Mijn Dagboek 79


Dagboek 79 loopt van 1 tot 31 December 2006 en begint met nostalgie over The Organzation Man van Whyte en de Yes Men die hij toen definiëerde. Maar [20] komen de Yes Men terug in een moderne vorm als een aktiegroep die de draak steekt met De Moderne Economie.
Er zit veel theologie in deze maand, zelfs Economische Theologie [22].
Het andere thema is de Spaanse ontkenning van de eigen geschiedenis. Niet alleen van de Franco-periode, ook van die van de conquistadores. [4]
Er zijn ook letterlijke street observations: Over mijn straatverlichting en de laatste sterren. [8][17].
Op [29} pieker ik over het privatiseren van De Kerk, en vraag mij af of ik een karikatuur van De Kerk of van De Economie schrijf.
Index December 2006
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 1 December 2006
Ik weet nog precies wie mij het boek aanraadde --uitleende zelfs-- en welke indruk het in eerste instantie op mij maakte. Het was Bill Pattchett, mijn Engelse buurman in Eindhoven, net als ik een verse Philips employé, in September 1964. Het boek was inmiddels al een paar jaar op de markt. The Organization Man van William H Whyte verscheen in 1956 lees ik nu in New York Times.; We vieren al het halve-eeuwfeest.
Ik was toen totaal onbekend met de 'sociologische kijk' op organisaties, en ik wreef mijn ogen uit. Zo had ik nog nooit naar organisaties gekeken. Ik had daarover tamelijk mechanistisch-functionele ideeën. Niet gek voor een gefascineerd ingenieur met meer belangstelling voor wiskunde en mechaniekjes dan voor mensen. Tot dan toe had ik alleen in kleine organisaties gewerkt waar een persoonlijke relatie met iedereen vanzelfsprekend was.
Ik was nieuwsgierig, probleem-geörienteerd, zocht naar innoverende oplossingen, en ik dacht dat ik daarvoor betaald werd. Mispoes! De prijzen gingen naar de 'conformisten-met-de-geur-van-originaliteit'. Een paar jaar genoot ik nog van de bijzondere positie van de nieuwkomer, maar toen heb ik De Organisatie verlaten. Ik moest erkennen dat het leven van een yes man mij boven de pet ging.
Volgens NYT was Whyte verbaasd over de grote aantallen yes men die hij aantrof en hij beschreef dit hoogtepunt van Social Ethic --de sociale norm van 'toe-ing the company line' . De revolutie van '68 was er nog niet, en de baby-boomers zaten nog op de schoolbanken. Maar in Amsterdam werd er al om "'t Lievertje" gedanst. Autoriteit werd een vies woord. We wilden geen talent meer inleveren voor 'de teamgeest'. Later zouden we dat 'onderdrukking' noemen.
Zo leerde de yes man 'nee' zeggen. Dat is de vraag van het NYT-artikel: "How the Yes Man Learned to Say No".
Ik werd een solistisch innovatie-specialist. Ik had een harde les geleerd.
--"Innovatie? Ja graag! Als er maar niets veranderd!", had ik geleerd.
En nu heb ik op het internet Whyte's boek nog eens doorgebladerd: Hoofdstuk 16: "The Fight against Genius", Hoofdstuk 19 "Love That System". Het team vóór alles.
Als ik in de moderne managementboeken naast de roep om "méér innovatie" óók technieken lees om "alle neuzen één kant op te krijgen", denk ik dat het tijd wordt Whyte opnieuw te lezen. De yes men zijn weer bijna aan de macht.
_________________________
Alan Ehrenhalt - How the Yes Man Learned to Say No- NYT26112006.pdf in mijn webarchief.
Over Whyte: http://www.pps.org/info/placemakingtools/placemakers/wwhyte
Enkele hoofdstukken van William H Whyte, The Organization Man
http://www.writing.upenn.edu/~afilreis/50s/whyte-main.html

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 2 December 2006
In de VS behoort "christen zijn" meer tot de norm dan in Europa. Daarom zijn categorieën als afvalligheid, godslastering en zondigheid ook hete thema's. Althans heter dan in Europa. Ik kan mij geen (algemene) Europese krant voorstellen waarin een leidend opinie-artikel verschijnt waarin tekeer wordt gegaan tegen atheisme: "Alles goed en wel, je mag op een andere manier in God geloven, maar zónder God kan helemaal niet. Dan worden de grenzen van "de tolerantie" overschreden".
Er wordt in dit verband gewezen op een tekst van John Locke uit 1689 "Letter Concerning Toleration" die er niet mee overweg kan dat mensen helemáál niet in God geloven: Zover mag tolerantie niet gaan.
Het is dus denken vanuit tolerantie-als-machtsuitspraak, vanuit het gelijk hebben met de (eenzijdige) vaststelling dat andersdenkenden (althans voorlopig) niet hoeven te worden vermoord, tot onmens moeten worden verklaard, of in concentratiekampen moeten worden opgesloten. Het atheisme wordt afgeschilderd als een "crusading atheism", een dat zieltjes wint, en de [andere] religies afschildert als: "associated with darkness, superstition, irrationality and an antique or pre-modern cast of mind".
Ik denk dan: "De pot verwijt de ketel ... "
Het is God als een Zero-Game: Hij is òf van jou, òf van mij!
Hoe anders klinkt het filosofietje-van-de-dag, 2 December, van Krishnamurti:
--" ... religion [ ... ] has nothing whatsoever to do with any belief, with any priest, with any church or so-called sacred book".
--" ... religion [ ... ] is to find out for oneself whether there is something immortal, beyond time".
_________________________
Jiddu Krishnamurti, Book of Life, Edition 1981, http://bol.sourceforge.net/on-line/BookOfLife.php
Richard Scheder - Atheists Agonistes - NYT27112006.pdf in mijn webarchief

