Mijn Dagboek 59

Dit is Dagboek 59. Het loopt van 1 tot 30 April 2005. Het begint in Iquique met drie tektsten van 100 woorden. De hele maand telt 14 van die zorgvuldig samengebalde observaties. De maand wordt óók gekenmerkt door een hoog pausgehalte met zowel latijns-amerikaanse als europese gedachten en opinies. Iquique was uniek wegens de vele warme vrienden die ik opeens had en --ondanks de politieke, filosofische en theologische "interessantigheden"-- heb ik tijdens het afscheid heel goed de vinger aan mijn eigen pols gehouden. Die onverwacht-pittige jet lag was wellicht deel van dit heel bijzondere afscheidsproces.
Index April 2005
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30.

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Vrijdag 1 April 2005
Al in de eerste week werd ik aan de aardbevingen in Iquique herinnerd, en ik vergiste mij op dezelfde manier. Het lijkt op een zware truck die voorbij komt. Of een trein. Maar de bodem is hier niet zo slap als in de polder, en het geluid is tòch anders. Dat zet je aan het denken.
Het is wel een paar keer in de week, en de lokale krant zet het in een klein hoekje met de seismische details. De mensen zijn tevreden, want het --wetenschappelijk zéér omstreden-- verhaal gaat dat een grote aardbeving pas komt als de kleintjes uitblijven. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zaterdag 2 April 2005
Katholieke prelaten verdringen zich voor TV om te vertellen van hun ontmoeting met de Paus, gedurende zijn meerdaagse bezoek aan Chili, nu precies 18 jaar geleden. Dat was gedurende de onverdunde dictatuur van Pinochet. In vol ornaat kust hij de hand van de Paus op de getoonde journaalfragmenten.
De kerkelijke diplomatie had linkse priesters "bevrijd", en in het buitenland vrijgelaten.
--"Mooi verbannen", gnuifde Pinochet. Het waren stoorfactoren voor zijn gezag. Ook voor dat van de prelaten. Het bezoek van de Paus zegende die oplossing. Tandenknarsend vertellen de "bevrijdingstheologen" het na.
In een klein hoekje van de krant. Niet op TV. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zondag 3 April 2005
Verdwenen woestijnheester als voetnoot in de landbouwgeschiedenis:
De allereerste jaren van de salitre, 200 jaar geleden, werd het erts in open potten gekookt. Uit het kookwater verkregen ze het "witte goud" door het in de zon te laten verdampen.
Een woestijnheester, de enige in de wijde omtrek, en langzaamgroeiend --twee milimeter per jaar hooguit-- was brandhout. Duizendjarige harsrijke korsten werden met pikhouwelen losgebikt. Uitstekend brandhout!
Een prachtexemplaar prijkt op www.tswysen.cl/llareta.htm.
Toen er geen Llareta [Azorella compacta] meer was, en brandstof van overzee moest worden aangevoerd, werden efficiënte methodes met stoom en stoomketels toegepast.
De synthetische nitraten vernietigden tenslotte de mijnindustrie. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Maandag 4 April 2005
Als een trein ligt "De Economie" in de rails. Rücksichtlos! Wijzend op zijn zwakte en kwetsbaarheid, op het meelijwekkende af, domineert het de maatschappij, en laat een vernietigd landschap en ellende achter.
Joseph Stiglitz
noemt het 'economisch fundamentalisme'. Anderen zeggen braaf 'neo-kapitalisme' of 'het neo-liberale discours'.
De Kunst ontsnapte daar lange tijd aan. Het was een 'Villa Franca' en onderhield ruilbetrekkingen met De Economie zonder zijn onafhankelijkheid op te geven. De Staat en de Kerk waren vaak de opdrachtgevers waardoor de Kunst werd beschut tegen het rechtstreeks doodknuffelen door graaierige "economische belangen".
Op die manier zorgde de Kunst voor verademende eilandjes van reflectie in een wereld van verstikkende ideologieën en eenzijdigheid.
Maar het werd anders. De Economie koopt niet meer kunstvoorwerpen als prestige-object, of als moment van reflectie, maar wil de Kunst zelve kopen om die 'als ondergeschikte' in te zetten voor eigen doelen.
Daarnaast ontstond het 'kunstbedrijf' waarin de Kunst --met trucs van het neo-kapitalistische denken-- zelf "welvaart genereert", iets wat de Economie totnutoe als "hoogst-eigen" beschouwde. Daarvoor was 'hard werken' en 'discipline' nodig, ondergeschiktheid, en zo nodig slavernij.
--"En nu? Ziet!" Met behoud van de waarden van de 'Villa Franca' is daar het 'kunstbedrijf', dat "zijn eigen centen verdient", wéér zo'n domein dat de Economie als "hoogst-eigen" beschouwde. Je "eigen centen" verdienen 'moet' met bloed, zweet en tranen. Is het kunstbedrijf nu een parodie op de Economie, of is het juist haar laatste slachtoffer?
Een Belgisch initiatief --www.arteconomy.be-- stelde al eerder vragen:
--"Kunst en Economie? Wij zien geen verschil!", riepen ze uitdagend.
Ik heb daarover gerapporteerd op 12 juni 2003, 31 mei en 9 juli 2004.
Laatstelijk, 8 maart jl, beschreef ik hoe de kunstonderneemster Joëlle Tuerlinckx haar 'case' voorlegt aan een ondernemersforum.
Likkebaardend luisterden ze toe, maar Joëlle vraagt zich tenslotte af:
--"Wie Heeft Wie in De Tang?", want haar 'Villa Franca'-gevoel is ze kwijt. Ze 'moet' opeens vanalles. Wat is er aan de hand?
Inmiddels verschijnt er in NL een boekje: Imaginaire economie. Van Olav Velthuis, kunsthistoricus en redacteur economie van de Volkskrant
"Dit boek (...) gaat over de wijze waarop hedendaagse kunstenaars economische processen verbeelden (...)[zij] parodiëren economische mechanismen (...)[en] het eenzijdige, neoliberale discours (...)".
Op www.naipublishers.nl/kunst/imaginaireeconomie_nl.html kun je het alvast bekijken. Het ligt al in de boekhandel. Vlug kopen en lezen!!
Imaginaire economie
! Ik vond de beurkoersen altijd al abstract, maar "imaginair" vind ik mooier. Jammer dat het ellende kost voor zovelen.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Dinsdag 5 April 2005
Eindelijk is het gebeurd. Ik ben niet onkwetsbaar, al leek het zo bij al die seizoensmatig sniffende, hoestende en niezende mensen.
--"Logisch, dat komt van de weersverandering".
Maar die logica ontging mij. Ik ontglipte jarenlang aan die kwaal. Wat was er gebeurd? Had ik mijn levensrantsoen verkoudheid achter de rug? Of heb ik een goede fee? Of geheime krachten? Of geen tijd? Per slot ben ik een druk baasje.
Opeens lig ik koortsig, rillerig en sniffend in bed. Géén speciale fee. Géén geheime krachten. Ik heb het juist behoorlijk druk deze week.
