Mijn Dagboek 70

Dit is Dagboek 70. Het loopt van 1 tot 31 maart 2006 en begint in Mérida met "La Belle et la Bête", vertelt over een paar interessante bijeenkomsten van de 'zachte' revolutie van Chávez, en ik krijg gegevens in handen over de werkelijke gebeurtenissen van de mislukte staatsgreep in 2002. In korte 100-woordennotities vertel ik intussen van de mislukte pogingen, de tegenslagen, en het balen bij de zoektocht naar een beter klimaat. Ziekte, diarree, uitputting en andere ongein beginnen me aan te tasten als ik --te laat-- de benen neem naar Isla Margarita. Toeristische zit ik dan op de eerste rang --ook qua zuivere lucht-- maar voor mijn werkelijke bedoelingen is het derde-rangs. Ik treur over de veelbelovende sociale contacten die ik ruw moest achterlaten.
Intussen schrijf ik over de leuke dingen die ik wèl meemaak, de vermakelijke tegenstelling tussen het toeristische reizen van mijn reisgenoot, en mijn 'reflectieve methode'. En over en de virtual reality show waaraan we ongewild deelnemen. Aan het eind --als ik weer op krachten kom in de gezonde zeelucht-- geef ik weer aandacht aan het wereldgebeuren, zoals een feministische Engelse beschouwing over het verdwijnen van de 'sisterhood' en de maatschappelijke gevolgen daarvan, en eentje uit de VS die zich vrolijk maakt over de ontevreden Franse jongeren.
Index Maart 2006
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Woensdag 1 Maart 2006
Ik verwonderde mij gisteren over het samen aantreffen van stieren en schoonheidskoninginnen in onze Fiesta del Sol.
--"Wat?", schreef Ghislaine onmiddellijk, "heb jij dan nooit van "La Belle et la Bête" gehoord? Dat wereldsprookje? Dat mythologisch verhaal bij vele volken?"
Nee, dat was niet het eerste waar ik aan had gedacht. Was dat niet een sprookje van een heel lelijke prins die opeens prachtig wordt?
Ik haalde meteen Google erbij, en ik trof het goed met een site gewijd aan het ballet Beauty and the Beast van David Nixon uit 1997. Niet alleen de betrokken productie wordt uitgebreid beschreven, maar ook oudere versies (ballet & andere, o.a. de film van Jean Cocteau die ik ooit zelf zag).
Het gaat telkens om een mooie meid die moet trouwen met een 'beest'. Als de 'beauty' inderdaad ècht gaat houden van het 'beest' blijkt het een prachtige --en natuurlijk heel rijke-- prins te zijn. Maar er bestaan ook wredere versies waarin het slecht afloopt met het 'beest' of met de 'beauty'.
In de eerste 'intellectuele' versie uit 1740 van dit volksverhaal wordt dit thema gebruikt voor steken-onder-water aan het gebruik om vrouwen gedwongen uit te huwelijken, en de 'beauty' overdenkt kritisch dat veel vrouwen aan ergere 'beesten' worden uitgehuwelijkt dan haar 'beest'.
Maar al gauw verschijnen er moraliserende versies waarin juist het geforceerd uithuwelijken --als je er maar ècht van gaat houden!-- wordt verheerlijkt. Wat dat betreft is een sprookje nèt als de Bijbel of de Koran: Ze worden gebruikt pour les besoins de la cause.
Een andere 'moraal' is dat achter de uiterlijke lelijkheid innerlijke schoonheid schuil kan gaan: "Laat je niet verleiden door uiterlijke schijn!"
Het samengaan van 'beauty' en 'beast' in deze Fiesta del Sol --mijn verwondering van gisteren-- moet van heel andere aard zijn. Vermoedelijk heel wat minder sprookjesachtig.
Als (Spaanse) mannen gaan feesten met er 'naturaleza' op tafel komen. Dat is precies wat ze missen de rest van het jaar. En wat is 'naturaleza' bij uitstek? Juist! Vrouwen en wilde dieren.
Dat sluit aan bij mijn verwondering van een week geleden toen ik het plaatselijk dierenpark bezocht, aangeprezen om zijn 'naturaleza'. En wat tref ik aan bij de ingang? Een standbeeldje van een indiaanse vrouw, slechts gekleed in een schaamlap.
--"Onder de titel 'naturaleza' worden vrouwen op één hoop geveegd met wilde dieren", dacht ik toen.
Mijn verwondering van gisteren, zie ik nu, was van dezelfde soort.
_______________________________________________
Beauty and the Beast, Story Origins http://www.balletmet.org/Notes/StoryOrigin.html

terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Donderdag 2 Maart 2006
Ik keek uit op de tuin van dit huis, terwijl ik peinsde over wat ik zou schrijven. Het is een gazon met bloemenborder, heel Europees.
Opeens zag ik vlak voor mijn neus een kolibrie honing zuigen uit een ranke toortsbloem die op ons NLse Vingerhoedskruid lijkt. NLse bijen duiken in zo'n bloem, en vliegen daarna naar de andere.
Zo niet de kolibrie. Die hangt 'gewoon' in de lucht vóór de bloem, en zuigt met zijn lange snavel de honing er uit. De een na de ander. Ik kende het van natuurfotoboeken. Toen voelde ik mij pas echt ver van huis. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Vrijdag 3 Maart 2006
--"Religie wordt de belangrijkste 'driving force' van deze eeuw", schrijft David Brooks in NYT van gisteren
Lees daarom Reinhold Niebuhr, gaat hij verder. Hij is de beste gids op dit gebied.
" . . . gelovigen zullen inzien dat publieke vroomheid het persoonlijke geloof aantast . . . atheïsten zullen inzien dat sommige gelovigen inderdaad ècht intelligent zijn . . . dat het Goede en het Kwade inderdaad bestaat, en dat het veel moeilijker als je denkt om het verschil te zien . . . en dat het verdelen van de opinie in conservatief en vooruitstrevend bepaald niet de beste manier is . . . "
Brooks
doet dit in een betoog om tegengas te geven aan het beroemde Harvard (opnieuw in discussie wegens het aftreden van Lawrence Summers) waar je wel topweetjes opdoet --goed voor je eerste baan-- maar geen basiskennis.
Geen nood, schrijft Brooks, en hij geeft een lijstje dat hij met een handvol wijze mannen heeft doorgesproken waarmee je jezelf een prachtige opleiding kunt geven, naar welke universiteit je ook gaat.
Lees ook "Gorgias" van Plato, omdat je dan inziet dat filosofie (het zoeken naar wijsheid en waarheid) belangrijker is dan retorica (het overtuigen om te winnen), en dat roem die een befaamd spreker geniet zijn trouw aan de waarheid kan aantasten, en aldus zijn persoonlijke integriteit.
Op het lijstje staat ook: 'Leer statistiek, want het is altijd handig als je weet wat een standaarddeviatie is'.
En: 'Leer een taal, en ga een jaar naar het buitenland, anders blijf je --ook als lid van de machtigste staat ter wereld-- een provinciaaltje'.
--"Neem ook een cursus in neuroscience. De komende 50 jaar zal menselijk gedrag voor de helft worden verklaard door breinwetenschappen. Op die manier kun je tenminste de kletskoek van het serieuze onderscheiden"
Wees ook niet bang om je eens te verdiepen in zoiets 'onzinnigs' als kunstgeschiedenis of Elizabethan drama, want met huidige specialisatie-cultuur gericht op een vette baan, zie je niet meer welke andere practische en intellectuele mogelijkheden de wereld je biedt.
Maar je zult het moeilijk hebben, besluit Brooks, want je zit in een omgeving van kleine carrière-professortjes die allemaal hun eigen sub-disciplinaire keizerrijkjes zitten te bouwen.
Dat was een mooi stukje educatie-kritiek van die Brooks.
En practisch ook.
_________________________________________
Als 'Brooks_Harvard-Bound, Chin Up.pdf' in mijn archief omdat het achter de $-muur zit bij NYT

terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Zaterdag 4 Maart 2006
Gisteravond ben ik voor het eerst naar een bijeenkomst geweest van de Revolución Bolivariana, de 'zachte' revolutie, waar Chávez het altijd over heeft. In zijn TV-praatjes put altijd uit successen die er geboekt zijn door "initiatieven-van-onder-af". In dit geval was het een bijeenkomst in het nabijgelegen stadje Ejido om dergelijke initiatieven te bevorderen.
Twee vertegenwoordigers van het Ministerie van Ontwikkeling legden haarfijn uit hoe de op te richten volkscoöperatie er uit moest zien. Welke raden en commissies moesten worden gevormd om de lokale initiatieven bevorderen en te coördineren. Hoe zich juridisch correct moesten vestigen, en een bankrekening moesten openen op naam van de volkscoöperatie. Zij wezen op de 'Bolivariaanse' advocaten en ingenieurs die ter beschikking waren om aktiegroepen 'technisch' bij te staan.
Het kunnen allerlei initiatieven zijn op het gebied van cultuur, opvoeding, opvang van sociaal en persoonlijk leed, scholing, sport, of wat dan ook. Ieder initiatief --mits 'gezeefd' door de diverse raden en goed gebugetteerd-- komt in aanmerking voor een ondersteuning tot 30 miljoen Bolivars [ong 12 duizend euro]; in bijzondere gevallen méér.
Gedurende de landdradige uitleg vroeg ik mij af waar de aansluiting was bij wat er nú op deze gebieden gebeurde. Geen wóórd daarover. De sprekers deden alsof de Revolución Bolivariana helemaal in een vacuüm dit soort initiatieven moest nemen.
Inderdaad, aan het eind kwamen de verhalen los. Initiatiefneemsters vertelden van hun wederwaardigheden en hun projectjes, en zochten naar nieuwe bronnen voor geld en bemoediging. Daaroverheen kwamen de verhalen van de 'gezeten politici' die zeiden dat het allemaal al was geprobeerd. Ik zag 'aarzelende onzekerheid' tegenover 'welbespraakte gladheid', want ik verstond het Spaans niet tot in alle details.
De sprekers luisterden intussen maar met een half oor, want ze waren hun computer, hun geluidsinstallatie, en hun Power Point Projector al aan het inpakken, of lieten zich onderbreken via hun mobieltje. De vergadering viel uiteen in ad-hoc discussiegroepjes.
Malba
, de 'Bolivariaanse' sociaal-werkster die mij hierbij had gehaald, nodigde mij uit om morgen (vandaag dus) verder te gaan op een kleinere bijeenkomst die zojuist was afgesproken. 'Bolivariaanse revolutionairen' rondom een van de 'gezeten politici'.
Maar ik was te vol en te moe om daar enthousiast 'ja' op te zeggen.
'We bellen nog wel', is nu de afspraak.
terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Zondag 5 Maart 2006
De afspraak van Vrijdag, om in kleinere kring de dicussie voort te zetten, bleek een korte bijeenkomst van de lokale Chávez-partij te zijn. In plaats van twee mannen op een podium met een abstract verhaal, zaten daar twee vrouwen die van wanten wisten: Lid van een gemeenteraad resp. een wijkraad --om het in NLse termen te vertalen. De details van de 'revolutionaire vorderingen' werden besproken. Iedereen wist waar het over ging. Gerepareerde straten, een kleuteropvang, een sportveld, enzovoorts.
Ook het oprichten van de volkscoöperatie, die eergisteren zo langdradig was uitgelegd, bleek goed te vorderen, en had al een paar lopende projecten.
Daarna ging het over de presidentsverkiezingen in December. Tien miljoen stemmen moeten er voor Chávez op tafel komen. Dat is het ideaal. Aan de orde waren de plannen voor systematisch huisbezoek in alle parroquías (dorpen) waarin de municipalidad (streek-gemeente) is verdeeld.
Dit was eigenlijk een bijpraatbijeenkomst waarin 'alleen maar' lopende afspraken werden bevestigd. Maar de vertegenwoordigers van de 'tactische' en van de 'strategische' commissie, die de feitelijke plannen maakten, gingen toch naar huis met enkele frisse ideeën.
Ik heb helemaal geen ervaring met partij-bijeenkomsten op dit basisniveau, maar ik werd getroffen door de nuchter-zakelijke werksfeer om de grote "ver-weg"-idealen practisch vorm te geven.
terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Maandag 6 Maart 2006
Vandaag ga ik op verkenningreis voor een schone plek in de bergen: La Azulita. 'Niemand' kon mij daarover informeren. Autobezitters weten niet of er een bus gaat, en bij het busstation doen ze net of 'iedereen' dat weet. Dat is een glimpje van de twee-klassenmaatschappij.
Voor logeeraccomodatie is het nèt zo. Dus ga ik zelf kijken: Twee-en-een-half uur met de bus. Als het een beetje meezit, kom ik vanavond terug. Het zou mij niets verbazen als vol zit met stinkauto's, en dat 'het mooie' van die plek slechts per privé-auto is te bereiken.
Het vanzelfsprekende is meestal onzichtbaar. Hier ook. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

