Mijn Dagboek 53

Dagboek 53 loopt van 1 Oktober 2004 tot 30 Oktober en begint met het vertrek uit Cessenon, de tussenstop in Barcelona en de aankomst in La Gomera waar een belangrijk sociaal anker voorgoed is verdwenen. In Spanje vraagt men zich af hoe dat moet zonder dictator, De Kerk jaagt de schrik er weer in, gebruikmakend van het opleuken van het Franco-gevoel gedurende acht jaar Aznar-regering. Ik ontdek een site waar 'urban legends' kunnen worden geverifiëerd, lees een boek waar ik wakker van lig zonder te weten waarom, en neem mij voor het nog eens 'deconstruktief' te herlezen. Tot slot schrijf ik drie keer honderd woorden over de totale maansverduistering, en over een gouden bruiloft geregisseerd door foto- en videografen om het werkelijksheidgehalte te verhogen.
Index Oktober 2004
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.
Cessenon sur Orb, Vrijdag 1 Oktober 2004, vertrekdag
Afgelopen zomer is hier in F een interessante enquête gehouden over Het Boek. Het ging niet over de meest gelezen boeken, en nòg minder over oplage-kampioenen. Het ging om "Les livres fondateurs des Français", boeken "die een invloed op je leven hebben gehad, die ertoe hebben bijgedragen dat je bent die je nu bent, die speciale indruk hebben gemaakt, die je je emotioneel herinnert omdat ze verbonden zijn met een belangrijk moment in je leven". Zo luidde de vraagstelling.
Je mocht drie boeken noemen; dat deden 64%, 18% noemde twee titels en 8 slechts één. Curieus genoeg noemde 10% géén titel.
De steekproef van 3800 personen was uit een zgn 'representatief panel' getrokken, hetgeen wil zeggen dat alle leeftijden, sociale klassen enzovoorts, overeenkomen met de totale Franse bevolking. De respons was 57%, en ook die was 'representatief'.
Ik citeer zoveel van de 'techniek' om duidelijk te maken dat het hier niet ging om de gemiddelde Franse (huis)bibliotheek, maar, zoals het tijdschrift Lire zegt:"une photographie du cœur et de la mémoire des Français". (Een foto van de ziel en het geheugen van de Fransen.)
Wat opvalt in de resultaten is de 'vlakke curve', dwz, er zijn géén toppers of uitschieters. De eerste twaalf boeken halen de vijf procent van de kiezers nieteens. Het lijkt wel of iedereen zijn eigen livre fondateur heeft. Het is misschien wel de tegenpool van de 'rages' waarmee verkoopsuccessen moeten worden beschreven. De 2121 antwoorders noemen samen bijna tweeduizend verschillende titels.
Het tijdschrift Lire publiceerde de eerste honderd titels.
Niet verbazingwekkend is dat de bijbel bovenaan staat, maar op 3 staat Le Petit Prince en Anne Frank staat op 12, vlak voor de eerste levende Franse auteur. Laat je maar verbazen door de selectie die ik heb gemaakt, over de frequentie van Jules Verne en 'nog steeds' De Negerhut van Oom Tom en Robinson Crusoe.
Er zijn veel 'internationale' boeken bij. 54 van de 100, volgens mijn telling, zijn oorspronkelijk Frans.
Kortom, laat je verbazen door mijn selectie, of ga anders zelf kijken.
---
       3 Le petit prince d'Antoine de Saint-Exupéry
---
       8 Vingt mille lieues sous les mers de Jules Verne
---
     12 Le journal d'Anne Frank d'Anne Frank
     13 La bicyclette bleue de Régine Deforges
---
     16 Dix petits nègres d'Agatha Christie
     17 Sans famille d'Hector Malot
     18 Les albums de Tintin de Hergé
---
     43 Les lettres de mon moulin d'Alphonse Daudet
---
     47 Le tour du monde en 80 jours de Jules Verne
---
     57 Voyage au centre de la Terre de Jules Verne
---
     65 Pour qui sonne le glas d'Ernest Hemingway
     66 Cent ans de solitude de Gabriel García Márquez
---
     68 Robinson Crusoé de Daniel Defoe
     69 L'île mystérieuse de Jules Verne
---
     71 1984 de George Orwell
---
     82 Fondation d'Isaac Asimov
     83 Le vieil homme et la mer d'Ernest Hemingway
---
     85 Bonjour tristesse de Françoise Sagan
---
     88 Le deuxième sexe de Simone de Beauvoir
---
     98 La case de l'oncle Tom de H. Beecher-Stowe
---
Op http://www.lire.fr/enquete.asp/idC=47405/idR=200 staat de hele lijst.
terug eerste dagboekregel

Béziers, Hotel des Arts et des Poètes, Zaterdag 2 Oktober 2004, 1ste onderwegdag
Ziezo, het is gelukt. Ik ben onderweg. Dat brengt kennelijk nieuwe adrenaline --of andere opwekkende hormonen-- met zich mee. Gistermorgen zat de reis-geest er weer helemaal in. Het inpakken was Donderdag al grotendeels klaar. Het opruimen van het huis ook. Met het maaien van het gras --ook Donderdag-- had ik definitief een punt gezet achter mijn zorgen-voor-de-tuin. Gisteren ging alles in de winterberging en konden deuren en ramen op slot.
Opeens was het afscheid, waar ik zo tegenaan had gehikt, voltooid. Ik liet de auto bij mijn garagiste in St Chinian achter, wandelde naar de bushalte, en ik was vrij.
Zo voelt dat: "VRIJ".
Tegen twee uur was ik in het hotel, vlak naast het park Plateau des Poètes. De zon scheen lekker, en ik begon met een wandeling door het prachtige park, "aménagé entre 1863 et 1867 par les frères Bühler, paysagistes célèbres", en twee jaar geleden grondig gerestaureerd. En toen slenterde ik over Les Avenues Paul Riquet, de 'as' van de stad. Er was bloemenmarkt.
Ik las lui de krant op een terrasje bij de Schouwburg, struinde door de smalle straatjes van de oude stad, wipte nog even de kathedraal binnen, maar genoot het meest van het prachtige uitzicht. Het was vrij helder, daarom kon ik met behulp van de panoramische tekening nogal wat bekende plaatsen aan de horizon terugvinden.
In een bar achter het postkantoor babbelde ik met een dame-uit-de-buurt die haar drie hondjes uitliet. Het waren toch zulke schatten, herhaalde ze steeds. Tot slot peuzelde ik een visje in Cep d'Or en hield de dag voor gezien.
--"O dolce far niente".
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Zondag 3 Oktober 2004, 2de onderwegdag
Ik zit op bed met de computer op schoot in het appartementje bij de Passeig de Gràcia waar ik afgelopen Maandag over schreef. Het is een shared appartement. Ik heb er een slaapkamer, en verder medegebruik van keuken, badkamer en salon met TV. Er is nog een andere 'logeer'kamer vrij. Daar komt vandaag een Italiaanse student voor een paar weken. De hoofdbewoner is een bijna-veertiger, computerspecialist, maar met de hete adem van de 'veel beter opgeleide jongelui' in de nek, heeft hij zes jaar geleden besloten rechten te gaan studeren. Part time. Deze maand studeert hij af, en kan hij zich als advocaat vestigen.
In de trein kwam ik terecht naast een Chinese studente. Ze sprak moeizaam Frans, maar het ging steeds beter. Ze was pas een paar maanden in Frankrijk. Ze had juist een stoomcursus Frans afgerond bij een instituut in Béziers. Ze ging met een paar vriendinnen even naar Barcelona om dat te vieren. Ik de zomer van 2000, toen ik een maand aan de universiteit in Montpellier was, had ik kennisgemaakt met dit 'plan' van de Chinese regering(*). Daar zat toen ook een groepje van 25 chinezen en die moesten zich vervolgens een plaatsje veroveren aan een Franse universiteit voor een studie van drie of vier jaar. Honderden studenten worden jaarlijks op die manier uitgestuurd, om de ogen van China voor de wereld te openen. Ze hebben in China een pittige academische studie achter de rug, maar ze zijn niet verplicht in datzelfde vak verder te gaan. Mijn buurdame, Lélé wilde Industrieel Ontwerpen gaan doen. Het was een leuk gesprek, het ging over van alles, en ze schaterde van het lachen als we weer een taalmisverstand hadden opgelost. We hebben e-mail adressen uitgewisseld. Ik ben benieuwd.
Ik stapte uit op het station Passeig de Gràcia. De eigenaar had mij de handigste looproute ge-e-maild. Niet de moeite om één métro-stop --naar Diagonal in dat geval-- te nemen. Het was goed tien minuten lopen.
Na wat terreinverkenningen --waar zijn de winkels? welke zijn zondag open?-- wandelde ik allereerst door de buurt met de panden van Gaudí. Toen alle Ramblas tot aan de haven. De levende-standbeeldenrage houdt nog aan. Ik zag veel bekenden, maar ook nogal wat nieuwe. Wel viel mij op dat ze allemaal wat meer in beweging waren. 'Beweging' als deel van de presentatie, en ook beweging door ontspannen even off side te zitten. Ik denk dat daar een doktersadvies achter steekt. De gimmick, om eindeloos --gespannen-- doodstil te staan is natuurlijk heel ongezond. Een leuke nieuwe was dan ook een vrouw die kennelijk haar plafond wilde witten, en met witkwast-en-al van haar trapje was gevallen. Je zag ze bij wijze van spreken nog vallen. Ze lag er hopeloos bij, maar ze lag. Ontspannen. Slim.
Bij het grote --goed geoutilleerde-- I-café aan de Ramblas dichter bij de haven, vernam ik dat ik daar rechtstreeks met mijn computer op hun ADSL-verbinding kon komen. Dat ga ik straks doen. Geen gepruts meer met een memory pen of, zoals vroeger, met diskettes.
Terug naar huis hield ik mij aan dezelfde route. De plek waar ik woon is eigenlijk heel eenvoudig. Aan het einde van 'de' Ramblas ligt Plaça de Catalunya. Wat ik niet wist, is dat in het verlengde van 'de' (bekende) Ramblas nog de Rambla de Catalunya ligt met hetzelfde profiel, maar veel rustiger, veel eleganter, minder toeristisch. Alleen het eerste stukje, vlak na de Plaça, heeft dat profiel niet; heeft geen bomen. Maar verderop zijn de betere buitenrestaurants onder de bomen, even duur, betere keuken en verzorging, en minder hitsig dan tussen al die straatartiesten, bloemenverkopers en opdringerige venters van de bekende Ramblas. Het is ook de buurt van de chique tearooms en de fantastische gebakwinkels. Geen wonder, de parallelstraat van de Rambla de Catalunya is Passeig de Gràcia. Dáár worden de toeristen aangetrokken door de Gaudí-gevels. Dáár is het drukke verkeer. Dat vertroebelt de klassieke elegantie van de wijk Gràcia. Op de Rambla de Catalunya heb je daar geen last van. Integendeel. Het ademt rust en elegantie.
