Mijn Dagboek 49

Dit is Dagboek 49. Het loopt van 1 tot 30 juni 2004 en begint in Cessenon als ik mijn draai nog moet vinden. Het eindigt midden in de teisteringen van de NLse periode. De stukjes zijn kort en hebben een hoog 'journaal-gehalte': Wat gebeurt er onder mijn ogen? Wat gebeurt er in mijn ziel? Welke projecten koester ik? Toch vind ik tijd voor de resten van het Franco-regiem en -mentaliteit in Spanje (14/6), een verrassend pleidooi van James Lovelock (van Gaia!) vóór nucleaire energie (4/6) en herinneringen naar aanleiding van de 60ste verjaardag van D-day (2/6).
Index Juni 2004
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30.

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Dinsdag 1 Juni 2004
Ik vind maar langzaam mijn draai. Géén plotse Pinksterverlichting op dat punt. Mijn handen jeuken, en ik word helemaal onrustig, omdat ik het achterstallige tuinwerk 'ineens' wil aanpakken. Het gras was gemaaid, maar lag op hoopjes te rotten. Onmiddellijk ingrijpen dus!
Maar verder beheers ik mij als andere karweien in het vizier komen. Ik heb besloten om 'eerst' tijd te nemen voor mijn marcheerwandeling. Dan voor dit stukje en wat daarvoor nodig is. Dat zijn zeer grote happen uit het tijdsbudget. Vandaar die onrust en die jeukende handen.
Een belangrijk lichtpunt --dit jaar-- is 'de verdomde haag'. Vrienden van Ghislaine hebben hier in November gelogeerd en de haag een forse 'winterknip' gegeven. Alleluja! Alleluja!
Andere jaren moest ik met mijn 'zomerknip' de 'winterknip' inhalen. De takken zijn dan niet alleen langer, maar ook dikker. Het kortknippen om het in zakken te krijgen en af te voeren is veel bewerkelijker. Twee keer knippen is 'totaal' minder werk dan alles in één keer te willen doen.
Ik betrap mij er intussen op dat ik uitkijk naar mijn reisgenoot, de hop. De hoeppe in het Afrikaans, en la huppe fasciée hier. Maar hij komt pas in Juli of Augustus. Ik wist al langer dat hij mij zowel hier als in La Gomera vergezelt, maar sinds ik hem ook in Upington regelmatig in de tuin zag --en weet dat hij een van de weinige over-de-evenaar-trekkende vogels is-- is hij mij extra lief geworden. Nog even geduld. Hij komt pas als het ècht warm wordt. Hij is een warmte-aanbidder, net als ik.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Woensdag 2 Juni 2004
Ik was vanmorgen pas om zeven uur aktief. De zon scheen al in mijn kamer. Wat wil je? Dat fameuze wakker-en-aktief-zijn om vijf uur, of eerder, hoort bij naar-bed-gaan vóór tienen. Dat kwam er de laatste dagen niet van.
Kennelijk in verband met de zestigste verjaardag van de landing in Normandië, zijn er films en documentaires op TV die daarmee verband houden. Zo zag ik gisteren nogal wat over de jonge De Gaulle vlak na de bevrijding, waarvan terloops gezegd werd dat hij geen goed woord had voor de 'Maquis', en verdere uitwijdingen over de complexe Franse schuldgevoelens in verband met 'Vichy', de Joden en nog zo wat.
Eerder deze week was er een herhaling van 'A Bridge Too Far' met Franse ondertitels zodat het NLs en het Duits helemaal tot zijn recht kwam. Met Eindhoven, Son en al die andere bekende plekken.
Het voelde allemaal heel lang geleden; de gebeurtenissen, en ook de film toen ik die voor de eerste keer zag. Hoe lang is dàt intussen geleden? Inderdaad, het was 'mijn' oorlog. Precies als in Venlo de maanden daarna. Maar hoe ver weg intussen. Ik zag hoe verse troepen bij burgers werden ingekwartierd, en een dag later hoe ze met bebloede koppen en lijken terugkwamen en het huis opeens een veldhospitaal leek. Precies zoals die nacht dat de Duitsers die enkele dagen tevoren bij ons waren ingekwartierd (wij woonden per slot toch in de kelder) op die vroege ochtend van 4(?) December 1944 met hun kameraden terugkwamen. Weggejaagd door oprukkende Tommy's.
Ik noteerde het als 'bekend'. Meer niet? Deed het mij nog wat? Na wat er sindsdien op de wereld is gebeurd? Ook het verlaten van het huis, met wat spullen op een handkar, de rest achterlatend: Zo begon onze 'evacuatie' ook. Alleen wij vertrokken in de sneeuw. Het was inmiddels Januari.
--"Wat doet het me nog?", vroeg ik mij af.
Ik bleef tot het einde kijken. Dat wél. Maar de vraag bleef hangen.
--"Ja, het is míjn geschiedenis. Maar wat kan ik ermee?"
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Donderdag 3 Juni 2004
Als ik in Cessenon ben, zoals nu, achter een dikke doornenhaag die een rechthoekig domein van twintig bij vijftig meter van de buitenwereld afsluit, en ik door een paar kijkgaten de buitenwereld bekijk, dringt zich de vergelijking op met Alphonse Daudet, Lettres de Mon Moulin. Maar natuurlijk is het anders. Alleen al omdat Daudet zich uitsluitend bezighield met dorpsroddels en -vetes die hij deels zelf veroorzaakte als ijverig deelnemer aan het sociale spel.
Mijn soort nieuwgierigheid is gericht op abstracte zaken, zoals gebeurtenissen ver weg en wat andere mensen denken en schrijven. Ik probeer dat in mijn binnentuintje op te vangen, te begrijpen en te duiden.
Ik bedoel 'binnentuintje' als metafoor, maar omheind door een fysieke haag, en levend in een prachtige tuin die alle aandacht eist, dringt zich ook de vergelijking op met 'Chance de Tuinman', de hoofdfiguur van Being There, de doodbrave tuinman die een afgeschermd leventje leidt in zijn stadstuin, en alles wat hij van de buitenwereld weet van de TV heeft opgestoken. De gebeurtenissen in de tuin zijn verklaringsmodel voor alles. Peter Sellers maakte daarvan de rol van zijn leven.
Dat soort gedachten drongen zich gisteren op toen ik bij een kopje koffie, aan een stil hoekje van een drukke bar van een bruisende hyper in Béziers terugkeek op mijn drukke shopping dag, en vooruitkeek naar mijn domeintje binnen de dikke doornenhaag.
Wie ben ik? Zit ik ergens tussen Aphonse Daudet en Chance de Tuinman? Is de wereld zo lineair? Of is het een driehoek? Een veelhoek? Is het ruimtelijk? Of zijn er helemaal geen vaste punten?
