Mijn Dagboek 48

Dit is Dagboek 48. Het loopt van 1 tot 31 Mei 2004. Het begint in Playa de Santiago, de laatste dagen van mijn vakantie met Ghislaine. Dan is er San Sebastián waar ik op een nieuwe plek woon, wandel tot ik mijn enkel verzwik, en belasting betaal. Dan Barcelona en Cessenon, nèt voor het einde van de maand.
Ignacio instrueert mij onderwijl over de stuiptrekkingen van de 'middeleeuwse' arbeidsverhoudingen n.a.v. de meer dan zes maanden durende busstaking(17). De vraag of 'Irak' zijn doelen bereikt heeft, brengt mij ertoe Berkeley 1968 in herinnering te roepen toen de staatstheorie --dat 'Vietnam' goed was voor de economie-- met traangas kracht werd bijgezet(19). De martelfoto's van Abu Ghraib komen overeen met een schilderij uit 1680 en volgen het ritueel dat de Inquisitie voorschreef. Per slot was dat toen ook een soort Axis of Evil(23).
Index Mei 2004
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.

Playa de Santiago, Zaterdag 1 Mei 2004
Just for the record: Ghislaine is er nog steeds. We tellen de dagen. We luieren, discussiëren en genieten. Just for the record. Verder geen stukje vandaag.
terug eerste dagboekregel

Playa de Santiago, Zondag 2 Mei 2004
--"Wat moeten we nog allemaal? We moeten een lijstje maken. Overmorgen is het inpakdag."
--"We móeten niks", proberen we nog, maar de confrontatie met beslissingen kunnen we niet ontlopen. Donkere wolken.
--"OK, wat wíllen we nog?", Dat klinkt beter. De verschuiving van 'moeten-naar-willen', geeft ons weer macht over de situatie. En heldere verantwoordelijkheid.
En lichtpuntjes aan het einder.
We sommen op. Alles wat we de laatste maanden gedroomd hadden samen te doen.
We verzanden. Pakken thema's bij de kop die we dreigden de vergeten, maar die gewoonweg niet meer kunnen. We kijken mekaar aan:
--"Wat kúnnen we nog?" (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Playa de Santiago, Maandag 3 Mei 2004, mijn moeder zou vandaag 105 zijn geworden.
Met Pasen schreef ik over weer over de leugenachtigheid van de maatschappij. Ik had meer dan drie jaar specifieke gevallen bekeken om mijn gevoel nader te onderzoeken. Met name de gebeurtenissen van 11-S, kort nadat ik ermee begon, waren 'gefundenes Fressen'. Bush en zijn kornuiten maakten het wel heel bont. Ik raakte er op uitgekeken.
Toen kwam de brief van Alistair Cooke --zijn laatste-- die het samenvat in twee Fairy Tales: 'Bush I' & 'Bush II'. Dat gaf opluchting en nieuwe inzichten. Ik kon mijn vastgelopen onderzoek misschien wel verder leiden naar 'waarheid' of 'echtheid' door het als een collectieve fictie te bekijken. Een opluchtend antwoord, maar ook een dat vele nieuwe vragen opriep.
Een week geleden schreef ik over José Saramago. In zijn interview ging hij in op zijn keuze om zijn analyse van de werkelijkheid niet in de vorm van essays, maar als 'vertelling', als 'fictie', te publiceren. "Zo word ik beter begrepen", voegde hij er aan toe. Voor mij sloot dat mooi aan bij die opluchting: De prematuur van de vertelling boven het essay.
En nu kom ik wéér een stap verder: Bevestigend enerzijds, nòg meer vragen anderzijds. Wat zegt David Lodge in het interview in verband met zijn nieuwe boek in de Spaanse vertaling La Conciencia y La Novela (het geweten en de roman)?
--"Fictie heeft zijn autoriteit en overtuigingskracht verloren".
Dat moet in de tweede helft van de vorige eeuw zijn begonnen met 'de moderne roman', met name zoals Joyce het bracht. In tegenstelling tot de klassiekere romans, van bijvoorbeeld Dickens en George Eliot --vervolgt David Lodge-- beperkt de (moderne) auteur zich tot de stem van slechts één verteller/protagonist. Daarmee blijft de roman in de eenzijdigheid van slechts één mythe steken. Een beeld van de werkelijkheid --of de èchtheid-- ontstaat slechts als wij van meerdere invalshoeken, gegeven door de persoonlijkheid van de 'vertellers' kunnen kennisnemen. Daarin lag de overtuigingskracht van 'de fictie', van de roman.
Dat verrijkt mijn inzicht weer, want de stelling dat fictie zijn overtuigingskracht had verloren, verknalde de opluchting die ik had ervaren toen ik zag hoe Alistair Cooke "Bush en zijn Kornuiten" samenvatte in twee sprookjes.
