Mijn Dagboek 32

Dit is Dagboek 32. Het loopt vanaf 1 tot 31 Januari 2003. Het begint met Oud en Nieuw met Martine op La Gomera en onmiddellijk daarna het vertrek naar Auckland. Daar heb ik veel tijd nodig om te 'ont-jetten'. Dan volgt de reis naar Wellington om er een vriend uit mijn geboortestad te onmoeten die in 1952 emigreerde. Ik krijg een wervelende introductie in het leven van de NLse immigranten. Na tien dagen ben ik terug in Auckland en reis meteen door naar een onopvallend stadje 150 km naar het Noorden om op adem te komen.
Index Januari 2003
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31,

San Sebastián de La Gomera, Nieuwjaarsdag 2003
Gelukkig Nieuwjaar!! Wees zorgvuldig met de goede voornemens van deze dag. Als je dit leest is deze dag voorbij, want ik kan vandaag niet terecht op het I-café. Daarom is dit een reminder: "Was je er zorgvuldig mee?"
Gisteren was het een heel lange dag. Om negen uur zaten we in de bus naar het midden van het eiland. Daar ontmoetten we Piet en Willy voor een grote wandeling: Afdalen naar La Laja; klimmen naar Roque de Agando en Roque Carmona, de twee majestueuze basaltrotsen op de weg naar Valle Gran Rey. Vandaar, via de Ermita de las Nieves, terug naar de auto. Het had zes uur geduuurd omdat we veel te vertellen hadden onderweg. Toen naar hun appartement in Hermigua voor wat rusten, wat napraten en een maaltijd. Tot slot naar het vuurwerk en de champagne in San Sebastián. Een discodansje toe. Tegen tweeën lagen we in bed. Het was een lange dag. Vandaag blijven we thuis.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 2 januari 2003
De dag van gisteren hebben we in gepaste luiheid doorgebracht. Alleen in de ochtend even naar de benedenstad. Iets te vroeg. Zelfs Hipermarcado Trebol was nog dicht. Toch zijn we met de noodzakelijke watervoorraad en wat fruit boven gekomen. 's Middags kwam Jaakief op bezoek. We belden met NL voor de Nieuwjaarswensen. We gingen vroeg naar bed.
Vandaag een wandeling in El Cedro, het "donkerebomenbos": Precies zoals Maarten Toonder het heeft bedacht. Met grillige, be-moste en be-algde bomen, en lange liaanaachtige naar beneden hangende takken. Vaak drup-drup regenend, want dit is het gebied van de 'horizontale regen': De passaatwolkjes drijven tegen de berg en verliezen hun water pas als ze tussen de bomen en blaren wervelend hun einde vinden.
Morgen vertrekt Martine. Ze vliegt pas 's avonds om 2000, maar we willen de hele dag op Tenerife doorbrengen. We willen de universiteitsstad La Laguna bezoeken. Daarom gaan we met de boot van 0800.
Mijn vertrek is ook opeens acuut. Ik was mijn (nieuwe) agenda kwijt en leefde met de vage notie dat mijn vertrek a.s. Dinsdag of Woensdag zou plaatvinden. Mispoes! Ik moet Maandag al vliegen. Niks Maandag last minute klusjes!! Ajjj!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 3 januari 2003
Vandaag is de vertrekdag van Martine. We nemen samen de vroege boot om veel tijd te hebben voor La Laguna. Het is de oudste stad van de Canarias. Ze is nu bijna overvleugeld door Santa Cruz de Tenerife. Het is echter de aloude universiteitsstad en nog helemaal intact, ondanks de zeer grote campus er omheen.
Ik steek de diskette van het dagboek bij me: Goede kans dat ik een I-café aantref om wat achterstand weg te werken. De feestdagen eerder --en onze toeristische dag met Ignacio gisteren-- hebben weer eens "radiostilte" veroorzaakt.
Het was een prachtige zonnige dag gisteren. Dat gaf het "donkerebomenbos" nog een extra dimensie. Met die kleine lichtstraaltjes leken de zwaar bemoste bomen haast nog donkerder. 's Middags zijn we naar de andere kant van het eiland gegaan, de 'droge kant', de 'warme kant' om er van de zeer heldere dag te genieten. Behalve Tenerife (dat je meestal wel kunt zien), zagen we nu ook de andere buureilanden: El Hierro en La Palma. Hoewel die ter plekke meestal zonneschijn hebben --net als La Gomera-- zijn ze van een afstand gezien vaak verborgen in de wolken er rondomheen. We gingen naar een plekje waar je ze alledrie tegelijk kon zien: Dubbel zeldzaam! Je moet er het goede weer voor hebben, èn zo'n speciaal plekje kennen waar de bergen van ons eigen eiland niet in de weg staan.
Het was ons afscheidsreisje. Van elkaar en van het eiland.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 4 januari 2003
Wat ik gisteren schreef over ons afscheidreisje, is niet helemaal juist. Gisteren waren Martine en ik nòg eens 'op reis': We wandelden door La Laguna. Op het vliegveld namen we afscheid. Ik haalde nèt de laatste boot. En ik kon nog nèt in het I-café de post opladen, en het dagboek van gisteren. In La Laguna vonden we pas een I-café toen we ons haastten naar de bus.
En nu sta ik voor de laatste ronde. Ik heb het al benoemd toen ik vanmorgen in bed de komende dagen overzag:
-Vandaag: Laatste opruimdag, laatste boodschapjes, laatste I-café, veel weggooibeslissingen.
-Morgen: Laatste inpakdag. Parool: Hoofd Koel Houden!!
-Maandag: Eerste reisdag, Het Heerlijkste Moment: Ik alleen met mijn koffer op straat.
-Dinsdag: Tweede reisdag, aankomst in Singapore: Alleen, met alles bij me.
-Woensdag: Derde reisdag, aankomst in Auckland: Verwondering. Ik kijk mijn ogen uit!
Die uren/dagen moet ik als een "efficiënte machine" zijn. Ik hoop dat ik dat allemaal nèt haal. Dat is mijn toekomstvisie-van-het-moment. Niks diepe gedachten!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 5 januari 2003
Mijn jongste zus, Ria, wordt 65. Gisteravond zaten mijn broer en zussen bij elkaar. Ik belde op, en zodoende was is even aanwezig bij het ritueel wat ik ooit in dit dagboek beschreef (21 okt 2001, dagboek 17).

"Het ritueel heette op z'n Venloos/ Limburgs "bestèke", met een langgerekte, ietwat zangerige è. Het laat zich niet helemaal vertalen door het NLse tracteren . . . . "
. . . . schreef ik toen. Het is op de avond ervóór. Zoiets als pakjesavond op 5 december, terwijl Sinterklaas zijn feestdag op 6 december valt. Ik was er graag bij geweest.
De dag van gisteren heb ik in gepaste werkzaamheid doorgebracht. De "chaos" is nog even hoog, maar nu ik zie er "lijn" in. Dat geeft hoop.
Ik liet mij --met genoegen-- onderbreken door Piet en Willy voor een maaltijd. Later kwam Jaakief nog even voorbij --voor een 'thee-tje', zoals hij dat noemt-- met zijn nieuwste vlam. Dat werden kwaliteitsgesprekken, kwaliteitsontmoetingen. 'Kort en vlug', tè kort en tè vlug. Maar niet 'vluchtig'. Glinsterende pareltjes in een chaotische dag.
Het zijn niet de lange gesprekken die in het geheugen komen, het zijn die korte verstilde beelden, die goudkorreltjes, die beklijven.
En nu aan de slag!! Niks diepe gedachten!! Inpakken!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 6 januari 2003, Los Reyes
Het is Driekoningen, de Spaanse Sinterklaas. Het was druk en feestelijk in de benedenstad, wist Jaakief te melden, maar ik heb de hele dag doorgeploeterd aan "inpakken en wegwezen".
Ik zit hier vroeg in de morgen voor het laatst voor mijn computertje. Wat ik nu schrijf zul je pas na mijn aankomst in NZ lezen. Ik wil met de boot van 0900, maar die van 1200 zou ook nog nèt kunnnen. Ignacio haalt mij af, want hij moet mijn "blijfkoffertje" in bewaring nemen. Dat "blijft" bij hem op zolder. Vandaar.
Gisteren begon ik met het feitelijke inpakken pas om een uur of vier. Daarvóór was het moeilijkste karwei: Sorteren op drie stapeltjes:
Wat blijft? Wat gaat mee? Wat gaat in de container?
En dan de proef op de som: Past het? Het reis- en de blijfkoffertje zijn eindig; alleen de container kent geen beperkingen. Na de 'proef' zijn er weer (afscheids)beslissingen.
Dat heb ik deze keer weer eens heel grondig gedaan: Heel veel kon --na een diepe ademhaling-- in de container. Er zijn veel van die kleine dingetjes die ik meezeul of bewaar 'vooralsikertoekom'. Nooit dus. Ook heb ik nog een aantal dingen kunnen afwerken zodat ze niet tot Mei --of Sint Juttemis-- hoeven te wachten. Zodoende was het een lange, maar vruchtbare dag. Ik was goed moe toen Jaakief kwam 'voor een thee-tje'. Hij zal de brieven en de pakketjes morgen posten.
En nu heb ik veel tijd om de puntjes op de i's de zetten. Géén diepe gedachten!!

Madrid, Hostal Génova, Nog steeds maandag 6 januari 2003, Driekoningen
Ik zit op mijn bed nog even te typen. Ik moet mijn 'gram' kwijt; of beter, mijn 'balen', want ik ben mijn handige leesbrilletje kwijt. (Voor wie me kent: Die in dat platte, ingenieuze, opvouwdoosje.) Ik merkte het pas toen ik al was uitgestapt. In het vliegtuig had ik nog volop gelezen. Later haalde ik de trui, shawl en handschoenen uit het koffer, want het is hier zes graden. Ergens op dat traject . . . Afijn, je begrijpt mijn wroegingsmonoloog: "Had ik maar . . . "
Maar verder had ik een goede reis. Ignacio bracht mij naar de haven. Jaakief wuifde mij uit. Het vliegtuig was maar een beetje vertraagd. Ik babbelde met mijn vliegtuigburen uit Pamplona die hun eerste --"zeker niet de laatste"-- vakantie op La Gomera achter de rug hadden.
Het verhalenboek dat Martine voor mij achterliet, las ik uit. Lekkere vakantieliteratuur. Veelal eerder gepubliceerd in Maatstaf of als column in de NRC of Algemeen Dagblad. Samen met de NLse tijdschriften die Piet voor mij meenam, hadden deze dagen een heel hoog NL-gehalte.
Ik heb nòg een NLs boek bij me. Dat heeft Martine ook achtergelaten. Dat is wat pittiger kost. Daar kijk ik naar uit.
Ik heb al langer zin in "verandering", maar ik wist niet wat. Misschien zit ik hiermee op het goede spoor. Ik raakte wat uitgekeken op de kranten, de politieke- en de culturele analyses en de boekbesprekingen. Gewoon goede "fiction", misschien heb ik dat een tijdje nodig.
For the record noteeer ik wat over het hotel waar ik zit. Voor het geval dat je zin krijgt in een weekje Madrid, het Prado, bijvoorbeeld, daar begint binnenkort een geruchtmakende Vermeertentoonstelling. Dat is op 15 minuten lopen. Of het reusachtige Madrileense stadspark, Retiro. Daarvan is de ingang nòg dichterbij. Ignacio gaf mij het adres. Hij logeert er altijd als hij bij de universiteit moet zijn. Het is heel centraal, toch rustig en heel goed vanaf het vliegveld te bereiken. En goedkoop!! Wat wil je meer? €45 voor een tweepersoonskamer (eigen toilet/douche). Er is een rechtstreekse bus van het vliegveld naar Plaza Colón. Vandaar steek je de straat naast de zeer opvallende Banco Barclay in. Dat is Calle de Génova en 200 meter verder is het. Nòg 200 meter verder is de Metró Alonso Martinez waarmee je met één overstap óók op het vliegveld komt. Hier in de straat heb ik zojuist enkele tapas genoten in een stil buurtcafé. Échte restaurants liggen een straat verder. Schrijf maar op: Hostal Génova, Calle de Génova, Tel +34 913 192 838.
Ignacio gaf mij er nòg een: Hostal Senegal, Plaza Santa Bárbara Nº 8 Dcha Tel +34 913 191 032. Dat is vlak bij Metró Alonso Martinez.
terug eerste dagboekregel

Madrid, Hostal Génova, dinsdag 7 januari 2003
Het is half zeven in de ochtend (GMT+1, Spaanse Tijd). Ik heb geen nieuws te melden behalve dat ik nog wat treur- en afscheidsgevoelens heb over mijn lief brilletje, mijn metgezel, die deze reis niet meer zal meemaken. Over een halfuurtje ben ik op weg naar Barajas.
Verder steek ik de diskette van dit dagboek bij me. Misschien kan ik het nog opladen vóór Nieuw Zeeland.