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Vrijdag 4 Juni 2004
James Lovelock is niet zomaar een wetenschapper die enkele belangrijke uitvindingen deed rond 1960 op het gebied van de massa-spectrometrie, en de aardbol als geheel wetenschappelijk te lijf ging met evenwichtsvergelijkingen. Hij was --daardoor-- ook een van de eersten die het serre-effect 'ontdekten' en de zelf-regulerende systemen van de aarde als geheel. De dichter William Goulding was een van zijn buren. (Ja, van 'The Lord of the Flies', Aldert belt net op en herinnert mij daaraan). Met hem sprak hij vaak over zijn ontdekkingen en visies. Goulding kwam met de Gaia-metafoor. Onder die naam is deze theorie bekend geworden en James Lovelock werd icoon van de 'ecologen' en het 'groene front'. Windmolens en 'duurzame energie' raakten in de mode.
In dit politieke spel werd de 'groene beweging' terloops ook 'anti-nucleair'. Tschernobyl was per slot een duidelijker signaal dat de sluipende verwarming van het heelal, en de oliemaatschappijen gaven dat misverstand hun zegen: 'Business as usual'.
Maar James Lovelock hield zijn voeten op de grond en ging verder met zijn evenwichtsvergelijkingen. Hij is 84 jaar en heel aktief. Hij gaf al langer steun aan pro-nucleaire bewegingen van ecologen. (Hij is dus een 'dissidente ecoloog'). Maar nu is zijn 'coming out' te melden. (Ook daar ben je nooit te oud voor.)
Op 24 mei schrijft hij een artikel in The Independent dat op de voorpagina verschijnt en meteen een positief redactioneel commentaar krijgt. Le Monde ontdekt het en publiceert op 1 mei een vertaling op de voorpagina.
"L'énergie nucléaire est la seule solution écologique, par James Lovelock". luidt de kop. Daar moeten de Fransen het maar mee doen. De Engelsen trouwens ook want daar heet het: "Only nuclear power can now halt global warming"
--"Het is een grotere bedreiging dat het terrorisme", schrijft hij in de aanhef.
Hij plaatst het risico van 'het nucleaire' in de kontekst waar het hoort, tussen de andere risico's die wij-als-individu en wij-als-wereldbevolking lopen. Dan zijn er veel ergere zaken.
De anti-nucleaire retoriek bedient zich van argumenten die zo absolutistisch zijn dat het goed is dat een nuchtere wetenschapper dat weer eens laat zien in een bredere kontekst. Daarvoor moet je niet alleen wetenschapper zijn, maar ook 'de politiek' wat kunnen relativeren.
Maar vóór alles moet je de moed hebben je los te maken van je rol als icoon van de 'groene beweging'. Ook dát laat Lovelock ons zien.
De artikelen hoef je gelukkig niet te zoeken in de betreffende kranten. Dat is vaak lastig als je geen 'lid' bent. Ze staan op de site van een Franse groene beweging die *niet* tegen het nucleaire is. Ik noem ze hier voor de printversie:
- www.ecolo.org/media/articles/articles.in.english/love-indep-24-05-04.htm
- www.ecolo.org/media/articles/articles.in.english/love-indep-McCa-24-05-04.pdf
- www.ecolo.org/media/articles/articles.in.french/lovelock-LeMonde-01-06-04.jpg
PS: (05/06/04) De bovenstaande .pdf (redactioneel commentaar) is op basis van een slechte foto, (62k). De .jpg (franse vertaling) is een goede foto, maar nogal 'lomp', (417k). Ik heb beide als elegante .htm ter beschikking, (<20k). Schrijf maar even.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Zaterdag 5 Juni 2004
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Zondag 6 Juni 2004
Het is 'ouderwets vroeg'. Pas half vijf, en ik zit al te schrijven. De hele week was ik 'laat'. Ik schreef er Woensdag over. Er zijn iedere avond films, documentaires en interviews in verband met "D-Day 1944-2004". Het werd telkens laat. Boeiend & interessant --dat wèl-- maar mijn ochtendritme was verstoord. Als de zon doorbreekt moet ik 'buiten' zijn. Niet in het half-donker naar een schermtje zitten turen. Dan moet ik mijn 'ochtendmeditatie' achter de rug hebben.
Maar vandaag heb ik 'mijn d-day'. Daarom liet ik gisteravond de TV voor wat die was. De climax was trouwens minder interessant dan de programma's van de voorafgaande dagen. Ik ging 'ouderwets vroeg' naar bed. (Grote zaken werpen hun schaduw vooruit.) Straks maak ik mijn Grote Wandeling. Ik ga 'over de berg' naar Olargues. Dertig kilometer ongeveer. Aan de rand van mijn mogelijkheden. Daar moet ik mij op voorbereiden en extra aandacht aan geven, want mijn dagelijkse wandeling is soms twintig maar meestal ruim tien kilometer.
Er zit ook een beetje revanche in. Op La Gomera had ik mijn twee tochten van dat kaliber voorgenomen. Een naar Hermigua --die ik al eerder had gemaakt-- en een naar Santiago, waarvan ik alleen enkele trajecten had verkend. Maar toen verzwikte ik mijn enkel!! Vandaar dat 'revanche'-gevoel.
--"Maar waarom tochten van 'dat kaliber'? Waarom 'revanche'?", zul je vragen.
--"Goede vragen! Die stel ik mezelf ook".
Dat zit zo.
Die dagelijkse wandelingen zijn nuttig, en zelfs noodzakelijk om mij gezond, fit en levenslustig te voelen. Ik ga nu niet in op de verklaringsmodellen. Die zijn goed gefundeerd, maar maken het daarmee nog niet 'leuk'. De 'Grote Wandeling' is er om de 'leukheidsfactor' op te krikken. Dat is een prestatie, het streelt mijn ijdelheid. De dagelijkse wandelingen zijn dan opeens trainingen-voor-een-hoger-doel. Het zijn de broodnodige 'strelingen van de ziel'.
--"Man braucht seine Streicheleinheiten", zei mijn moeder, en trok soms op een doordeweekse dag een extra-leuke jurk aan.
Zo zit dat.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Maandag 7 Juni 2004
De Grote Wandeling van gisteren was behoorlijk pittig. Ik moest zelfs even rusten. Ik was gestart alsof het een twee-uren tocht was. Te snel dus. Na twee uur, toen de klim begon, merkte ik het niet alleen aan de passeertijden, maar vooral aan mijn benen. Ik moest mij voortslepen. Ik kwam aan mijn grens, en moest even afhaken. Vlak voor de top gaf ik mij 'vijf minuten plat'. Het werden er zeven, maar dat was genoeg. De voorsprong van vier minuten die ik had vóór de klim, was een achterstand van veertien geworden. Na de rust, bij de afdaling, kon ik er mijn "gezwinde pas" weer inzetten, en reduceerde de achterstand tot acht minuten.
Dit zijn vergelijkingen met de vorige keer. Toen was het boven de vierhonderd meter bewolkt en druilerig. Toen liep ik de 28,8 km in 4u 42 minuten. Nu was het netto 4u 50 minuten. De vóórvorige keer was het vijf uur op-de-kop-af tot bij de Mairie van Olargues. Toen was het, net als nu, stralend, en met prachtige uitzichten.