Dat 'het echte' of 'het ware' beter wordt benaderd door meervoudige ficties door verschillende personen, sluit ook aan bij het boekje van Connie Palmen waar ik verleden Donderdag over schreef. Zij beschrijft het fatale van de eenzijdige relatie; de beroemdheid bijvoorbeeld, waarvan de 'fan' denkt die helemaal te begrijpen. Dat leidt tot idealiseringen waaraan de beroemdheid in werkelijkheid niet voldoet.
Werkelijke kennis van 'de ander' ontstaat alleen in wat Palmen noemt de 'wederzijdse relatie'. Daarbij kan de werkelijkheid tevoorschijn komen. Dan is er voortdurend kritische uitwisseling van waarnemingen en beoordeling van lotgevallen. Op de voorlaatste pagina schrijft ze:

"De ons omringende werkelijkheid toont geen essenties, maar vermengingen, bewegingen, metamorfoses, hybrides, het zwoegen van de verbeelding. In een cultuur die zich onttrokken heeft aan aloude, identiteitsbepalende lotgevallen, gaan fictie en werkelijkheid hand in hand".
Sinds God dood is, moeten we ons daarmee behelpen: Het 'zwoegen van de verbeelding'.
terug eerste dagboekregel

Playa de Santiago, Dinsdag 4 Mei 2004, Ghislaine vertrekt
Het is nog erg vroeg in de morgen. Ik moet nog alles inpakken want de avond hebben we tot laat besteed aan afscheid nemen. Gistermiddag waren we nog in San Sebastián voor wat laatste boodschappen, om Ignacio nog eens te zien, en ik moest er mijn huisvesting tot het eind van de maand regelen.
En toen terug. Heel rustig bij ondergaande zon. Deze kant van het eiland is op z'n mooist. Heel anders dan de altijd-groene Noord-Oost kant of de top. De 'winter' heeft gezorgd voor groen, en de brandende zomer --die alles weer bruin maakt-- heeft nog niet toegeslagen.
Ons afscheidsetentje hadden we halfweg gedacht, in El Camillo, het restaurant op die eenzame bergrug, met dat prachtige uitzicht. Mooi --en romantisch-- om er de zon te zien ondergaan. Maar het was gesloten. Omdat het Maandag was misschien. Toen hebben we ons laatste etentje genoten op de havenkade van dit dorp. Op een verhoogd terras. Met uitzicht op de zee. Het werd laat.
Om tien uur moeten we de ferry in San Sebastián halen. Half negen moeten we uiterlijk wegrijden. Ik breng Ghislaine naar het vliegveld. Haar vlucht is om 1400. Ik ben terug met de boot van 1730. Met dat soort tijdschema's merk je wel dat je aan het einde van wereld zit. 'Even' naar het andere eiland kost je meteen een hele dag.
Dat is mooi. Daarmee wordt het een lang en ingetogen afscheid. Mijn hart is ervoor klaar.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 5 Mei 2004
Ik ben weer terug in 'de stad', of, zoals the locals het noemen 'La Villa' of 'El Pueblo'.
Daarmee bedoelen ze het centrum, de benedenstad, niet de 'bovenstad' waar ik woon, die stadsuitbreiding op de hoge bergrug aan de noordzijde, die de stad beschermt tegen de NO-passaat. Ik woon er voor de zuivere zeelucht, maar deze keer niet in het appartementje bij de vuurtoren, 'met-de-neus-op-de-zee'. Geen plaats dit keer. Nu zit ik hoger op diezelfde bergrug --die hier 'La Lomada' heet-- richting midden van het eiland. Het is het laatste huis van de lintbebouwing die geleidelijk de bergen is ingegroeid.
Vanuit 'La Villa' bekeken, voor mijn dagelijkse tocht, moet ik, net als voor de vuurtoren, eerst de "vierhonderd treetjes" doen om op 80 meter te komen. Dan, in plaats van rechts-af en afdalen naar 60 meter naar de 'Punta de Colón', de plek waar in de tijd van Columbus de vuurtoren al stond, moet ik nu links-af omhoog langs de lange lintbebouwing. Ik schat dat ik hier op zo'n 180 meter zit; net naast de 200 meter hoogtelijn op de stafkaart. Het uitzicht is op de benedenstad, de haven en de bergrug aan de overkant, maar helaas niet vanuit mijn ramen. Die kijken uit op de andere kant van de straat.
