ik weer bij een uitvoering van het Orquesta de Camara GARAGONAY. Op 19 november schreef ik over de vorige als een avond van "zangerigheid en danserigheid". Nu was "het melodieuze" troef. Bekende melodieën zorgvuldig --maar vooral met liefde-- uitgevoerd. Vóór de pauze was er Mozart, Bach en Strauss. Daarna Jacob Gade's 'Tango Gitano', de enige --maar beroemde-- tango van deze Deense componist, Leroy Anderson's 'Jazz Pizzicato' en Piazolla's 'Libertango'. De fors gebouwde contrabassist maakte weer danspasjes. De kleine celliste, die de rechtflank met hem deelde, speelde ernstig. Het was een verjaardagsconcert. Zeven jaar geleden zijn ze begonnen. (
100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Pinkstermaandag 2002
Ik experimenteer met honderd-woordenteksten. Het is een uitdaging in zuiver kiezen van woorden. 100words dotnet bracht mij op het idee. Het is de tegenhanger van het idee van een jaar geleden om iedere ochtend drie kantjes �ongecontroleerd� te schrijven. Ik deed het precies vijftig ochtenden onmiddellijk na het opstaan. Dat waren weggooiteksten; nu zijn het dagboekteksten. Ze zijn het belangrijkste van het HIER & NU: Dat is de overeenkomst.
Misschien verbind ik mij wel voor een maand, zoals
100words dotnet suggereert.
Misschien ontdek ik wat ik �eigenlijk� wil zeggen.
Misschien ontdek ik wel heel wat anders.
Wie zal het zeggen? (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Pinkster-drie 2002 (voor Noord-Hollanders ;-)
Arthur Miller heeft de Prijs van de Prins van Asturië voor Letteren gekregen, maar hij zal hem niet meer zelf komen afhalen. Hij is intussen overleden. Voor mij is hij de schrijver van 'De dood van een handelsreiziger', het stuk dat ik in de Arnhemse Schouwburg zag waar de Toneelgroep Theater voor vernieuwing zorgde, maar waar ook de gezelschappen "uit de grote steden" kwamen.
Ik studeerde in Delft en ging er heen met een meisje uit Arnhem, mijn verloofde, later moeder van onze drie kinderen. We waren toneelfreaks en zagen alles: zijn kritiek op McCarthy met de metafoor van de "Heksen van Salem", Tennessee Williams' "Kat op een heet zinken dak" en "A Streetcar named Desire" en wat al niet meer uit die tijd waarin mijn na-oorlogse wereldbeeld ontstond: Maatschappijkritiek op wereldniveau terwijl we in Europa aan 'eenwording', en in Nederland aan de welvaartsstaat werkten.
Mijn droombeeld van 1940-'45, dat alles na de oorlog voorgoed 'beter' zou zijn, maakte plaats voor bewustwording van de actuele spanningen tussen de ideologieën van die tijd buiten het dominante Nazisme of Communisme als grote boosdoeners.
Maar van 'De handelsreiziger', Willy Loman, herinner ik mij vooral het innerlijke conflict dat mij kwaad en verward maakte. Een conflict met zulke 'normale' normen dat je er geen kritiek op mòcht hebben. 'Economisch Fundamentalisme' was het, net als nu.
Het was méér Grieks drama dan de verplichte schoolliteratuur van jaren eerder. Zodra we kritiek mogen hebben op ons moderne 'human resource management' zal 'De handelsreiziger' weer een actueel stuk worden.
De 'hooggeleerde' artikelen in Babelia, de onvolprezen bijlage van El País, naar aanleiding van de prijsuitreiking, raakten diepere snaren. Daar stond ik even bij stil.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 22 mei 2002
Het verschijnsel 'weblogs' leerde ik pas de vorige week kennen. Dit dagboek is een voorbeeld: Gewoon eens per dag, of vaker, van je laten lezen. Nu zijn er programma's waarmee je dat 'online' kunt doen, zonder gepruts met diskettes en ftp-zorgen.
