Mijn Dagboek 45

Dit is Dagboek 45. Het loopt van 1 tot 29 februari 2004 en begint met een greep uit Onze Wereldsoap. Daarna reis ik smoothly naar Upington. Onderweg ontmoet ik een Ierse dame die op zoek is naar haar eigen avontuur. Opeens is mijn computer gestolen. Onveilige gevoelens achtervolgen mij enige tijd. Ik verhuis, ga over tot de orde van de dag, en boor zeer succesvol informatiebronnen aan voor mijn zelfopgedragen studieprojekt over het watermanagement in deze woestijn bij het Ministerie van Landbouw. Met behulp van Le Monde en New York Times houd ik een oogje in het zeil op de rest van de wereld. In de lokale pers volg ik de struggle van de ZAse minister van gezondheid tegen AIDS en tegen de publieke opinie.
Index februari 2004
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29

San Sebastián de La Gomera, Zondag 1 Februari 2004
Het Carnegie-rapport dat ik 9 januari beschreef, en dat stap voor stap aantoonde dat de regering Bush systematisch de feiten omtrent Irak heeft verdraaid, begint tot de politiek door te dringen. Negeren heeft niet gebaat.
Gisteren meldde ik al dat Condolezza Rice, kabinetsverantwoordelijke voor de CIA, slapjes een commissie heeft ingesteld om na te gaan "hoe-dat-nou-toch-kan"
Op een bijeenkomst met economen op het Witte Huis zegt Bush dat hij ook wel eens zou willen weten wat er precies is gebeurd, nadat hij verleden Dinsdag had moeten verklaren dat de oorlog niet kon worden gerechtvaardigd. Letterlijk:
--"Ik wil dat het publiek weet dat ik de feiten ook wel eens wil weten"
M.a.w. hij stelt zich op als een toneelspeler die na het fiasco de schrijver de schuld geeft.
Paul Krugman, over wiens wekelijkse haarscherp analytische column ik 13 januari schreef, vraagt zich nu af:
--"Waar zijn de excuses? Waar zijn de ontslagen?"
Interessante impasse.
De andere interessante impasse is er in Frankrijk waar Raffarin teveel populariteit heeft verloren en door Juppé zou moeten worden vervangen. Maar Sarkozy, de grote vijand van Chirac, is veel en veel populairder dan Raffarin. Maar Sarkozy en Raffarin hebben gemeen dat ze geen van beiden macht hebben over het partij-apparaat dat met absolute meerderheid regeert. Dat heeft alleen Juppé, de kroonprins van Chirac.
Die is zojuist veroordeeld wegens fraude: Tien jaar geen publieke functie!!
Interessante impasse.
De schrijvers van deze wereldsoap doen het uitstekend. We houden onze adem in.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 2 Februari 2004
Ik kan niet beter doen, deze laatste dag voor mijn vertrek, dan een overzicht te geven van de plek en de reis erheen. Ik vlieg van Madrid naar Johannesburg in de nacht van 3 op 4 februari (Dinsdag op Woensdag). Ik hoef pas laat in Madrid te zijn, maar dat betekent toch dat ik morgen de eerste boot moet nemen. Meteen van Johannesburg naar Upington dóórvliegen --mijn eerste idee-- stuit op een paar problemen. Allereerst mis ik de aansluiting en moet in Johannesburg overnachten, terwijl ik er al vóór twaalf ben. En verder krijg ik wegens de combinatie met de goedkope Iberia-vlucht géén korting zodat ik er meer dan 600€ moet neertellen. Oplossing: Auto huren, want de lange-afstandsbus gaat ook pas de andere ochtend. Het autootje dat ik per Internet van Europcar heb kost mij voor de eerste maand 450€!! Ik kan dan een paar leuke toeristische tussenstops maken voor ik aan het werk ga. Bijvoorbeeld de grootste open diamantmijn in Kimberley. Een van de oriëntatiekaartjes onder Reisplan geeft de reisroute van ongeveer 800km.
Upington wordt ook wel de onofficiële hoofdstad van de Kalahari-woestijn genoemd. Het ligt er inderdaad midden in. Het regent er nooit --het is er nu 37º-- maar de Oranjerivier zorgt voor water. Aardige sites over Upington staan op:
• http://www.upington.co.za en op • http://users.telenet.be/SouthAfrica/NC/NCUpington.html
Een mooie waterstaatkundige kaart van de benedenloop van de Oranjerivier staat op:
• http://www.edenvms.u-net.com/orange/LORMAP.JPG Gegevens over het project staan op:
• http://www.places.co.za/html/orangeproject.html
Met twee nieuwe stuwdammen is zowel de irrigatie als de energie 'modern' geregeld, maar er zijn nog veel ambachtelijke irrigatiesystemen te zien. Bijvoorbeeld
• http://users.telenet.be/SouthAfrica/NC/NCKakamas.html
Stroomafwaarts van Upington moet de rivier door een bergrug breken.
Daar zijn indrukwekkende watervallen. Zie:
• http://damian.rucus.net/Augrabies/Augrabies1.jpg en
• http://www.saparks.com/sanparks/images/augrabies.jpg
Dat is drie dagen lopen vanaf Upington. Misschien doe ik dat wel.
Veel reis-kijkplezier!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 3 Februari 2004, Vertrekdag
Straks om 0900 komt Ignacio mij halen voor de boot en dan neemt hij meteen mijn 'blijfkoffer' in bewaring. Allebei de koffertjes heb ik flink uitgedund. 'Zonder erg' blijft daar allerlei onnodige dingen in liggen. Die zelfkritiek was al begonnen met mijn reizen naar NL in November en naar Napels in December. Meestal doe ik zulke reizen met "alles-bij-me", gewoon uit gemakzucht. Maar nu was ik op reis gegaan met een speciaal-gekozen selectie. Dat leidde weliswaar tot een lichter koffertje, maar ook tot een paar 'lastigheden' omdat ik mijn vertrouwde dingen niet bij de hand had, en tot pittige vragen over wat ik überhaupt meesleep. Zelfs op dat uiterste minimum --zo blijkt-- is af te dingen. Dat moet ook wel, want ik sleep steeds meer electronica mee. Een extra GSM (op proef), een losse harde schijf en een externe CD-lezer. De bijbehorende gebruiksaanwijzingen verdubbelen die massa nog eens. En dan heb ik nog niet mijn muziekdoosje waar ik naar uitkijk. Daar moet ruimte voor komen. 
De boot gaat om 1000 en het vliegtuig om 1450. In Madrid heb ik een zee van tijd, want de vlucht naar Johannesburg gaat om 0035. Daar kan ik lekker mijn dagboek bijhouden. Een ordentelijk I-café hebben ze er niet, maar ik ken een paar plekjes waar stopkontakten zitten zodat ik mijn batterij-amechtig computertje rustig kan gebruiken.
En verder is het spannend in Frankrijk. Behalve het geval Juppé, waar ik eergisteren over schreef, komt de "wet op de sluier" vandaag in de kamer. Vier leden van de "commissie-van-wijzen", die aan de wortel van dat voorstel stond, werden door Le Monde geïnterviewd. Ze hebben spijt en ze zijn radeloos, want 'de politiek' heeft van de 26 voorstellen er één uitgepikt en die op de spits gedreven waardoor het omgekeerde gaat ontstaan van wat ze bedoelden. Zij hadden een brede discussie gewild over de Laïcité en het dragen van 'religieuze symbolen' in het openbare leven. Zij wilden die niet bij voorbaat verbieden. De uitkomst is een verbod van de sluier alléén op openbare scholen. Misschien toch niet zo'n wijze commissie. Ze heeft zich voor het verkeerde karretje laten spannen.
Dezelfde dag. Madrid Barajas, 1820GMT 1920MET
Het was allemaal surprise free. Alles liep op rolletjes. Ik dronk met Ignacio nog wat aan de bar van de haven, bespraken met veel optimisme "Brussel", want de positieve reakties blijven binnenkomen, en namen afscheid. In Los Cristianos kon ik een taxi delen met een Duits echtpaar waardoor het mij 7 ipv 20€ kostte. Ik las Babelia en Le Monde in natura, want er was geen I-café en geen stopcontact.
Hier wel. Ik moest even wachten tot de dame die aan het tafeltje zat waar je onopvallend gebruik kunt maken van een stopcontact klaar was met haar pizza. Ik keek in Le Monde voor het laatste nieuws over 'de sluier', maar dat was nogal voorbarig. Ik las wèl dat het conflict rondom Juppé groteske vormen aanneemt. De schrijvers van onze 'wereldsoap' willen kennelijk oerproblemen van onze cultuur aan de orde stellen.
Na de veroordeling van Juppé klaagden de rechters dat ze zo onder druk waren gezet door politici.
--"Wat", riep Chirac, "dat laat ik meteen uitzoeken door een parlementaire enquête"
--"Wel verdorie", riepen de rechters in koor, "niet alleen zijn ambtenaren begrijpen geen snars van de trias politica, hijzelf ook niet. Niks wetgevende of uitvoerende macht die rechterlijke macht komt 'controleren'!" 
De commentatoren --de 'rei van de burgers'-- wezen nog op enkele andere verschijnselen die waarschijnlijk maken dat deze regering grote stappen maakt in de richting van het Ancien Régime, waar de Franse Revolutie korte metten mee maakte. Daar waren de wettenmakers ook van mening dat die slechts voor het volk waren, niet voor de elite en de gekozenen.
In de BBC-rel speelt iets dergelijks. De rechter Hutton --een lord judge-- is door de minister van justitie, een persoonlijke vriend van Tony Blair, van pensioen teruggehaald om regering Blair te sauveren. Bush c.s. hoef ik nieteens te noemen; die hebben de sheriff en de judge altijd al doorelkaar gehaald.