Mijn dagelijkse boodschappenwandeling wordt --door de extra klim-- een stuk pittiger maar niet veel langer. Sinds enige tijd is er vanaf dit hoogste punt van de stad een 'stadsautobus'. Vier keer per dag. Ik moet nog bekijken hoe --en óf-- ik die in mijn dagelijkse routine zal opnemen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 6 Mei 2004
Als ik op een nieuwe plek ben, heb ik de onweerstaanbare drang om eerst wandelingen rondom het huis te maken. Hier heb ik door de aanpalende nieuwbouw-wijken met de subsidiewoningen gelopen. Het oncomfortabele binnenland loopt leeg. De 'stad' trekt. Met de nieuwe ferries, zijn er al dag-forensen naar Tenerife, waar meer werkgelegenheid is. Vroeger waren er alleen week-forensen. De achtergelaten huisjes worden omgetoverd tot "Casas Rurales" voor de toeristen.
Ik heb gistermiddag ook mijn favoriete wandeling gemaakt. Eén uur de bergen in, en dan hetzelfde pad terug. Vanuit de vuurtoren moest ik eerst zo'n twintig minuten naar het begin van het bergpad; precies waar ik nu woon. Dus liep ik gisteren twintig minuten dieper de bergen in. Ik ken de rest van het pad ook. In twee uur ben ik weer in de bewoonde wereld. Als de bussen niet zouden staken, zou ik daar vier keer per dag een bus naar La Villa kunnen nemen.
Maar nu heb ik andere plannen. Vanaf dat punt kan ik met een ander pad de berg oversteken naar Hermigua. Het is een eenvoudig pad, maar het duurt wel 5 à 6 uur. Ik heb het al eerder gelopen. Heel interessant, want je komt dan geleidelijk van de 'droge/bruine' in de 'natte/groene' kant van het eiland. Die tocht wil ik nòg eens maken. Maar dan vanaf hier. Ik bereid mijn lijf al voor. Trouwens ook mijn ziel. Het wordt een hoogtepunt dat grote mentale inzet vraagt. Duim maar alvast voor mij.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 7 Mei 2004
Upington ingeruild voor La Gomera, maar niet op mijn gebruikelijke flatje. Ghislaine een week op bezoek gehad. Een auto gehuurd voor de rest van de maand. Noem het maar op, allemaal 'andere dingen'. Geen wonder dat het even duurt voor ik mijn draai vind. Bovendien wil ik een 'andere draai' vinden. Met name wil ik de thema's 'politiek' en 'filosofie' eens een tijdje terzijde leggen. Van 'politiek' begon ik al langer verzadigd te raken, maar misschien lag het aan het 'thema Bush' waar ik mij wat in vastbeet. De laatste brief van Alistair Cooke, die het reduceerde tot een "Bush family fairy tale", was de langverwachte druppel. Die 'verlichting' kwam precies met Pasen in dit dagboek terecht.
Ook mijn wandelingen zijn opeens weer anders. In Upington had ik per saldo een veilig circuit gevonden, zig-zaggend door de villawijken, om twee --en soms drie-- uur te kunnen marcheren. Een traject van twintig kilometer zo nodig. Mooi vlak terrein. Geasfalteerd. Waar ik mijn voet neerzette voor de volgende stap, eiste geen aandacht. Ook niet het evenwicht. Alle stappen waren hetzelfde.
Dat is nu ook anders. Vooral de eerste dagen moest ik mijn 'alertheid' daarvoor hervinden. Op straffe van 'voet verzwikken' of 'omvallen'. Niet gebeurd gelukkig. Pas tijdens de wandeling van gistermiddag voelde ik dat ik mijn oude zekerheid weer terug had. Dat duurt altijd even. Net als het trappenlopen. Dat begint ook altijd met trajecten van twintig treetjes non-stop voor ik weer een hele trap van honderd of honderdvijftig non-stop kan bestormen. Heel zorgvuldig --om aan the sunny side of the street te blijven-- zoek ik de verklaring niet in 'zie je wel, ik word oud', maar in het 'topsportgehalte' van mijn leven. Dat is zó hoog, dat ik heel gericht moet trainen om dat te handhaven. (Dat ik dat 'normaal' vind, is een stuk van mijn levensfilosofie waarvan ik mij langzaam bewust word.) Met genoegen hoorde ik dan ook Zinedine Zidane n.a.v. het fiasco van Real Madrid tegen Monaco op TV zeggen:
--"Je speelt zoals je traint. Ik had matig getraind, dus speelde ik slecht."
Afgezien van de ongebruikelijke eerlijkheid in dat soort kringen, bevestigt het mijn opvatting. Gewoon het ouderwetse, vaak vermaledijde, Vader Catz-achtige, "Oefening baart Kunst".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 8 Mei 2004
Gisteren ben ik op ontdekkingsreis geweest, èn --wat niet altijd gebeurt in zo'n geval-- ik heb een ontdekking gedaan. Het gaat om een verloren gewaand voetpad, dus het woord 'ontdekkingsreis' kun je nogal letterlijk nemen. Het is een afsplitsing van mijn 'favoriete' bergwandeling waar ik Donderdag over schreef. Rechts daarvan ligt El Baranco del Rincón, een mooi dal met volledig verwaarloosde en vervallen terrassen dat door rotspartijen wordt onderbroken. Daardoorheen zou dat pad gaan. Maar er was niets te zien. Ik was er al eens vaker een eindje ingestapt, maar telkens bleek het gezichtsbedrog.