Citroenkwast op het nachtkastje. Ik ben dus normaal. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Woensdag 6 April 2005
De media hebben deze week een hoog paus-gehalte. Iedereen moet zijn ei kwijt. Van ongeremde laudatio's tot interessante analysen:
Jan-Paul II
was een groot communicator. Al in zijn studententijd, via het toneel raakte hij overtuigd van de kracht van het woord en van de "act". Dat heeft hij tot de laatste seconde gebruikt.
Het kerkmodel dat hij zodoende heeft achtergelaten maakt de Latijns-Amerikaanse kerk echter niet erg vrolijk. Bijna de helft van de Rooms- Katholieken woont hier. Zou dat tellen in Rome?
In elk geval niet gedurende Jan-Paul II zijn tijd. Hij begreep niets van de "bevrijdingstheologie", en als Pool, die de Kerk met succes verdedigde tegen het Nazisme en het Communisme, construeerde hij een Kerk die daartegen was opgewassen: Traditioneel, en sterk gecentraliseerd. Maar zo liggen de kaarten niet in Latijns-Ameria.
Zijn ongenuanceerde steun aan het anti-communisme bracht hem in het vaarwater van Pinochet --ook doodsbang voor communisme, net als de Chileense prelaten-- zoals ik Zaterdag jl schreef.
In Latijns-Amerika is het marxisme niet de wèrkelijke vijand van de kerk, maar het "wildgroei kapitalisme" en de "élites gespeend van enig gevoel voor het sociale", zegt Leonardo Boff, een van de grondleggers van de "bevrijdingstheologie".
De bezoeken van Jan-Paul II aan de Latijns-Amerikaanse landen hebben géén invloed gehad op het stormenderhand voortschrijdende Evangelische kerken, en meer fundamentalistische sekten die zich aan de kant van die "élites" opstellen.
NYT klasseert hem naast Pius IX, de man van het Vaticanum I [1870], en van de "pauselijke onfeilbaarheid", wat er [nu] toe leidde dat Kardinaal Law, uit Boston, " . . . insisted, [that] the church knows the truth and is therefore exempt from anything as undignified as dialogue".
NYT herinnert er aan dat onder Jan-Paul II de bisschopsbenoemingen uiterst conservatief waren. Hij liet dit 'thuisfront' over aan klassiekers als Kardinaal Ratzinger die de theologie van Kung, Schillebeeckx en Boff veroordeelde. Daardoor zijn er nu weinig bisschoppen en kardinalen die voeling hebben met de moderne wereld. Jan-Paul II heeft weliswaar de dialoog met de moderne wereld aangezwengeld, maar geen substantie achtergelaten om die werkelijk te gaan voeren.
Henri Tinq
, in Le Monde, de positief-kritische religie-schrijver die ik hogelijk waardeer, noemt vijf uitdagingen voor de volgende paus(en):
(1) de macht van Rome decentraliseren, (2) de brug met de moderne maatschappij slaan, (3) toegang toe de priesterwijding verruimen, (4) de dialoog heropenen met de afgescheiden Kerken, en (5) de aanzet tot ontmoeting met het Judaïsme en de Islam uitdiepen.
Wie gaat dat doen? Wat dacht je van Ratzinger en zijn mannen?
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Donderdag 7 April 2005, Mijn broer Jan wordt 77, Proficiat!
De "God van Bush en van Bin Laden" is de uitdagende titel van het stukje dat Leonardo Boff schreef in Punto Final, van Pasen, een links twee-wekelijks blad "dat helpt nadenken". Boff is een van de grondleggers van de "bevrijdingstheologie" die volgens Rome met de communisten heult, en daarom uitgeroeid moet worden. Ik zal een groot deel van dat betoog --of van die Paas-meditatie-- vertalen, want het geeft goed aan wat "bevrijdingstheologie" betekent. Wat Rome wellicht stoort zal ik accentueren.

Ondanks de vernietigende kritiek van de meesters van de twijfel --Marx, Freud, Nietzsche en Popper-- op de religie, komt religie echter met kracht terug op vele plaatsen in de wereld. Echter, voor een groot deel om God te gebruiken als rechtvaardiging van oorlog, terrorisme, en politiek- en religieus conservatisme.
Bin Laden
begon zijn terreurakties met een braaf gezicht en zei: "Allah zij geloofd".
Bush
, vóór het ultimatum aan Saddam Hoessein, vroeg God om advies, en zei tegen zijn medewerkers: "Ik heb een missie, en ik heb God op mijn knieën gesmeekt dat hij mij helpt deze met wijsheid te vervullen".
De God van Bin Laden en Bush is een afgod, want het kan niet zijn dat een levende en werkelijke God wil wat zij willen: Een preventieve oorlog, het doden van onschuldigen, of eentje die een soort geloof afdwingt dat niet Gods liefde uitdrukt voor hen die lijden.
Het ethische atheïsme heeft gelijk [Rome!] als zij dit soort religie afwijst evenals de bijbehorende God die --in andere tijden-- de Kruistochten, de heksenjachten, de Inquisitie en het Kolonialisme rechtvaardigde en --tegenwoordig-- de oorlog in Irak, het Islamitische terrorisme, en een moraal zonder een greintje medelijden. Het is veel beter een goedwillende atheïst te zijn [Rome!], en vriend van recht en vrede, dan een religieuze fundamentalist ongevoelig voor de ethiek van het leven.
Is het nog mogelijk om in een God te geloven in deze wereld die God manipuleert ten behoeve van perverse doelen van macht?
Zeker, het is mogelijk, maar op voorwaarde dat je je als atheïst opstelt [Rome!] tegenover de vele Godsbeelden die in conflict raken met de God van de mystici en die van de zuiveren van hart.
De vraag is dus: Hoe kunnen we over God praten zonder te vervallen in een religie? [Rome!] Want religieus over God praten, zoals Bin Laden en Bush dat doen, is godslasterlijk.
Inderdaad, wij kunnen niet-religieus over God praten zonder zijn naam te noemen. Zoals Monseigneur Pedro Casaldáliga het treffend zei: Als een onderdrukker 'God' zegt, dan zeg ik 'recht', 'vrede' en 'liefde', want dat zijn de werkelijke waarden van God die hij ontkent. Als een onderdrukker 'recht', 'vrede' en 'liefde' zegt, dan zeg ik God, want zijn recht, vrede en liefde' zijn vals.
Wij kunnen niet-religieus praten over een menselijk fenomeen dat verwijst naar wat God betekent".
Tot zover deze vertaling. Het 'menselijk fenomeen', dat Boff bedoelt, is "enthousiasme" waarvan de oorspronkelijke Griekse betekenis is "god van binnen". Onze vitaliteit zou dus van God komen. Dat diept hij uit.
Mij riekt deze redenering teveel naar het "oorzakelijke Godsbewijs": 'Hoe kan zo'n prachtige schepping er zijn zonder een Schepper?'
Iedereen kent de gevolgen. Wij doen stuk voor stuk die Schepper na, en gedragen ons als heer en meester van de natuur; ook zijn wij heer en meester van de 'wilde volken'.
Het 'menselijk fenomeen' dat Boff noemt is even gevaarlijk als het tot God wordt verheven. Met name de Evangelische Christenen laten er zich door leiden en --in de wereld-- leidt dat tot "Ikke, ikke, en de rest kan stikke!" Inclusief de 'armen' die --kennelijk!-- God's liefde *niet* hebben toegelaten (eigen schuld!). Het is de grondslag van massificatie van het neo-liberale dogma. (zie ook 18 juli 2004).