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 3 December 2006
De definitie van religie die ik gisteren van Krishnamurti aanhaalde, blijft mij intrigeren: "to find out for oneself whether there is something immortal, beyond time".
Ik vind het een leuke. Het is dus een vraag: 'Of er iets bestaat dat . . . '
De gebruikelijke succes-redeneerwijze in zo'n geval is de zéér honorabele Presumption of Fact. Zowel de automonteur als de huisarts passen die dagelijks toe.
--"Start de motor niet? Even nadenken!"
Laten we even aannemen (presumption!) dat het komt vanwege de lege accu (fact!). Dan moet óók de claxon het niet doen. Even proberen! Hé, de claxon doet het. Die aanname was dus fout. Volgende aanname verzinnen! Enzovoorts
En precies zó redeneert de huisarts als hij een kind met rode vlekken ziet:
--"Als dit mazelen is, dan moet óók ... enzovoorts".
Je moet soms heel ver zoeken, diep redeneren --en vooral heel goed kijken-- maar heel vaak klopt het. Een succesvolle methode dus.
Op de vraag van Krishnamurti doen we dus hetzelfde: Een gebruikelijke presumption is "God", een andere --ook populair-- is "Big Bang".
En dan? Dan moet je, net als die automonteur --of de huisarts-- een intelligente vraag stellen, of een test doen die je presumption waarschijnlijker maakt --of 'bewijst'.
--"Klaar! Volgende patient!"
Maar zo werkt dat hier niet, dus we lezen boeken of de Wetenschappelijke Bijlage van de NRC, of luisteren naar guru's of borrelpraat.
Dan sta je op een tweesprong: Óf je laat het aan anderen over, wordt lid van hun club, en je gaat vervolgens rustig vissen of slapen. Óf je blijft zoeken, en verdwaalt misschien wel.
Twijfel! Twijfel! Twijfel!
Je behelpt je met: "Verdwalen is de helft van plezier van het reizen. Voorpret van het vinden is de halve lol", maar dat is nogal onpersoonlijk.
Waar blijft de --"oh zo noodzakelijke"-- menselijke troost?
Misschien kom je een lotgenoot tegen die je eens diep in de ogen kunt kijken. Misschien heb je dan aan 'de zoektocht' genoeg, en zit 'De Zin' in 'Het Zoeken' zelve.
Misschien hoor je van een top-onderzoeker die bleef zoeken, en het aan epigonen overliet dikke succesboeken te schrijven met "zeker weten".
Ratzinger
blijft ook zoeken. Laatst nog publiekelijk in Regensburg. [Over diens Master Class schreef ik 21-26 okt jl.], maar als paus doet hij net alsof hij het heeft gevonden:
--"It's all in the game! Fun! Fun! Fun!"
Of je hoort K nog eens mompelen: " ... find out for oneself ... "
Ik bedoel maar, niet-weten heeft óók zijn leuke kanten.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 4 December 2006
In Babelia van afgelopen Zaterdag, de literaire bijlage van El País, werd ruim plaats gemaakt voor de tiende verjaardag van de eerste van een serie 'historische romans', waarmee de intellectuele elite toentertijd niet goed raad wist. Nu is het zesde deel verschenen --èn een film!-- en het heeft een succes dat aan Harry Potter doet denken. Voor de internationale markt lijkt het mij echter te 'Spaans'; maar wie weet?
De hoofdfiguur --Capitán Alatriste-- is een huursoldaat die zich in de diverse oorlogen stort die de "gevreesde Spaanse infanterie" in de 17e eeuw voerde. Ieder boek een andere oorlog. In het eerste boek, het enige dat ik heb gelezen, nam hij deel aan de veldtocht in Vlaanderen --"Flandes", zoals dat hier heet-- en het beleg van Breda komt er in voor. In het meest recente gaat het tegen Moren en Berbers, de 'piraten' van de Middellandse Zee.
De schrijver Arturo Pérez-Reverte heeft de micro- en macro krijgsgeschiedenis goed bestudeerd. Historici moeten toegeven dat alles wáár is. Het gaat om veld- en zeeslagen die wèrkelijk zijn gevoerd. De sfeer, de gevoelens en de omstandigheden zijn juist. Alléén de personages zijn fictief, en, boven alles, het is perfect en indringend verteld. Waarom dan toch die weerstand? Die ging verder dan wat iedere 'historische roman' ontmoet: Kinnesinne van vakhistorici.
Spanje is een land "dat zijn eigen geschiedenis niet accepteert", zeggen kenners daarvan. Ik had dat al gemerkt in de discussie over de Burgeroorlog van 1936 en de jaren daarna. Twee heel verschillende lezingen leven keihard naast elkaar als verharde politieke standpunten. Over de Spaanse Gouden Eeuw is er kennelijk iets dergelijks aan de hand. Het is tekenend dat vooral buitenlanders met grondig academisch onderzoek komen.
Niet alleen de kolonies werden toen uitgebuit, ook het eigen volk. De rijkdommen uit "Las Americas" werden niet gebruikt voor het eigen volk, maar voor het voeren van wéér ander oorlogen. Ik had dat al begrepen uit een recente biografie van Cervantes (door een Engelsman!!). Dienstnemen in de Spaanse Infanterie --of naar de kolonies gaan, maar dat was gevoelsmatig héél iets anders-- was een manier om aan die miserie te ontkomen.
De Spaanse Vloot en de Spaanse Infanterie voerde de 'door God gegeven opdracht' uir om de wereld te veroveren en te bekeren. Dat deden ze met ongekende arrogantie en wreedheid, en met de zekerheid de ware religie te bezitten. Ook dàt wil er nog steeds niet ècht in.
De populariteit van Capitán Alatriste dwingt tot een keuze. De achterdeur --dat het allemaal 'literaire fantasie' is-- wordt door nationale en internationale historici potdicht gehouden.
Ik ben benieuwd.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 5 December 2006
Bij de bespreking van het karakter van Capitán Alatriste, de 17e eeuwse huursoldaat waarover ik gisteren schreef, wordt gezegd dat hij niet 'fiel' is maar wel 'leal'. Beide Spaanse woorden betekenen 'trouw', en Van Dale maakt geen duidelijk onderscheid.
Kennelijk is het voor Spanjaarden ook een probleem, want de historica, Carmen Iglesias, die het artikel schrijft, vindt het nodig dat te verduidelijken. In het Castilië van de 17e eeuw is het verschil tussen beide woorden duidelijk. Ik beide gevallen ging het om 'trouw', 'loyaal', 'betrouwbaar', of een van dat soort woorden die Van Dale daarvoor noemt, maar, volgens Iglesias, was 'fiel' toen gereserveerd voor de dienaar van de Heer of de Koning die *niet* vroeg naar de rechtvaardigheid van zaak waar de meerdere naar streefde. Daarover stelde hij zich *geen* vragen. Daarentegen was 'leal' gereserveerd voor degene die ervoor zorgde dat de Heer of de Koning *geen* onrechtvaardigheden beging.
Alatriste
--in het concept van de schrijver Arturo Pérez-Reverte-- was 'leal', dus trouw aan zijn eigen woorden en beloften; trouw aan zijn eigen normen. Zijn 'persoonlijke eer', en de trouw aan het eenmaal gegeven woord ging boven alles. Ook boven het korte-termijnsucces.
Ik zoek naar goede NLse vertalingen. Fiel zou je kunnen vertalen met aanhanger of volgeling. Leal wellicht met loyaal. Mijn Spaanse vrienden vinden het onderscheid heel gering, maar ze koppelen leal aan wat er tussen vrienden plaatsvindt, en fiel reserveren voor duurzame relaties zoals verloofden of echtgenoten.
Als ik het bekijk vanuit de moderne organisatie --industrie of leger-- dan kom ik op karikaturen zoals: kritiekloze 'ambtenaar', tegenover eigenwijze --zo nodig ongehoorzame-- 'medewerker'. Allebei zijn ze trouw aan hun baas, hun chef, hun meerdere. Maar hoe verschillend!
Ik denk dat het eigenlijk gaat om het vrijwel volledig verdwenen begrip "man van eer". De moderne organisatie laat dat niet meer toe. Steeds meer slaafse gehoorzaamheid wordt daar geëist ten behoeve van de "efficiëntie". Heel begrijpelijk, want er moet winst gemaakt worden, véél winst. Hoe meer hoe beter.
Met 'eigenwijze mensen' gaan we dan ook heel selectief om. Deels stoppen we die in gekkenhuizen, en deels sturen we die naar creativiteitscursussen om hun eigenwijsheid te 'kanaliseren'. Op die manier vinden ze nieuwe produkten die ons nòg meer winst geven.
The Road to Serfdom
, van Hayek, waar ik 26 November over nostalgeerde, bewandelen we dus ook op deze manier.
_________________________________
Over het concept "man van eer" schreef ik 10 augustus 2006. Zie aldaar voor bronnen.