La Azulita, Hotel La Neblina, Venezuela, Dinsdag 7 Maart 2006
Het lukte gisteren niet om de laatste bus --van 1600-- te halen. Daarom werd ik vanmorgen wakker in Hotel La Neblina. Ik werd gisteren opgewacht door Nelson, en hij bracht mij naar de allerfraaiste plekken in dit tropische bos. Er woonden zelfs enkele eenlingen die wel een kamer of bed ter beschikking zouden hebben. Althans dat dacht Nelson, maar dat detail vlotte niet zo. Bovendien had ik er een 4x4 voor nodig, en de chauffeurskunst van Nelson, of ik kon mij op de harde weg laten afzetten door een taxi bij het begin van een voetpad door het bos. Dan was het nóg een half uur. Met enige spijt nam ik per slot afscheid van dat idee: Gewoon tè ver weg, tè onbereikbaar, en tè onpractisch. Ik zal er later nog wel eens gaan wandelen, want het waren heel boeiende mensen die daar woonden. Ik ben uitgenodigd.
Nu zit ik op een kleinere afstand van het centrum in een hotel in het groen. Er komt vier of vijf keer per dag een busje voorbij dat mij in 15 minuten naar het centrum brengt. Daar is één I-café. Lopen zal twee uur duren, denk ik. Maar pràchtig, stil en groen is het hier wèl! Ik heb daarom besloten hier vanaf de volgende week terug te komen voor de rest van mijn tijd.
[Één nadeel: Totaal géén GSM-dekking. Niet in het hotel, niet in het centrum. Dus het is afgelopen met SMS-jes].
Ik was de enige gast toen ik aankwam. Behalve met Carnaval en andere 'fiestas', werd het hotel wel bezocht door vogelaars, vertelde Jesus, de eigenaar.
--"Venezuela --samen met Costa Rica-- is hèt eldorado voor vogelaars", verzekerde mij een groepje NLse vogelaars die later op de avond onverwacht opdoken. Dat was de zoveelste verrassing van de dag.
Straks, om half zeven, word ik afgehaald door Nelson die toevallig naar Mérida moet. Dadelijk zie ik waarschijnlijk nog even die NLers, want die gaan vroeg op pad. Om kwart voor zeven wordt het licht. Dan willen ze op hun kijkpost zijn.
terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Woensdag 8 Maart 2006
De terugreis gisteren viel tegen. Tussen La Azulita en Mérida moet je over een pas van bijna 2500 meter. De weg is tamelijk slecht wegens verzakkingen, daarom was er ergens een by-pass aangelegd. Dáár was een tankauto omgekiept die de hele by-pass blokkeerde.
Dus over die ''ernstig verzakte". Maar dat was een modderpoel wegens de regen. Gewone auto's en bussen stonden stil aan beide kanten, maar Nelson, met zijn 4x4 en de nodige chauffeurskunst, durfde het aan. Het lukte, maar verder was er gisteren heel lang geen verkeer tussen La Azulita en Mérida. Per slot is het hier de Andes. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Donderdag 9 Maart 2006
Eindelijk weet ik hoe die staatsgreep van 2002 in elkaar zit. In een artikel* van New York Times van 3 December 2004, Documents Show C.I.A. Knew of a Coup Plot in Venezuela, staat het hele verhaal. Een Newyorkse advokate met Venezolaanse wortels, Eva Golinger, had, gebruikmakend van een VS-wet op openbaarheid [FOIA, Freedom of information Act] de betrokken rapportages van de CIA over Venezuela opgediept en op haar website www.venezuelafoia.info gezet. Ik mag aannemen dat NYT dat allemaal dik-en-dubbel heeft geverifiëerd, zodat we hier *niet* te maken hebben met de zoveelste fantasie-versie.
De CIA wist van een op handen zijnde rechtse coupe door de oppositie en dissidente militairen, en rapporteerde daarover regelmatig naar Washington, maar Washington hield Chávez erbuiten. De Bush-regering was kennelijk geïrriteerd door zijn flirterij met Fidel Castro, en wilde hem wel kwijt.
De geprovoceerde ongeregeldheden van 11 April 2002, waarbij doden vielen, leidden ertoe dat Chávez en zijn regering 12 April gevangen werden gezet, en dat een tijdelijke regering onder leiding van de zakenman Pedro Carmona werd gevormd.
Onmiddellijk daarna verklaren Ari Fleischer en Philip Reeker, respectievelijk woordvoerder van het Witte Huis en Buitenlandse zaken, dat de ongeregeldheden veroorzaakt zijn door de regering Chávez zelf. Zij ontkennen pertinent dat Washington van deze plannen op de hoogte was.
Dit is de tweede versie, nog steeds heel populair bij de oppositie, maar die door de Golinger-documenten, die in 2004 zijn opgediept, wordt ontkracht.
De 13e April komt er een massale volksbeweging op gang tegen de nieuwe regering en de 14e komt Chávez weer aan de macht.
Later in 2002 proberen verschillende rechtse groeperingen opnieuw om Chávez te wippen, maar, blijkens de CIA rapportages heeft Chávez een tè stevige basis heeft bij de armen, en raden het af.
Op basis van diezelfde FOIA haalde Golinger ook documenten voor de dag waaruit blijkt dat via de National Endowment for Democracy, een non profit organisatie die door Washington wordt gefinancierd, $2.2 miljoen was gespendeerd tussen 2000 en 2003 om anti-Chávez groepen de financieren of te trainen. Dat 'trainen' slaat meestal op het gebruik maken van de media voor systematische mis-informatie.
Ik wist van dit soort gerichte CIA-manipulatie in 1973 bij de coupe van Pinochet in Chili; die verliep volgens hetzelfde model, maar hier in Venezuela hield ik dergelijke verhalen wat op afstand.
Dat is nu anders, maar het is wèl van belang goed naar de bronnen te kijken. Die website van Golinger is daarvoor uitstekend. Daar staan de originele CIA-rapporten met vertaling in het Spaans.
___________________________________________
* Als "Documents Show C.I.A. Knew NYT20041203.pdf" in mijn archief