Het einde van de preek komt met een citaat van een van de grootste mystici van de Islam, Rumí. Het wijst op het dualisme: De God-van-buiten (religie) en de God-van-binnen (enthousiasme):
"Wie God werkelijk liefheeft, heeft helemáál geen religie, wat het is niet dezelfde God"
In deze tijden van officiële afgoderij is het noodzakelijk dat wij deze originele betekenis van het Godsbegrip terugwinnen. Zonder zijn naam uit te spreken, aanvaarden wij het respectvol als het enthousiasme dat ons doet leven, en dat ons in staat stelt met blijdschap het leven te vieren".
Dat was het einde van de Paaspreek. Met mooie rethorieke 'bewijzen'. Ik ga daar nu geen gaten in schieten. Vooral dat citaat van Casaldáliga is knap in zijn eenvoud om een heikel probleem een handvat te geven. 'God' blijft 'één'. Ook de onderdrukker kan dáár niet vanaf.
En dat Bush en Bin Laden het met dezelfde God doen, is een verrassend perspectief vanaf een preekstoel, een eye-catcher.
De officiële uitspraken van de huidige prelaten benadrukken dat de "bevrijdingtheologie" dood is. Logisch, sinds Jan-Paul II zijn er systematisch Opus Dei en Communione e Liberazione prelaten benoemd, en 'andersdenkenden' wordt het werken moeilijk gemaakt, zo ze al niet formeel aan de kant worden gezet. Toch bloeien er vele basisgemeenten op basis van de "bevrijdingtheologie": Kleine liefdevolle gemeenschappen die --zonder clerus of organisatie-top-- ongeveer doen wat ik op 1 februari schreef naar aanleiding van de tsunami, de Auschwitz-herdenkingen en de "Waar was God?"-vraag:
--"Wij zullen de zwakken beschermen, we zullen liefhebben, wij zullen troosten. Van nu af is het helemaal onze verantwoordelijkheid".
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Vrijdag 8 April 2005
Gisteren noemde ik Leonardo Boff, de Braziliaanse theoloog, een van de stamvaders van de "bevrijdingstheologie". Het officiële begin van de "bevrijdingstheologie" ligt in de tweede Latijns-Amerikaanse Bisschopsconferentie in 1968 in Medellin, Columbia. Dit soort conferenties waren 'mogelijk' door het innoverende gedachtengoed van Vaticanum II in de jaren daarvoor. Deze Latijns-Amerikaanse bisschoppen bevestigden toen expliciet de rechten van de armen.
Aanvankelijk vindt dit steun in Rome, en worden bisschoppen en kardinalen benoemt die in deze richting denken omdat men daarin een oplossing zag voor de crisis van de katholieke kerk in Latijns-Amerika. Dat werd vanaf Jan-Paul II, nu 26 jaar geleden, meteen anders. Die benoemt zeven Opus Dei-bisschoppen in Perú, vier in Chili, twee in Ecuador en een in Columbia, Argentinië, Brazilië en Venezuela. Perú is het bruggehoofd van de tegenaanval, want daar huist de invloedrijke priester-theoloog Gustavo Gutiérrez, de opsteller van de documenten van de conferentie van 1968.
Gedurende de bezoeken van Jan-Paul II aan de Latijns-Amerikaanse landen werden priesters, prelaten en leken die zich met "bevrijdingstheologie" bezighielden demonstratief buitengesloten. Volgens 'Rome' was niet 'armoede', maar 'communisme', het probleem.
Maar dat is (was!) een Europees probleem! In Latijns-Amerika bracht het de kerk bovendien in het vaarwater van de rijken en van de dictators, en ondersteunde het de opvatting dat armen "waardeloos" zijn.
Redenerend vanuit de rechten van de armen, en niet dóórdrammend op de vijand-van-toen --de zeer rijken en de dictators-- zien de bevrijdingstheologen een zo mogelijk groter --in elk geval massaler-- gevaar in een mentaliteit die door (fundamentalische) Evangelische Christenen wordt verbreid. Noord-Amerikaanse missionarissen prediken het --bijbelse-- recht om voor jezelf op te komen, en buigen dit meteen om tot een verabsolutering van wat je met 'eigen handen hebt verdiend'. In lijn met het protestantse arbeidsethos (en John Locke en Adam Smith), maar totaal ontdaan van medelijden met de slachtoffers van dat systeem.
De God van de Christenen rechtvaardige het martelen van 'communisten'. Op soortelijke wijze 'mogen' nu de "left behinds" worden behandeld, noem het maar 'werkelozen', 'werkschuwen' of 'arbeidsoverschot'.
Aan het einde van het millennium verdwijnen ze in de afgrond op een vingerknip van de teruggekomen Christus. (zie 18 juli 2004)
Wat is dat beeld dat opdoemt uit die inmiddels reusachtige "left behind"-beweging? Een voorafbeelding van concentratie- en vernietigingskampen voor werkelozen? Voor werkschuwen? Voor overtolligen?
Dat zou mooi zijn voor onze winstmaximaliseerders: "God Wil Het!!"
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zaterdag 9 April 2005
Ik heb nog maar een week. Ik heb al stápels krantenknipsels weggedaan. Enkele "hoogst interessante" liggen er nog, al ik weet niet of ik daar aan toe kom. Voor de typisch Chileense thema's is de beslissing genomen: Alles in de prullemand wat niet verwerkt is. Maar wat met de thema's op langere termijn? Ook een grote schoonmaak?
Ik kijk terug op een weekje griep? verkoudheid? of wat is het? Gisteravond --voor het eerst-- voelde ik verbetering. De droge hoest minderde even. Dus: Dóórgaan met "pappen en warmhouden".
Hoe mijn stem als een rasp klinkt, heb ik de preferenten toegestuurd; samen met de stukjes van gisteren en eergisteren die door een ftp-storing niet konden worden opgeladen. Tot mijn ergernis moest ik gisteren óók verschillende banken aflopen om geld uit de muur te krijgen. De twee NLse debetkaarten, waarmee ik al drie maanden geld uit de muur haal, kreeg ik terug: "Deze kaart is niet geldig voor dit netwerk".
--"Is er verband met die ftp-storing? Heb ik iets gemist? Is Chili in oorlog met NL? Of met de EU? Of ben ik paranoia?"
Straks moet ik naar de sastre, de kleermaker die voor mij drie (inmiddels vier) guayaberas heeft gemaakt. Die moet ik afhalen en betalen. (Je weet wel: "Maak er dan maar drie!", van 22 maart).
--"Hoe moet dat?"
Deze week had een hoog Google gehalte. Ik werd flink "be-google-d". Twee mij onbekende Venlo-ers google-den respectievelijk de naam van mijn lagere school en die van mijn schoolvriendje uit mijn websites omhoog. Dat leidt tot een nieuw soort correspondentie: Kom op! Vertel eens verder!! Ik ben (toegankelijk) deel van het wereldarchief geworden.
