Mijn Dagboek 43

Dit is Dagboek 43. Het loopt van 1 december tot 31 december 2003 en begint met een aantal trivialiteiten --zoals het weer en terloopse opmerkingen over wat ik lees-- die voor de lezer mijn dagelijkse leven beter inkleuren dan diepzinnige beschouwingen. Er is de reis naar Napels om met Ghislaine te verkeren terwijl we Paestum, Pompeji en Napels bezoeken. Er is een virusaanval en een aanval van eenzaamheid. Beide worden met 'beschrijven' gepareerd als laatste middel. Er is 'analytisch commentaar' op de grondwetverandering in China, op het officiëel verschijnen van de gekke-koeienziekte in de VS, en op de twee soorten 'communisme' van de Spaanse Burgeroorlog. Er is een 'genotsrijke analyse' van de Nobeltoespraak van Coetzee.
Index December 2003
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31,

San Sebastián de La Gomera, Maandag 1 December 2003
Vandaag ga ik aan de slag met het uittreksel van het Novemberdagboek en met afmaken van persoonlijke correspondentie die al te lang is blijven liggen door de Novembereizen reizen. En Zondag ga ik weer!! Ik heb zojuist per internet een autootje op Napels-Capodichino besteld.
Het weer is gelukkig weer normaal. De vorige week leek wel of het Januari-Februari was, zo koud. Aan de slag!!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 2 December 2003
Het Novemberdagboek is de deur uit. De eerste reakties zijn binnen.
Aldert schreef:

Over GEKOMEN OM TE GAAN:
Een licht meisje uit Antwerpen, ondervraagd door de politie nadat een haar bezoekende oude heer tijdens de daad gestorven is:
"Awel menier, ik dacht ij zou gaan kómen, maar hij ging gaan gáán!"
Zo is het wel genoeg voor vandaag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 3 December 2003
'Zorgvuldig warm blijven' is het motto. Vanmorgen heb ik in bed onder de warme dekens mijn buikspieroefenigen gedaan. Dat scheelt weer. Met de harde wind die de laatste dagen door het huis giert, wordt het binnenshuis ook kouder. De wind is altijd 17 ºC. Dat kan niet anders, want dat is de zeewatertemperatuur. Maar in huis, bij normale wind --en overdag voldoende zon-- blijft het boven de 23 ºC, ook als de balkondeuren open staan. Bij die temperatuur hoef ik geen extra kleren.
Maar nu de 'winter' vroeg is begonnen, zit ik met mijn dikste sokken, mijn twee zomerbroeken en twee truien over elkaar --en met een warme muts en vingerhandschoenen-- te typen. Als het licht wordt, en de zon doorkomt, ga ik 'minderen'. Misschien kan ik aan het eind van de ochtend in korte broek naar de woensdagmarkt. Zo gaat dat hier. Ik hoop dat ik eindelijk goede wortelen kan vinden, want die van de HyperTrebol, onze supermarkt, en die van de overige handelaren, waren miezerige overweekse slappelingen. De 'kokende mens' maalt er niet om. Ik wèl. Waarvan akte.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 4 December 2003
Mijn 'uitleg' van gisteren wekte de indruk dat het hier nooit onder de 17 ºC zou kunnen komen. Dat is niet waar. Dat geldt voor de wind. Die kan niet kouder zijn.
Het is nu half acht. De zon is nog nèt niet boven de horizon. Het is onbewolkt en . . . absoluut windstil, geen zuchtje. En de buitentemperatuur is, sinds ik vanmorgen om vijf uur opstond, gedaald tot 14,6 ºC!! Dat komt door de uitstraling. Dat zal snel veranderen als de zon doorkomt.
Maar een (harde) wind van 17 ºC voelt veel kouder dan windstilte van 14,6 ºC. Wind blaast door je kleren heen. Trouwens ook door het huis. Ondanks de lagere buitentemperatuur, en de openstaande balkondeuren, is het nu binnen veel warmer. De opgezamelde warmte die vrijkomt van de betonnen struktuur wordt niet meteen weggeblazen.
Ik heb natuurlijk mijn dubbele broek en dubbele trui aan. Maar nu is het binnenshuis 22 ºC. Twee meter van de openstaande balcondeuren!! Gisteren 18 ºC op hetzelfde meetpunt. Hier voor mijn neus, op mijn werktafel, staat het metertje.
Na deze uitweiding over de 'natuurkunde van het eiland' moet ik snel verder met mijn 'To Do'-lijstje. Mijn maanden op La Gomera zijn --normaalgesproken-- de meest 'onbespotene' van het jaar. In Cessenon is het een va-et-vient van gasten en het onderhoud van huis- en tuin die het 24-uursbudget domineren. Op de winterreis is er het voortdurend veranderende decor. Maar hier is er tijd voor een 'project'. Niet dit jaar met de twee Blitzreise naar NL. Het hakt niet alleen in het pure tijdsbudget, maar ook de 'reisvergiften' moeten er hier eerst worden uitgespoeld voor ik weer 'op slag' ben. Op zichzelf zijn de reizen heel genoegelijk. Zeker die van de volgende week naar Napels.
Maar ondanks dat staat voor vandaag de Nieuwjaarsbrief bovenaan. Het wordt --zoals andere jaren-- een èchte, met postzegel en enveloppe voor mijn niet-internetvrienden en -familie.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 5 December 2003
Ik houd het leven maar liever eenvoudig vanmorgen. Ik stond op met minimale energie. Vreemd. Gisteren had ik een energievolle werkdag. Het kón niet op!
Na de avondmaaltijd, waarvoor ik nog veel 'plannen' had, was het opeens afgelopen. Ik probeerde nog wat luierend te lezen, maar per slot ging ik om acht uur naar bed.
Ik sliep goed, sliep zelfs driedubbel uit --zodat het nu al zeven uur is-- maar niks blakende energie zoals gewoonlijk. Vandaar dat ik het leven maar liever eenvoudig houd vanmorgen.
"Gnoti Kairon!". (Ken/benut het moment!) Maw: Doe dingen die bij het moment passen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 6 December 2003, Hettie jarig
Het is druk op deze dag. Er is ook Fiesta van de Grondwet en natuurlijk Sinterklaas.
Gisteren heb ik mij aan mijn eigen regel gehouden en ben de dag "slow motion" begonnen. Niks 'fiks-aan-de-slag'. Gewoon op de divan liggen met het-boek-van-het-moment. Dat is het dikke boek met fragmenten van andermans dagboeken waar ik 28 november over schreef dat je dan "microscopische fragmentjes menselijke geschiedenis" leest. Typisch een boek dat je met weinig energie kunt lezen. Na ieder fragmentje kun je ophouden. Bij ieder fragmentje kun je wegdromen vanuit de speldeprik geschiedenis die net zo compleet is als die waarin je jezelf bevindt.
Zo is er een aantekening van Simone de Beauvoir van 16 februari 1947 als ze op haar solo-reis met Greyhound --en ander openbaar vervoer-- coast-to-coast door Amerika zwerft. Ze baalt kennelijk van iets wat ze niet noemt en beschrijft verveeld haar smetteloos sanatoriumachtige logeerkamertje en haar poging te genieten van de dingen zoals ze zijn. Zij besluit haar aantekening met: "There is nothing more restful on a trip than to imagine you're in prison"
Aha! Dat klikt. Op momenten als ik mij ver weg voel van mijn vrienden en de grote-stadscultuur denk ik vaak: "Ik kan netzogoed in de gevangenis zitten".
--"Maar dan een gevangenis waar ik zelf mijn inkoopjes op de markt in de zon doe, en geen bewakers die me in de weg lopen", voegt mijn andere ikje er meteen aan toe.
Dat zet mij meteen weer in de rails. Net als gisteren met mijn slow motion start. Later op de dag was ik die helemaal vergeten. Gisteravond, met de Carmina Burana van Orff op Radio Clásico lag ik op de divan andermans dagboeken te lezen om de laatste energiedruppels uit te melken. Schrijft Abel J. Herzberg in Bergen-Belsen op 5 maart 1945: "Everything is getting less, forty grams of butter a week instead of sixty. Half a piece of sausage, et cetera. Starving, starving, starving."
Simone en ik schamen ons niet. Vanuit onze speldeprik ziet de wereld er anders uit.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 7 December 2003, Vertrek naar Napels
Het is weer vertrekdag. Alweer! Nu voor een weekje Napels met Ghislaine. Door die twee blitz-bezoeken aan NL is mijn rustige herfstverblijf op mijn winterreis gaan lijken: Daar moet ik voortdurend 'hoppen' naar een ander adres. Het zij zo.
Vanmorgen kreeg ik Eindhovense Sinterklaasfoto's. Grauwe lucht en de warmte binnenshuis.
Hier komt de zon --terwijl ik dit schrijf-- stralend uit de zee. Onbelemmerd door de gebruikelijke horizonwolkjes. Toen ik in Oktober aankwam, zag ik haar achter Tenerife vandaan komen. Tenerife is onze Oosterbuur met de Teide --de hoogste berg van heel Spanje-- als richtpunt. De top van de Teide ligt op 65 (boog)graden. Dus iets Noordelijker dan Oost. Zover komt de zon niet. Wij zitten hier ten Noorden van de Kreeftskeerkring. Nu verschijnt zij op 110 graden. Met Kerstmis zal zij haar zuidelijkste startpunt bereiken.
Maar mooi is zij, zo stralend. Dat wou ik maar zeggen.
terug eerste dagboekregel