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 6 December 2006
Commentaar geven op plaatjes, beelden en schilderijen is niet mijn 'fort', daarom houd ik wat afstand. Maar toen ik gisteren las op de site van Erik: "Hiërogliefen van de moderne tijd", voelde ik mij opeens bevrijd van deze gereserveerdheid. Hiërogliefen zijn toch 'letters' nietwaar?
Behalve ontwerper van gebruiksaanwijzingen --vooral die met een minimum aan 'alles'-zeggende plaatjes zodat je 'nooit' vertaalproblemen, -zorgen, -kosten, en -misverstanden hebt, is Erik een verwoed verzamelaar van bordjes "Verboden voor Honden".
Als ik ondoordachte pictogrammen --en dito verkeersborden-- zie, moet ik altijd denken aan de sarcastisch-hilarische analyse die ik jáááren geleden las van Mieke Bal in haar boek Semiotiek [Ik citeer uit mijn hoofd, het hoort bij mijn vorige leven, maar ik heb veel van haar gelezen.] waarin zij het nog steeds gebruikte bordje aan het eind van een perron "analyseerde". Dat met dat zwarte mannetje met gestrekte armen. Wat bedoel je met dat bord ('verbod'?, wegens de afgesproken rode rand) met een rode streep (óók 'verbod') daardoorheen. Een dubbel verbod? Of een verbod van een verbod? Dus géén verbod? Enzovoorts.
Dit soort absurditeit kleeft natuurlijk ook aan "Verboden voor Honden"-borden. Maar leuk is het wel. Je herkent de hondenliefhebbers, de hondenhaters en degenen die de milieukaart uitspelen. Dan is het bordje opeens groen. Inmiddels is er een poster --twéé zelfs-- met zo'n honderd verschillende bordjes die Erik in de halve wereld heeft gefotografeerd. Ik denk dat ze allemaal op (mensen-)ooghoogte staan, maar het zou mij niets verbazen als ze ook op 30 of 50 cm hoogte worden aangetroffen. Als de mens zich met zijn troeteldier verwart kan opeens alles.
De aanleiding is de onthulling van het kunstwerk Artvertising van het Sandberg Instituut van verleden Zaterdag. Daar heeft Erik's zelfontworpen bordje --hond met knipoog-- ook een plaats gekregen. Al dat fraais kun je zien op de site van Erik [www.interventor.eu] en [www.interventor.eu/artvertising/]. Zijn gewone werk staat op [www.interventor.nl].
De plaatjes kun je met een telefoonmodem wel aan, en het --bewegende-- nieuwe ontwerp ook wel, maar als je het filmtje wil zien dat de VPRO er over maakte kun je beter breedband-sedentair zijn, of, zoals ik, ervan gaan genieten in een I-café.
Dat hele Sandberg-kunstwerk is trouwens een mooie introduktie in onze eigen hiërogliefen-cultuur. Vooral die --vaak mislukte-- pogingen tot ont-alfabetisering vind ik boeiend van de moderne reklame. Geniet er maar van!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 7 December 2006
In de NRC, zo lees ik in een mailtje van een NLse lezeres, staat dat 2% van de wereldbevolking de helft van het wereldvermogen in bezit heeft. In NL wonen daarvan één op de vijftig. Dat laatste is mooi verdeeld.
Aan de andere kant van deze scheve verdeling --die we gemakshalve óók wel de 80/20-regel noemen-- zou de helft van de wereldbevolking 1% van het wereldvermogen bezitten.
Die steeds schever wordende verdeling is à la mode want ook Sylvie Kaufmann schrijft erover in Le Monde van 5 December (pakjesavond!), "Nouvelles armes contre la pauvreté",: "Vier miljard personen leven van minder dan 2 US$ per dag"
Zij gaat in op het nieuwe wapen onder de naam "social entrepreneuring" [www.socialedge.org] waar ondernemers prat gaan op sociale initiatieven om het geven van aalmoezen uit de wereld te helpen. Dat vinden ze een "beperkte visie" van de Nobel voor de Vrede, Muhammad Yunus de 'uitvinder van het mini-krediet': Het is een economisch probleem dat 'gewoon' kan worden opgelost vinden ze: Met innovatie en ondernemerschap. Het direkte rendement mag dat wat minder zijn, je kunt er op wereldschaal de blitz mee maken, en dat is goed voor je image (en je totaalwinst).
Een van die nouveau riche, Pierre Omidyar van eBay, heeft 100 miljoen dollar gegeven aan 'zijn' Tufts University onder voorwaarde dat ze iets vinden zodat dit 'mini-bankieren' profitable wordt, en blijft.
Yunus
vindt het daarentegen een "beperkte visie" dat aan de (arme) mens als enige rol het 'geldmaken' wordt toegekend. Er zijn zoveel andere aktiviteiten die géén dividend (voor anderen!) opbrengen en die cultureel heel zinnig zijn.
Maar het leukste zijn de reakties op het artikel van Kaufmann:
--"De ondernemers willen de armoede niet uit de hand laten lopen, hoe meer armoede, hoe meer rendement. Het is net als een thermodynamische machine: Hoe groter de ongelijkheid, hoe groter de "groei"".
--"Die toprijken moet niet zo te koop lopen met hun 'sociaal gevoel'. In vergelijking met die 2 dollar per dag is 60% van ons miljardair, en ons valt ook wel af-en-toe een 'sociale gedachte' in".
Ik denk aan Venezuela waar Chavez rechtstreeks zijn olie-dollars investeert in "basis-dingetjes" als (lager-) onderwijs, sport, medische minima en mini-krediet --zie o.a. 4 en 5 maart van dit jaar-- in plaats van af te wachten of er van de buitenlandse oliewinsten "misschien" iets terugkomt: Hetzij als publiek aalmoes, hetzij als privé aalmoes, hetzij als het 'nieuwe wapen' tegen armoede: "Mini-krediet als business".
____________________________
Sylvie Kauffmann - Nouvelles armes contre la pauvreté - Le Monde 05 12 2006.pdf
Sylvie Kauffmann - Nouvelles armes Le Monde - reactions.pdf in mijn webarchief

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 8 December 2006
Een lezer heeft compassie met mij, en mijn Verlies van Schoonheid:
--"Branden de lantaarnpalen al? Eeuwig zonde, onomkeerbaar: verloren schoonheid van de duisternis", schrijft hij, en geeft advies hoe ik daar nog een allerlaatste digi-foto van kan maken. Met maanlicht.
Vannacht, de halve maan recht boven mijn hoofd, en wat wolkenslierten, heb ik het nog eens goed in mij opgenomen, en in mijn bloedeigen geheugen bewaard.
Daar kan een digi-foto niet tegenop.
--"Zou het van De Verlichting komen?", speculeerde hij verder.
--"Nee", denk ik, "eerder van de 'goddelijke opdracht' de natuur te onderwerpen, Zoiets als Artis Naturis Magistra in Amsterdam". (100 woorden)
____________________________
Zie 27 okt en 30 nov jl.