Kijk op weblogs dotcom en je ziet een nòg nieuwer verschijnsel: Een lijst van dezulken die de laatste drie uur hun weblogboek hebben bijgewerkt.
Het is alsof je in de collectieve hersens van de wereld kijkt. De wereld heet van de naald. Mijn Dagboek staat er (nog) niet bij. Ook mijn nieuwe probeersel niet, maar dat kan komen. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 23 mei 2002
Gisteren ging ik eerst diep in een van de prachtigste dalen naar Los Aceviños. Op bezoek bij Bella en Bodo, een Engels-Duits stel dat bloemen kweekt om te drogen. Vooral de Protea in vele varianten. Het is de nationale bloem van Zuid Afrika. Bella is er geboren. Ze leven ervan en verbouwen hun ruïne tot een paradijsje.
Daarna dwars door het cederbos naar Valle Gran Rey. De zon ging bloedrood onder in de zee. Ik praatte lang met Gineta en Tatino. Over de kinderen ver weg. Over de foto's van hun eerste kleinkind. Allerhartelijkst afscheid. Wat een prachtig eiland. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 24 mei 2002
"KAZAA, GNUTELLA en de overige systemen voor het ruilen van digitaal materiaal op het Internet hebben een architectuur die overeenkomt met de drug-kartels van Mexico en Columbia, of als Al Queda, de organisatie van Bin Laden".
Dat is de eerste volzin van een column in Ciberpaís van gisteren onder de titel "De onverslaanbare web architectuur". Het is een signaal(tje!) van het langzaam doordringen in de wereldhersen(tje)s dat het om een "netwerk van machtelozen gaat, niet om een organisatie à la Harvard", zoals ik 16 September schreef toen zeuntje Bush Bin Laden wilde "uitbranden".
De schrijver verwijst ook naar Ronfeldt en Arquilla, de huidige "theoretici van de netwerkoorlog" waarnaar ik op 18 en 26 Oktober verwees. Dat waren het soort specialisten waar de Franse expert het over had toen hij zei dat "de bobo's (er) niet (naar) hadden willen luisteren". (12 September)
Virginia Hine en Luther Gerlach, die met meer vreedzame voorbeelden aantoonden dat het niet waar is dat gecoördineerde krachten alléén het gevolg kunnen zijn van centraal --en oppermachtig-- gezag werden gesteund door wiskundigen met mathematische theorieën (zie 16 september). In dit bericht worden ze aangevuld met voorbeelden uit de neo-kapitalistische praktijk. Misschien dat dáármee tot de wereldhersen(tje)s doordringt dat er een 'ander soort macht' bestaat die je niet kunt bestrijden met hierarchische structuren. Misschien is een welgemeend mea culpa of nederigheid het aangewezen middel om het conflict op te lossen.
Ons hierarchische denken lijkt een zeer diepe neurose, veroorzaakt in de vroege jeugd van de mensheid: Tyrannen, slavernij, de 'door God geschapen orde', Aristoteles en Aquino hebben er aan bijgedragen. Dat hoeft ons niet te beletten het licht aan het eind van de tunnel zien.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 25 mei 2002
Gisteren maakte ik de wandeling waar ik al jaren van droomde, maar die ik nog niet aandurfde.
Het begon met een klim over een oud ezelpad bij San Sebastián en eindigde met net zo'n afdaling in Hermigua. Daartussenin ruim slingerende voetpaden met weinig hoogteverschil. Prachtige onbewoonde dalen. Ieder dal is anders. Soms een doorkijk naar de zee. Geleidelijke verandering van de flora van de droge naar de natte kant van het eiland.
In ruim vijf uur zonder pauze. Nu durf ik de wandeling naar mijn broer in Olargues wel aan. Zes uur, schat ik. Dwars door Parc de Haut-Languedoc. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 26 mei 2002
Zoals jullie zien, experimenteer ik lustig met honderd-woordenteksten. Ik heb er ook een paar in English Notes gemaakt. Ik krijg er al wat gevoel voor, alsof een geheime teller opeens: "Stop! Genoeg!" fluistert. Toch is het telkens opnieuw een genot als het lukt. Het heeft ook iets van een gedicht: Alleen de kern mag blijven.