De Rambla de Catalunya eindigt bij de Avenida de la Diagonal. Als je die recht oversteekt, kom je in een smal straatje Caller Minerva. Aan het eind daarvan is een pleintje. Dat is het pleintje waar ik vanaf hier op uitkijk; vanaf mijn balkon. Boven de bank La Caixa. Caller Neptù heet het straatje van onze voordeur. Het is dus eigenlijk heel eenvoudig: In het verlengde van de Ramblas almaar rechtdoor.
________
(*) Zie Ma Lettre de Voyage Nº 9 en Mijn Reisbrief Nº 12 van resp 19 juni en 2 juli 2000. Allebei uit Montpellier. [//www.van-=eyk.net/gerard/biblio/magazijn.htm] Of klik "de hele html-bibliotheek" op de dagboekpagina
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Maandag 4 Oktober 2004, 3de onderwegdag
Zoals gezegd zou ik gisteren met mijn computer onder de arm het I-café binnenstappen en mij rechtstreeks aan hun ADSL koppelen. Ik keek er naar uit, want het is toch een heel gepruts om de thuisgemaakte post --en dit dagboek!!-- via een I-café op het Internet te krijgen. Vroeger met diskettes, nu met een Memory Pen die je rechtstreeks in de USB-poort kunt steken.
Maar ik had buiten De AanloopMoeilijkHeden gerekend. Het I-café rekent eigenlijk alleen op "kijken" en ook wel op "downloaden". "Uploaden", zoals ik moet doen, valt buiten hun gezichtskring. Dat was vroeger niet erg, want ik vond mijn weg toch wel, maar nu, met de moderne ontwikkeling van internetbeveiliging, wordt ieder wissewasje 'beveiligd'. Het vervelende is dat het personeel vaak niets weet van de beveiligingen en 'restricties' die in hun eigen café gelden.
Daar komt nu nog bij dat mijn nieuwe computer óók vol zit met beveiligingen. Ik had die nog maar half begrepen toen --vlak voor mijn vertrek-- een forse update van WindowsXP binnenrolde. Dat was het beroemd/beruchte Service Pack 2 waar op het gebied van beveiliging nogal wat verrassingen uit de hoed worden getoverd. Vooral het begrip firewall is heel populair. Dat is een soort dikke muur waarachter je geen last hebt van het gespuis, zoals virussen, trojaanse paarden, spionnen en opdringerige adverteerders. Het is helemaal de ideologie van De Middeleeuwse Stad.
Maar de muur keerde zich ook tegen mezelf. In Cessenon verzond ik eens twaalf mailtjes, en ik kreeg niet eens te horen dat die waren 'afgekeurd' en in het niet waren verdwenen. Daar kwam ik bij toeval achter. Mijn bloedeigen firewall had ze afgekeurd! Gelukkig zaten ze wèl in mijn bakje VERZONDEN. (Wat op zichzelf onjuist was).
Het gaat namelijk niet om één duidelijke muur. Al die programma's nemen hun eigen opvatting daarover mee. Als je bij de één een 'toelating' programmeert, is het maar de vraag of de anderen het daarmee eens zijn. Hoorndol was ik er al van geworden, en gisteren moest ik dat allemaal nog eens overdoen, want met de strikte aansluiting aan LAN of WLAN was het niet gedaan. Dat werd een 'leerprocesje' (zèlfleren, want het personeel wist van niets), maar toen begon het pas ècht. Want ook de I-café's hebben hun firewalls.
Zodoende was mijn slenteren-door-Barcelona beperkt tot één keer alle Ramblas op en af. In het eerste I-café leerde ik met WLAN omgaan, maar het lukte mij niet om mijn mail te versturen, of om mijn site op te laden. Ik kon er alleen vrijblijvend surfen. In het tweede leerde ik LAN kennen, en kreeg ik mijn site opgeladen. Met de mail bleef het prutsen, zodat ik per slot tòch de omslachtige weg van webmail moest gebruiken.
Op weg naar huis pufte ik uit in de namiddagzon op het terras van een super-chique tearoom. Ik tracteerde mezelf. Thuisgekomen heb ik de hele avond de 'kleine lettertjes' bestudeerd van alle firewalls die zich in mijn computer schuilhouden.
Als het nu toch moet, wil ik Mijn Eigen Middeleeuwse Stad. Ik wil er alle hoofdstraten, poorten en kruip-door-sluip-door-weggetjes kennen. Een begin is gemaakt.
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Dinsdag 5 Oktober 2004, vertrekdag
Gisteren is het er toch van gekomen, gewoon wat slenteren door de stad. De 'Italiaanse student' waar Xavi, de hoofdbewoner, mij van had verteld, bleek een Australische psycholoog te zijn, Charley, met Griekse voorvaders, en dus een Griekse achternaam. Xavi had wat Europese landen doorelkaar gehaald. Typisch voor een Spanjaard, minder typisch voor een Barcelonees. Ook Spanjaarden heb je in soorten.
Ik had nèt besloten om zonder computer op stap te gaan --alleen met de Memory Pen-- en om de firewallproblemen voor gezien te houden, toen Charley met een half-verwerkte yet lag in de keuken verscheen voor een kop koffie. Babbel-babbel. Daarna gingen we samen de stad in. Probleemloos laadde ik mijn nieuwe dagboek op, en Charley bekeek zijn e-mail. Toen gingen we op zoek naar de talenschool waar hij de komende maanden Spaans zou leren. Morgen zouden de lessen beginnen. Met wat 'amendementen' was dat ook zo. Einde Boodschap Nº 1.
En toen wandelden we verder. Charley was eerder in Barcelona geweest, was verliefd geraakt op de stad, en had nu de tijd tot Januari uitgetrokken om te zien of hij hier een living kon opbouwen. Hij had van vroeger een diploma voor 'Doceren van Engels aan Buitenlanders', en dat wilde hij ook inzetten in de strijd. Maar sindsdien was hij psycholoog geworden, en daarmee wilde hij ook hier definitief aan de slag. Zodoende was er nog een Boodschap Nº 2: Waar vind ik werk? We nipten even aan het probleem door enkele uitzendbureaux te bekijken van de buitenkant.
Ik kwam er niet goed achter waarom hij precies weg wilde uit Melbourne, maar een nostalgie naar 'Europa' en 'roots' speelden een rol. Ook wilde hij zijn kennis van klinische psychologie, met als specialisatie leerpsychologie, inzetten voor andere dingen dat tot nu toe. Liever dan patienten in een psychiatrische inrichting zou hij mensen willen helpen met moeilijke leerprocessen in het volle leven. Inderdaad. Hij maakte het nu zelf mee. Bewust had hij zich in een vreemde situatie gebracht. Hoe pak ik dat nu aan?
En zo wandelden en babbelden (wabbelden? babdelden?) wij langs de Barcelonese plekjes van onze vorige bezoeken. Wij lieten elkaar 'ons' Barcelona zien. Hij had een heel andere 'kaart' in zijn hoofd dan ik. Boeiend.
Het is nog vroeg in de morgen. Ik ga dadelijk inpakken. Mijn vliegtuig gaat pas om twaalf uur. Het opladen van dit dagboek kan hier in huis. Xavi was gisteravond terug van weggeweest, en gaf toestemming om via zijn foon op het internet te komen. Als hij dat Zaterdag direkt had gezegd, had ik nu niet zoveel van firewalls geweten.
Dezelfde dag, Los Cristianos, Tenerife, 1616 GMT
Ik zit in het havengebouw en wacht op de boot van 1730. Had ik het geweten, dan had ik met een taxi de boot van 1530 kunnen halen. Nu ging die nèt voor mijn neus weg. Die boot stond niet in mijn lijstje. 'Een innovatie van deze zomer', wist de dame van het loket te melden. Nu heeft Fred Olsen dus vijf boten per dag. Wat een verschil met tien jaar geleden. Pas sinds kort daarvóór was er iedere dag één verbinding. Naar El Hierro was er toen maar twee keer per week een boot. Van Transmediterraneo, want voor Fred Olsen was het nog niet interessant. Nu vaart Fred Olsen iedere dag naar El Hierro.
Onderweg heb ik verwoed Spaanse kranten gelezen, maar het was allemaal niet om over naar huis te schrijven. Een paar beschouwingen heb ik apart gehouden voor --misschien-- later. Typisch Barcelonees nieuws vond ik in Metro (Ja, hier ook!). Het is in het Catelaans. Het vertelt dat 'de verantwoordelijken' voor de Ciudat Vella, de oude stad, waaronder de Ramblas vallen, een reglement hebben opgesteld voor de estàtua humana, de levende standbeelden. De neringdoende middenstand vindt kennelijk dat het de spuigaten uitloopt. Het bericht wordt vergezeld van een 'vieze' foto. Het gaat om de man in het wit die op een WC een boekje zit te lezen. Ik heb hem twee jaar geleden gefotografeerd (zie aldaar) en nu zag ik hem weer.
De 'verantwoordelijken' gaan uitmaken wat als estàtua humana moet worden beschouwd. Het moet een bekend standbeeld imiteren, het moet estetisch zijn, en de kleding moet zelf zijn gemaakt. Ze mogen 1,5 kwadraat meter beslaan, en mogen geen gebruik maken van het straatmeubilair. Muziek, of andere geluiden, om aandacht te trekken zijn niet toegestaan. De 'goede' standbeelden krijgen een vaste plek en een tijdspanne aangewezen. En allemaal voor noppes, want geld mogen ze ook niet meer vragen. Eigenlijk is dus 'alles' verboden. En vervolgens wordt natuurlijk "selectief toegestaan" wat 'de verantwoordelijken' wel bevalt. Het wordt dus een klassiek voorbeeld van "repressieve tolerantie".
Kortom, de 'verantwoordelijken' hebben er genoeg van. Zo zal Che, die er al jaren staat, en om het kwartier enkele bekende --maatschappij-kritische-- frasen uit diens toespraken imiteert, het veld moeten ruimen. De laatste stuiptrekking van '68 is de nek omgedraaid.