'Mijn' pad is een oud ezelpad, maar door verwaarlozing zijn slechts hier en daar de allerdegelijkste stukken overgebleven. Soms passeer je een totaal ongestructureerd maanlandschap of loop je vast in een doolhof van geitepaadjes.
Toen ik het acht of negen jaar geleden voor het eerst liep, vergde het nogal wat "pathfinding" en navragen bij kennissen van Ignacio die er jaagden. De enige (duits, van Goldstadt) wandelkaart van toen vermeldde erbij "schwer auffindbare Abschnitte", en inderdaad, pas na verschillende pogingen bereikte ik Las Casetas en de bushalte bij "KM 8".
De laatste jaren is dit pad populairder geworden, en zijn er de bekende rood-witte strepen verschenen. (Dit jaar 'dissident' overgeschilderd met geel-wit. Ra-ra.) Ik kom nu ook wel eens iemand tegen. Ook iemand die met een kaart in de hand mij vroeg naar het voetpad dat ik gisteren 'ontdekte'. Geïrriteerd zelfs, want het stond op de kaart en was niet gemarkeerd met die debiele streepjes. Foei! De 'wandel'kaarten die de laatste tijd verschijnen zijn veel oppervlakkiger en --in het gebied wat ik ken-- vol met aperte fouten en na-aperij van andere kaarten. De moderne wandelaar rekent kennelijk op Heel Duidelijke Bebakening. Het echte kaartlezen is van geen belang.
Kortgeleden kocht ik een vernieuwde uitgave van de Discovery Walking Guide. De schrijver-wandelaar Charles Davis rekent op een hoop 'pathfinding'. Spannend!! Hij geeft alleen gedetailleerde beschrijvingen van herkenningspunten. Toch zul je niet verdwalen, want bij zijn laatste inspectietocht had hij een GPS-machientje bij zich en heeft iedere route van een dozijn of meer Waypoints voorzien. Dit Global Positioning System geeft in 0,0001 boogminuten --dwz op zo'n tien meter-- aan wáár je bent. Vóór de wandeling stop je de Waypoints in het geheugen van je machientje en die rekent telkens voor je uit hoever en in welke richting je het volgende Waypoint moet zoeken. Als het ding dus 'bliep' zegt, sta je op hetzelfde punt als waar Charles Davis het vorig jaar stond tijdens zijn testwandeling.
Mijn favoriete wandeling staat niet in zijn boekje, en dus ook niet de afsplitsing die 'niemand' kon vinden. Ik ook niet, want de laatste tijd had ik al vaker tevergeefs uitgekeken als ik daar in de buurt kwam. Bovendien heb ik zo'n GPS-machientje (nog!) niet.
Gisteren besloot ik het wat grootser aan te pakken. Ik liep dwars over de verwaarloosde terrassen en de ingestorte muurtjes naar de plek in de verte die ik ervan verdacht het --eventuele!-- doorgangspunt over het ravijn te zijn. Een ruige afdaling. En inderdaad. Van daar af terug kon ik langs een min of meer zichtbaar pad op mijn bekende weg terugkomen. Én op de plaats die ik ervan verdacht, maar die --als begin van voetpad-- totaal onherkenbaar was omdat het daar juist een kaal, weggeërodeerd 'maanlandschap' is van (te) zachte vulkaan-as. Ik heb er een klein torentje gebouwd. Als herkenning. Als herinnering.
Morgen ga ik de andere helft van het pad lopen. Het gaat naar Roque de Aluce. Ik ben er van de andere kant wel eens geweest. Héél goed bereikbaar over een geasfalteerd weggetje. Het is een geiten-boerderij. Er liepen toen wat kwaaie honden rond. Daarom had ik niet zo'n haast met het verkennen van deze doorsteek.