Madrid, Barajas, dinsdag 7 januari 2003
1040 lokale tijd (GMT+1)
Het vliegtuig had tien minuten geleden moeten vertrekken, maar ik zie nu de passagiers van de late incoming flight nog uitstappen.
Intussen heb ik gezocht naar mijn lieve brilletje. De schoonmaakploeg had niets gevonden wisten ze bij IBERIA te melden. Toen naar het loket van het vliegveld. Daar zat de dame tussen grote stapels koffers en tassen:
--"Inderdaad, allemaal onbeheerd achtergelaten. Het is allemaal ook al geïnspecteerd op drugs en explosieven", riep ze enthousiast.
--"Nee, uw brilletje nog niet. Bel morgen nog maar eens op, want het kan wel een dagje aanlopen voor het hier terechtkomt".
Ik zuchtte en noteerde het telefoonnummer: Ik zal vanuit NZ toch maar bellen. Of Ignacio een mailtje sturen dat hij het doet. Als het nog gevonden wordt, kan hij meteen de verzending regelen. Ik nam mij voor om in NZ meteen een bril te laten maken. Het recept heb ik bij me voor dat soort gevallen.
Toen op zoek naar (veel) water. Ik deed het grondig, want ik had er de tijd voor en ik wilde ook nog wat 'marcheren' voor het instappen. Daarvoor kreeg ik ruim de kans op dit reusachtige vliegveld, maar géén grote flessen. Toen kocht ik maar vier kleintjes, want in het vliegtuig zijn ze wel van goede wil, maar 'het systeem' brengt mee dat je telkens een klein glaasje krijgt (Mèt servet, en vaak met wat nootjes. Krenterigheid is niet de oorzaak!). Daarmee kom ik niet aan mijn trekken.
Het opladen van mijn site is niet gelukt. Ze hebben hier alleen die oude e-mail muntautomaten staan die al jaren niet werken. En nu zit ik bij de juiste 'gate'. Daarom zie ik de late incoming flight.

Parijs, Charles de Gaulle, IN het vliegtuig, dinsdag 7 januari 2003,.
1500 lokale tijd (GMT+1)
We vertrokken een uur en twintig minuten te laat en ook hier maken we extra vertraging. Gelukkig heb ik in Singapore een zeer ruime marge zodat ik mij geen zorgen maak. Hooguit mis ik de mogelijkheid om voor een vriendenprijsje de stad te bezoeken. Slechts één dollar, wisten Piet en Willy te melden. Het is een stadspromotie om transitreizigers van hun à propos te brengen, cq te verleiden ook eens de stad te bezoeken.
Ik heb nu ook begrepen dat het geen rechtstreekse vlucht is. Op de heenweg, vanaf Singapore, maakte dit toestel een tussenlanding in Zürich en op de terugweg in Parijs. Het biljet vermeldt dit natuurlijk niet, maar de juffrouw van het reisbureau zei dat het non-stop vanaf Madrid was.
Intussen ben ik al een heel eind met het andere boek dat Martine heeft achtergelaten. "Het Huis Van De Zeven Zusters", van Elle Eggels. Helemaal in de roos wat mij betreft. Ik zal er zeker op terugkomen.

Ergens boven de Indische Oceaan, dinsdag 7 januari 2003
dinsdag 2300(GMT), woensdag 0700 Singapore tijd (GMT+8)
In Parijs hebben we er nog bijna een uur vertraging bijgekregen, maar nu schijnen we in te halen dank zij een staartwind van 111 km/uur die op het vluchtrapportje staat. De voorspelde aankomsttijden zijn al teruggelopen tot ongeveer anderhalf uur vertraging.
terug eerste dagboekregel

Singapore, 'Rest Room', Changi Airport, woensdag 8 januari 2003
1100 lokale tijd, 0300 Canarische Tijd (GMT).
We zijn een half uur geleden geland. Een uur en vijftien minuten overtijd. Het heeft dus mooi meegezeten. Bijna drie kwartier ingehaald. Dat heeft die staartwind van 111 km/uur zeker gedaan. Het regent hier. Ik zie het vanaf mijn plekje aan de computertafel. Dat is zijn vrije tafels met stopkontakt en telefoonpluggen voor analoog en digitaal. Totaal acht werkplekken. Het is een achterafhoekje van de Transit wachtruimte. Er staan ook een dozijn of meer rustbanken. Helaas is mijn telefoonkabel al onderweg naar Auckland. Ik had dan ook een lokaal inbelnummer moeten hebben, maar als ik het had geweten . . . .
Gelukkig had ik de voeding in mijn handbagage, want mijn batterij stelt niet meer veel voor. Straks kan ik dan ook de handgeschreven teksten van onderweg typen. Een diskette kan ik nu niet maken, maar als ik een ècht I-café zie, kan ik wel de diskette van Hostal Génova opladen, dan kunnen jullie dat alvast lezen.

Singapore, 'Rest Room', Changi Airport, woensdag 8 januari 2003
1900 lokale tijd, 1100 Canarische Tijd (GMT).
Over twee uur moeten we vertrekken, maar mijn vlucht heb ik nog niet op de borden gezien. Ik heb de dag in gepaste rust doorgebracht. Per slot --gezien Canarische tijd-- heb ik hier van 0300 tot 1100 doorgebracht, en de nachtrust --in het vliegttuig-- was minimaal, zelfs gezien de omstandigheden. Maar hier heb ik een paar keer geslapen. En veel rondgelopen langs de winkels. Wat gegeten. Water voor vannacht gekocht en een extra geheugen (van 256Mb) voor mijn computer.
Maar de diskette die ik nog in Madrid had gemaakt, kon ik niet opladen. Verdomme! Kennelijk iets met de diskette als zodanig aan de hand, want ik heb verschillende computers geprobeeerd. Ik zal zien dat ik straks nog een mailtje aan 'iedereen' stuur.
Het boek heb ik bijna uit, maar ik heb er na vannacht niet meer in gelezen. Ik voel mij te moe om er echt van te kunnen genieten. Dat komt wel weer.

Boven de Timor Zee, tussen Indonesië en Australië
Singapore tijd 0030 (Donderdag)
Auckland tijd 0530 (Donderdag)
Canarische tijd 1630 (Woensdag)
Volgens het vliegbericht hebben we Lombok al een tijdje achter ons, en naderen wij de Australische Noordkust. Tropisch Australië, Darwin en zo, dat in 1941 nog door de Jappen werd gebombardeerd en bedreigd met invasie.
We vliegen nu precies drie uur (We vertrokken een half uur te laat), en dus moeten we nog zes uur. We zijn precies op een derde van de tocht.
Op onze eigen tijd (Singapore-tijd, GMT+8) zullen we er om 0630 zijn, maar de klok staat er vijf uur later zodat we er 1130 op NZse tijd zullen zijn. De NZse tijd zou daarom GMT+13 moeten heten. De conventie eist echter dat GMT-11 te noemen. Het weerspiegeld nog de oude dag/nacht opvatting van het etmaal, niet de modern/abstracte van het 24-uurs etmaal.
Het tijdsverschil met NL (GMT+1) is precies 12 uur. De Kiwi's zijn --uitgaande van deze abstractie-- haarzuiver onze tegenvoeters. Het is natuurlijk de vraag of NZ ook precies 180º verschoven ligt. Tijdzônes zijn politieke --zo niet verpolitiekte-- beslissingen. Nog afgezien van zulke cultureel/economische rariteiten als "zomertijd".
Nu schrijft Theo, in een mailtje opgepikt in Singapore, dat hij zijn NLse horloge niet heeft verzet, maar dat zijn datum pas rond de middag verspringt. Dat lijkt mij lastig. Ik reis altijd met twee horloges tijdens zulke grote verplaatsingen: De linkse met Canarische Tijd (nu 1630) en de rechtse (nog) met Singapore-tijd (nu 0030).
Ik schrijf daar zo omstandig over omdat ik mij daarmee ook zèlf "positioneer". Dat is mijn manier van verwerken van de jet lag: "Heel erg bewust zijn en blijven van de stap tussen beide klokken is het halve werk."
De avondmaaltijd, hier in het vliegtuig na ons vertrek 'vertaalde' is dus als enerzijds een "laat diner" vanuit de Singapore-klok (2130-2230) en anderzijds een "late lunch" vanuit de Canarias-klok (1330-1430). Vanuit NZ gezien is het een nachtmaaltijd (0230=0330). De diepe slaap die ik daarna had kan navenant worden 'vertaald':
"Siësta" in Canarias. "Vroeg naar bed" in Singapore.
Maar nu ga ik (wéér) slapen. In mijn 'geleide imaginatie' stel ik mij voor dat ik nachtdienst heb gehad, maar dat ik kan uitslapen tot half 12. Ik weet dat het werkt.

