Mijn Dagboek 12

Dit is Dagboek 12 van 6 tot 31 mei 2001. Het begint met de aantekening dat ik het dagboek meertalig ga maken en wat gezondheidsperikelen ivm de kou. Er staat een gedicht van Jeroen over zijn aanstaande verhuizing en er wordt verslag gedaan van het knippen van de haag en het bouwen van de serre in Cessenon. Er is commentaar op de bekentenissen van de "algerijnse martelchef", op Loft Story, de franse versie van het NLse Big Brother en op de affaire Elisabeth Teissier, de academische promotie van de astrologe van Mitterrand. Het eindigt met een aantekening op de vertrekdag; onbewust van de treinstaking waar ik enkele uren later achter kwam.
Cessenon sur Orb (Frankrijk), zondag 6 mei 2001
Tja, en nu ben ik ziek. Ik lig écht in bed, maar het begint nu --laat op de ochtend-- wat beter te worden. Ik denk dat ik deze week door de combinatie van kou en overmatige fysieke inspanning zodanig van slag ben geraakt dat ik ontembare vreetkicks kreeg --ik begon zelfs thee en koffie(!) te drinken-- dat ik gisteren moest besluiten tot een algemene rust-, vasten- en luierdag. Het werd hoog tijd. Ik merkte dat ik mijn normale aandacht, discipline en concentratie verloor. Naarmate ik uitrustte, leek het erger te worden dus per slot lag ik in bed met buikpijn, met één electrisch kussen mijn buik, en één op mijn benen. Ik denk dat mijn lever in opstand was gekomen. Ik had lichte braakneigingen. Misschien ook iets verkeerd gegeten; in elk geval te veel.
Ik sliep slecht, maar ik verdreef de tijd allereerst met lullige computerspelletjes bij gebrek aan concentratie voor nuttiger zaken, en ging weer slapen als ik daar zin in had; al was het maar voor even. Toen ik weer wat helder werd, begon ik aan een monnikkenklus waar ik al veel te lang de tijd niet voor had genomen. En ziehier het resultaat: Deze dagboekpagina is weer eens helemaal van allerlei ongerechtigheid ontdaan, wat vereenvoudigd en een oud plan om ruimte te maken voor meertalige aantekeningen is uitgevoerd. Ook heb ik het Aprildagboek in de goede volgorde gezet.
De niet-nederlandse 'aantekeningen' zullen om te beginnen ongecorrigeerd verschijnen. Het is de bedoeling dat het alleen om korte journaal-achtige aantekeningen gaat en niet het column-achtige karakter krijgt van de NL-versie. Het gaat om mijn niet-NLse lezers enigszins op de hoogte te houden van mijn doen, laten en denken. Een belangrijke nevenbedoeling is ook om mijn schrijfvaardigheid bij te houden --en mijn uitbundige schrijflusten de ruimte te geven zodra mijn huidige dufheid over is.
Wat de krantenberichten betreft hebben we nèt de Bob Kelley bekentenissen gehad van een potentiële US presidentskanditaat over zijn misdragingen in de Vietnam-oorlog en nu barst in Frankrijk iets dergelijks los. Een ex-generaal praat over Algerije; niet alleen over zijn eigen misdragingen, maar van nogal wat van zijn ondergeschikten en collega's. De eer van Frankrijk staat op het spel. "Dit gaat te hard!" Chirac heeft al voorgesteld hem zijn Légion d'Honneur te ontnemen. Anderen branden los met hun ondragelijke herinneringen. Jospin is laconieker en vindt het een zaak voor de rechter: Die moet maar uitzoeken of --en welke-- grenzen zijn overschreden. Mijn hoofd staat er nog niet helemaal naar, maar ik zal er wel op terugkomen, denk ik.
Nog wèl iets over die 'overmatige inspanning' deze week. De koude ochtenden kon ik mooi vullen met mijn 'pittige' marche militaire van twee à drie uur. Maar toen kwam het knippen van de haag erbij. De buurman rekende er op. Hij zou mij vrijdagmiddag helpen met het ruimen van de takken, maar eiste wel dat de haag heel diep werd uitgedund. Daar was ik het mee eens. Maar Olivier, de vrijwillig-werkeloze jongeman die ik het vorig jaar hiervoor had opgevoed, liet weten dat hij de voorkeur gaf aan de vaste baan waarvoor hij per 2 mei een contract kon tekenen. Het lukte toch: Op mijn eentje. Vrijdagmiddag voerde ik met buurman de zeven kubieke meter takken af met zijn tractor en ik veegde met zijn vrouw hun 50 meter lange inrit schoon. Dat waren de eerste 100 vierkante meter van de bijna 700 'knip-oppervlak'. Nu de overige 600 nog. Zònder de buurman, want die wil mij alleen helpen met de troep op zijn eigen oprit. Franse plattelanders hebben een andere opvatting over burenhulp dan stadse hollanders.