De vraag is nu of de schrijvers van deze 'wereldsoap' die opduikende Ancien Régime-trekjes met een 'aktie tomaat' in de kiem smoren, of dat zij het tot een volledige wereldrevolutie laten komen. De vraag is natuurlijk of er dan nog voldoende koopkrachtige kijkers zijn om de sponsors te sponsoren.
Mijn voorkeur gaat uit naar 'rotte tomaten'; en wel onmiddellijk.
terug eerste dagboekregel

Tussen Madrid en Johannesburg, ergens boven Afrika, Woensdag 4 Februari,
0800 (Canarische tijd), 0900 (Madrileense tijd), 1000 (Johannesburgse tijd)

We moeten nog anderhalf uur vliegen. We zijn op tijd vertrokken. Na het schrijven heb ik nog wat rondgedrenteld en ben toen bij de juiste gate de resterende uurtjes lekker dommelend doorgebracht. Hier in het vliegtuig heb ik slecht geslapen. Misschien had ik ook meteen moeten gaan slapen. Maar ja, ik zat naast een gezellige Ierse dame die vertelde van haar vakanties in Port Elisabeth. Een paar jaar geleden weduwe geworden (ze is ternauwernood 60, zo te zien), gaat ze ver-weg vakanties ondernemen. Haar man was daar nooit voor te porren. De eerste keer ging ze met een georganiseerde busreis dwars door Zuid-Afrika. Toen kreeg ze ZAse kennissen in Port Elisabeth. Die wachten haar dadelijk op aan het vliegtuig. Al voor het derde jaar. Ze is een nieuw leven begonnen. Ze vraagt belangstellend naar mijn ervaringen in Oz en NZ.
--"Wanneer ga jij erheen?"
--"Later", zegt ze, "het staat nog steeds op mijn lijsje, maar ik kan het mijn kennissen in Port Elisabeth niet aandoen".
Dezelfde dag. Klerksdorp, Rose Cottage, 1900 lokale tijd
De aankomst verliep smoothly. Schematijd was 1135, we stonden stil om 1130. De bagage duurde wat langer, maar om 1230 had ik de papieren en de sleuteltjes van de auto die ik per internet had gereserveerd. Toen de stad uit. Allemaal motorway, maar veel rotondes en goed opletten!! Maar gelukkig ging het langzaam, want het hele stadsgebied zat vol files.
Toen ik die tenslotte voorbij was, ontdekte ik dat ik geen ZAs geld uit de muur had gehaald. Ik kon bij een benzinestationnetje nieteens water kopen. Veel later wel. Bij een uitgebreid pompstation stond ook een geldautomaat. Maar toen had ik al flinke dorst.
Bij Potchefstroom, de eerste stad richting Kimberley, op 150 km van Johannesburg, voelde ik mij nog niet moe genoeg om naar een guest-house/gastehuis uit te kijken. Het was pas 1600. Maar hier in Klerksdorp, 50 km verder, vond ik het welletjes. Het is een heel open gestructureerd 'dorp'. Daarom ook heel uitgestrekt. Ik heb rustig wat heen-en-weer getuft om een paar gastehuizen te bekijken. Intussen ben ik ook weer gewend aan het links verkeer.
Ik zit nu in Rose Cottage Country House. Helemaal Old' English ingericht met roze behang, bloemetjes en overdadige details 'in stijl'. Maar ik ben moe. Te uitgeput om zomaar te slapen. Ik moet nog wat afkikken. Het is pas 1900. Ik heb bij Pick 'n Pay fruit en water gekocht. Ik heb Ghislaine gebeld om haar onrust te milderen. Ik haak nu af.
terug eerste dagboekregel

Klerksdorp, Gastehuis Rose Cottage, Zuid-Afrika, Donderdag 5 Februari 2004
Het is 0700. Ik zit met de computer op schoot op een roze bed met stapels kussens om mij heen. Ik heb bijna 'de klok rond' geslapen, maar heel onregelmatig in het begin. Het leek wel of ik nooit uitgerust raakte. Tussentijds was ik soms klaar wakker en toch moe. Maar het laatste traject maakte veel goed. Ik begin deze dag maar rustig-aan.
Dezelfde dag, Postmasburg, Hotel Postmasburg, 1900 lokale tijd (=MET+1)
Ik ben pas om 12 uur uit Klerksdorp vertrokken. Eerst lekker gekletst met de gezellige gastvrouw en toen nog wat inkoopjes gedaan bij Pick 'n Pay. Daar 'overkwam' mij bij het uitrijden van de parkeerplaats dat ik mijn koplamp kraakte. De lamp is OK, reparatie is is niet noodzakelijk. Ik keek zorgvuldig naar achteren, maar vóór gebeurde het. Dat voorval heeft mij een groot stuk van dag --per slot zit ik alleen in de auto-- beziggehouden. Het werd een langvolgehouden dialoog met mezelf waarin ik alle gevoelens en associaties ongeremd de revue liet passeren. Ik wijdt er nog wel eens een essay aan. Wat voel je allemaal? Wat 'overkomt' je? Is dat toevallig? Wat doe je ermee?
Mijn plan om Kimberley te bezoeken liet ik schieten. Ik sneed een stuk van de route af door een binnenweg te kiezen en zodoende kwam ik zelfs helemaal niet door Kimberley. Onderwijl stopte ik een paar keer en belde met Ghislaine want het foontje van gisteren was wel èrg kort geweest. Mijn routine van twee uur rijden en dan rusten liet ik schieten. Bij anderhalf uur vond ik het welletjes. Ik merkte dat ik de rijroutine voor lange afstanden miste. Sowieso miste ik rijroutine.
Na Kimberley werd de Kalahari groener. Heel geleidelijk. Eerst zag ik vaker een doringboom. Toen vaker kleine struikjes en tenslotte zag het er 'groen' uit. "Green Kalahari" was zelfs de naam van een 'gasteplaats' waar een bordje naar verwees. 'Plaatse' zijn boerderijen, maar die liggen ver weg voorbij de horizon van dat vlakke --enigszins golvende-- land. Ik dacht even er te gaan logeren.
Maar ik reed door. Het was nog te vroeg. Het vlakke land veranderde. Aan de horizon verschenen heuvels. Per saldo zag ik het dorp Daniëlskuil op de kaart waar ik om een uur op vijf zou kunnen zijn. Dat was in het heuvelgebied. Dat leek mij wel wat om te overnachten. Maar het was een black township van uitsluitend zwarte arbeiders bij een aanpalende industrie. Bij iets wat op een mijn leek. Grote stoffige gebouwen en lange transportgoten.
De volgende plek was vijftig kilometer verderop. Postmasburg. Bij de ingang van het dorp stonden drie 'gastehuizen' aangekondigd. Ik tufte heen en weer door dit uitgestrekte dorp en vond ze alledrie. Eén --Gastehuis Postma-- gesloten; de twee andere vol. Dan was er nog een Hotel Postmasburg Hotel. Daar zit ik nu. Ik was er om zes uur. Ik ben in bad geweest. Straks ga ik eten in de rood pluche bar. Dan houd ik het wel voor gezien voor vandaag, denk ik.
terug eerste dagboekregel

Postmasburg, Zuid-Afrika, Vrijdag 6 Februari 2004
Na het eten gisteravond was ik òp, dóódop. Ik ging meteen naar bed. Ik sliep vast en diep. Tussen een en drie lag ik wakker, maar 'peut' om te schrijven had ik niet. Nog steeds 'moe'. Maar daarna sliep ik helemaal bij. Ik voel mij uitgerust. Het is intussen kwart voor negen. Ik ga eens inpakken. Ik moet nog 300 km tot Upington. Met de 200 en 500 die ik resp. eergister en gister reed, is de afstand dus toch 1000 km, niet de later genoemde 800.
Dezelfde dag, Upington, Vakansieoord Die Eiland, 1520
Om 1200 reed ik Upington binnen met 975 km op de teller vanaf het vliegveld. Daar moeten zo'n 25 km vanaf voor 'ommetjes' in de diverse dorpen. In de folder van Upington staat dat het 804 km 'over die pad' (over de weg) is. Dat zoek ik nog wel eens uit.
Na Postmasburg werd het landschap weer ruiger met grote plekken abrikozen-rood zand; typisch voor deze woestijn. Dichter bij Upington werd het snel groener. Fruitbomen en wijnstokken verschenen. Allemaal water van de Oranjerivier.
Ik ging eerst naar het info-centrum, daar kreeg ik de tip voor dit adres --wat klopte met wat René uit Yzerfontein mij door de foon had gezegd-- en nu zit ik in een bungalowtje op een eiland in de Oranjerivier. Midden tussen prachtig bijgehouden gazons en grote schaduwbomen. Loopafstand van de stad!! Ik schat ruim een half uur, maar dat ga ik dadelijk proberen, want ik moet inkoopjes doen.
Na aankomst heb ik gedouched, fruit gegeten en een laveloos-lange siësta genoten. Buiten is het nog 35,7 ºC, hélemaal mijn temperatuur. Eindelijk weer eens.
Dezelfde dag, dezelfde plaats, 1900
Het is inderdaad ruim een half uur lopen. Een kwartier in het groen van dit park; de rest stadsverkeer tussen stinkende auto's. Onze bungalowtjes staan aan het einde van het langerekte eiland. Op weg naar de stad zijn er wat sportvelden en dicht bij de stad is het stadswandelpark. Allemaal mooi verzorgd gras en bomen.