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 9 December 2006
Gisteren liep ik van hier naar Playa de Santiago in zes uur. Dat staat er voor, maar drie weken geleden verdwaalde ik, en deed het in negen uur. Dat geldt voor het stenige voetpadgedeelte. In Playa de Santiago moet je dan nog een uurtje over verharde weg om naar de haven de komen, maar, daar zijn een paar strandjes en er is wat autoverkeer. Ze geven een vermoeide wandelaar graag een lift. En zo haalden we gemakkelijk de boot van 1630 terug.
Van mijn verdwaaltocht --zie 19 November-- hield ik overbelastingsverschijnselen en een pijnlijke knie over. Met rust en pootjebaden-tot-boven-de-knie --volgens het recept van de oude eilanders-- verbeterde het snel. Ik vreesde ergste.
Deze keer wandelde ik niet alleen, zoals gewoonlijk, maar met Margareta, mijn bevriende buurvrouw. Haar vroegere wandelvriendinnen hebben het geleidelijk laten afweten, en grote wandelingen maakt ze wèl graag, maar nièt graag alleen. Dat treft dus. Gisteren had ze een vrije dag wegens een Maria-feestdag. Dat trof dus.
Deze wandeling is langer en zwaarder dan die van Cessenon naar Olargues die ik 's zomers in Frankrijk wel maak om mijn broer op te zoeken. Zes uur ipv vijf, en alleen het zwaarste stuk van één uur is vergelijkbaar met wat het hier voor negentig procent is: stenig voetpad waarbij je op iedere stap moet letten. Hier is er bovendien zit er hier een èchte zig-zag-klim in van ruim 400 meter waar je een uurtje over doet.
Ik ben dus weer euforisch, gelukkig en tevreden.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 10 December 2006
--"Spanje is een land dat zijn eigen geschiedenis niet accepteert", schreef ik verleden Maandag. De kop van El País van gisteren kon die stelling niet beter illustreren. Zapatero is een onderhandelaar-van-de-uitgestoken-hand. Als die wordt weggeslagen --iets waar de PP een pervers plezier in heeft, ook al gaat het om zaken van algemeen belang-- laadt de ander het odium van 'onredelijke onwil' op zich.
Maar de partijen zijn zo grondig gescheiden dat de 'lol' om de weggeslagen hand in PP-kringen er niet minder om zal zijn. Bovendien claimt de PP het "hele nationale gevoel" als het hare.
Die kop van gisteren gaat over een voorstel van de regering de revisie van de standgerechtelijke fusillades gedurende de burgeroorlog, en vele jaren daarna, te vergemakkelijken. Zelfs de meest prominente fusillades, door hardnekkige familieleden voor diverse gerechtshoven gebracht, zijn gestrand in afwijzingen en formalismen.
Er is al een wet over deze Memoria Histórica, en zelfs het jaar 2006 werd halfweg opeens tot Jaar van de Memoria Histórica verklaard. [Om 1936 te herdenken].
Die wet verbiedt o.a. dat er monumenten voor de gevallenen van slechts één van beide partijen worden gebouwd of gehandhaafd. De Kerk valt daar niet onder, want die heeft met de nieuwe grondwet de status van 'privé' gekregen. Daarom is het een loos gebaar. Gedurende het 'nationaal-katholicisme' van het Franco-regiem waren Kerk en Staat één. Daarom staan die Franco-monumenten nu op naam van 'De Kerk'.
Daarom is ook het pompeuze Franco mausoleum --De Vallei van de Gevallenen, Valle de los Caídos, voor Franco en 'zijn' strijders-- een Katholieke Basiliek waar steeds op 20 November een herdenkingsmis voor Franco wordt opgedragen. [Denk even aan Hitler! en Duitsland!]
De vernieuwde wet suggereert dat deze herdenkingscentra moeten worden "gemuseëerd", maw omgevormd tot algemene info-centra.
Binnen de socialistische partijen --die nu aan de macht zijn-- heerst natuurlijk verschil van mening. Sommige 'perfectionisten' vinden dat de wet niet ver genoeg gaat. Maar de meerderheid --de regering althans-- vindt dat dit een 'mogelijk haalbare' handreiking is om tot pacificatie te komen, en wederzijds begrip. Wie deze uitgestoken hand afwijst maakt zich onsterfelijk belachelijk, is kennelijk de achterliggende gedachte. Ook stelt de wet dat de aldus gereviseerde processen slechts van "morele en symbolische" waarde zullen zijn. Géén schadevergoedingen en zo!
Het debat moet nog beginnen. De PP heeft al laten weten de wet "Onnodig, Onbelangrijk en Bedriegelijk" te vinden, en dat "Het Spaanse Volk" nòch over Franco nòch over de Republiek wil praten.
Dat Spanje zijn eigen geschiedenis accepteert kan dus wel even duren.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 11 December 2006
Als ik mijn ogen dicht doe hoor ik het gieren-door-de-kieren van de slecht-sluitende schuifdeuren naar het balkon. Ik denk aan NLse herfststormen. Onvermijdelijk. Dat rukken, dat gieren, dat plotseling even ophouden --alsof de wind zèlf even op adem moet komen.
Maar dat alles speelt zich af bij stralende zon. Géén massa's opwaaiende rood-geel-bruine 'bladeren', maar witte schuimkopjes. Soms is het grijs, en valt er wat regen, maar veel kan het niet zijn, want we zitten in de regenschaduw van onze permanente N.-O. Passaat.
Zojuist was er een fraaie regenboog. Vlak voor mijn balkon-met-uitzicht-op-zee.
Toch verlang ik naar een NLse herfst. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 12 December 2006
Het eerste dat ik er gistermorgen van merkte waren drie e-mails met een gedicht zonder verder commentaar: "Obituario con Hurras" van Mario Benedetti met als beginregel: "Vamos a festejarlo". Vertaald: "Overlijdensbericht met Hoera's. Laten we dat vieren".
Het gedicht is al een aantal jaren oud. Benedetti is een van de grote Zuidamerikaanse dichters van linkse snit. Zoiets als Pablo Neruda.
Het kwam van diverse Chileense vrienden, waar de gewoonte heerst om bij grote vreugde, leed of kwaadheid dat je hele adreslijst te laten weten. Ik dacht: Pinochet is dood. En inderdaad: New York Times had een hoofdartikel The Dextrous Dictator, en citeerde in een ander artikel José Zalaquett, een bekende mensenrechtenadvocaat:
--"The humiliation Pinochet has gone through is probably a better outcome than any trial could have achieved".
Le Monde
, onder de titel: "Pinochet est mort sans avoir été jugé", wees op de symboliek van de overlijdensdag, 10 december: Dat is de 'Internationale Dag van de Mensenrechten'.
Toen ik in 1998 voor de tweede keer in Chili rondreisde --toen voor zes maanden-- begon ik iets van Pinochet begon te begrijpen omdat ik zowel felle voorstanders als tegenstanders ontmoette. Pinochet was toen bezig zijn parlementaire onschendbaarheid te 'regelen' als 'superparlementariër-voor-het-leven'. Dat had hij voorelkaar en toen kon hij zijn andere machtspositie --die van commandant van alle strijdkrachten-- opgeven. 'Dictator-voor-het-leven' was hem een paar jaar eerder niet gelukt, daarvoor had Chili nog nèt teveel --stille-- democratische kracht. Ik herinner mij de indrukwekkende overdrachtceremonie van dat militaire commando op TV.
Een paar maanden later werd hij in Londen gevangen genomen op verzoek van een Spaanse rechter. Vrienden schreven mij dat ik voorlopig beter niet naar Chili kon terugkeren. Chili was weliswaar een rechtstaat, maar met mijn Spaanse Residencia en het voorkomen van een Engelse gentleman [Hmm, dacht ik toen] kon ik beter voorzichtig in Europa blijven.
Zestien maanden later was Pinochet terug in Chili om zich alleen nog bezig te houden met het vertragen van zijn afgang. Voor degenen die hem de schending van de mensenrechten niet zo kwalijk namen --per slot ging het om 'communisten'-- kwam de afgang pas in 2004 toen hij zijn reputatie als 'enige dictator die zichzelf *niet* verrijkt had' kwijtraakte. Dat gebeurde 'toevallig' als gevolg van VS-wetten omtrent buitenlandse bankrekeningen ivm terrorisme.
Pinochet
zei zelf ooit in een interview:
--"De geschiedenis leert dat het altijd slecht afloopt met dictators".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 13 December 2006
Pinochet is dood, maar we moeten er ons vragen over blijven stellen vindt Ariel Dorfman in NYT van gisteren. Niet alleen hoe dat kon gebeuren --zo'n dictator opeens in een democratische staat-- maar ook omdat het diezelfde democratische staat niet is gelukt het kwaad werkelijk voor de rechter te krijgen.
Ongeveer een derde van de Chileense bevolking staat nog steeds achter Pinochet uitsluitend-en-alleen omdat hij 'het communisme' wist tegen te houden. Maar die minderheid slaagt er na afloop van deze moordpartij wél in om een super-perfecte rechtsgang af te dwingen voor de daders. Precies zoals hier in Spanje waar --nog steeds-- de rechteloosheid van aanhangers van de democratisch gekozen republiek schril afsteekt tegen het 'volkomen gelijk' van de aanhangers van Franco die als dictator --net als Pinochet-- aan zijn tegenstanders --'rooien' en communisten-- geen greintje rechtzekerheid overliet.
In beide gevallen is het duidelijk dat De Kerk partij voor 'de dictator' koos. Beide dictators waren trouwe en demonstratieve Kerk-gangers.
In Babelia van 2 december werd John H. Elliott geïnterviewd. Hij is een van de grote 'hispanistas' die --zoals ik 4 december schreef 'niet verbazingwekkend'-- in een buiten-Spaanse academische cultuur leeft.
Hij maakte een vergelijkende studie van de verovering van Zuid- en Noord-Amerika. Waarom is het ene hoofdzakelijk dictatoriaal en het andere hoofdzakelijk democratisch?
Zonder aarzeling antwoordt hij dat het religieuze pluralisme de Engelsen in Amerika in de hand speelde. De Spanjaarden hadden één almachtige God achter zich. De Engelsen niet. Het verschil zit in de data: Toen Hernán Cortés zijn bloedige veroveringtocht begon, werd daar één Kerk overheengelegd, maar toen 80 jaar later Chrisopher Newport Jamestown stichtte, en zijn veroveringen begon, had in Europa een aardverschuiving plaatsgevonden: Er was een religieus pluralisme ontstaan. De Engelse kolonies vormden meteen bestuurs- en overlegraden voor zelfbestuur. Zo niet in Zuid-Amerika waar Staat, Kerk en Cultuur vanuit Madrid /Toledo werd opgelegd en met harde hand werd gehandhaafd. Niet alleen tegenover 'inlanders', maar ook tegenover de kolonisten.
Hoewel de religies hoofdzakelijk 'christelijk' bleven kon er zodoende zowel een 'pluriforme cultuur' alsook een 'pluriforme economie' ontstaan. Er was ruimte --en noodzaak!-- voor persoonlijk initiatief.
_________________________
Ariel Dorfman-The Half-Life of a Despot-NYT12122006.pdf in mijn webarchief.
John H. Elliot, Imperios del mundo atlántico. España y Gran Bretaña en América (1492-1830) [Spaanse vertaling van Empires of the Atlantic World: Britain and Spain in America 1492-1830] 2006, Taurus, Madrid.
http://www.amazon.com/gp/product/customer-reviews/0300114311/ref=cm_cr_dp_pt
/105-2340186-3436427?ie=UTF8&n=283155&s=books
http://www.amazon.com/Empires-Atlantic-World-Britain-1492-1830/dp/0300114311/ref=dp_return_
1/105-2340186-3436427?ie=UTF8&n=283155&s=books