Het kostte mij 13 uur: Woensdag drie-en-een-half. Donderdag vier en Vrijdag nog eens vijf-en-een-half. Die marche militaire heb ik Vrijdag maar achterwege gelaten. Mijn lever begon al op te spelen, maar dàt kan ook gelegen hebben aan de voortreffelijke schotel wijngaardslakken die ik Donderdag had klaargemaakt van de slakken die ik Zondag na de regenbuien had geraapt. terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), dinsdag 8 mei 2001
Het is een nationale feestdag vandaag. Het is de franse 'Bevrijdingsdag'. Die valt altijd op dezelfde dag als 1 mei en als die dicht bij een weekend valt is dat een uitnodiging voor faire le pont. Dat wil zeggen om op die 'brug'-dag een snipperdag op te nemen en, vaak, de zaak te sluiten voor een superlang weekend. En dat twee achtereenvolgende weekends! Vandaar dat zowel 2 als 7 mei 'haast iedereen' met vakantie is en mei een maand met weinig werkdagen.
Deze maand verhuist Jeroen. De wijk waar hij woont, wordt gesaneerd. Hij vindt het maar niks en ziet er erg tegenop. Veranderen van woonplek en omgeving valt hem zwaar. Dat staat --wonderlijk genoeg-- in scherp contrast met de flitsende gedachtsprongen die hij maakt. Het doet denken aan de innoverende persoonlijkheid waar we, toentertijd, aan de universiteit naar zochten. De man/ vrouw die het niet kon laten altijd en overal wat nieuws in te zien en dat te realiseren. (Ik sluit bewust de fantasten uit die nooit iets realiseren). Wij ontdekten daarvan dat die weliswaar op vele terreinen een innovatieve levensstijl hadden ontwikkeld maar --vaak heel bewust, soms ook bewust-verstopt voor het grote publiek-- op één of meer terreinen zéér conservatief waren. Bijvoorbeeld altijd conservatieve kleding droegen, nooit experimenteerden met 'anders eten' of in de politiek zeer terughoudend of 'grijs' waren. Het was alsof die flitsende & innoverende levensstijl, waarvoor nooit iets mocht 'blijven', alleen gehandhaafd kon worden als ergens anders in de persoonlijkheid een 'vast anker' werd gehandhaafd. Zo is de woonplek voor Jeroen wellicht een van die ankers.
Maar nu het er op aan komt, weet hij dat ook aan te pakken. Hij bereidt zich rustig daarop voor. Hij begon lang van tevoren met inpakken en steun zoeken, zoals hij schreef in zijn brief. Om zich mentaal te sterken, had hij ook een gedicht geschreven. Hij ziet niet alleen de moeite en het "zwoegen" vòòr zich, maar ook de zonnige toekomst als het eenmaal zover zal zijn. Ik denk dat velen die ook opzien tegen verandering, die wanhopig worden bij het idee van verhuizen alléén al, en daarom blijven zitten waar ze zijn, er inspiratie in kunnen vinden.

      Zoeken 
       
      De dagen zullen zijn Zwoegen 
      Wat zij vroegen 
      Blijft verborgen 
      Wat rest zijn zorgen 
       
      Het kan mij niet schelen 
      De pijnen zullen helen 
      De ogen zullen zich richten 
      Ik zal niet zwichten. 
       
      Het blijft een moment van hoop 
      De nieuwe doop 
      Het klinkt vanzelf te gaan 
      Ik zie het veld vol goud graan 
       
      Het is de vraag 
      Wat maakt alles zo traag. 
      Aan een horizon straalt de zon 
      Daar ontspruit water gelijk een bron  
       
      ----- 
      Jeroen van Eijk. 
      
Inmiddels is het jullie ook wel opgevallen dat er links-boven, i.p.v. mijn foto-met-australische-hoed, twee orientatiekaartjes staan waar je ons huisje moet zoeken in Frankrijk en in de regio. Voor wie meer details wil weten zijn er nog kaartjes van ons département Hérault en van onze 'regio' Languedoc-Roussillon. terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), donderdag 10 mei 2001
Ik maak het kort vandaag. Ik heb zojuist ook een stukje spaans dagboek geschreven, dus ik heb mijn schrijflusten al wat botgevierd. Het is nog vroeg in de morgen; te vroeg voor mijn ochtendwandeling en te koud om aan de schrijftafel te gaan zitten. Ik zit dus in bed met trui, electrische deken en computer op schoot. Maar die houding is slecht voor mijn rug: dat moet ik niet te lang doen.