Het valt niet te ontkennen dat de standbeeldenrage wat vermoeidheid vertoonde. Enige verfrissing zou welkom zijn. De vraag is of deze domper dat effect zal hebben. Ik zal proberen er achter te komen hoe dat afloopt. Ik hou jullie op de hoogte. Kijk intussen nog maar eens naar mijn foto's van twee jaar geleden. (www.fototime.com, inloggen als guest met mijn e-mail adres --zjraar enz-- en dan het album Barcelona 2002 openen).
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 6 Oktober 2004
Even kort. Alleen even om dit moment te vieren. Ik zit op bed met de computer op schoot, en kijk over het balkon uit op de blauwe zee. De opkomende zon, en Tenerife met de Teide, kan ik vanaf hier niet zien. Dat is wat meer naar links. De zon schijnt diep in de kamer, want hij staat nog laag. Ik zit in de schaduwhoek.
Ik heb laveloos geslapen. Het grote-stadsrumoer, en de stadslucht natuurlijk, maakten de laatste nachten onrustig; verhinderden en èchte uitrusten.
Ignacio haalde mij van de boot. Gelukkig was een flatje vrij op mijn lievelingsplek bij de vuurtoren. Ik ging vroeg naar bed.
Dat is wel genoeg voor vandaag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 7 Oktober 2004
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 8 Oktober 2004
Ik zit weer op bed met de computer op schoot. Net als eergisteren. Maar nu is het nog donker. Dat is eigenlijk mijn gewone tijd. Vóór vijf uur 's morgens. Eergisteren sliep ik een gat in de dag. Ik had kennelijk wat in te halen.
Zojuist heb ik een tijdje op het balkon gestaan. Het is afgaande maan. Hij is al over de helft. Hij is nèt een bootje. Dat drukt de sterrenhemel wat terug, maar de Orion, die recht voor mij staat, trekt zich daar niets van aan. Als ik even rustig blijf kijken, zie ik steeds meer kleine sterren, maar de sterrendichtheid in de Kalahari-woestijn, die nacht, dit voorjaar, was van een andere orde.
Aan de horizon zie ik Tenerife. Zo'n veertig kilometer hiervandaan. De kustlijn wordt gemarkeerd door een oranje streep van natriumlichtpuntjes. Soms zie je autolichten hogerop tegen de berg. Maar het is de maan die alles overstraalt. Mijn schaduw scherp op de witte balkonmuur.
Het is een feest van herkenningen. Straks, als het nieuwe maan is, zal het weer hardstikke donker zijn, zodat ik mijn zaklantaarntje op straat moet meenemen. Zeker als het bewolkt is. Iedere twaalf seconden zijn er twee lichtflitsen van de vuurtoren. Die doen meer kwaad dan goed, als ik op de donkere Camino al Faro het veilige midden probeer te houden.
Allemaal herkenningen.
--"Hoe was het ook weer?"
--"Zo!"
Ik ben weer thuis.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 9 Oktober 2004
Dat gevangenen uiteindelijk weer terug moeten naar de maatschappij, is in Spanje net zo'n waarheid als elders, maar het gevangenisbeleid is gericht op wraak en vergelding. Dat is een erfenis van vroeger, en Franco heeft daar weinig aan veranderd, integendeel. Per slot ging het om de strijd tegen de 'rooien'. Dat waren communisten --en ketters bovendien-- zodat van DE KERK ook weinig menselijkheid viel te verwachten.
Bovendien gaat het niet alleen om 'menselijkheid'. De zorg dat gestraften weer als ordentelijke burgers een plekje kunnen vinden, is ook een vorm van misdaadbestrijding. Daar doet de constatering dat er èchte 'onverbeterlijken' zijn, niets aan af. Die zijn er.
Kortgeleden was Chapman in het nieuws, de jongeman die door 'inwendige stemmen' werd aangezet John Lennon neer te schieten. Hij verklaarde dat hij dergelijke stemmen nog steeds had, en dat hij die zonder aarzelen zou volgen.
Het zij zo. Dat mag geen argument zijn in de discussie. Een programma voor her-intreding hoeft niet in conflict te zijn met de bescherming van de maatschappij tegen 'onverbeterlijken'.
Deze nieuwe inzichten vragen meer dan een cursusje hier en daar --en wat lippendienst-- maar eisen een hervorming van het gevangeniswezen. De laatste acht jaar met de regering Aznar, die terecht als een restauratie van de Franco-cultuur werd gezien, hebben Spanje geen stap verder gebracht in die richting.
En nu, zes maanden nadat de nieuwe regering is aangetreden, wordt deze zaak steviger aangepakt. De (vrouwelijke) direkteur-generaal van het gevangeniswezen heeft, in de 66 gevangenissen die onder 'Madrid' vallen, 21 direkteuren ontslagen en 10 overgeplaatst. (Spanje telt 78 gevangenissen, maar de 12 andere vallen onder 'Barcelona' dat op dat punt 'autonomer' is dan de andere deelstaten). In totaal zijn 31 nieuwe direkteuren benoemd, waaronder zeven vrouwen. Dat zijn tevens de eerste vrouwen in die functie.
Het gaan niet alleen om een re-socialisatiebeleid, hoewel dat allereerst. Daarvoor zijn gevangenisdirekteuren nodig die op dat gebied één lijn trekken. Het gaat ook om vriendjes-politiek en de zéér comfortabele privileges van gevangenen met de juiste 'komaf'. Zo werd al in Augustus de direkteur van een 'bekende' gevangenis ontslagen omdat hij de richtlijnen van de nieuwe direkteur-generaal negeerde met betrekking tot de privileges van Mario Conde, de bankdirekteur die het centrum was van de Banesto-affaire.
De publieke opinie is positief. De oppositie --de vorige regering-- die snel klaar staat met kritiek, houdt zich stil. Hopelijk komt Spanje inderdaad op een heel ander spoor dan de traditie die inquisitie, franquisme en klasse-justitie hebben voorgeschreven in het gevangeniswezen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 10 Oktober 2004
Stap voor stap haal ik de losse eindjes op van mijn relaties op dit eiland. Ik winkels en op de markt wordt ik vaker herkend en begroet met: 'Ha, ben je er weer'. Ik ben dan méér dan iemand die ze herkennen van het vorig jaar. Dát is een ander soort herkenning. Dát is meer van: 'Hebben wij elkaar niet eerder gezien?'
Ik bevestig dat natuurlijk heel uitdrukkelijk, en vertel voor de zoveelste keer van mijn trekvogel-status: 'Straks ben ik weer weg, maar dan ben ik er weer'. Zo geef ik al jarenlang tegenwicht aan hun "uit-het-oog, uit-het-hart" cyclus. Zo word ik langzaam deel van het meubilair. After all those years . . .
Die losse eindjes bevinden zich allemaal in een andere fase van ontwikkeling. Iedere keer probeer ik er een nieuwe knoop in de leggen. Met een extra glimlach, met een extra babbel of met wat dan ook. De beide weekmarkten, die van Woensdag en die van Zaterdag, maar ook de winkels en de straat, zijn daarvoor het werkterrein. Maar her-en-der begint het vanzelf te gaan. De man van het I-café sprong verrast op, en schudde mij de hand. Señora Ernestina kwam achter haar bureau vandaan en gaf mij spontaan een dikke zoen. Voor het eerst. De fotograaf hield mij staande, en vertelde hoe hij dit jaar niet naar de Fotokina in Keulen was geweest, en waarom.
Maar er zijn minder leuke gebeurtenissen. Woensdag, mijn eerste terug-dag, op weg naar de markt, wilde ik bij mi profesora aanwippen. Alle deuren gesloten. Angel, de kapper aan de overkant, zei dat ze voor langere tijd waren vertrokken. Voor een extra-lange vakantie, dacht hij. Gisteren, op de markt kreeg ik zekerheid. Maria, haar vriendin, wist te melden dat ze met haar man James voorgoed naar Barcelona was vertrokken. Om daar opnieuw een talenschool te beginnen. Zij was --samen met Ignacio-- mijn plechtanker op het eiland. Nu heb ik wèl haar adres en telefoonnummer. Maar de leegte moet ik nog verwerken.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 11 Oktober 2004
Vlak voor ik uit Frankrijk vertrok, was het grote nieuws van 'la rentrée' dat alle studenten voor 1 euro per dag --de prijs van een kop koffie, zei het ministerie trots-- een laptop konden krijgen. Daarvoor kreeg iedere student een laagrentende lening die hij in drie jaar à 30 euro per maand kon afbetalen.
Dit persbericht werd dezer dagen aangehaald toen 'Spanje' publiciteit zocht met zijn aanbod. Niet de regering, zoals in Frankrijk, werd met nadruk gezegd, maar privé-initiatief, gaf de studenten de gelegenheid voor 75 eurocent --de prijs van een stuk brood-- zo'n laptop te kopen. En als je in Calabria woont --de deelstaat linksboven op het schiereiland waar nogal wat Basken wonen-- legt de (deel)staat er 200 euro op toe, waardoor een laptop nog maar 60 eurocent per dag kost.
Het is een initiatief van Toshiba, en Banco Santander Central Hispana (BSCH), die daarvoor een rente berekent van 2,372%. Je moet wel een Toshiba A50-Campus kopen. In Frankrijk ben je niet gebonden aan een merk, maar aan een minimum-specificatie. De Franse regering, laten ze intussen fijntjes weten, neemt een rente van 3,95%.
Het is zeker geen Spaanse na-aperij, misschien omgekeerd, want het is al een ouder initiatief van Toshiba-Spanje en BSCH. Al vanaf September 2003 leveren ze maandelijks 6000 laptops. Ze hadden toen contracten met 30 universiteiten. Nu zitten ze boven de 10.000 per maand en hebben contracten met 70 universiteiten. Over de totale aantallen rept het persbericht niet. Het Franse plan wil alle 2,3 miljoen studenten tussen-nu-en-drie-jaar van een laptop voorzien, maar grote --ongenoemde-- aantallen hebben er al een.
Ook is de infrastructuur op de Franse universiteiten veel beter. De informatica-lokalen zijn in het weekend en 's avonds open. In Spanje is niet overal zover, de technische universiteiten uitgezonderd. Op de parkeerplaatsen van de toch wel heel grote Universidad de Alcalá de Henares staan in het weekend auto's met computerende studenten. De universiteit heeft weliswaar een draadloos net, maar de informatica-zalen zijn niet open, en de aansluitingen op de campus functioneren niet. En de Toshiba A50-Campus heeft ingebouwde Wi-Fi.
Ik denk aan het jaar dat een dergelijk persbericht over Turkije ons bereikt. 68 miljoen inwoners. Of over Polen. 38 miljoen.