Het is een mooie wandeling met veel variatie. De eerste twee uur gaan door betrekkelijk vlak land, met wijngaarden en door wat bos op minder dan 150. Daar loop ik vaker. In het derde uur is er een klim tot bijna 700 meter met steeds andere uitzichten. Dan is er een tamelijk vlak 'hoog traject' met uitzichten naar beide kanten, en tenslotte de afdaling. Deels geleidelijk, deels langs een steil voetpad. Tot slot is er een vlak traject door de tuinen van Olargues en een kleine klim tot bij de markt bij de Mairie. Ik maak er een 'meetlatwandeling' van, "om te zien waar ik sta", maar het is een mooie ontspanningswandeling.
De lering die ik er uit trek is dat ik er wat overhaast aan ben begonnen. Ik had beter nog een trainingswandeling gemaakt van vier uur. Dat is een leuk rondje van vier uur vanaf hier over St Nazaire de Ladarez en dan terug over Causses et Veyran. Dat had mij er op gewezen dat een twee-uurwandeling anders is. Ik hoor Zinedine Zidane op de achtergrond brommen:
--"Je speelt zoals je traint"
Ik zal het weer eens in mijn oren knopen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 8 Juni 2004
Het was een duffe dag gisteren. Natuurlijk was het 'rustdag', maar ik was niet vrolijk. Het tegendeel zelfs; ik moest me verzetten tegen deprimerende gedachten.
--"Was er wat?"
--"Nou en! Ik struikelde, en verzwikte mijn enkel opnieuw. Zondagavond. Hier in de tuin. Van mijn eigen stoepje!! Stom!!! Stupider kan het niet"
Gistermorgen schreef ik er opzettelijk niet over. Om mezelf op de 'positieve golflengte' te houden, maar het lukte niet. Ik blééf het voor mij zien: Wéér wekenlang huisarrest!
Ik bleef letterlijk en figuurlijk in mijn binnentuintje treuren. Ik probeerde TV. Ik probeerde een tochtje met de auto. Ik probeerde 'sjoppen', ook al had ik niets nodig. Dat laatste is een geheid succesnummer voor mij als streetobserver, het zet mij meteen op het andere been. Gisteren niet zo. Ik bleef maar mekkeren over die verzwikte enkel en die zwarte vooruitzichten.
Maar ik zakte ook niet weg. Per slot bracht ik de avond door met spelend-leren --lerend-spelen-- met de nieuwe laptop: Allemaal nieuwe dingen. Dat streelde niet zozeer de ziel als wel mijn 'inquisitive mind', mijn 'lebhafte Interesse'.
En vanmorgen ben ik er weer. Dat 'de schade meevalt' heeft er zeker aan bijgedragen. De gewrichtsband is zeker niet zo erg gescheurd/verrekt als de vorige keer. Mijn vensters naar de wereld zijn weer open. Ik keek weer met belangstelling naar het ochtendprogramma van TV-2. Altijd boeiend!
En bovendien zag ik dat de Zon vanmorgen Venus ontmoette. Er waren live plaatjes van de opkomende zon van het Observatorium van Parijs die dat illustreerden.
Ik ben er weer. Waarom was ik gisteren eigenlijk zo . . . ?
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 9 Juni 2004, Peter jarig! Proficiat!
Ik ben zojuist heel wat vrolijker wakker geworden dan Maandag toen het genot van terugkijken op een geslaagde 'pittige wandeling' werd vertroebeld door die stomme verzwikking, terwijl de vorige nog maar ternauwernood was genezen. Gisteren het ik wéér stevig gewandeld, wat bewijst dat die verzwikking van Zondagavond reusachtig meevalt.
Omdat mijn auto naar de garage in St Chinian moest, gebruikte ik de wachttijd van drie uur voor een wandeling van daar uit. Ik heb daar een boekje van. De wandeling had meer 'klim' dan zich liet aanzien. Toen merkte ik dat ik de klim van Zondag er nog niet voldoende had uit mijn benen gerust. Dat kan dan mooi vandaag. Zonodig morgen ook. Maar de enkel hield zich perfect. Ik had 'm met tape gefixeerd.
Vandaag wordt een echte aantrut- en rustdag. De rotzooi van mijn werktafel ga ik wat beteugelen, en de tuinslangen haal ik uit de winterberging als voorbereiding op de komende tuinonderhoudsroutines.
Drie maanden Cessenon zijn 'heel anders' dan drie maanden Upington, of drie maanden La Gomera. Daar heb ik geen stukje Moeder Aarde om te verzorgen. Daar heb ik alleen ontmoetingen. Dat is een heel andere binding. Het is een andere vorm van eeuwigheid.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 10 Juni 2004, Lisa 11 jaar! Proficiat!
Het is druk met de verjaardagen. Gisteren mijn oudste zoon 45. Vandaag mijn oudste kleindochter 11 en óók mijn oudste zus. Die ga ik straks bellen. Met Peter en Lisa heb ik dat genoegen gisteren al genoten. Want dat is het, zo'n verjaardagstelefoon'tje', een genoegen. Het is alsof je even op visite komt uit de verte. Even bijpraten 'om niet'. Gewoon om er even bij te zijn. Even bij-elkaar te zijn. Ik denk dat ik dat het meeste mis bij mijn status als réfugié pollutique: Het vanzelfsprekende ontmoeten; het niet opzettelijke en het toevallige. Het is nu zo 'planmatig'. Maar dat --zie ik terwijl ik dit schrijf-- bevat een grote portie 'idealisering'; een gedroomde werkelijkheid die er ook niet zou zijn als ik permanent in NL zou wonen. Ik moet mij daar niet in verliezen.
Gisteren had ik nòg een foon'tje' dat de ziel raakt. (Waarom hebben we in het NLs de gewoonte om hiervoor verkleinwoorden te gebruiken? Is dat 'kozend' omdat het je emoties kietelt? Of is het 'negerend', alsof je dat wil ontkennen?) Ghislaine deed verslag van een hoogtepunt van het lange en moeizame proces van 'haar boek'. Een jarenlang gekoesterd idee, maar evenzeer een dat ergernissen, frustraties --en wat al niet meer voor ongein-- had veroorzaakt. Ik heb het deels van nabij meegemaakt, want op onze gemeenschappelijke vakanties was 'werken aan het boek' altijd een van de bezigheden. Ik dacht dan mee, ik corrigeerde dan mee, maar ik hoefde de hele zorgen ervoor niet te dragen. Dat hebben we gisteren in dat 'foontje' nog even overgedaan toen ze vertelde van het feest van de officiële presentatie van 'Het Boek'. Het was als een bruiloft of een verjaardagsfeest. Ze stond in het middelpunt en kon 'oogsten': Toespraken, loftuitingen en kadootjes.
--"Jammer dat je er niet bij kon zijn", zei ze.
Dat vond ik ook . . . Van harte.