Ik heb anderhalf uur gewerkt in het I-Café: mijn mail, opladen van het dagboek en het verwittigen van de preferente lezers. Alles had kleine tijdrovende troubles. Om te beginnen werd mijn webmailsite 'onvindbaar' verklaard. Yahoo, waarmee ik handig de preferente lezers kan verwittigen, bleef 'onvindbaar'. Het mailtje aan de preferente lezers lukte met een slimme omweg. Het opladen van het dagboek lukte alleen op mijn Spaanse reserve-sites, niet op de van-eyk site. Ondanks de ADSL was de verbinding toch langzaam-met-'opstoppingen'. De eigenaar vertelde dat ADSL sinds een paar maanden in Upington was gekomen. Het maximum van 50 aansluitingen was meteen volgeboekt. Hij had de eerste aansluiting maar de snelheid was niet meer die van de eerste weken.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Zaterdag 7 Februari 2004
Vroeg naar bed gegaan. Zwaar geslapen Laat opgestaan voor mijn doen. Ik heb kennelijk wat in te halen. Om tien uur moet ik verhuizen, want het huisje dat ze voor mij hadden gedacht was nog bezet. De zomerdrukte is voorbij, maar er moet toch nog wat worden geschoven om mij te huisvesten. Nu, met het weekend, is er weer extra aanloop. De jongen van het bureau is bijzonder behulpzaam; met hem bespreek ik straks ook mijn verhuisprogramma. Er zijn verschillende huis-types. Ik maak maar eens een wandeling over het terrein om die te bekijken.
Dezelfde dag, dezelfde plaats, 2100
Ik kom nèt terug van de politie om aangifte te doen van diefstal van mijn computer. Wèg, gewoon wèg. Ik kan het zelf nog niet begrijpen. Ik schrijf dit met de 'kleine', de 50ct. De 'grote', de 100ct, is gestolen. Vlak voor mijn reis, had ik nog een copie gemaakt van de CFCard. Ik mis eigenlijk alleen het onderhanden werk en een paar onaffe zaken op het bureaublad.
Het is te laat om iemand in NL op te bellen om de 'smart' te delen. Ik ga mijn gevoelens nu ook niet op schrift stellen. Zinloos, ik heb dat al voor mezelf gedaan.
Hoe gebeurde het? Dat moet ik even kwijt.
Om drie uur kom ik terug van het I-café en steek de CompactFlash Card terug in de computer. Die ligt op een schap in de badkamer. Ik ga voor mijn bungalow de gekochte kranten zitten lezen. Rond vier uur loop ik naar de receptie voor een sleutel van de kluis die in de bungalow is vastgeschroefd. Die zou ik nog krijgen. Ik loop nog eens terug, want de sleutel werkt niet. In beide gevallen sluit ik de deur van mijn bungalow. Ik ben daar erg precies in; ik voel mij bepaald niet zó veilig dat ik zoiets kan vergeten. De hele affaire duurt misschien 15 minuten.
Daarna maak ik eten klaar. Dan maak ik eerst een wandeling op het terrein vóór ik aan de slag ga. Ik heb een paar interessante artikelen van Le Monde en New York Times gedownload. Die wil ik eerst grondig lezen. Ook tijdens die wandeling, van ruim een kwartier, is mijn bungalow gewoon 'op slot'.
Teruggekomen wil de computer opstellen. Ik vraag mij af waar ik die computer toch 'verstopt' heb. Onbegrijpelijk. Niet te vinden. Samen met de bewaking doen we het nog eens over. Het huisje heeft maar één ingang. Het raam aan de andere kant staat open, maar het heeft een vastgelast tralievenster. Ondoordringbaar. Enige conclusie: Iemand met een loper of een valse sleutel. Het staan heel eenvoudige sleutels op die deuren. De bewaking gaat er slordig mee om. Toen ik om 10 uur verhuisde, moest ik lang wachten tot iemand hem vond. Vandaar al mijn vraag naar de sleutel van de kluis.
Maar wèg is die. Ik denk dat ik nu wel kan gaan slapen.
terug eerste dagboekregel

Upington, Die Eiland, Zondag 8 Februari 2004
Ik heb natuurlijk slecht geslapen. Het begint al licht te worden. Ik probeerde de hele nacht mijn gevoelens af te leiden. Het lukte een beetje met korte golf zenders; niet zo met computerspelletjes. Ik hoorde goede nieuws-analyses, maar 'het verlies' bleef terugkomen. Ik herinnerde mij opeens ook een ander detail dat mijn onveiligheidsgevoel opzweepte.
Toen ik gistermorgen de sleutel van mijn nieuwe bungalow vroeg, zeiden ze dat die op de deur stond. OK, maar daar aangekomen, zie ik die niet. Ik terug. Opnieuw erheen met een man van de bewaking. Die vraagt bij de poetsvrouwen die bij de andere bungalows bezig zijn. Géén resultaat. Al mijn bagage ligt in de auto. Ik zeg dat ik maar eerst een paar inkoopjes ga doen. Het is pas negen uur. OK, zegt de man, en vraagt mij of ik een blikje koele Cola wil meenemen.
Tegen tienen kom ik terug. Geef de man dat blikje Cola, maar nog steeds geen sleutel. Ik wacht in mijn auto bij de flat en lees een boekje. De sleutel zal worden gebracht. Geen haast. Ik praat intussen met een buurjongetje dat de ganzen probeert weg te jagen. Een schoonmaker komt voor de tweede keer langs:
--"Heb je nog steeds niet de sleutel?"
Hoofdschuddend hoort hij mij aan en meelevend zegt hij:
--"Ik ga er achteraan", en loopt terug naar de receptie. Het duurt even, maar per slot komt hij met een sleutel. Die heeft niet de lange leren riem die de andere sleutels siert. Deze heeft een plastic utiliteitsetiketje.
En nu denk ik dat ik een reservesleutel heb gekregen. De èchte is door 'iemand' in zijn zak gestoken. Die kan nu mijn bungalowtje rustig 'inspecteren' als hij ziet dat ik weg ben. Geen lekker gevoel.
En dan is er nog de sleutel van de kluis. Die heb ik vannacht nog eens geprobeerd, maar kennelijk met iets teveel kracht, zodat de baard is afgebroken. Nòg zo'n spook op mijn gemoed. Ik doe mijn uiterste best niet in paniek te raken. Straks ga ik een private and confidential onderhoud met de manager aanvragen. Of misschien toch eerst naar de politie met dit nieuwe gegeven?
Intussen probeer ik mij ook de comfortabele kanten van mijn situatie voor te houden. Ik hèb nog een computer en ik bèn mijn hele harde schijf niet kwijt. Het werkt nog niet zo.
1000
Iemand van de politie kwam op bezoek. Ik vertelde haar van mijn vermoeden over de reserve sleutel.
--"Dan moet u nu een aanklacht tegen 'Die Eiland' indienen omdat zij toegelaten hebben dat sleutels worden misbruikt; of anders tegen de gemeente. Dat is de eigenaar".
De manager heeft een vrije dag, maar als ze uit de kerk terugkomt, wordt ze door de vriendelijke dame van de receptie verwittigd.
1500
Ik heb geen contact gekregen met de manager. Ik laat het zitten tot morgen. Met een fikse siësta heb ik mijn nachtrust ingehaald. Mijn gemoed wordt rustiger. De schok en het verlies krijgen normale proporties. Ik heb Peter opgebeld. Ook heb ik een babbel gemaakt met een Duits echtpaar --Ralf en Hella, vijftigers-- die per motor een tocht van Windhoek naar Johannesburg maken (2000km langs de kortste weg). In beide plaatsen hebben ze kennissen waar ze de motor kunnen laten staan; tot ze een jaar later de tocht in de andere richting maken. Ze doen het al een paar jaar en het verveelt niet.
Zo werkt zo'n 'ontmoeting'. Je deelt de pijn, en je zet je gemoed weer op twee benen.
2030
De zielerust is weergekeerd. Ik heb mij bij het onvermijdelijke neergelegd. Ik kan weer geconcentreerd lezen en schrijven. Ik zie weer grote lijnen en ik heb practische vragen: Hoe verder? Een formele aanklacht indienen; hoe moet dat? Waar doe ik het voor, als ik dat ding toch niet terugkrijg?
Morgen verder.
terug eerste dagboekregel

Upington, Die Eiland, Maandag 9 Februari 2004
Ik heb goed geslapen. Toch vandaag geen stukje. Ik concentreer mij op de practische gevolgen van de diefstal: Aangifte, veiligheid, en downloaden van ontbrekende archieven.
Mijn GSM heet nu +27 824 343 444 of 82 43 43 444. Leuk nummer hè? Als het een beetje meezit, kan ik ook SMS ontvangen. Probeer maar!
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Dinsdag 10 Februari 2004
Ik voel mij nog niet erg gesettled. De nachtmerrie van de diefstal is nog maar nèt voorbij. Een gevoelige beschrijving van deze prachtige plek, en van het uitzicht wat ik op dit moment zit te genieten (gras, bomen, vogels en water op de achtergrond) moet maar even wachten. Morgen moet ik weer weg uit dit huisje --het enige éénpersoons-- want het was al vanaf morgen gereserveerd. De afspraken voor de rest van de tijd zijn ook blijven liggen.
Mijn zielerust is weliswaar weergekeerd, ik moet nog wat wennen aan de gebakken peren waar ik mee zit. Géén woordenboeken en geen Britannica, bijvoorbeeld, en de uiterst strenge veiligheidsmaatregelen als ik mijn kont draai. Alles op slot in de kofferbak, en de computer in mijn schoudertas als ik het huisje verlaat. Na pittig protest gaf de manager toch toe dat het sleutelbeheer een chaos was, want niemand kon vertellen waar mijn sleutel Zaterdag opeens vandaan was gekomen. Ze zou er met 'security' over praten.
(De vogels zijn allemaal weg, een groep spelende aapjes heeft bezit genomen van het gras en de bomen in mijn uitzicht.)