terug eerste dagboekregel

Mérida, Venezuela, La Mata, Gaia, Vrijdag 10 Maart 2006
Dit is de laatste dag in het huis van Señora Blanca. Ik heb hier precies drie weken gelogeerd. Vandaag komt Margarita, mijn buurvrouw-vuurtorenwachtster uit La Gomera. Hier in huis zijn weliswaar twee logeerkamers, maar er komen andere gasten.
Daarom trekken wij in een hotel, en reizen daarna door naar La Azulita wegens de zuivere lucht.
Overigens staat dat laatste op de helling. Het regent. Ik heb de kwaliteit van die weg eergisteren beschreven, en ik heb geen zin in vastzitten ergens in het Andesgebergte. En ben ik ziek. De keelontsteking is voorbij, en nu diarree. Dus ik baal, baal, baal. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Mérida, Posada Luz Caraballo, Zaterdag 11 Maart 2006
Gisteren maakte Margarita ook zèlf kennis met verregende bergwegen, want ze kwam niet in Mérida aan --wegens mist alhier-- maar op een vliegveld 55km verderop. Toen moest ze per taxi over een weg die juist de laatste weken 'in opspraak' is wegens aardverschuivingen door de regens, en waar o.a. een tunnel slechts bruikbaar is in één richting. De rit duurde twee uur.
Het is dus duidelijk dat we niet naar La Azulita gaan. Ik dacht te vluchten naar de kust, maar heel Venezuela zit in de regenzône. Zelfs Isla Margarita, het kroonjuweel van toeristisch Venezuela. Dit nieuws haalde de krantekoppen. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Mérida, Posada Luz Caraballo, Zondag 12 Maart 2006
De teleférico is voor langdurig onderhoud gesloten. De regens houden aan.
Wat doen we hier dan nog?
We maken nog een paar leuke streekbezichtigingen en dan wegwezen!! Aruba of zo.
Exit Venezuela!!
Gisteren gingen we met openbaar vervoer naar plus 3000 meter. Voor een frisse wandeling in de nevels. Dat luchtte lekker op.
We troffen óók een tochtjesonderneemster waarmee we de rest van de week zullen optrekken met 'allerlei' in de naaste --en wat verdere-- omgeving. Ze zit tussen het Carnaval- en Goede Week seizoen, en dus kan ze ons persoonlijk met haar 4x4 rondrijden. Eventueel met nòg twee gasten. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Mérida, Posada Luz Caraballo, Maandag 13 Maart 2006
Vandaag maken we ons eerste dagtochtje. Over de Páramo, een hoogvlakte NO van Mérida. Het woord páramo betekent zoiets als 'woestenij of onherbergzaam gebied', maar het programma vermeldt wèl 'pittoreske' koloniale resten, natuurschoon zoals watervallen, en korte wandelingen.
Ik laat het maar wat gebeuren. Mijn lijf is slap van dagenlange diarree en kleine porties droge witte rijst: Voor alle zekerheid!!
Gisteren dineerden we om het afscheid van Señora Blanca en haar zoon te vieren. Ik heb toen bij de rijst een glas Venezolaanse rode wijn genomen. Voor de feestvreugde!!
Ik ging vroeg naar bed. Blanca en Margarita naar de film. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Mérida, Posada Luz Caraballo, Dinsdag 14 Maart 2006
De Páramo is een streek van hardwerkende veeboeren en prachtige natuurparken. De schaarse begroeiing doet aan een half-woestijn denken, maar er zijn vruchtbare plekken en kloven om het leefbaar te maken voor mens en dier. De hoogste pas die we bezochten ligt op 4400 meter. Dat was te merken aan de adem. Gelukkig hadden we zon overdag, maar vannacht regende het weer hard.
Vandaag gaan we de reis naar Aruba (o.i.d) regelen, en gaan weg uit dit stink-stadse hotel. Een vlucht met een parapente en een overnachting in een autoloos bergdorpje staan op het programma.
Voor de broodnodige zuivere lucht. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Los Nevados, Posada Bella Vista, Woensdag 15 Maart 2006
De paraglide ging gisteren niet door wegens bewolking, maar in dat 'autoloze' bergdorpje' zitten we nu. Na vier uur bonken in een 4x4 door een prachtig berglandschap. 'Eigenlijk' ga je hierheen met de teleférico, en dan drie uur lopen. Maar zo kan het ook.
Vluchten naar Aruba lukte niet. Het werd Isla Margarita. Helaas pas a.s. Maandag. Nog even behelpen dus.
Zodoende zitten we nu in een bergwandelaarsdorpje op 2570m: Een kerk, --gesticht door monnikken in 1597-- een dozijn huizen en drie 'posadas' om te overnachten. Doodstil.
We hebben al een wandeling gemaakt. Morgen wéér. Eindelijk vierentwintig uur zuivere lucht.
(100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Los Nevados, Posada Bella Vista, Donderdag 16 Maart 2006
De 'economie' van deze streek bestaat uit veeteelt, met landbouw voor veevoeder. Aardappelen worden wel verkocht buiten de streek. De primitieve wegen beperken de omvang, want meer dan een forse jeep kan hier niet komen. Het electriciteitsnet reikt wel tot hier, maar géén telefoon en géén GSM-dekking. Los Nevados heeft een eigen FM-zender met relais enkele eigen programma's.
De primitieve wegen bepalen ook het toerisme. Tòch is dat de 'nieuwe economie'. Vanaf het derde station van de teleférico, kun je te voet, te paard, op een ezeltje, of met een jeep hierheen komen. Niet iedereen zoekt dergelijke een 'spartaanse vakantie'. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Mérida, optrekje-zonder-naam, Vrijdag, 17 Maart 2006
Gisteren hebben we nog een lekker-lange wandeling gemaakt in de hoge ijle luchten van Los Nevados, en toen terug naar Mérida. Daar bleek het te regenen. Vervelend, maar het leek te helpen tegen de dieseldampen.
Onderweg vertelde de chauffeur --geboren en getogen in Los Nevados-- van het transport tussen "de stad" en Los Nevados en omgeving.
Tijdens onze wandeling hadden we al een aantal boerderijen gezien. Dat vervoer gaat uitsluitend met jeeps van een aantal (15) vrije chauffeurs die ook de 'eventuele' toeristen meenemen. Deze streek, samen met de Páramo die we eerder deze week bezochten, zorgt voor het leeuwendeel van de Venezolaanse groente-voorziening. Tractoren zijn er niet. Ploegen gaat met ossen en de aloude 'arado romano', de enkelvoudige houten ploegschaar. We hebben daarvan enkele mooie foto's gemaakt.
De vervoerders zorgen ook voor voedselpakketten die de regering Chávez gratis uitdeelt aan zwakke bevolkingsgroepen. 'Onze' chauffeur was de bemiddelaar daarvoor. Hij kreeg de vervoerspenningen. We zagen het gebeuren telkens als we weer een collega tegenkwamen op die smalle weg. Een praatje, een handtekening op een lijst, de betaling, en de afspraak voor de volgende keer. Dat illustreerde zijn uitleg.
Nu zitten we te wachten op de volgende 'vlucht' naar schone lucht. Twee dagen in het regenwoud aan de zuidkust van het meer van Maracaibo. Dat is een zoetwaterbinnenzee van ong. 150 bij 100 km gevoed door water van de Andes. We zullen overnachten op 'paalwoningen in het water'. We zullen zien wat dat inhoudt.
Onze camera's zitten vol met sfeervolle foto's en onze hoofden tjokvol prachtige herinneringen. Dit toeristisch tempo is niet mijn gewone --meer reflectieve-- wijze van rondreizen.
Dezelfde dag. 1630. Puerto Concha

We zijn aangekomen in het (vissers)haventje aan het Maracaibo-meer. Nèt na een forse tropische regenbui die we op een afstand zagen gebeuren.
Het was een lange rit door tropisch laagland. Vochtig en warm. Het is al wat langer geleden gekapt regenwoud. Nu is er veeteelt.
Het landschap doet in de verte denken aan NL --Zeeland of zo, of de Zuiderzee-polders. Ook wegens de zwart-bonte koeien. Helemaal vlak, met boomranden aan de horizon. Héél groen, en een lange rechte betonweg er doorheen. Zo zien we na de Páramo, de kale, koele, golvende hoogvlakte, en de steile landerijen van het hooggebergte van gisteren en eergisteren, weer heel iets anders.
Alvorens te vertrekken uit Mérida, vanmorgen, hebben we eerst nog een parapente-vlucht gemaakt. Duizend meter afdalen in zo'n twintig minuten. Minstens een half uur was beloofd, maar door de regens van gisteren was er weinig thermiek.
Onderweg hierheen hebben we proviand en houtskool gekocht voor de grote 'braai' na aankomst op de 'paalwoning'. Vis vooral, maar ook groente, brood en bier. Enrique heeft zijn zoon van 15, Yucca, meegenomen. Als hulpje, en omdat er in zijn Volkswagen (oude kever) nog nèt plaats was.
Waar we precies heengaan is niet duidelijk. Het moet een soort eiland-op-palen zijn ergens op het water. Maar de beloofde boot was er niet, en er klopte nog meer niet. Afwachten dus.
Intussen is er een open boot van een meter of zeven, en het wachten is nu op de eigenaar van de paalwoning voor de sleutels. Wéér afwachten.
Ik schrijf intussen, en Margarita loopt mee te organiseren.
terug eerste dagboekregel