Een jongeman uit Singapore, waarmee ik een boeiend gesprek had op mijn terugreis uit Australië in 2001, google-de zijn naam naar boven uit Mijn Dagboek van toen, en zette de discussie voort. Dat lijkt meer op de gebruikelijke correspondentie: Commentaar op mijn stukjes.
Maar het meest ontroerende gebeurde hier in Iquique zelf. Ik dank mijn koortsige week aan Gabriela waarmee ik een week geleden uit ging eten. Het was dus 'eigen schuld dikke bult', had ik maar niet moeten socialiseren. Dan was er 'niets' gebeurd. Let op het woordje 'niets'.
Maar . . . , niks eenzaam op een hotelkamertje uitzieken, nee hoor!
Gabriela
belde mij op voor wat ik nodig had. Francisco bracht het, en legde bovendien de beste Chileense anti-griep middeltjes op tafel. Marilyn bracht een boek, want ze dacht niet dat ik naar het krantenkiosk kon, en Lorenzo dook op met drie mammoetflessen water en vruchtdrank, want: "Je moet vooral veel drinken!!" Ontroerende bezorgheid.
Ik wil maar zeggen, socialiseren heeft zo zijn gevaren, maar zonder socialiseren was er 'niets' gebeurd.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zondag 10 April 2005
Ik heb nog steeds de zelfgestelde uitdaging op mijn conto dat wij onszelf als slavenmaatschappij zouden moeten herdefiniëren.
--"Niet om van de huidige slachtoffercultuur gebruik te maken, en ook niet als geuzennaam", schreef ik er op 28 februari bij, "[maar om]dat we daarmee een meer realistische grondslag hebben voor onze kijk op politiek en maatschappij-inrichting".
Dat heeft nogal wat vragen --en onbegrip-- opgeroepen, maar ik kan nu iets beter beschrijven waar ik naartoe wil. Al blijft de missie onzeker.
Allereerst: Was het instituut "slaven" een noodzakelijke maatschappijvorm om de landbouw en de grote steden te kunnen organiseren? Wij zouden het onderliggende gedachtengoed daarvan rustig --en positief!!-- moeten bestuderen om er van de leren. Op de manier waarop een ontwerper oude "mislukte" octrooien bestudeert, want het "mislukken" doet niet af aan de intelligente inhoud die in een andere technische of commerciële kontekst wel succesvol had kunnen zijn, en daarom van belang is voor de ontwerptaak van.nu.
Maar op zo'n studie rusten vele taboe's: Irrationeel, ja, maar wèl feitelijk.
Iets dergelijks is aan de hand met mijn stelling: De vraagstelling alléén al lijkt zo absurd of verdacht dat er van 'bestudering-met-verwondering' geen sprake meer kan zijn.
Allereerst botsen wij op de bijbelse of goddelijke rechtvaardiging van de slavernij in het verleden. Dat wijzen we af. Terecht. Maar bij nadere beschouwing zijn dat gelegenheidsmotiveringen van de machthebber die wij zouden als zodanig zouden moeten decoderen (of 'deconstrueren').
Vervolgens 'kennen' wij alleen de Afrikaanse negerslaven die naar Amerika zijn verkocht slechts uit de verhalen van de overwinnaar in de strijd om de Abolition (geschiedenis is altijd geschiedenis van de overwinnaar!) en --later-- in de vorm van Roots-verhalen en -films door de nakomelingen met als doel hun zelfrespect te herwinnen. Daar valt heel wat te deconstrueren!! Daar tipte ik 29 december aan.
En hoe rijm ik mijn vraagstelling met "Tevreden slaven zijn de grootste vijanden van de vrijheid", de tekst die jarenlang prijkte op de Mensa van de Universiteit Eindhoven. Ben ik nu een vrijheidsberover of een onvrijheidsrechtvaardiger? Het begrip vrijheid moet dus op de snijtafel. Dat heb ik intussen al een paar keer gedaan.
En pas dàn komen we toe aan de vragen zoals: Waarom had Egypte, toch ook een landbouwstaat, dan géén slaven? Hoe hielden de Janitzaren zeshonderd jaar lang zichzelf als slavenmaatschappij in stand? Ieder kind werd er zorgvuldig opgeleid naar zijn vermogens. De Groot-Vizier was juridisch een slaaf. Leek dat dan op een moderne meritocratie?
De onderzoeksweg begint zich af te tekenen.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Maandag 11 April 2005
Bevrijdingstheologie, post-dictatoriaal Chili, mijn nieuwe vrienden in Iquique, ik ga het allemaal loslaten. Dat is het thema van deze week. Tussen de praktische zorgen van inpakken en afscheidsafspraakjes dóór.
Of omgekeerd? Is dat thema hoofdzaak, en is de rest slechts uitvoering?
--"Vraag liever: 'Wat neem je er van mee?'"
Ik zie opeens gezichten. Vrienden en vriendinnen sinds drie maanden. Warm, stralend en met glinsterende ogen. Ik voel hun nabijheid.
Daar ga ik extra op letten deze week. Daar gaat het om.
Het fotografeerbare en het beschrijfbare ligt al vast.
Gezichten, ogen en nabijheid. Dat is het thema van deze week. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Dinsdag 12 April 2005
De griep van de vorige week bereikte Vrijdag haar keerpunt, en in het weekend keerde mijn lijf als herboren terug uit deze koortsige escapade.
Ik moet dan altijd denken aan: "Le coeur a des raisons que la raison ne connait pas" waarmee de Fransen de autonomie van De Gevoelens tegenover De Rede te illustreren:
--"Het hart redeneert niet zoals de rede", voor de nuchtere NLer.
Mijn gelegenheidsvariant is echter: "Le corps a des raisons que la raison ne connait pas",
--"Het lichaam gaat wegen die het verstand niet begrijpt".
Kortom, ik ben heel blij dat mijn lijf weer thuis is. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Woensdag 13 April 2005
Ik ben vlug moe van de pers-speculaties over de nieuwe Paus. Ik bewaar --voor later-- alleen twee terugblikken op Jan-Paul II: Van Hans Küng en van Leonard Boff, Vaticanum II theologen die èchte geloofwaardigheid hebben nagestreefd.
Zij analyseren de discrepanties tussen het beeld dat De Grote Communicator uitstraalde, en wat hij er binnenshuis van bakte. Bijvoorbeeld omtrent armoede, en omtrent de rol van de vrouw.
De fascinerende macht van 'de communicatie' om deze discrepanties te verbergen --en om te toveren tot het tegendeel-- doet mij nog het meest denken aan Bush en zijn kornuiten. Diens leugenachtigheid ben ik ook moe. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Donderdag 14 April 2005
Gisteren maakte ik voor het eerst een grote strandwandeling in de zon. Ik had al eerder gewandeld om de griep uit mijn knoken de spoelen, maar het was behelpen. Er was geen wind en --dus-- ook geen zon.
De gebruikelijke nevelsluier boven de kust verdwijnt pas als de zon over de bergen komt. Maar de wind komt pas als de grond heet is geworden. Dat kàn leiden tot een dagenlange nevel. Dan is Iquique een stinkstad.
Heel zelden inderdaad, maar --uitgerekend-- wèl deze laatste dagen dat ik het zo hard nodig had. Ach, wat ben ik toch een beklagenswaardig wezen. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Vrijdag 15 April 2005, mijn zus Tini is jarig, proficiat!