Van harte proficiat aan Ghislaine dus ook.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 11 Juni 2004
--"Communicatie kan de vreemdste hindernissen passeren, en blijvend vastlopen op minuscule drempels", schreef ik 24 Mei. Om de rariteit van het 'verschijnsel communicatie' te benadrukken, citeerde ik de smachtende woorden van een Spaanse zangeres die zich afvroeg of de 'communicatie' wellicht had plaatsgevonden via de 'dampen van de hand'.
--"'Als je er over nadenkt, begrijp je steeds minder waarom mensen elkaar überhaupt begrijpen', hoorde ik ooit, maar die spreker dacht dat begrijpen het doel was".
--"Dat is een misvatting. Lawaaiige bars, en vele andere sociale fenomenen, bewijzen dat".
--"Communicatie is de kunst om zo dicht mogelijk langs mekaar heen te praten", riep Albert.
--"Ha! ha! 'Zo dicht mogelijk!' Stel je voor dat ze elkaar raken".
--"Het toppunt van onbegrip . . . "
--" . . . is pas ware communicatie", interumpeerde ik.
Tevreden gingen wij uiteen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 12 Juni 2004
Het is al avond. En laat. Ik wilde vanmorgen schrijven. Natuurlijk, dat is de routine, maar ik werd afgeleid door een ander 'project', want daarvan heb ik er veel, teveel. Ik laat ze soms gewoon hun gang gaan en kijk 's avonds wat ervan terecht is gekomen.
Terwijl ik aan mijn 'marcheerproject' werkte dacht ik:
--"Ik schrijf: 'Geen Stukje Vandaag'".
Dat gaf mij wat rust, want ik moest ook nog boodschappen doen, wilde de uitnodiging voor mijn 75ste de deur uitdoen, en bovendien wat CD's rippen op de nieuwe computer. Dat pakte ik meteen na terugkomst aan. De lange wachttijden benutte ik voor een ander 'lievelingsproject'.
Ik ben namelijk bezig de tocht van Rémi in het boek 'Sans Famille' in een database onder te brengen. Daarvoor lees ik de meest authentieke uitgave die ik speciaal daarvoor bij de FNAC had besteld. (Er is veel 'namaak' en 'bewerking'. Ik heb mij laten adviseren door de vereniging 'Vrienden van Hector Malot', waarvan de voorzitster op de schrijver-zwerver promoveert.)
Maar in de late namiddag kreeg ik wroeging niet aan het 'haagknipproject' te hebben gewerkt. Dat was een mooie klus bij zonsondergang en de eetlust was mooi aangewakkerd toen ik daar na dik twee uur mee ophield. Niet 'àf' natuurlijk, maar wel lekker opgeschoten.
Toen was ik moe en wilde vroeg naar bed. Ik werkte nog even --lusteloos-- aan 'Hector Malot' en 'CD's rippen' en zapte nog wat op TV. Opeens viel ik in een programma met een reeks 'nummers' met uitsluitend acrobatiek, cabaret, goochelen en slangenmensen. De meest ongelofelijke bewegingen, vaardigheden en vingervlugheden. Ik raakte helemaal in de ban, en rustte zelfs uit terwijl ik er naar keek. Het werd laat. Toen dacht ik:
--"Ik schrijf 'het' stukje nog even"
Ik zal goed slapen. Alle 'projecten' kunnen mij gestolen worden. Tot morgen!
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag 13 Juni 2004
Het is vroeg. De ochtendgym heb ik al gedaan, maar verder laat ik mij niet afleiden door de vele 'projecten' die op de rommelige werktafel liggen en in mijn hoofd rondspoken. Vandaag houd ik het eenvoudig. Ik begin met een lange verkenningswandeling. Een paar dagen geleden ben ik 'zomaar' een weg ingeslagen terwijl ik een van mijn routinewandelingen maakte. Dat zag er leuk uit. Ik had geen kaart bij me. Nu neem ik de stafkaart mee om te zien op ik een doorsteek kan maken naar het dorpje Pierrerue, dwars door het Bois de Gineste (of er langsheen). Op de kaart ziet het er leuk uit. Wie weet?
Vanavond ben ik uitgenodigd voor de maaltijd bij Albert en Annelies. Ik kijk er naar uit. Wat er van de andere 'projecten' terechtkomt zie ik wel. De appelbomen uitdunnen, de voortuin maaien, de rozen nippen, de fiets repareren, planten watergeven, . . . enzovoort.
Ik moet er niet aan dénken!! Ik hou het eenvoudig vandaag.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag 14 Juni 2004
Bij het opruimen van mijn Spaanse Spullen vond ik nog een knipsel uit El País van mijn vertrekdag, 29 Mei. Het is een opinie-artikel van Vicenç Navarro, een anti-royalist die niet zo lang geleden nog via een ingezonden brief 'aan de bak' kwam. Zijn opinies bleken lange tijd door El País te zijn geweerd. (Zie mijn artikel ironianl.htm in /biblio van nov. 2000). Hij laat zich niet inpakken door de glamour rond het huwelijk van de kroonprins de week daarvóór. Hij wijst er op dat de koning, Juan Carlos, terecht heel populair is, maar dat zijn aanhangers daarom nog geen 'royalist' zijn. Hooguit mag je die mensen 'juancarlistas' noemen. De glamour rondom het huwelijk is er op gericht is daar ook 'felipistas' te maken en zo het koningshuis te bestendigen. Oppassen dus, want, zo betoogt Navarro, een niet-gekozen hoofd van de staat is-en-blijft gevaarlijk voor de democratie. Een van zijn argumenten is dat de 'sociale afstand' naar 'de basis' veel geringer is. Maar op die discussie ga ik nu niet in.
Hij wijst er niet alleen op dat 'het koningshuis' bij het ontstaan van de dictatuur behoorlijk boter op het hoofd heeft (dat is met name de vader van Juan Carlos), maar ook dat Juan Carlos nu nog openlijk zegt dat er in zijn nabijheid 'geen kwaad woord' over Franco mag vallen.
Verder haalt hij de verklaring van het koningshuis van 18 juli 1978 (dus twee jaar na het herstel van de democratie) waarin de militaire staatsgreep van 1936 wordt herdacht en Franco wordt geprezen als de grote initiator van de vernieuwing.
(Als deze feiten ook maar de geringste twijfel zouden oproepen zou El País dit niet hebben toegelaten. Daarvoor is deze materie te gevoelig. Navarro komt met 'ongewenste feiten', en El País is wel bereid daaraan mee te werken mits het dubbel en dwars wordt gecontroleerd. De relatie tussen El País en Navarro speelt zich af op het scherp van de snede.)
Deze 'grote vernieuwer' heeft Spanje een economische, sociale en culturele achterstand gebracht. Toen de dictator stierf was Spanje het land met het hoogste percentage (84%) ongeschoolden van Europa. Aan deze feiten voegt Navarro nog enige getallen toe 'waarover men niet spreekt'. Het aantal gefusilleerden in de posguerra (dus na 1939 toen de burgeroorlog voorbij was) staat officiëel op 192.684 en daarvan zijn 30.000 'vermisten'. Hetzij omdat de gevangenisregisters zijn vernietigd, hetzij omdat 'huidige autoriteiten' nog weigeren die vrij te geven. Het gaat om de wekelijkse fusillades en andere politieke moorden en 'ontvoeringen' tot in de jaren zestig.