De grote wandeling van Vrijdag was het keerpunt. De Reisplannen zijn bijgewerkt met enkele details. Ik haal niets nieuws meer aan, maak af wat op tafel ligt. Het tijdelijke gaat in de prullenbak. Het lijkt op een 100-woordentekst: Alleen de kern gaat mee. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 27 mei 2002
Hans Kung en Joseph Ratzinger waren vrienden en theologen toen Johannes XXIII ze naar Rome haalde voor Vaticanum II. Toen nog geen dertig en brillant. Nu 75.
Joseph werd de moderne top inquisiteur die Hans martelde en uit de kerk en zijn hoogleraarschap stootte.
Het zijn de twee gezichten van de kerk, schrijft Babelia: patriarchisch, aartsconservatief, eng en euro-centristisch, als een tweede Romeinse Rijk de één. De ander oecumenisch, dialogerend, verzoenend en evangelisch op de manier van Jesus.
Wie vertegenwoordigen de twee gezichten van de Islam? Is het wereldgebeuren dus een strijd tussen twee Januskoppen? Net als een poppenkast? (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 28 mei 2002
Gisteravond heb ik met Ignacio een afscheidsetentje gehad. Hij heeft het druk met de vakbond, de politiek en de problemen van zijn zakelijke relaties. Zijn studie politiek-sociale wetenschappen houdt hij ook aan. Overmorgen is er weer een examen. Het gaat niet om het diploma:
"Het is een leidraad voor mijn onbeperkte nieuwsgierigheid en een kader voor mijn debat in de partij", zei hij.
Wij moeten onze vriendschap �ter plekke� genieten: Hij is geen brievenschrijver. Wij verwonderden ons over onze gestadig groeiende relatie sinds de Columbus Studiedagen in September 1995. Het begon precies als die duizend andere ontmoetingen op congressen. (100 woorden)
PS Ik heb gisteren ook de Spaanse, Franse en de Duitse aantekeningen bijgewerkt. De Engelse houd ik al een paar dagen bij: Met "honderd woorden".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 29 mei 2002, vertrekdag
En toen ontmoette ik Alonso. Ik had hem voor het eerst ontmoet op La Ruta de Hautacuperche, de nationalistische voettocht waar ik 25 November over schreef. Maar toen voerde zijn vrouw het woord, nu hoorde ik meer van hem. Hij had mij thuis uitgenodigd. Zijn vrouw had toevallig een paar neefjes op bezoek zodat hij eens kon uitpraten en zijn zinnen kon afmaken. Ik vroeg naar de foto's op de servieskast. Typisch foto's van vijftig of meer jaar geleden. Familieleden in diverse graden, bleek. Een jongeman in uniform, onder andere. Het was het uniform van de Canarische Brigade die de Republiek in 1936 had geholpen tegen Franco. Een rode vijfpuntige ster op de pet had mij al nieuwsgierig gemaakt.
--"In 1939 dertig jaar gekregen", zei hij, "net als alle ander 'rooien'".
Dat 'rooien' had hij met enige nadruk uitgesproken en hij lette op hoe ik reageerde.
--"Inderdaad", zei hij toen ik liet weten e.e.a. van de Internationale Brigade --and all that-- had begrepen, "dat was het verzamelwoord van de franquisten voor alles wat nationalistisch, socialistisch, anarchistisch of communistisch was. 'Communisme' deed het ook goed als etiket".
Hij had het allemaal als jonge knul meegemaakt, hij was 14 in 1936. (Dat was ook een verrassing, want ik had hem jonger dan mijzelf geschat).
We gingen door op dat 'dertig jaar krijgen'. Het was het standaardtarief voor alle 'rooien' na de burgeroorlog voorzover ze niet hadden kunnen vluchten. Hij (die met die pet) had naar Portugal kunnen vluchten, maar hij kwam terug naar hier maar werd snel gevangen.