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 14 December 2006
Even nog een detail uit het interview met Elliot [zie gisteren] die het verschil in cultuur tussen Zuid- en Noord Amerika terugbrengt tot de data van de grote veroveringstochten: Die van Hernán Cortéz begon in 1519 --die waarbij hij 'zijn schepen achter zich verbrandde' alvorens Mexico onderhanden te nemen-- en die van Christopher Newport in 1606 die Jamestown in Virginia stichtte. [Toen was het daar alles nog 'maagdelijk']. In die tussenperiode was Europa 'religieus pluralistisch' geworden, aldus Elliot.
Dat andere detail is dat Spanje Moren en Joden niet toeliet, maar dat James I juist de settlements van (religieuze) minderheden bevorderde. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Los Cristianos (Tenerife), Vrijdag 15 December 2006
0835 Ik ben zojuist aangekomen met de boot van 0720 uit San Sebastián, en wacht tot de bus vertrekt naar Santa Cruz de Tenerife. Eén uur staat daarvoor, zodat de hele reis ruim twee uur duurt. Het gaat om één noodzakelijke boodschap, mijn paspoort 'persoonlijk' afhalen bij het NLse consulaat. Een andere --interessante-- boodschap is een bezoek aan de boekhandel voor een reisgids --Lonely Planet of zo-- voor Australië, want die beslissing is intussen óók gevallen.
Natuurlijk maak ik van de gelegenheid gebruik om nog wat verder te sjoppen. Om 1250 vertrekt de bus voor de middagboot; dus ik moet niet treuzelen. Het alternatief is de avondboot.
Het winkelassortiment in San Sebastián is de laatste jaren enorm toegenomen, zodat je niet meer voor ieder 'extraatje' naar het andere eiland hoeft. Toch heb ik de gewoonte gehandhaafd om een paar kennissen op te bellen 'of ik misschien iets voor hun mee kon brengen'. Dat leverde toch nog een aardig lijstje 'sociale' aankoopjes waar ik even achteraan moet.
1240 Ik zit op het busstation van Santa Cruz de Tenerife. Over tien minuten moet de bus vertrekken. Lonely Planet hadden ze nergens; dat heb ik moeten bestellen. Had ik dus ook per foon kunnen doen. Mijn andere aankoopjes zijn bijna allemaal geslaagd, maar een speciale show op de informatica-afdeling van El Corte Inglés moest ik laten schieten. Dat was mij de laatste bus /boot niet waard.
1600 Ik ben goed en wel thuis. Ik ging vóór zevenen de deur uit. Negen uur voor één nieuw paspoort. Goed dat het vijf jaar geldig is.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 16 December 2006
Hier in Spanje wordt veel werk gemaakt van de bestrijding van 'geweld tegen vrouwen'. Het liep ook de spuigaten uit, niet alleen in de statistiek tegenover andere Europese landen --waar Spanjaarden héél gevoelig voor zijn-- maar ook zit het diep in het "normale gedrag" van mannen tegenover vrouwen. De ONDERGESCHIKTHEID van de vrouw werd --en wordt-- met hoofdletters geschreven. DE KERK doet daarover slechts lauw-warme uitspraken.
In een persbericht van vandaag worden vorderingen gemeld als gevolg van de twee jaar geleden aangenomen desbetreffende wet. Naast de 29 speciale rechters die reeds aan het werk zijn, zijn er dit jaar 42 bijgekomen. Toch worden nog 70% van de gevallen behandeld door niet-gespecialiseerde rechters. Dat is fataal, want op die manier krijgt het "cultureel normale gedag" nog te weinig tegengas.
'Vrede', in de Romeinse traditie, is rust en orde die door systematische onderdrukking en discipline wordt verkregen. Dat was waarom Paulus brak met zijn Romeinse verleden, las ik laatst in een studie over hem. [Inderdaad, die ex Saulus, die van Tarsis, die overigens niet uitblonk ik vrouw-vriendelijkheid in andere teksten]. Deze vorm van 'vrede in het huisgezin' onder leiding en verantwoording van De Man is de kern van de Spaanse Macho Cultuur. 'Geweld' is daarbij 'vanzelfsprekend en logisch'. Gevallen van vrouwenmishandeling, en de processen daarover zijn herhaaldelijk in de krant te vinden, en hameren op de noodzaak van zo'n cultuurverandering.
In een persbericht van gisteren is er, denk ik, wat anders aan de hand. Daar wordt melding gemaakt van een 89-jarige man die zijn 80-jarige vrouw wurgt, en vervolgens zichzelf ophangt. Het 63ste geval, dit jaar, van een vrouw die door de hand van haar echtgenoot of ex-echtgenoot de dood vindt, concludeert de krant zakelijk.
De verdere omstandigheden worden nauwkeurig opgesomd. Het echtpaar woont 45 jaar in dit huis in die buurt. Noch bij de buren, nog bij de politie is ooit iets van wreedheid gemeld. Integendeel, het was een stel dat goed met elkaar kon opschieten. De man putte zich de laatste jaren uit om zijn zieke vrouw te verzorgen: Alzheimer. Daar was een pijnlijke beenderziekte bijgekomen waardoor zij niet meer op straat kon komen. Hij dus ook niet. Hun drie kinderen woonden in andere steden.
Is dit 'gewoon' het zoveelste geval van 'geweld tegen vrouwen' en 'normaal macho-gedrag'? [vraagteken]. Dat vraagteken wordt in het persbericht *niet* geplaatst; het is van mij.
Wat denk je van wanhoop? Of van 'liefdevolle zelfhulp'. 'In diepste eenzaamheid', want in dit land, met zijn wreedheidscultuur, ligt de bspreekbaarheid van euthanasie en zelfmoord nóg verder over de horizon dan praten over 'geweld tegen vrouwen'.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 17 December 2006
Vandaag zou het lantaarnpalenprojekt van onze Camino al Faro worden opgeleverd. Althans volgens het publiciteitsbord met de trotse 'bestuurdersgegevens' van hoeveel geld het 'ons' kost.
Het zag er ook naar uit. Het graafwerk was voorbij, en de gaten waren ge-her-asfalteerd. Het ziet er keurig-opgeruimd uit. Twee jongelui waren nog bezig met wat bedrading. Kennelijk de laatste klus.
--"Jullie halen de 17de wel", zei ik opgewekt om een praatje aan te knopen.
--"Helemáál niet. Er ontbreken een paar belangrijke onderdelen, en daar moeten we op wachten. Dat gaat weken duren".
--"Da's mooi", dacht ik, "nog één Kerst en Oud-en-Nieuw met sterren". (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 18 December 2006
Gisteravond was ik bij een buitengewoon Kerstconcert. Het was per saldo in de kerk, maar de aankondigingen waren --zoals gewoonlijk-- verwarrend en op het nippertje. Was het in de kerk of in de filmzaal?
Ik was eens bij de drukker op de ochtend van de dag van een uitvoering. De strooi- en aanplakbiljetten werden --zonder blikken of blozen-- nèt klaargelegd voor de afhaler. Het zij zo. Het Gomeraanse muziekleven lijdt er kennelijk niet onder. Binnen de toch zéér muzikale Canarias vallen onze beide eilandorkesten herhaaldelijk in de prijzen, en maken toernee's tot ver daarbuiten. Misschien is de incrowd van muzikanten en familieleden zo introvert dat ordelijke aankondigingen voor de 'rest van de wereld' overbodig worden geacht.
Gisteravond ging het om niet minder dan het bekende Sinfonietta de Paris dat --op toernee op de Canarias-- óók La Gomera aandeed. Behalve hun normale programma hadden ze ook een stuk van Astor Piazzolla. Het is de specialiteit van Roberto Tubaro, de vaste dirigent van het eilandorkest, om (moderne) muziek uit Zuid-Amerika erbij te halen. Tubaro is Argentijn, en het Canarische muziekbeleid is bewust gericht op het integreren van de Zuid-Amerikaanse muziek in de Europese. Vandaar.
Vandaar ook dat Tubaro optrad als dirigent van dit gast-orkest.
Ik waag mij niet aan een analyse van mijn genietingen, maar van de uitvoering van Eine Kleine Nachtmusik genoot ik in het bijzonder. Dat werk wordt vaak tot een ''melodietje" gereduceerd. En nu hoorde --en zag!-- ik een hoogst professionele en gevoelige uitvoering.
Dat maakte verschil.
__________________________________
http://www.sinfonietta.net/
http://www.noxtrum.com/noticias/resultados.jsp?buscar=Encontrar&query=recital+promovido