Bij Ernstl en Rita, Ergens op Tenerife, Maandag 8 December 2003, 0500 GMT
Eerste vakantiedag Ik sta klaar, maar er is nog tijd. Ernstl is nog aan het koffiezetten. Even tijd om wat te noteren. Gisteren was een lekkere werkdag en ik maakte nog een wandeling. Ik heb naast het inpakken ook mijn adressenbestanden wat verder opgeschoond. Dat was een allegaartje geworden, maar de laatste tijd had ik verschillende nieuwe opties bekeken om adressen handig op mijn computer en op het internet ter beschikking te hebben. Nu moest het er maar eens van komen. De adreslijst voor de Nieuwjaarsbrief was de aanleiding, maar voor de brief zelf had ik niet de juiste de aandacht om af te maken. Er is nog tijd. De enveloppen zijn nog niet klaar.
Tussen Tenerife en Barcelona, 0920 GMT, 1020 MET
Ernstl bracht mij vroeg. In de wachthal heb ik Coetzee weer zitten lezen. De beide onaffe boeken heb ik bij mij. De laatste tijd waren die wat verdrongen door het heel dikke & zware boek met andermans dagboeken waaruit ik al eens heb geciteerd. Van Coetzee heb ik lichte Penguins. Geschikter voor de reis.
Het was niet alleen vanwege dat dikke easy reading-boek dat ik Coetzee zo weinig las. Ik kan het sowieso maar met kleine stukje lezen. Ze hebben allebei een intensiteit --en sommige passages zijn zo confronterend-- dat ik er regelmatig 'afkicktijd' voor nodig had. En ik wil het grondig lezen. Het is tot in de detail --als ik er de tijd voor neem-- een genot. Ik blijf er op terugkomen. Ondanks de confrontaties; ondanks de verleidingen van het easy reading-boek.
Al dat boekenlezen heeft mij wat vervreemd van het krantenlezen. Ik koop El País hoogstens eens per week en van Le Monde zie ik maar zelden meer dan het dagelijkse uittreksel dat ik per e-mail krijg. Maar vanmorgen --bij het instappen-- pakte ik uit gewoonte El País. Ik bladerde er in en herinnerde mij dat ik al die artikelen ijverig op hun doortraptheid doornam. Ik heb dat niet meer. 'Wat is er veranderd?', vroeg ik mij af, 'En is dat blijvend?'. Een vreemde gewaarwording zo'n grondige verandering van gewoonte. Ik wilde 'alleen maar' meer boeken lezen, maar ik ben op een heel andere golflengte gekomen.
Snel bladerde ik El País door. Ik wilde hem al wegleggen toen ik op een pagina kwam met een foto van Coetzee achter een katheter. Kennelijk is hij zelf de Nobelprijs gaan afhalen. Daarover werd eerder gespeculeerd. Ik heb zijn toespraak nog niet gelezen. De Spaanse correspondent vertelt er wel wat van. Ik zal proberen de volledige toespraak te pakken te krijgen, want het lijkt mij boeiend. De Nobelprijs website zal hem wel hebben.
Op het vliegveld van Barcelona, 1145 MET
Ik zit daadwerkelijk te typen op mijn computer. Ik heb een rustig plekje met stopcontact gevonden. Kennelijk voor schoonmakers en stofzuigers. Ik heb de aantekeningen van onderweg al overgetypt. Een serieus I-café is er nog steeds niet. Ook niet op Barajas, het vliegveld van Madrid. Daar staan, net als hier, wel van die muntautomaten, maar die heb ik al vaker geprobeerd. Niet alleen zijn ze duur en langzaam, maar tegen de tijd dat je eindelijk beeld hebt, komt er een bericht "Sorry, Storing". Gelukkig zijn hier stopcontacten.
Pas om 1315 gaat mijn vlucht naar Milaan. Ghislaine is om 1500 in Napels. Ik pas om 1700.
Tussen Barcelona en Milaan, 1410 MET
We vliegen al bijna een uur. Ik zit in een gedeelte met comfortabele brede stoelen waarvan er 2x2 op een rij staan. Kennelijk de vroeger eerste klas. Verder achterin staan smallere met 2+3 op een rij.
We zijn op tijd vertrokken. Goede kans dat het overstappen in Milaan niet in gevaar komt, want de tijd zal er krap zijn. In Tenerife konden ze mij geen instapkaart voor Milaan geven, wel voor Barcelona, zodat ik daar naar de transitbalie moet.
Ik kijk er naar uit om Ghislaine weer te zien. Het duurt zo lang. Zij is al bijna in Napels.
Intussen millimeter ik mij door Life & Times of Michael K.. Ik kan het niet worstelen noemen. Dat reserveer ik voor een ander gevoel, waar tegenzin en plicht in het spel zijn. Nu is het meer het contrast tussen mijn nieuwsgierigheid naar de afloop en de noodzaak om het voetje-voor-voetje te proeven tot in mijn uiterste vezels. Ook als het niet 'leuk' is. Als het botst met mijn gevoelige plekken er niet overheen lezen. Bewust waarnemen waar het om gaat als de protagonist in alle eenzaamheid voor zijn eigen weg kiest en de angsten doorstaat van door anderen ingepakt te worden. Of als hij de betrekkelijke veiligheid van conformeren aan het systeem verbreekt om zich met al zijn kwetsbaarheid weer alleen op weg begeeft. Liever dan afsluiten en er overheen lezen, neem ik een pauze om het te verwerken. Welke boeken heb ik eerder zo gelezen? Die vraag komt opeens op. Ik zal die in de gaten houden. Ze lijkt mij belangrijk.
Milaan, Linate, 1540 MET Het is vertrektijd. We zitten klaar, maar de machine beweegt nog niet. Het was even spannend op ik het zou halen. Er waren "complicaties". Ik had geen instapkaart gekregen in Tenerife, en hier was de Transit balie onbezet. Toen moest ik buitenom; buiten de beveiligde zône. Het leek een peuleschilletje. Ik had redelijk de tijd want we waren op tijd geland. Nou, dat heb ik geweten.
De rij bij het inchecken viel nog mee, voor de veiligheidsinspectie stond een onafzienbare zaal vol met wachtenden die daar met rode linten zig-zag doorheen werden geleid. Ik kreeg het benauwd, want mijn buurman zei schouderophalend dat ze veiligheidmensen wel weer zouden staken. Iedereen was trouwens verbazingwekkend ontspannen. Kennelijk had men deze vertraging ingecalculeerd. Na een kwartier wachten --met bescheiden voorkruipbewegingen-- was het einde nog niet in zicht. Ergens om de hoek moest het zijn. Toen werd ik opeens van achteren weggeduwd door een vrouw die met haar biljet zwaaide en gejaagd en indringend Prego! Prego! riep. En in rap Italiaans zoiets dat ze haar vliegtuig moest halen. Ik bedacht mij geen seconde --meer tijd was er ook niet-- en stapte in haar kielzog. Ik heb niet eens gekeken om er anderen mijn voorbeeld volgden. Het lukte. Inderdaad was er een soort staking. Van de hele batterij sluizen werkten er maar twee. We kwamen bij een functionaris die naar onze biljetten keek en ons met een hoofdknik verwees naar een aparte rij waar de inspecteurs wel werkten. Kennelijk werden wij toegelaten tot de 'urgente' gevallen. Dat was mijn redding. Ik stapte als een van de laatsten in. Maar nu zitten we al een tijdje te wachten. Het is 1555. Er komt beweging in.
terug eerste dagboekregel

S.Agata Sui Due Golfi, Dinsdag 9 December 2003, tweede vakantiedag
('t Heilig Aagje op de Twee Baaien, want vanaf dit plekje op het schiereiland tussen de Baai van Napels en die van Salerno kun je ze allebei zien.)
We zijn hier gisteravond na lang zoeken moe en hongerig geland. Ik trof Ghislaine in Napels. Ze had de wachttijd van twee uur willen vullen met een gezellige maaltijd, maar de 'restauratie' op het vliegveld staakte. Snel regelden we de bestelde auto van Europcar en toen op weg. Het was donker en Italië --zeker niet het zuiden-- munt niet uit door heldere bewegwijzering. Het duurde dan ook twee uur, vier verdwalingen, twee keer stoppen om de weg te vragen en twee keer bellen naar de eigenaar die ons opwachtte. Het druilde af en toe en de buitentemperatuur die in Napels begon met 6 ºC was in de bergen gedaald tot 3,5 ºC. Op de lange slingerende bergwegen raakten we de orientatie kwijt, want de twee slappe aftreksels van 'wegenkaart' die Europcar had meegegeven waren onvoldoende. Het is een streek tjokvol toerisme en op de knooppunten wijst een bos van pijlen naar hotels en restaurants. "Echte" richtingborden zijn onzichtbaar. Moe, geirriteerd en hongerig kwamen we aan. De eigenaar was allervriendelijkst en wees ons een uitstekend restaurant. Het leed was snel geleden. Toen we thuiskwamen was het huis ook een beetje doorgewarmd want de eigenaar had de verwarming onmiddellijk na aankomst aangezet. (Mr Tizzano, Via Croce 8, 80083 S.Agata Sui Due Golfi, 0039 081 8080640)
Nog steeds Dinsdag. Laat in de middag
Ik heb vanmorgen toen het licht werd meteen een lange wandeling gemaakt. Ik heb de uitvalswegen van het dorp bekeken. Ik heb dan een soort postduivengevoel. Op een nieuwe plek moet ik meteen mijn orientatie opbouwen. Ghislaine sliep lang uit. Het was en bleef bewolkt en druilerig maar er was toch enig zicht. Ik zag op een plek de Golf van Napels en op een andere plek de Golf van Salerno. Er moet nog een plek zijn waar je ze allebei kunt zien. Per slot zitten wij op het schiereilandje tussen beide 'Golven' of 'Baaien'.
Later heb ik samen met Ghislaine het dorp doorkruist en wat boodschapjes gedaan. Een 'echte' wegenkaart was niet te koop. Verder zijn we gezellig thuis gebleven. Ik heb de literatuur gelezen die Ghislaine op de Europalia-tentoonstelling over Pompeji in Brussel had gekocht. We zijn klaar voor een ontdekkingsreis morgen. Weer of geen weer.
Nog steeds Dinsdag. Bedtijd
We hebben vanavond weer in dat uitstekende restaurant van gisteren gegeten. Daar zat aan het tafeltje naast ons een NLs sprekende Belgische vrouw die onze taal herkende. De vriendschap was snel gesloten; niet alleen Belgisch zoals Ghislaine, ze heette ook Ghislaine. Ze woont, getrouwd met een Italiaan al 32 jaar in de streek en werkt als free-lance gids zodat wij met detail-advies naar huis gingen voor de dag van morgen. Haar man spreekt goed Frans zodat wij de conversatie gevieren konden voeren. Wat een toeval!!
Morgen gaan we per auto naar Paestum. Pompeji en Herculaneum kun je beter per trein doen, raadde Ghislaine II ons aan. En nu naar bed!!
("ghislainevliebergh apestaart hotmail punt com" tel/fax 081 5333067 gsm 3398134516)
terug eerste dagboekregel

S.Agata Sui Due Golfi, Woensdag 10 December 2003, derde vakantiedag
0800 Slecht geslapen. Ghislaine ook. Ik heb mij niet aan de afspraak gehouden haar om half acht te wekken. Ik was óók laat. Ik ga nu eerst een broodje voor haar kopen. Dan vertrekken we maar wat later. Het is vakantie!!!
Woensdagavond Terug van Paestum. Indrukwekkend die Griekse tempels van vijf eeuwen vóór C die eeuwen later door de Romeinen voor hun eredienst werden gebruikt nadat de Latijnse gemeenschap in deze Griekse nederzetting de oorspronkelijke bevolking had verdrongen en alles aan hun eigen cultuur had "aangepast". (NB! Dit is een andere vorm van Romeins imperialisme). Dat bracht Ghislaine tot een 'scenario' voor onze cultuur toen we op de Romeinse afdeling van het museum liepen: "Als de Islam onze Christelijke cultuur met al zijn wortels na de machtsovername grondig heeft vernietigd, zullen ze over 400 jaar later ook wel toe zijn aan de wederopbouw van dit museum".
Toen we vanmorgen langs de Amalfi-kust reden op weg naar Paestum, langs de plekken waar Wagner in de 19e eeuw Parcival schreef, en waar Goethe en anderen al in de 18e eeuw reisden als een 'must' op hun 'Grand Tour', maakte ik de opmerking dat alle mooie toeristische streken eindigen als een betonblok dat de oorspronkelijke reden van het toerisme vernietigt. Zij zei toen: "Wees blij dat het in de 19e is volgebouwd en dat er geen plaats is voor Benidorm woontorens". 'Goeie tekst', riep ik, want ik keek inderdaad met enig genoegen naar de tekens en resten van dat 19e eeuwse toerisme. (Voor dat van de 18e eeuw moet je wat meer zóeken.) Romantische geveltjes die bedoeld zijn om zich eenzaam tegen een beboste berghelling af te tekenen, onder andere. Er zit inderdaad een dubbel motief in het bezoeken van de Amalfi kust. De oorspronkelijke schoonheid --waarvoor de Romeinse heersers er al in de eerste eeuw hun villa's neerzetten-- en het bekijken van wat generaties van 'toeristen' er later van hebben gemaakt.
terug eerste dagboekregel