--"Tenslotte is hij toch gefusilleerd"
--"Hoezo?"
--"Zomaar, op een Zaterdag. Dat was de fusillade-dag".
En zo hoorde ik uit de eerste hand van het schrikbewind dat Franco voerde. Ik had er alleen nog van gelezen in 'Ingezonden Brieven' of op "anarchistische" websites die de "werkelijke geschiedenis" levendig willen houden. Ook over de practische medeplichtigheid van de kerk op dorpsniveau. De fusillades waren vaak tegen de zijmuur van de kerk. De biechtstoel was een belangrijke informatiebron. Daar was die andere foto een voorbeeld van. De vrouw van een van de mannen die samen met de man van de foto in een concentratiekamp in de Spaanse Sahara zat had het in de biechtstoel verteld. Zo waren ze op het spoor van een ontvluchtingscomplot gekomen. 'Gewoon' wat (on)schuldigen demonstratief fusilleren was het standaardrecept voor het handhaven van de tucht in de "franquistische tijd". Zo ook in dat kamp.
Ook in de dorpen was er 'tucht' met behulp van de kerk. Als je niet naar de kerk ging, kon je bij de Guardia Civil worden geroepen voor 'verhoor en vermaning'. Hij was van een niet kerks 'rood nest', maar ze gingen 'braaf' naar de kerk. Dat 'verhoren en vermanen' had er in sommige kringen toe geleid dat familieleden werden gefusilleerd een van de volgende Zaterdagen. Er was altijd wel een reden te vinden.
In de haven van Santa Cruz de Tenerife lagen twee schepen als gevangenis. Voor de interne tucht werd er uitgevaren en enkele (gedoodverfde) rellenschoppers werden met een gewicht om de nek demonstratief overboord gezet.
--"Met het einde van de Tweede Wereldoorlog was dat toch afgelopen?", informeerde ik.
--"Toen de invasie in Europa succesvol begon te worden, en de Russen succesvol oprukten, nam het snel af. Tenminste met die Zaterdagse fusillades bij de kerk, maar hier op de eilanden heeft het nog geduurd tot 'de toeristen' kwamen voor het echt voorbij was. Ook het militaire tuchtrecht voor alle burgers is pas heel laat officiëel opgeheven".
Zijn vrouw kwam erbij. De neefjes waren de deur uit gewerkt. Zijn vrouw nam het gesprek over en hield met haar scherpe stem een tirade tegen de kerk, het gezag en de hele wereld. Rancuneus op een manier die mij ergerde. Wat was het verschil? Alonso zat ook vol kritiek, rancune zelfs. Maar hij was niet rancuneus op de manier van zijn vrouw. Met hem kon ik nog praten. Hoe zat dat?
Later op de avond kon ik het hem zelf vragen. We waren samen naar de opening van een tentoonstelling gegaan ivm de Canarische Feesten, altijd op 30 Mei, maar nu bijzonder omdat het precies twintig jaar geleden was dat de Canarische Eilanden een autonome deelstaat werden. Zijn vrouw was gewikkeld in een gesprek met een ander groepje.
--"Tja", zei hij, "misschien omdat ze veel jonger is. Ze is pas zestig. Wij schelen twintig jaar. Ze heeft nog nooit een fusillade gezien".
En toen moest ik denken aan dat Engelse soldatenliedje uit de Eerste Wereldoorlog: And if they ever ask us . . ., dat gaat over wat je aan je familie zegt als ze je vragen wat je deed in Frankrijk, aan het front. En vrolijk zingt het soldatenkoor dan in de memorabele musical "Oh what a lovely war" over een leuk cafeetje, waar ze een gezellig glas dronken met the boys en wij wachtten "until the war was over".
Ik zal toch eens proberen daar de juiste woorden van te pakken te krijgen. Met Google moet dat mogelijk zijn.