De militaire coupe vond plaats met instemming en steun van de kerk en het koningshuis. Geen van beiden hebben zich daarvoor ooit verontschuldigd. Intussen wordt gesuggereerd dat Juan Carlos, het koningshuis en 'de adel' tot de 'fascistos cultos' behoorden (waarover ik 21 Mei schreef), en in het geheim de terugkeer naar de democratie voorbereidden. Dat is geen houdbare stelling; hooguit --zoals blijkt uit de studie van Jordi Gracia, La resistencia silenciosa (het stille verzet)-- geldt dat voor bepaalde individuen.
Navarro heeft weer eens wat feiten 'waarover men niet spreekt' een stapje dichter bij het grote publiek gebracht. Het Spaanse establishment is nog lang niet democratisch. De linksen zijn slechts 'toegelaten' tot het parlement. De linkse symbolen van toen zijn nog steeds officiëel verboden en de rechtse symbolen (standbeelden en straatnamen van Franco o.a.) zij nog lang niet verwijderd. De regering Aznar heeft daar weinig aan gedaan, integendeel. Zij werd met recht een "8-jarige voortzetting van die mentaliteit" genoemd. Misschien dat de nieuwe regering beter meewerkt aan de verwerking van dit pijnlijke Spaanse verleden. Het ziet er naar uit. Het wordt hoog tijd.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 15 Juni 2004
Sinds gisteravond heb ik het gevoel dat ik mijn zaakjes op orde heb sinds 'de verplaatsing'. Ik ben 'aangekomen' in Cessenon. Ik kan nu aan volgende stappen denken, o.a. beslissingen nemen voor mijn reis naar NL.
'Aankomen' heeft in Cessenon veel voeten-in-aarde. Vrij letterlijk ook wegens de tuin. Het is heel wat anders om een lege pensionkamer naar je hand te zetten. Je stapt er met enkel-een-koffertje binnen. Hier moet ik duizend vierkante meter onverzorgde tuin, en een huis met "vanalles" in de winterberging, weer in-de-klauw te krijgen.
Het vorig jaar was dat een heel frustrerende ervaring. Ik was niet in een al te beste conditie, en 'mijn plan' eiste dat ik al vlug naar NL doorreisde; vóór ik mij in 'Cessenon' had gesettled. Héél frustrerend. Het ontheemde gevoel duurde nog lang na mijn terugkeer. Kennelijk moet ik iets 'af' hebben voor ik verder kan reizen.
Daarom had ik --als revanche-- dit keer geen (vast) plan uitgestippeld voor mijn escapade naar NL. En inderdaad, zo werkt het. Gisteren bereikte ik de kritische mijlpaal van mijn thuisvoelen --de haag is 'af'-- en meteen kan ik ordelijk denken aan de volgende reis.
Het was de dreiging van regen-en-onweer die mij gistermorgen om tien uur deed besluiten de haag 'endgültig' aan te pakken. Ik wilde niet nog een of twee dagen door 'nattigheid' worden vertraagd.
--"Van nu tot klaar", riep ik.
Zodoende werkte ik non-stop van tien tot vier dat het een lieve lust was. Boodschappen doen liet ik schieten, en lunchen deed ik staand met twee overgebleven bananen. Om vijf uur regende het. Heel voldaan --met spierpijn 'all over'-- heb ik ernaar zitten staren met een pilsje. Bevredigd tot op het bot. Ik heb weer eens mijn eigen ordelijke plekje op deze chaotische wereld veroverd. Met eigen handen, met eigen lijf en met eigen spieren. Dat is de kern van het genot.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 16 Juni 2004
Het genot van de bereikte mijlpaal bleef gisteren voortduren. Ik kreeg weer overzicht, en kon beslissingen nemen. Zaterdag 19 vertrek ik naar Parijs en Maandag 5 reis in van daar terug naar Béziers. Daartussenin --Parijs, Kortrijk en NL-- moet nog worden ingevuld, maar het denkraam stáát er. Nu 'de haag' klaar is, komen de secundaire klussen wat rustiger in het vizier. Toen de hoofdklus nog niet af was, leek de tijd die ik er aan 'moest' besteden verloren tijd. Naast een flinke onkruiduitrukbeurt, een laatste gazonknip en het installeren van tuinslangen 'and all that', zie ik opeens ook dat de kersen af moeten. Het zijn er niet zoveel dit jaar, maar het wordt een vieze klus want de boom zit vol vettige 'zwarte beestjes', de 'puceron'. Het zij zo. De kersen zien er prachtig uit. De boom niet. Daarna ga ik wel onder de douche.
Intussen genoot ik de hele dag van de geslaagde 'revanche'. Daar zit het woord vainqueur in. Overwinnaar, triomfator: Her-winnen zogezegd. Terwijl ik er van genoot, keek ik nog eens goed naar dat gevoel. Het reikt verder dan 'een moment van glorie', verder dan overwinnen-van-iets. Het is ook heel lijfelijk, persoonlijk, intiem. De gefantaseerde --bewust ingebeelde-- werkelijkheid valt opeens samen met de waargenomen werkelijkheid. Het klikt. Het is een hersenstorm. Het lijf tintelt en vibreert.
Ik moest denken aan Jean Houston, die mij ooit een oefening liet doen om een kundalini te ervaren, de bijzondere lijfelijke sensatie waarover 'de oude boeken' over spreken. De Indiaase, wel te verstaan.
Rechtopstaand liet ze ons met de allergrootste aandacht full circle linksom en rechtsom draaien. En vervolgens --even intensief-- 'in gedachte' dezelfde bewegingen. Toen beide 'bewegingen' goed waren verkend en ingeprent, vroeg ze om 'in gedachte' linksom te draaien en tegelijkertijd 'in werkelijkheid' rechtsom. In diepe concentratie natuurlijk. Na honderdtachtig graden, halfweg, valt opeens de gefantaseerde werkelijkheid en de waargenomen werkelijkheid samen. Tot in de toppen van mijn vingers, en tot in het puntje van mijn neus, voelde ik de tinteling; met het ruggemerg als gloeiende kern. Diepere lijfelijke sensatie ken ik niet. Daarna ziet de wereld er helemaal nieuw uit. Daarvan maak ik nu een kleine afspiegeling mee.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag 17 Juni 2004
Ik maak het kort vanmorgen. Het wordt een volle dag en ik zou alleen kunnen vertellen van de mediterrane zonsopkomst, van de was die buiten hangt, van de kersen die ik gisteren plukte van de boom vol zwart-kleverige puceron (vandaar die was) en nog meer van dat soort ongein die hoort bij het 'verzorgd achterlaten' van mijn paradijsje. Niet dus.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag 18 Juni 2004
Het is de laatste volle dag. Ik heb een tevreden gevoel als ik terugkijk op de drie weken die ik op deze plek ben. Het was 'verrekte hard werken' om de tuin zover te krijgen. Gisteren begon die er eindelijk een beetje uit te zien zoals het hoort. Natuurlijk worden de on-affe klussen ook zichtbaarder, en voelt het pijnlijk dat ik het gazon meer dan veertien dagen niet kan 'bijhouden'. Die 'investering' gaat verloren.