S.Agata Sui Due Golfi, Donderdag 11 December 2003, vierde vakantiedag
0700 Ik heb mijn aantekeningen van de laatste dagen getypt. Misschien vind ik een I-café om mijn dagboek tussentijds op te laden. Dadelijk ga ik naar het dorp om te kijken wanneer de bussen naar Sorrento vertrekken en hoe laat we daar de trein naar Pompeji kunnen nemen. Ghislaine is nog bezig in de badkamer. Na het ontbijt kunnen we vertrekken.
Donderdagavond. Terug van Pompeji en Herculaneum. Om negen uur met de bus vertrokken. Om half elf in Pompeji. Daar rondgedard door het 66HA grote terrein waarvan 45HA opgegraven. Bijna een halve vierkante kilometer. Tjokvol gebouwd. Menige stad heeft geen centrum van dat formaat.
We dwaalden door de verlaten stad. Letterlijk, want in plaats van 5 à 6 duizend bezoekers per dag, zo klaagde een gids, haalden ze deze week de vijfhonderd niet. In het gedeelte waar wij dwaalden, zagen we lange tijd helemaal niemand Straat na straat beleefden we de compleetheid van die stad vóór de vernietiging. Van mijn bezoek in 1950 had ik de herinnering dat het maar om een paar straten ging.
Om half een waren we doodmoe. Toch gingen we na een korte rust verder naar Herculaneum. We hebben dat niet meer diepgaand bekeken. Met een half besluit om de rest van de vakantie te besteden aan de ramp en de Grieks-Romeinse voorgeschiedenis, gingen we naar huis.
--"Eerst morgen een rustdag", was deel van datzelfde besluit. Maar de tijd is kort. We willen ook nog naar Napels. Daar begon het --per slot-- mee. Vanavond gaan we eten met Ghislaine II, de professionele gids. Misschien dan dat ons wat 'betere' ideeën geeft voor de resterende tijd.
terug eerste dagboekregel

S.Agata Sui Due Golfi, Vrijdag 12 December 2003, vijfde vakantiedag
0600 Vandaag wordt een rustdag. Natuurlijk zijn er programmapunten, zoals een vage afspraak om een lokale kleinschalige kaasmaker te bezoeken om eindelijk eens precies te zien wat bij wat hoort in het regionale kaasbedrijf. Wat is Mozzarella van Buffelmelk? Bijvoorbeeld. Ik zie in de wei geen buffels. Bijvoorbeeld.
Deze streek heeft twee kazen die op Europees niveau (DOP, Dénomination d'Origine Protegée) erkend zijn. Het is de treccia, die voor mij het meest op een zeer jonge mozzarella lijkt, en de caciocavallo. Dat laatste is --officiëel-- een 'peervormige kaas die een beetje is gerijpt', maar totnutoe heb ik er alleen maar (onderling) verschillende verhalen over gehoord. Vandaar dat de flateigenaar ons een dezer dagen een bevriende kaasmakerij zal laten zien 'die de allerbeste mozzarella van de wereld' maakt. Maar dat wat wij van hem kado kregen was weliswaar lekker, maar ik herkende het niet als 'mozzarella'.
Ik denk niet dat de excursie de spraakverwarring zal opheffen, maar een aardig uitstapje zou het wel kunnen worden.
Gisteravond heeft Ghislaine II laten weten dat ze niet naar de afspraak kon komen zodat wij terugvielen op de eerder gemaakte afspraak met 'onze' restaurateur om voor ons een complete maaltijd te 'creëren' naar Italiaanse stijl rondom onze vraag "vis en groente". Verder had hij de vrije hand. Het was een succes, antipasta, pasta, hoofdschotel en dulce zagen er prachtig uit en pasten --ook qua smaak-- heel goed bij elkaar. De wijn was bijzonder. Ook de hoeveelheden had hij goed gekozen. Hij had kennelijk goed naar onze smaak en gewoonte gekeken.
Ghislaine heeft slecht geslapen en slaapt nu nog uit. Dat (uitslapen!) is een goed begin van een rustdag.
Vrijdagavond. Het heeft de hele dag geregend. Dat kwam mooi uit want we wilden sowieso een rustdag. Gisteren, bevangen door de kou, gebrek aan zon en vermoeid van de vele indrukken, kwam ik thuis als een zombie. 'Het onderwerp' hield mij nog een tijd overeind, maar toen was het gebeurd. Het is vandaag nog niet echt bijgetrokken, maar gelukkig kwam er geen belasting meer bij. 'Wat doe ik hier in deze noordelijke streken?', vroeg ik mij af, 'Ik wéét dat ze mij ziek maken? Gewoon de 'durf-al' uithangen. Gewoon de 'kick' van het risico uitdagen'.
--'Meer is het niet', besloot ik mijn zelfonderzoek.
Vanmiddag hebben we --tussen de buien door-- wat gesjopt en voor de verandering bij een ander restaurant dan het 'onze' geluncht. 'Niet slecht', maar we houden het verder maar bij wat Mr Tizzano ons de eerste avond aanraadde, Ristorante Lo Stuzzichino. En natuurlijk hebben we de folders en reisgidsen over Napels bestudeerd. Typisch voor een regendag.
Later op de middag gingen we op de beloofde excursie naar de kaasmakerij waarvandaan ook de treccia kwam die Mr Tizzano ons een paar dagen geleden kado gaf.
Het was een alleraardigst klein familiebedrijf van man, vrouw en dochter met glimmend roestvrij-stalen machinepark. Ze maken gemiddeld 130kg kaas per dag. We weten nu ook dat je 400 liter melk nodig hebt voor 50-60kg stremsel. Die melk kopen ze --op contract-- van veehouders in de omgeving. Hier volgt even voor de documentatie de volledige naam. Voor het geval dat je in de buurt komt. Je kunt zo binnenlopen, want ze verkopen ook en detail:
Caseificio CACACE in Massa Lubrense, dat is de gemeente die de hele zuidpunt van het schiereiland omvat en waartoe ook S'Agata behoort. (Via L. Bozzaotra, 16 Tel/Fax 081 808 1132).
En nu het kaasprobleem: TRECCIA is niet zomaar Mozzarella. Het is een lokale specialiteit waarbij zeer jonge Mozzarella in een vlies van meer gerijpte wordt gewikkeld. De jonge is een beetje 'korrelig' en de rijpere is elastisch en 'kazig'. Het wordt in pakketjes van 200-300 gram gemaakt, maar voor restaurants maken ze ook wel pakketjes van minder dan 100 gram. Het geheel wordt met een sierlijke knoop afgerond. Die knoop is tevens een soort handtekening van de maker.
De andere kaas die ze maken heet CACIOCAVALLO. Daarbij wordt uitgegaan van hetzelfde stremsel maar het meer gerijpte --dus taaiere-- vlies ontstaat door de bollen aan de lucht bloot te stellen. Geleidelijk aan --na een paar dagen-- wordt die huid zo sterk dat je er een 'hals' aan kunt knijpen, en om die 'hals' een koord kunt slaan. Hier worden de bollen in tweeën getrokken waardoor de beide helften een 'punt' of 'hals' krijgen. Het koord verbindt dan beide helften. Zo'n 'paar' hangen ze over een balk voor verdere rijping. Deze 'buidels' lopen van zo'n 150 gram tot grotere van 500 gram. Ze worden in alle stadia van rijpheid gegeten en soms maandenlang bewaard. Ze worden ook wel gerookt. Dan heten ze PROVOLETTA AFFUMICATA.
En natuurlijk maakt Caseificio CACACE ook Burro (boter), die op een plezierige manier naar kaasmelk smaakt, en RICOTTA FRESCA, de brokkelig-klonterige verse kaas die bij ons cottage cheese heet. (Maar ja, de smaak, dat is wat anders).
terug eerste dagboekregel

S.Agata Sui Due Golfi, Zaterdag 13 December 2003, zesde vakantiedag
Vandaag gaan we naar Napels. Het is er toch van gekomen, al was Pompeji --and all that-- heel verleidelijk en smeekte om een groter deel van het tijdsbudget. We gaan niet per trein, de Circumvesuviana, de buurspoorweg die al die antieke plekken heel toegankelijk maakt maar voor de bevolking de forensentrein is. We waren gisteravond, na de kaasexcursie, bij de flateigenaar op bezoek en hij stelde voor met de Hydrofoil de baai over te steken. Dat is veel sneller en wordt ook veel door forensen gebruikt. Mr Tizzano zou ons bovendien naar de haven brengen want die ligt niet zo handig voor de busverbinding. En daarom gaan we nu met de boot van 0945.
Zaterdagavond. We hadden prachtweer in Napels. De hele dag zon met een enkel wolkje. We hebben één grote stadswandeling gemaakt waarbij we 'alles' zouden zien. Op aanwijzingen van Mr Tizzano hadden we de route uitgestippeld. Van de haven eerst naar de Duomo. Daar moest ik in 1950 ook geweest zijn, maar mijn herinneringsdetails herkende ik niet. Thuis moet ik nog maar eens naar de overgebleven foto's van die tijd kijken. Weelderig tot aan het overdadige. We hebben ook een tijd doorgebracht om de fundamenten van de generaties kerken/gebouwen te bekijken die nu zijn blootgelegd. Dat was minstens zo boeiend.
Vandaar togen we op advies naar 'het belangrijkste' in dit seizoen waar het hele jaar huisvlijt in gestoken wordt. Het is de straat naast de San Gregorio Armeno, tamelijk dicht bij de Duomo. Die staat in deze tijd van het jaar tjokvol met handelaren in presepe --kerstkribben-- en miniatuuronderdelen om er zelf een te maken. De traditionele Napolitaanse kerstgroep bestaat namelijk uit 'alle' huis- en straatscenes en beroepen die je je kunt voorstellen. Afgezien van de Drie Koningen is er niets 'Oosters'. Alles is hedendaags Napolitaans. Naast complete 'kerststallen' die zo uit de natuur zijn gegrepen zijn er talloze kleine onderdelen te koop vanaf tafeltjes waaraan een paar mensen zitten te eten of domino te spelen, tot miniatuur handwagens met handelswaar om de straat aan te kleden. Ik heb er prachtige foto's van gemaakt. Die komen binnenkort op Fototime.Com.
De volgende halte was het Archeologisch Museum om de schatten uit Pompeji te zien. Dat was een mooie aanvulling op het bezoek. De mooiste stukken zijn bij de oudere opgravingen --gewoon om hun fraaiheid-- helemaal uit hun historische kontekst gerukt en in de antiquariaat terechtgekomen. Zo ging dat. Een tegenvaller was dat een groot gedeelte van de collectie naar Brussel was uitgeleend. Ghislaine had die daar kortgeleden gezien. Dat miste ik.
Tenslotte naar het laatste 'object': Castel Sant'Elmo boven op een berg. Dat hebben we met de funiculaire gedaan. Het ging om het uitzicht. We hebben daar een paar prachtige foto's van de stad en van de Vesuvius genomen. Er was ook een tentoonstelling van Gauguin; over zijn minder bekende Bretonse periode. Hij verbleef toen enkele malen in de schilderskolonie Port-Aven. Maar er was weinig van Gauguin zelf. Het ging vooral over de hele 'kolonie', maar dat werd matig gebracht zodat we de indruk overhielden dat Gauguin 'alleen maar' gebruikt werd als trekpaard om de prijzen van de schilderijen van de minder- of onbekende leden van de bent wat op te krikken.
Op dezelfde heuveltop ligt ook het Nationaal Museum. Dat is een dagreis waard, maar we hadden het op de lijst staan wegens zijn belangrijke presepe-collectie. Met de 'seizoenskans' die San Gregorio Armeno ons had geboden, lieten we dat schieten.
En toen naar de boot. Intussen hadden we dure winkelwijken als ook volkswijken doorkruist, napolitaanse koffie gedronken en de sfeer van de stad geproefd. Dat was óók de bedoeling.
"Vedi Napoli e poi muori". Die voorwaarde is vervuld. Het zij zo.
Ik ben zojuist nog even bij Mr Tizzano aangewipt. Dat had hij gevraagd. Hij is zo trots op Napels en de streek --en terecht-- dat hij telkens vol belangstelling naar onze bevindingen vraagt. Ik heb hem daarom even op de hoogte gehouden.
terug eerste dagboekregel