Camita, meer van Maracaibo, Zaterdag 18 Maart 2006
Camita
is de naam van dit dorp-op-palen waar we gisteren, na lang wachten, nog nèt voor het donker zijn gearriveerd. Zulke huizen heten hier palafitos. Het was een tocht met een bootje met buitenboordmotor van zo'n acht kilometer door de inhammen aan de rand van het meer.
Van het 'dorp' is niet veel meer over. Drie huizen zijn er nog, verder steken de palen van de verdwenen huizen nog boven water. We zitten hier een paar honderd meter buiten de kust bij het licht van een paar gloeilampjes waarvoor we een accu hebben meegenomen. Verder kaarsjes.
We zouden vannacht de catatumba zien, een soort geluidloze bliksem. "Weerlicht" zouden we in NL wellicht zeggen. De folders zeggen dat het verschijnsel heel zeldzaam is, en o.a. ook in Holland voorkomt boven natte polders.
Door het lange wachten kwam er gisteravond weinig van een lange tocht over het meer. Dat gaan we straks doen. We hadden nog nèt tijd op 'bij lichte' de woning te verkennen en de meegebrachte hangmatten te installeren. Toen werd de avondmaaltijd gereedgemaakt van de meegebrachte eetwaren, en de zoetwatervis en de krabben, de specialiteit van Puerto Concha.
De catatumba was niet groots vannacht. Een beetje weerlichten in de verte. Met het veranderende microklimaat --wegens de voortschrijdende houtkap-- zou de frequentie en de intensiteit moeten toenemen. Zo niet vannacht, en ik vermoed dat het hele verhaal een toeristische trekpleister is.
Inmiddels is er nog steeds geen zon. Het is 'bedekt'. Alles is vochtig en klam. Na de regenbui van gisteren is er nog even zon geweest, en gisteravond was het gelukkig helder zodat we wat sterren konden bekijken.
Deze paalwoningen vormden eertijds een dorp van vakantiewoningen, maar een storm heeft ze grotendeels weggevaagd. Ze zijn niet meer hersteld omdat het gebied intussen tot natuurpark is verklaard, en deze huizen zijn verboden. Wat er nog staat is illegaal en verwaarloosd.
Deze vorm van wonen was overigens al bekend bij de Indianen vóór de verovering door de Spanjaarden. De naam Venezuela is er aan ontleend, want die komt van Klein Venetië, waarmee de zeelieden van Columbus die palafitos vergeleken.
Langzamerhand zijn we vertrekklaar. Alles ligt in de boot. We zullen eerst een lange tocht maken door de inhammen om naar de vogels te kijken. We misten de spectaculaire troepen vogels die 's avonds terugkomen van hun fourage-tocht. Wegens de vertraging van gisteren. Nòg zo'n toeristische trekpleister die je onder de naam 'adventure' door de strot wordt geduwd. Èchte tegenvallers en slordige organisatie vallen daar allebei onder.
terug eerste dagboekregel

Mérida, Posada Mucurisá, Zondag 19 Maart 2006
We zijn terug in Mérida in een ander hotel. Het optrekje bij de kantoor van de reisorganisatrice was toch te primitief. Margarita ontmoette zelfs een vlo in haar kamer!
Na de vogeltocht met de boot door de inhammen, reden we terug door het gekapte regenwoud met zijn vele boerderijen. Hollands en Fries stamboekvee schijnt het goed te doen, wat dat ging meteen over de tong als bleek dat ik NLer was.
Voor de verdere terugweg namen we een andere route. We bekeken La Azulita, het stadje in het nevelbos, waar ik eerder ons verblijf had gepland. We bekeken ook het 'pittoreske' dorpje Jají, dichter bij Mérida. Het was een lekker-lange toeristische dag.
Voor vandaag staat minder op het programma. Margarita wil de centrale markt zien, en een themapark over heel Venezuela hier in de buurt; binnen het bereik van de openbare bussen. Heel eenvoudig dus.
En verder reisklaar maken. Het ziet er zonnig uit, maar de dame van het hotel meende dat er vanmiddag regen zou kunnen komen.
Het zij zo.
terug eerste dagboekregel

Mérida, Posada Mucurisá, Maandag 20 Maart 2006
Gisteren zijn nog wèl toegekomen aan de Mercado Principal. Groente, fruit, andere nuttige zaken, maar ook veel artesanía, ambachtelijke dingetjes, variërend van 'leuk' tot 'toeristische prullaria'. Margarita kocht wat souvenirs voor haar thuisfront.
Aan het themapark kwamen we niet toe. Een pijnlijke knie van Margarita maakte dat we lang in een 24-uurs kliniek zaten te wachten. Zodoende maakten we ongewild kennis met het gratis-aan-de-basis-systeem van de regering Chávez.
Het bleek een ontsteken pees of gewrichtsband. Nu behelpt ze zich met een forse pijnstiller en een pommade. Trappenlopen gaat moeilijk. Vervelend voor haar.
Als troost gingen we samen naar een film met de Spaanse titel El Sabor de la Vida, een geschiedenis van een familie die tussen Istambul en Athene heen en weer werd geslingerd in de naoorlogse jaren toen o.a. ook het Turks-Griekse probleem escaleerde op Cyprus. Met Makarios en zo. Het was gelukkig een prachtige film die voor mij terloops het probleem illustreerde dat bij de toetreding van Turkije nog steeds onder de tafel ligt.
Dadelijk vertrekken we naar het vliegveld. De vlucht is om negen uur. Met één tussenstop --Valencia-- gaan we naar Isla Margarita. Eindelijk. Ik hoop dat ik daar dit handschriftverhaal kan uittypen en afwerken.
Samen met Margarita is het leven heel "toeristisch". Ieder moment wordt volgestopt met nieuwe indrukken. Deze kans is er NU. Het verwerken komt LATER. Dat is het denken van de toerist. Niks krantenlezen, lokaal nieuws uitspellen, en hoofdartikelen bijhouden.
Tot mijn verbazing is dat ook heel boeiend. Ik denk dat ik in de toekomst vaker een 'toeristische week' zal inlassen. Lekker hectisch 'alles' zien: tik, tak, tok, volgeprogrammeerd. Dat geeft een heel ander beeld van een land.
Dezelfde dag, 0945

We vliegen nu drie kwartier in deze Beechcraft 190B met 18 zitplaatsen en twee piloten. Het was helder bij vertrek zodat we goed afscheid konden wuiven naar Mérida. Intussen zitten we boven een dicht wolkendek.
Ik heb voor het vertrek een paar foto's gemaakt van de curieuze startbaan van Mérida die een helling heeft van 5 graden. Die zal ik tzt publiceren.
________________________
Het is een Griekse film met de titel "Politiki kouzina". In het Engels "With a Touch of Spice".
In het Spaans ook wel "Un toque de canela" genaamd.

terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Venezuela, Hotel Portofino, Dinsdag 21 Maart 2006
Ik laat de handgeschreven teksten van de laatste dagen voor wat ze zijn. Die komen later. Ik begin hier-en-nu in dit strandhotel aan de Noord-Oostpunt van het eiland. Ik zit op bed, en het wordt al licht.
We zitten overal ver vandaan, maar dit eiland-op-het-eiland heeft alles. Een eigen strand, enkele restaurants, diverse bars en souvenirwinkels. Wat wil een toerist nog meer? Het oude koloniale centrum, Asunción, ligt op 18 km. Het ligt in het binnenland. Aan de kust is een havenstad gegroeid, Porlamar. Die ligt op 26 km.
De reis vanaf Mérida was voorspoedig. De zeelucht doet mij goed. We hebben al een strandwandeling gemaakt. Vandaag wéér. Verder staat de verkenning van het hele eiland op de rol. Met een huurauto of met een georganiseerde excursie. Isla Margarita is het kroonjuweel van het Venezolaanse toerisme, en een parel van de Caribische kusteilanden.
Het is laagseizoen: Tussen Carnaval en Semana Santa. Die weken is het tjokvol, maar ik hoop hier één plekje te vinden tot 24 april. Dat is mijn enige zorg. Ik wil niet meer verkassen. Margarita vertrekt a.s. Donderdag. Dan het ik genoeg 'toerisme' gehad. Zon, zeelucht, wat krantje-lezen, en schrijven is mij dan voldoende.
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Venezuela, Hotel Portofino, Woensdag 22 Maart 2006
Gisteren hebben we het openbare vervoer verkend. De taxi's bij de ingang van het park verklaarden ons wellicht voor gek, want het is héél ontoeristisch om in de zon te lopen. Toch is het maar een halfuurtje lopen naar het nabijgelegen vissersdorpje waar de bussen aankomen en vertrekken. Natuurlijk wèl in de tropische zon, die is heel anders wegens de hoge vochtigheid.
We gingen metéén naar Porlamar, de havenstad, en lieten Asunción liggen voor vandaag. We wandelden wat door de stad, en informeerden intussen naar een geschikt verblijf voor de rest van mijn tijd alhier. Dat viel tegen.
--"Gráág een hele maand klandizie, maar *niet* de Semana Santa van 7 tot 16 April, want héél Venezuela komt dat hierheen", was de doorsnee-reaktie. Dáárvoor had niemand een oplossing. Ik óók nog niet.
Dat bezorgde mij vannacht enkele nachtmerries. Ik zag spookbeelden van mezelf zeulend met een koffer door een stad met allemaal gesloten deuren. Ik probeerde de beelden wat op te vrolijken met een taxi, maar per slot lukte het toch om die beelden helemaal uit mijn hoofd te zetten, en nog wat te slapen. Per slot hebben we nogal wat tips en vage beloften die nader moeten worden onderzocht, en de Semana Santa begint pas over veertien dagen.
Vandaag maken we de hele dag een "jeep safari". 'Alle' plekjes van het eiland komen aan de beurt, we maken een tocht met een boot door een natuurgebied en ook nog een paar wandelingen.
Morgen is het vertrekdag voor Margarita. Dan is mijn 'toeristische escapade' voorbij en kan ik weer overgaan tot de orde van de dag: Wandelen, lezen en schrijven. Ik hoop dat ik dan óók geen zorgen meer heb voor mijn huisvesting.
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Venezuela, Hotel Portofino, Donderdag 23 Maart 2006
De "jeep safari" was een lachertje van het moderne toerisme. Op een open jeep reden we door de zon, en hobbelden wat over binnenwegen en door de duinen. Het oude fort dat we zouden bezoeken, en de op een na oudste kerk van Venezuela, werden in het voorbijrijden met een handgebaar afgedaan. Zo van: "Kijk, daar staat die".
In plaats daarvan verspilden we een uur in een souvenirshop die speciaal daarvoor was gebouwd in de vorm van een oud dorp. Toeristische nep; net als de andere 'stops'.
Landschappelijk was de tocht wel interessant. Ik heb een beeld van het hele eiland. Ook de boottocht door een moerassig regenwoudgebied --zij het wat armetierig-- met bevaarbare geulen, gaf wat nuttige info. Maar alleen de allerdapperste vogels waren zichtbaar. De ronkende buitenboordmotoren van de toeristenbootjes overstemden alles.
Dat gold ook voor de stampmuziek die de chauffeur onderweg aanzette. Om het motorgeluid niet te hoeven horen, denk ik; of het geluid van de branding toen we een strandpauze maakten. Kortom, het was een "4x4 adventure" met kunstmatige ruigheid. De jeepritten naar Los Nevados de vorige week, bijvoorbeeld, hadden enige zin. Er wás geen andere weg. Dit was virtual reality. Het was een show om op bepaalde TV programma's te lijken.
En nu inpakken! Voor een onbekende bestemming! Ik weet nog niet waar ik vanavond slaap. Maar ik heb een plan. Als ik Margarita op het vliegveld heb achtergelaten --om 1400-- laat ik mij door de taxi-chauffeur afhalen die ons eerder deze week goede informatie gaf. Met hem ga ik op zoek naar een hotel(letje) voor vier weken. Hij kent mijn probleem na de mislukte zoektocht van eergisteren. Ik heb nog een dag of tien de tijd om het eiland gillend te verlaten als het niet lukt.
--"Waarheen trouwens? Overal is het Semana Santa".
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Vrijdag 24 Maart 2006
Mijn plan van gisteren werkte. Althans gedeeltelijk. Met hulp van die taxi-chauffeur zit ik nu op de zevende étage van een flatgebouw aan de kust dicht bij de stad. In een redelijk nette studio voor het beschaafde bedrag van 26 euro per dag.
Zo te zien kan ik in een half uur naar het centrum kan lopen, en er zijn bussen. Het is een wijk in opbouw. Vlakbij is al een Centro Comercial, vol met luxe bars en restaurants, maar géén groente, fruit of ander 'gewoon' eten. Dat heb ik op mijn eerste ontdekkingstocht gisteravond gezien. Gelukkig vond daar een I-café met beschaafdere prijzen dan op dat Portofino-complex. Daar betaalde ik 10.000 Bolivar (vier euro) voor twintig minuten. Hier 1500 Bolivar (60 eurocent!) per uur.
Ik ben hier tot 11 april onderdak. Dat is tot Dinsdag in de Semana Santa, de allermoeilijkste periode. De 17e kan ik hier weer terugkomen.
Voor de tussengelegen dagen ga ik vandaag op pad met dezelfde taxi-chauffeur; gewapend met een bladzijde aangekruiste kleine advertenties uit het dagblad van gisteren. Allemaal particulieren die hun slag willen slaan voor grof geld, maar mijn taxista is optimistisch.
Ik denk dat ik óók naar een reisbureau ga om alvast een vlucht naar Madrid en Tenerife te reserveren, want daar moet ik niet mee wachten tot het laatste moment. Daar is het óók Semana Santa. Hopelijk is het niet nodig.
Hoe dan ook, voorlopig heb ik 19 dagen redelijk zuivere lucht, weinig verkeerslawaai, en in de luxe pizzeria van het Centro Comercial hebben ze héél goede maaltijdsalades voor acht euro.
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Zaterdag 25 Maart 2006
Gisteren stapte ik allereerst naar Señora Alba, een van de woningbemiddelaarsters die mijn taxista had aangeraden, maar de enige die we Donderdag niet thuis hadden getroffen. Jammer, want ze had nèt voor mijn komst haar laatste eigen appartement *met* Semana Santa verhuurd. Jammer ook voor haar, want ik had het appartement voor mijn hele resterende maand gehuurd, niet voor de ene week alleen.
Maar ze ging vol goede moed collega's bellen. Niks!
Toen probeerde ze een aantal adressen uit de krant die ik bij mij had.
Wéér niks!
--"Dit is erger dan het vorig jaar", verzuchtte ze, en ik dacht al aan het reisbureau dat ik aansluitend moest bezoeken.
We praatten nog wat na. Zij is tweede generatie Italiaanse. Haar vader was schrijver naast zijn beroep als loodgieter. Hij had over de uitstervende gebruiken van de Indianen geschreven. Op het hoekje van de keukentafel. Iedere dag. Later waren sommige stukjes in de krant verschenen.
Ik vertelde van mijn schrijfthema's, en van iedere-dag-een-stukje. Dat gaf herkenning, en per slot deed ze een 'wild' voorstel. Als ik die vier of vijf dagen in haar eigen vertrekken wilde doorbrengen, moest ik na de 16e bij haar een appartement huren tot de 24ste. Zij zou bij haar moeder gaan wonen die een eigen appartement in haar 'gebouw' had.
Ik aarzelde, want het was er een stuk lawaaiiger dan in mijn Atenea Suites, en dichter bij passerende stinkauto's. Maar ja, welke alternatieven had ik? Dit was wèl dicht bij zee --en in de zeewind-- al was het niet zo ideaal al mijn zevende étage bij Atenea Suites.
--"Beter één vogel in de hand, dan tien ik de lucht", dacht ik, en ik vertaalde dat voor haar in het Spaans. Ze lachte, en we werden het eens.
--"U moet aan de keukentafel schrijven. Een andere tafel is er niet".
Op de terugweg deed ik inkopen bij een supermarkt. Behalve groente en fruit ook thee, honing, olijfolie, zout & peper, papieren servetjes, en nog zo'n paar huishoudelijkheidjes voor de komende 19 dagen.
Mijn siësta duurde ongewoon lang. Ik ging vroeg naar bed, en vanmorgen sliep ik tòch een gat in de dag. De spanning en de onzekerheid van de laatste dagen zat kennelijk diep in mijn knoken.
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Zondag 26 Maart 2006
Ik ben nog steeds nog wat van mijn stuk, en kijk met verbazing naar de situatie waarin ik terecht ben gekomen. Isla Margarita was het láátste wat op mijn lijstje stond toen ik naar Venezuela ging. Chávez and all that heb ik helemaal uit het oog verloren, en dáár kwam ik voor.
Maar ik kwam ook voor risico, avontuur en verrassingen. Het tropische klimaat was één, reizen met gezelschap --Ignacio eerst, Margarita later-- was de tweede bewuste bron van verrassingen.
Tja, dan is het géén verrassing dat het héél anders uitpakt.
--"Count your surprises! Count your blessings!", zegt een stemmetje. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Maandag 27 Maart 2006
Ik treur nog wat over de relaties die ik in Mérida en La Azulita had opgebouwd, maar waarvandaan ik --heel verstandig, alleen wat laat-- moest vluchten. Hier zal het wel weer even duren. Ik ben terug bij af en lusteloos. Ik slaap lang, maar voel mij niet uitgeslapen en vol schrijflust, zoals gebruikelijk.
Daarom ging ik maar éérst wandelen. De andere kant uit. En wat ontdek ik? Meteen een prachtig lang strand van twee kilometer minstens. Kennelijk het joggersparadijs van heel Porlamar. Aan beide einden zijn parkeerplaatsen en hapjeskramen voor 'gezond' ontbijt.
Verder is het autovrij. Dat luchtte lekker op. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Dinsdag 28 Maart 2006
Zondag had Chávez zijn 250e "Aló, Presidente", een bijeenkomst die ik 23 februari vergeleek met een show Oprah. Dat was reden voor extra commentaar in de kranten. Die uitzendingen worden --overigens-- gedurende de rest van de week heruitgezonden.
Zo'n uitzending vindt telkens plaats in een ander dorp, en de vorderingen van de "Bolivariaanse Revolutie" op die plek staan dan centraal. Het heeft de sfeer van een gemoedelijk praatje-bij-de-haard, opgefleurd met gasten en actualiteit. Zo was er Zondag een eerbetoon aan de Zaterdag in Madrid overleden Spaanse zangeres Rocío Dúrcal die in Venezuela en Mexico heel populair was.
Het gaat dan over de lokale initiatieven, en terloops worden soortgelijke initiatieven elders genoemd. Het werkt heel stimulerend. Op 4 en 5 maart schreef ik over wat ik van nabij meemaakte in vergaderingen van zo'n volkscoöperatie. Zo'n initiatief wordt rechtstreeks gesteund met een bedrag tot 12 duizend euro, maar, zoals ik toen hoorde in Ejido, heeft het ook betrekking op het wakker schudden van de lokale overheden waardoor de 'gewone' middelen ook aan de financiering bijdragen. Dat geldt bv voor wegonderhoud waarbij vrijwilligers èn overheid samenwerken.
In zijn praatje van Zondag kondigde Chávez verdere ondersteuning van deze initiatieven aan door het stichten van 'centra voor endogene ontwikkeling'. Nèt als de volkcoöperaties zou dat de ontwikkeling van binnen-uit --en van onder-af-- ondersteunen.
Het enthousiasme aan de basis, speciaal op de dorpen, want in steden had ik daar geen contact mee, is heel bijzonder. Ik geloof dat het de enige hoop is voor Venezuela dat aan de top geteisterd wordt door corruptie. Chávez liet zich daar nu ook weer over uit, maar het is duidelijk dat hij daar, ondanks zijn grote populariteit, geen vat op heeft.
De kranten schrijven daar meesmuilend over, en proberen aan te tonen dat hij zèlf ook betrokken is bij dergelijke schandalen. Dat is tot nu toe nog niet overtuigend gelukt. Integendeel, die krantenberichten worden vaak ontzenuwd door harde feiten. Zo waren er laatst berichten dat de populariteit van Chávez "volgens de laatste peilingen" zou zijn gedaald, maar dat bleken pure verzinsels te zijn.
Systematische feitenverdraaiing, en telkens herhalen van leugens, zijn de wapens van de oppositie. Daar steken wellicht de 'trainingen' achter die National Endowment for Democracy geeft, waar ik 9 maart over schreef ivm de Golinger-documenten.
In deze sfeer van corruptie en leugenachtigheid geloof ik dat de enige kansen voor Venezuela liggen de vorming van zelfrespect aan de basis met behulp van die volkscoöperaties en die centra voor endogene ontwikkeling. Triest, maar hoopvol.
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Woensdag 29 Maart 2006
Voor het eerst in duizenden jaren kan een vrouw, althans in de westerse samenlevingen, iedere beroep kiezen waarvoor ze 'zin&talent' heeft. Een vrouw kwam vroeger in sociale topkringen als dochter, moeder of echtgenote. Nu op eigen benen.
Dat heeft enorme voordelen meegebracht, maar Alison Wolf, in de Cover Story van Prospect Magazine van April, wijst op enkele minder positieve gevolgen. Het is geen ordinaire reaktionaire kritiek op het feminisme, maar de feiten die Wolf op een rijtje zet zijn niet altijd even 'comfortabel' voor bevlogen feministen. Met gedegen cijferwerk en studies kijkt Wolf naar de laatste 200 jaar toen de eerste betaalde banen voor vrouwen-buiten-het-gezin mogelijk werden voor vrouwen-met-opleiding. Althans tot aan het huwelijk. [Pas in 1945 werd in Engeland --en in NL nog later-- mogelijk dat vrouwen hun baan behielden na het trouwen.]
Wolf
wijst op drie gebieden die aandacht verdienen, want terugkeren naar vroeger is netzomin mogelijk als terugkeren naar onze oude subsistentie-economie toen iedere regio nagenoeg zelf-verzorgend was.
Het gaat om het verdwijnen van de 'sisterhood', terwijl dàt juist een van de krachtige ideologieën was waarop het feminisme zich zo'n 40 jaar geleden kon beroepen, het verdwijnen van vrouwelijke altruisme, waarop de kwaliteit van ons onderwijs was gebaseerd, en om de toenemende ontmoedigingen om kinderen te krijgen. Deze drie gebieden.
In het verleden deelden vrouwen van alle klassen en standen de gemeenschappelijke ervaringen van het vrouw zijn. Veel indringender en algemener dan de gemeenschappelijke ervaring van mannen onderling. Nu is het veel moeilijker om over vrouwen-in-het-algemeen te spreken. Er zijn --zwart-wit gesproken-- twee soorten vrouwen. Een minderheid goed opgeleide vrouwen maakt carrière, en de meerderheid heeft een baan, meestal part-time, om geld te verdienen.
Voor die meerderheid is het gezin top-prioriteit, de banen moeten zich daarbij aanpassen. Het idee 'sisterhood' was gebaseerd op gemeenschappelijke vrouwelijke ervaringen: Dwars door standen, etnische groepen en generaties. Dat is niet meer zo.
Wolf
wijst ook op de verdwijnende méérwaarde van overgetalenteerde vrouwen die slechts tot enkele beroepen werden toegelaten. Onderwijs bijvoorbeeld werd in de 19e eeuw opgebouwd en legde de basis voor onze latere welvaartsmaatschappij. Dat was werk van topvrouwen.
Wolf
waagt zich niet aan: Hoe verder? Zij legt alleen een reeks niet-zo-comfortabele waarnemingen op tafel.
___________________________________
'Working girls' by Alison Wolf | Prospect Magazine April 2006 issue 121.pdf
Als .pdf beschikbaar in mijn archief. Vooralsnog ook op http://www.prospect-magazine.co.uk/

terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Donderdag 30 Maart 2006
Porlamar is de havenstad die de èchte hoofdstad, La Asunción --op een verdedigbare plek midden op het eiland-- van de eerste plaats heeft verdrongen. Een andere kustplaats, Juan Griego, heeft La Asunción ook verdrongen, en is nu de tweede stad van het eiland.
De conquistadores, die La Asunción stichtten, en er een kathedraal en een fort aan toevoegden, wisten niet dat economische ontwikkeling zijn eigen wetten heeft. Porlamar bouwt nu een allemachtig-prachtige havenpier voor cruise ships. Dan kunnen ze ook meedoen aan het modieuze Caribbean cruise circuit.
Gisteren was ik toevallig getuige van het vertrek van het schoolschip van de marine van Uruguay de driemaster, de V/E Capitan Miranda, na een officiëel bezoek. Dat was vanaf een verlaten havenpier aan het einde van mijn pas-ontdekte strandwandeling. Vermoedelijk omdat die allemachtig-prachtige havenpier nog niet klaar was, moesten de autoriteiten met taxi's naar deze afgelegen plek worden vervoerd.
Maar feestelijk was het wel. De volksliederen. De in vlekkeloos wit geklede officieren op de wal en op het vertrekkende schip die strak salueerden. Het saluut vanaf de boten van de Venezolaanse marine. En het blaasorkestje dat meteen daarna een ontspannen samba ten beste gaf.
Dat soort feestjes gaan volledig aan La Asunción voorbij. (200 woorden)
terug eerste dagboekregel