Wat de doornhaag betreft zijn er weer vorderingen te melden. Na het diep gesnoeide stuk --de vorige week-- toen ik 100 vierkante meter in 13 uur deed, heb ik gisteren 70 meter in drie uur gedaan; ook inclusief opruimen. Het waren wel de gemakkelijkste stukken. Alleen aftoppen van de scheutjes en hier en daar een wat dikkere tak er uit halen voor "het model". Het is aan de noordkant en daar gaat het niet zo hard.
De storm over de bekentenissen van de "algerijnse martelchef" woedt voort. Er is verontwaardiging in alle soorten; ook over de rust die verstoord wordt bij de nabestaanden die dachten dat hun geliefde een heldendood was gestorven en nu komt er een heel ander verhaal. Anderen willen hem voor de rechter dagen. Ondanks de amnestiewetten die na de oorlog zijn aangenomen kan dat. Echte oorlogsmisdaden zijn daardoor na tien jaar verjaard, maar onze generaal heeft met zijn bekentenissen de grens overschreden tussen "oorlogsmisdaden" en "misdaden tegen de mensheid" die nooit verjaren. Het verschil is dat je het ene kunt beschouwen als een incidentele "miskleun" onder oorlogsomstandigheden en dat het andere duurzaam, systematisch en onder verantwoordelijkheid van de staat is gedaan.
--"Waarom hebt u het niet een beetje anders beschreven. Zoals u het nu schrijft valt het niet meer onder oorlogsmisdaden en kunt u voor de rechter worden gedaagd en veroordeeld worden?", werd hem in een interview gevraagd.
--"Da's dan jammer", (Tant pis) antwoordde die ijzervreter van 83 jaar met één oog zonder lapje ervoor zoals Mosje Dajan toentertijd.
--"En dat ze u uw Légion d'Honneur afnemen?"
--"Tan pis"
--"En dat uw soldateneer te grabbel wordt gegooid?"
--"Tan pis", zei hij weer.
Inderdaad een zeer recht-door-zee man die achter zijn daden staat. Zoals hij na de duitse bezetting zich aansloot bij De Gaulle, enkele malen gedropt werd in bezet gebied, een steunpilaar was in de franse maquis, na onze oorlog doorvocht in Indochina (geheime dienst, maar geen martelen wat hem betrof) en vervolgens chef geheime dienst in de algerijnse oorlog (waar hij leerde martelen en anderen opdroeg te martelen). En nu vindt hij dat al die taboes maar eens moeten worden opengebroken.
Als echt patriot had hij de risico's van de geheime missies (gefusilleerd worden, of gemarteld) met open ogen aanvaard. Gevangenis? Légion d'Honneur? "Tan pis".
Ik hoor het Pinochet nog niet zeggen. terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), zaterdag 12 mei 2001
Het verhaal van de algerijnse martelchef is even van de voorpagina's verdrongen. Het is twintig jaar geleden dat Mitterrand gekozen is als president. Een linkse overwinning die ik mij goed herinner, want de avond dat de uitslagen van de verkiezingen doorkwamen, was ik net in Parijs aangekomen voor een serie gastcolleges. Ik herinner mij de colonnes luidruchtig-feestelijk toeterende auto's. Daar worden nu nogal wat herdenkingen aan gewijd.
Toen was 'links' één front, maar de communisten verwijten Jospin dat hij naar rechts is afgedreven. Anderen speculeren op een nieuwe mogelijke (linkse) overwinning. De zwakte van rechts door de enorme fraudeschandalen geeft extra kansen. Maar Claude Alègre, de iets te creatieve onderwijsminister in het kabinet van Jospin die met zijn originele reorganisatieplan reactionaire krachten in het onderwijs mobiliseerde en daarvoor moest aftreden, heeft laten weten dat de zwakte van rechts niet voldoende is. Jospin en de zijnen moeten het techno-socialisme loslaten. Het betekent zoiets als een hart-loos socialisme waar niemand echt voor warm kan lopen.
Maar de grootste concurrent van de zwarte bladzijden uit de franse geschiedenis die op het punt staan te worden opengeslagen is Loft Story, het programma op M6 dat enkele weken geleden voor het eerst in de lucht ging. Het is de franse versie van het NLse Big Brother, in NL al lang geen topnieuws meer na een golf van voyeurisme, maar dat nu pas door het franse filiaal van Endemol kon worden gerealiseerd.
--"Is het een ordinaire ruzie tussen concurrerende televisiemagnaten of gaat het inderdaad om morele, zedelijke en politieke waarden", vraagt Le Monde zich af.
De president-direkteur van TF1, die zegt zich altijd ver buiten de discussie over de morele waarden van TV-programma's van concurrenten te hebben gehouden, doet in Le Monde van gisteren uit de doeken dat ze met M6 een gentlemen's agreement hadden gesloten om dit soort télé-poubelle, buiten de deur te houden, maar dat M6 zich daar niet aan heeft gehouden.