Toen ik de vorige week koorts had, werkte ik koortsachtig aan het afwerken van de uitdagingen die ik mij had gesteld. Ondanks het hoge pausgehalte van de media sorteerde ik stapels kranteknipsels, en rekende er mee af. Toen kwam tijd voor het èchte afscheidnemen zoals ik Maandag schreef: De nieuwe vrienden en vriendinnen die ik niet meer zal zien. "Gezichten, ogen en nabijheid", noemde ik het.
Ik wandel over het lege strand, en probeer mij de zomervakantiedrukte van de begintijd te herinneren. Dat is voorbij. Het andere zal ook zo voelen de volgende week.
Nog maar even héél goed kijken!! (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Zaterdag 16 April 2005: Nog één nachtje slapen.
Gisteravond stapte ik onaangekondigd bij Lorenzo en Eugenia binnen. Met een paar blikjes bier, want dat drinkt hij graag.
--"Lorenzo staat zich nèt te scheren om jóu af te halen", lachte Eugenia.
--"Blijven we thuis of gaan we uit", vroeg Lorenzo toen hij uit de badkamer kwam. Het werd stappen, want dat doet hij niet graag alleen.
--"Het was mijn laatste kans", zei ik verontschuldigend, "morgenavond ben ik bij Gabriela uitgenodigd".
--"Nee hoor", zei Lorenzo geheimzinnig, "ik kom ook. Ik had het niet mogen zeggen".
Wel-wel, heeft die Gabriela een partijtje geregeld!
Net als dat feestelijke welkom drie maanden geleden. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Zondag 17 April 2005: Vertrekdag!
Het afscheid is genomen.
--"Kom je terug het volgend jaar?", vroegen ze liefdevol.
--"Nee, zeker niet het volgend jaar, misschien later", zei ik van harte.
Maar mijn antwoord bevredigde niet.
--"Waarom eigenlijk niet?", vroeg ik mezelf, "Wat let mij?"
Nooit had ik zoveel warme mensen om mij heen. Deze vreemde stad had haar vreemdheid verloren.
--"Had ze nu ook haar aantrekkelijkheid verloren?"
--"Nee, dat niet".
Maar wat betekent een bestemming als je weet dat je er bekende paden zult bewandelen? Als je niet de ontroering beleeft dat het onbekende en bedreigende warm en vriendelijk wordt als je héél goed kijkt. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Onderweg tussen Chili en Spanje, Maandag 18 April 2005
0300MET.
We vliegen al twee uur, in Chili is het nog Zondag, maar met mijn gedachten ben ik al in Madrid, in het Europese ritme, en daar is het drie uur in de morgen. 'Gisteren' heb ik twee uur naar het Zuiden gevlogen om in Santiago te komen, en nu vliegen we linea recta Noord-Oost. Argentinië hebben we al bijna gehad en we naderen Brazilië en Paraguay. We zijn weer op de hoogte van Iquique
Vanuit mijn Chileense ritme is het pas negen uur in de avond, maar wèl de avond van een lange drukke dag. Ik ben goed moe. Héél vroeg had ik mijn stukje klaar. Het was --ook voor mij-- een verrassend slot van een reeks van zeven maal honderd woorden waarin ik uitsluitend aandacht wilde geven aan mijn afscheid.
Het lukte nog om het op te laden, en bovendien om een stevige en zonnige strandwandeling te maken. Om twaalf uur haalden Gabriela en Francisco mij af om mij naar het vliegveld te brengen. Toen was "Iquique" definitief voorbij.
Op het vliegveld van Santiago de Chile kocht ik enkele verzamel-CD's van Violeta Parra. Je zou ze de moeder van het Chileense lied kunnen noemen. Zij had haar grote jaren eind '50, en '60, de begintijd van La Nueva Canción, en met toernee's in Europa. Later nam zij Victor Jara, en enkele andere van de jongere generatie, onder haar hoede, en leidde hun naar La Nueva Canción. Ik had totnutoe niet systematisch naar haar werk geluisterd. Van haar heb ik nu vier CD's. Die moet ik nog 'rippen'. De acht CD's van Victor Jara, en de vijftien van de Cubaan Silvio Rodriguez heb ik als mp3 op mijn harde schijf. Ik heb er al verschillende van vertaald voor dit dagboek. Die van Violeta Parra zullen vast ook aan de beurt komen.
0700MET.
We hebben een half uur geleden de kust van Brazilië gepasseerd --iets ten Zuiden van Suriname-- en we passeren nu de evenaar. We vliegen nu zes uur, we zijn dus bijna op de helft van de voorspelde 13 uur vliegtijd. Ik ga maar weer verder met mijn sluimerslaapjes.
0900MET.
We vliegen nu acht uur en zijn ter hoogte van Dakar en de Kaapverdische Eilanden, maar veel meer naar het westen; midden boven de Oceaan. We zullen ook de Canarische Eilanden rechts laten liggen, want we stevenen af op Madeira. Dat ligt op de rechte lijn naar Spanje. We moeten nog vijf uur.
Ik hoop dat ik het volhoud, want mijn buurman is vreselijk. Hij is een oude Duitse man. Ik heb in het begin een paar woorden met hem gewisseld. Hij spreekt alleen maar Duits, en reist vaak naar Chili, naar familie. Hij hoeft geen Spaans te spreken, zei hij, want daar spreken ze allemaal Duits, en met 'de dienstmeisjes en zo' heeft hij niets te maken. Hij blaft stewardessen af als ze hem niet begrijpen, en speelt stommetje tegen mij als hij langs wil om naar het toilet te gaan. Dat is wel vol te houden, maar hij moet zich van top tot teen bepiest hebben, want de stank is ondragelijk. Ik hoop dat ik dat zonder kotsen volhoud. Ik probeer maar wat te slapen, maar hij zit aan het raamtje, en ik aan de gang. Hij moet er ieder moment uit: Dan komt er weer zo'n walm voorbij. Oef.
1100MET.
In mijn Chili-ritme is het vijf uur in de morgen, mijn normale wakker-wakker tijd, maar nu ben ik geteisterd door slaapgebrek en pieslucht. Ik voel mij bepaald niet fris. Geen schrijflusten dus.
We zijn iets Noordelijker dan de Canarische Eilanden, vlak bij Funchal op Madeira. Nog drie uur pieslucht. Duim maar voor me.
1300MET.
We zijn Lissabon gepasseerd en het ontbijt hebben we gehad. Het ziet er naar uit dat we geen vol uur meer nodig hebben om in Madrid te komen.
1800MET.
Ik zit nu in Madrid te wachten op mijn vlucht naar Tenerife. We hebben inderdaad twintig minuten ingelopen op de geplande 13 uur en we landden om 1340MET. Ik heb intussen mijn handschriftaantekeningen overgetypt. Ik ontdekte óók dat ik hier een gratis een 'open' WiFi verbinding heb. Ik mijn post al bekeken en ik ga ook dit dagboek meteen opladen. Er was een mailtje van Aldert. De techniek staat voor niets, want hij reageerde op het mailtje aan alle preferenten vanuit het I-café van het vliegveld van Santiago had gestuurd: "Goed Onderweg!!".
terug eerste dagboekregel

La Laguna (Tenerife), Hotel Aguere, Dinsdag 19 April 2005,
Dit hotel beschreef ik 9 januari al, toen ik er met Martine logeerde.