--"Hoe was het ook weer?"
--"Duitsland dik 80. Frankrijk, Engeland en Italië ieder krap 60. Spanje dik 40".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 12 Oktober 2004, Día de la Hispanidad (*)
Gisteravond volgde ik op TV een panel-discussie over een heet hangijzer van het moment. De nieuwe regering maakt ernst met de grondwettelijke neutraliteit van de Spaanse Staat. De acht jaar regering Aznar liet dat wat sluimeren en liet toe dat allerlei 'privileges' van de Rooms-Katholieke Kerk niet werden afgewikkeld zoals de Grondwet dat wil. De Kerk protesteerde in stilte en zette zijn netwerken in. De Nederlandse onderzoeker Oskam --het zijn alleen buitenlanders die zulke dingen mogen zeggen-- noemde de regering-Aznar een "sociologische voortzetting van het franquisme". (Zie 8, 9, en 17 Nov 2002 en 21 Mei 2004)
Maar nu met de wetsvoorstellen voor het legaliseren van het homo-huwelijk en abortus, wordt de strijd openlijker en vinniger. Het wordt ook duidelijker waar de zwaartepunten van de aanval-verdediging liggen, wat de argumenten zijn, wat de frustraties.
Ik heb helaas de discussie van deze zomer gemist naar aanleiding van het 'misbruik' wat de kardinaal heeft gemaakt van zijn positie om het huwelijk van Prins Philip in te zegenen. Hij schijnt openlijk voor een terugkeer naar de relatie kerk-staat zoals die tijdens het Franco-regiem was te hebben gepleit. Wat ik dezer dagen daarvan nog las, was een artikel van de ex-president van Uruguay over het proces van "laïcering" van zijn land. Kennelijk om de tegenstribbelende Spanjaarden een positieve toekomstvisie te geven: De weg is weliswaar lang, maar leidt tot een respectvol samenleven van verschillende religies. Dat is óók een Spaanse traditie. Maar de Kerk heeft daar geen boodschap aan en vindt dat de Spaanse traditie uitsluitend en alleen Rooms-Katholiek is.
Hier wat argumenten die over te tafel gingen bij het forumdebat gisteravond:
(Na een pleidooi dat de staatswetten in overeenstemming moet zijn met "d'aloude waarden")
--"De Kerk gelooft kennelijk dat haar schaapjes niet de kerkelijke regels en zeden zullen volgen als de staat, in overeenstemming met de opvatting van grote groepen van de bevolking, bepaalde kerkelijke verboden toestaat"
--"Nee, dat zit anders. Iedere organisatie heeft bepaalde pressie-middelen nodig om zijn eigen existentie te handhaven. De Kerk heeft in Spanje haar machtsmiddelen aan de Staat overgedragen, zoals ook iedereen de politie en de strafwetten erkent en niet het recht in eigen handen neemt. Daarom moeten de staatswetten in overeenstemming zijn met de kerkelijke wetten".
--"Moeten wij soms terug naar de Inquisitie, waarbij de Kerk ketters aanwees, en de Staat die ze vervolgens op de brandstapel bracht?"
(Oskam, in zijn proefschrift, toonde met zijn bronnenonderzoek aan dat de aanwijzingen die in Ecclesia, het officiële blad van de kerk verschenen, kort daarna in de censuur regels werden opgenomen gedurende het Franco regiem.)
--"Kijk naar Frankrijk, daar is de republiek werkelijk neutraal. Daar kan het. Daar leven verschillende godsdiensten vrij en respectvol naast elkaar."
--"Ach wat, daar zijn ze ook niet klaargekomen met het muslim hoofddoekje".
Ook werden angsten aangewakkerd:
--"De regering Zapatero onttrekt het zich aan onze internationale verplichtingen. In het binnenland jaagt het De Kerk tegen zich in het harnas. Dat maakt het land instabiel. Er ontstaat een pre-revolutionaire situatie, precies als in 1936, toen Franco moest ingrijpen".
Dit zijn typisch de angsten die nog leven: 'Hoe moet dat zonder dictator?' Daar speelt De Kerk en de oppositie gretig op in.
Toen heb ik de TV maar afgezet. Ik had er genoeg van.
__________
(*) Dit is de feestdag van alle spaans-sprekende landen over de hele wereld. Op TV is er een internationaal (spaans!) programma, waar je natuurlijk ook de Los Antiles Holandeses kunt zien optreden met hun specifieke muziek.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 13 Oktober 2004
Toen ik pas hoogleraar marketing was, in 1976, beweerde ik dat marketing 'op straat' kon worden bewonderd en bestudeerd. Daarom gaf ik regelmatig wat kijkopdrachtjes aan eerste-jaarsstudenten. In die tijd kwam nèt het éénpersoonspotje Yoghurt-Met-Vruchten in de mode. Ze moesten dan maar eens kijken wat ze zouden moeten uitleggen voor een literfles en verse vruchten. Voor de meeste van die prille-kamerbewoners was dat schokkend.
--"Even tellen!! En narekenen is ook nooit weg", riep ik dan.
Ik moest er aan denken toen NYT dezer dagen kwam met een kerstkadootjes-voor-elkaar catalogus waar als droomkado een levenslang abonnement op American Airlines Eerste Klas werd aangeboden. $3 miljoen voor één persoon; $5 miljoen voor twee.
--"Even narekenen", zei de columnist, "Stel dat je een gezonde vijftiger bent en nog dertig jaar voor de boeg hebt".
Gemakshalve stelde hij een retourtje Dallas - Buenos Aires op $8000, en, als je lief meegaat, op het dubbele. Dat betekent 312 van dat soort tripjes, dat is 10 per jaar de komende dertig jaar. Natuurlijk heb je toegang tot de VIP-wachtkamers, maar de meeste tijd besteed je toch aan besnuffeld worden, koffers open en dicht en wachtrijen voor doorlichten van je handbagage en uit je zakken halen van alle kleingeld, sleutels en andere ongein die verdachte piepjes oproept.
Wie zou je deze ongein kado doen? Niet je lief, en zeker niet jezelf!!
Ik denk dat het hoort bij de American Dream. De droom waarin America groot is, en machtig, en prachtig, en waarin deze geluksgevoelens over de hele wereld worden uitgedragen. Ook in Irak. Maar niemand roept: "Even tellen!! Even narekenen!!"
Op 2 November zullen we weten of er --misschien toch-- enkele nuchterlingen bij zijn die zich afvragen waar de kleren van de keizer zijn.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 14 Oktober 2004
Gisteravond was het laatste debat tussen Bush en Kerry; althans volgens de lokale tijd, dus het moet zojuist zijn afgelopen. Ik zal er in de loop van de dag wel van horen. Ik kijk er naar uit, want met de analyses van de voorgaande debatten --en de voorspellingen-- ben ik danig opgewarmd.
Een commentaar in het bijzonder heeft mij beziggehouden. Dat was vlak na het eerste debat, op 2 okt in NYT door David Brooks. Hij vond --als je even niet dacht aan de inhoud van hun verhalen-- dat Bush-Kerry het ideale duo zou zijn om het land te besturen. Ze vullen elkaar prachtig aan. Kerry kan geen beslissingen nemen. Bush neemt ze te vlug. Kerry verandert iedere maand van gedachte. Bush nooit en te nimmer. Kerry is geobsedeerd door het proces, maar laat niet duidelijk weten waar hij naar toe wil. Bush is goed in heldere doelen, maar hoe er te komen is beneden zijn stand.
Het gaat dus niet zozeer om de ideologie, of de cultuur, het gaat om twee heel verschillende mindsets.
Brooks trekt die lijnen nog wat door, en, inderdaad, als je even vergeet wàt die tenenkrommende doelen van Bush dan wel zijn, kun je de tegenstelling van beide mannen heel goed zien.
Bush is belijdt een geloof. Hij heeft het over uitdagingen en over triomferen over onze vijanden. 'Wij hebben de Heilige Plicht om deze Bron van Haat te vernietigen'.
Kerry is rationeel. Hij denkt als een manager of een ingenieur. 'Hoe doen we dat?', en maakt een lijstje van zeven aandachtspunten.
Bush denkt dat je als president alleen maar je droom hoeft te belijden, en heeft geen notie van het dagelijkse handwerk van de politicus. Maar ook voor een voetbalcoach is het niet voldoende om wat inspirerende kreten te slaken. Hij moet heel goed weten waar ieder van de spelers goed in is --of zwak-- en zich aanpassen aan die realiteit.
Dat is precies wat Kerry kan. Hij is een politicus-vakman. Hij staat nuchter in de realiteit. Als Saddam, of Osama, moeten worden uitgeschakeld --of als wij er een pact mee willen sluiten-- dan moeten wij dat zó aanpakken. Meteen heeft hij taakverdeling en aktiepunten klaar.
Inderdaad een ideaal team als . . .
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 15 Oktober 2004
--"Kinderboeken schrijven met hooguit vijftig verschillende woorden begon omdat Dr Seuss, een bekende Amerikaanse kinderboekenschrijver uit de jaren vijftig, door zijn uitgever werd daartoe werd uitgedaagd"
--"Leuk verhaal, maar is dat ècht waar?"
Kijk, met dat soort vragen houden Barbara en David Mikkelson zich bezig op hun website Urban Legends. 'Stadslegendes', is de strikte vertaling, maar met 'moderne legendes', of 'sterke verhalen', zit je er ook dichtbij. Het zijn van die verhalen waarvan 'niemand' de oorsprong kent, maar die door hun curiositeit --of door hun ideologische lading van 'zie-je-wel'-- telkens opnieuw worden verteld.
Of die foto van Bill Clinton die door critici werd verspreid, waarbij hij door een verrekijker tuurt, maar vergat de stofklep er af te halen.
--"Fake", melden Barbara en David. Maar dat van die vijftig woorden is volkomen juist. Goed gedocumenteerd. En als het een twijfelgeval is, dan stáát dat er ook. Met documentatie van de vastgelopen navraag.
Op die manier is hun site --www.snopes.com-- een baken in de moderne cultuur waar het verzinnen van 'verhalen' --en die voor wáár verder vertellen-- beroepsmatig wordt beoefend. (Bv dat Irak wapens voor massavernietiging zou hebben.)
Ik kwam er op omdat ik las dat het Vrijheidsbeeld in New York 'eigenlijk' een monument is voor de zwarte strijders in de Civil War, maar dat 'men' dat tegenwoordig niet meer wil weten.