Onder de titel "Peut-on tout montrer à la télévision?" (Kun je zomaar alles op de TV brengen?) schrijft hij insinuerend:
--"Dat M6 aan deze télé-poubelle is begonnen valt precies samen met het binnenkomen van Bertelsmann als grote aandeelhouder"
Dat gaf aan M6 de kans om deze verdachtmaking luidruchtig van de hand te wijzen:
--"Bij M6 is er een scherpe scheiding tussen redaktie en (financiëel) management. Onze president-direkteur zal geen uitspraken doen over de morele waarden van wat onze redaktieraad meent te moeten uitzenden."
Deze berichten domineerden zodanig dat ik moeite had om op het internet het bericht van het TV-nieuws te verifiëren als zou Chirac inderdaad een procedure tegen Aussaresses, dat is de naam de algerijnse martelchef, zijn begonnen om hem oneervol uit de militaire dienst te ontslaan en hem verder genot van emolumenten en privileges die ex-generaals blijken te genieten, te ontnemen. Dat zou de weg openen naar het ontnemen van zijn Légion d'Honneur waarin hij de hoogste graad heeft.
--"Tan pis", zal de ex-generaal wel hebben gebromd bij dat bericht.
Overigens zijn de onthullingen van Paul Aussaresses niet onbekend in Frankrijk. Er zijn boeken, films en TV-documentaires in alle soorten en maten verschenen. Maar de druk op een officiële erkenning van deze gebeurtenissen neemt toe. Afgelopen November was er een brief aan de regering van een dozijn intellectuelen die aandrongen op deze erkenning. Maar Chirac hield nog steeds de boot af door te zeggen dat van beide kanten vreselijke dingen zijn gebeurd en dat zoiets gewoon bij oorlog hoort.
--"Daarom moeten wij oorlog ook vermijden", had hij er moraliserend aan toegevoegd.
Ik vraag mij af waarom regeringen deze façade van leugenachtheid zo lang volhouden. Welke "hoogmoed" dwingt hen daartoe?
Wat mij soms nog meer verbaast is de grenzeloze lichtgelovigheid van het publiek om zich jarenlang met zulke KIR's (Kluitjes In het Riet) te laten afleiden. Een artikel in Le Monde wees er op dat Dreyfus pas in 1998 officiëel in ere werd hersteld; 103 jaar na de onjuiste berechting.
Ook in Australië speelde zo'n oude affaire. Het gaat om een Australische majoor die na de Boerenoorlog, waar zijn detachement in het engelse leger meevocht, ter dood is veroordeeld omdat hij standgerechtelijk Boeren zou hebben gefusilleerd. Zijn beroep op bevel van hogerhand No Prisoners (m.a.w. geen krijgsgevangenen maken, maar ze meteen doodschieten) werd stelselmatig in de doofpot gestopt. Nu zijn er nieuwe evidenties dat Kitchener en de toenmalige britse regering er opdracht voor hadden gegeven. Er zijn gerechtelijke akties in gang gezet volgens recente Australische krantenberichten die bovendien nogal ingaan op de rivaliteit tussen de legeronderdelen afkomstig van verschillende koloniën waarbij de laatsten het vuile werk moesten opknappen.
Dat is ook het wèrkelijk bedreigende van de publicaties van Aussaresses. Als top-vuilezaakjesopknapper, geheime rechterhand van generaal Massu, de opperbevelhebber in Algerije, komt hij met de missing link. De toenmalige regering van Guy Mollet was perfect op de hoogte. Hij draagt de bewijzen aan. Het lijkt wel deel van een complot, deze bekentenissen van Aussaresses. "Massu wil wel praten", weet hij te melden. Is hij wéér --of nog stééds-- de top-vuilezaakjesopknapper? terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), dinsdag 15 mei 2001
Ziezo, nu weten we dat in Italië Berlusconi heeft gewonnen en in Baskenland "Gematigd Nationalisme". Wat Berlusconi betreft kan ik de gevolgen moeilijk inschatten, want ik heb dat land lang niet van nabij gevolgd. Op een afstand heeft Italië mij vaak de indruk gegeven van "Operette- en Opera" regeringen: weinig gerelateerd aan het werkelijke politieke leven. Ik weet dat het anders is, en misschien is de Berlusconi-periode een gelegenheid dat eens in de gaten te houden. In hoeverre zal deze neo-kapitalist er in slagen het italiaanse communisme (lees 'vitaal socialisme') op de knieën te krijgen.
Baskenland heb ik de laatste jaren beter gevolgd. Het was een waar wespenest waar zelfs de inwoners van Baskenland, laat staan van de rest van Spanje, peil op konden trekken. Langzaam drong buiten Baskenland door dat niet alle baskisch nationalisme verfoeilijk was en gelijk kon worden gesteld aan de criminele ETA, iets wat de huidige regering van Aznar tot in deze verkiezingen nog heeft gedaan. Criminaliseren van authentiek nationalisme dat nodig en nuttig is voor de sociale cohesie is contra-productief, ook voor "Madrid" dat met ongemotiveerde angst de diverse 'nationalistische' bewegingen in de autonome Comunidades gadeslaat.