Nu is het twee uur in de nacht, en ik ben wakker-wakker. Ik benut dit moment maar. Straks komt de slaap wel weer.
De rest van de dag van gisteren verliep --gelukkig-- zoals voorspeld. Mijn koffer was even zoek. 'Gelukkig' alleen een misverstand omdat mijn koffer 'buitenlandse' bagage was --want die kwam rechtstreeks uit Chili-- en de rest 'binnenlandse'.
Ik belde met Ignacio, nam een copa en enige tapas als avondmaaltijd in de bar verderop in de straat, en ging naar bed. Ik sliep kort maar krachtig. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 20 April 2005
De slaap is nog steeds kort-maar-krachtig, en op de vreemdste momenten. Precies zoals de heldere momenten en de eetlusten. Kortom, de jet lag heeft mij te pakken. Mijn energiemomenten steek ik in de CD's van Violeta Parra en in de perscommentaren over Benedictus XVI. Maar vóór het ordelijk tot mijn grijze cellen is doorgedrongen, en vóór ik gewaar ben mijn opwellende gevoelens, legt een slaapaanval mij plat, en zijn Violeta en Benedictus dwaallichtjes die verstoppertje spelen in het oerbos van mijn dromen.
"Voor tui-en-takel" --als een solo-oceaanzeiler in een orkaan-- laat ik mij meesleuren, en wacht het einde gelaten af. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 21 April 2005
In Chili zag ik de kopstukken van het martelsysteem van de dictatuur achter de tralies verdwijnen. Pinochet staat binnenkort voor de rechter. Dat alles na 16 jaar 'democratie'.
Hier, na 29 jaar 'democratie', was er kortgeleden een rel in Madrid omdat een van de vele resterende standbeelden van Generalissimo Franco werd verwijderd, en is nog nóóit één persoon voor de rechter gedaagd voor de jarenlange moord-, fusillade- en martelpartijen nà de afloop van de burgeroorlog in 1939. Dat stemt mij tot nadenken.
--"Wat bedoelen wij eigenlijk als wij op "Zuid-Amerikaanse toestanden" schimpen? Is onze 'democratie' dan zoveel beter?"
--"Europese spatjes!!". (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 22 April 2005
Ik ben uit Chili thuisgekomen met 373 songs met een gewicht van 1,15 GigaByte op mijn harde schijf. Ze zijn van Silvio Rodriguez, Victor Jara en de laatste aanwinst is Violeta Parra. In Maart beschreef ik de stroming waar ze allemaal toe behoren: La Nueva Canción, liederen van liefde voor het land, bewustwording van eigenheid en protest tegen onderdrukking. Het is ook in die volgorde ontstaan.
Dat is goed te zien aan levensloop van Violeta Parra, (geboren 1917). Zij is gewoon vooraan begonnen met 'leuke liedjes' zingen in bars voor een paar grijpstuivers. Met liefde noteerde zij volksliedjes op haar bandrecorder, en erfde van haar moeder de liefde voor de guitaar. Geleidelijk kwamen de teksten over armoede, onderdrukking en onvrijheid. Zij kwam pas in een stroomversnelling toen Pablo Neruda haar leerde kennen en haar in andere kringen bracht.
Het waren vooral vrouwen, en dat is niet toevallig volgens sommige cultuuranalysten die er op wijzen dat verzet tegen dictatuur vóór alles betekent afstand nemen van de mannelijke machtsbasis die de rol van de vrouwen bepaalt. Die rol is voor de machthebber, de man --haast per definitie-- onzichtbaar. Het vereist een 'lateraal denken'. Victor Jara, naar eigen zeggen, is door Violeta Parra op het spoor gezet.
Hoewel Violeta al vanaf 1954 in Europa optrad (Polen, Rusland) en enkele jaren in Parijs verbleef, genoot de jongere generatie grotere roem omdat de publiciteitstechnologie zoveel groter was. Het zijn vooral Mercedes Sosa (Argentinië, 1935) en Maria Farantouri (Griekenland, 1947, zangeres van teksten van Mikis Theodorakis en de "Joan Baez of the Mediterranean") die wereldwijd en massaal bekend raakten.
Het belangrijkste 'strijdlied' van Mercedes Sosa was "Gracias a la vida". Zij maakte dat lied wereldberoemd. Het was een oorspronkelijke tekst en melodie van Violeta. Ik vertaal het nog wel eens.
Dat zijn allemaal interessante herinneringen aan de protestjaren 60.
Een zekere Josef Alois Ratzinger heeft daar ook herinneringen aan; misschien wel nachtmerries. Hij was ook een protester en een vernieuwer tot het studentenprotest hem zijn leerstoel in Tübingen kostte. Daar schrok hij verschrikkelijk van, en vluchtte in 1969 naar Regensburg. Daar werd hij een protester tegen de protesters. Dat werd zijn nieuwe carrière.
En met succes!! Massaal wist hij andere vernieuwers de mond te snoeren. Dominique Dhombres in Le Monde van gisteren concludeert daar uit dat onze Benedictus XVI dus een 'indirekt slachtoffer' is van 1968.
Ik vind het geen slachtoffer, maar een overwinnaar. Het is vaker vertoond dat een individu zich uit een anti-diktatoriale protestbeweging losmaakt, en zelf de nieuwe dictator wordt. Bijvoorbeeld Stalin.
En dan duurt het weer jàààààren voor we weer op straat kunnen dansen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 23 April 2005
Gisteren liet ik mij door een bericht in Le Monde van Donderdag verleiden tot mijmeringen over de "protest-jaren 60". Le Monde van gisteren bracht mij op de "provo-jaren 60" want de lokale correspondent in Lyon bericht uitgebreid over het witte-fietsenplan dat a.s. 19 Mei, onder de naam "Vélo'v", van start gaat met 2000 fietsen op 200 stations zodat iedere Lyonees binnen 300 meter een fiets zal aantreffen. Het is allemaal goed ge-research-t. Ze weten dat 90% van de gebruikers minder dan een half uur fietst, en dat het gemiddelde 17 minuten is. Het eerste halfuur is gratis, maar met je creditkaart stort je telkens een borgsom van €150 die je pas terugkrijgt als de fiets bij een (ander) station is ingeklikt.
Het mag vooral niet als "ludiek" worden gezien, zegt de burgemeeester, want het is heel nuttig en zakelijk, en het zal 10% minder autoverkeer opleveren. Het is een degelijke, stoere fiets. Nogal on-Franse, zelfs wat Hollandse, mooie, stoerheid. zie foto's
Ze hebben erg goed naar het Weense model gekeken, zegt de burgemeester, maar Provo-Amsterdam wordt niet genoemd, kennelijk bang voor het ludieke. Hij belooft wèl dat er 40 kilometer "d'axes verts" zullen komen, want "de research" heeft dat als succesfactor aangewezen.
Leergierig als ik ben, ging ik natuurlijk wat goechelen. Er ging een wereld open van witte-fietsplannen en research-projecten.