De 'werkelijke' geschiedenis van het franquisme zal wel altijd op de planken van universiteitsbibliotheken blijven liggen. Het publiek zal de 'ware' geschiedenis pas leren kennen als de musical over Franco populair wordt: "Oh, how powerful he was" bijvoorbeeld.
terug eerste dagboekregel

Barcelona (vliegveld), donderdag 30 mei 2002, aankomstdag deel 1
Het is vier uur in de morgen. Ik heb zojuist gelukkig wat gedommeld; dat reduceerde 'de zenuwen' wat. Ik was wat doorgedraaid, en kwam maar niet tot rust. Toch heb ik niets 'opwindends' gegeten of gedronken. Ik denk dat ik 'alleen maar' op het moment dat we gingen landen toe was aan dommelen. Dat werd wreed verstoord. Zo gaat dat. En dan is het geduldig en bescheiden afwachten tot het Klaas Vaak belieft weer op bezoek te komen. Als ik mij niet aan zìjn schema houd, kan ik kennelijk --wat hem betreft-- 'de pot op!'
We landden kort na middernacht. Bijna een kwartier vóór op het tijdschema. Ik kon niet tot rust komen en beschreef in mijn Deutsche Notizen, Brouillons Français, en Apuntes Españoles op verschillende manieren de gebeurtenissen, mijn toestand en mijn omgeving. Samen vormen ze natuurlijk nòg niet Het Geheel. Dat zit alleen in mijn grijze cellen. Het kan niet anders.
Naast mij zat een jonge man een lange brief te schrijven. Toen we allebei klaar waren raakten we in een heel lang en boeiend gesprek. Hij was Mexicaan, werkte bij een bank en wilde Parijs wel eens zien. Daar begonnen we over, maar later kwamen we op verschillen tussen de (Spaanse) cultuur van het Europese deel en van het Zuidamerikaanse deel. Van het Philipijnse deel wisten we allebei niets. Daarna maakte ik een wandeling door het vrijwel verlaten gebouw waar --behalve ik-- enkele andere overblijvers, wat veiligheidspersoneel en wat schoonmakers verdwaald rondliepen op de immense glanzende granietvloer. De meest grillige 'slenteraar' was wel de man die met een stok met een klein dwars mesje aan het eind, zig-zaggend speurde naar kauwgumplakken. Hij leefde telkens op als hij er weer een zag.
--"Net als ik", dacht ik, "een speurder naar 'kleine' dingen".

Barcelona (station), donderdag 30 mei 2002, aankomstdag deel 2
Het is 0810. Ik zit al bijna twee uur in de luxe wachtkamer van het Station Sants, alleen toegankelijk voor Eerste Klas passagiers van de lange afstandstreinen. Preferente heet dat hier. Ik ken het van vorige reizen en de foto die nu linksboven staat, is er vorig jaar gemaakt toen ik er met Ghislaine was. Het is een soort VIP ruimte. Er staat een ijskast vol met (niet-alcoholische) drankjes. "Help yourself!"
Er is een koffiemachine en nog een paar van dat soort geriefelijkheden die door de receptiedame heel keurig op orde wordt gehouden als er weer een groepje reizigers is vertrokken. Zij kijkt ook zorgvuldig naar je eerste-klaskaartje en schrijft je in een register om je te waarschuwen als er berichten over jouw trein op het computerscherm verschijnen, of om je wakker te maken als je bent ingedommeld.
Het zijn meest habitué's, zo te zien, die hier bij een kopje koffie of yoghurtje een praatje maken met --kennelijke-- bekenden. Anderen klappen stilletjes hun attachékoffertje, laptop of agenda open met een glas mineraalwater of vruchtensap in de hand dat ze zorgvuldig uit de buurt houden zodat eventuele druppels niet hun reisvoorbereiding kunnen verstoren.
Maar ik zit hier wat langer. Ik ben een van de weinigen. De meesten zijn in tien minuten verdwenen. Ik heb wat gedommeld sinds ik met de eerste trein --die van 0611-- vanaf het vliegveld hier ben aangekomen. Maar mijn 'hitzige' energie komt niet tot rust al kom ik nu wel tot wat rustiger schrijven en observeren. Het is een vreemde geestestoestand: Ik ben moe en energiek tegelijk. Ik moet mij telkens tot rust manen, maar een lekkere ontspannende siësta komt er niet van. Als ik nu met een auto zou rijden, zou ik dubbel alert moeten zijn. Misschien moet je deze toestand wel "accident prone" noemen.