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Woensdag 11 Februari 2004
Ik moet vandaag verhuizen naar een ander huisje. Een vierpersoons, dus een stuk duurder. Dat kan ook maar voor een aantal dagen. Ik kijk er niet verlangend naar uit.
Toen ik gisteren terugkwam van het I-café en de inkoopjes, was er een nieuw slot op de deur gemonteerd. "Als het kalf verdronken is . . . "
Verder ben ik gisteren serieus begonnen met info-verzamelen. Eerst bij het stads- en het streekkantoor. Later ook bij departement van het Ministerie van Landbouw dat hier de Oranjerivier beheert. Daar heb ik een oude rot in het vak ontmoet, een Mr Chamberlain, waar ik nog vaker zal terugkomen. Hij weet 'alles' van de rivier en ik mag tzt met zijn mensen meerijden bij hun reguliere inspectietochten want de betrokken kunstwerken en meetpunten zijn niet vrij toegankelijk. Logisch! De boeren moeten onder elkaar 'eerlijk' een beperkte hoeveelheid water verdelen.
Van hem kreeg ik ook de tip voor een heel ander Gastehuis. Daar ben ik gisteravond nog achteraan gegaan. Vrijdag kan ik er terecht. Ik krijg er voor minder geld méér. Straks, vandaag, trek ik nog een paar andere tips na. De logiesmogelijkheden blijken ruimer dan ik dacht, en het imago dat "Die Eiland" heeft als het meest 'budget', is in elk geval niet waar.
Wat de aanklacht tegen "Die Eiland" en tegen het gemeentebestuur betreft --en de eis om schadevergoeding-- zal ik gebruik moeten maken van de diensten van een procureur en/of een advokatenkantoor. Dat moet ook vandaag worden bekeken. Ik moet er eerst achter zien te komen of het wel de moeite waard is. Als de marktwaarde van een drie jaar oude computer ter sprake komt, is de kans groot dat de procureur meer gaat kosten.
Dat is voor mij een rekensommetje. Voor de gemeenschap is het fataal, want het betekent dat de kleine misdaad zich in de cultuur kan nestelen als 'normaal', en voedingsbodem wordt voor een misdaad 'lifestyle'. Daarover zijn ontwikkelingssociologen het eens.
Gisteravond werd het opeens benauwder en benauwder. Per slot mondde het uit in een onweersbui en --per slot-- ook wat regen. Dat friste de boel wel op. De air-conditioning van dit huisje gebruik ik niet. Dat oor-verdovende en seniel-makende geluid is erger dan de saunagevoelens. Dat is ook een rekensommetje.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Donderdag 12 Februari 2004
Gisteren heb ik veel 'georganiseerd', vind ik. De I-café-houder tipte mij over een advocaat, maar op het kantoor van Malan & Vennote trof ik een ander, Meester Villiers.
--"Ik heb een Franse naam, maar helaas spreek ik geen Frans", verontschuldigde hij zich lachend. In plaats van mij uit te leggen hoe ik een claim moest schrijven, of mij voorrekende of dat überhaupt zou lonen, belde hij een paar mensen van de Municipality op nadat hij mijn 'probleem' had aangehoord. Het had hem gefrappeerd dat ik --ook indien het niet 'lonend' zou zijn-- mezelf 'moreel verplicht' voelde toch zo'n claim in te dienen om te voorkomen dat deze zaken in het vergeetboek of de doofpot terecht kwamen.
--"Kom", zei hij, "we gaan stappen. Ik stel u voor aan een kennis van mij en die zal u bij zijn baas brengen. Die is de hoogste chef van de gemeentebedrijven. Ik vind het belangrijk dat u uw zaak rechtstreeks bij hem uitlegt."
Het was 'om de hoek'. We passeerden de rumoerige ontvangsthal en stapten even later op geluidsdempende moquette van de hogere bestuursregionen. Regelrecht naar een Mijnheer Richter, senior ambtenaar en rechterhand van Mijnheer Mchlauli, de topbaas. Daar liet Villiers mij achter. Toen ik zei dat ik nog wel naar hem toe zou komen voor de rekening, lachte hij die weg en zei: "Ik help je alleen maar even".
Richter hoorde mijn verhaal nog eens aan, zei dat hij Mchlauli telefonisch zou informeren, en liet mij bij diens secretaresse achter om te wachten tot ik aan de beurt was.
Ik had snel een hartelijk gesprek. Hij is een betrekkelijk jonge man die een Masters van Cape University heeft in Social Sciences. We vertelden van elkaars 'overige bezigheden' en hij stelde voor dat we elkaar na afloop van deze affaire ook nog eens privé zouden ontmoeten.
--"Ja maar nu weet ik nòg niet hoe ik in dit land een formele aanklacht moet schrijven?"
--"Kom op, u bent toch schrijver?"
Het moest een verklaring in de ik-vorm worden, met al mijn observaties, de geleden schade en aan het slot de formele eis tot schadevergoeding.
--"Schrijf aan het begin niet alleen uw naam, maar ook een en ander over wat u doet. Dat zal ons helpen om iets op gang te brengen".
Het concept is gereed. Straks ga ik naar zijn secretaresse om het te printen en eventueel nog wat details. Als het definitief is, zal ik het op English Notes zetten dan kun je Mijn Klote Zaterdag nog eens helemaal nalezen in ambtelijke taal.
Het andere wat ik heb 'georganiseerd', is mijn nieuwe verblijf. Of beter, ik heb het laten organiseren door Lilian van Staden (Cell 082 4269920) die zich Sociable Weaver noemt. Een naam en foon om te onthouden. Ik had 'm van René uit Yzerfontein. Ik vertelde wat ik zocht en een uur later belde ze mij op met twee voorstellen. Ik ben nu voor 120R prachtig onderdak. Een stuk beter dan wat ik Maandag voorlopig reserveerde. Dat ga ik afbellen.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Vrijdag 13 Februari 2004
Het is de laatste ochtend op dit terrein. Jammer. Het is mooi, maar ik heb mij er niet meer echt veilig gevoeld sinds 'de gebeurtenis'. Vooral 's morgens vroeg, bij zonopkomst is het mooi en stil. Later, als de zon wat doorzet, komen de geluiden van de invalsweg naar de stad erbij. Dat 'stille' is natuurlijk betrekkelijk, want het zijn juist de vogelgeluiden --puur en zonder stadsgeluiden-- die het 'stil' maken.
Ik moet nu denken aan het zinnetje dat Mineke schreef:
--"Ik zou willen dat ik de geluiden die ons omringen beter kon weergeven."
Ze schrijft dat in haar dagboek op een avond als ze met hun camper op een zeer eenzame prachtige plek staan, vlak voor ze de gordijntjes toetrekken om te gaan slapen. Het verlangen om het te behouden --het vast te houden om het op te roepen als je het nodig hebt-- heeft dichters, schilders en componisten geïnspireerd, maar juist daarmee hebben ze telkens de onmogelijkheid gedemonstreerd. Het is er alleen maar 'hier-en-nu', en onze fantasie, die vaak de werkelijkheid overtreft, schiet te kort om het 'daar-en-dan' opnieuw te beleven.
Ik vind dat dichters en schilders nog het verste komen. Muziek, met alle respect, verpest ipso facto de stilte. Dichters en schilders hebben hebben dat principiële gebrek niet, maar die --met alle respect-- leiden je om de tuin. Het is je eigen perceptie, je eigen interpretatie, niet meer. Het is als het lezen van een boek nà of vóór je de film hebt gezien.
Op de plek waar Mineke over schrijft, althans in die streek, is de film 'In de ban van de ring' opgenomen. Ze reizen, schrijft Theo, met het opnameboek als gids. Hij heeft de trilogie van Tolkien nog nooit gelezen, maar hij zal er nooit zijn eigen landschappen meer bij kunnen invullen. Maar misschien, langs een omweg, zullen "de geluiden die de camper op die avond omringden" in de herinnering terugkomen. 's Avonds laat, als het boek is dichtgeslagen, of onderweg, terugkomend van de spectaculaire en imponerende film.
Intussen neem ik afscheid van mijn plek. Oranjerivier op de achtergrond. Goed besproeide gazons onder grillige bomen. Nu, vroeg in de ochtend, nog allerlei vogels; werkelijk van alles wat. Dadelijk komen de aapjes. De hele kolonie marcheert dan voorbij en jaagt de vogeltjes weg.
Later op de ochtend komen de ganzen fourageren. Luidruchtig jagen die weer de aapjes weg. Maar 's middags, na de hitte van de dag tot de schemering, zijn de vogeltjes er weer. Een daarvan is mij bijzonder lief. Het is een oude bekende, misschien wel precies dezelfde als ik in Cessenon in Augustus zie, of in Oktober in La Gomera op doorreis. Hij hoort bij de overwinteraars die naar de andere kant van de evenaar trekken. Als kind heb ik die een keer in NL gezien, maar daar schijnt hij uitgestorven. Het is de hop, de vogel met het grappige kuifje, de lange bek en de opvallende zwart-wit strepen aan de zijkant die in Frankrijk la huppe fasciée heet. Fascinerend en nostalgisch om de hier iedere dag te zien.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Zaterdag 14 Februari 2004, Valentijn
Ik ben verhuisd, en ik voel mij meteen een stuk rustiger. In plaats van een losstaand huisje in een (prachtig!) open park zit ik nu in een inpandige appartement aan de achterkant van een groot huis bewoond door een onderwijzersechtpaar met jonge kinderen. Ik kijk uit op de tuin van zo'n dertig breed en vijftig diep. Het is een groot vlak grasveld met een klein zwembed in het midden. Aan de rand staan een rommel-tuinhuisje en een carport.