Het MIT heeft een : Bicycle Sharing Research Project
Het International Bicycle Fund heeft een Directory of Community Bike Programs met dozijnen projecten over de hele wereld.
Mijn favoriet is echter de grondige studie van het verschijnsel gericht op plannenmakers. Talloze sociologische, psychologische, technische, ergonomische en politieke (ervarings-)details staan overzichtelijk en systematisch bijeen. De site heet dan ook: "Building an Automated Community Bike Program Project"
Behalve de burgemeester van Lyon, komen ze allemaal tevoorschijn met Luud Schimmelpennink, in 1967 gekozen in de Amsterdamse gemeenteraad voor de Provo-partij. Hij presenteerde toen meteen zijn witte-fietsenplan. Hij was de eerste, maar --"dáár en tóen"-- zònder succes. Zijn plan heeft echter --38 jaar later-- wereldwijde gevolgen.
Er is ook een site over de plannen van Amsterdam: Het uiteindelijke streven was 45 depots en 750 fietsen, verspreid over de Binnenstad, de Pijp en Oud-West.
--"Ende siet, daar zijn laetste, die de eerste sullen zijn: ende daer zijn eerste, die de laetste sullen zijn" [Matth.19, 30]
______ Links voor de printversie:
www.grandlyon.com/index.php?
web.mit.edu/masam/www/e/bicycle/index.html
redjar.org/jared/projects/communitybike/summary/
www.ibike.org/encouragement/freebike.htm
home.deds.nl/~quip/deel/witfiets.html

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 24 April 2005
De verwijdering van een van de vele standbeelden van Generalissimo Franco, waarover ik eerder deze week schreef, liet nog eens zien hoezeer er Twee Spanjes zijn: Het Spanje van de fanate katholieken die hun eeuwenlange 'rechten' ontlenen aan De Koningen die in de 15e eeuw het land zuiverden van joden en moren, en het Spanje van de 'rooien', de communisten en het roerige 'gepeupel' dat zijn plaats in de maatschappij niet kent. Het is niet alleen een strijd tussen 'katholiek' en de 'anderen', maar ook een klassenstrijd tussen 'burgerij' en 'gepeupel'.
Juist omdat mijn hart nogal links zit, lees ik met enige regelmaat rechtse bladen om mij een beeld te kunnen vormen van de denkwereld aan de andere kant van de streep.
De huidige president Zapatero noemde het "ondenkbaar dat er nog symbolen van de dictatuur op publieke plaatsen staan" (In Madrid zijn 167 straten of monumenten gewijd aan de Caudillo en zijn kringen).
De voorzitter van de oppositiepartij, Rajoy, liet echter weten dat president "onverantwoordelijk gedrag vertoont en niet handelt in overeenstemming met de geest van de transición", (de 'overgangsfase' die door beide partijen geheel verschillend wordt geïnterpreteerd).
--"Laat hij zich bezighouden met regeren in plaats van met dit soort stommiteiten die de Spanjaarden uiteendrijft", zei Rajoy erbij.
De rechtse kranten beschrijven de Spaanse werkelijkheid als een adellijke dame die haar porceleinkast noodgedwongen in handen van een onbekwame bediende heeft moeten geven. Bij de verkiezingsoverwinnig vorige Zondag gilde ze meteen 'balkanisatie!!'
Maar wat was er aan de hand?
In het complexe ETA-Baskenland-gebeuren had die linkse overwinning weliswaar de pas aan rechts afgesneden voor een zéér centralistische politiek --want dat is de 'enige remedie' tegen 'balkanisatie'-- maar tegelijkertijd was óók de pas afgesneden aan de extreem-conservatieve, gewelddadige, afscheidingsbewegingen.
Kortom, de weg was vrij om de grondwettelijke autonomie van de deelstaten gestalte te geven tussen centralisme en autarkie.
Maar rechts vindt dat grondwettelijke principe als zodanig méér dan griezelig. Bij de rechtse coupe van Februari 1981, vijf jaar na de post-dictatoriale grondwet, dachten ze dat even te kunnen terugdraaien, maar de koning, Juan Carlos, die de adel zou meesleuren, speelde het complot koelbloedig uiteen, en verwierf daarmee respect en erkenning in het andere, het linkse, Spanje.
Links is nog steeds niet uitbundig royalist, maar velen noemen zich van harte Juan-Carlist: Je weet niet wat de volgende koning of koningin brengt.
Maar rechts rekent óók op de koning: Om eindelijk eens orde op zaken te stellen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 25 April 2005 (Anzac Day)
Het woord 'balkanisatie' dat door Rechtsen en Madrilenen wordt gebruikt om de schande te beschrijven dat Spanje niet meer één koninkrijk is, stemt tot nadenken. En niet zozeer wegens de afwijzing van de Spaanse Grondwet die autonome deelstaten erkent.
De Balkan 'balkaniseerde' omdat drie monotheïstische religies er hun slagveld maakten: De Orthodoxen, de Islam en de Rooms-Katholieken. Alledrie geloven ze in een almachtige God, en zijn daarom intolerant uit principe.
Een zekere Ratzinger publiceerde in 2000 een document waarin hij de these veroordeelde dat andere religies even waardevol zouden kunnen zijn dan het Katholicisme.
Op naar 'balkanisatie' van de wereld!! (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 26 April 2005
--"Juist een almachtige God kan tolerant zijn", schreef een lezeres over mijn stukje van gisteren: "Jouw redenering klopt niet".
Ja, ja, gelijk heb je, zolang die God geen andere tegenkomt met dezelfde claim. Dan moet het worden uitgevochten, anders verliest die God de kern van zijn bestaan: Zijn Almacht.
Er is pas vrede als er één overblijft. Dat is juist.
Vrede, door erkenning van de ander als gelijkwaardig, is onmogelijk. Die Ratzinger publiceerde zijn document "niet toevallig" midden in de laatste Balkanoorlogen. Die macho-religies moesten zich maar intomen, vonden sommigen. Maar hij was ze vóór. Heel intelligent van die Ratzinger. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 27 April 2005
Dat document uit 2000, waar ik nu al twee keer over heb geschreven, moeten we iedere keer opnieuw lezen als Rome het woord "dialoog" in de mond neemt: Dialoog met "zusterkerken" met name. Het woord wordt ook vaak gebruikt bij toenaderingen tussen andere christelijke kerken.
Ratzinger zet zorgvuldig uiteen waar dat woord vandaan komt, en onderkent dat het tegenwoordig vaak wordt gebruikt om de dialoog aan te zwengelen: Per slot moeten "zusterkerken" geen ruzie met elkaar maken. (Zoals in de Balkan bijvoorbeeld, actueel op dat moment).
Maar dàn zet hij de puntjes op i:
Het idee stamt uit de vijfde eeuw uit het Oosten met enkele gelijkwaardige "zusterkerken", verbonden in een "pentarchy" van vijf patriarchen als hoofd van de kerk met de kerk van Rome op de eerste plaats binnen deze "zusterkerken".
De uitdrukking wordt opnieuw gebruikt in brieven van Oosterse patriarchen in de 12e eeuw waarin zij protesteren tegen Rome die zich presenteert als De Moederkerk en als houder van Het Leergezag. In hun visie is Rome slechts "een gelijke onder zusters".