S.Agata Sui Due Golfi, Zondag 14 December 2003, zevende en laatste vakantiedag
1100 Het lijkt weer een zonnige dag worden. Ik heb al met Ghislaine een wandeling rondom het dorp gemaakt naar de mooiste uitzichtplek. Die was gesloten. Het is op de top van een heuvel. Daar staat een heel oud klooster dat nu in gebruik is als archeologisch bureau. Vandaar --hoewel niet zo erg logisch-- dat in het weekend het hele park gesloten is. Maar er zijn genoeg andere uitzichten want dit dorp ligt op de bergrug die vorm geeft aan het schiereiland. Vanmiddag zal Mr Tizzano ons nog een speciale tocht aanbieden.
1800 We zijn terug van de tocht met Mr Tizzano. Inderdaad heel speciaal. Zijn eigen jeugdherinneringen waren het. Helemaal naar de zuidpunt, en daarna langs wat smalle paadjes te voet naar plekken met de allermooiste uitzichten. En intussen vertelde hij van de dorpen die hij sinds zijn jeugd kende. Hij is precies een jaar jonger dan ik, dus 73. We kwamen eerst op een klein strandje waar je met de auto bij kon komen. Er staan intussen vier of vijf restaurants, waaronder een van de beste vijftig van Italië. Hij wees de twee oude huizen aan die er in zijn jeugd stonden. Vandaar liep een voetpad naar een oude verwaarloosde Saracenentoren. Een eind verderop kregen we een nog kleiner strandje in het zicht waar alleen ons voetpad en een bootje overzee naartoe leidde. We daalden niet helemaal af, maar we kregen zijn verhaal te horen hoe hij daar als baby en kleuter al kwam, want het huis wat daar beneden lag, behoorde aan een tante. Van de eilandjes ertegenover wist hij ook alles. Een ervan was bewoond. Lange tijd door Nurgiev, de beroemde balletdanser. Vier huizen totaal liggen op dat eilandje. Hij kende het van vroeger. Een openbare boot gaat er natuurlijk niet heen. De oprukkende bebouwing, die hij zijn hele leven had gezien, was inmiddels gestopt want de hele zuidelijke punt van het schiereiland was natuurbeschermingsgebied geworden. Laten we hopen dat het lukt.
terug eerste dagboekregel

S.Agata Sui Due Golfi, Maandag 15 December 2003, vertrekdag
0630 Mijn koffer staat klaar. Ik had gisteravond geen puf meer. Ghislaine heeft het hare gisteravond nog ingepakt en nu slaapt ze nog. Om 0800 willen we rijden, dan hebben we wat reserve als er opstoppingen zijn.
Gisteravond zijn we voor de laatste keer naar 'ons' restaurant geweest. Lo Stuzzichino betekent zoveel als 'lekkerbek' of 'delicatesse'. Er is ook een werkwoord stuzzichinare dat wel 'lekkere dingetjes snoepen' zal betekenen. Althans volgens de uitleg die Mr Tizzano en de eigenaar ons wisten duidelijk te maken. Ze hebben ook een website: www.ristorantelostuzzichino.it. (Via Deserto 1/A 081 5330010) We staan op de foto met de vader --dat is de kok-- en de zoon die --met zijn vrouw-- de zwarte brigade vormt. We moeten die foto's natuurlijk opsturen. Voor de website, als ze geslaagd zijn.
Madrid, Barajas, Maandagavond 2100 MET
--"Hoe kom je nou in Madrid?? Je zou toch via Barcelona naar Tenerife reizen??"
Inderdaad, maar de vlucht van Milaan naar Barcelona werd op het allerlaatste moment geannuleerd om 'technische redenen'. We waren met een man of twintig. Het vliegtuig was sowieso niet erg vol geweest. 'Iedereen' werd naar Madrid geloodsd met een vliegtuig dat een half uur later vertrok. En dan met de 'shuttle' terug naar Barcelona. Maar ik zou vandaag niet meer in Tenerife kunnen komen. Vanaf Madrid wel. Maarrrr . . . ipv vanavond 2300 GMT op Tenerife te landen vertrek ik hier 2359 MET (wat hetzelfde tijdstip is). Het is drie uur vliegen. Tel uit je winst!! Ik ben er om 0200 GMT. Ernstl komt mij afhalen. Het lukt hem niet mij om 0200 op te halen. Ik heb 0600 afgesproken. Ik blijf dan toch bij hem slapen en neem de boot naar La Gomera later op de middag. Ik zou sowieso uitslapen en zijn paradijsje eens bij daglicht bekijken.
De tocht met de huurauto verliep voorspoedig. We hebben op de heenweg, Maandagavond, helemaal niet zo erg gedwaald als we dachten. We deden er twee uur over, maar nu bijna anderhalf. Het zal de donkerte, de vermoeidheid en de onbekendheid zijn geweest. Tot aan de autoweg, over de bergwegen die wat aan La Gomera deden denken, duurde vanmorgen precies een uur. We vonden Europcar gemakkelijk, en ruim op tijd stonden we in te checken.
De verrassing was dat de vlucht van Ghislaine naar Milaan --twee uur later dan de mijne-- was geannuleerd. Omdat ze zo vroeg was, kon ze met mijn vlucht mee. Dat stelde ons afscheid uit. In Milaan hebben we samen geluncht. Dat was maar goed ook, want in Napels, waar de restauratie nog steeds staakte, konden we nieteens een gezellig kopje koffie drinken om ons afscheid te vieren.
Vlak voor mijn vertrek uit Milaan kwam het bericht dat de vlucht van Ghislaine naar Brussel anderhalf uur was vertraagd. Ze zou inmiddels in Brussel kunnen zijn, maar ik krijg haar niet aan de foon. Ik ben nieuwsgierig naar haar verdere wederwaardigheden, en wil de mijne kwijt. Zo voelt dat.
Intussen zit ik hier op Barajas deze tekst meteen op het computertje te schrijven. Ik heb in de Pizzeria een stopkontakt gevonden en intussen heb ik een salade en een biertje verorberd. Ik moet nog bijna twee uur!! El País, met name over Saddam Hussein, heb ik al eerder uitgespeld. Gisteravond, bij een afscheidsbezoekje, had Mr Tizzano het al verteld, samen met het smartelijke --smadelijke-- verlies van Milaan, "de club van Berlusconi", tegen Argentinië in Yokahama. Mr Tizzano wist het nog zo voor te stellen dat ze 'eigenlijk' gewonnen hadden, maar de Süddeutsche die we in Napels kochten was er duidelijk over. Het winnen was haast een 'staatsopdracht' geworden.
--"Berlusconi heeft verloren", concludeerde de Süddeutsche.
In een voortreffelijke analyse van de Eurotop, maakte de Süddeutsche duidelijk dat Berlusconi hier óók de verliezer was geweest. In aansluiting bij een interview waarin hij vertelt hoe hij een bedrijf van 45.000 man heeft opgebouwd met zijn 'methode' om met mensen om te gaan, maakt de Süddeutsche duidelijk dat hij in dat bedrijf steeds de topbaas was geweest die ondergeschikten met de 'carrot and the stick'-methode had behandeld. In een multilaterale omgeving als de Eurotop had hij daarmee alleen maar verwarring gesticht. Dat sloot aan bij de klachten van diplomaten en waarnemers over de richtingloosheid.
--"Opperbaas zijn die alles in handen heeft, is heel iets anders dan multilateraal overleg", besloot de Süddeutsche.
2230 MET Ghislaine belt zojuist op dat ze zonder verdere vertragingen in Brussel is aangekomen, bij haar zus heeft gegeten, en nu op weg gaat naar Eindhoven.
terug eerste dagboekregel