--"Nou breekt mij de klomp", dacht ik, want is wist daar een en ander van. In Parijs wonend, toentertijd, met interesse voor de lokale geschiedenis van het 14e, waar nogal wat beeldhouwers ateliers zijn ivm het kerkhof Montparnasse, had ik van die geschiedenis had gehoord. Ik wist waar het was gebouwd vóór het gedemonteerd naar Amerika was verscheept. Ik wist ook van de motivering, van de initiatiefnemers. Het was een kado aan de Verenigde Staten bij het eeuwfeest van het afschudden van Het Britse Juk, hun Onafhankelijkheid, op 4 Juli 1776. Bovendien was het een 'hint' aan het eigen volk om de verworven vrijheid van de Franse Revolutie wat meer serieus te nemen. Dat verhaal over 'hommage aan zwarte strijders' paste daar helemaal niet bij.
En zo vond ik http://www.snopes.com/history/american/liberty.htm
Haarfijn komt de geschiedenis van deze urban legend boven water.
In 1999 circuleren op het internet van die hoort-zegt-het-voort berichten: Vertel het door aan je kinderen, 'ze' willen dit voor ons verborgen houden.
Deze berichten worden 'gedocumenteerd' met verwijzingen naar een boek van ene Dr Jim Haskins van de Universiteit van Florida "The Journey of The Songhai People". Deze Dr Jim Haskins bestaat inderdaad, maar naar eigen zeggen heeft hij zo'n boek nooit geschreven, en houdt hij er ook geen gedachten of theorieën op na die maar enigszins in die richting gaan.
Voor andere documentatie wordt verwezen naar dikke themanummers van The New York Times Magazine en New York Post --die in het tweede-jubileumjaar, 1986, verschenen-- en naar het Museum of the City of N.Y..
De Mikkelsons vinden daar vanalles, praten met de auteurs van die artikelen, maar vinden niets in de richting van de kernbewering dat het een 'onderdrukt' monument zou zijn voor voor de zwarte strijders van de Burgeroorlog.
De slotzin van dit hoort-zegt-het-voort bericht luidt:
--"Please pass this information along! Knowledge is Power!"
Het is een onmiskenbare aandikking van de slachtofferrol van de zwarte bevolking. In die zin helemaal vergelijkbaar met de fabulation van Marie L. waar ik in September uitgebreid over heb geschreven. De slachtoffercultuur maakt deze onwaarheden geloofwaardig. Zelfs Chirac en Raffarin trapten er in.
De preciese herkomst van deze geschiedenis kon niet worden vastgesteld. Wel heeft Prof. Leonard Jeffries, voorzitter van African-American Studies van N.Y. City College deze canard in 1991 als vaststaand feit verkondigd.
Als ik nog eens op een urban legend stoot, weet ik waar ik allereerst heen zal gaan. Ik genoot van de zorgvuldig-preciese ontrafeling als van een detective. Ik kan het Agatha Christie liefhebbers aanbevelen.
Maar die webpagina van verrijkte ook mijn kennis van de geschiedenis van het Vrijheidsbeeld die ik alleen van de Franse kant kende. De Amerikaanse versie, zeker met de uitgebreide kontekst van Burgeroorlog en de rol van de zwarte soldaten daarin, was heel informatief. Daarom alleen al het lezen waard.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 16 Oktober 2004, mijn naamdag
Na de val van het communisme bleek ook dat het socialisme een grote vernieuwing behoefde. Het oude kapitalisme was erdoor 'gereguleerd', maar nu was er het neo-kapitalisme. Ik heb mij vaker druk gemaakt over wat dan wel die nieuwe countervailing power zou moeten zijn.
Daar was aanvankelijk weinig zicht op; er ontbraken zelfs goede analyses van de toestand.
Op 8 december 2001 beschrijf ik een boeiende analyse onder de naam van The Divine Right of Capital waarin de auteur de verabsolutering van de eigendomsrechten aanwijst als bron van alle ellende. Zij wijst er ook op dat dit teruggaat op aristocratische waarden van vóór de Verlichting toen dit Recht door God aan Enkelingen was gegeven. 'Maar nu', schreef Marjorie Kelly, 'is "The mandate to maximize returns to shareholders, (is) out of step with democracy and free market ideals."
De kwaadheid over die toestand is authentiek en terecht. Boze demonstraties luchten het gemoed van anti-mondialisten, en genereren wellicht de nodige energie. Maar een goede analyse van de toestand en een gerichte strategie zijn nuttiger.
Erger nog. "Verzet tegen een Kwaad, zonder een alternatief aan te wijzen, versterkt het Kwaad". Zo luidt helaas een politieke spelregel. Het wordt dus hoog tijd dat er alternatieven op tafel komen.
Le Monde van 9 oktober bespreekt een boek dat zo'n poging doet. Het heet Dérives du capitalisme financier (Afdwalingen van het financierings kapitalisme) en is van Aglietta en Rebérioux, hoogleraren in Nanterre. Zij stellen de vraag of er wellicht een nieuwe samenwerking tussen het kapitalisme en le progrès social kan worden gesmeed.
Daartoe beschrijven zij de 'oude' samenwerking als 'fordisme' dat was gebaseerd op de erkenning van de macht van de manager onder controle van een accountant. (De accountant is een 'uitvinding' uit die jaren). Die manager kon met vakbonden en hoger personeel een partnerschap tussen kapitaal en arbeid tot stand kon brengen. De schrijvers noemen dat het "régime fordiste". Het was de 'oude' samenwerking tussen kapitaal en le progrès social.
De kern van het kapitalistisch systeem is namelijk de relatie tussen de aandeelhouder en de onderneming. Op de spil daartussen zit (althans zat) die manager. In wezen was dat een 'pacificatie' van de chaos die was ontstaan toen de eigenaren-oprichters het kontakt met het bedrijf verloren omdat er naamloze vennootschappen tussen kwamen. Dat leidde weliswaar tot ruimere kapitaalstromen, maar ook tot grotere instabiliteit. De aandeelhouder verloor invloed, maar kreeg daarvoor dividend en stijgende koersen.
Dit compromis komt in de jaren 70 onder druk. Met name enkele grote Amerikaanse pensioenfondsen willen van de 'scheiding' af want ze vinden dat hun eigendomsrechten zijn aangetast. Zij willen de aandeelhouder weer de oude macht geven, en van de manager weer een gehoorzame --en vervangbare-- werkkracht. Precies zoals alle andere werknemers. Dat zou tot een verbeterde samenwerking, én hogere opbrengsten voor het kapitaal leiden. (De auteurs erkennen dat hier ook ideologische krachten een rol spelen.)
Maar wat gebeurt? De manager krijgt nóg grotere macht --en bovendien een véél hogere beloning-- en het systeem wordt instabiel want er zitten 'interne tegenstrijdigheden' in. Het grondidee, dat door de koersvorming het meeste geld naar de beste bedrijven zou gaan, blijkt niet te werken. De koersen reageren en bloc met ternauwernood --of zelfs tegengestelde-- relatie met de werkelijkheid van de betrokken bedrijven.
Door deze manier van beschrijven --door deze functionele, niet-ideologische, analyse-- komt er ruimte voor een nieuw samenwerkingsvoorstel. Door de oude pacificatie te beschrijven als een 'socialisatie van de salarissen', zou er nu sprake kunnen zijn van een 'socialisatie van het kapitaal'. Niet zoals het nu al wordt gepropageerd: "Iedereen aandeelhouder, en iedereen kopen en verkopen op de beurs", maar er zou een 'stabiliserend fonds' moeten komen onder staatstoezicht. Dat idee wordt nader uitgewerkt en zou kunnen leiden tot een hernieuwde samenwerking tussen het kapitalisme en le progrès social.
Het is natuurlijk de vraag of men daarvoor politiek de handen op elkaar krijgt, maar dit boek is in elk geval enige stappen verder dan mopperig geweeklaag, boze anti-akties en défaitisme, en daarom de moeite van het signaleren waard. Bij deze.
Marjorie Kelly zoekt het in onderliggende waarden van onze maatschappij, en moet --bij wijze van spreken-- De Verlichting, daarmee de Franse Revolutie, overdoen om tot een oplossing te komen.
De Franse hoogleraren wijzen op een smal paadje tussendoor, haken in op de oude samenwerking, en nodigen uit tot een hernieuwde samenwerking. Het lijkt het Hollands Poldermodel wel. Zou dat tòch een Europees karaktertrekje zijn?
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 17 Oktober 2004
Peter stuurde mij een link naar onze NLse 'De Telegraaf', met een artikel 'Ons land is vieste van Europa'. Het lukte mij niet om dat artikel op het scherm te krijgen, maar wel de bron-artikelen met veel betere foto's. Uit één daarvan heb ik een stukje geknipt om 'mijn' plekje te laten zien in relatie tot de rest van Europa. Het staat nu onder Reisplannen waar ik ook enkele andere orientatie-kaartjes bewaar van de plekken waar ik ben geweest. Ik ben dus "Far from the Maddening Crowd". (Wie was ook weer de schrijver van het boek met die titel.)
Hier zijn de links:
• http://www.telegraaf.nl/binnenland/14766821/Ons_land_is_vieste_van_Europa.html
• http://www.scienceticker.info/news/EpAZVZVZFELIUSHUuq.shtml
• http://www.esa.int/export/esaEO/SEM340NKPZD_index_1.html
Het ESA artikel heeft de mooiste plaatjes; het gaat om stikstof oxiden. Zeg maar uitlaatgassen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 18 Oktober 2004
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 19 Oktober 2004
Bijna had hier gestaan, net als gisteren: 'Vandaag geen stukje'. Ik heb opeens heel andere dingen aan mijn hoofd. Ik ben verslingerd aan een boek. Dat krijgt alle aandacht. Maar ik kan het niet in één ruk uitlezen. Ik moet telkens afhaken om het te verwerken. En dan kan ik niet mijn gewone dingen doen.
Gisteren in het I-café bekeek ik NYT en Le Monde. Voor wat afleiding; om weer op het spoor te komen. Maar toen ik thuiskwam bleek ik het niet op mijn Memory Pen te hebben. Verstrooid had ik het op de verkeerde plek gedownload. Het zij zo. Nu lezen jullie dus niet van NYT die expliciet vóór John Kerry heeft gekozen --en van de Amerikaanse Katholieke bisschoppen die ertégen zijn. En ook niet van het interessante commentaar wat Le Monde daar op had. 'De Kerk' kiest voor oorlog, de Heilige Oorlog. Dat wisten we toch al lang? Alle smoesjes over Kerk-en-Vrede ten spijt.