_____
PS 'Garmin' is 'het' merk dat eenvoudige GPS-machientjes voor wandelaars en fietsers verkoopt vanaf minder dan 200 euro. Zie www.gps-garmin.nl. Ze hebben een winkel --en veel voorlichting, zeggen ze uitnodigend-- in Notter, ergens tussen Deventer en Almelo. Je kunt er ook de Waypoints kopen van alle hunnebedden, of van alle vuurtorens. Ook is er een (rug)zakformaat zonnepaneeltje voor fervente rugzakkampeerders waarmee je je GPS --of je GSM-- kunt opladen. Er is een heel 'GPS-cultuurtje voor wandelaars' ontstaan, maar op La Gomera is het nieuw. De schaduwrijke plek onder de palmbomen, uit de jaren zestig, door de hippie-cultuur wereldberoemd gemaakt, omdat er de rijpe dadels je zomaar in de mond vielen, de brug richting Valle Gran Rey, heet nu heel onromantisch: N 28 05.4480 W 17 06.8628
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 9 Mei 2004
Gisteren heb ik de nieuwe ontdekking even gelaten voor wat die is. Per slot kan ik die vanaf huis lopen en nu heb ik een auto gehuurd waarmee ik naar verderopgelegen startpunten kan gaan. Het eindpunt van 'mijn' wandeling --ruim twee uur-- trok mij aan. Daar begon een wandeling naar Cuevas Blancas die ik nog nooit had afgemaakt. Ik was ook nog nooit begonnen op dat bekende startpunt, maar ik wilde via een ander traject gaan dat óók op de kaart stond. Dat hoorde echter bij de "schwer auffindbare Abschnitte" volgend de Goldstadt-kaart. Dáár zat de uitdaging. Maar verder dan interessante cross-country verdwalingen in dat gebied was ik nooit gekomen. Ik zag wel veel cuevas blancas, maar niet de èchte Cuevas Blancas een eind verderop, dichter bij de kust.
Cuevas blancas zijn letterlijk 'witte holen'. In die hoek van het eiland is ooit een dikke witte laag vulkaan-as gevallen. Het is iets witter --en een stuk zachter-- dan onze Limburgse mergel. Her en der wordt die laag --in dwarsdoorsnede-- aan zon, wind en regen blootgesteld. Dat leidt tot heel grillige uithollingen die aan het landschap een 'fantastisch' karakter geven. Heel fotogeniek, maar dat geldt ook voor de vele andere, even grillige, formaties in dit vulkaanlandschap.
Gisteren nam ik het bekende startpunt van deze populaire wandeling. Duidelijk veelbelopen. Prachtige uitzichten, en ook verrassend, omdat daar opeens --wegens het microklimaat-- naaldbomen staan die aan de natte kant van het eiland thuishoren.
Vlekkeloos bereikte ik het eindpunt. Daar staan enkele bewoonde 'huizen'. Ik zag een dozijn Merino-schapen en nog meer zwarte geiten met een imposante zwarte bok. Ik maakte een praatje met de boerin. Alles 'abandonado' (verlaten), klaagde ze. En het was zo'n mooi en vruchtbaar terrein. Dat kon ik ook zien. Maar met uitsluitend een voetpad van ruim een uur als verbinding, was het begrijpelijk in de moderne tijd.
Ik vroeg naar het alternatieve pad voor de terugweg dat als 'schwer auffindbar' op de Goldstadt-kaart stond. Ja, dat kende ze nog van vroeger. Allemaal 'abandonado'. Ze gaf wat details; o.a. dat het hier en daar was weggeslagen en dat er een forse klim in zat. Met --achteraf(!) onnodige, maar leuke(!)-- klauterpartijen vond ik het 'pad' telkens weer terug, en het lukte mij om weer op het goed bebakende pad van de heenweg te komen.
Vol goede moed begon ik een eindje verder aan het andere 'schwer auffindbare' stuk. Ik liet het goed bebakende pad door de naaldbomen rechts liggen. Ik zocht de andere aanloop; die waar ik die cross-country verdwalingen had gemaakt. Het leek goed te gaan. Heel 'inzichtverrijkend' zal ik maar zeggen, maar de aansluiting zoals die op de kaart staat, vond ik niet. Het moet een steile afdaling zijn. Die zijn vaak lastig te vinden. Op de top van de Jaraján (642m, een van de pieken in die buurt) kon ik mij weer oriënteren.
Toen was ik snel terug bij de auto.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 10 Mei 2004
Gisteren maakte ik een extra pittige wandeling als voorbereiding op de grote tocht waar ik donderdag over schreef. "Planmäßig" zou ik vandaag rust nemen. Maar nu moet ik wel, want tegen het einde, bij een afdaling maakte ik een misstap. Enkel verzwikt. Gewrichtsband gescheurd/verrekt.
Ik moet streng zijn en zal zelfs niet de trapjes naar de benedenstad lopen, maar met de auto gaan. Ik moet er niks aan overhouden. Stel je voor! Mijn levensader!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 11 Mei 2004
Het was wel een pittige verrekking van een gewrichtsband, maar ook niet méér dan dat. Het 'huisarrest', dat ik mij heb opgelegd, heb ik gebruikt om de privé correspondentie bij te houden. (En ook te stimuleren! Ik beperk mij lang niet altijd tot 'beantwoorden'. Integendeel, ik bestook mijn correspondenten wel met uitdagende teksten, of ga diep in op wat ze mij hebben geschreven zodat ze verrast zijn over hun eigen tekst van twee weken geleden.)