Maar ook in Baskenland zelf is er het laatste jaar een mist opgetrokken waaruit diverse soorten "nationalisme" zich hebben afgetekend. Aan de ene kant de criminele versie van de ETA met zijn politieke 'vleugels' en aan de andere kant een wat dweperig, onschuldig-bedoeld nationalisme met Blut und Boden idealen waarvan bepaalde vormen de ETA in de kaart spelen. Het baskische nationalisme zélf moest nog volwassen worden. Het werd duidelijk dat een 'goede nationalist' niet noodzakelijkerwijs pro-ETA en anti-Madrid moest zijn.
De beweging BASTA YA had aanvankelijk moeite duidelijk te maken dat ze wèl anti-ETA, maar nìet anti-nationalisme was.
Dat volwassen worden was (en is nog steeds) geen vrolijk proces. Het gaat gepaard met aanslagen, straatterreur, afpersing en intimidatie van 'afvalligen' en 'andersdenkenden' in een sfeer die aan Nazi-Duitsland anno 1938 deden denken. Het is de vraag in hoeverre de overwinning van "Gematigd Nationalisme", deze oppervlakkige term in de internationale pers van het ogenblik, daar werkelijk een punt achter kan zetten. terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), vrijdag 18 mei 2001
De serre, dat is het object waar ik speciaal in Mei voor naar Cessenon ben gekomen, komt vandaag klaar. Woensdag zijn ze begonnen, en 's morgens vroeg, vòòr ze kwamen, moest ik een raam en een stuk muur verwijderen. Het frame en het dak stonden er dezelfde dag. Gisteren waren de glazen deuren en de ramen snel gezet, maar toen begon het meest arbeidsintentieve werk: Het afdichten van alle kieren. Het aluminium frame is natuurlijk even haaks, recht en evenwijdig als het huis en het terras. Maar metaalbewerkers rekenen in millimeters en de metselaars in centimeters. De kieren worden niet alleen met ureumschuim en siliconenkit gevuld, ze worden ook afgedekt met op maat gemaakte wit gelakte aluminium stroken; precies in de kleur van de rest. Het ziet er al mooi uit.
De ochtendzon is er na een paar dagen bewolking ook weer om te laten zien hoe prachtig zij dit droomplekje kan belichten. De achtertuin gaat nu ècht bij het huis horen. terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), zondag 20 mei 2001
In mijn Deutsche Notizen van gisteren heb ik nog even doorgeborduurd op wat mij het meest had gefascineerd bij de bouw van de serre: Het afwerken van de naden en de aansluitingen. De tijd die het kostte en de zorgvuldigheid waarmee het werd gedaan!! Ik laat het bij deze verwijzing.
Een belangrijk thema in Le Monde is nog steeds Loft Story, de franse versie van het NLse Big Brother, waarover ik al eerder (12 mei) schreef. In de loop van de week viel ik in een TV-discussieprogramma over Loft Story dat mij opviel door zijn extreme venijnigheid en negativisme. De productmanager van M6 en de psychiater van het programma werden aangevallen alsof het baarlijke duivels waren.
--"Waarom die felheid?", heb ik mij sindsdien afgevraagd. Maar een oplossing heb ik nog niet. In de krant van gisteren stonden wat meer beschouwende artikelen en in sommige daarvan weer die felheid, die pertinente afwijzing. Nu begint er wat te dagen. Het vermoeden dat het hier gaat om "taboe-waarden" in de franse maatschappij had ik al direkt: Maar welke?
De 'mogelijke' sex, (want openlijke sex als zodanig komt in het programma niet voor, wel 'bloot' en suggesties dat een stel heeft gevrijd) kon het niet zijn, dacht ik, want dat kent de franse TV wel. Geweld, althans fysiek, met bloed en doodslag, komt helemaal niet voor. Maar in het discussieprogramma en de ingezonden brieven wordt vreselijk ingehakt op het zgn 'psychische geweld':
--"Zijn deze vrijwilligers wel vrij? Worden ze niet betaald voor dit gedrag? Dat kan toch niet dat ze dat uit vrije wel doen?", waren de vragen die zo agressief gesteld waren in het discussieprogramma.
Een wetenschappelijk onderzoeker uit het vakgebied 'cultuur' en --niet onbelangrijk-- met een arabische naam, Azouz Begag, zet rustig uiteen dat het hier om een diepgewortelde franse hypocrisie gaat waarin sex en rassenvooroordeel samenvloeien. De alpha-man van Loft Story is een Maghrébin. Hij is macho, Mr Muscles, opgegroeid in de (gekleurde) banlieues, maar . . . hij is humain, een eigenschap die de fransen altijd menen te moeten onthouden aan de gekleurde landgenoten. Niet openlijk natuurlijk, maar wel feitelijk.