Maar van dat boek kan ik slechts de meest oppervlakkige beschrijving geven; in de verste verte niet wat mij daar in boeit, want dat begrijp ik zelf niet eens, al lig ik er van wakker.
En misschien is het ook niet het boek, al zeul ik het al vanaf vier september mee zonder er in te kijken. In Cessenon niet, en hier --totnutoe-- ook niet. De vorige week had ik opeens een paar dagen dat ik besloot dat 'nietsdoen' de beste remedie tegen het leven zou zijn. Dus ik luierde stevig, en lag lange uren op de divan. Dat gebeurt niet vaak. "Pu wei, pu eh wei", zeg ik dan tegen mezelf: 'Niet doende, niet niets doende'. In volmaakte harmonie geef ik mij daar aan over.
--"Ik moet wat anders doen", was het nauwelijks verrassende resultaat. Dat boek is dus niet meer dan de pot pindakaas die je op een late avond in de provisiekast vindt als je onbestemde trek hebt.
Of misschien niet? Op mijn verjaardag kreeg ik de CD met enkele stukken voorgelezen uit "Het Geheim", van Anna Enquist, Boek Van Het Jaar 1997. Naast enkele voorgelezen fragmenten, staat er de muziek op die in het boek wordt genoemd. De protagoniste is gevangen in muziek als taal. Zij functioneert als top solo-pianiste, sociaal is ze nergens, maar aan de oppervlakte merkt niemand het. Ze heeft allerlei relaties: 'Niets aan de hand'. Als een verheviging van haar isolement creëert de schrijfster een diep-mongoloïde broertje. Totaal onaanspreekbaar. Alleen muziek dringt tot hem door.
Toen Ghislaine dit kadootje zag, haalde ze het boek uit haar boekenkast en gaf het mij: "Dan moet je ook het boek lezen". Maar ik zag het boek alleen als ballast in mijn bagage. Toch heeft het alle selecties doorstaan, en heeft het La Gomera gehaald. Zo vond ik het het op die avond dat ik onbestemde trek had in 'wat anders'.
En nu kan ik mij van géén van de personages losmaken. Ik meet ze allemaal op de schaal van hun geïsoleerdheid en vraag mij af: 'Waar sta ik? Ben ik ook zo'n eenzaat? Met slechts illusies over het tegendeel?' Ik lig er van wakker.
Toen ik de vorige week opeens behoefte kreeg aan 'nietsdoen', had ik juist nogal wat gedownload over Jacques Derrida, die toen nèt was overleden. Ik wilde over hem bijlezen. Maar Anna Enquist werd favoriet.
Derrida is de vader van het 'deconstructivisme', van het 'anders' lezen van een tekst, van het anders 'lezen' een situatie, waardoor heel nieuwe betekenissen tevoorschijn kunnen komen. Zo te zien heb ik niets gemeen met die personages, maar waarom lig ik er van wakker?, en moet ik het boek soms opzij leggen? Misschien moet ik Derrida om hulp vragen.
Maar misschien helpt opschrijven ook. Dus tòch 'een stukje'.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 20 Oktober 2004
Ik heb het boek van Anna Enquist uit. Ik heb meteen besloten het nòg eens te lezen. Geïnspireerd door de 'in memoriam'-artikelen over Jacques Derrida, die begin Oktober in Parijs overleed als 74-jarige, zal ik eens kijken of ik verder kom met zijn 'deconstructie'. Dit woord heeft de populaire pers gehaald, maar betekent daar vaak niet meer dan 'demonteren'. Voor Derrida was het een strategie om complexe teksten te analyseren; maar ook beeldende kunst of 'structuren' van de politiek, de religie, de sociologie of de economie. En niet te vergeten "ideologieën"!!
Het onderliggende inzicht is dat iedere structuur ontstaat (slechts kàn ontstaan) door uitsluiting, door weglating. Dat niet-genoemde, dat uitgeslotene, heeft geen naam en is 'principiëel onbekend'. Of miskend. Of 'zinloos'. In zekere zin doet het denken aan de werkwijze van Freud met betrekking tot 'het onbewuste', of die van Jung met zijn 'schaduwzijden van de mens'. Maar dat 'niet-benoemde' is nog steeds deel van de werkelijkheid, en blijft daardoor een 'stoorfactor' in de vigerende 'structuur'.
De gebruikelijke analyse van een kunstwerk, of een maatschappijstructuur, of een idee, is het uiteennemen, demonteren bijvoorbeeld, waardoor de samenstellende delen duidelijker in hun samenhang en hun functie zichtbaar worden. Daarmee blijf je echter binnen het systeem. Ook het formuleren van anti-thesen, zoals een politieke oppositie, blijft 'binnen het systeem'.
De door Derrida bedoelde 'deconstructie' ontstaat pas als wij proberen opnieuw naar de werkelijkheid te kijken door wèglaten van die 'constructie', door --bijvoorbeeld-- de kijken naar wat niet is genoemd, en wat --al of niet bewust-- is uitgesloten.
Een 'deconstructieve' vraag bij een politieke analyse is bijvoorbeeld: "Wat zegt géén van de partijen?". Natuurlijk moet je je dan door een berg van trivialiteiten worstelen, maar wellicht . . . ? Misschien . . . ?
Kijk, en zo ga ik dat boek van Anna Enquist opnieuw lezen: "Wat staat er niet?"
Wellicht . . . ? Misschien . . . ? Je weet maar nooit.
________
In het stukje van Zondag vroeg ik mij af wie de schrijver van "Far from the Maddening Crowd" was. Het is Thomas Hardy (1840-1928) die het in 1874 schreef. Nog steeds herdrukt, en als e-book en Audio-CD zelfs populair. De 'plots' van zijn romans heel geschikt voor film of TV. FFTMC is het verhaal van een dorpsschone met drie suitors die naar haar hand dingen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 21 Oktober 2004
Ik weet niet of ik het een voorbeeld van 'deconstructie' mag noemen, maar al een aantal dagen ligt op 'het stapeltje' een 'intellectueel' artikel --karakteristiek van Spaanse kranten-- uit El País van 6 oktober. Het gaat over het Forum van Barcelona kort daarvóór. Een aantal bekende economen stelden daar een ontwikkelingplan op dat als alteratief moet dienen voor het Accoord van Washington, dat uiterst orthodox is, en gericht op marktmacht. 'Barcelona' is in die zin een linkse versie van het rechtse 'Washington', met o.a. meer inbreng van de staat en de gemeenschap, niet alleen van het vrije ondernemersschap.
De schrijver, Gabriel Tortella, een hoogleraar economie, wijst er op dat beide documenten een belangrijk pakket feiten volkomen negeren, namelijk de complexe demografische ontwikkeling in de samenhang met overbevolking(1), discriminatie(2) en ongeletterdheid(3). Het zijn deze drie elementen zich met de vicieuze cirkel van armoede in stand houden. In beide documenten wijst hij de plekken aan waar *niet* staat wat er moet staan, en waar over deze thema's slechts achterhaalde stereotiepe opvattingen worden gebruikt.
Niet alleen blijken de prognoses over de bevolkingsgroei al vanaf de tijd van Keynes telkens opnieuw te worden overtroffen, maar ook enkele 'geruststellende' theorieën blijken te zijn achterhaald.
Alleen in onze westerse maatschappij --bijvoorbeeld-- ging de toenemende welvaart gepaard met een drastische teruggang van het geboortecijfer. Daardoor ontstond de ontsnapping aan de bovengenoemde vicieuze cirkel. Daardoor kon 'welvaart voor velen' ontstaan. En daardoor ook democratie.
Dit 'mechanisme' zou heel geruststellend zijn als het ook zou werken in de opkomende culturen. Maar dat is niet zo. In plaats van 'welvaart voor velen' zal zich daar een onderdrukking door een heersende klasse ontwikkelen --en zullen er totalitaire structuren ontstaan-- waarbij de ontwikkeling van het geïndustrialiseerde westen in de 19e en 20e eeuw als een eldorado zullen afsteken.
Maar, zegt de auteur, zowel de maatschappijvisie van 'Barcelona' als die van 'Washington' gaat uit van dit 'geruststellende mechanisme' en hebben geen oplossing voor de situatie waarin dat niet zou werken. Daarom sluiten ze er hun ogen voor.
Als we dat artikel van Tortella 'deconstructief' mogen noemen, dan blijkt tevens hoe moeilijk zo'n 'deconstructie' politiek ligt. De heersende these, evenals de heersende anti-these, hebben de macht om informatie die "niet-welkom" is honend de deur te wijzen:
--"Weg jij! Daar hebben wij het helemaal niet over!! Je begrijpt er niets van!!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 22 Oktober 2004
Ik ben gisteren wat kort door de bocht gegaan met de demografische referenties. Meteen werd ik op mijn vingers getikt, en ik heb de tekst van gisteren gecorrigeerd. Maar ook nu is "die vicieuze cirkel van armoede" niet duidelijk beschreven. De drie kernproblemen --overbevolking(1), discriminatie(2) en ongeletterdheid(3)-- zijn structureel en kunnen niet los van elkaar worden aangepakt. Ze versterken elkaar, houden elkaar in stand, houden samen 'alle' beinvloeding buiten de deur. Dat is het 'duivelse' daarvan.
Wij weten bijvoorbeeld al lang dat ontwikkelinghulp door kapitaaloverdracht niet werkt door het lage niveau van Human Capital in de ontvangende landen. Deze schaarste aan Human Capital wordt veroorzaakt door de lage investeringen in het basisonderwijs, die hoofdzakelijk worden veroorzaakt door de lage besparingen, die weer het gevolg zijn van de armoede en de ongeletterdheid. Op zijn beurt wordt armoede en ongeletterheid veroorzaakt door de sterke bevolkingsgroei, die gezinnen in de ellende houdt, waardoor zij niet in staat zijn hun kinderen op te voeden, en in vele gevallen niet eens behoorlijk te eten kunnen geven.
De 'geneugten' van de westerse geneeskunde en hygiène dringen echter wel in die mate door dat ze de toch al stevige geboortecijfers omzetten in nòg hogere bevolkingsgroei. Dit voorjaar --vanuit Upington, o.a. op 21 maart-- rapporteerde ik over de effecten van 'veilig water' op de kindersterfte die daardoor daalde van 270 naar 20 per duizend. Dan is er nòg een hele sprong naar het 'stadse' (=normaal westerse, ook in de grote steden van Zuid-Afrika) sterftecijfer van 2 à 3 per duizend.