Boven de Tasman Zee, tussen Australië en Nieuw Zeeland
Singapore tijd 0400 (Donderdag)
Auckland tijd 0900 (Donderdag)
Canarische tijd 2000 (Woensdag)
De geleide fantasie heeft goed gewerkt. Ik sliep uitstekend en 'verkwikkend'; de eerste keer na al die hazeslaapjes sinds Madrid. We hebben nog twee-en-een-half uur vóór de landing, maar de stewardessen moesten hun ontbijt kwijt, en wekten ons ruw met het openschuiven van de luiken waardoor de felle zon binnenscheen. Dat maakten ze goed door meteen hun fameuze warm-vochtige doekjes uit te delen. Heerlijk!!
We vliegen boven zee, de Tasman Zee, tussen Australië en Nieuw-Zeeland. We hebben zojuist de kust ter hoogte van Brisbane gepasseerd. Alles volgens het vliegbericht op het TV-scherm, want als ik naar buiten kijk zie ik alleen de vleugel van onze Boeing 747-400. Sinds de vorige notitie, drie-en-een-half uur geleden, hebben we schuin over NO-Australië gevlogen.
Ik heb lekker geslapen, zelfs met het gevoel uitgeslapen te zijn. Die korte slaapjes waren niet genoeg om tot helder denken te komen. Nu zit ik weer lekker in mijn vel.
Mijn reisgezelschap was totnutoe "niet-optimaal". Ik zit tussen twee nurksen die ik met veel moeite enkele woorden kan ontlokken. Tussen Madrid/Parijs en Singapore hield ook niet over. Het enige 'gesprek' had ik op het vliegveld van Singapore met een NLse jongen die zijn ouders in Surabaja ging bezoeken. Hij had in NL MultiMedia en ICT gestudeerd aan een HTS en was nu van plan met zijn diploma's en vakkennis een baan te zoeken in Azië en er carrière te maken. Nog geen 23 jaar. Hij sprak voortreffelijk jongeren/studenten engels dat ik aanvankelijk zelfs niet herkende als NLs wegens zijn soepele uitspraak. Zijn ouders --"100% NLs", zei hij-- woonden "altijd al" op verschillende plaatsen in ZO-Azië, maar hij was steeds op NLse scholen geweest. Zijn eerste programmapunt was een Aziatische taal te leren. Vreemd genoeg had hij daar nog niets aan gedaan behalve een paar onvermijdelijke woorden Bahasa Indonesia. Op het VWO had hij Spaans als tweede taal gedaan, maar dat was 'nulkommanul' hoorde ik snel toen ik voorstelde het gesprek in het Spaans voort te zetten.
--"Zeg maar liever énkele Aziatische Talen", vulde ik aan met de nadruk op 'énkele'.
Hij knikte alsof hij mij gelijk gaf, maar je zag dat hij totnutoe alleen had 'gestudeerd' wat hem goed afging. Echt ordelijk en systematisch blokken over een langere periode zag hij niet zitten, gaf hij schoorvoetend toe.
--"Of je moet een carrière in Engeland of Amerika willen maken", vulde ik testend aan.
Nee, hij had zijn zinnen ècht op Azië gezet. Dat wàs het helemaal. Dat was de enige toekomst. Europa, en zelfs Amerika, hadden afgedaan.
Ik vond het een leuk gesprek met deze jonge hond. Intelligent, zelfverzekerd, gedecideerd, maar perfect onervaren, op het naïeve af. Een MultiMedia/ICT freak. Dat zal hem helpen.
Ik vroeg mij af of dit nu een typisch produkt is van de moderne beroepsopleidingen: vrije keuze, cafetaria-curricula, diepgang en kwaliteit alléén als je er zelf naar zoekt; of er zeer uitdrukkelijk om vraagt. Niks opgelegde breedheid of gedwongen solide --maar vervelende-- basis. Precies de opleiding zoals wij die dertig jaar geleden droomden: "De 'Vrije School' tot aan de adolescentie!!". Dat kan een heel boeiende cultuur worden de komende vijftig jaar. Ik word nieuwsgierig.
terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, donderdag 9 januari 2003
Ziezo, ik ben er!! Maar een beetje zombie ben ik wel. Hoewel ik het laatste stuk 'verkwikkend' heb geslapen.
We landden precies op tijd:
Singapore tijd 0630 (Donderdag)
Auckland tijd 1130 (Donderdag)
Canarische tijd 2230 (Woensdag)
De douane duurde heel lang. Het vliegveld is kennelijk niet berekend op zulke invasies. Het regent hier; althans het druilt. Ik nam de City-Bus voor 13NZ$ (1NZ$ is iets meer dan een gulden. Een duitse mark, zegt Theo). De chauffeur was allervriendelijkst, stopte op een voor mij gunstige plek en legde mij precies uit hoe ik bij YMCA moest komen. Ik ging er op goed geluk heen omdat ik twee jaar geleden in Perth ook in een YMCA-hotel zat. Daarom wist ik dat er ook een in Auckland was. En ze hadden plaats!!
Het is bijna half twee. Ik ga eerst even op pad om de omgeving te verkennen, water te kopen en wat te eten. En dan een douche en "in bed"!! Zien dat ik weer 'een tukkie' doe.

's Avonds: Het bovenstaande plan is gelukt en na de siësta ben ik wéér op pad gegaan met de diskette die ik in Singapore niet had kunnen opladen. Dat lukte. De bovenstaande tekst --en deze-- komt later wel als ik de handgeschreven teksten van onderweg heb ingetypt.
Ik heb intussen ook een NZse SIM. Mijn GSM heet nu (0)210 334 061. Ik heb het al vermeld in een paar haastige mailtjes die ik sowieso moest verzenden. Daarom heb ik al een paar SMSjes gekregen. Nu nog even mijn verdere bereikbaarheid: (behalve e-mail ;-)
(Van Aldert kreeg ik een mini-mailtje met als enige tekst: "Ben je onbereikbaar?". Nee dus.)
YMCA Hotel, (voorlopig voor een week op kamer 212),
Tel 0064 9 303 2068 Fax ..2065 ipv 2068. Er is geen foon op de kamer, er wordt een briefje gemaakt.
terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, vrijdag 10 januari 2003
Dit is het eerste ontwaken in Nieuw-Zeeland. Ik heb goed geslapen; nog een beetje onregelmatig. Dat wordt de komende nachten nog gladgestreken. Ik heb de handgeschreven teksten al in dit dagboek getypt. Straks ga ik naar het I-café waar ik gisteravond ook alle mailtjes heb gedownload die ik onderweg vluchtig heb bekeken. Nu kan ik de draad van de onderbroken correspondenties weer opnemen. Het regenachtige weer schijnt voorbij te zij. De wolken worden doorschijnend. Het zit er dus ook in om een stadsverkenning te doen met een man die ik gisteren in de keuken trof: Een Panam piloot die met een niet-zo-gouden handdruk werkeloos werd toen Panam failliet ging. Hij bood zich aan als gids.
Van de correspondentie alleen de nagekomen vertaling van het gedicht van Hadrianus door Aldert (kennelijk geïnspireerd door Martine):

Blije geest die woond' in mij,
waarom, grapjas, scheiden wij?
Wat beklijft van wat ons raakt'?
Bleekheid, stijfheid, beend'ren naakt.
Aldert wil dit wel in zijn grafsteen gebeiteld zien.
Martine vertaalde het aldus (zie 30 december):
Vrije geest, die bij mij woont,
Waarom scheiden wij?
Bleek? Stijf? Naakt?
Waar blijven nu jouw grapjes?

terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, zaterdag 11 januari 2003
Ik kan nog niet zeggen dat ik de resten van de jet lag heb weggepoetst --want ik sliep vannacht nog erg onregelmatig-- maar het stadium van "Plannen en Beslissen" begint er toch aan te komen. "Inzicht en Overzicht" breekt door en vervangt geleidelijk het "Vegeteren en Incuberen".
Concreet: Als de afgesproken week in dit hotel voorbij is --a.s. Vrijdag dus-- neem ik de bus naar Wellington (vertrek ±0900 aankomst ±1800). Kort vóór het eindstation stap ik uit en wordt door Dré opgepikt om bij hem te logeren. Ik moet dat nog precies afspreken, maar dat is mijn idee. Ik blijf een paar dagen in die omgeving. Dat is afhankelijk van het weer. Het schijnt er nu beter te zijn dan hier. Dat tast de 'rivaliteitsbalans' tussen beide steden aan. Dat ligt heel gevoelig heb ik begrepen. Auckland heeft "altijd" meer zon, alleen dit jaar --en zelfs de laatste jaren(!!)-- is dat niet zo. De kranten praten over het El Niño-effect.
Dus, als het meezit, blijf ik er een paar dagen 'toeristisch'. Als ik kontakt kan krijgen met een vriend van mijn broer die in Blenheim woont, ga ik daar ook even heen. Blenheim ligt in de noordpunt van het zuidelijke eiland. Dat wordt een dan boottochtje.
Na terugkomst ga ik snel naar het "platteland" ten Noorden van Auckland. Het ziet er niet naar uit dat ik hier in de stad voldoende zuivere lucht krijg. Toen ik vannacht wakker lag, heb ik eindelijk de meegepikte foldertjes eens wat beter gelezen. De Noordelijke punt van dit eiland is niet zo'n niemandsland als men doet voorkomen. Ik denk eerder dat het hier en daar te toeristisch is om er betaalbaar onderkomen te krijgen voor de komende vier maanden.
Zo ziet het toekomstperspectief er uit. Bovendien vertelde Immigration Officeer op het vliegveld mij dat ik maar drie maanden in NZ mag blijven. Ik moet dus "even het land uit" om dat soepel te regelen, want een visumverlenging is 'duur en lastig' zei hij. Dat versterkt mijn --vage-- plan om naar Melbourne over te wippen op een goed moment om Wim op te zoeken. Ik informeerde al naar de prijzen. Er was een aanbieding van 545NZ$ geldig tussen 18 febr en 10 april. Normaal kost het ±700NZ$. (2NZ$=1€) "Misschien komen er nog flash-aanbiedingen", zei de man van het reisbureau.
Zo hangt de vlag erbij.
terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, zondag 12 januari 2003
De zon is terug en ik heb gisteren een lange wandeling gemaakt. Ik drentelde en slenterde wel veel, maar er gaat niets boven lekker 'dóórmarcheren'. Ik liep o.a. door de havens waar een feestelijke drukte heerste omdat de America's Cup in een spannende fase is gekomen. Nieuw Zeeland heeft de cup en moet die binnenkort verdedigen tegen de winnaar van de competitie. Daarin staan een Amerikaans en een Zwitsers team tegenover elkaar. Gisteren hadden zij hun eerste match (van de zeven). Er was zon. Er was veel frisse zeewind. Ik sliep als een blok. Ik denk dat ik de jet lag èn de giftige vliegtuig- en vliegveldluchtjes er helemaal uit heb geslapen.
Behalve een 'pittige wandeling' van twee uur, heb ik ook twee uur in het I-café gezeten. Ik heb er 'hard gewerkt'. Ik had een nieuwe manier van opladen van mijn foto-album bedacht en in Singapore de twee benodigde onderdeeltjes gekocht. Nu hoef ik niet meer telkens losse foto's op te laden en in het I-café de ondertitels --en zo-- er bij te zetten. De bedoeling was dat ik in Mei het hele resultaat op de computer die ik in La Gomera heb achtergelaten zou 'terugladen'. Mijn reiscomputer is daarvoor schromelijk te klein.
De 'chip' die ik in Singapore kocht (een plaatje van 4 x 3,5 cm, "CF-Card" voor insiders) kan het hele foto album, met software en al, bevatten. Ik koppel die 'chip' thuis aan mijn reiscomputer om het album te 'organiseren'. Die 'chip' koppel ik later aan de computer van het I-café om het te 'synchroniseren' met de webversie.
Dat 'synchroniseren' is nl de charme van fototime.com: Beide versies worden automatisch helemaal gelijkgetrokken. Dat wat je thuis hebt gedaan en wat je 'onderweg' via een andere computer hebt gedaan zijn nu hetzelfde. Thuis werk ik veel rustiger --en op meer geschikte momenten-- dan in een I-café. Ik had een paar tegenslagen, daarom duurde het wat langer, maar nu staat de hele Rome-reis er op. De titels zijn nog niet volledig.
Ga maar kijken: www.fototime.com, daarna de guest login zoeken en daar mijn e-mail adres (zie home page voor het actuele) invullen.
Het album heet "Rome 2002" en is overzichtelijk verdeeld in een aantal sub-albums.
terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, maandag 13 januari 2003
Gisteren liep ik weer lang met zon en frisse wind. Om zeven uur ging ik 'even liggen' om de rest van de avond in gepaste werkzaamheid door te brengen, maar ik sliep 'laveloos' tot tegen middernacht. Ik probeerde aan de gang te komen met een schrijfklusje, maar moest het opgeven. Wéér sliep ik 'laveloos'. Om vijf uur werd ik wakker: Precies mijn normale tijd. Ik denk dat de jet lag nu wel ècht ingehaald is. Zo werkt dat.
De reclame op de autobussen is opvallend origineel. Niet die op de zijkanten. Die lijkt meer op een wijkkrantje, maar van de achterkant worden juweeltjes gemaakt. Kennelijk gericht op de automobilist die in de file zit. Dat is ook het thema:

The people on this bus are
putting parking wardens
out of work.
Together. A better way.
Ik zag de 'politieke bedoeling' niet direkt.
De volgende maakte het duidelijk:
The people on this bus are
reducing traffic congestions.
Together. A better way.
Dàt is het probleem. In ruim opgezette centrum van Auckland zijn nogal wat zeer hoge kantoorgebouwen gezet. De landelijk-koloniale trekjes zijn alleen nog zichtbaar voor de oplettende wandelaar. Maar de kolonisten-pionieers mentaliteit van "Ieder voor zich en God voor ons allen", heerst nog volop. Maar nu hebben ze parkeer- en (vooral) fileproblemen. Precies zoals in Rome waar we woonden. Parkeer- en fileproblemen zijn voor de overheid. De lusten zijn voor de projectontwikkelaar, de lasten voor de overheid.
Toch proef ik hier ook een cultuur van altruïsme, meer dan in Perth, bijvoorbeeld. Ik zal er nog eens goed op letten. Het is misschien wat voorbarig dat ik dat nu al schrijf, maar "speculatie is de moeder van de waarneming". (Wéér zo'n 'voorbarige' gedachte. Waar is mijn kritische geest? Kwijtgeraakt met de jet lag?)
terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, dinsdag 14 januari 2003
--"Our deepest fear is not that we are inadequate......", schreef Theo in zijn Nieuw-Zeelandse reisjournaal van 11 januari (www.euronet.nl/~voorsth, moet je zeker eens bekijken, dan zie je een 'ander' NZ-journaal. En hoe anders!!). Het was, schreef Theo, de eerste alinea van de inaugurele rede van Nelson Mandela in Kaapstad op 9 Mei 1994. Hij had het --nota bene-- als grafitti op een toilet aangetroffen.
Dat bracht mij ertoe die rede nog eens na te lezen. Ik had die ooit gelezen, dat herinnerde ik mij. Ik had er lange gesprekken met Neil over gehad toen ik met hem rond Stellenbosch wandelde. Maar, behalve een sfeer van reconciliation was er niets blijven hangen. Maar dat citaat kende ik wel. De vervolgzin luidt namelijk:
--"Our deepest fear is that we are powerful beyond measure".
Ik gebruik het als ik mij afvraag: "kan ik dit wel maken?". Het is een van mijn 'geheime wapens'.
Die rede had ik snel gevonden, maar van dat citaat geen spoor, alleen in de slotzin schemert de sfeer van het citaat wel door:

We place our vision of a new constitutional order for South Africa on the table not as conquerors, prescribing to the conquered. We speak as fellow citizens to heal the wounds of the past with the intent of constructing a new order based on justice for all.
This is the challenge that faces all South Africans today, and it is one to which I am certain we will all rise.
Dat maakte mij natuurlijk nieuwsgierig. Ik klopte de eerste woorden van dat citaat in Google: Duizenden vermeldingen, 'allemaal' toegeschreven aan Nelson Mandela. Nu ging mijn adrenaline pas ècht stromen:
--"Thousands of lemmings can't be wrong!!", dreigde ik te denken. Ik voelde mij een spookrijder.
Ik goechelde nog wat verder. Ik trek wat sites open om te zien wat er achter steekt. Ben ik nu toch een spookrijder?
Het toeval komt te hulp. Ik stuit op de site van Marianne Williamson, de schrijfster van het boek: "A Return To Love: Reflections on the Principles of A Course in Miracles, Harper Collins, 1992" Het citaat komt uit haar boek: "(from Chapter 7, Section 3)". Twee jaar ouder dan de rede van Mandela.
De schrijfster plaatst er met nauwelijks verholen irritatie de volgende 'note' bij:
Note: This is often found on the Internet incorrectly stated as a quote by Nelson Mandela from the Inauguration Speech, 1994. Here are links to two official African government sites with Mandela's speech:
Met andere woorden: "kijk maar zelf!". De site van Marianne Williamson staat op:
http://www.skdesigns.com/internet/articles/quotes/williamson.html "kijk maar zelf!" De complete alinea van Marianne Williamson is zeer de moeite waard. Het is een gebed, een meditatie . . . Ik durf weer wat meer 'spookrijder' te zijn.
Ik vraag mij nù nog af hoe dit "lemmingverhaal" in de wereld is gekomen.
terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, woensdag 15 januari 2003
Lange (stads)wandelingen, naarstig kranten lezen en (toeristische) brochures bestuderen, geven mij langzaam een nieuw 'orientatiegevoel'. Ik weet weer een beetje "waar-Zuid-en-Noord-ligt" en hoe mijn wandelingen passen in de plattegronden van de stad.
Ook begint er een tijdsperspectief te komen. A.s. Vrijdag, na één week YMCA, pak ik de bus naar het zuiden. Naar Wellington, de zuidpunt van het Noordereiland. Ik denk dat ik daar totaal een week zal blijven, inclusief de kleine escapade naar Blenheim, de noordpunt van het Zuidereiland. En dan weer snel naar het Noorden omdat ik daar de nodige zon en frisse lucht hoop te vinden. Het is hier een stuk 'natter' dan ik dacht. Er is geen sprake van stabiele zon zoals het mediterrane Spanje of Frankrijk of het woestijnklimaat van La Gomera of Namibië. Maar het is er wel warm; soms op het benauwde af. Maar er zijn hier veel microklimaten die nog ontdekt moeten worden. De 'Noordpunt' --dat is het Noordereiland ten Noorden van Auckland-- vind ik meestbelovend. Daar ga ik dus heen na mijn tocht naar het zuiden. Er zijn busdiensten en er zijn 'backpacker's lodges' --zoals hier de basisaccomodatie wordt genoemd. Het ziet er veelbelovend uit volgens de boekjes. In geen geval moet ik in het YMCA hotel blijven. Lawaaiig en slechte lucht; zelfs voor grote-stadsbegrippen ligt het op een slecht punt. Het gaat op mijn zenuwen werken. Ik verlang naar een klein pensionnetje ergens in het Noorden, dicht bij de kust of in een bos. Liefst zonder (noodzaak van een) huurauto voor de deur.
De krant, veel keuze is er niet, geeft een wat provinciale indruk, maar dat heeft meer te maken met de stijl van schrijven dat met de inhoud. Zeker, het "opvallend-intellectualistische" commentaar dat Europese kranten --speciaal Spaanse en Franse-- karakteriseert ontbreekt volkomen. Ik had dat ook in Perth in het begin. Het duurt daarom langer voor je een beeld krijgt. Het 'overzicht' wordt je niet aangeboden door talloze commentatoren. Nee, je moet "het toneelstuk" zelf volgen. Niks 'recencenten' die je uitleggen wat je had kunnen zien.
Daarom lees ik naarstig kranten om een 'mentale database' op te bouwen. Daarom is er nog weinig méér te melden dan losse 'tit-bits'. Nieuws over Europa is schaars tot afwezig, laat staan over de olieramp voor de Spaans-Franse kust, want daar heb ik zorgvuldig naar gezocht. De cycloon op de Fiji-eilanden komt wel aan de beurt.
En er is een parlementariër in een geloofwaardigheidcrisis geraakt. Haar politieke carrière lijkt ten einde. Wat is er gebeurd? Zij is 40kg afgevallen. Helemaal "met strikt diëet en lichaamsbeweging" heeft ze laten weten. Maar nu blijkt zij een operatie te hebben ondergaan die haar buikvolume fors heeft gereduceerd. Misschien houd ik jullie daarvan op de hoogte; misschien.
terug eerste dagboekregel

Auckland, Nieuw Zeeland, YMCA Hotel, donderdag 16 januari 2003
Mijn orientatie-periode in Auckland loopt af. Vandaag is de laatste dag. Ik zal er niet terugkomen, althans, zeker niet in dit lawaaiige hotel. Op mijn verkenningstochten heb ik betere ontdekt voor het geval ik Auckland als 'blijfplek' kies. Niet te ver van de stad in het groen en frisse(re) lucht. Maar voorlopig heb ik mijn zinnen gezet op de 'Noordpunt'.
De Noordpunt is een schiereiland met als nauwste punt de plek waar Auckland is gebouwd. De stad heeft dus twee zeekusten. De haven ligt aan de Stille Zuidzee. De 'achterkant' van de stad ligt aan de Tasman Zee. Gisteren liep ik een gedeelte van de Coast-To-Coast-wandeling. O.a. door een prachtig park. Het is totaal 13 km, maar ik ontdekte het pad te laat om het nog af te kunnen maken. Misschien vandaag.
Maar . . . vandaag gaan de reisvoorbereidingen vóór. En de dingen die ik wil afmaken. Door de lang aanhoudende jet lag (of was het de luchtvervuiling?) was ik nogal energieloos en lig ik hopeloos achter met een aantal kleine organisatieklusjes en mijn schrijf-ambities. Ik moeten nog een aantal ansichtkaarten de deur uit naar niet-internet kennissen.
Een andere stap in de reisvoorbereiding --gisteren-- was lid worden van twee ketens van goedkoop logies. De eerste is de alom bekende (Internationale) Jeugdherbergcentrale die het woord 'jeugd' heeft doorgestreept (of misschien vervangen door 'eeuwige-jeugd-') De tweede is de Budget Backpackers Hostels New Zealand. Ze geven nogal wat korting en privileges als je lid bent. Ook korting op busreizen. Dus ben ik nu lid. Wat het waard is, zal blijken.
PS: "Waar ben ik?" en "Reisplannen" zijn bijgewerkt.
terug eerste dagboekregel

Auckland, YMCA Hotel, vrijdag 17 januari 2003, reisdag
Nog een uurtje, en dan wandel ik weg van dit lawaai-hotel. Blij toe! Behalve dat het een kruispunt van invalswegen is, hebben we ook de brandweerkazerne als buurman. Als de brandweerauto's het pand weer eens moeten verlaten dan zetten ze alle sirenes aan en vegen het kruispunt schoon met enkele misthoornstoten. En dat ieder uur. Daarna neemt het 'gewone' lawaai de ruimte in beslag. Politie-auto's en ambulances, maar vooral remmende en fel-optrekkende auto's: Twee keer per stoplichtcyclus!! Daarvan neem ik afscheid.
Ik had mij al voorgenomen helemáál niet meer in Auckland terug te komen, maar door de grote wandelingen die ik het gemaakt, heb ik heel wat aangenamere plekken gezien waar ook backpacker's accomodation is. Zo maakte ik gisteren de andere helft van de Coast-To-Coast-wandeling die ik Woensdag ontdekte. Ergens halfweg ligt een oude vulkaankrater. Nu is het een park. Je kunt er inderdaad zowel de Tasman Zee zien als de Stille Zuidzee. Maar wat je ziet zijn eigenlijk de baaien, de uitstulpingen, van beide zeeën. En bovendien liggen daar nog wat echte eilandjes, waarvan sommige met bruggen zijn verbonden. Daarom is het --vanaf dat punt gezien-- niet onmiddellijk evident.
Dus . . ., misschien zie ik Auckland nog terug, maar dan vanaf een gezonder plekje.
Vanavond, 1755, arriveer ik in Waikanae, het forensendorp bij Wellington waar André woont. Ik moet hem bellen als ik bij de halte sta. Het is maar een paar minuten, zei hij. Ik kijk er naar uit. Hij emigreerde in 1953, maar hij is nog wel in NL teruggeweest waarbij ik hem heb ontmoet. Dat stuk van ons geheugen zullen we samen eens gezellig opfrissen.
terug eerste dagboekregel