Tenerife, Reina Sofia, Dinsdag 16 December 2003, 0430 GMT, extra reisdag
De thuiskomdag is begonnen, maar ik ben er nog lang niet.
Ik ben hier vanaf 0215. Ik heb zitten lezen. De eerste busladingen met reizigers voor de vroege vliegtuigen --allemaal naar Engeland-- beginnen binnen de komen. Allemaal middelbare echtparen waarvan de man met twee koffers sjouwt en de vrouw er met handtasje of beauty case achteraan huppelt of strompelt: Allowing for exceptions. Wat kietelt mij in dat beeld? Ik denk dat ik dat niet verwachte van die generatie --vlak na de mijne-- die geboortegolf-generatie, die 'emancipatie' and all that in het vaandel had geschreven.
Ik dacht een stopcontact te hebben gevonden, maar er passen kennelijk alleen de stofzuigers en schrob- en boenmachines op. Dus schrijf ik weer met de hand.
In het vliegtuig heb ik laveloos geslapen, kennelijk van de pilsjes in Madrid. Toen ben ik begonnen aan een heel aardig boekje over Napels dat nèt buiten de gebruikelijke reisgidsen valt. Het heet "Le goût de Naples". Ghislaine had het meegebracht van de Pompeji-tentoonstelling in Brussel, samen met een dikke catalogus met wetenschappelijke artikelen. Van die dikke catalogus herinner ik mij het uitgebreide artikel van de invloed van de ramp van Pompeji op de 19e eeuwse literatuur en hoezeer dat 19e eeuwse 'Pompeji' model staat voor de rampenfilms, tot aan de meest recente. Geen verbaal-logisch woordenbetoog, maar een rijk geïllustreerd beeldenbetoog.
Het andere wat mij imponeerde was de complete (nieuwe) NLse vertaling van de twee brieven van Plinius de Jonge die hij op verzoek van Tacitus had geschreven. In de ene vertelt hij van de dood van zijn oom, Plinius de Oude, die vanuit zijn wetenschappelijke interesse de dood riskeerde (en vond) en in de andere van zijn eigen wederwaardigheden als assistent van zijn oom en zijn --geslaagde-- vlucht met zijn moeder uit de gevarenzône. Aangrijpend wegens het authentieke van zijn rapporteringen.
Het kleine boekje bewaarde ik voor onderweg. Het is een bloemlezing van wel veertig tekstfragmenten over Napels verzameld door Pascale Lismonde die jarenlang op Radio France-Culture uitzendingen over de Italiaanse Cultuur verzorgde. Het is 'meta-toeristische' literatuur. Maar toch is het een beetje vakantie literatuur wegens de korte --hapklare-- kwaliteitsfragmentjes van 2 of 3 bladzijden van moderne schrijvers, oudere schrijvers, en héél oude zoals Emile Zola, Jean-Paul Sartre, Stendhal of Alexandre Dumas die allemaal de smaak van Napels te pakken hadden. Per fragment is er een korte inleiding om de kontekst aan te voelen. Er zijn complete bronvermeldingen. Het is uitgegeven door Mercure de France (ISBN 2-7152-2392-7) in een serie die ook al Lissabon, Venetië, Barcelona, Brussel, Palermo en Sevilla heeft opgeleverd. Ik noteer het hier als 'aanrader' voor geval dat je een 'culturele stadsvakantie' op het oog hebt. Ik ga zeker op zoek naar 'Barcelona'. Het zal mij verrijken. Ik kom er nog al eens. 'Op doorreis'.
Er is ook een fragment van De Sade bij als hij in 1776 --een jaar na Goethe-- een bezoek brengt aan het hof van de Bourbons. Zijn oordeel is vernietigend: " . . . ze apen de franse mode en de moral na, maar het ontbreekt hun aan de meest elementaire smaak".
Stendhal, in 1817, als de Bourbons weer aan de macht zijn naar de mislukte revolutie van 1799 die Napels beroofde van zijn intellectuelen, komt tot een dergelijke conclusie.
Het boekje lezen vanmorgen in de nachtelijke stilte van dit vliegveld was een soort stuzzichinare, allemaal lekkere hapjes pikken.
Abades, de plek van Ernstl en Rita, 1100 GMT
Om zes uur haalde Ernstl mij af. Hij had een paar Engelsen weggebracht. Ik was aan slapen toe, maar de hele nacht was ik helder, fris en lekker bezig geweest met lezen en schrijven. Ik teerde kennelijk op het laveloze slapen tussen Madrid en Tenerife. Tot een uur of negen heb ik geslapen. Nu ben ik weer klaar wakker en fris. Vanavond ga ik wel vroeg naar bed om 'de rest' in te halen. Ik ga met de boot van twee uur. Alle tijd om nog wat foto's te nemen van dit paradijsje.
Ik weet nu ook precies waar ik ben. Het is aan de westzijde van de autoweg naar Santa Cruz tegenover het uitsteekseltje dat Punta de Los Abades heet. Het vliegveld Reina Sofia ligt halfweg tussen hier en Los Cristianos. Het is een conclave midden in oude bananenplantages, waar nu, voorzover niet verlaten, ook tomaten voor Noord-Europa worden gekweekt. De kern wordt gevormd door een niet meer gebruikt waterreservoir dat in zacht lava-steen was uitgehouwen. Ernstl bouwt geleidelijk aan een soort rotswoningen in die wand wat het geheel de sfeer van een geheime nederzetting geeft. Zeker ook door de hobbelige weg zonder enige verkeersbord en zonder enige verlichting. Vandaar mijn verlangen dat eens bij daglicht te zien. Het is inderdaad geschikt voor een economy-vakantie van een paar dagen om van hier af met een huurautootje Tenerife te verkennen. Ernstl zei dat hij ook een website had. [www.top-holidays.net] Ik heb dat nog niet bekeken. En een e-mail adres [ruhe-pur apestaart gmx punt net]. Foon 922 691 335 GSM 646 245 249.
San Sebastián de La Gomera, Eindelijk thuis!!
Om 1530 stapte ik het huis binnen. Ik had geen taxi genomen zodat ik mijn spieren weer eens lekker kon gebruiken bij het begroeten van 'de vierhonderd treetjes' en met forse ademhaling de vieze vliegveldluchtjes uit mijn lijf kon spoelen.
Het is inmiddels bijna zes uur, en veel meer dan een lekkere siesta --en een eerste blik op de e-mail-- heb ik nog niet gepresteerd. Het dagboek heb vanmorgen bij Ernstl en Rita afgemaakt vóór ik om 1355 op de boot stapte. Dat loop ik nog even na dan ga ik het opladen. Ik ga vroeg naar bed om de achterstand van de laatste nacht in te halen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 17 December 2003
Bij de niet-Napels/Pompeji literatuur die Ghislaine mee naar ons vakantieadres sleepte, waren ook haar achterstallige NLse krantenknipsels die ze (nog) eens goed wilde lezen. Daarbij trof ik in de Wetenschapsbijlage van de NRC van 7 December iets over wat ik wel het 'thema van het jaar' zou kunnen noemen, want een jaar geleden plaatste ik EEM (Effectief EenzaamheidsManagement) argeloos op de agenda. De echo daarvan bleef duren in dit dagboek en in mijn particuliere correspondentie.
Het is een 'wetenschappelijke' bijdrage. Bij 'wetenschappelijk' gaan bij mij rode lichtjes van argwaan knipperen. Misschien omdat ik zelf in het wetenschappelijke bedrijf heb gezeten. Met alle respect voor het verhelderende van de 'wetenschappelijke reductie', kijk ik allereerst naar wat 'eruit is gereduceerd': Wat zeggen ze niet? (om het eenvoudig te houden).
Het bleek te gaan over het afscheid van Jenny Gierveld die haar leven wijdde aan sociaal onderzoek rondom eenzaamheid en relaties. Zij is internationaal bekend als de ontwerpster van een eenzaamheidsschaal waarmee in elf vragen 'de eenzaamheid' wordt gemeten. Heel eenvoudig dus.
Met die schaal zijn in het verleden bekende conversational topics die politieke invloed hebben gehad, ontmaskerd. In de zestiger jaren, bijvoorbeeld, was er een argument tegen hoogbouw omdat de mensen zich daar eenzamer zouden voelen. "Nietes", zei Gierveld op goede gronden.
Meer recent is er een argument omtrent buurten die meer of minder eenzaamheid veroorzaken. "Nietes", want het blijkt dat de netwerken die mensen hebben om zich niet of minder eenzaam te voelen niet buurtgebonden zijn.
Interessanter dan dit soort metingen zijn de definities en de anecdotes die in het verhaal zijn opgenomen. Als definitie hanteren deze wetenschappers: Eenzaamheid is het ontberen van naasten met wie je emoties deelt. Maar wat ze meten is hoe eenzaam iemand zich voelt. Dat is echter wat anders.
"Loneliness is the experience of an unpleasant or unacceptable discrepancy between the amount and quality of social relationships that are available and the social relationships that are desired . . ." (De Jong Gierveld , 1984)
Het is de discrepantie tussen het gewenste en het ervarene. Dat zijn allebei subjectieve zaken en daarom --in principe-- door de persoon zelf beïnvloedbaar. Het zijn ook allebei zaken die door de sociale normen van moment-en-plaats worden bepaald. Dat biedt mogelijkheden voor EEM!!
Een verhelderende anecdote is dat Finse ouders in Lapland zich minder eenzaam voelen dan Italiaanse in een Toscaans dorpje, terwijl van de eersten de kinderen op drieduizend kilometer afstand wonen en van de tweeden de kinderen in hetzelfde dorp. Het verschil zit in de hooggespannen verwachtingen vanuit het Italiaanse grootfamilie-gevoel terwijl de normen in Finland overeen komen met de realiteit.
Gierveld noemt dan ook 'het verleggen van de meetlat' als een van mogelijkheden die onlustgevoelens te verminderen.
Intussen vond ik ook de website //home.fsw.vu.nl/~tilburg/gierveld/ waar het symposium ter ere van haar afscheid wordt gedocumenteerd. Niet alleen haar afscheidsrede staat er, ook de andere bijdragen kun je bezichtigen. Met name die van Nan Stevens is van belang omdat daar de mogelijkheden van 'interventie' worden uitgesponnen: "Wat kun je er aan doen? Hoe effectief is dat?"
Dan blijken zelfvertrouwen, sociale vaardigheden, feitelijke kennis van het eenzaamheidsgebeuren, verwachtingspatronen en vele andere beïnvloedbare factoren een rol te spelen. De effectiviteit van verschillende interventies --zoals groepsgesprekken, sociaal leren en informatieverstrekking-- heeft Stevens ook gemeten. Dat blijkt positief. De gemiddelde eenzaamheid van de testgroepen wordt lager. Psychofarmaca worden minder gebruikt e.d.
Maar, waarschuwen de onderzoeksresultaten, niet alle 'leuk-bedachte' interventies werken. Een grondige kennis van de rol van sociale kontakten in verband met eenzaamheid en van de behoeften van 'deze-ene-persoon' zijn van het allergrootste belang voor effectieve interventie.
Effectieve Interventie (EI) is wat anders dan mijn EEM. Het ene komt van buiten. Het is weer 'de ander' die het voor de eenzaamheidslijder doen moet. Wachten op 'de ander' kan lang duren. EEM had ik mij vooral als zelf-management voorgesteld. Dat wil niet zeggen dat ik van dit 'sociaal onderzoek' als EEM-er veel heb geleerd.
Maar wat eenzaamheid 'is', en wat je daarbij voelt, daarover zegt 'de wetenschap' niets.