Het voelt daarentegen goed dat de niet-tuinklussen niet heb verwaarloosd. Andere jaren, en vooral het vorig jaar, zorgde dat voor een behoorlijke kater. Ik heb de New York Times en Le Monde die dagelijks in de bus valt verschillende malen ongezien deleted, om van een regelmatige inspectie van de Süddeutsche en The Guardian maar niet te spreken. Wèl volgde ik de politieke commentaren op radio en TV en heb ik met smaak de rel tussen Chirac, Zarkozy en Raffarin gevolgd. Maar geen 'geschreven reflecties' daarover.
Op 'studieus terrein' had ik drie projecten die ik aandacht ben blijven geven. (Nooit genoeg natuurlijk, maar nu, op de vroege morgen van de laatste volle dag, cultiveer ik positieve gedachten.) Ik ben halfweg het boek Sans Famille dat ik excerpteer op topografische gegevens en in de database van mijn nieuwe computer stop. Zodoende krijg ik die 'noviteit' --en daarmee WindowsXP Familiale en het Franse AZER-toetsenbord-- ook wat in de klauw. (Voorbereiding op de volgende week als ik mijn nieuwe reiscomputer zal hebben met XP Professional.)
Het derde project was het vullen van mijn baladeur, mijn iPod, maar dan van een ander merk. Daarvoor moest ik mij óók in een aantal leerprocessen storten op computer-gebied. Veel ergernisjes --wezenlijk voor 'leren'(!)-- maar ik heb mijn lievelings-CD's al voor een groot gedeelte in het kleine kastje gefrutseld met behulp van WindowsXP Familiale. (Bijna 500 tracks en de 20Gb zijn nog voor geen 10% gevuld.)
En dan was er nog mijn 'meta-project': Hoe houd ik mezelf goed in de rails. De discipline van het dagelijkse wandelen en de routines die mijn zieltje schoon en optimistisch houden. Soms is het 'treuren in mijn binnentuintje', terecht of onterecht, maar daarna trek ik mij toch weer als een Baron von Münchhausen aan mijn schoenveters uit het moeras omhoog. Dat heb ik ook deze drie weken bevredigend gedaan.
Tot zover mijn ochtendgebed.
--"Nu als-de-sodemieter aan het werk, want er is nog verrekte veel te doen!!".
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag 19 Juni 2004, vertrekdag
Vandaag naar Parijs! Om te beginnen, maar de verdere reisdetails liggen nog niet vast. Een aantal afspraken 'hangen' nog, of zijn verschoven. Hoe dan ook, de reis zal 'achteruitgang' betekenen, en dat maakt mij niet vrolijk. De adembenemende luchtvervuiling waarvan 'de lokalen' weinig merken, en de magere zonneschijn.
Maar . . . daar staan een aantal warme ontmoetingen tegenover, hartverwarmende, dat weet ik zeker. Al die familie en vrienden, die de rest van het jaar 'virtueel aanwezig' zijn, zal ik opeens ècht zien en ècht voelen. Daar kijk ik naar uit, zal goed op mezelf passen en verder . . . après nous le déluge. Ik zal er "tzt" met genoegen op terugkijken.
terug eerste dagboekregel

Parijs, Zondag 20 Juni 2004
De eerste etappe is gerealiseerd. Ik ben in Parijs in mijn flatje. Ik heb al een afspraak met een zeer matineuze dame achter de rug. (Om acht uur). Morgenvroeg ga ik met haar een noot kraken bij de Franse Belastingen die mij --terecht, onterecht of teveel-- belasting laten betalen. Vanmiddag bezoek ik een andere vriendin die ik lang niet heb gezien.
Inmiddels is meer duidelijkheid gekomen in het verdere verloop van deze week. De mogelijke afspraak in Kortrijk /België gaat niet door, dus ik ga regelrecht naar NL om in Rotterdam een vriend te bezoeken, een computer te kopen en vervolgens naar Utrecht om van mijn kinderen en kleinkinderen te genieten. (En het omgekeerde mogelijk te maken). Ghislaine zie ik pas Zaterdagavond.
Dat is het èchte reizen: 's Morgens niet weten welke plannen je 's avonds hebt, laat staan waar je heen gaat. De èchte reiziger zegt dan ook:
--"Ik ben altijd érgens".
Voor sommigen een cerebrale platitude. Voor mij de kern van mijn 'Dasein'
terug eerste dagboekregel

Parijs, Maandag 21 Juni 2004
Straks, om negen uur, heb ik de afspraak met Les Impôts. Dan zal blijken of ik onmiddellijk aktie moet nemen. Dan zal ik ook weten of ik metéén kan doorreizen naar Rotterdam. Zo niet, dan hoop ik dat ik morgen verder kan reizen. Ik heb in Parijs verder niets te zoeken dan 'stiklucht'. Wegwezen dus! De vriendin waarmee ik gistermiddag een lange wandeling maakte langs het Canal St Martin waarschuwde mij dat de TGV naar Brussel (vijf per dag!) altijd tjokvol zit. Op 'last minute' rekenen is heel riskant.
Maar de wandeling door zonnig-voorjaars-Parijs was een genoegen. De straten langs beide zijden van het kanaal zijn op Zondagen verkeersvrij gemaakt. De Parijzenaars ontdekken een nieuw soort wandelen-met-de-familie op Zondag. Straat-artisten maken het feestelijk. De burger-wandelaar heeft weer een stukje Parijs heroverd.
terug eerste dagboekregel

Rotterdam, Dinsdag 22 Juni 2004
Gisteravond, 1838, haalde Erik mij van CS af. Ik was in Rotterdam. Geslaagd!
Het buitenlandersbureau van Les Impôts deed niet moeilijk. De achterstallige belasting kan alsnog zonder boete worden betaald. Per slot zijn zij het zelf geweest die de aanslagen niet zorgvuldig hadden verzonden, zodat ik pas na vier jaar die van 1999 in handen kreeg in de vorm van de zoveelste aanmaning. De Spaanse Correos staan nergens voor als het niet CERTIFICADO is.
Toen gepakt-en-gezakt naar Gare du Nord. Bij het 'last minute'-kantoortje van de Thales was er nog een trein naar Brussel om 1425. Géén dóórgaande. In Brussel een uur wachten. Zo lang moest ik ook op Gare du Nord wachten. Op die manier heb ik veel 'station' opgesnoven. Met genoegen de sfeer, het gedoe, de kiosken en de reisromantiek. Met tegenzin de lucht. Het zij zo. Ik hoef nu nog maar dertien dagen.