Waikanae, nabij Wellington, Nieuw Zeeland, zaterdag 18 januari 2003
Ik zit op het bed in de ruime logeerkamer. De familie is nog in diepe rust, en ik ben ook later dan gewoonlijk. Natuurlijk. Er was "food, drink and merry". En het werd laat. En nu ik geniet van de stilte. Niks misthoornstoten ieder half uur.
De busreis --zo'n 600km-- werd vertraagd door herhaalde motorstoringen. Per saldo kwamen we een uur te laat aan, om 1900. Onderweg las ik mijn stapeltje toeristische folders eindelijk eens grondig, keek naar het prachtige landschap, knapte een uiltje als ik daar aan toe was, en babbelde met een reisgenoot als dat uitkwam. We stopten twee keer voor een tea break en wel vijf keer voor de motorstoring.
Aan tafel haalden we zoveel herinneringen op dat ik die nu even moet laten rusten om te bezinken. Met mijn tafeldame, Caroline, de schoondochter van André, raakte ik in een gesprek over haat en liefde. Precies op de manier van het ongeschreven essay waarover ik 3 december schreef: haat als noodzakelijke antithese van liefde, even nuttig, maar ook even destructief bij verkeerd gebruik. Peter, mijn zoon had mij twee dagen geleden daarover geschreven in zijn bondige statement-achtige stijl:
--"Haat is niet de enige tegenstelling van liefde, ook onverschilligheid en rouw".
--"Bedankt,", schreef ik meteen, "dat verbreedt de discussie. Ik kom er op terug", want ik kreeg opeens heel verfrissende doorkijkjes.
Zo zag ik dat haat en liefde allebei tegenover onverschilligheid staan. Ik bedoel niet demonstratieve onverschilligheid als vorm om haat te tonen. En rouw, tja, dat is een veel complexer gebeuren waarin haat en liefde enige tijd naar een nieuw evenwicht zoeken. Het is een voorbijgaand proces. Zo had ik gedurende de busreis al gedacht over een verdere reaktie op Peter.
En nu begon Caroline er over:
--"Haat is een duurzame keuze, net als liefde. Het is een beslissing voor de inrichting van je leven. Je kiest dat zorgvuldig. Je bent er zuinig mee. 'Haat is voor Hitler', hield mijn moeder mij voor"
Ik had een moment eerder beweerd dat haat juist 'tijdelijk' was. Onder invloed van een gebeurtenis --en de bijbehorende adrenaline-- ontwikkelt zich spontaan een haatgevoel . . . een afwijzingsgevoel . . . een vernietigingsgevoel . . .. Maar dat is net zo voorbijgaand als verliefdheid. Daarna laat je dat schieten en je doet "verstandige dingen" met die ervaring: Nieuwe 'spelregels' tegenover 'dat kwaad' of 'die ander'. Bijvoorbeeld.
We vonden elkaar door de taal de schuld te geven:
--"Er ontbreken woorden in onze taal om het begrip haat te kunnen verdelen zoals dat met liefde kan: Verliefdheid als 'gekte', als 'eye opener', die het mogelijk maakt de duurzame keuze 'liefde' te maken."
Misschien komt dat essay nog ooit.
terug eerste dagboekregel

Waikanae, nabij Wellington, Nieuw Zeeland, zondag 19 januari 2003
Er was geen speld tussen te krijgen vandaag. Trouwens gisteren ook niet. Ik schrijf nog even voor ik ga slapen. André en zijn vrouw Ann willen me 'alles' laten zien en aan 'iedereen' showen. En we hebben samen een heleboel bij te praten . . ..
Gisteren maakten we met de auto een tochtje in de omgeving. Vanmorgen maakte ik mijn marcheerwandeling naar het strand van half zeven tot half negen. Ik sliep te lang om daarvóór nog te kunnen schrijven. Toen naar de kerkdienst. Wéér voorstellen aan kennissen en vrienden. Samen verder bijpraten bij het ontbijt tot de mensen voor de party binnenkwamen. Helemaal ter mijner ere. Het is een zekere traditie in deze emigrantenkring om elkaars NLse gasten uitgebreid te ontvangen. Veel gasten hadden een NLse herkomst, maar met sommigen was het gemakkelijker Engels praten, ook als ik ze apart sprak.
Pas tegen zes uur kwam ik toe aan een "siësta" om even bij te trekken. Door het stimulerende gezelschap voelde ik de moeheid pas na hun vertrek. Daarna heb ik met André nog wat nagepraat. Toen gingen we vroeg naar bed. Ik zit nog even op bed te schrijven.
terug eerste dagboekregel

Waikanae, nabij Wellington, Nieuw Zeeland, maandag 20 januari 2003
Het is vroeg in de morgen. Gisteren lukte het mij nog nèt om te schrijven, maar met het programma van vandaag schat ik de kansen nòg lager. Dit wordt dus een flashbericht.
We beginnen met een bezoek aan Wellington. Behalve de toeristische dingen moeten we ook naar hun oude huis gaan kijken en hun bedrijf. Hij heeft een bakkersbedrijf en restaurant gehad. Tot voor kort. Dat móet ik nog even zien.
En we móeten lunchen bij een van de gasten van gisteren. Dinsdagavond is er nog een andere party. Óók bij een van de gasten van gisteren. Dan is er Zaterdag een party van een andere groep. "Nogal wat Limburgers", zei André, en Zondag nog een afzakkertje bij nòg weer andere gasten van gisteren. Dan wil ik terug naar het Noorden. Donderdag tot Zaterdag heb ik zorgvuldig vrijgehouden om naar Blenheim te gaan om een vriend van mijn broer op te zoeken. Details daarvan moet ik vandaag ook regelen.
Tot zover dit flashbericht.
terug eerste dagboekregel

Waikanae, nabij Wellington, Nieuw Zeeland, dinsdag 21 januari 2003
En zo bezochten we gisteren Wellington. Inderdaad een prachtige stad, net als San Sebastián de La Gomera een klein vlak stuk en het overgrote deel tegen de hellingen rondom. Maar veel groter, meer zoiets als San Francisco. Al die hellingen bieden prachtige uitzichten; over de stad en over de hellingen aan de andere kant. Allemaal volgebouwd, maar niet tjokvol. Iedere helling heeft zijn eigen 'sociale klasse', legde André uit.
--"Als je er echt bij wil horen, moet je hier wonen", zei hij, "en als je 'alternatief' wil lijken, woon je daar".
Helaas regende het, en was het bewolkt, maar ook heel veranderlijk met af en toe doorbrekende zon. Er was harde wind toen we op Mt Victoria over de hele stad uitkeken. We stapten maar af en toe uit de auto. Wegens het weer, maar ook omdat André en Ann niet meer zo goed ter been zijn. Langs sommige plekken waar ze gewoond of gewerkt hadden, reden we twee of drie keer. Hij wees waar hij 'in pension' was de eerste maanden, toen Ann er nog niet was. Die kwam pas een jaar later met de boot. Of om het nóg eens te zien, en om nóg eens te horen hoe ze dáár woonden met drie kinderen, André nog verzekeringen verkocht en Ann iedere dag de kinderwagen 'deze helling' opduwde met drie kinderen en boodschappen. Ze hadden er per saldo zes. De eigen auto was luxe van nóg later jaren. Ze vertelden hun herinneringen soms meer aan elkaar dan aan mij:
--"Weet je nog wel, oudje", hoorde ik dan in mijn hoofd.
Ik kreeg van Wellington precies de beelden die mij ontbraken. Ik wist uit correspondentie en verhalen van zijn moeder hoe het hun verging, de eerste jaren na 1952 toen hij was vertrokken. Nu werd dat ingevuld met beelden. Ik zag waar de eerste koffieshop was geweest die ze hadden begonnen nadat André een vette verzekering had verkocht.
--"Nu of nooit", hadden ze tegen elkaar gezegd, en ze waren ondernemer geworden. Die koffieshop was geen succes, maar vele jaren later hadden ze een restaurant en een bakkerij voor andere koffieshops, hotels en Air Zealand. Vijf-en-veertig mensen hadden ze in dienst. Maar het was altijd 'hard werken' geblazen.
--"Weet je nog wel, oudje".
De bakkerij was nu een Medisch Centrum met vier artsen en een apotheek. De buurt had een metamorfose ondergaan. Hun laatste huis, waar de zes kinderen met aanhang waren opgegroeid en lief en leed hadden gedeeld, was pas verkocht. Die wijk lag er nog precies zo bij. Het grote huis lag er als een arendnest boven op een van de toppen rondom de stad. Met uitzicht over 'alles'. We reden er wel drie keer langs.
--"Weet je nog wel, oudje"
Pas daarna gingen we naar het themamuseum Te Papa. Uit het reusachtige menu pikten we maar één graantje: 'Immigranten van de 20ste eeuw'. Het waren een dozijn 'cases', 'portretten' als het ware. Er waren korte video-interviews, er waren vitrines met voorwerpen die ze bij zich hadden en die hun kinderen hadden geërfd en er waren foto's uit de landen waar ze vandaan kwamen. Maar mijn referentiekader bleef het verhaal van André en Ann waar ik zoveel meer van wist . . . en toch zo weinig.
Voor we weer naar Waikanae reden 'moesten' we nog op bezoek bij een van de gasten van Zondag. Echte Twentenaren. Hij had op een van zijn NL-bezoeken mooie foto's gemaakt van Gelderse, Drentse en Overijsselse boerderijen. Die hingen aan de muur.
--"Fervent foto-hobby-ist?", vroeg ik.
--"Nee, maar ik schijn wel een goed oog te hebben voor compositie".
Hij was net een motorfiets aan het repareren toen we aankwamen.
--"Motorhobby?"
--"Nee, maar ik vind het leuk"
Zondag, op de party, had hij mij verteld dat hij na aankomst in Nieuw Zeeland Engelse Letteren en Psychologie had gestudeerd. Om zich te kunnen weren. Hij was als handarbeider binnengekomen. Leraar Engels was tot slot zijn lust en leven geweest. Daar was hij nu al weer lang gepensioneerd. Psychologie was een hobby gebleven, net als motorfietsen, fotograferen en tuinieren.
--"Een echte 'all rounder'", moest ik toegeven. Misschien is dat wel het belangrijkste overlevingskenmerk van een immigrant.
terug eerste dagboekregel