En natuurlijk heb ik extra tijd besteed aan het uitspellen van Babelia, de literaire weekbijlage van El País. De stukken over het Fórum 2004 de Barcelona had ik al gelezen. Daar komen meer dan vierhonderd burgemeesters bij elkaar om over 'cultuur' te spreken en ervoor te zorgen dat de 'Culturele Diversiteit' blijft bestaan onder de druk van de globalisatie: "Monocultuur is géén cultuur!". Met name een vitale en bruisende stadcultuur moet in de toekomst 'la différence culturelle' verzekeren.
Inderdaad, heel belangrijk, maar ik kwam bij de tweede lezing toe aan een artikel over Jane Birkin waarvan ik bij eerste lezing was blijven steken bij een uitspraak van haarzelf: "Si la vida te da limones, haz limonada". 'Als het leven je citroenen schenkt, maak limonade'. Het had mijn devies kunnen zijn.
Birkin blijkt geleidelijk haar verleden met Serge Gainsbourg te hebben overstegen. Evenals haar rol als sekssymbool van de jaren zestig. Nadat hij in 1991 overleed, was ze de 'beheerder van zijn erfenis'. Zijn graf ken ik vanaf het begin, want ik wandelde altijd op 'Cimetière Montparnasse', de groene long vlak bij mijn flatje in Parijs. Het was toen een dagelijks veranderende stapel bloemen met souvenirs die door een 'va-et-vient' van fans werden aangedragen. (Tussen haakjes: Ook een vorm van stadscultuur!)
Ik mijmerde natuurlijk toen al over mijn herinneringen aan haar hijgende duet met Serge "Je t'aime . . .   moi non plus". Hoe verleden is die tijd nu wel niet?
Ik las wat Birkin sindsdien heeft gedaan om zich een eigen weg banen. Moeilijk en boeiend. Maar haar duet-reputatie kan ze niet kwijt. Serge had het fameuze duet geschreven om met Brigitte Bardot te zingen, maar uit 'pure jaloezie', laat Birkin nu weten, 'deed ik het zelf'.
Nu is ze 58 en heeft artiesten waarvan ze houdt en/of bewondert, uitgenodigd om met haar een duet te zingen. Die CD is er nu met beroemdheden zoals Françoise Hardy, Alain Souchon, Cætano Veloso en ook nogal wat jongeren als het levende bewijs dat 'Birkin-kan-niet-zonder-Serge' en 'Birkin-als-sekssymbool' verleden tijd zijn. Toch is fysiek-lijfelijk aanwezig zijn nog steeds belangrijk:
--"Ik had ze allemaal --tegen de technische gewoonte-- face-to-face willen opnemen, maar helaas, vier moesten toch 'in vitro', zoals ik dat heb genoemd"
De CD, met dertien duetten, heet Rendez-vous en staat op mijn verlanglijstje.
Haar biografie --frans & engels-- met haar andere CD's staat op www.janebirkin.net.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 12 Mei 2004
In plaats van iedere gelegenheid om even stevig te stappen te benutten voor mijn (wandel)conditie, ben in nu een 'loop-ontvluchter'. Met een stevige zwachtel, en een minimaal aantal stapjes, probeer ik het genezingsproces te versnellen. Maar het leidt wel tot een 'huisarrestgevoel': Het is alsof de prioriteit van al mijn bezigheden op z'n kop staat. Opeens, bijvoorbeeld, is er het huismussengedrag van een 'grote schoonmaak'. Normaal gebeurt dat alleen de laatste dagen voor een 'vertrek'.
Maar in het I-café had het ook invloed. Ik nam een extra portie krante-'knipsels', en bovendien de hele El País, mee naar boven om 'wat te doen' te hebben nu mijn wandeluurtjes zijn opgeschort. Zodoende las ik met genoegen dat New York Times --waar ik de Bush-misère links laat liggen-- een opinie-artikel wijdde aan de Europese Grondwet: "It is antidemocratic, dangerous and thoroughly out of date". Nou, daar kunnen we wel even mee voort.
'Anti-democratisch' omdat ze alleen streeft naar meer macht van Brussel en Straatsburg. Die hebben 'consistently proved to be out of touch' met de basis. Pim Fortuyn en Jean-Marie Le Pen, vanuit een verschillend perspectief, profiteerden daar al van. Dat zal erger worden. Dat is gevaarlijk.
Ze is 'out of date' omdat ze streeft naar een politieke eenheid die bewezen onhaalbaar is sinds de Russische revolutie en sinds 1989. Dat lukt alleen bij dominante ééntaligheid. Dat zit er niet in. De --voornamelijk-- Franse droom om van Europa 'conforme' tegenpool van de VS de maken is daarom onmogelijk. Europa zal zijn kracht in andere --nieuwe, originele-- vormen moeten zoeken met behoud van zijn pluraliteit. Dat is zijn sterkte, if any.