Hier ga ik mijn nieuwe computer kopen en wat gezellige uurtjes met Erik doorbrengen. Ik probeer Patrick ook nog even te zien en vanavond reis ik door naar Utrecht. Jammer dat ik mijn NLse SIM niet bij mij had. (Die ligt in Eindhoven NB! Vergeten dat ik die aan Ghislaine had uitgeleend.) Zodoende ben ik alleen bereikbaar op mijn Franse nummer +33689146961
De zon komt stralend op. Ze schijnt breeduit in mijn binnenstadse logeerkamer. Wat wil ik nog meer?
terug eerste dagboekregel

Utrecht, Woensdag 23 Juni 2004
Ik ben weer een stukje verder NL binnengetrokken. Ik logeer bij Martine, mijn dochter. Peter, mijn zoon, woont in dezelfde stad. Allebei met partner en twee dochters. Ik ben dus helemaal en famille. Tot Zaterdag zal ik hier blijven. Genot!
Met mijn verbindingen is het slecht gesteld. Niet alleen mis ik mijn NLse SIM, maar de Franse blijkt het ook niet te doen. Ik kan er wel SMS mee versturen. (Ontvangen moet nog blijken). Maar e-mail is probleemloos. Zaterdagavond heb ik weer mijn NLse SIM. (+31 642 464 341)
Gisteren, in Rotterdam, heb ik mijn nieuwe lichtgewicht laptop afgehaald bij Correct. (Sony Vaio TR2MP, voor kenners.) Tussendoor, als de kinderen naar school zijn bijvoorbeeld, zal ik die rustig inwijden. Bij Correct kreeg ik gelukkig ook mijn korte-golfontvangertje terug. Het was in reparatie (garantie), maar volgens de eerste berichten was het pakje uit Spanje nooit aangekomen. Mijn naam kwam niet voor in hun computerarchieven. Ik zou mij dus allereerst bij de Spaanse Correos moeten vervoegen. 'Die staan nergens voor' schreef ik gisteren nog, dus incasseerde ik het verlies al 'in gedachte'.
De bediende had het opgegeven. Toch hebben we de computer gevraagd of hij wellicht het type nummer ICF SW07 had gezien. Dat was het vorig jaar speciaal voor mij besteld, dat model hadden normalerwijze niet in voorraad. Daar wist de computer wel raad mee. Het ding lag, gerepareerd en wel, op mij de wachten. Hij wist zelfs op welke plank. Maar onder een andere naam. Bijna had ik Correos vals beschuldigd.
Helaas geen zonnige zonsopkomst zoals in Rotterdam. Het is grijs en het regent wat. Hopelijk is het vanmiddag beter, want dan ga ik met Lizette wandelen. De weergoden zullen mij dat toch niet afpakken?
terug eerste dagboekregel

Utrecht, Donderdag 24 Juni 2004
De weergoden hebben wel geprobeerd mij de wandeling met Lizette af te pakken, maar met matig succes. Nadat ik haar om twaalf uur van school had afgehaald, wandelden wij tot diep in de prachtige bossen. Zon en regen wisselden elkaar snel af, zodat onze wandeling niet écht werd verstoord. Het had de charme van een 'Hollandse Wandeling', want de voorspelling luidde 'storm zoals herfststormen kunnen zijn'. Loodgrijs was de lucht aan de ene kant, en de zon scheen 'lekker-puh!' door de wolken aan de andere kant. Regenjas aan! Regenjas uit!
De uitspanning waar wij na een uur wandelen hadden willen smikkelen --De Veldkeuken-- was onbereikbaar omdat de bospaden waren afgesloten met borden " . . .WEGENS STORM GEVAAR VOOR VALLENDE TAKKEN".
De takken van de reusachtige dikke rode beuken van het Utrechtse Bos rondom 'Fort bij Rijnhauwen' zien er zelf ook imposant uit. Dus wandelden wij respectvol terug. 'Het Pannekoekenhuisje' was een goed alternatief. Daar barstte de regenbui pas goed los. De harde wind ook. We bleven op het overdekte terras, en trotseerden de spetters op de hoogtepunten. We babbelden over vanalles. Lizette --acht jaar-- is een alerte observater. Ze weet haarfijn uit te leggen wat ze ziet, en wat ze ervan vindt. Genot!
Intussen raasde de wind en regende het met bákken. We dachten even aan het bellen van een taxi. Maar ziet! Toen we na de pannekoeken, het andere lekkers en de thee eindelijk weer zin kregen in wandelen, ging de wind liggen en beperkte de regen zich tot een enkel Hollands Buitje. "Regenjas-aan, regenjas-uit" kwamen we thuis. Zelfs de weergoden kregen die opa-kleindochter relatie niet stuk. Integendeel.
terug eerste dagboekregel

Utrecht, Vrijdag 25 Juni 2004
Gisteravond heb ik doorgebracht bij Peter en de kinderen. Het gezin staat in het teken van het naderende jeugdsongfestival van de AVRO. De oudste zit in een ploegje van vier dat in 'de selectie' zit. Druk met heen- en weer tuffen naar Hilversum, de kapper, de dans- en zanglessen. Gisterochtend hadden ze de cameraploeg over de vloer en de volgende week zijn de foto-sessies. Media-geweld, maar het gewone leven gaat gelukkig door. Op www.fourstars.nl kun je het wel en wee --en 'het' liedje-- van de vier meiden zien, en een aanmoediging in het gastenboek schrijven
Hier, logerend bij Martine, breng de ik kinderen wandelend naar school, en haal ze af. Ik geniet van de NLse fietscultuur, vooral van de 'subcultuur' van fietsende moeders op weg naar school met kindertjes achterop, voorop, in een aanhangkarretje, of nog wat onhandig slingerend op een klein fietsje ernaast. Ik stel mij voor dat ik hier rondloop met een van mijn Upingtonse kennissen en kijk hoe zij verbaasd naar deze andere wereld kijkt. Het gedoe op het schoolplein en de fietsen hier in Oudwijk of in de binnenstad. Zij is onderwijzeres op een van die reuzescholen waar je alleen per auto kunt komen, die alleen gevoed worden met schoolbussen. Niks fietsen en wachtende moeders --met een enkele verdwaalde vader of opa-- op het schoolplein.
En verder slaat de moeheid toe. Weinig zon en warmte. Ik moet nog tien dagen. Ik ga rustig door met ademhalen. Daar houd ik het bij voor vandaag.
terug eerste dagboekregel

Utrecht, Zaterdag 26 Juni 2004, reisdag
Straks ga ik nog een grote wandeling met Lizette maken. Dan is het inpakken en wegwezen en dóór naar Eindhoven. Ghislaine komt vanavond laat thuis. Ik zal naar haar uitkijken.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, NL, Zondag 27 Juni 2004
De grote wandeling met Lizette ging langs de Kromme Rijn en Amelisweerd. Met nóg wat kronkels --en een escapade naar Bunnik waar we lammetjes zagen-- belandden wij in Het Pannenkoekenhuisje. Woensdag hadden wij er --gezellig, dat wel!-- geschuild voor de storm en de regen. Nu zaten we buiten in de zon. Martine en Lambert kwamen met de fiets en verhoogden de feestvreugde van 'allemaal lekkere dingen'. Afscheid dus.