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 19 December 2006
Gisteravond las ik de blog van Marius Nuy weer eens: Crossing my Soul. Hij is een street observer, net als ik, maar hij doet meer aan 'soul', en minder aan 'kranten'. Hij heeft er mooie plaatjes bij.
Ik werd overspoeld door de veelheid, maar dat hoor ik ook wel van mijn lezers. Overspoeld rolde ik dus in bed, maar zojuist werd ik wakker met een juweeltje in mijn hand. Overgehouden van de overstroming. Marius heeft het van Rinpoche.
Ik zou Mijn Dagboek toentertijd "De Andere Straat" hebben genoemd als ik dit had gekend.

    Ik loop door een straat, er is een diep gat in het trottoir.
    Ik val erin, en zeg tegen mezelf:
    "Ik ben verloren ... maar het is mijn schuld niet",
    en het duurt heel lang voor ik eruit ben.

    Ik loop door dezelfde straat met dat diepe gat in het trottoir.
    Ik doe alsof ik het niet zie, en ik val er weer in.
    Ik kan niet geloven dat dit me weer gebeurt, en ik zeg:
    "Het is mijn schuld niet ...",
    en het duurt nog lang voordat ik eruit ben.

    Ik loop door dezelfde straat met dat diepe gat in het trottoir.
    Ik zie dat het er is en ik val er weer in ...
    Het is een gewoonte,
    mijn ogen zijn open,
    ik weet waar ik ben, en ik zeg:
    "Het is mijn schuld".
    Ik kom er direct weer uit.

    Ik loop door dezelfde straat
    met dat diepe gat in het trottoir,
    ik loop eromheen.

    Ik loop door een andere straat.

__________________________________
http://crossingmysoul.blogspot.com/2006/12/bewustwording.html

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 20 December 2006
Ik verzamel al langere tijd gegevens over slavernij, en lees alles wat ik te pakken krijg over de geschiedenis en de oorsprong. Ik lees op dit moment een Frans standaardwerk dat met name ingaat op de relatie tussen (vroeg)kapitalisme en het streven naar goedkope arbeid.
Geen wonder dat mijn aandacht viel op een bericht dat de World Trade Organization een Formalized Slavery Model for Africa aankondigde: "WTO initiative for 'full private stewardry of labor'".
Het is "the best available solution to African poverty, and the inevitable result of free-market theory"
Het eindigt met: "This is what free trade’s all about. It’s about the freedom to buy and sell anything --even people"
Het gaat hier over een studiedag in November bij Wharton Business School, waar een vertegenwoordiger van de WTO, Hanniford Schmidt, en anderen, het woord voerden. Als de ondernemers ook de arbeiders in eigendom hebben, zullen ze daar meer verantwoording voor nemen, en zal het uiteindelijk ook 'beter' zijn voor de armen en de armoede.
Het sluit perfect aan bij de eeuwenlange rechtvaardigingen van slavernij die ik uit de literatuur ken. De 'handel' wil het, maar (kerkelijke) overheden zoeken naar allerlei formules om het te rechtvaardigen.
Nu dus ook een gerenommeerde Business School, de nieuwe priesters van onze ethiek.
Maar het is --gelukkig!-- fake. De website is perfect, en had inderdaad van de WTO kunnen zijn. Maar is het niet.
Het is een (nieuwe) aktie van de Yes Men, een aktiegroep die met satire de waanzin van "autoriteiten en systemen" aan de kaak probeert te stellen. Zij doen dat grondig en intelligent. Het boeiende --en trieste vaak-- zijn de reakties van de bloggers en andere doorgeefluiken van de spraakmakende gemeente. Klakkeloos als 'waarheid' overnemen, toejuichen, of ontmaskeren als fake. Het toont aan hoe dicht het denken van de free trade freaks bij de facto slavernij ligt. Het streven naar kostenverlaging en goedkope arbeid kent geen grenzen. Zoals de geschiedenis aantoont, wijkt andere 'moraal' daarvoor. Ook de 'religies'. Het is dus oppassen dat deze satire geen werkelijkheid wordt.
______________________
Wharton Business School Conference on Africa: http://www.gatt.org/wharton.html
Over de Yes Men: http://en.wikipedia.org/wiki/Yes_men en http://www.theyesmen.org/
Yves Benot, La Modernité de l'esclavage, essai sur la servitude au coeur du capitalisme,
Éditions la Découverte, Paris, 2003, ISBN 2 7071 3754 5 www.editionsladecouverte.fr

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 21 December 2006
Gisteren nam ik met een Spaanse vriendin de discussie tussen Habermas en Ratzinger nog eens door. En natuurlijk, in het verlengde, de Master Class van de paus in Regensburg: Het zoeken van een synthese tussen 'god' en 'rede'. Ieder voor zich hebben ze de mensheid niet behoedt voor haar destructieve aandriften. Integendeel. Daarover waren Ratzi en Habi het eens. Misschien een synthese?
--"Nicht vernunftgemäß handeln ist dem Wesen Gottes zuwider",
--"No actuar según la razón es contrario a la naturaleza de Dios",
zegt Ratzi nog eens in Regensburg om duidelijk te maken welk verband hem voor ogen staat. Òf-òf kan dus niet meer.
Zij las het allemaal nogal 'dekonstruktief', en zei opeens:
--"De optie 'zonder god' en 'zonder rede' staat er niet in".
En even later, toen ik haar een tijdje verbaasd-vragend had aangekeken:
--"Het is allemaal zo diep-diep-pessimistisch dat je het alleen kunt redden met spinsels zoals 'god' en 'rede'. Geen wonder dat het slecht afloopt. Kun je niet gewoon uitgaan van optimisme, het vertrouwen dat het goed afloopt?"
Toen moest ik natuurlijk weten wat optimisme dan wel was:
--"Je hebt natuurlijk je ingevingen, je toekomstdromen en -fantasieën, maar je gaat er óók niet als een wildebras op af. Je ziet de beren op de weg wel, maar 'selectief-intelligent' besluit je de meeste niet te zien. Je maakt een keuze. Om je energie niet te verliezen. Want dáár gaat het om. Dat noem ik optimisme".
Ik vond het een mooie en praktische synthese. Je ingevingen aan de ene kant, en dat 'selectief-intelligente' aan de andere kant. Ratzi en Habi zoeken het veel te hoog.
Ze moeten er eens met een vrouw over praten.
____________________
De bronnen van deze discussie staan in Mijn Dagboek van 21-26 October 2006