Isla Margarita, Porlamar, Atenea Suites, Vrijdag 31 Maart 2006
John Tierney, de meest conservatieve van de NYT-columnisten, maakt zich vrolijk over de Franse studentenrellen tegen het CPE dat werkgevers toestaat om jongeren onder 26 jaar gedurende 24 maanden zonder opgaaf van reden te ontslaan. De bedoeling is dat dit de Franse economie stimuleert.
--"Wat zouden ze dàn willen? Een vaste baan voor het leven onmiddellijk als je van school komt?", hoont Tierney.
Hij verwijt die jongeren dat ze 'conservatieve lummels' zijn.
Hij verwijst naar moderne managementliteratuur die zelf-ontplooiing verheerlijken zoals: Spencer Johnson, "Who Moved My Cheese?", Donald Trump, "Think Like a Billionaire", Stephen Covey, "Seven Habits of Highly Effective People", en Anthony Robbins, "Awaken the Giant Within". Amerika zou Frankrijk daarmee kunnen redden.
Die boeken zijn allemaal in het Frans vertaald, en hebben hoge verkoopcijfers. Maar de Franse jongeren en vakbonden zijn kwaad omdat al meer dan twintig jaar de werkeloosheid wordt geweten aan comfortabele arbeidsvoorwaarden. Daarom wordt daar iedere keer aan geknabbeld, maar de werkeloosheid blijft stijgen.
Een werkelijke aanpak, zoals o.a. in Denemarken en andere Europese landen wordt vertoond, zit in de stimulatie van het midden- en kleinbedrijf. Behalve enkele prestigieuze high-tech projecten heeft Frankrijk niets op dat gebied.
Integendeel. Diezelfde werknemers houden een hoge entrée-drempels in stand voor nieuwe bedrijven, en wijzen als afleidingsmanoevre op de spectaculaire uitzonderingen. Zo bekeken zijn de werkgevers de 'conservatieve lummels' omdat zij 'arbeidskostenverlaging' als enige remedie zien, en geen werkelijke vernieuwing aandurven.
In Le Monde van 8 Maart schreef Daniel Cohen over Les paradoxes de la croissance française naar aanleiding van de recente cijfers van de Insee. Het valt wel mee, Europeees gezien, is de conclusie, maar er is grote behoefte aan 'dynamisering'. Het zijn uitstervende industrietakken waar nu het geld mee wordt verdiend. Cohen somt de gelegenheidswetten op van de laatste jaren die allemaal een "pervers effect" hadden op die dynamiek. Maar die wetten beschermden wèl de Franse industrie. M.a.w. de werkgevers zijn de 'conservatieve lummels'.
En die Franse jongeren --en de vakbonden-- krijgen de schuld. Zij worden ervoor aangevallen.
--"Ce chien est très méchant, quand on l'attaque, il se défend".
__________________________
http://select.nytimes.com/2006/03/28/opinion/28tierney.html?hp (achter $-muur)
http://simonandthelefties.blogharbor.com/blog/_archives/2006/3/27/1845706.html (goed alternatief)
Daniel Cohen, Les paradoxes de la croissance française.pdf beschikbaar in mijn archief.

terug eerste dagboekregel

Einde Mijn Dagboek van Maart 2006