Ik heb wèl met belangstelling de ochtendbladen bekeken en ik kon mij zelfs heel geïnteresseerd in een paar artikelen verdiepen, maar ik betwijfel of het diep doordringt. Pas nu ik aan "observerend schrijven" ben toegekomen, komt er enige rust over mij. Dit soort gejaagdheid --want zo voelt het, het voelt als een "getemde gejaagdheid"-- hoort voor mij tot de perils of the road, de gevaren van de weg die het reizen spannend maken. Het zijn niet alleen de gevaren van buiten, ook die van binnen moeten in de gaten worden gehouden.

Cessenon sur Orb, donderdag 30 mei 2002, aankomstdag deel 3
Eindelijk op de plek van bestemming: mijn oase voor de komende drie maanden. De trein was perfect op tijd. Olivier haalde mij af. Ik herkende hem eerst niet, want hij had zijn weelderige zwarte haardos --helemaal à la mode-- kaalgeschoren.
Ik vroeg naar Emilie, de baby, en naar zijn vrouw Dominique.
--"Allebei nog in het ziekenhuis", zei hij, "maar het gaat beter. Ze weten nu wat het is en de baby is al wat aangekomen"
Toen ik hem Zondag belde, was hij radeloos en verdrietig want de baby --6 mei geboren-- werd zieker en zieker en de dokters hadden de oorzaak nog niet gevonden, laat staan een betrouwbare remedie.
--"En Laetitia, je andere dochtertje?"
--"Tiens, daar moet ik ook telkens een oppas voor organiseren"
Ik zei hem nog eens dat ik mij bezwaard had gevoeld met zijn aanbod om mij af te halen, zo druk als hij was.
--"Maar nee", zei hij weer, "Ik wilde je graag zien en ik rijd sowieso drie of meer keer per dag heen en weer tussen Cessenon en Béziers".
Ik probeer zelf nu ook wat op mijn poten te komen. Ik ga maar eens een siësta proberen. Mijn 'hitzige energie' kreeg ik in de trein maar even onder controle. Ik dommelde nèt toen ik moest opspringen en uitstappen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, vrijdag 31 mei 2002
Ik word wakker op de eerste volle dag. Gisteren liep ik hier wat verdoofd rond. Ook enkele korte siësta's veranderden dat niet. Toch volgde ik met aandacht een journalisten forum over de paus: Aftreden of niet? Allerlei kerk-theoretische zaken gingen over de tong, samen met een breed gamma van andere overwegingen. Het was een weldaad er op die manier over te horen praten. Het typisch Franse element dat met het onvertaalbare woord laïque wordt beschreven, was ruim vertenwoordigd. Dat had ik gemist in een dergelijke discussie die ik nog nèt in Spanje had gevolgd. "Niet-kerkelijken" --een van de mogelijke vertalingen van laïque-- worden daar meteen als on-kerkelijk, of zelfs anti-kerkelijk gedoodverfd door de 'gelovigen'. En omgekeerd was het niet veel beter. Dat verzuurt de discussie. Het was een boeiend contrast beide "discussietypes" zo vlak na elkaar te horen.
Op mijn eerste tour du maison et du jardin, gisteren, heb ik alvast gezien dat de abrikozenboom volop draagt, maar dat ze nog keihard zijn. Kersenboom draagt, net als vorig jaar heel matig, maar een kilootje haal ik er wel af de komende dagen. Jammer is dat die ook vol zit met zwarte luizen.
Deze gedachten lijken mij een mooi begin voor mijn eerste volle dag. Ik heb diep en goed geslapen, maar ik denk dat ik nog wel een paar extra siësta-tjes nodig heb om helemaal op slag te komen.
terug eerste dagboekregel

Einde Dagboek Mei 2002