Het geheel is omgeven door dik ondoordringbaar groen, palmbomen, omheining en andere struiken die ook meteen de horizon vormen. Van het verdere gelegene hoor ik alleen de geluiden. Dat is, helaas --kleine miskleun-- een uitvalsweg. De hoofdbewoners wonen boven mij. Zij hebben een voortuin, op hun niveau, aan de voorkant.
Over het hele gebied, vóór en achter, kruisen twee grote honden. Allebei gladharig bruin, maar van verschillend ras. De eigenaar, een hondenliefhebber, heeft mij de rassen genoemd, maar wat mij vooral opviel in zijn verhaal was dat hij de honden even kwetsbaar vond als hijzelf. OK, ze blaffen op tijd. Dat is de veiligheid die ze leveren, maar sterke verhalen over vechten, verscheuren en afschrikken --waar andere 'hondenliefhebbers' zo over kunnen opgeven-- ontbraken.
Het zijn heel indrukwekkende grote honden --schofthoogte bijna 70 centimeter-- en ik ben blij dat ik ze te vriend heb. Ze moeten iedere keer nog uitgebreid aan me ruiken als ze mij zien. Zoals zojuist, toen het licht werd, en ze mij bezig zagen aan de computer. Misschien willen ze weten of ik mij al wat veiliger voel.
Inderdaad, mij ècht veilig voelen, dat ontbrak sinds 'de gebeurtenis'. Deze plek, die mij aan Cessenon doet denken, en deze honden, wijzen mij daar op. Het ontroert mij.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Zondag 15 Februari 2004
Gisteren haalde ik drie beschouwingen uit New York Times, en een uit Le Monde, om thuis na te lezen. Het Franse artikel is 'nieuws'. Een wetenschappelijk rapport, dat door de President in Januari 2003 is gevraagd over de invloed van milieuverontreiniging op gezondheid, is verschenen en officiëel aangeboden. In een kleine stille bijeenkomst, in aanwezigheid van de Chirac en Raffarin. Het is nu te vinden op de site van de President. Waarschijnlijk is dit het voorlopige (laten we hopen) einde van dit rapport. Le Monde, met gevoel voor realiteit, laat dit doorschemeren.
Niettemin is het een belangrijk rapport met gegevens die tot nu toe nog nooit zo helder op dit niveau zijn gepresenteerd. Ondanks de stijgende vaardigheden in het behandelen van kanker, neemt het aantal gevallen schrikbarend toe. Voor het eerst wordt er 'zó officiëel' een samenhang geconstateerd tussen de snel toenemende allergieën en de lucht- en omgevingsverontreinigingen. Het 'nieuws' zit niet zozeer in die schrikbarende feiten, maar in de plek waar ze nu zijn gepresenteerd. Maar het grote publiek is er nog niet aan toe. Dat voelen Chirac en Raffarin haarfijn aan. Daarom gaat dit rapport low profile in de ijskast. Met de slachtoffers van dit beleid weten ze ook wel raad. Dat hebben ze bewezen met de 14 duizend extra doden in augustus 2003.
Nu is het wachten op de toevoeging van de grondwet van de zinssnede: "Chacun a le droit de vivre dans un environnement �quilibr� et favorable � la sant�." (Iedereen heeft recht om de leven in een evenwichtig en gezondheidsbevorderend milieu). Dat staat voor de komende maanden op het programma.
Het rapport zal pas worden aangehaald als actiegroepen het over enige jaren uit de verstoffing rukken om 'eindelijk' hun grondwettelijk recht op een gezondmakend milieu te krijgen. Helaas kan het ook een 'reden' zijn --voor anderen-- om die hele grondwetswijziging tegen te houden. Per slot heeft de elite er nog geen last van.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Maandag 16 Februari 2004
De drie beschouwingen uit New York Times die ik gisteren aanhaalde, gaan weliswaar over heel iets anders, maar de parallel met het 'nieuws' uit Le Monde is frappant. Het gaat ook om 'feiten' waar het grote publiek niet aan toe is. Politici verdringen die feiten, wellicht evenzeer in hun eigen ziel als in hun omgeving. Soms zien ze kans om zelfs "het overwegen van die feiten" als 'kwalijk' of 'strafbaar' de oormerken.
--"Hoe komen zulke feiten dan tòch vroeg of laat boven water? Hoe wordt het nodige denk- en onderzoekswerk daarvoor dan tòch verricht? Per slot is de mode, de cultuur --en vaak ook de wetten-- tégen"
Dat is de vraag die mij al vele jaren bezighoudt. Ik ben iedere keer blij en verrast als ik zie dat het weer eens gelukt is, want een 'systeem' is er niet voor. Het is 'ad hoc', het is 'toeval' als 'methode'. Maar vóór alles heb je er mensen voor nodig die inner oriented zijn, mensen die een norm in zichzelf vinden. Dat in tegenstelling tot mensen die outer oriented, dwz die hun norm en hun 'waarheid' vinden in (het aantal) mensen dat met die norm of waarheid instemt. Dat is een goede eigenschap voor politici en andere vormers van machtsgroepen. Niet voor de maatschappelijke taak waar ik het over heb.
Het drietal beschouwingen uit New York Times zijn voorbeelden van hoe inner oriented people aan-het-werk. Op het eerste gezicht hebben ze weinig samenhang, wellicht is die er ook niet. Maar het zijn wè; allemaal bouwsteentjes.
Paul Krugman, de iedere week haarscherp de Bush administration --niet Bush als persoon-- analyseert, met name de budgetdetails, wat dat is zijn vak, heeft in het nieuwe budget 27 foto's van de president geteld. Dat is een novum. Vroegere regeringen illustreerden het met grafieken e.d.
--"Mijn kritiek gaat verder dan het misbruik van de Staatsdrukkerij voor partijdoeleinden en persoonsverheerlijking. Het is de bewuste vervaging van de grens tussen achting voor het presidentsschap en voor de persoon van de president waar deze regering zich aan schuldig maakt. Bovendien zijn de laatste drie budgetten de meest bedriegelijke die ooit zijn verschenen", schrijft hij.
Hij herinnert aan het ontbreken van de kosten voor het na-oorlogse Irak en wijst op recente uitspraken van de militairen dat het nu begrote bedrag getal slechts tot September toereikend zal zijn. "Opzettelijke oneerlijkheid" is zijn verwijt.
--"Kritiek wordt afgewezen met 'Hoe durf je de intregiteit van onze president in twijfel te trekken', waarbij het toch duidelijk is", vervolgt Krugman, "dat deze man in zijn militaire dienst en in zijn latere zakenleven vaak kort door de bocht ging als het om zijn eigen voordeel ging. Hij beloofde enige tijd geleden op een persbijeenkomst om zijn boeken te openen, maar hij heeft die nooit vervuld".
(Ik lees zojuist dat de regering onder de hevige politieke druk van de laatste weken, opnieuw beloofd heeft de archieven van de Nationale Reserve omtrent 'luitenant Bush' te openen.)
Toch is Krugman realistisch en gelooft niet dat dit soort kritiek Bush de volgende verkiezing zullen kosten:
--"The sad truth is that people who have been taken in by a cult of personality --a group that in this case includes a good fraction of the American people, and a considerably higher fraction of the punditocracy-- are very reluctant to give up their illusions. If nothing else, that would mean admitting that they had been played for fools".
De andere beschouwing is van Bob Herbert. Hij beschrijft het boek "Bush's War for Re-election" van James Moore dat eersdaags verschijnt en waarin de feiten omtrent dienstplichtvervulling van Bush op een rijtje worden gezet. Allemaal vriendjespolitiek waardoor hij niet naar Vietnam hoefde. Maar ook zijn periode bij de Nationale Reserve zit vol met allerlei ontduikingen van verantwoordelijkheid voor eigen voordeel:
--"This issue remains pertinent because it foreshadowed Mr. Bush's behavior as a politician and officeholder: the lack of engagement, the irresponsibility, and the casual and blatantly unfair exploitation of rank and privilege"
De derde beschouwing is van een vakhistoricus die een biografie van Franklin D. Roosevelt schrijft. Hij gaat na welke generaals na hun legercarrière president zijn geworden of zich daarvoor hebben opgeworpen. Er zijn heel geslaagde voorbeelden: Eisenhower is er een van. Hij schrijft dat naar aanleiding van Wesley Clark, de generaal die de vorige week al uit de strijd stapte.
Maar de beschouwing gaat veel verder. Ze analyseert de relatie tussen de kwaliteiten als legerofficier en hoe zich dat later vertoonde tijdens het presidentsschap. Daarmee is het impliciet een rechtvaardiging van de vragen naar het gedrag van de Luitenant van de Nationale Reserve George Bush. In die zin is het een bouwsteentje voor de ontmaskering van de cult of personality die de Regering Bush rondom Zeuntje Bush heeft geweven. Alleen inner oriented people kunnen dat. Gelukkig zijn die er nog.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Dinsdag 17 februari 2004
Voor het weekend had ik de weekend-edities gekocht van alle 'grote kranten' alhier. Om eens te bekijken welke ik meer regelmatig zou willen kopen. Doordeweeks zijn de kranten soms erg 'provinciaal' en/of 'telegraaf-achtig', maar in het weekend laten sommigen zich toch zien als kwaliteitskranten met meer grondige beschouwingen. Daar wilde ik kontakt mee krijgen. Maar dit weekend leverde niets speciaals op. Er werd doorgeborduurd op de minister van gezondheid, Mevrouw Manto Tshabalala-Msimang.
Het schijnt wel een capabele dame te zijn, maar dat bleek niet uit de drie keer dat ze in het nieuws was de laatste week.
In verband met AIDS had ze gezegd dat dagelijks een beetje knoflook, een theelepeltje olijfolie en wat citroen het immuunsysteem beter zouden versterken dan veel medicamenten. Ik ben het daar roerend mee eens, maar onder die omstandigheden --en vanaf haar positie-- waar het AIDS-beleid op z'n minst ondoorzichtig moet worden genoemd, is het een lachertje. Haar entourage had haar daartegen moeten beschermen. Maar haar eigengereidheid is ook fameus. Het werd verder gekscherend en/of ontsteld afgehandeld met Ingezonden Brieven.