Waikanae, woensdag 22 januari 2003, reisdag naar Blenheim
Het is niet meer zo vroeg in de morgen als gewoonlijk. Gisteren werd het laat, ik werd wat later wakker en ik ben éérst mijn wandeling ga maken. Het is 'reisdag' vandaag. Om half vier ga ik met de boot naar 'het andere eiland'. Daar ben ik tegen zessen en wordt door Jan, de vriend van mijn broer Jan, afgehaald. Ik ga hem persoonlijk, namens mijn broer de groeten doen. Ik ben benieuwd.
Vrijdag reis ik weer terug. Zo is het afgesproken, want Zaterdag èn Zondag zijn er nog party's op uitnodiging van de gasten van Zondag j.l. Zo uitgebreid opgenomen te worden in de kennissenkring is een nuttige traditie geworden omdat steeds nieuwe immigranten binnenkwamen. Die wilde men een goede start geven. Het echte 'netwerken'. Nu geniet ik ervan. Zo hoor ik veel immigrantengeschiedenissen uit de eerste hand.
Gisteravond waren we te gast bij Daan. Delfts civiel ingenieur. Afgestudeerd een jaar voor ik er begon in 1952. Onmiddellijk, met negentien andere civiel ingenieurs gecontracteerd door de Nieuw-Zeelandse regering. Vreemd genoeg was er in het na-oorlogse -"wederopbouw"- NL op dat moment een overschot aan civiel ingenieurs. Ik herinner mij dat ook uit mijn jaren. Het 'tekort' kwam jaren later. Voor Daan was het een extra reden om het land te verlaten. Wég uit het 'oorlogs-europa' was het andere argument. Net als voor André.
Door de oorlog had hij niet 'op tijd' in Delft kunnen beginnen wegens de vereiste loyaliteitsverklaring die hij niet wilde tekenen. Daarom eerst MTS, en na 1945, fietsend vanaf het ouderlijk huis in Voorburg, "Delft". Vier jaar, tot aan het einde van het contract, had hij het bij de overheid uitgehouden. Wegen en bruggen, het echte civiele werk. Maar bouwen trok hem meer, en met een paar vakgenoten begonnen ze een ingenieursbureau. Grote bouwprojecten: Fabrieken, kantoren, ziekenhuizen.
--"Dat is allemaal lang geleden. Nu golf ik drie keer per week en zwem iedere dag". Het is hem aan te zien. Ik had hem niet op 78 geschat.
terug eerste dagboekregel

Blenheim, Nieuw Zeeland, donderdag 23 januari 2003
Goed aangekomen gisteravond, en goed geslapen ook. Jan en Ana stonden op de kade de te wachten:
--"Ik zal met een Fries vlaggetje zwaaien", had hij gezegd toen ik hem belde. Dat kon niet missen.
André en Ann hadden me naar de boot gebracht. Het was alsof ik was gelanceerd door het ene echtpaar en opgevangen door het andere. Met een grote boog van het Noorder- naar het Zuidereiland over Cook Strait. Het was harde wind bij het vertrek en op open zee. Het was bijna windstil bij aankomst. De kortste afstand tussen de twee eilanden is maar 18 zeemijl, maar tocht tussen Wellington en Picton duurt bijna anderhalf uur met een waterjetboot. Die kon alleen op open zee met vol vermogen varen (74km/h). Het overige traject voert door een baai en de oevers zouden te zwaar worden beschadigd. Het is een prachtige, kronkelige baai met heuvels aan weerskant. "Fjorden" noemen ze ze hier wel, maar dat is wat overdreven. Maar omdat de boot op halve kracht moet varen is het idyllische tocht.
Ik voelde mij helemaal thuis op die boot, want het is een carbon copy van de nieuwe boot tussen La Gomera en Tenerife. Tot op de details van de inrichting en het meubilair. Het schijnt een werf in Tasmanië (Australië) te zijn die ze over de hele wereld levert. Ook in La Gomera zijn er klachten over het enorme vermogen van de turbines dat een spoor van dode en beschadigde vissen achterlaat. Totnutoe zijn die klachten genegeerd. De prospectus vermeldt alleen met enige trots dat de turbines een zwembad volgens de normen van de Olympische Spelen en dertig seconden kunnen vullen.
Van Picton, de haven, reden we naar hun huis in Blenheim, zo'n dertig km naar het Oosten. We kochten Fish 'n Chips en brachten de verdere avond gezellig door met vertellen van elkaars verhalen.
Dadelijk ga ik Jan op zijn computer de foto's van mijn broer laten zien. Die staan op het Internet. Ik hoop dat het lukt. Deze zomer had ik een serie foto's gemaakt van een rondleiding langs de opgravingen bij de fort-kerk van Olargues. Ik was er op bezoek met Peter, Rinske en twee kleinkinderen. Je kunt zien hoe hij daar woont en leeft. Er staan ook een paar portretfoto's van Jan en Leny bij.

Picton, Nieuw Zeeland, dezelfde dag, 1645GMT+12
Het is al bijna vijf uur in de middag. Na het middageten hebben Jan en Ana mij teruggebracht naar Picton. Daar zit ik nu in een Backpacker's Lodge te schrijven. Morgen om half twaalf gaat mijn boot. Ik kon er niet voor een tweede nacht logeren, want hun zoon zou vanavond komen logeren. En ik vind het wel handig. Nu kan ik morgenvroeg naar de boot lopen. Ik zit vlakbij. Ik heb het stadje al doorkruist en een I-café ontdekt & geprobeerd. Het is tot vanavond negen uur open.
--"Ik ben niet uit vaderlandsliefde oorlogsvrijwilliger geworden", had hij mij gisteravond gezegd toen ik had dóórgevraagd over zijn motieven. Hij had daar eerst wat afwerend over gedaan. Maar later had ik kennelijk zijn vertrouwen gewonnen. Hij had weinig kontakt met de NLse gemeenschap. Ze waren allemaal een beetje . . . en hij duwde met de wijsvinger tegen zijn neus het hoofd wat achterover. Ik begreep. Hij was een 'activist' een whistle blower die in NL tegenwoordig 'klokkeluider' wordt genoemd. Nieuw Zeeland was een tamelijk socialistisch land toen hij aankwam, maar geleidelijk-aan was alles geprivatiseerd: De bossen, het water en zoveel meer. Dezer dagen was het totale fiasco van de geprivatiseerde spoorwegen in het nieuws. Men overweegt terugkoop.
--"OK", had Jan geschreven in een 'brief aan de redaktie' "maar leren we nu ook ons lesje? Zien we dat het alleen maar een beroving van de gemeenschappelijke kas is?"
Dat maakte hem niet zeer geliefd in NLse kring. Die heeft een boek uitgegeven --'The Dutch Connection', in het Engels-- met 'alleen maar' succesverhalen van geslaagde immigranten. Hij was 'ongeschoold' arbeider gebleven. Hij had per saldo een baan als operator bij een cementfabriek waar hij eindelijk een "decent income" had gekregen. Als landarbeider en als vrachtautochauffeur had hij gewerkt. Hongerloontjes waren het geweest. Maar hij was gelukkig. Hij had zijn heldere kijk en zijn optimisme nooit verloren. Hij had er een huis aan overgehouden. Hij had twee prachtige kinderen die afgestudeerd waren aan de universiteit en die --net als hij-- lifelong learners waren. Ik had de boeken in de verschillende boekenkasten in het huis als met stijgende verwondering bekeken. Er stond alles wat nodig is om de moderne maatschappij --met kritische blik-- te begrijpen.
--"Ja, ja, van mijn kinderen en mij. Wij praten vaak over zulke zaken".
--"Jammer dat ik die zoon niet meer ontmoet", dacht ik.
Na het showen van de foto's, liet Jan mij een paar van zijn 'brieven aan de redaktie' zien. Korte bondige teksten. Prachtige teksten, los van hun politieke inhoud. Niet cynisch, en ook niet zomaar sarcastisch. Eigenlijk wist hij steeds naar het lichte plekje op de horizon ze wijzen. Maar zijn 'slachtoffers' belden hem soms boos op met scheldpartijen. "Overstayer", hadden ze hem genoemd. "Illegale arbeider", zou een goede NLse vertaling kunnen zijn, maar dan niet 'neutraal beschrijvend' maar 'bewust beledigend' bedoeld.
En zo kwam hij terug op mijn vraag naar zijn immigratiemotieven --en eerder-- zijn motieven om in "Ons Indië" te gaan vechten.
--"Pure armoede!", zei hij terwijl hij mij indringend aankeek: "Jij begrijpt niet wat dat betekende op het Friese platteland dertiger jaren"
Ik kon hem alleen maar vragend aankijken. Nee, écht begrijpen kon ik niet claimen. Hij was geboren in 1923. Zojuist 80 geworden, en vitaal als een zestiger. Ongeschoold arbeider in een Fries dorp van toen . . . Wat betekende dat wèrkelijk? Van binnen uit? . . . Crisisjaren; niet van hetzelfde geloof als de rijke boeren /werkgevers . . .
--"Vaderlandsliefde was niet mijn motief. Het vaderland had mij alleen maar misère gegeven. Toen de Duitsers mijn oudere broer verplichtten om naar Duitsland te gaan werken --ik was er nog te jong voor-- zijn we gaan onderhandelen. Ik zou meegaan als we samen op een boerderij kunnen werken".
--"Ik schaam mij er niet voor dat ik vrijwillig naar Duitsland ben gegaan", zei hij met stemverheffing terwijl hij me weer onderzoekend aankeek.
--"En zo ben ik zonder enige vaderlandsliefde oorlogsvrijwilliger geworden. Wèg uit Friesland, wèg uit Nederland".
Hij pauseerde even. Ik voelde dat er nog wat ging komen. Hij had het woord 'vaderlandsliefde' niet smalend uitgesproken. Het zou hebben gepast in het verhaal. Maar hij bleef het 'neutraal beschrijvend' gebruiken. Dat viel me op.
--"En zo ben ik ook geëmigreerd naar Nieuw Zeeland. Ik wilde niet meer terug. Alles was beter dan Nederland. Wij waren met veertig. De eersten die rechtstreeks emigreerden. Non assisted immigrants waren wij. Dat werd ons meteen duidelijk gemaakt door een functionaris van de NLse ambassade. Zij waren er voor assisted immigrants, de 'officiëlen'. Wij waren de 'niet-officiëlen'".
Hij slaat de betrokken pagina van 'The Dutch Connection' open. Een foto met mannen die uit een Skymaster stappen. Hij was er een van. En een korte paragraaf die zegt dat zij dat van hun afscheidspremie (toen zo'n 1300 gulden) hadden betaald. Maar zo kwamen ze zonder een cent aan. In het allergoedkoopste confectiepakje (dat zag je op de foto). Ze hadden hun militaire kleding moeten inleveren. Ook de overalls die ze goed hadden kunnen gebruiken bij hun werk op het land. Later hoorde hij dat die waren verbrand. Later hoorde hij ook dat de volgende ploegen 'rechtstreekse immigranten' beter waren behandeld. Ze vielen in de groep assisted immigrants. Zij hadden ook wat extra handgeld gekregen omdat ze per slot niet naar NL hoefden te worden teruggebracht.
--"Ach, dat troepenschip vaart toch. Een paar man minder maakt op de onze kosten niets uit", hadden 'ze' geantwoord toen ze erover probeerden te onderhandelen. 'Ze' waren niet teruggekomen op dat besluit. Het was een van de vele 'sociale onrechtvaardigheden'. Maar Jan heeft kennelijk besloten vooruit te blijven kijken. Niet te blijven steken bij wat hém is aangedaan, maar als whistle blower erger te voorkomen.
--"Met mijn tachtigste, heb ik besloten ermee op te houden", had hij een paar keer gezegd.
--"Keep whistling", zei ik toen we vanmiddag afscheid namen voor de deur van deze Backpacker's Lodge.
terug eerste dagboekregel