Laat die cijfers even tot je doordringen! Het zijn factoren van 10, waarmee dat cijfer naar beneden knalt. En weet ook dat een sterftecijfer van 1 op 4 ook in ons eind-19e-eeuws NL normaal waren.
Gabriel Tortella, in El País die ik gisteren citeerde, wijst ook op de absolute groei van de wereldbevolking. Die is bijna verviervoudigd in de laatste eeuw. Dat is ook nog nooit voorgekomen. Zelfs geen ver-twee-voudiging, weet hij te melden. (Volgens mij was dat wèl het geval toen Adam en Eva hun zonen Kain en Abel kregen. ;-)
Gedurende diezelfde periode is Europa in verhouding heel weinig gegroeid. Er is een tekort aan (laaggeschoolde) arbeidskracht. De "import" daarvan (met al die moeilijkheden van culturele onaangepastheid, illegaliteit en uitbuiting) lost dat probleem enigszins op, evenals dat van de pensioenen.
Maar dat zijn korte-termijnoplossingen, en alleen geldig voor het ontwikkelde Westen. Oplossingen voor de rest van de wereld zouden op de agenda's van 'Barcelona' en van 'Washington' moeten staan. Dat hoort bij wat ze zelf claimen te doen. Ze stellen --naar eigen zeggen-- een "Agenda voor de Ontwikkeling" op.
Tortella keek naar wat er *niet* op stond. Mogen we dat 'deconstructief lezen' noemen?
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 23 Oktober 2004
Gisteren was ik op bezoek bij Yan. Hij is Duitser, en heeft de bijna-Hollandse naam Jan. Die 'Y' is om te zorgen dat de Spanjaarden zijn naam goed uitspreken. (Ik moest denken aan een NLse vriendin Joke die een tijd door de VS rondreisde en haar business card heel snel veranderde in Yoke om niet voor een joke te worden aangezien).
Yan woont midden op een van die grote steenachtige woestijnhellingen aan de zuidkant van het eiland, waar de sporen van vroegere vruchtbaarheid en cultuur nog duidelijk zichtbaar zijn. Het is twintig of dertig jaar geleden dat de 'cultuur' van deze akkers werd opgegeven. De geraffineerde irrigatiestructuren zijn nog zichtbaar. In de tijd van de zelfverzorging van dit eiland, de tijd van de subsistentie-economie, waren dit de moeilijkste gebieden. Ze werden het eerste opgegeven toen de verdienste op de grotere eilanden --of in Venuzuela-- aantrekkelijker werden. In de dalen, met meer schaduw en meer water, duurde het wat langer voor de ontvolking toesloeg. De grond kwam in handen van grondspeculanten.
Het is een trieste periode voor zo'n gebied. De oude cultuur is verdwenen. De nieuwe cultuur is nog niet gekomen. Wat die nieuwe cultuur zal zijn, laat zich niet moeilijk raden. Yan's huis is het enige op die reusachtige schuinliggende vlakte. Van buiten lijkt het een opgekalefaterd woninkje uit vroeger tijden. Dat is ook juist, maar van binnen, binnen de beschuttende rietmatten en struiken, heeft hij er met zorg een paradijsje van gemaakt. Moestuin, fruit, klaterend water en betonvloeren gedecoreerd met kleurige steentjes.
Over het vliegveld heen kijkt hij naar de zee. Iets naar links is het strand van Santiago. Daar is het allemaal om begonnen. Op de bult aan de andere kant van het dal ligt het het reusachtige hotelcomplex. Sinds kort hebben ze daar ook golfbanen aangelegd op een helling als die waar Yan woont. Groen gras, een ideologie uit het regenrijke Engeland, dát is de nieuwe 'cultuur'. Een misplaatste namaak-cultuur dus.
Vanuit het dal kruipen de betonconstructies omhoog. Dat is de andere 'cultuur'. Iedere keer als ik er kom, zijn ze een paar honderd meter verder. De helling waar Yan woont wordt één reusachtig betonblok met lange rijen flatjes met uitzicht op de zee. Tussendoor wat supermarkten, luxe hotels en ander stadsachtig gerief. Kortom, het wordt een nieuw bastion in het oprukkende massatoerisme.
Maar daar hadden we het niet over. Natuurlijk niet.
Bij het weggaan nodigde hij mij uit voor zijn aanstaande tentoonstelling. Yan is kunstschilder.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 24 Oktober 2004
Paul Krugman heeft een Prijs van de Prins van Asturië gekregen. Samen met een dozijn anderen, individuen en instituten. Zo kregen de moderne bevorderaars van de pelgrimsweg naar Compostella een prijs, en eveneens die van de Erasmusbeurzen.
Meestal worden de laureaten aan het woord gelaten, en worden hun antecedenten uitgebreid vermeld. Nu was daar opeens veel minder ruimte voor, want de prijs ging naar doña Letizia, de 35ste prinses van Asturië. Sinds 1986, toen de prins don Felipe meerderjarig werd, heeft hij de prijzen als vrijgezel uitgereikt. Zijn ouders trokken zich zich terug, en zodoende was er sinds 1986 geen vrouw meer bij de prijsuitreikers.
En nu stond de prins daar te stralen, pasgetrouwd en verliefd --zoals hij zelf zei-- en aller ogen waren gericht op doña Letizia. De prijs wordt natuurlijk in Asturië --in Oviedo-- uitgereikt, en bovendien zijn de (burgerlijke) voorouders van la doña (toevallig) ook van de streek. Het Privé-gehalte van de verslaglegging was dus hoog. Voor El País, en zeker voor dat soort verslagen in die krant, zelfs buitengewoon hoog.
Daarom weten we nu dat tijdens de toespraak van de prins --als hij het heeft over 'de nieuwe situatie' omdat hij er nu staat met echtgenote, en met toekomstverwachtingen voor het stichten van een gezin-- de prinses haar tranen nauwelijks kan bedwingen. En ook dat aan het eind, als het Asturische volkslied wordt gespeeld, zij haar eerste 'publieke tranen' stort. Heel informatief inderdaad.
Wat betreft Paul Krugman beperkt het verslag zich tot 'zijn heldere inzichten tegenover de bedriegelijkheden van het neo-kapitalisme'. Dat is juist, maar nogal 'beknopt'.
Ik ken hem als columnist in New York Times. Ik lees hem bijna altijd, en ik heb hem vaak geciteerd. Dit jaar bijvoorbeeld op 13 jan, 1 feb, 16 feb, 18 mrt 11 apr en 15 mei. Hier wat fragmentjes uit 'eigen werk'.

• Paul Krugman, een gerenommeerde professor van Princeton die iedere week haarscherp de politiek en de methoden van de regering en haar aanhangers aan mootjes hakt.
--"Hij is geen Bush hater, hij is een hater van het Bush-isme", zeggen collega's. (13 jan)

• (Nadat hij op een leugen in het budget had gewezen): "Bovendien zijn de laatste drie budgetten de meest bedriegelijke die ooit zijn verschenen" (16 feb)

• De onvolprezen Paul Krugman, die zich niet zozeer met meningen als met feiten bezighoudt om de Bush regering te kritiseren door 'hun woorden' systematisch naast 'hun daden' te leggen, wijst in zijn artikel "Weak on Terror" op een recent overheidsrapport waarin . . . (18mrt)

• Het is een nieuw soort kremlinologie, maar Krugman, de fact finder, is er goed in. (24 mrt)

Misschien een reden om Krugman, the fact finder, nu laureaat, eens regelmatig te gaan lezen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 25 Oktober 2004
De Franse economie leeft op, de Franse automobielindustrie schijnt zelfs op wereldniveau de enige te zijn die het goed gaat in de algemene malaise aldaar. Toch is er sprake van een binnenlandse malaise. De uitstoot van de ouderen neemt schrikbarende vormen aan. Slechts 37% van de Fransen tussen 54 en 64 werken nog. Het gemiddelde(!) in Europa is 51%; cijfers per land worden niet genoemd.
Niet alleen zijn die getallen laag, ze lijken nòg lager te worden, want de mentaliteit bij de werkgevers is negatief: "Als ze vijftig zijn, kunnen ze niets meer!", beklaagt er zich een. Ook bij de werknemers ontstaat er een cultuur van afhaken als je boven de veertig komt. Men richt zich op vrijwilligerswerk, familie of hobby's.
--"C'est ce que j'appelle le sentiment de fin de vie professionnelle, tout comme la fin de vie scolaire", zegt Eléonore Marbot, schrijfster van een boek over het onderwerp. ('Ik noem dat het einde-beroepslevengevoel, net zoiets als het einde-schoolgevoel').
Arbeidskundigen raden aan om vooral te solliciteren vóór het ontslag komt, want daarna is de kans op succes nog maar 6%. Maar de werkgevers zien dat solliciteren als een gebaar van ontrouw, en dat versnelt het ontslag.
De arbeidswetten staan toe om vanaf 50 een ontslagregeling te treffen. Wegens de lange sollicitatietijden is daar kortgeleden een verandering in aangebracht, maar, onbedoeld, komt het er op neer dat een werknemer als vanaf 45 jaar een 'regeling' kan worden aangeboden. (Op kosten van de werkeloosheidsfondsen!)
Er worden voorbeelden genoemd van individuen die na hun 50ste nog een heel nieuw beroep hebben geleerd. Dat ontkracht alleen de bewering dat *alle* vijftigers arbeidsongeschikt zijn. Er worden ook voorbeelden genoemd van bedrijven waar met eenvoudige middelen de 50+ers met enthousiasme en erkenning aan de slag zijn gebleven. Dat ontkracht het stereotiep dat het *onmogelijk* is.
Wat niet in het artikel staat, maar ik weet het van enige jaren geleden, is dat er al langer een wet bestond die werkgevers verplichtte om 1% van de loonsom aan opleidingen te besteden. De teneur van die analyse van toen, was dat men geen raad wist met een effectieve besteding, en dat er gewoonweg geen 'bedrijfscultuur' was die zich richtte op verdere ontwikkeling van de werknemers. De mensen kwamen opgeleid binnen en moesten verder gewoon hun werk doen. Basta.
Eigenlijk zegt dit artikel uit Le Monde van 16 oktober nog steeds hetzelfde. "Il devient urgent de se préoccuper du travail des quinquagénaires" is de titel. 'Het wordt tijd dat we ons zorgen gaan maken over het werk van de vijftig-plussers'.