Hear, hear!!
Als Engeland besluit buiten de EU te blijven, zal dat nieuwe denkproces wellicht op gang komen. Anders kan het heel lang duren.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 13 Mei 2004
Ik heb altijd al wat particuliere correspondentie overgehouden aan dit dagboek, maar nu heb ik de indruk dat het toeneemt. Traditioneel waren dat natuurlijk de vrienden-van-vroeger waar ik min-of-meer, soms op nieuwjaarskaarten-niveau, kontakt mee had onderhouden. Er is dus een zekere continuïteit in die relaties.
Dan zijn er de nieuwe kontakten; mensen die ik onderweg heb leren kennen en die ik heb verteld van mijn dagelijke 'column'. Daar heb ik persoonlijke herinnering aan; dat verrijkt het beeld dat ik voor mij heb als ik hun e-mail beantwoord. Ik noem dat 'breed-spectrum': Ik weet nog hoe ze bewegen, ik ken het stemgeluid, weet hoe ze ruiken, en we waren allebei onderworpen aan al die andere signalen waar de koele wetenschap geen weet van heeft, maar die menselijke wezens uitwisselen in elkaars nabijheid. Meer duurzame signalen soms dan de woorden of de 'zaken' die we hebben uitgewisseld.
Nu zie ik een nieuwe categorie 'correspondenten'. Evenzeer verscheiden, maar toch met het gemeenschappelijke kenmerk dat zij mij 'kennen', maar ik hun niet. Zij 'kennen' mij alleen van 'Mijn Dagboek' en hebben mij 'toevallig' --of met 'goechelen'-- gevonden omdat ze op zoek waren op het internet naar een plek om heen te reizen, of naar een opinie over iets. Enkelen hebben mijn website wat grondiger geïnspecteerd. Zulke brieven beginnen bijvoorbeeld aldus:
--"Ik volg al meer dan een jaar uw reizen in ik kan mij voorstellen hoe u leeft . . . enz"
--"Ik wil mij ook in La Gomera vestigen, mag ik u een paar vraagjes stellen?"
--"Ben jij niet die Gérard van dat praatgroepje in ( . . . ) in 1985?" (nooit geweest)
--"Ik moet voor mijn gezondheid naar een beter klimaat. Net als u. Wat kost een maand verblijf in ( . . . )? (de plek waar ik dan ben).
Een ander gemeenschappelijk kenmerk van deze nieuwe correspondenten is dat het altijd wat 'ongemakkelijk' begint. Toch zijn er kostelijke, hilarische --en soms heel diepzinnige-- uitwisselingen uit voortgekomen. Ik neem het altijd serieus. (Tot het tegendeel wordt bewezen.) Per slot komen zulke mails hooguit een of twee keer per maand, terwijl ik weet dat een 'ontmoeting' met de ander vaak in een klein hoekje ligt verscholen. Het is dus de moeite waard om over dat 'ongemakkelijke' heen te stappen.
Sinds ik iets van Connie Palmen heb gelezen (zie 29 April), begrijp ik beter wát zo 'ongemakkelijk' is aan die eerste brieven. Het is het 'niet-wederzijdse' van de relatie. Ik weet niets van 'de ander', maar de ander 'kent' mij. Dergelijke onsymmetrie komt in het normale 'breed-spectrumkontakt' niet voor. Dát is er 'ongemakkelijk' aan. De huidige e-mailcultuur, laat staat de chat-cultuur, waar het bewust mystificeren van de afzender deel van de cultus is, komt onmiddellijk 'ter zake', en daaronder valt *niet* het laten weten wie je bent, zodat 'de zaken' op voet van gelijkheid kunnen worden behandeld. Ik besloot laatst mijn antwoord op zo'n kort-door-de-bocht verzoek aldus:
--"Ik ben geen reisadviesprofessional maar wel bereid tot een vriendendienst. Van harte zelfs."
Dat scheelde een winterjas in de volgende ronde.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 14 Mei 2004
Vandaag geen stukje.
PS Mijn enkel is bijna OK. Dit wordt mijn laatste niet-wandeldag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 15 Mei 2004
Over de grote politiek, waar ik mij strenge zelfbeperkingen heb opgelegd, moet ik toch even melden wat de NYT columniste MAUREEN DOWD schrijft. Zij bekijkt de Bush administratie even kritisch als de nuchter-cijferende PAUL KRUGMAN, maar dat doet met hilarisch-venijnige teksten en gebruik van 'eigen woorden' van haar slachtoffers. Zo reageerde ze gisteren op de martelingen-foto's:

"The Bush hawks, so fixated on making the Middle East look more like America, have ended up making America look un-American."
De titel is 'cool': Clash of Civilizations
En nu snel terug naar het gewone leven.