De tweede keer was op de dag van de opening van het parlement toen er een goed georganiseerde demonstratie was van artsen en medisch personeel. Zij weigerde die te woord te staan. Dat kwam haar te staan op uitgebreid commentaar van politici en commentatoren wat er in een paar dagen toe leidde dat ze met een aantal vertegenwoordigers van de artsen aan één tafel ging zitten.
Het derde geval werd ook door middel van Ingezonden Brieven afgehandeld. Natuurlijk werden daar hatelijke en hilarische verbanden gelegd met de twee voorgaande gevallen en met haar wèrkelijke verantwoordelijkheden als minister.
Het ging om een bezoek aan een restaurant(je) met enkelen van haar entourage waar zij de rekening weigerde te betalen omdat ze de geur van sigaren opsnoof. Zij deed dat echter pas na het genieten van de maaltijd. Die had ze zodoende voor niets.
'Krentekakkerigheid' werd natuurlijk een thema van kritiek. Ook bleek dat de hele rekening slechts 310 Rand (zo'n 40 euro) had bedragen wat weer het vergoelijkende commentaar uitlokte dat je haar zeker geen verspilling van staatsgelden kon verwijten. Het knoflook-olijfolie-citroen advies werd erbij gehaald als verder 'bewijs'.
Weer anderen benadrukten haar gebrek aan sociale moed. De demonstrerende artsen had ze hooghartig geweigerd. Die confrontatie durfde ze kennelijk niet aan. Maar tegen een kleine restauranthouder durfde ze wel.
Wat is dit voor een dame? Ik zal daar in de komende maanden eens extra op letten.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Woensdag 18 februari 2004
De Maandageditie van Die Burger, die hier altijd een dag te laat komt, bracht mij --als op een presenteerblaadje-- een paar bouwsteentjes voor het beeld van de minister van gezondheid, Mevrouw Manto Tshabalala-Msimang.
Onder de kop 'Manto wil mense van vigsmedisyne afhelp' staat er een verslag van een bijeenkomst met 200 traditionele genezers bij de opening van het centrum van de Mediese Navorsingsraad over traditionele Afrikaanse geneeskunst. De krantekop wil zoveel zeggen als: 'Manto wil de mensen van AIDS-medicijn afhouden'.
--"Ik probeer onze mensen te overtuigen dat ze beter traditionele medicijnen kunnen gebruiken dan anti-retrovirale middelen".
Afgezien van de duidelijke partijpropaganda --de verkiezingen zijn op 14 April en de ANC wil zijn tweederde meerderheid bevestigen-- vind ik het geen slecht doel. Er is een duidelijke oververheerlijking van de westerse medicijnen gesteund door het medische en farmaceutische establishment. De bestrijding van AIDS wordt er totaal door gedomineerd en staat lange-termijnplannen voor (gezond) water en electra voor iedereen in de weg zoals ik in februari en maart 2002 regelmatig beschreef. (Zie www.van-eyk.net/gerard/biblio/aidsesay.htm resp /aids-mrt.htm). Het is geen asperientje, schreef ik toen, het is zware chemo-therapie die het lichaam verzwakt. Ook toen schreef ik al over de verpolitiekte probleemstelling die geen alternatieven (geen deugdelijk wetenschappelijke zelfs) toelaat. In die zin is het moedig van Manto zich daarvoor in te zetten.
Blijft mijn twijfel over de partij-politieke motivatie, evenals mijn twijfel over een andere uitspraak op die bijeenkomst. Sprekend over de verschillen tussen de 'westerse' en de 'traditionele' benadering zegt zij dat "integratie moet worden voorkomen. Traditionele medicijnkunde is een wetenschap op zichzelf en moet op zijn eigen benen staan".
Wat moet ik hier uit lezen? Wil zij die kwetsbare ervaringskennis (voorlopig) beschermen tegen al te hardhandige 'moderne' wetenschap? Dan ga ik (voorzichtig) accoord. Of wil zij alleen maar de zieltjes van 'de traditionelen' koesteren en ze daardoor voor de ANC winnen?
Het is bekend dat de traditionelen AIDS als zodanig niet belangrijk vinden. Het is niet dodelijk, zeggen ze zelfs. Dat staat haaks op de politiek-correcte opvatting. Zij --de traditionelen-- behandelen slechts de 'opportune infecties'. Maar daarmee raken ze aan de kern van de wetenschappelijke discussie die door de politiek totaal eenzijdig is gemaakt.
Is Manto een slimme politica die zieltjes weet te winnen uit de frustratie over die vastgelopen strijd? Of is zij een slimme wetenschapper die hier een kans zit om langs een omweg de vastgelopen wetenschappelijke discussie weer op gang te krijgen?
In elk geval een dame om in de gaten te houden.

PSjes:
• De Brouillons Français en de English Notes zijn bijgewerkt.
• De formele eis tot schadevergoeding die ik bij de gemeente Upington heb ingediend, kun je lezen als een onderkoeld, maar minutieus, verslag van Mijn Klote Zaterdag. Hier klikken
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Donderdag 19 februari 2004
Met enige regelmaat baal ik stevig als ik weer eens met de gevolgen van de diefstal wordt geconfronteerd. Het missen van alle Van Dale's woordenboeken, de Collins, de Spaanse woordenboeken en boven alles mijn Encyclopædia Britannica is een herhaaldelijk terugkerend misnoegen. Ik heb nu alleen een beperkt vijftaligwoordenboekje. Enig in zijn soort, dat wel, maar de soort is zo beperkt. Het went maar langzaam.
De specificatie van 'mijn lieve kleintje', de Libretto 50ct, is natuurlijk ook heel gedateerd. Voor insiders: Pentium processer 75MHz, 16Mb RAM en 741Mb HD. Een doorsnee computer heeft nu tien- tot 20-voudige specs. De verdwenen 100ct had al meer dan het vijfvoudige.
Mijn dagboekpagina heeft geen technische toeters en bellen; ik maak die met Notepad. Dat geeft geen problemen. Maar als ik een moderne html-pagina wil lezen die ik van bv Le Monde heb gedownload, gaat mijn 50ct-tje niet alleen amechtig rekenen om al die moderne overbodigheden te verwerken, maar loop ook regelmatig vast. Ik hoop dat het aan software-overbelasting ligt en dat de hardware het uithoudt tot mei of juni als ik een 'èchte' zal aanschaffen.
En toen, bovenop deze 'ellende', brak gisteren de antenne van mijn pas aangeschafte super-wereldontvangertje. Fabrieksfoutje, denk ik. Dat beperkt mij tot slechts één FM-zender van het toch al schaarse lokale aanbod. Ik kom nu dus ècht muziek tekort. Snik, snik. Ik kreeg bijna medelijden met mezelf. Naast een nieuwe computer moet er dus ook muziekhardware komen. Bijvoorbeeld de nieuwe mini-iPod die morgen in de VS in de winkel zal liggen. Zie apple.com. Ik voel mij opeens 'in de rimboe' en van god-en-alleman verlaten.
Dit was een lament.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Vrijdag 20 februari 2004, Ghislaine jarig, Proficiat!!
--"Het regent hier nóóit", zegt 'iedereen' en in officiële terminologie heet het "minder dan 1 cm per jaar".
Toch heb ik in de korte tijd dat ik hier ben, al enige keren regeldruppels gezien. 's Avonds, maar ook overdag, kunnen de prachtige cumuluswolken opeens samentrekken en opeens vallen er zware druppels die op de hete grond als donkere kringen zichtbaar zijn. Daar blijft het bij. Althans tot gisteravond.
Toen begon het ook zo. Het onweerde intussen stevig. Vlak boven ons hoofd. Het eerste uur werd de grond nieteens egaal nat. Maar dat veranderde ook later op de avond. Het regende even dat het een lieve lust was. Vanmorgen, voor de huiseigenaar in zijn busje stapte om met de kinderen naar school te gaan, bestudeerde hij aandachtig de regenmeter. Ik zal hem vanmiddag eens vragen hoeveel het was.
Ik heb niet de indruk dat regen een substantiële bijdrage geeft aan de lokale economie. Eerder is het een stoorfactor. Een forse bui op het verkeerde moment kan de wijnoogst verpesten. De economie berust op bevloeiing. Daar is geen ruimte voor andere 'leuke ideeën'. Punt uit.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Zaterdag 21 februari 2004
Ik heb al eerder geschreven over de 'leugenachtigheid van onze cultuur', en ik kon er niet goed de vinger achter krijgen.
--"Ach kom, in de handel en de politiek werd de waarheid altijd al 'gemasseerd', en ben jij niet zelf een marketingman die beweert dat je de dingen altijd van 'de positieve kant' moet bekijken?" Kortom: 'Je ziet spoken'.
Maar . . . ik krijg medestanders!! Twee, en uit heel verschillende hoek.
In Le Monde van vandaag verschijnt een artikel onder de titel "Des Nobel mettent en doute l'int�grit� scientifique de l'administration Bush". Het gaat om een rapport van zestig VS top-onderzoekers uit vele wetenschapsgebieden, waaronder twaalf Nobelprijswinnaars die de regering Bush 'systematische feitenverdraaiing' verwijten.
Andere regeringen, zo schrijven ze, pasten 'de feiten' ook wel eens aan, maar hier gebeurt systematisch en op grote schaal. Wetenschappelijke commissies worden opgeheven en wetenschappers in dienst van de overheid worden gecensureerd en onder druk gezet. Het gaat over klimaatverandering, anti-conceptie, uitstervende plant- en diersoorten, volksgezondheid, medische research, effecten van kernstraling en vele andere thema's waarover deze georganiseerde feitenverdraaiing betrekking heeft.