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 22 December 2006
Ik weet niet hoe het komt, maar er hangt opeens veel theologie in de lucht. Kerstmis? Het begon met een NYT-stukje: Economics: The Invisible Hand of the Market. Het gaat over een nieuwe analyse van 200 jaar 'economie-denken': Adam's Fallacy: A Guide to Economic Theology.
Adam
is hier Adam Smith, de man die toentertijd de uitspraak deed dat het nastreven van het eigenbelang door een 'onzichtbare hand' in goede banen werd geleid, en per slot de gemeenschap ten goede kwam. Dat werd een vrijbrief voor 'moreel suspect' gedrag. Dit 'geloofspunt' ligt echter heel goed in de markt, en mag daarom niet nader worden onderzocht: Onze 'welvaart' hangt er van af. Wat dacht je?
De schrijver, Duncan K. Foley, is een van de huidige topdenkers op dat gebied die dat geloofspunt wél onderzoekt. Hij bedoelt het woord 'theologie' daarom niet als een sneer --als een woord waarmee sommigen een al te doctrinaire of irrationele discussie afdoen. Nee, zegt hij: '' . . . at its most abstract and interesting level, economics is a speculative philosophical discourse, not a deductive or inductive science''.
Ik moest denken aan het 'grapje' van 'professor' Ratzinger aan het begin van zijn Master Class in Regensburg: " . . . an unserer Universität gebe es etwas Merkwürdiges: zwei Fakultäten, die sich mit etwas befaßten, was es gar nicht gebe – mit Gott".
Ook hier dus weer "a speculative philosophical discourse", die terecht aan een universiteit wordt beoefend. Ook dáár zijn er die vinden dat 'geloofspunten' niet nader mogen worden onderzocht. Dat is fataal.
Economen doen ook aan 'geloofsverbreiding', constateert Foley, want hij ontmoet nogal wat economen die vinden dat 'iedereen' het 'economisch denken' moet worden bijgebracht. We moeten allemaal 'yes man' worden.
Deze zomer vond ik daarvan een prachtig voorbeeld in Frankrijk. Daar werd een Conseil pour la diffusion de la culture économique [Raad voor de verbreiding van de economische cultuur] opgericht. Deze herfst zou die beginnen met "pedagogische en ludieke programma's" op het Internet en op TV om het inzicht van de Fransen in 'de economie' te bevorderden [zie Mijn Dagboek 26 juli 2006].
--"Sommige mensen vinden het moeilijk, en herkennen zich niet in deze denkwijze", constateert Foley, en hij besluit: "Dat doet mij goed".
Inderdaad 'la culture économique' heeft de neiging om andersdenkenden te bekeren, en Foley kiest de positie, precies als Ratzi en Habi in mijn stukje van gisteren, om 'academische theologie' te beoefenen. Terecht, want er moet een dam worden opgeworpen tegen het toenemende fundamentalisme. Ook bij ons, niet alleen bij die "achterlijke Islam".
__________________________
Peter Steinfels Economics The Invisible Hand of the Market NYT 25nov2006.pdf in mijn webarchief.
Duncan K. Foley, Adam's Fallacy: A guide to economic theology, Belknap Press/Harvard University Press

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 23 December 2006
--"Er hangt veel theologie in de lucht", schreef ik gisteren.
NYT van eergisteren meldt een toenemende 'geloofspraktijk' onder VS studenten:
--"Méér dan ik ooit meemaakte in mijn dertig jaar als 'religion & humanities professor'", schrijft Mark Taylor, "het hoort bij de political correctness van de dag. Vandaar".
Maar, schrijft hij, hoe 'geloviger' ze worden, hoe minder wordt kritisch nadenken over geloof getolereerd. Niet alleen ik, maar veel andere religion teachers worden onder druk gezet:
Alléén geloofsconforme literatuur op de boekenlijst!!
Religie zou alleen door 'true believers' mogen worden gedoceerd!!
Regelrecht op weg naar fundamentalisme!!
Net als die economie-theologen van gisteren. (100 woorden)
_________________________________
Mark C. Taylor The Devoted Student NYT 21dec2006.pdf in mijn webarchief.

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 24 December 2006, Nochebuena
Met de creatie van een voetgangersdomein in de binnenstad is het kerkplein er prachtig bij betrokken. In vele opzichten een aanwinst. Eindelijk ziet de burger hoezeer de binnenstad werd verpest door parkerende en stinkende auto's.
Gisteravond was op dat plein voor het eerst een Kerstspel. Helemaal volgens het bijbelverhaal met de Blijde-Boodschapengel, Maria en Josef tevergeefs kloppend aan de drie kerkpoorten(!) en eindigend bij een stal.
De geboortekreet van Jesus kwam oversized door de oversized luidsprekers. Toen kwamen herders --met echte schapen-- en alle folklore-groepen van het eiland voor hun aubade. Op de beurt. Tot slot Balthasar, Melchior en Caspar. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Kerstmis 2006
Timothy Garton Ash verwondert zich in El País van Zaterdag jl. over het grote aantal geloven en de veelheid van 'kerstvieringen', of wat daarvoor doorgaat in het betreffende geloof. Mensen geloven in de 'gekste dingen'.
Dat lijkt een multiculturele samenleving onmogelijk te maken, en wij proberen ons te behelpen met de 'spelregel': "Leven, en laten leven". Daaromheen kun je een aantal wetten bouwen. Dat werkt.
Maar dat vindt hij een uiterst minimum, en bovendien leidt het tot onverschilligheid. Dat is slecht voor werkelijk samenléven: Is er niet wat beters? Iets dat niet blijft steken in 'hypocritisch intellectueel respect' of 'ongelimiteerd kleurloos relativisme'?
Inderdaad, dat is er, zegt Garton Ash, en we kennen de oplossing. Ieder van ons heeft wel een goede vriend of kennis die er, in een hoekje van zijn hersenpan, de 'gekste dingen' op nahoudt. Nou en? Daarom laten we haar of hem toch niet vallen? Zijn 'oplossing' is dus:
--"Wij moeten de gelovige respecteren, niet zijn geloof".
Dat klinkt goed. Op die manier komen we een heel eind en kunnen inderdaad 'de gekste geloven' naast elkaar bestaan en toch kan er sprake zijn van sociale cohesie. Als voorbeeld noemt hij de Astrologie. Iedereen heeft wel een paar kennissen die er "diepe bevrediging in vinden" cq "dat geloof aanhangen". We hebben wel degelijk een opinie over dat 'geloof', maar het stoort de vriendschap niet.
Tot zover Garton Ash. Vooral het feit dat we 'de oplossing' al beoefenen vind ik goed van zijn betoog. Maar er is méér aan de hand. Zijn Astrologie-voorbeeld is in dat opzicht verhullend. De 'God van de Astrologie' verwijst naar nederigheid en naar respect voor autonome natuurgegevens die wij voor onszelf --individueel-- moeten interpreteren. Deze god kiest een bepaald soort adepten. Je mag dat ook omkeren, zulke mensen kiezen zo'n 'god'.
Maar de wereld wordt gedomineerd door de 'Geloven van Het Boek'. Niet toevallig, want de "Goden" van Het Boek hebben géén respect voor de autonome natuurgegevens, want die 'god' heeft de natuur --namelijk, nota bene!!-- zèlf gemaakt. Dat leidt tot heel andere adepten. Adepten die, in het voetspoor --en in opdracht-- van hun 'god', de natuur naar hun hand zetten: Niks 'autonome natuurgegevens'.
En ook dit mag je omkeren, dat soort adepten kiest zo'n god.
Maar misschien heeft Garton Ash hier tòch gelijk: Als je consequent de gelovige --als persoon-- blijft erkennen --en niet het geloof-- is dit tòch een weg naar een oplossing voor onze multiculturele samenleving.
_______________________________
El País heeft het van The Guardian, http://www.guardian.co.uk/commentisfree/story/0,,1976582,00.html
Timothy Garton Ash It is possible to respect the believers but not the belief The Guardian 21dec2006.pdf in mijn webrchief.