Picton, Nieuw Zeeland, vrijdag 24 januari 2003, reisdag
Toen ik gisteren klaar was met het dagboek, ging ik opgetogen naar het I-café. Vóór negen uur. Noppes!! Ik had het wel 'geprobeerd', maar niet op FTP-opladen. Volledig geblokkeerd op dat punt en de beheerder wist van niets. Toen op zoek naar een ander. Gevonden! Maar het was al gesloten. Daar ga ik straks heen. En om elf uur naar de boot.
Toen ik thuiskwam ben ik aan het Spaans dagboek begonnen. Per slot heb ik beloofd minstens één keer per week "Apuntes Españoles" te publiceren.
En verder heb ik de avond 'sociaal' doorgebracht. Hier en daar --vooral in de gemeenschappelijke keuken-- een praatje maken met mensen van heinde en ver. In de hal hangt een reusachtige geplastificeerde wereldkaart, en enkele detailkaarten van Engeland/Ierland, Australië en Israel. Er liggen kleurspeldjes bij. Als je plaats van herkomst nog niet is bezet, moet je er zo'n speldje zetten. Op de Kanarische Eilanden had alleen Tenerife een speld. Nu staat er ook een op La Gomera.
terug eerste dagboekregel

Terug in Waikanae, Nieuw Zeeland, zaterdag 25 januari 2003
Het was een gezellige en lekkere reisdag, die dag van gisteren. Ik had geen haast en hoefde pas op 11 uur bij de boot te zijn. Het FTP-opladen van het dagboek ging vlekkeloos en ik had tijd voor een praatje-bij-de-ochtendthee in de gemeenschappelijke keuken. Een heel jong Duits stel, op huwelijksreis en pas aangekomen in NZ, stippelde de eerste wandeling uit en vier potige NZse (sport)zeeduikers maakten een zeer fors ontbijt klaar.
Voor onderweg kocht ik fruit en kranten. Op de boot --Die nieuwe jetboot is geen 'echt' schip. Dat vinden we op La Gomera ook.-- maakte ik nog een praatje met een jongeman die voor het weekend naar zijn ouders reisde. Hij had pas een baan op het Zuidereiland. Voor het eerst twee maanden van huis geweest.
Na de ferry in de forensentrein naar Paraparaumu, het eindstation dicht bij Waikanae waar André mij zou afhalen. Maar we haalden het eindstation niet; met een bus gingen we verder. Dat klopte volkomen met de kranteberichten dat het spoorwegnetwerk volledig op z'n gat lag. Schromelijke achterstand in ouderhoud van het rijdend materieel en van de lijn, en een incompetente organisatie om calamiteiten op te vangen was het resultaat van tien jaar privatisering. Nu is er sprake van terugkoop door de staat, en meteen stegen de aandelen. De 'rovers' kunnen nog een laatste graantje meepikken. Dan mag de gemeenschap er weer voor opdraaien. Tot de treinen weer lekker lopen en een regering in geldnood zit. Lang leve de privatisering.
Vandaag is de barbeque met de Limburgers. Volgens André vooral mensen uit Swalmen waar het boek dat ik van Martine kreeg zich afspeelt: Het huis met de zeven zusters. Een aanrader trouwens, ook voor niet-Limburgers want het is een prachtige familieroman en tevens een boeiende persoonlijke geschiedenis van de verteller.
Maandagmorgen ga ik weer naar Auckland. Als ik een buskaartje kan krijgen. Dat zal vandaag blijken.
terug eerste dagboekregel

Waikanae, Nieuw Zeeland, zondag 26 januari 2003
Het buskaartje naar Auckland is gekocht. Morgenvroeg moet ik een kwartier voor de officiële vertrektijd van tien uur bij de halte staan. Dan is het feest hier afgelopen. Ik zal het dan wel genoeg vinden ook. Nu al, maar zeker na vandaag, want het wordt weer een volle dag. We beginnen met een kerkdienst in een speciale kerk in Wellington waar ze nog de traditionele H. Mis opdragen. Nog van vóór het Concilie; en met Gregoriaanse zang. Ik ben benieuwd.
Daarna, omdat we toch in Wellington zijn, lunchen we bij de ouders van schoondochter Caroline, mijn tafeldame van de vorige week Zaterdag. De ouders waren op de party van Zondag.
Dat was het plan, maar er is nòg een party bijgekomen. Voor de avond. Het is bij een van de Limburgse groep waar we gisteren waren. Daarom hoorde ik bij het afscheid, gisteravond, telkens:
--"Zien we je morgen ook?" en "Je bent er toch ook morgen bij Mia?" of "Tot morgen!", voor de geïnformeerden. Ik gaf mij over aan het 'geleefd worden'-gevoel. Het hoort bij Het Spel. Het hoort bij Het Meemaken.
Ik moest aan Hemingway denken: "Paris is a moveable feast".
Zo was het gisteravond Mijn Limburgs Feest. Niet dat het als zodanig was bedoeld of opgezet. Ze kenden elkaar nu eenmaal. En Mia was jarig. Vanavond zal ik aanwezig zijn bij een andere selectie uit diezelfde verzameling. Dan is Tila jarig. Ik ben benieuwd.
De barbeque begon rustig. Veel hartelijkheid. Veel Limburgs. Ik genoot van de herkenningen, want ik had mij al vroeg geïnteresseerd in de verschillende dialecten van de streek. Dat was ook vaak het gespreksthema, want het leefde nog, die verschillen. Iedereen wist nog hoe woorden, de uitspraak en soms hele uitdrukkingen van dorp-tot-dorp veranderden en kon voorbeelden noemen.
--"Maar nu zijn de verschillen heel anders", wisten anderen te melden, want teruggaan, er een paar jaar blijven en toch weer naar NZ komen was niet zeldzaam.
--"Dat is ook anders dan toen we hier kwamen. We kwamen met de boot en het idee ooit terug te reizen, lag ver over de horizon".
Ik sprak een tijd met Jan uit Venlo. Toen ik hem vroeg naar zijn Venlo'se relaties om het gesprek te openen lachte hij honend-afwijzend:
--"Die Limburgers zijn nog steeds hetzelfde. Eerst vragen ze 'wie is je vader?', dan 'wie is je moeder?' en dan vragen ze ook nog wat je verdient. Ha ha!"
Hij hield die afwijzing nog een tijdje vol. Het werd een steekspel, een wedstrijd bijna. Ik voelde mij uitgedaagd. Ik voelde mij op mijn toppen. En zo begon dat gesprek tòch. Boeiend. Over de laatste jaren nadat hij was gepensioneerd als redakteur van een overheidspublicatie. Toen hij een kleine krant had geholpen met zijn ervaring. Over de perils van het ondernemen en publiceren van eigenwijze ideeën in een behoudende omgeving: Ook mijn terrein en persoonlijke ervaring. Want een "eigenwijs tiep" was hij wel. Altijd geweest. Dat had hem vaak in conflict gebracht met zijn omgeving. Pas daarna hoorde iets van zijn 'carrière' en over 'vroeger'.
Heel weinig, want het hoefde ook niet meer. Jan-uit-Venlo is in mijn geheugen gegrift als 'getemde rebel'. Dat beeld tekende zich af. Getemd met tegenzin. Omdat overleven vóór moest gaan. Zijn vitaliteit had hij behouden.
terug eerste dagboekregel

Waikanae, Nieuw Zeeland, maandag 27 januari 2003, reisdag
Ziezo, hier is het 'af'. Straks zie ik André en Ann nog bij het ontbijt en dan stap ik in de bus naar Auckland. Ik heb het koffer al ongeveer ingepakt en ook een andere grote klus die ik mij had voorgenomen is af. Die 'klus' was het fotoalbum. Ik heb hier als 'kadootje' de foto's achtergelaten die ik hier heb gemaakt. Om te beginnen van de party waarmee ik de vorige week Zondag werd ontvangen en daarna de vervolgparty's waar ik bij werd uitgenodigd. Tot die van gisteravond toe. Daarom lag er vanmorgen een 'klus': Alle foto's bewerken en opladen op www.fotoalbum.com. Ik heb het album toch maar 'publiek' gemaakt zodat je er kunt binnenkomen als je op de guest login mijn e-mail adres invult [zie home page voor het actuele]. Het album heet 'André Jacobs'.
Het was gisteren een 'volle dag'. Het begon met de H. Mis in de St Mary of the Angels waar André en Ann 22 augustus 1953 trouwden. Helaas was het Gregoriaans koor met vakantie. Daarom was er nu een gezongen mis in het Philipijns. De vorige week --om de leemte te vullen-- was er een Koreaans koor geweest. Azië is dichtbij.
Daarna gingen we lunchen bij Glen en Ethel die een prachtig uitzicht op de haven hebben. Gelukkig was er veel zon.
Vervolgens waren we uitgenodigd bij de barbeque van Jos en Tila. Daar ontmoetten we ongeveer hetzelfde gezelschap Limburgers als eergisteren. Inderdaad een moveable feast.
Daar laat ik het bij voor vandaag. Meer diepgaande reflecties over de dag van gisteren en over mijn periode in Wellington moeten maar even wachten.
terug eerste dagboekregel

Auckland op doorreis, Nieuw Zeeland, dinsdag 28 januari 2003
Ik ben in Parkside Backpacker's Inn, het beter gelegen logement waar ik 16 januari over schreef. Inderdaad, een stuk minder lawaaiig en in de frisse lucht omdat het naast een groot park ligt. Maar het is geen 'blijvertje'. Te rommelig en --bv-- geen stopkontakt op de (enige) éénpersoonskamer. Bovendien houden ze zich niet aan de prijzen van het gidsboekje van hun organisatie. Het verschil krijg ik dubbel terug, dat is de 'garantie', maar ik moet er wel een brief over schrijven. Dat ga ik 'dus' proberen.
Nee, ik blijf niet in Auckland. Ook niet voor een paar dagen. Misschien later. Dat heb ik gisteren in de bus besloten na het opnieuw bestuderen van alle foldertjes en een 'gewetensonderzoek' over "wat-wil-ik-eigenlijk". Het plan is nu als volgt:
Ik koop straks een rondritbiljet Auckland-Auckland waarmee ik drie maanden in Northland kan reizen. Dwz, één keer rond, linksom of rechtsom. Voor vanavond heb ik een Lodge op het oog met de neus op de zee. Bij Waipu, een unconspicuous plaatsje ongeveer halfweg de toeristische centra die 'iedereen' mij aanraadt. Dat wordt mijn eerste 'plattelands-ervaring' in NZ. Als dat meezit blijf ik daar --lekker rustig-- een paar dagen en dan maak ik de rondrit later af in etappes. Hier-of-daar blijf ik dan wat langer hangen. Bijvoorbeeld in de streek waar NZ is 'geboren'. Daar zijn --lokaal-- veel gegevens, speciale musea en historische plekken. Daar wil ik zeker induiken. Maar het is er óók 'toeristisch'. Ik zie wel.
En dan zijn er nog een paar gezellige 'onderbrekingen' die hun plek moeten krijgen in de 'planning'. Op 4 februari landt Jeanette, de vriendin van Aldert, in Auckland om een rondreis door NZ te maken. Dat is precies over één week. 19 maart gaat ze weer. Ik probeer haar te ontmoeten kort na haar aankomst, maar ik ken haar plannen niet. Misschien gaat ze wel eerst naar Northland en dan ontmoet ik haar daar.
De andere 'gezellige onderbreking' is de ontmoeting met Theo en Mineke die NU in het diepe zuiden gletcherwandelingen maken. (Heel mooi, zie www.euronet.nl/~voorsth voor dagboek & foto's). Ze zijn binnenkort op het zuidelijkste punt van hun route en vliegen 8 maart terug. De laatste week voor hun vertrek zijn ze hier in de streek. Ook daarvan liggen de details nog niet vast.
En verder is er nog de 'grote escapade' naar Melbourne, naar Wim, die ik net als André, van de verkennerij uit Venlo ken. "In de buurt" van Melbourne wonen ook Irena en Tony, die ik eerder in Chili ontmoette. Die schrijven mij zojuist dat het maar twee-en-een-half uur rijden is en dat ze me van het vliegveld zullen komen halen. Wim zei dat het ver in de bush-bush ligt en dat je er minstens vier uur en een 4x4 voor nodig hebt. Ook dat wordt 'nader bekeken'.
terug eerste dagboekregel