Inderdaad.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 26 Oktober 2004
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 27 Oktober 2004
Toen ik --vroeger-- college gaf over marketing, kon ik met smaak putten uit de uitspraken van de Federal Trade Commission de FTC in de VS. In de tijd van Kennedy was die nieuw leven ingeblazen door de benoeming van meer onafhankelijke commissieleden, en kon zodoende optreden tegen de toenemende leugenachtigheid van adverteerders. Het advertentie- en publiciteitsonderzoek had grote sprongen voorwaarts gemaakt, en de leugenachtigheid dus eveneens. Niet alleen de verkoopcijfers, maar tal van andere psychologische en sociale effecten rondom de koopbeslissing konden worden gemeten.
Maar de opbloeiende consumentenorganisaties vonden in de FTC een rots in de branding in hun strijd om 'truth in advertising'. Een ferme uitspraak, waarover de dader zich moest schamen --dat was nog een waarde in die tijd--, en een fikse boete, gaven duidelijke aanwijzingen voor de lagere juridische organen.
De 'rationeel-denkende' adverteerders beschouwden de boete als deel van de kosten, want de gezaaide onwaarheid werd er ternauwernood door aangetast; alleen een kleine elite werd beïnvloed door de uitspraak of door brave advertenties die de 'leugen' corrigeerden.
Dat werd anders toen de FTC --gebruikmakend van dezelfde research, waardoor het genuaneerde meten van advertentie-resultaten binnen het bereik was gekomen-- de opdracht gaf net zo lang te adverteren tot publieksmetingen aantoonden dat de 'leugen' was teruggedrongen.
Dat werkte voortreffelijk, maar hoe het de FTC later is vergaan weet ik niet, want ik heb toen dat 'activiteitengebied' verlaten. Toch moest ik er aan denken toen kortgeleden een schrijver --aansluitend bij de zéér leugenachtige verkiezingscampagnes in de VS-- zei dat commerciële campagnes eigenlijk ook verkiezingscampagnes waren. Per slot gaat het om een 'ja' van vele miljoenen mensen. Hij noemde niet alleen de feiten en de 'informatie', maar ook de sfeer en het 'theater' waarmee de miljoenen besluitvormers in spé werden bestookt. De schrijver ging zover dat hij de samenleving één groot theater noemde waarin het zieltjes-winnnen --de gunst van het publiek-- centraal staat. (Even dacht ik aan Vondel en aan onze Ghysbrecht van Aemstel met 'De weereld is een schouwtoneel . . . '.)
De schrijver wees er op dat het om precies dezelfde markt- en opinieonderzoektechnieken ging als waarmee de commercie jarenlange ervaring had. Ik kon dat alleen maar beamen, maar in het 'verkiezingssysteem' ontbreekt de rol van zoiets als de FTC, de rots in de branding die af en toe de spelers tot de orde roept.
Kijk, nu komt nèt gisteren Paul Krugman met een aktuele illustratie. Hoe werkt dat NU? In de pre-Kennedy jaren was de FTC machteloos gemaakt door een overmaat van benoemingen vanuit het bedrijfsleven. Nu gebeurt er iets dergelijks. Het hoofd van de CIA (Central Information[!] Agency), Porter Goss, heeft systematisch Republican staff members from Capitol Hill benoemd op sleutel-posten. Het 'theater' dat Bush opvoert is dat hij --helemaal in overeenstemming met de musical The Lion King-- de grote oorlogsleider is. Hij wil zijn vader overtreffen, die is nooit herverkozen. Dat is de inzet. Maar de kiezers moeten natuurlijk niet na kunnen gaan of dat ook enig succes heeft. Althans niet vóór 2 November. "Après nous le déluge", is het motto.
Daarom hebben die 'Republican staff members from Capitol Hill', als trouwe partijleden, de opdracht om alle informatie op de juiste manier in te kleuren.
Maar Paul Krugman wijst op drie lekken van de laatste dagen. De diefstal van minstens zes maanden geleden van 377 ton heel speciaal explosief materiaal in Irak waar de terroristen nog tienduizenden bommen kunnen maken. Daarmee kwam de International Atomic Energy Agency mee voor de dag.
De NBC kwam er achter hoe de regering, al-Zarqawi, een top-terrorist liet ontsnappen. De derde bijna-cover-up is het onder de tafel schuiven van een rapport over de fouten die rondom "11/9" zijn gemaakt.
Het artikel van Paul Krugman heet A Culture of Cover-Ups. Niet alleen omtrent de oorlog in Irak, maar op allerlei maatschappelijke gebieden probeert deze regering de werkelijkheid te verhullen.
Precies zoals bij theater: Deuren dicht, de lichten uit; alleen het toneel is zichtbaar.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 28 Oktober 2004
Ik heb vannacht de maansverduistering in volle glorie aanschouwd. Ik kreeg een tip van neef Dries die mij regelmatig van 'vreemde & interessante' websites of berichten voorziet. In kranten lees ik vaak over zulke zaken heen. Helaas was het kaartje van de verduistering van Mei 2004. Bij de NASA vond ik een prachtexemplaar van 1800x970 pixels en toch maar 60kB:
• lunareclipse041028_nasa_big.gif op //sunearth.gsfc.nasa.gov/eclipse/eclipse.html
Ik kon er zelfs de verschijning hier ter plaatse mee inschatten. Dus ik zette de wekker en genoot van de allerlaatste fase van het volledig rood worden. De hemel was wolkenloos. En veel sterren natuurlijk. Prachtig! (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 29 Oktober 2004
De website van gisteren is een ware Fundgrube over maans- en zonsverduisteringen. Ene Fred Espenak houdt het allemaal bij. Wij hadden dit jaar twee totale maansverduisteringen. Dat is uitzonderlijk. In 2007 is pas er weer een, en dan in 2008 en 2010.
Wèl zijn er nog een paar 'onvolledige': Òf er gaat maar een hapje uit de maan, òf de maan blijft in de halfschaduw. De site is handig om een sterk verhaal van je opa te verifiëren over die fantastische maansverduistering toen hij klein was. Die van honderden jaren geleden staan er zelfs in. Is dat niet buitengewoon handig? (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 30 Oktober 2004
Om drie uur liep mijn wekker af. Hoezo?, dacht ik geërgerd. Maar het was de tijd van de maansverduistering van eergisternacht. Inslapen lukte niet onmiddellijk. Waarom zou ik niet de maan gaan bekijken in zijn volle glorie? Anders dan 'bloedrood', zoals die in de pers steevast werd genoemd. Hij was vlekkerig rood-bruin. Hij was ook veel kleiner dan mijn vertrouwde gele schijf die ik nu zag. Ik voelde mij warm worden. Voor volkeren zonder TV en positieve wetenschapsbeoefening moet het een dood-enge ervaring zijn geweest. Opeens zo�n scharminkelig vlekkerig ding aan de hemel.
--"Wat? Prachtig bloedrood?"
--"Niks! Dat brengt ongeluk!" (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 31 Oktober 2004
En toen was er De Gouden Bruiloft. Ignacio was er de laatste weken druk mee. Zijn ouders zijn vijftig jaar getrouwd en het moest een héél groot feest worden. Ieder jaar was er al een feestelijk bruiloftsmaal op 30 oktober, maar nu moest het ècht groot. Met een Santa Misa in de kerk, en, wat ik niet wist, met een huwelijksceremonie met splinternieuwe ringen en --opnieuw-- het ja-woord. Een van de getuigen van toen was nu wéér getuige.
Ik vroeg aan de andere bruilofsgasten of dat gewoonte was in Spanje. Dat kon niemand bevestigen, maar het was wel een goed idee; je zag het wel vaker.
--"Hoezo?", vroeg een ander skeptisch, "trouwbeloften zijn toch voor eeuwig? Tot de dood ons scheidt? Is dat nu ook geprivatiseerd?"
Niemand lachte smakelijk.
Ik was lang niet meer op een bruiloft geweest, maar ik had wel begrepen dat 'De Media', ik bedoel nu de foto- en videografen, een grote rol spelen in de regie. De pastoors --en het aloude kerkelijke ritueel-- hadden het nakijken. De 'eeuwigheid' zit niet meer vanzelfsprekend in de zielen. Video en foto moeten dat garanderen. Dat verhoogt het echtheidsgehalte van de persoonlijke ervaring. Het ontbrak er nog aan dat de hele ceremonie moest worden overgedaan, maar het tempo en de onderbrekingen werden door de foto- en videografen bepaald. Het wachten is op de volledige omkering van de verhoudingen; zoals bij film en TV. Daar werkelijkheid is pas 'ècht' werkelijkheid als die is geregisseerd.
Behalve het grote portret 'met allemaal erop' voor het hoofdaltaar, moesten nog de nodige 'subgroepen' poseren met het gouden echtpaar. Wat wil je? Een dochter en vijf zoons, een staart van kleinkinderen. De jongste drie jaar. Het eerste achterkleinkind was er ook bij, maar zat nog lekker in de buik van de moeder. Duidelijk zichtbaar, het zal niet lang meer duren. De vier-generatiefoto in de vrouwelijke lijn kon dus meteen worden gemaakt.
De Santa Misa was om kwart voor een, maar om twee uur begonnen we in het nabijgelegen restaurant met de sangria. En toen aan tafel. Een Gomeraanse feestmaaltijd begint met een eindeloze reeks van kleine lekkere hapjes die met twee of drie tegelijk op één bord op de tafels worden gezet. Kies en verdeel zelf maar. Dat bevorderde het onderlinge kontakt. Ik zat aan tafel met een neef die in 1958 als jonge knul in een zeilschip met dertig man (en één vrouw!) min of meer illegaal naar Venezuela was getrokken. Hij was 'geroepen' door een oom om in de winkel te helpen. Hij was pas vier maanden terug. Voorgoed. Veel Gomeranen doen dat de laatste jaren. Voor de vroegere generaties was emigreren 'voorgoed'. Nu niet meer.
Intussen passeerden alle speciale hapjes van het eiland die ik kende. Daarbij nieuwe varianten, en nog enkele die ik helemaal niet kende. Mijn tafelgenoten wisten meestal wel in welk dorp dat hapje 'thuis' was. Na vieren kwamen de hoofdschotels op tafel. Toen wandelden ook de muzikanten binnen en werden de schlagers-van-toen om strijd meegezongen.
Toen de bruidstaart werd binnengereden, sloeg de regie van de foto- en videografen weer toe: Het moest helemaal volgens het boekje van de moderne romantiek. Samen het mes vasthouden en dergelijke details.
Met het gebak kwam ook de champagne, voor de laatste 'brindis', de laatste heildronk. Dat moest natuurlijk ook op foto en video worden vereeuwigd.
terug eerste dagboekregel

Einde Mijn Dagboek Oktober 2004