Precies in 2000, als enige toenadering tussen de Orthodoxen en Rome had kunnen helpen, merkt Ratzinger fijntjes op dat nóóit één Roomse paus dat idee --en die brieven uit de 12e eeuw-- had erkend.
Het idee "zusterkerken" slaat op andere kerken onder elkaar, schrijft Ratzinger, en vervolgens:
--"It must always be clear, when the expression sister churches is used in this proper sense that the one, holy, catholic and apostolic universal church is not sister but mother of all the particular churches".
Dat is een interessante voetnoot bij het gebruik van het woord "zusterkerken" als Rome dat gebruikt om bij andere kerken, en de buitenwereld, de indruk te wekken dat Zij zich werkelijk inzet voor een oplossing op basis van gelijkwaardigheid: Als Zij 'sister' zegt bedoelt ze 'mother'. Wèg dialoog!! Je mag mijn voeten kussen!!
Het document heet Note on the Expression Sister Churches. Het is een officiëel document van de Congregation for the Doctrine of the Faith van 30 Juni 2000. Het is ondertekent door Ratzinger die toen voorzitter was, en het goedgekeurd door Jan-Paul II.
Het staat met een begeleidende brief van Ratzinger op:
http://www.catholicculture.org/docs/doc_view.cfm?recnum=3135&longdesc

Even opletten dus wat Ratzinger "eigenlijk" zegt als hij andere kerken --en de publieke opinie-- probeert te paaien met dat woord.
(Sorry voor het hoge pausgehalte van de laatste dagen --er zijn leukere dingen om over te schrijven-- maar het gaat om oorlog en vrede, en religies zijn politiek-sociale systemen met een grote invloed daarop.)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 28 April 2005
Door de drukte over het verre-buitengebeuren van de laatste dagen, komt het nabije-buitengebeuren in het gedrang. Laat ik memoreren dat de volle maan van de laatste nachten allerprachtigst was. Zacht glinsterend op de kalme zee. Dat uitzicht miste ik Iquique. En de stilte.
In vijftig woorden. Asjeblieft! Geniet met mij!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 29 April 2005
Een tijdje geleden las ik een bericht in Le Monde, dat ik helaas niet heb bewaard, waarin de strikte "republikeinse" neutraliteit van de Franse Staat tegenover De Religies op de helling werd gezet. Niet door fanate katholieken of islamieten die de scheiding van Staat en Kerk betreuren, maar door De Staat, intelligent en serieus. Het ging om subsidies aan de Islamitische groeperingen als kerkgemeenschap. Chirac was tegen, maar Sarkozy had er wel oren naar, wist de berichtgever te melden.
Kerkgemeenschappen kunnen in Frankrijk "indirekt" staatssteun krijgen, maar niet als Kerk: Bijvoorbeeld omdat ze een of ander sociaal of cultureel initiatief ondernemen. Maar in dit geval ging het om regelrechte subsidies aan "minderheidskerken". De onderliggende redenering was dat de Katholieke kerk --toen in 1904 de formele scheiding van Kerk en Staat tot uitvoering kwam-- reeds een ge-settle-de organisatie was die zijn "investeringen" in de voorafgaande eeuwen had kunnen doen uit staatskas. De nieuwe kerken zijn arm en behelpen zich in de buitenwijken in goedkope garages en andere armetierige gebouwen. Als "De Staat" serieus is met zijn neutraliteit tegenover "De Religies", kan zij niet tolereren dat er structurele ongelijkheden zijn die maatschappelijke gelijkheid is tussen die religies verhindert. Zo'n situatie bevordert bovendien getto-vorming, en dat is slecht voor de sociale coherentie van De Staat. Zo ongeveer luidt de motivatie. Ik bleef in raadsels achter.
Bij het doorspitten van de Ratzi-literatuur stuit ik echter op een debat van Ratzinger met Habermas in München in Januari 2004 waarin deze top-dogmaticus, die suprematie van God en het Christendom aanhangt, en deze perfecte ongelovige, die géén behoefte heeft aan een God om de Seculiere Staat de rechtvaardigen, het tegen elkaar opnemen over de "pre-politieke" morele waarden van de Seculiere Staat.
En ziet! Hoezeer ze het oneens zijn, ze vinden elkaar in het feit dat er pre-politieke en pre-religieuse menselijke waarden zijn waar "mensenrechten" slechts een deelverzameling van is. "Mensenrechten" is (nu) het enige waar we ons op kunnen beroepen als het neo-kapitalisme --als pathologie van de Ratio-- het "te bont maakt". Dat geldt ook als de Kerk --verloren in dogmatisme en gewetensdwang-- het evenzeer "te bont maakt".
Kortom, wat zijn de normen waaraan wij dat "te bont maken" afmeten? Wanneer, bijvoorbeeld, "omdat God het wil" miljoenen de dood worden ingedreven, of "omdat het economisch 'logisch' is" miljoenen kreperen.
Moeten wij aan die scheiding van Kerk en Staat vasthouden? Of moeten die twee eens met elkaar praten over waar het wèrkelijk om gaat?
Sarkozy
ziet het kennelijk zitten, maar Chirac is tegen.
Dat lag er ònder dat onbegrepen bericht uit Le Monde.
Ik zal het in de gaten houden, maar verrassend was het wèl!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 30 April 2005
Het beeld dat uit het Ratzinger-Habermas debat van Januari 2004 tevoorschijn komt is dat van twee parallelle culturen --of ideologieën-- in het Westen: Het Christendom en Het Secularisme.
Beide hebben hun pathologieën, hun gektes, want ze realiseren niet wat ze beloven: Een betere wereld. Als je ze de ruimte geeft, maken er allebei een rotzooi van.
In de ene cultuur kunnen uitspraken van God als zodanig als uitgangspunt van waarheidszoeken worden genomen. De andere cultuur eist logica, experiment en waarneming als uitgangspunt van waarheidszoeken.
De bovenstaande 'beschrijving': "Ideologieën met een gekte", is tevens een waardeoordeel: Beide ideologieën zijn OK, maar er is (tijdelijk?, repareerbaar?, veranderbaar?) iets aan de hand waardoor "het" er niet uitkomt.
De meer gangbare beschrijving is dat "de ander" sowieso niet deugt, en totaal verwerpelijk is. Niet alleen als je naar de resultaten kijkt, maar vooral ook gezien de uitgangspunten:
--"Een cultuur zonder God kàn eenvoudigweg niet", roept de een.
--"Niet-verifiëerbare uitgangspunten leiden nergens toe", stelt de ander.
In beide gevallen wordt "de ander" beschreven --en beoordeeld-- in termen die alleen in eigen kamp geldig zijn. Dat biedt weinig perspectief voor samenwerking. Op die manier spreken beide ideologieën elkaar aan op elkaars blinde vlek.
Daarom is dat Ratzinger-Habermas debat belangrijk.
De vraag was of er pre-politieke --of pre-religieuze-- waarden zijn die voor beide ideologieën gelden.
--"Ja, die zijn er, laten wij die samen gaan zoeken".
Om het feestelijk te houden ga ik nu niet in op de "ja-maars".
--"Ik ben OK, jij bent OK, Hiep-hiep-hiep hurrah!!"
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek April 2005