PS Vandaag viert 'iedereen' de 100ste verjaardag van de eerste gecontroleerde vlucht van de gebroeders Wright. Zoals ik op 1 April 2003 (niet als A-grap!) schreef, is dat feit niet onbetwist. Met name in Nieuw-Zeeland was er een op 31 Maart 1903. De vraag is wat je onder 'eerste' zult verstaan. De betrokken --amerikaanse-- commissie koos een definitie waardoor de gebroeders Wright nu algemeen 'eerste' worden genoemd. "Might is right"
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 18 December 2003
Het laatste nieuws van de 'dubbel-twee' roeiboten die 19 oktober vanaf hier de oceaan overstaken is dat er 10 zijn gearriveerd. De laatste dagen is 'het peleton' (van vier) aangekomen in rond 59 dagen. Het was spannend, want ze zaten dicht bij elkaar. De eerste twee deden het in 40 dagen. Allebei Kiwi-teams, maar Theo meldt uit Nieuw-Zeeland dat er een rel is tussen die twee. Nummer twee lag tot de laatste dagen voor de finish aan kop, maar wat er precies aan de hand is, moet Theo in zijn dagboek maar eens uitleggen. (www.euronet.nl/~voorsth). Hij heeft de lokale pers bij de hand, want hij reist er met een camper. Op de officiële wedstrijdsite (//rowing.challengebusiness.com/en/) staat er niets over.
Op die site moet je eens 'race view' aanklikken. Dan zie je het officiële scorebord, met juiste positie, nog af te leggen afstand en 24-uursgemiddelde. Van de tien aangekomenen is er één buiten mededinging, want hij heeft zich onderweg moeten laten helpen wegens defecte drinkwatervoorziening. De volgende vier worden pas over tien tot twintig dagen verwacht want ze moeten nog 500 tot 700 zeemijl en vijftig mijl per dag een heel mooi! Dan is er nog de franse boot waarvan al heel vroeg een lid is uitgevallen en die opnieuw startte met een ander teamlid. Zij zijn de hekkesluiters. Ze zijn pas op 1150 van de 2500 zeemijl. Tot slot is er nog de engelse boot die al na 48 uur afhaakte.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 19 December 2003
Het begon met een spelletje dat Ghislaine had bedacht zodat ik vaak aan haar zou denken tot ze mij weer zag. Dat is haar twijfel. Het zou zeven maanden duren, had ze uitgerekend. Eind Juni pas. (Ik denk dat het zes is, maar allez.) We zouden voor elkaar een soort motto of opdracht verzinnen, een soort dagelijkse spirituele oefening. Zij had er twee bedacht, ze gaf ze mee toen we in Milaan onze afscheidslunch hadden. Ze hadden allebei betrekking op de onvolmaaktheden die ze in mij ziet. De ene was daarom dat ik, als ik haast had en hard liep, langzaam zou gaan lopen: "Alsof zij erbij was". Dat is wel een goeie, want ik loop altijd lekker hard door omdat ik dat lekker vind. Het is een eerbewijs aan mijn gezonde lijf. Zo'n pasvertraging is wel een goede re-mind-er.
De andere onvolmaaktheid --in haar ogen-- is dat ik in gezelschap te vaak en te lang aan het woord blijf. Het zij zo. Ook dáár stap ik even overheen. De opdracht luidde: "Wees twee keer per dag vijf minuten stil als je in gezelschap van anderen bent; laat de dingen gebeuren".
Ik probeerde het nog lacherig af te doen, herinner ik mij, en zei:
--"Zo vaak ben ik niet 'in gezelschap' dat ik dat twee keer per dag kan doen", en dacht er niet verder over na. Ik concentreerde mij op de maaltijd, het afscheid en het halen van mijn vlucht naar Barcelona die bleek ze zijn veranderd in Madrid.
En nu is het Vrijdag. Ik dacht wel eens luchtig na over die tweede opdracht, maar liet de portée niet tot mij doordringen. Ik begrijp nu waarom.
--"Ik moet die opdracht aan je teruggeven", begon ik in gedachte een mailtje aan haar, "ik ben niet enkele malen per dag 'in gezelschap' waar ik jouw vijf-minutentruc kan toepassen".
Ik liet mijn gedachten eens gaan langs de verlopen uren en dagen sinds Milaan: "Wie heb ik gesproken?", vroeg ik mij af. "In welke gezelschappen verkeerde ik?"
Ik herinnerde mij de nurks waar ik naast zat tot Madrid en de slapende dame tot Tenerife. "Dat zijn vele malen vijf minuten stilte 'in gezelschap'; mag ik die opsparen? Dan heb ik wel genoeg tot Juni", probeerde ik grappig in die mail te zetten
Ernstl haalde mij af. In de auto sprak ik hem. Aan die vijf minuten dacht ik niet. Rita zag ik pas toen ik op het punt van vertrek stond. Heel even. Die vijf minuten schoten mij te binnen, maar ik dacht: "De pot op, want dit hele gesprek duurt nieteens vijf minuten. Ik doe dat wel op La Gomera".
--"Je vergist je in mijn leefsituatie", schreef ik in gedachte, "ik zal je eens voorrekenen hoeveel ontmoetingen ik deze week heb gehad".
En toen pas --toen pas-- drong het tot mij door. Toen ik mijn ontmoetingen ging tellen. Ik had alleen Ignacio --toevallig op de markt-- gesproken. Hij was in een zakengesprek en haalde koffie aan dezelfde bar als waar ik zat. Maria, waar ik ook al bij had aangeklopt, was druk-druk, zoals de voorafgaande weken, gaat morgen naar Barcelona, maar komt vóór mijn winterreis terug. Dán! Maar het korte gesprekje was wel ècht.
Ik was al bij de dame van het reisbureau geweest, die is altijd wel goed voor een glimlach van herkenning. Het lukte. Ook een van de cassières van de nieuwe HyperTrebol herkent mij als ik een grapje maak. Ik kwam vanmorgen ook een hartelijke Duitse dame tegen waarmee ik wel eens een praatje maak, maar er zat vandaag niet meer in dan een warme glimlach toen ze mij van verre al herkende.
Dat 'je vergist je in mijn leefsituatie' had ik willen illustreren met mijn ontmoetingen deze week. Natuurlijk was ik ook op de markt, kocht enveloppen voor mijn nieuwjaarsbrief en was bij de copieerdame om de brief te laten vermenigvuldigen. Allemaal 'oenen', hoewel ik voorzichtig ben met het zelfbevestigende van dit vooroordeel, en steeds opnieuw met positieve verwachting blijf kijken.
Aan het schrijven van die mail ben ik nog niet toegekomen. Ik voelde steeds treuriger worden. Mijn gewone optimisme en energie waarmee ik dan 'rechtdoor loop', zoals ik dat zelf noem, sijpelde weg. Gewoon rechtdoor lopen, niet laten afleiden, is vaak een probaat middel onder zulke omstandigheden.
--"Ga een flinke wandeling maken", sprak ik mij toe, "het zal je goed doen". Maar ik bleef steken in de vraag "Waarvoor doe ik dat allemaal?"
Toen begon ik de ernst van de toestand in te zien. Ik probeerde het positief te zien; dat is een van mijn geheime wapens.
--"Goed", sprak ik mij toe, "het abces dat je zo lang met je meedraagt, en dat je probeerde te ontkennen, is doorgeprikt. Wees blij en opgelucht. Roep 'eindelijk' en laat het los".
Ik ben --zoals jullie zien-- intussen overgegaan tot mijn volgende wapen: 'Wat ik niet kan bestrijden, zal ik gvd beschrijven'. Het is een wapen van onbekende herkomst, maar heel effectief.
Ik probeer vat te krijgen op de gevoelens van opluchting nu de etterbuil leegloopt. Ik voel geen opluchting. Mijn middenrif zit in de knoop. Ik voel moeheid. Leegte. "Waarvoor doe ik dat allemaal?" Moedeloosheid. Machteloosheid.
Ik probeer de etter te bekijken. Wat zat daar allemaal verborgen? Maar ik zie alleen fris en vers bloed wat mij op de gedachte brengt dat mijn-best-bewaarde-geheim geen etterbuil was, maar mijn geheime accu, mijn geheime voorraad fris-rood bloed, voor moeilijke passages. Nu loopt die leeg.
Ik denk aan Les yeux ouverts van Yourcenar.
Ik zal het godverdomme blijven beschrijven!! Met open ogen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 20 December 2003
En zo rolde ik gisteren naar beneden. Het was alsof ik op een eenzaam bergpad over een onopvallend-onschuldig rolkeitje was uitgegleden. Ik had nog naar een struikje had gegrepen dat ik --per saldo-- met wortel en tak in mijn vuist klemde. Nog even was ik tegen een uitstulping blijven liggen, maar, wegens gebrek aan houvast of evenwicht rolde ik weer verder. Het ravijn tegemoet. Seconden lijken uren te duren.
Het was al laat in de middag toen ik het stukje van gisteren afsloot. De rol- en glijpartij ging door. Beschrijvende zinsfragmentjes gingen door mijn hoofd, verbeten bleef ik beschrijven wat ik meemaakte. Ik gebruikte de macht van het woord en het beeld dat het oproept. In gedachte streepte ik 'diepste ellende' door en verving dat door 'hoogste nood', want mijn moeder zei altijd 'als de nood het hoogst is, is de redding nabij'. En vanuit 'diepste ellende' was mij geen uitweg bekend.
Ik verbood mezelf ook zinnetjes over 'hoe het is gekomen' en over 'wat komt er van mij terecht'. Het was als bij het begin van een meditatie, als je de zinloze spookbeelden moet verjagen om bij jezelf te komen. Ik lag al een tijd stil --misschien had ik al wat geslapen-- toen dat simpele feit tot mij doordrong. Ik inspecteerde mijn lijf. De knoop in mijn middenrif was er niet meer en de moedeloosheid had plaats gemaakt voor eindeloos diepe moeheid. Zo leeg was mijn batterij nog nooit geweest. Alleen een helende slaap kon mij redden.
Vanmorgen werd ik wakker met 'It could be worse' en het voornemen in het vervolg beter op onopvallend-onschuldige rolkeitjes te letten.
Ik open weer mijn vensters en luiken: "Business as usual".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 21 December 2003
Coetzee heeft persoonlijk zijn Nobelprijs afgehaald. Ik las het in El País van 8 december, de krant van mijn reisdag naar Napels. Er was twijfel over, want hij is het tegendeel van publiciteitsgeil. Hij heeft zijn officiële lezing gehouden als een vertelling over Robinson Crusoe waarbij hij meesterlijk de verschillende lagen van fantasie en werkelijkheid in elkaar laat overvloeien. Dat is een specialiteit van Coetzee. Heerlijk om rustig te lezen. Het is niet te lang.
Hij hield ook een heel korte spitse speech aan tafel. De lezing en de speech staan allebei op de site van de Nobelprijs organisatie.
Als derde staan op die site twee prozafragmenten uit 'Disgrace'
• http://www.nobel.se/literature/laureates/2003/coetzee-speech.html
• http://www.nobel.se/literature/laureates/2003/coetzee-lecture.html
• http://www.nobel.se/literature/laureates/2003/coetzee-prose.html
Hop! Even gaan lezen!
Coetzee, net als de meesten van ons, heeft Robinson Crusoe als kind gelezen en natuurlijk gedacht dat Robinson Crusoe het allemaal zelf zo heeft meegemaakt. Maar dan komt later ene Daniel Defoe in beeld. Wat heeft die er mee te maken? Hij is de schrijver. Heeft hij Robinson Crusoe helemaal bedacht? Nee dat ook niet, ene Alexander Selkirk heeft zoiets meegemaakt en het door een ander laten opschrijven. Wat is verhaal? Wat is werkelijkheid?
Defoe was een politicus en pamflettist in een tijd dat het engelse parlement weliswaar bestond, maar autoritaire trekjes vertoonde. Echte democratie en vrijheid van meningsuiting moest nog bevochten worden.
Defoe, in een manifest, maakt duidelijk dat "Englishmen are no more to be slaves to Parliaments than to a king"
In zijn later leven gaat Defoe romans schrijven met een nieuw taalgebruik. Hij is de eerste die proza schrijft zoals de 'educated' Engelsman toen sprak. Daarvóór was proza van een andere wereld, vol vormen die aan Latijn en Grieks deden denken. Daarom wordt hij ook wel de "vader van de engelse roman" genoemd. Zijn proza is soms leesbaarder als wat in de 19e eeuw werd geschreven toen een soort academisme weer toesloeg.
In zijn latere leven leeft hij teruggetrokken, want schuldeisers zitten hem op de hielen. Hij schrijft dan een boek met (vermoedelijk) eigen observaties over een tocht door heel Engeland. Daarop zinspeelt Coetzee in zijn lezing. Het is wel handig als je dat weet, want Coetzee blijft spelen met een soort 'wie is wie?'
The Life and Strange and Surprising Adventures of Robinson Crusoe, zoals het boek bij de eerste uitgave heette, heeft talloze vertalingen, bewerkingen en imitaties overleefd. Het is ook een boek dat op symbolisch niveau door ieder (ieder kind zelfs) begrepen kan worden: Je eigen eiland ontdekken en daar je koninkrijk stichten. Vandaar de vele bewerkingen en imitaties natuurlijk.
Wil je een originele versie lezen, al of niet met wat toelichting voor (engelse) scholieren, ga dan naar:
• http://www.bibliomania.com/0/0/17/31/
• http://ferncanyonpress.com/pirates/robinson/crusoe.shtml
Om compleet te downloaden of om een paar hoofdstukjes te snoepen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 22 December 2003
Mijn 'èchte' Nieuwjaarsbrief gaat vandaag op de post. Ik had hem vóór 'Napels' willen verzenden. Hij is gedateerd 4 december. Zodra ik de eerste berichten krijg van in de bus vallen, verstuur ik hem ook per e-mail aan mijn preferente lezers en alle anderen van mijn Nieuwjaarslijst.
Ik denk nog vaak aan de afgrond waar ik in viel. Ik dacht: 'Ik word nooit meer de oude', maar ik geloof dat het meevalt. De Crusoe-metafoor heeft mij misschien geholpen. Peter wees mij daar op in een 100-woorden mailtje. Niet-toevallig dat ik daar over begon, vond hij, onmiddellijk na het ongeval, na proberen te voldoen aan andermans 'verbeterdoelen', zoals hij ze noemde. 'Heel gevaarlijk', wist hij uit eigen ervaring te melden.
'Hij heeft gelijk', dacht ik, maar schreef terug:
--"Ja maar, hoe kan ik dat rijmen met 'No man is an island', Thomas Merton, John Donne, and all that?"
Ik denk dat ik intussen ook een begin-van-antwoord heb. Ik laat het nog wat rijpen. Ik heb daarom de originele versie van Crusoe gedownload van ferncanyonpress.com. 'Terug naar de bronnen!'