Azouz Begag doet dat in heel rustige termen. Gebruikt "wij" en "zij" en prijst de programmaleiding dat ze de betrokken gebeurtenissen niet hebben 'weggepoetst' in overeenstemming met de heersende vooroordelen. Hij vergelijkt het met die andere Maghrébin, Zizi Zidane, die als topvoetballer sinds de belangrijke finale tegen Brazilië in 1998 een keerpunt is geworden in de franse geschiedenis van de integratie van de Maghrébins en France. Aziz en Kenza, alpha-mannen uit Loft Story zijn heel gewone, heel edele mensen. Ook in de intimiteit van die hitzige Loft Story. Het ageren tegen het doorbreken van die intimiteit, van die 'menselijke waardigheid' zoals de briefschrijvers het meestal noemen, is dus eigenlijk een verzet tegen het doorbreken van hun eigen hypocrisie. Een verzet tegen het inzicht dat "die kleurlingen" tòch ànders zijn dan "wij fransen", minder edel met name.
--"De man (Aziz) heeft bijgedragen aan een radicale verandering van de kijk van "hun" op "ons", schrijft Azouz Begag. En verder:
--"Misschien draagt Loft Story wel bij aan de republikeinse integratie zoals gedefiniëerd door principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap".
(Misschien onbedoeld, maar wel feitelijk, is het een sneer op het gehannes in het parlement over de autonomie van Corsica. De republikeinse principes, die in Frankrijk onaantasbaar hoog staan geschreven, werden deze week zowel gebruikt vòòr als tégen de wetten die daaromtrent aan de orde zijn.)
En dan is er het bericht dat George Bush The Kid misschien wel populair in Frankrijk zal maken. Nu is hij dat zeker niet, maar zijn voorzichtige positieve opmerking over nucleaire energie, waren voor Le Monde meteen aanleiding om de franse kwaliteiten op dat gebied de etaleren. Terecht naar mijn mening, maar ik beperk mij tot dit kleine "statistiekje":

    Percentage nucleair van 
    het totale electriciteitsverbruik:
    Wereld     17%
    VS         20%
    Azie       10%
    Europa     35%
    Frankrijk  80%
    
En nu maar hopen dat Bush zijn Texas-makkers en olie-baronnen, die totnutoe alles hebben gedaan om het nucleaire tegen te houden, met zijn ideeën meekrijgt. Door een paar dagen tevoren openlijk Kyoto and all that naar de verre toekomst te verwijzen, heeft hij misschien de nodige goodwill gegenereerd. terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), zaterdag 26 mei 2001
Deze week is een "laatste" bericht verschenen in Le Monde over de affaire Elisabeth Teissier waarover ik jullie nog niet heb geschreven, maar die ik wel met genoegen heb gevolgd. Het gaat om een promotie, een doctorat d'état, niet het veel gewonere doctorat troisième cycle dat je bij je eigen proffen in je eigen universiteit mag doen. Het is een promotie in de sociologie, maar de sociologen tuimelden ruziënd wekenlang over elkaar om hun pro of contra meer of minder wetenschappelijk in de krant of op TV te krijgen.
Elisabeth Teissier is namelijk niet zomaar iemand. Zij is een beroemde astrologe voor de betere kringen. Met name Mitterrand en Giscard d'Estaing waren haar klanten. En nu is ze gepromoveerd op dat onderwerp. Mooi ge-timed in April met het oog op de herdenkingen van de eerste verkiezing van Mitterrand en de overwinning van links van Mei 1981. Gevoel voor publiciteit heeft die dame wel.
--"Dit is een aanfluiting voor de wereldberoemde franse wetenschappelijke sociologentraditie!", roepen de sociologen.
--"Wordt astrologie door die verdomde sociologen nu als wetenschap erkend?", vragen angstig-kwade astronomen zich af, want het verschil zit in "-logie" en "-nomie" voor astronomen. Zo zijn er ook die psychologie willen vervangen door psychonomie: Het onderscheid tussen serieuze wetenschap en gewauwel.
De kwaliteit en de omvang van het proefschrift kon moeilijker worden aangevallen. Het is redelijk goed onderbouwd met authentieke waarnemingen, ziet het als een 'taal' waarmee wij in onze cultuur het onzegbare proberen te zeggen en claimt niet dat astrologische voorspellende uitspraken letterlijk uit zullen komen.
Het is vooral het vermeend-wetenschappelijke karakter dat astrologie er mee zou verwerven. Nog sterker: het zou het hele wetenschappelijke bedrijf, toch al zo lijdend onder kritiek van niet-wetenschappers, nog verder naar beneden halen.