Het is de Union of Concerned Scientists met als website www.ucsusa.org. Ik heb nog geen tijd gehad om dit op die site en in New York Times na te trekken. Het bericht in Le Monde zegt dat het rapport van 38 pagina's ongehoorde weerklank krijgt, en dat de site afgelopen Donderdag, na publicatie van het rapport op Woensdag, enkele uren ontoegankelijk was wegens overweldigende belangstelling van lezers en downloaders. (Eerder was er trouwens de Carnegie Endowment for International Peace, zie 9 januari, die de 'feiten' omtrent Irak aan de tand voelde.)
De tweede bron van bijstand ligt in Frankrijk zelf. Le Monde van 18 februari meldt het verschijnen van een "Appel contre la guerre � l'intelligence". Het is een campagne tegen wat ze noemen 'het nieuwe anti-intellectualisme van de Staat'. Het tijdschrift "Les Inrockuptibles" (probeer dat eens te vertalen; wat moet ik onder rock up verstaan?) komt met 8000 handtekeningen van leraren, onderzoekers, rechters en advocaten en intermittents du spectacle.
Met die "intermittents du spectacle" is dit interessante initiatief begonnen. Daarover schreef ik 27, 28 en 29 juli 2003. Dat ging over die vreemdsoortige 'financiering' van de franse cultuur (De Franse Cultuur!) door middel van sappelende jongeren in een smelkroes van creativiteit. "Parasiterende nietsnutten", probeerde de politiek die te noemen, terwijl cijfers het tegendeel bewezen. Lees die pagina's nog maar eens na, want ze staan opeens in een ander licht.
Deze 'zomergebeurtenis' bracht de Liga voor de Mensenrechten er toe om hun 'herft-universiteit' er aan de wijden. Het gaat om mensenrechten als een Staat met de macht die zij heeft --met name over de media-- grote maatschappelijke problemen reduceert tot eenvoudige tweedelingen.
    Tussen haakjes: (Welk 'verzet' is hiertegen mogelijk? Dit Dagboek?
    Het mobiliseren van Ongeruste Burgers? Of wat?)
Het voorbeeld dat ik de 3 februari noemde, waarin een aanzet tot een brede maatschappelijke discussie over laïcité werd gereduceerd tot "voor of tegen de sluier", komt er ook in voor. Maar er is meer. De recente discussie over psychotherapie werd voorgesteld als "psychiaters of charlatans". Eerder was het "linkse rechters of strenge politie". De 'keuze' in het financieringsprobleem van de Franse Cultuur was zelfs een non-keuze "les artistes : fain�ants ou profiteurs" (niksnutten of profiteurs). Het gaat inderdaad niet meer (neo-)kapitalisme versus socialisme. Het zijn de waarden van de Verlichting, De Werkelijke Mensenrechten die aan de orde zijn, terwijl het wordt voorgesteld alsof het om 'gezond-verstandzakelijkheid' gaat.
Ik hoop dat de discussie zich daarop toespitst. Niet alleen in Frankrijk. Misschien moet het neo-kapitalisme met een soort neo-verlichting worden bestreden. Het klinkt zo 'logisch' voor de 'centendenkers', in dit geval de Regering Raffarin als spreekbuis:
--"We moeten alles afkappen wat niet op korte termijn zichtbare winst oplevert"
Misschien maakt ons dat bewust van onze 'vergeten waarden': De Mensenrechten in onze dag-tot-dag praktijk. Die waren er eerst. Toen pas werd welvaart-voor-iedereen mogelijk.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Zondag 22 februari 2004
   "I am only a traveller who rests under the shade of a tree and leaves
   and departs . . . As I walk, I read and I write whenever I can"

Ik had het zélf kunnen schrijven. Het is niet zo. Maar het is wèl van 'een verwante ziel'. Tussen de vele blogs die gieren van opwinding en hitsigheid is dit een oase. Het is van een senior-ingenieur uit Maleisië --iets met publieke watervoorziening, begrijp ik-- die veel op pad is. Hij is niet zozeer een street observer, meer een soul observer, want zijn korte, beknopte, dagelijkse waarnemingen worden vaak aan de Koran gerelateerd of aan een gedicht. The Reader noemt hij zich. Je kunt er op 16 februari een foto van zijn zoon zien. Hij heeft hem een iPOD kado gegeven en hij luistert er niet alleen mee naar muziek, maar luistert/leest de Koran.
Zijn commentaar is: "I considered my money invested was paid in full. ICT is just a tool. It is our choice to use or to misuse it. That makes the difference between becoming winners or losers in our life"
Vlug gaan kijken: http://adib.typepad.com/blog
Technisch wil ik ook nog wel wat van hem leren. Hij laadt zijn dagelijkse tekst op per e-mail, verzonden vanaf zijn Palm. Hoe gaat dat? Dat moet ik Peter eens vragen. Die tipte mij over deze oase.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Maandag 23 februari 2004
Mijn informatie van 20 februari --dat het hier 'nooit' regent-- is onjuist. Dat was 'toeristeninformatie'. Op jaarbasis valt hier 180mm waarvan 120mm verdeeld over de maanden januari-april. Dat komt overeen met de droogste maanden (juli, augustus resp 17 en 34mm) aan de Middellandse Zeekust (Nice, Béziers, Perpignan, de droogste streek van Frankrijk). Die 180mm zou op zich voldoende zijn voor 'droge' schapenteelt (vijf schapen per km2) mits er bronwater is om mensen en vee drinken te geven.
Die nacht had het flink doorgeregend (ik sliep er doorheen) en de watermeter gaf 20 mm aan. De regen die er valt komt inderdaad in zulke donderbuien, vertelde de huiseigenaar, de hele of halve maandportie ineens. Voor de druiventeelt is het echter niet zo gevaarlijk. In Frankrijk kan (zomer)hagel vallen. Hier niet. Bovendien, anders dan in Frankrijk, waar ze het loof zoveel mogelijk verwijderen om de druiventros rechtstreeks aan de zon bloot te stellen, zorgt men hier dat het loof de druif tegen verbranding beschermt. Dus ook enigszins tegen zware regen.
Toeristisch gesproken was die info 'juist': De natste maanden hier komen overeen met de droogste van La Méditerrannée. Technisch was het onjuist. Sorry.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Dinsdag 24 februari 2004
--"Het geheel is omgeven door dik ondoordringbaar groen, palmbomen, omheining en andere struiken die ook meteen de horizon vormen"
Dat schreef ik de dag na mijn aankomst. Maar het is intussen niet meer zo. Het dikke 'ondoordringbaar groen' was een bamboe-achtig riet en wat bezem-achtige bomen. Er kwamen mannen met boomzagen die het in een paar dagen platlegden tot ik de spoordijk --en daarachter de uitvalsweg-- kon zien. Vrachtauto na vrachtauto ging volgeladen met takken weg.
--"Hoezo?", vroeg ik aan de eigenaar, "Het gaf mij juist zo'n veilig gevoel".
--"Maar het is niet veilig. Niet lang geleden hebben ze bij de buurman het hele huis leeggehaald langs de achterkant", zei hij monter.
Hij wees mij op voetpaadjes in dat 'ondoordringbaar groen' en op de nietigheid van het hek. Bij de buurman liep dat 'ondoordringbaar groen' tot vlak bij zijn huis. Wij hadden tenminste nog vijftig meter 'vrij schootsveld'. Het riet daarachter was zijn eigendom en hij wilde zijn tuin --lees grasveld-- uitbreiden en daar een echte, grote, hoge, deugdelijke omheinig neerzetten.
Nu zitten we in een onveilige tussenfase. Het terrein is open tot aan de spoordijk maar die 'deugdelijke omheining' is er nog niet. Ik weet niet of we slachtoffer zijn van de groeiende angstpsychose want 'iedereen' zegt: "Ook dit vroeger zo veilig-rustige Upington wordt steeds onveiliger zoals alles in Zuid-Afrika".
Of is het reëel?
Intussen heb ik hier nog steeds het gevoel in een vergroot copie van Cessenon te leven. De fruitbomen ontbreken, maar la huppe fasciée springt er lustig rond. Deze over-de-evenaar trekvogel zal ik in Juli in Cessenon terugzien. Dat geeft een vertrouwd gevoel. De rest kan me gestolen worden.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Woensdag 25 februari 2004
Het is nog vroeg in de morgen. Nog geen vijf uur. Ik was buitengewoon vroeg wakker en ik heb al een klusje achter de rug. Gisteravond was ik opeens doodmoe. Om acht uur lag ik er al in, en ben niet meer wakker geworden tot drie uur. Soms pakt dat wel uit als een 'siësta' en heb ik daarna nog een werkzame avond. Nu niet.
Deze vroege ochtenduurtjes zijn heel ontspannend. Ik ben dan helder, werkzaam, produktief en creatief. Het zijn de beste uurtjes van de dag. Nu niet. De donkerte van de onbeschermde tuin zit mij op de nek. Ik kan mij niet concentreren. Ik ga maar weer plat tot het licht is. Jammer van deze kostbare uurtjes. Die zijn mij al ontstolen door eigen schuld:
--"De mens lijdt soms het meest door het lijden dat hij vreest" (Vader Cats wellicht).
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Donderdag 26 februari 2004
Het schemert al. Ik was niet zo vroeg vanmorgen. Gisteren, toen het licht was, liep ik over het terrein en kon ik mijn angst van de voorgaande uren niet meer begrijpen. Ik kon alleen tegen mezelf zeggen:
--"Zo gaat dat kennelijk; opeens wordt je meegesleept".