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 26 December 2006
Van de laagste zonnestand merk ik hier niet veel, want ook nu staat de zon 'hoog', ongeveer zoals in NL op de eerste lente- en herfstdag.
Het punt van de zonopkomst is méér opvallend. In Oktober is dat nog boven de zuidelijke helft van Tenerife, maar al snel komt de zon uit de zee. Nu heeft die daar het meest zuidelijke punt bereikt. Als ik in Mei hier terug ben, komt die weer op boven de Teide.
Poolster staat hier permanent veel lager. Grote Beer, in zijn laagste stand, verdwijnt zelfs half achter de horizon. Dat voelt ècht heel anders. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 27 December 2006, Ghislaine komt!
In mijn Nieuwjaarsbrief haalde ik --uit mijn hoofd-- Augustinus aan, maar ik was er niet tevreden over. De brief is gedrukt, en gaat ongecorrigeerd de deur uit, maar het bleef knagen. Ik citeerde:
--"Als je denkt dat je God hebt gevonden, dan heb je hem niet gevonden".
Dus ik zoeken, peinzen en puzzelen. Het was zeker Augustinus, die peinzer over Drievuldigheid, die uitvinder van de erfzonde en andere 'geloofspunten', maar was déze uitspraak wel precies zo?
Ik vond mijn oude, meer pregnante, formulering terug:
--"Als je het begrijpt, is het God niet"
Ik vind het een remedie tegen irritante zeker-weten-gelovers. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 28 December 2006, Ghislaine is er!
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 29 December 2006
Ik amuseerde mij vannacht met de gedachte dat ik mijn stukje zou beginnen met:
--"Als over dertig jaar De Kerk geprivatiseerd is . . . "
Net als andere oude vertrouwde instituten zou er een nieuwe generatie goed-gebekte managers op TV verschijnen met beloften van 'betere service' en 'lagere kosten', terwijl al heel snel de treinen niet meer op tijd lopen. En ook drie-maands beursberichten. Héél interessant.
Wat zou ik mij daarbij kunnen voorstellen als De Kerk in privé handen zou komen? Flitsende overdesigned folders met dito beloften? Commentaar op de 3-maandsberichten op de financiële pagina's? Monkelende 'Brieven aan de Redactie' over de slechte dienstverlening?
Trouwens in wiens handen in De Kerk nu eigenlijk? Is het niet een soort zelfbenoemde oligarchie? Een soort VOC?
Toen er koningen en keizers waren, concurreerde ze daarmee, en later, toen Nationale Staten de wereldstructuur vormden, waren ze opeens óók een Nationale Staat.
Eigenlijk heel 'logisch' dat ze over dertig jaar een Privé Bedrijf zijn dat, net als de anderen, ongebreideld zijn eigenbelang nastreeft, en de rest aan De Onzichtbare Hand overlaat.
Dat idee van die 'onzichtbare rechtvaardiging' is De Kerk niet vreemd. Roven, moorden en verkrachten ging altijd al onder het vaandel van 'God Wil Het', en "Gott Mit Uns" las ik als 10-jarig jongetje op de koppels van de Duitse soldaten in 1940. Ik zie het nòg voor me. 'Hoe kan dat?', vroeg ik aan mijn moeder.
En die god is nu De Onzichtbare Hand. Alles màg. Nee, móet!! En ieder heeft zijn eigen "Onzichtbare Hand", alnaargelang het uitkomt.
Met dat soort gedachten amuseerde ik mij vannacht, en ik vraag mij nu af of dit een karikatuur is van De Kerk of van De Economie.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 30 December 2006
Aan het eind van mijn stukje van gisteren vroeg ik mij af waarvàn dat eigenlijk een karikatuur was: Van De Kerk of van De Economie. Allebei hebben ze een "god-met-vele-toepassingen", een 'polyvalente' god zogezegd. En ze lijken op elkaar. Je kunt ze voor ieder karretje spannen.
Ik kreeg twee aanvullingen. Allereerst van Enno --een nieuwe lezer, welkom!-- die mij een artikel uit Trends van 15 mei 2006 toestuurde waar de financiën van het Vaticaan worden besproken. Inderdaad, mèt het modieuze commentaar op de winstcijfers:
--"Pas voor 2004 kon de Heilige Stoel opnieuw met winstcijfers uitpakken . . . ", schrijft Alain Mouton, en met
--"Maar onze goede resultaten zijn vooral het gevolg van lucratieve beleggingen", als commentaar van de Chief Finance Officer van het Vaticaan. Mijn fantasie is dus al hard op weg werkelijkheid te worden. Maar dat was slechts één poot van mijn betoog.
De tweede aanvulling kreeg ik van Ghislaine die Le Nouvel Observateur van 21 december meebracht met een dik katern over Le siècle des Lumières. Héél boeiend! Daar komt natuurlijk Adam Smith aan de orde, en zijn 'main invisible', en ňňk zijn stelling dat het nastreven van eigenbelang "per slot" ten goede zou komen aan de gemeenschap als geheel. [Let op: "In the long run we are all dead"]. En hoe die stelling iedere morele beperking aan het beoefenen van de Deugd van Hebzucht heeft weggenomen.
Maar Nouv'Obs verwijst óók naar de voorwaarde die Adam Smith daarbij stelde: Het werkt alléén zo als de mensen worden geleid door "sympathie, ce principe d'intérêt pour ce qui arrive aux autres", het medeleven met De Ander. Dat zijn de 'kleine lettertjes' bij deze God-van-de Onzichtbare-Hand die we niet lezen.
Zo horen er bij de God-van-het-Vaticaan ook nogal wat 'kleine lettertjes' die we liever niet lezen.
De God-van-de Onzichtbare-Hand en de God-van-het-Vaticaan zijn op die manier één pot nat. Ze worden voor het karretje gespannen van . . . tja, van wie?
Mijn vraag: 'Van wie is dit een karikatuur?', blijft onbeantwoord. Of moeten we ons zoiets voorstellen als een "kaste van voerlui" die 'àlles' wat zich daarvoor laat gebruiken voor hun karretje spannen? Gewone mensen, nèt als wij, maar zónder respect voor De Ander.
Dus is het een karikatuur van onszelf?
[Om over te mediteren: Wat is het verschil tussen hebzuchtcultuur en hebbedingetjes-cultuur? Wat is de overeenkomst?]
________________________________
Alain Mouton, De CFO van de paus, Trends, 15 mei 2006
http://www.trends.be/articles/index.jsp?articleID=40397&sectionID=1418&siteID=4

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 31 December 2006
'De' avondster --en 'de' morgenster-- zijn 'planeten-van-dienst'. Deze 'zwerfsterren' hebben géén bepaalde plaats, maar volgen wèl ongeveer de baan van zon en maan. De morgenster is zodoende een planeet die --nogal dichtbij-- aan de rechterkant van de zon staat. Dan is die ietsje vroeger op dan de zon. De avondster staat links van de zon. Logisch!
Tot September was Venus 'de' ochtendster, maar werd door de zon ingehaald en opgevreten. Ze zou eind December als avondster terugkomen. Gisteravond zag ik haar eindelijk. Héél gelukkig vertelde ik van mijn waarneming aan Ghislaine.
--"Hoezo", zei ze, "ben ìk je Venus dan niet?" (100 woorden)
____________________________
Zie Mijn Dagboek 1 & 20 September 2006

terug eerste dagboekregel

Einde voorlopig Mijn Dagboek December 2006