Een van de schrijvers probeert haar een principiëel gebrek aan objectiviteit in de schoenen te schuiven want zij is een insider, zij is een gelovige.
--"Nee", roept een prelaat, die de bui al ziet hangen, angstig: "Er is veel wetenschappelijk erkend werk verschenen op theologisch gebied waarbij de promovendus een gelovige was".
Maar het "laatse nieuws" is de oude wijze socioloog die de hele discussie nog eens op een rijtje zet en --in tegenstelling tot veel deelnemers aan de discussie-- zelfs claimt het proefschrift zelf te hebben gelezen. Hij vindt dat Elisabeth Teissier een proefschrift over zichzelf heeft geschreven. Maar ja, of je dat bij de sociologie moet onderbrengen is een andere vraag.
Als er nog interessante reakties komen, houd ik jullie op de hoogte. Anders houd ik het ook voor gezien. Het was een leuke ruzie. terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), maandag 28 mei 2001
Gisteren heb ik de binnen- en buitenkant van de vuurdoornhaag klaargekregen. Ze vielen nog wat tegen, die allerlaatste vierkante meters, want er moesten nogal wat dikke takken uit. Het was bepaald geen coupe cosmétique van de 'huurlingen' van de laatste drie jaar. En dat nog na telkens uitstellen en uitstellen: "Het kan ook nog in Mei". En in Mei: "Het kan ook nog in Juli". En in Juli: "Laten we nog even wachten dat doen we het ineens goed in de herfst".
Dat soort taal; èn met een air van deskundigheid. Het is inderdaad gemakkelijk, maar de haag werd ieder jaar onhanteerbaarder en de investering die we in het allereerste jaar hadden gedaan door de verwaarloosde haag heel diep uit te snoeien was bijna helemaal voor niets geweest.
Ik heb er nu 36 uur aan gewerkt en ik hoef alleen de bovenkant nog. Die was begroot op 140 m² omdat de haag gemiddeld 1 meter dik was. Dat is nu een stuk minder door het rigoureuze verwijderen van dikke takken. Ook heb ik de haag een enigszins trapeziumvormige doorsnede gegeven. Met een lengte van 140 meter en een gemiddelde hoogte van 2,20 m, heb ik dus ±600 m² geknipt. Ik zou het àf kunnen krijgen vòòr mijn vertrek a.s. donderdag, maar mijn linkerpols begint op te spelen. Ruim twee jaar geleden is die gebroken en voortreffelijk genezen, maar tegen een trillende heggeschaar --twee uur per dag, dàgen achtereen-- is ook een ònbeschadigd schrijverspolsje niet opgewassen. Enkele dagen 'pols-rust' dus. Even slikken en om-focusseren. Ik had het graag afgemaakt. Niet dus. De bovenkant gaat daarom pas na mijn terugkeer onder schaar.
Wat ik in het franse opleidingssysteem altijd bewonder is de sterk filosofische inslag van hun baccalauréat, ook bij degenen die niet 'philo' als richting kiezen. De homogene indruk die ik daarvan heb, blijken de fransen zelf niet zo te ervaren. In een TV-discussie-programma, dezer dagen, hadden ze liefst acht "beroeps" filosofen bij elkaar getrommeld. Die hadden met elkaar gemeen dat ze vrij recent een kritisch boek(je) hadden geschreven over "philo in het franse onderwijs". Allemaal leraren, een enkele hoogleraar. Allemaal ook bevlogen leraren.
Maar ze hadden heel verschillende kritiek. Soms regelrecht botsend, zoals die leraar die vindt dat boeken van 'erkende' filosofen niet aan een jong persoon mogen worden gegeven omdat die eerst zijn "eigen weg" moet hebben leren vinden, en die andere die vijf of zes verschillende 'erkende' denkers een mager --maar haalbaar-- minimum vindt dat de leerling moet hebben uitgespeld.
En dan was er die oudere leraar die betoogde dat de crisis (want dat vonden ze allemaal) in de philo werd veroorzaakt door het woord filosofie zelf. Dat leidde alleen maar tot misverstanden en verkeerde verwachtingen. Dat werd ternauwernood tegengesproken. Het "echte" van filosofie is kennelijk onbenoembaar, maar de insiders wisten met grote trefzekerheid "echt" van "onecht" te onderscheiden. Het had iets van een "eigen weg" leren banen. Bewust worden van je eigen manier om de wereld te leren kennen. "Bekende filosofen" kunnen daarbij meer hinderen dan goed doen.
--"De juiste vragen leren stellen", riep er een.
--"Laat dat woordje 'juiste' maar weg", riep een ander, en men knikte heftig instemmend. Het gaat kennelijk om het "vragen stellen" itt "informatie slurpen".
Ik moest aan onze discussies over ontwerpen en ontwerponderwijs denken in mijn begintijd bij IO. Of aan mijn voordracht in Londen over de vraag of ondernemerschap kon worden geleerd. Ik toonde aan dat het zeer zeker kon worden geleerd, maar of het gedoceerd kon worden, bleef de onbeantwoorde vraag.