Intussen gaat de kaalslag vrolijk verder, want ook de bossages van de buurman gaan voor de bijl (lees motorzaag), en de afvoer gaat wagen-na-wagen over ons terrein, want wij hebben een ruime uitrit naar straat. Als de arbeiders weg zijn, komen de vogels terug. Ze bekijken de ravage die de mensen hebben aangericht ternauwernood. IJverig pikken ze de wormpjes en zaadjes die door het omwoelen van de grond voor het grijpen liggen. Kassa!
--"Erst kommt das Fressen; dann kommt die Moral"
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Vrijdag 27 februari 2004
Een onverwachte 'zorg' dient zich aan, maar, sinds ik er een paar nachten over heb geslapen, zijn de scherpe kantjes er van af, en is mijn vertrouwen in de toekomst weer wat toegenomen: "Er komt vast wel een oplossing!", kan ik zeggen.
Het zou toch bepaald 'onleuk' zijn als ik vanaf 7 juni a.s. zonder rijbewijs zou zitten. Toch ziet het daarnaar uit. Argeloos begon ik een aantal weken geleden een correspondentie met de ANWB over de procedure.
--"Als u niet direkt na aankomst in Spanje uw rijbewijs tegen een Spaans hebt omgewisseld, moet u daar nu opnieuw examen doen. In NL kunt u het alleen verlengen als ingezetene. In uw geval moet u daarvoor minstens 183 dagen in een NLse gemeente zijn ingeschreven", luidde het lange antwoord kort samengevat.
En natuurlijk zijn er wat bepalingen over medische keuring, maar daar zit ik niet zo mee.
Ignacio zoekt intussen voor mij uit wat ik moet doen om in Mei a.s. rijexamen te doen in La Gomera --of Tenerife-- en daarvóór enkele opfrisrijlessen te nemen voor de 'Spaanse kneepjes'. En òf het kan in die korte periode.
Dat het niet in NL kan, is de grote tegenvaller. Per slot is het verlengd --rechtstreeks in Veendam als ik mij goed herinner-- in 1999. En toen woonde ik al officiëel in Spanje en had ik niet 'binnen een jaar na aankomst' mijn NLse voor een Spaans verwisseld.
Ik moet er niet aan denken . . . !!
Van de andere kant, als ik pretendeer nog goed auto te kunnen rijden, moet ik ook het examen kunnen passeren, ware het niet dat er zoveel oneigelijke zaken daarbij een rol spelen die het extra lastig maken: Vooroordeel tegenover ouderen, bepaalde op zich juiste gewoontes, maar niet 'volgens het boekje', wachttijden en andere formaliteiten waar ik al 'permanente reiziger' moeilijk aan kan voldoen.
Iemand zou voor mij Veendam eens moeten opbellen, of het Centraal Bevolkingsregister in Den Haag --daar sta ik ook te boek-- want van hier uit, vanuit een telefooncel, is dat verdraaid moeilijk.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Zaterdag 28 februari 2004
Voor mijn dagelijkse 'pittige wandeling' heb ik na wat zoeken een goed circuit gevonden. Het is wat saai, maar ik 'meander' of 'zig-zag' systematisch door villawijken om mijn negen of twaalf kilometer bij elkaar te krijgen voor anderhalf, resp twee uur marcheren.
Goede wandelruimte is een van de zwakke plekken in ZAse stadjes en dorpen. (Ook in Namibië). Het eenvoudigste is om een uur stad-uit te lopen en dan terug. Hier niet. Als je een half uur staduitwaarts loopt, ben je --per definitie-- in een township. Dat is een erfenis van de apartheid die nog generatie-lang zal voortduren. Als blanke kom je daar niet 'zomaar'. Dat is geen vooroordeel. Je tast hun domeingevoel aan. Als je er niet 'zomaar' komt, maar met een gericht doel om er --bijvoorbeeld-- contacten te leggen, zou het wel kunnen. Maar dat is niet het doel van mijn dagelijkse 'marcheerwandeling'.
Als alleen-marcherende blanke heb ik daar gewoon teveel bekijks. Zelfs in de villawijken waar ik nu loop. Iedereen stapt meteen in de auto om ergens heen te gaan. Blanken lopen niet. Op de stoffige schaduwloze paden --en de kaarsrechte autowegen-- tussen de verschillende wijken, die ook deel van mijn circuit zijn, lopen alleen zwarten. Ik groet die altijd in het Afrikaans met "môge" (goede morgen). Meestal groeten ze dan verrast terug. Ook de blanke villabewoners die in hun voortuin bezig zijn. Anderen kijken uitdrukkelijk afwijzend; alsof mijn aanwezigheid op hun domein onwelkom is.
Zo loop ik iedere ochtend door schaduwrijke villawijken, langs onbeschutte autowegen en over stoffige verbindingspaden. Wat je niet dagelijks water geeft is 'woestijn'.
De tuinen zijn groots en goed onderhouden. Perfectie is in de mode. Òf de eigenaars zijn rijk, òf de lonen zijn laag --vermoedelijk allebei-- want in iedere tuin werken twee of drie zwarte(!) bedienden, grasmaaiend, watergevend of op hun knieën onkruid uit reusachtige sappige gazons peuterend. Veel bomen herken ik van onze tuin in Cessenon, de Oleander, de Lagerstroemia en al die andere kleuren en geuren waarvan ik de naam niet ken.
PS Ik heb English Notes bijgewerkt.
terug eerste dagboekregel

Upington, Zuid-Afrika, Zondag 29 februari 2004, Schrikkeldag
Schrikkeldag! De vorige was acht jaar geleden. Weet je nog wel, oudje?
In de stapel documentatie die ze mij op het Ministerie hebben meegegeven is ook het "Witskrif oor 'n Nasionale Waterbeleid vir Suid-Afrika" van 1997. Eerder had ik de "Nasionale Waterwet" van 1998 doorgeworsteld. Boeiende literatuur, want het maakt duidelijk hoezeer die nieuwe waterwet een omwenteling is die alleen door het verdwijnen van de Apartheid kon worden overwogen. De waterverdeling was volledig gebaseerd op (witte!) landbouwbelangen. Het waterrecht was oorspronkelijk gebaseerd op Romeins-Hollandse rechtsstructuren die uitgaan van water als een bezit van iedereen.
Toch waren er wetten ontstaan die het water privé maakten. Allereerst het ondergrondse water; begrijpelijk vanuit de 18e eeuwse situatie dat je dat met de hand moest putten. Niet zo verstandig als dat ook betekent dat je met een motorpomp water tot ver voorbij je buren kon wegzuigen. En verder was er, haaks op dat romeinse rechtsbeginsel, het zgn 'oeverrecht' ontstaan. Eigenaren van de grond langs het water verdeelden het water onderling door lokale overeenkomsten waardoor een stad of een dorp slechts water kon krijgen door (dure!) grond te kopen langs de oever. De Boeren waren niet scheutig met water voor mensen die niet op hun 'plaas' (hun erf, maw 'familie en horigen') woonden.
Ten opzichte van het structurele watertekort in ZA werd een struisvogelpolitiek gevoerd. Er werden grote dammen gebouwd die het probleem uitstelden, want er zijn geen plekken meer waar zinvol nieuwe dammen kunnen worden gebouwd. Meer dan de helft van het beschikbare water wordt reeds gebruikt terwijl in landen als Namibië en Botswana die als 'droger' bekend staan méér per hoofd ter beschikking is terwijl slechts 5 à 10% van het beschikbare water wordt gebruikt.
Structureel staat ZA voor een 'watersnood'. Op de lijst van landen die in de gevarenzône zitten staat ZA op de 29e plaats met 1200 kiloliter water per hoofd per jaar.
Ook de Apartheidregering had wel oog voor dat probleem, maar in hun visie kwam de zwarte bevolking helemaal niet voor, en zeker geen rigoreuze oplossing als terugkeren tot de principes van het romeinse recht (en mensenrechten!!). De nieuwe Grondwet stelt dat 'iedereen recht heeft op toegang tot water', maar 20 miljoen inwoners (van de 42!) hebben geen riool en 12-14 miljoen heeft geen toegang tot veilig water. De kindersterfte in die droge gebieden loopt op tot 370 per duizend tegen 20 in de verzorgde gebieden.
De grootste waterverbruiker is de 'irrigatielandbouw' die 60% van het totaal verbruikt. Dat is echter de heilige koe, althans tot nu toe. Vroeger mocht het nooit gevraagd worden, maar nu is duidelijk dat zowel "werkgelegenheid per kubieke meter water" als "toevoeging aan Nationaal Produkt per kubieke meter water" ver beneden de mogelijkheden zijn van andere industrieën die echter door watergebrek, politieke onwil en kapitalistische kortzichtigheid niet van de grond konden komen.
--"We kunnen beter waterbehoevende produkten zoals levensmiddelen uit onze waterrijke buurlanden importeren dat duurzame goederen uit Europa of Amerika die we met een eigen industrie zouden kunnen maken".
Die conclusie mocht niet worden gehoord. Nu wel. De 'Boeren' hielden de illusie in stand dat landbouw de enige bron van welvaart was. Begrijpelijk. De Oranjerivier heeft nog geen 10% van de Zambezi. Alle ZAse rivieren tezamen hebben nog niet de helft van de Zambezi, waarbij komt dat die ZAse rivieren nog met buurlanden moeten worden gedeeld.
ZA is een land bedreigd door waterschaarste. Gemiddeld valt er 450 mm regen maar heel scheef verdeeld over het land. Hier in Upington 180 mm, nèt genoeg voor vijf schapen per km2. Het wereldgemiddelde is 860. Wat met stuwdammen gedaan kan worden is gedaan. Het gaat nu om structurele veranderingen in de waterverdeling en de waterbesteding.
Heel boeiend. Ik kom er zeker op terug.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek februari 2004