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 23 December 2003
We hebben weer de warme woestijnwind. Al een paar dagen. 's Avonds blijft het boven de 20 ºC, en nu, vanmorgen om 0600 is het nog/al 21,4 ºC. Soms waait het hard, zoals vannacht, maar nu is het weer nagenoeg windstil.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 24 December 2003, Nochebuena
De warme woestijnwind, de calima, is er nog steeds. De mensen beginnen er over te praten. Zij waait niet hard en het huis ligt ook niet vol met woestijnstof, zoals gewoonlijk. Maar de horizon is heiig. En de temperatuur daalt de hele nacht niet onder de 20 ºC. Sommige mensen worden er ziek van, en er zijn verhalen over depressiviteit en toename van zelfmoorden in zo'n periode.
Ik geloof zulke verhalen pas als ik harde cijfers zie, dit gegeven is zo gevoelig voor 'sprookjes'. Maar toen ik gisteren een 'slappe dag' had --werkelijk ongewoon-- dreigde ik aan die sprookjes toe te geven. Ik ondervroeg mij streng en beschreef de symptomen (op een kladje, niet in dit dagboek).
--"Ben jij soms depressief? Heeft die uitglijer van de vorige week je nog te pakken?"
--"Nee, dat niet. Mijn lijf is slap en mijn hoofd is pap. Zoiets."
--"Heb je slecht geslapen?"
--"Nou ja, ik heb goed doorgeslapen, maar ik voelde mij vanaf het eerste moment niet uitgerust. Ik bleef nog wat liggen, en, na een uurtje trutten met post en dagboek, ging ik weer rusten. Maar het haalde niet uit. Het is alsof ik niet op harde grond sta".
Toen besloot ik aan deze call of nature toe te geven en verder maar wat aan te lummelen. Ik lag veel op de divan. Las kleine stukjes in het toch niet zo moeilijke bloemlezing uit andermans dagboeken tot ik daar ook de pointe begon te missen. Daalde nog eens rustig af naar de benedenstad, en dat was het.
Toen de donkerte inviel begon ik opeens rillerig te worden, begon onbedaardelijk de niezen en even zelfs te hoesten. Met citroen-in-heet-water ging ik naar bed.
Ik herinner mij woeste dromen; mijn bed was in ongerede, maar ik was perfect uitgeslapen vanmorgen. Ik sta weer op harde grond. Ik denk dat een virus binnen wilde komen.
Aanval afgeslagen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 25 December 2003, Pascua de Navidad
--"Hoe kan ik dat rijmen met 'No man is an island'?", schreef ik een paar dagen geleden als antwoord op het 100-woorden mailtje van mijn zoon, want het was een pleidooi voor autonomie --autarkie haast: 'Laat je niet in met andermans normen!', schreef hij-- ondersteund door de Crusoe-metafoor waarover ik --toevallig, naar mijn weten-- de dag na mijn uitglijer had geschreven.
--"Misschien is dat waar Robinson Crusoe over gaat, een allegorie of dagdroom over hoeveel je op jezelf moet, en kan vertrouwen", had hij geschreven.
--"Zie je dat niet?", antwoordde hij, "Jij hebt, net als ik, een hunter's-ziel. Als je daarmee in een farmer's-wereld leeft, met al zijn sociale normen die het je oplegt, en je laat je daarmee teveel in, dan wordt je ziek, doodziek".
Inderdaad Defoe/Crusoe zijn allebei 'hunters in a farmer's world'. Defoe, de maverick-politicus en pamflettist, was natuurlijk het tegendeel van een farmer, en het is niet verbazingwekkend dat hij in zijn latere leven zijn droombeeld zo expliciet tot leven brengt.
Peter heeft de oorspronkelijke meditatie van John Donne (1572-1631) erbij gehaald en ziet dat er naast
--"No man is an island, entire of itself . . . " ook staat
--" . . . never send to know for whom the bell tolls; it tolls for thee"
Deze Meditation XVII heeft dus de titels opgeleverd van twee bestsellers uit de tweede helft van de 20e eeuw, van Thomas Merton en van Ernst Hemingway. 'Is dat toevallig?', vroeg ik mij af.
Ik weet niet welke bron Peter aanboorde, ik vond Meditation XVII op de volgende wegsite:
http://isu.indstate.edu/ilnprof/ENG451/ISLAND/.
In de verdere toelichting staat dat Donne zich afzette tegen een opkomend 'isolationisme', een zoektocht naar de individuele eigenheid die door de Renaissance werd gestimuleerd. Thomas More (1478-1535), en met name zijn boek Utopia waarin hij een ideale maatschappij op een eiland situeert, zouden daarvoor de modellen zijn.
Maar Utopia is verre van een voorloper van Crusoe. Utopia is een ideale staat, met hierarchieën en veel law and order, precies waar farmers allereerst aan denken als ze hun wereld creëren. Crusoe is het pure alleen staan met je blote handen tegenover de natuur. Een afbeelding van de innerlijke wereld. More en Donne zijn daarvan de antithesen. More en Donne liggen in elkaars verlengde. More's medemenselijkheid is aards; Donne breidt dat uit tot in de hemel. Misschien lag daar een twistpunt.
Als More een Utopia kan bouwen zonder God, waar blijft De Kerk dan? Utopia, aldus gezien, is broodroof van de geestelijke stand, de Tweede Stand, toen onze maatschappij nog een kastenmaatschappij was. Het was dus een ruzie tussen twee farmers die sowieso onze cultuur domineren.
Blijft de vraag waarom 'No man is an island' en 'For whom the bell tolls' bestsellers waren in de tweede helft van de 20e eeuw. Het staat haaks op wat Peter over Crusoe schreef: " . . . een allegorie of dagdroom over hoeveel je op jezelf moet, en kan vertrouwen".
___
PS: De hunter/farmer terminologie is ontleend aan Thom Hartmann die --op goede evolutionaire gronden-- het ADD-'probleem' op deze manier benoemt, en het zodoende van zijn 'ziekte'- en 'deficit'-karakter ontdoet. "Per slot hebben de hunters de landbouw uitgevonden", pleegt Peter te zeggen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 26 December 2003, Tweede Kerstdag
Ignacio, tijdens ons groot-familiaal kerstdiner, gaf mij een knipsel van de Madrileense krant ABC waar ik maar zelden in neus. Het nieuwtje was dat de Volksrepubliek China een amendement op de grondwet gaat aannemen die een fundamentele verandering van de Communistische Partij weerspiegelt. Het gaat ogenschijnlijk alleen om het toekennen van gelijkwaardige rechten aan privé-bezit als aan openbaar bezit. Dat is ook niet gering, want het opent de weg naar (ordinair) kapitalisme. In die zin kapituleert China dus voor het moderne internationale kapitalisme.
De grondslag voor dat amendement, dat vrijwel zeker in Maart zal worden aangenomen in de Volksvergadering, is het besluit van de Partij in November dat zij 'de hoogwaardige produktie, de hoogwaardige cultuur en de belangen van de meerderheid van de chinese bevolking moet vertegenwoordigen'. In de grondwet gaat dat betekenen dat het zinnetje "De Partij is de voorhoede van de arbeidersklasse van China" wordt vervangen door "De Partij is de voorhoede van de arbeidersklasse van China, van het Chinese volk en van de hele Chinese staat". Daarmee wordt definitief het tijdperk verlaten van de 'scheiding van de klassen' en kunnen ondernemers en kapitalisten lid worden, aldus de correspondent van ABC.
Hij beschouwt het als het resultaat, de kroon op het werk, van Deng Xiaoping die altijd streefde naar openheid naar het Westen. Stap voor stap en met veel tegenslagen heeft Deng daaraan gewerkt. Daarvoor viel hij onder andere voor vele jaren in ongenade tijdens de Mao-periode. Voor mij was dat een reden om de levensgeschiedenis van Deng Xiaoping eens na te trekken. Ik vond de naoorlogse geschiedenis van China tamelijk chaotisch, maar met de rode draad van de persoonlijke geschiedenis van deze man, bijeengegraaid in de Britannica en op de Web, heb ik er niet alleen wat meer van begrepen, maar ook respect gekregen voor deze zoon van een rijke Chinees, in 1904 geboren, in Franrijk gestudeerd, die zich met volharding heeft gewijd aan het openen van China naar de buitenwereld. Op momenten deed hij mij aan Mandela denken. Ik heb helaas geen vindplaats waar het allemaal keurig bij elkaar staat, maar let er de komende tijd maar eens op in de kranten. Hij zal nu vast wel vaker --en anders-- in het nieuws komen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 27 December 2003
Ik heb mij nog eens het genoegen laten smaken van de Nobel-toespraak van Coetzee. Ik heb die helemaal gehoord, voorgedragen door hemzelf, want het staat als video op de site die ik verleden Zondag noemde. Ik moest er wel voor naar een I-Café, want de Nobel site werkt uitsluitend met RealPlayer, en dat kan ik mijn reiscomputertje niet aandoen.
Maar een genot was het. Het duurt 35 minuten. Hij vertelt het heel on-dramatisch. Het is een professorale lezing en een vertelling tegelijkertijd. Met zijn figuur, maar ook met zijn sobere, transparante, vertelstijl, doet hij eerder denken aan aan franciscaans of tibetaans monnik die --verkleed-- even uit zijn afgelegen klooster is gehaald.
Hij begint zijn toespraak met een stukje dat niet in de geschreven tekst staat. Hij zegt dat 'ergens in 1948 of 1949' een jongetje het boek van Crusoe las. Hij dacht de Crusoe dat allemaal zelf had meegemaakt, maar kort daarna, in de kinder-encyclopedie leest dat nieuwsgierige jongetje dat ene Defoe het boek heeft geschreven. 'Wat heeft die ermee te maken?', vraagt hij --of het jongetje?-- zich af. En in die simpele ondervragende stijl ontstaat een nieuw verhaal. 'Een verhaal met veel lagen', rapporteerde Peter, 'waar ik nog niet uit ben'.
Kijk, dat is het: 'een verhaal met veel lagen'. Dat is het wonderlijke van het sprookje dat je als kind te horen kreeg. Alle verhalen waren trouwens 'sprookjes', want je zag alleen de oppervlakte en dat 'wist' je. Het geheimzinnige zat in het niet-vertelde; in de lagen 'waar je nog niet uit was'. Wellicht ook het niet-vertelbare, maar dat wist je toen nog niet. Je bleef ernaar verlangen, erover fantaseren en vragen 'en toen? wat gebeurde er toen?'. En 'vertel het nog eens'.
Toen je ouder werd, liet je die 'andere lagen' schieten. In de plaats van een verhaal dat het zichtbare midden van een oerbos beschrijft, met de zekerheid dat er ontelbare andere beschrijvingen zijn zodra je je maar even verplaatst, werd je wetenschapper, en beschreef het interieur van een betonnen kelder met gladde wanden. 'Er is maar één laag; of desnoods twee', leerde je. Alle andere lagen reduceerde je tot één: "flauwekul" of "sprookjes". Je lag er niet meer van wakker.
En dan komt Coetzee. Hij vertelt een kort verhaal dat je helemaal herkent, en op de allerhelderste wijze wip je --met hem-- over op een verhaal dat je ook helemaal herkent. En dan nog een, en nóg een. En dan weer even terug. En dan een zijsprongetje. Tot je de tel van de lagen kwijt bent.
En dán ben je terug in het oerbos waar je kindersprookjes zich afspeelden. Je 'weet' dat je alleen de oppervlakte ziet, maar ook --weer opnieuw-- dat er ontelbare andere beschrijvingen zijn zodra je je maar even beweegt. Maar je ligt er niet van wakker. Je krijgt geen rode koontjes van opwinding. Waarom? Het is omdat Coetzee nog heeft gezorgd voor een laatste vertellaag als een soort vangnet voor volwassenen. Het geheel speelt zich af in de vertrouwde betonnen kelder met gladde wanden van de 'wetenschap' waarachter geen andere --geheimzinnige-- lagen verborgen liggen. Het is 'wetenschap', literatuurwetenschap. Anders dan wetenschap óver literatuur, is deze rapportage 'vertellerig'. Leuk, origineel van die Coetzee. Nobelprijs voor die man!
Tot je zijn boeken leest. Daar past hij dezelfde procedure toe, datzelfde transparante wippen van het ene naar het andere, maar die boeken eindigen niet tegen dat 'laatste decor', tegen die gladde betonnen wand, dat vangnet voor volwassenen. Je kijkt telkens recht in het niet-vertelde, het niet-vertelbare wellicht. Daar krijg ik wel rode koontjes van. Daar lig ik wèl van wakker. Die boeken moet ik tussentijds wèl terzijde leggen om mezelf 'verwerkingstijd' te gunnen.
___
PS: De eerste meldingen van het in de bus vallen van mijn Nieuwjaarbrief komen binnen. Vanaf nu kun je hem als De laatste NL-brief (19) rechtsboven aanklikken. De preferenten krijgen hem nu ook. Uit een gevoel van rechtvaardigheid had ik de e-versie een embargo opgelegd; niet al mijn relaties zitten op de e-snelweg. Maar sommige 'preferenten' krijgen ook de 'snail'-versie. Dat is méér dan nostalgie. Het is mijn kans voor een persoonlijke noot bij zovelen die ik graag zou zien.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 28 December 2003
Van een van mijn jongere lezers kreeg ik op mijn verjaardag een CD van de rap groep "The Black Eyed Peas". 'Speciaal een tekst voor mij', had hij er al direct bij gezegd.
Pas kortgeleden had ik de kans de titelsong van die CD, "Where Is The Love?" want daar ging het om, te horen. Samen met de ander kado-CD's, die ik niet kan meenemen, staat die nu op MP3, maar het mini- en blikkerige geluid van mijn reiscomputertje maakte het helemaal onverstaanbaar.
--"Wat is de pointe?", schreef ik, "misschien dat ik het dan versta."
--"Het is jouw view op de wereld. Jouw dagboek vind ik net een geschreven wereldomroep per e-mail. ('Mooi compliment', dacht ik onderwijl dankbaar.) Je zult die tekst wel waarderen. Hij begint zo:
      "What's wrong with the world, mama
      "People livin' like they ain't got no mamas
      "I think the whole world addicted to the drama
      "Only attracted to things that'll bring you trauma