Hier kwam ik in het huis van Ghislaine wat in het teken stond van de 'razende drukte' waar ze sinds de presentatie van haar boek ik was verwikkeld. Overal stapels onaffe-zaken waar ik mijn plekje --beter: 'plekjes'-- moest zoeken. In afwachting van de terugkeer van haar 'wervelende toernee' ging ik rustig in bad en zette onze traditionele ontmoetings-bubbeltjeswijn klaar. Tegen middernacht --eerder dan voorspeld-- kwam ze thuis.
Puntje . . . Puntje . . . Puntje . . .
Ik kijk terug op de dag van gisteren. Afscheid in de ochtend, hereniging in de avond en daartussenin 'ik-met-mijn-koffertje' verwonderd reizen door het NLse landschap. De trein van Utrecht naar 's Hertogenbosch was vervangen door een bus. Bij de binnenkomst van de stad werden we verwelkomd door een demonstratie 'Reclaim The Street'. Terwijl we wachtten, dacht ik aan de wandeling in Parijs, met Licia, verleden Zondag, langs de verkeersvrij gemaakte boorden van Canal St Martin. Ik filosofeerde wat over het vóórlijke Holland dat --op dit punt althans-- achter lag op Parijs.
In Eindhoven belandde ik in de drukte van het jaarlijkse 'Fiesta del Sol'. Geen spiertje zon, alleen druil. Diep in het Griekse restaurant nam ik een hapje. Ik wilde de treurnis van die Hollanders op het terras --die net deden alsóf-- niet even zien. Gelukkig hoef ik nog maar acht dagen.
terug eerste dagboekregel

Cadzand, Zeeuws-Vlaanderen, Maandag 28 Juni 2004
Na een lekker-lange rustige Zondag van bijpraten, zijn we samen naar de kust gereden. Niet zozeer voor de betere lucht --mooi meegenomen-- maar om het bijna-klare huis dat Ghislaine hier heeft gebouwd te bewonderen. En om er te overnachten; zóver is het wel gereed.
En natuurlijk gaat het 'bijpraten' verder. Wat zal ik er van zeggen?
Ik ga dadelijk een wandeling maken. Ik zit in de zuiverst-mogelijke lucht van deze regio. Daar ga ik van genieten. De zon is sinds gisteravond terug. Onderweg hield de grijze druil op, en was de zon weer aan de beurt. Vlak voor het ondergaan. Maar nu, vanmorgen vroeg, schijnt ze al in volle glorie. Met frisse moed begin ik aan de resterende dagen. Nog één week.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, Dinsdag 29 Juni 2004
Terug in Eindhoven. Een lange tocht door het NLse 'landschap'. Het verandert. Over steeds grotere trajecten worden de autowegen ingepakt in glaswanden en geluidswallen. Heel begrijpelijk. De omwonenden hebben geen enkele relatie met die voorbij-jagende lawaaimakers. De lawaaimakers bekeken noch het landschap noch de dorpen. Nu reizen ze door tunnels. Met oogkleppen. Als in een geblindeerde trein. Ze houden zich alleen met elkaar bezig. Het is de bevestiging van de lang bestaande relatie.
Gelukkig zijn er nog uitzonderingen. Het coulissenlandschap van Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland, met zon, prachtige wolken en vergezichten. Net zo vlak als de Kalahari woestijn van dit voorjaar. Maar verder alles anders.
Ja, misschien toch nog een overeenkomst. Koppige boeren hebben beide landschappen bewoonbaar gemaakt. Ze hebben het teveel aan water --of het tekort-- getrotseerd.
________
PS: Vrijdag jl schreef ik over mijn oudste kleindochter Lisa. Kijk op www.fourstars.nl hoe haar groepje het doet. Ze zitten in 'de selectie', met negen anderen, voor het Euro-Jeugdsongfestival. Spannend om als elfjarige (ook) zo de wereld binnen te stappen.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, NL, Woensdag 30 Juni 2004
"Between waking up and getting up" is een uitdrukking die ik ken van mijn allereerste Engelse schoolboekjes. Het zinnetje ging verder met te zeggen dat het de mooiste momenten van dag waren. Dat frappeerde mij. Het gaf een naam aan een onopvallende periode van de dag. Ik kan niet bevestigen dat ik die momenten mijn hele leven de 'mooiste van de dag' heb gevonden, maar een speciale --benoemde-- plaats in mijn dag hebben ze altijd gehouden.
De laatste jaren, sinds ik Mijn Dagboek schrijf, zijn dat de momenten waar ik terugkijk op de dag van gisteren. Ik kijk hoe ik die 'af' maak, zodat ik 'met open ogen' de nieuwe dag in kan stappen. Dat mondt uit in een beslissing over wat ik zal schrijven. Vrijwel altijd is dagboekschrijven de allereerste daad van de dag. Soms weet ik precies wat het zal worden. Vaak moet de beslissing nog vallen als ik de computer al heb ingeschakeld, en ik met mijn vingers op de toetsen naar een blank scherm staar.
Maar een 'beslissing' komt er. Dan is de vorige dag --en de voorbije nacht-- pas 'af'.
Dat ritueel begint 's avonds al. Ik kijk terug, en vraag ik mij af van welke gevoelens en ervaringen ik méér, en van welke ik mínder wil hebben in te toekomst. Dat duurt niet lang --ik val snel in slaap-- en van ordelijke formuleringen is geen sprake. Het proces gaat 's nachts --denk ik-- onbewust verder. Zelf als ik doodop als-een-blok in slaap val --denk ik, want wat weet je per slot van je onbewuste?-- gaat dat zo. Ik stop er 's avonds wat in, en 's morgens komt er wat uit.
Maar nu, in de turbulentie van deze dagen waarin ik zoveel mogelijk dingetjes wil doen en zoveel mogelijk mensen wil ontmoeten wil ik minimaal tijd besteden aan (be)schrijven. Alleen de noodzakelijke ontboezeming (zie hierboven) en een korte journaal aantekening (zie hieronder).
Ik wandelde tussen de middag met Ghislaine in de zonnige stad. Wij dronken er koffie, winkelden wat en lunchten later gezellig op een terrasje. Daarna ontmoette ik Hilde --en nog even haar man Kees-- om een gesprek, dat per dagboek en e-mail was begonnen, voort te zetten. De avond brachten we heerlijk-hollands-discussiërend door bij Piet en Willy in Helmond en bewonderden hun nieuwe huis. Allemaal èchte werkelijkheden in tegenstelling tot de 'virtuele werkelijkheden' de rest van het jaar.
Om half negen neem ik de trein naar Den Haag voor de tandarts.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek Juni 2004