Daaraan dacht ik toen ik die bevlogen leraren hoorde vertellen over hoe zij het deden, hoe zij het probeerden, creatief, enthousiast. Vandaar hun kritische boek. Er was geen echt recept. De door de staat voorgeschreven eindtermen en het curriculum schijnen heel ruim te zijn. Er waren verschillende leraren bij door wie ik wel in mijn jonge jaren in de filosofie zou hebben willen zijn ingeleid.
Omdat mijn pols vanmiddag moest rusten las ik in de literaire bijlage van Le Monde een bespreking van een biografie van Muhammud Iqbal, de islam filosoof die evenzeer thuis was in de islam-denkers als in Nietsche, Spinoza, Bergson of Freud. In franse kranten en Radio/TV uitzendingen vind ik vaak uitstekende discussies over islam en over de arabische wereld. ("Dat zijn twee heel verschillende zaken", beet mijn franse docente van Algerijnse komaf in Montpellier mij toe toen ik daar eens slordig mee omging, "er is in de arabische wereld een rijkere en oudere christelijke cultuur dan in het westen").
Hoe dan ook, ik raakte omgefocust en focuste vanmiddag op Muhammud Iqbal. Zocht verdere gegevens in Encyclopædia Britannica. Die verwees mij naadloos verder naar websites over Iqbal en andere islamdenkers. Snel had ik mijn hitsigheid om de haag af te maken verloren en vergeten. Iqbal hoopte dat de loodzware Islam die bezwijkt onder zijn eigen tradities iets zal meemaken dat het Westen meemaakte met de Reformatie en de Renaissance. De profeet zelf wordt erbij gehaald in een van Iqbal's gedichten dat met een ontroerende eenvoud de traditionalist confronteert met een onder het vloerkleed geveegde werkelijkheid. Ik zet het eerst in het frans hier neer, met een voorlopige vertaling. Later ga ik eens rustig zitten voor een 'betere' vertaling:

    Qu'il serait bon que l'homme à la démarche libre
    Aille, affranchi des chaînes du passé!
    Si l'imitation était une chose bonne,
    Le Prophète aurait suivi, lui aussi,
    la voie des aïeux.
    
(Wat zou het goed zijn als de mens bij zijn ontwikkeling
kon gaan, vrij van de ketenen van het verleden.
Als imiteren een goede zaak was,
Dan zou de profeet, ook hij,
zijn voorvaderen hebben nagevolgd.) terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), donderdag 31 mei 2001, vertrekdag!!
Het is zes uur in de morgen. Straks zit ik in de trein naar Antwerpen. Daar haalt Ghislaine mij vanavond op. Dat is het perspectief van deze dag.
Ik heb zojuist alles ingepakt op dit computertje na. Het is rustig en stil. Ik heb geen zorgen over de rest van het huis, want Aldert en Jeannette, vrienden van Ghislaine, zijn gisteren aangekomen om hier enkele dagen te verblijven als uitvalsbasis voor een bezoek aan Noord-Spanje. Aldert brengt mij naar het station in in Béziers voor de TGV van 1015.
Le Monde staat de laatste dagen natuurlijk vol over de Europese Verklaring van Jospin, maar ik vond ternauwernood fascinerende gedachten of visies. Misschien op deze ene na: Iedereen kijkt uit naar de rol die Europa gaat innemen in het nieuwe-wereldspel, want Europa is een nieuwe akteur.
Inderdaad, dat was ook de teneur van commentaren die ik in Zuid-Afrika en Australië las als het over Europa ging. Zij zagen het steeds als één homogene akteur, maar ik bleef het nog teveel zien als de lappendeken waarmee ik ben opgegroeid. Het unieke van Europa, zei Jospin, is zijn multiculturele samenleving.
Ook vond ik nog een heldere gedachte over de Algerijnse martelingenzaak en de bekentenissen van Aussaresses. Een Franse filosoof, die zich in het verleden al kritisch opstelde tegenover de Algerijnse politiek, vond dat de bekentenissen van Aussaresses --en het gedoe er om heen-- de blik maar verduisterde over waar het werkelijk om gaat. Zo lijkt het alsof door het wegnemen van de martelingen uit die oorlog het een soort rechtvaardige oorlog wordt. Maar het is een koloniale oorlog ten behoeve van een lobby die jarenlang diverse regeringen er toe kon brengen allerlei wreedheden te begaan (nog afgezien van het martelen) en bovendien die regeringen het Franse volk laten misleiden over wat er werkelijk gebeurde. Kortom, waarom voerden wij überhaupt een koloniale oorlog. Is dàt dan normaal?

terug eerste dagboekregel

Einde dagboek mei 2001