Waipu, Northland NZ, woensdag 29 januari 2003
Ik ben -helemaal volgens plan-- aangekomen in de Lodge die ik gisteren op het oog had. Vanaf waar ik nu zit te schrijven, de woon- /eetkamer, zie ik de zee. De zon is er nog niet helemaal. Het is licht bewolkt.
De streek ten Noorden van Auckland heet Northland. Het is 480 km vanaf Auckland tot het noordelijkste punt, Cape Reinga. Daar staat niet meer dan een eenzame vuurtoren, maar het is wèl een must.
Northland moet je niet verwarren met North Island. Dat laatste is het hele noordelijke eiland. Dat heeft Wellington als zuidelijkste punt. (Auckland-Wellington 675 km).
Om dit geo-plaatje af te maken: Ik zit op 150 km Noord van Auckland, ongeveer op één derde. De echte toeristische trekpleisters liggen wat verderop. Daar ga ik later heen. Eerst hier wat passen-op-de-plaats.
Gistermiddag, direkt na aankomst, heb ik al een wandeling naar het dorp Waipu gemaakt. Daar was ik eerder opgepikt; samen met een Duits meisje dat in dezelfde bus zat. Het is precies drie kwartier lopen. Straks ga ik nog naar Waipu Cove, een nederzetting langs dezelfde kustweg, maar de andere kant uit. Dan heb ik mijn postduiveninstincten weer bevredigd. Ik moet altijd wat rondom een nieuwe woonplek dolen om mij thuis te voelen.
Ook binnenshuis heb ik wat 'hap-snap' verkend. De grote gemeenschappelijke keuken met woon- /eetkamer en terras ernaast nodigt natuurlijk uit. Ik sprak met Bill die hier al van vóór Kerstmis woont; in een tentje buiten. Hij is een overwinteraar uit Londen. Maar hij is ongeveer de enige, de anderen zijn hier maar een paar dagen of een week. Behalve Beat, die zit er ook langer. Hij is een Zwitser op wereldreis. Met gelegenheidsklusjes verdient hij wat bij. In April, na zestien maanden, zal hij weer thuis zijn. Maar zijn vader en moeder zijn er ook.
--How come?
--"Hij had zo'n heimwee opeens dat ik tegen mijn man zei: 'Kom, dat is een mooie gelegenheid eens samen op een grote reis te gaan'. Jammer genoeg kan hij maar een paar weken vakantie nemen, want ik wil wel langer blijven. Zes jaar geleden ben ik naar Australië geweest. Naar kennissen. Die gaan we nu ook opzoeken. Maar toen was ik alleen. Mijn man reist niet graag. Maar hier vindt hij het wel leuk."
En zo raakte ik in gesprek met de enige 'middelbare dame'. Ik had haar geroutineerd eten zien koken. Later zag ik haar met man en zoon (zoals later bleek) aan een hoek van de enorme eettafel zitten --even geroutineerd-- de borden van beide mannen volscheppend. De anderen --ik denk dat er wel 15 gasten in huis zijn-- waren meestal bezig voor zich-alleen. Twee meisjes bakten hun eigen brood. Anderen brouwden wat in een kookpot, magnetron of bakpan.
Na de maaltijd werden er spelletjes gespeeld, Scrabble of een puzzle leggen. De Zwitsers gingen met een paar anderen naar een kampvuur buiten. Ik ging niet al te laat naar bed. Gelukkig had ik al flink geslapen toen ik wakker werd van mijn kamergenoot (ik kon alleen maar een shared bedroom krijgen) die hevig lag te snurken. Tsay, een Israëlier, had mij al eerder gewaarschuwd en watten klaargelegd. Maar het was ècht heel erg. Toen ik dat zo'n uurtje had aangehoord, en mijn boosheid had weggemediteerd, zei ik zo empatisch mogelijk:
--"Please, Stop!"
Dat hielp meteen. Ik herhaalde dat telkens als hij weer begon. Kort, duidelijk en empatisch. Het werd een hele dialoog. Hij 'leerde' geleidelijk, hoewel ik niet de indruk had dat hij zich bewust was van mijn "empatische feedback". Ik zal het straks eens vragen. Per slot sliep ik ook nog een uurtje of zo.
De zon is al flink doorgekomen. Verschillende gasten komen binnen, slurpen aan een kop hete thee, lezen wat of staren naar buiten. Ik laat het erbij en maak mijn wandeling naar Waipu Cove.
terug eerste dagboekregel

Waipu, Northland NZ, donderdag 30 januari 2003
Van de dag van gisteren heb ik verder maar een rust- en ontspanningsdag gemaakt. Wat gebabbeld met de gasten en naar muziek geluisterd. Ze hebben hier een (oude) collectie lp's en een draaitafel. De sfeer in huis is zodanig dat zulke zaken goed verzorgd blijven. Er liggen platen bij van Simon & Garfunkel, bv.
Tsay, de snurkende Israëlier, is naar de enige eenpersoonskamer verhuisd. 'Iedereen' had klachten over hem. Toen had ik het rijk alleen in mijn kamer met vier bedden . . . Tot er gisteren een hele sjoecht nieuwe gasten binnenkwamen. O.a. een groepje Israëliers waarvan er drie op mijn kamer werden gestationeerd. Ik sliep al lang toen ze naar bed gingen. Toen ik vanmorgen wakker werd, bleek dat ze het raam hadden gesloten!! De stinkerds!!
En zo ben ik geconfronteerd met samenwoningsperikelen. Niet mijn sterkste punt, maar een mens is nooit te oud om te leren. Er is, gelukkig, een positieve sfeer in huis. Ik ben benieuwd.
Er is een internetverbinding in huis zodat het opladen van mijn site gisteren een peuleschilletje leek, maar toen bleek dat FTP-connecties geblokkeerd waren: De bekende FTP-angst van providers vermoedelijk.
Ik wilde al een mailtje aan 'voorkeurslijst' sturen om een radiostilte aan te kondigen, toen ik mij de oude FTP-machine herinnerde die nog ergens diep in Windows verborgen ligt. Niks aanklikken en iconen, alleen heel bepaalde commando's, zoals de eerste jaren van Internet en E-mail. En het lukte!! Ik herinnerde mij het nodige. Ik werd er nostalgisch van, net als van die vinyl-lp's en die ouderwetse draaitafel.
PS Ik heb English Notes bijgewerkt.
terug eerste dagboekregel

Waipu, Northland NZ, vrijdag 31 januari 2003
"Ebb & Flow" heet deze Backpacker's, en dat heeft minstens twee betekenissen. Ik zit in de woon- eetkamer en kijk naar de zee. Vlak voor mij zie ik grasland. Ik schat dat vijftig meter verder een strook water van óók zo'n vijftig meter breedte begint. Tenminste als het vloed is, zoals nu, acht uur in de morgen. De getijdenklok, achter mijn rug, staat op één uur na High Tide.
Aan de andere kant van het water begint een smal strand en lage duinen. Zeker niet hoger dan drie meter, en meer naar links zelfs nòg lager. Daar kan ik de blauwe zee zien. Het water vlak voor ons is de uitstroming van een riviertje. De landtong vóór ons moet zo'n negen kilometer lang zijn want ik heb naar beide uiteinden wandelingen gemaakt van respectievelijk 4 en 5 km. Het is dus een haf zoals deze specifieke kustvorm in de Oostzee (Baltische Zee) wordt genoemd. Langs de hele Oostkust van Northland liggen deze haffen. De overeenkomst tussen de Oostzee en deze Oostkust gaat nog verder. Er wordt hier barnsteen gevonden, amber, in het Engels. De eerste kolonisten maakten er veel geld mee; net als de Hanze in de vroege middeleeuwen. Hier in huis liggen hele brokken, gevonden op het strand door de gasten. Het is versteend hars van de Kauri-boom. Daarom heet het hier Kauri-gum. De mooie transparante kwaliteit, waar sieraden van worden gemaakt, is zeldzamer, maar kleinere sieraden worden wel door de gasten gemaakt.
Aan de andere kant van het duin --waar ik nog niet ben geweest-- is er weer een strand. Het hele 'duin' is niet breder dan (wéér) zo'n vijftig meter. Ik zit dus op honderdvijftig meter van de èchte zee.
Bij eb valt de hele rivier droog. 'Enkelhoogte' staat het water dan op de diepste plekken van het stroomtje. Bij vloed is het nergens dieper dan 'middenrifhoogte', volgens degenen die het hebben geprobeerd. En er zijn nogal wat probeerders want je kunt er schelpdieren rapen. Bij iedere maaltijd zijn er wel een paar die een ketel schelpdieren klaarmaken. Iedereen proeft er dan van.
Tot zover de eerste betekenis van "Ebb & Flow".
De tweede betekenis zit in het komen en gaan van mensen. Gistermorgen waren we bijna leeg, de vaste gasten die ik zo langzamerhand kon onderscheiden, zeiden het al tegen elkaar. Er waren maar een paar aanmeldingen voor later op de dag, zei Frank, de beheerder. Na het vertrek van Tsay zou ik de kamer moeten delen met Thorkild, een oudere Deen, die er een jaar eerder ook was geweest. Hij had zojuist gebeld en Frank vond dat wel een goede partner voor mij. En toen vielen opeens enkele groepen en 'individuelen' binnen zodat we toch tjokvol zaten. Er waren twee NLse meisjes bij die onafhankelijk van elkaar binnenkwamen, Eva en Tara. Allebei 'op een lange reis' tussen VWO en Universiteit (of wat anders). De ene pas begonnen, de ander op de terugweg. In onze kamer werden de twee resterende bedden ook bezet: een stel uit New Carolina dat vandaag naar de States doorreist.
Ook met de gasten is het "eb en vloed". Dat komen en gaan is zo snel dat ik heel bewust EEM (Effectief Eenzaamheids Management) moet bedrijven. In hoeverre laat ik die eb en vloed toe tot diep in mijn ziel? Ik voel mij opeens weer als de mossel: Als hij zijn schelp potdicht houdt, gaat hij dood. Als hij ze wagenwijd open zet, ook. Het is zoals Ghislaine mij gisteren schreef over mijn ervaringen met de party's in Wellington:
--"Leef je nog? Of word je geleefd? Waar is de verbinding? Als ik je web lees, dan slinger ik van plaats a naar plaats b en van mevrouw x naar meneer y."
Dat was helemaal in de roos. Ze had het goed aangevoeld. Mijn verwoede pogingen, om al schrijvend deze chaos te beheersen, hadden mij nog niet ècht op mijn poten gezet. Ik denk dat ik hier nog een paar dagen blijf.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek Januari 2003