Hij legde uit dat in de rap een kritische wereldanalyse 'in mijn stijl' werd gemaakt, over de ongein van discriminatie, kapitalisme en zo, en dat het wordt onderbroken door zoetgevooisde refreinen die wel een psalm lijken.
--"Kijk", zei hij, "dát, en dat kontrast".
Gewapend met mijn MP3 ging ik naar een I-café om het eens goed te horen. De tekst had ik gedownload van toplyrics.net. Inderdaad, de hele wereld-ellende bij elkaar. Puntig geformuleerd soms, en dan telkens dat zoetgevooide refrein:
      "Father, Father, Father help us
      "Send us some guidance from above
      "Where is the love . . . .
      "Where is the love . . . .

Heel goed te volgen op de perfecte Multi-Media-Machine van het het I-café.
En toen kwam mijn Big Brother ervaring, 1984, and all that: Er kwamen pop-ups van Amazon en anderen die mij vanalles over The Black Eyed Peas wilden verkopen: Boeken, T-shirts, CD's, albums . . . .
Ik heb mij intussen neergelegd bij associated advertising, dwz dat ik op Google reklame pop-ups krijg in verband met mijn trefwoord. Maar als ik een amateur-gemaakte MP3 van een pop groep draai, en dan meteen als potentiële koper wordt belaagd met gerichte aanbiedingen, gaf mij het meest deprimerende "ik-word-bekeken-gevoel" tot op heden.
Misschien went dat. De jongere generatie weet niet beter. Een wereld zonder mama's.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 29 December 2003, Martine komt aan
Het is nog heel vroeg, zelfs voor mijn doen, maar ik lag te lang wakker, en dan ga ik maar aan de slag. Allereerst om het succes te melden dat ik mijn Nokia Communicator aan de praat heb voor e-mail. Dat was deel van mijn reisvoorbereidingen, maar het wilde alsmaar niet lukken. Theo, die nu in Nieuw-Zeeland zit, had het vorig jaar een succesvolle draadloze e-mail verbinding, en dit jaar, met dezelfde instellingen en foonnummers, noppes! (zie zijn site www.euronet.nl/~voorsth). Er is dus nog magie in dit vak.
Vervolgens wil ik even kort melden dat de gekke-koeienziekte 'officiëel' de VS heeft bereikt. Dat weet ik van Le Monde. De dag voor Réveillon werd het bekend gemaakt. (De grote handelaren --die al maandenlang, succesvol, aandrongen op geheimhouding-- hebben tenslotte verloren, maar hun 'in godsnaam ná de kerstinkopen', werd verhoord.)
Het bericht tussen haakjes heb ik zelf verzonnen, het staat niet in Le Monde, die echter wèl zegt dat het, net als in Engeland, een
- een menselijk drama
- een economische ramp
- een politiek schandaal
zal worden. (Dat hadden die grote handelaren de VS willen besparen, ze hoopten dat er iets zou gebeuren als Antrax waardoor ze de terroristen de schuld konden geven in plaats van hun eigen corruptie.) Dit tussen ( ) staat ook niet in Le Monde.
Het onderzoek kan maanden duren, heeft het ministerie laten weten. (Er is al een wetenschapper bereid gevonden te verklaren dat het komt van een koe die uit Canada is geïmporteerd. Dat werd --volgens plan-- de andere dag tegengesproken om het publiek bezig te houden.) Dit staat niet letterlijk in Le Monde.
De beurskoersen van McDonald en de andere groot-biefstukverkopers zijn kerstavond gedaald. (Heel goed gedaan onder die omstandigheden! Proficiat voor de spin doctor die dit heeft bedacht. Na het kerstreces zijn er wel weer andere publieksaandachtstrekkers waardoor de schade --misschien-- meevalt.)
Het begon allemaal in 1985 in Engeland, althans dat denken wij nú nog. Pas in de jaren '90 werden maatregelen bedacht. Enzovoorts. Wie het drama toen gemist heeft, kan zich nu met de herhaling amuseren. Voor het VS-publiek is het allemaal nieuw. Die hebben altijd al buitenlandse berichten naast zich neergelegd. Bang dat er een terrorisme-virus in zat.
Als de nood wat hoger is gestegen --en een breder publiek er lucht van krijgt-- zal zeuntje Bush wel verklaren dat er niks aan de hand is. Dat kost hem dan wel de volgende verkiezing, maar Rumsfeld cum suis hebben zojuist besloten dat zeuntje Bush een weggooi-president is. Der Mohr hat seine Schuld getan, der Mohr kann gehen.
Hou zelf maar in de gaten --en verzin je eigen teksten-tussen-haakjes-- hoe zich de komende maanden/jaren het menselijk drama, de economische ramp en het politieke schandaal zich ontwikkelt in de VS. Jammer dat je altijd zo moet raden naar de mystificatie-technieken. Die zullen wel vooruit zijn gegaan. Dat zou ook interessant zijn.
Het is toch heerlijk om in deze 'informatie'-wereld te leven waar het menselijk drama voor het oprapen ligt. Prachtig toch? Als toeschouwer, bedoel ik.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 30 December 2003
Gisteren ben ik Martine tegemoet gereisd om haar van het vliegveld af te halen. Ik moest de eerste boot nemen, want met de tweede had zij meer dan een uur op mij moeten wachten. Maar zodoende hadden we ook veel tijd om gezellig in Los Cristianos te lunchen.
Jammer dat ze altijd min-of-meer zeeziek wordt, maar het was goede reden om meteen in San Sebastián 'op een terrasje' (zo praat je eigenlijk over Parijs, vind ik) uit te puffen en een ijsje te eten. Er is zoveel te vertellen . . . ..
We sjopten nog wat en liepen naar boven. Avondeten op het balkon. Misschien wel de grootste luxe voor een Noordeuropees mens die zich zojuist uit de midwinter heeft losgerukt.
--"Jammer dat de calima voorbij is. Gisteren hadden we nog avondtemperaturen van 22 graden. Nu nog maar 17 of 18. Doe maar een vest aan".
--"Wat vest", zei ze. Bijna verontwaardigd over zoveel onbegrip.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 31 December 2003, St. Sylvester
Op 5 augustus 1937 is André Gide (Nobel Literatuur in 1947) in Sorrento in Italië en bekijkt de fascistische propaganda-machine van het Mussolini. De slogan die zich het meest vanaf alle gebouwen opdringt, en de jeugd in de ban heeft, is: Credere Obbedire Combattere (Geloof! Gehoorzaam! Vecht!). Het is, schrijft hij in zijn dagboek van die dag, een perfecte samenvatting van de Fascistische doctrine.
Niets is verwarrender, gaat hij verder, dan het feit dat het communisme dezelfde waarden hanteert, terwijl het tegelijkertijd claimt anti-fascistisch te zijn. Ook het communisme eist van zijn partijleden om te geloven, te gehoorzamen en te vechten zonder te vragen, zonder kritiek, en in blinde onderwerping. Drie-kwart van deze Italiaanse slogans zou perfect passen op de Moskouse muren.
Gide gaat nog even door op het thema van de vijand bestrijden met zijn eigen wapens, maar concludeert dat de communistische geest hetzelfde is als de fascistische. Waar gaat het gevecht dan nog over? Het is puur politiek!
Weinigen stelden zich toen (in 1937, de Spaanse burgeroorlog was nog op volle gang, Gide was daar ook geweest) die vraag. Hemingway met zijn For Whom The Bell Tolls zit ook met dat probleem van idealisme tegenover kille politieke realiteit. Vanuit de hele wereld waren enthousiaste 'socialisten' gekomen om het Spaanse fascisme te bestrijden, maar velen liepen vast in de 'communistische' aanpak. Tot dan had het geleken dat 'socialisme' en 'communisme' hetzelfde waren. Pas latere studies van historici hebben dat 'hoe' en 'waarom' uiteengerafeld. Ik heb daar naar aanleiding van de Lumumba-universiteit, waar veel zwarte Zuid-Afrikanen zijn 'opgevoed', over geschreven.
Er is de westerse variant van het socialisme onder de naam 'democratisch socialisme' die (toen althans) niet verpolitiekt was, en nog warmbloedig. Die maakte dat vrijwilligers uit de hele wereld zich enthousiast aanmeldden bij het recruteringsbureau in Parijs. (Waar Russische[!!] generaals de topleiding hadden).
Aan de andere kant was er het Russische 'socialisme' ontstaan (Lenin en zo) die een Tsaristische traditie voortzetten van een kleine cel die de richting, de doelen en de middelen bepaalde. Dat werd 'de rest' gewoonweg opgeknald; inderdaad met slogans zoals de bovenstaande Italiaanse.
Het 'democratisch socialisme' had een groot respect voor wat er aan de basis werd gedacht, peilde dat zorgvuldig, en bouwde van daar af zijn politiek. Het 'socialisme' van het weinig transparante ANC (en andere Afrikaanse bevrijdingsorganisaties), constateerde ik toen, vertoont heel herkenbare 'Tsaristische trekken' vanwege die 'Russische' opvoeding.
Ik denk dat deze tweedeling van 'het socialisme' heel verhelderend is bij de bestudering van de Spaanse Burgeroorlog. Tot nu toe heb ik daar nog weinig van gezien in het langzaam verdwijnende taboe hier in Spanje om die Burgeroorlog met enige nuance te benaderen. "Alle commies zijn slecht" en "Alle commies zijn goed" staat maar al te vaak ongenuanceerd haaks op elkaar. Hemingway, waar ik zojuist wat studies over lees, had iets van die tegenstelling begrepen, maar schrijft er in romanvorm over.
De slotzin van Gide's dagboekaantekening met die verwarrende observatie luidt:

"Historians of the future will examine how and why, the end disappearing behind de means, the Communist spirit ceased to be opposed to the Fascist spirit, and even be differentiated from it"
(Toekomstige historici zullen onderzoeken hoe en waarom --terwijl de doelen achter de middelen verdwenen-- de communistische geest ophield tegengesteld te zijn de aan de fascistische, zelfs er zich niet meer van onderscheidde.)
Zo'n studie is bijvoorbeeld van Donald Sassoon, Honderd jaar socialisme. (Mijn Dagboek 1 december 2001). Over het weinig transparante ANC zie 12 februari 2002.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek December 2003