Een aandachtige lezer haakte in op de interview-uitspraak van Jane Birkin --bij het verschijnen van haar CD Rendez-vous-- waar ik verleden Dinsdag over schreef: "Si la vida te da limones, haz limonada". Het had mijn devies kunnen zijn, schreef ik, maar ik vertaalde het letterlijk-maar-'onleuk', want in NL hebben citroenen niets meer met limonade te maken.
Deze lezer voegt er nog een dimensie aan toe die in NL niet evident is, want daar kennen wij de uitdrukking: 'Knollen voor citroenen verkopen'. In een kil koud kikkerlandje zijn citroenen helemáál niet zo waardeloos als in het zonnige Californië. Hij schrijft:
"Het verwijst naar (amerikaans) idioom: buy a lemon, is een miskoop doen."
In een latere mail vult hij dat aan met de Amerikaanse uitdrukking, die in het zonnige Spanje één-op-één kan worden vertaald zoals Babelia het deed:
"If life gives you a lemon, make a lemonade"
Hij vult dat aan met een sermoen van een of andere goeroe die er wat levenswijsheid aan vastknoopt. Die Californische citroen gaat dan meer op 'gebakken peren' of 'puree' lijken. [http://www.boloji.com/perspective/004.htm]. Het is een handleiding om uit de puree te komen. De kern daarvan is dat je vóór alles naar de 'goede' kanten moet blijven kijken. De titel van dat sermoen is dan ook 'in stijl':
"If Life gives you A Lemon . . . Know then How to Make a Lemonade"
Kortom een handleiding 'mentale hygiene', recepten voor 'Lemonade'.
Dat is ook de reaktie van een lezeres, een wijze Belgische vriendin, die aan mijn stukjes had gemerkt dat ik soms worstel met 'the sunny side of the street'. Zij verwijst naar een boekje van een Belgische goeroe --ook een sermoen/handleiding-- dat als metafoor het vallen van de avond gebruikt: 'Wacht niet tot het donker is', heet het.
Het is een sprong van curatief naar preventief: Zorg ervoor dat je de kleine signalen opvangt die het naderen van de 'citroen', de 'puree', of de 'gebakken peren', of de 'donkerte' vergezellen. En 'doe' er wat mee (volgens zijn recept).
Maar ik geloof het allemaal wel, al die abstracties, sermoenen, handleidingen en recepten. Ik kijk liever uit naar die CD van Jane Birkin waar het allemaal om is begonnen. Zij is een vitale dame die het zelf heeft meegemaakt. Die CD zal dat uitstralen. Die staat op mijn verlanglijstje. Dat Rendez-vous houdt mij aan 'the sunny side of the street'.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 16 Mei 2004
Gisteren wachtte ik vier uur in een lange rij voor een medisch advies. Het ging om mijn rijbewijs, of mijn oren, mijn ogen en mijn constitutie nog goed genoeg waren voor de volgende drie jaar. Dat was 'balen'. Maar het was de èchte folklore --niet wat ze aan de toeristen laten zien-- die het dragelijk maakte, de klein-menselijke gebeurtenissen en gewoontes. De 'verhalen' en de 'maatschappijkritiek' van de geërgerde wachtenden.
Allereerst worden de artsen van dit eiland door het 'hoofdstad-eiland' Tenerife niet voor vol aangezien voor deze test. Daarom komt er iedere tweede Zaterdag een ploegje dat tussen 10 en 13 'zitting' houdt in het kabinet van de huisdierenarts. Daar is ook een deskundige bij voor het formulier met vragen over je gezondheidsgeschiedenis. Uit 'de verhalen' bleek dat je op Tenerife dat formulier zelf invult en dat je voor een vast tarief bij elke arts terecht kunt. Je bent klaar in een wip op een tijdstip dat je uitkomt. Over dat paternalisme ging het vaak.
Maar gisteren was er een innovatie. In plaats van één lange rij, met veel ellebogenwerk en vriendjespolitiek, was er nu een trekrol gekomen met nummertjes. 'Onaangekondigd' maar voldoende 'insiders' hadden de rol al vroeg geplunderd, want toen ik om half tien op het strijdtoneel verscheen, was er niemand te zien. Ik trok nummertje 64. Tegen het eind bleek dat het hoogst getrokken nummertje 72 was.
Volgens de verhalen werden ouderen er vroeger door de 'toelatingsdame' uitgepikt om vóór te gaan. Daarom kon ik beter blijven. Geen boodschappen, en niet even koffiedrinken. Aan het tempo van het eerste dozijn te zien, zou ik wel vijf uur moeten wachten, maar daartegenover stonden verhalen dat als het Tenerife-ploegje honger kreeg, alles veel sneller zou gaan. En inderdaad, het ging steeds sneller.
Wat stemming niet verbeterde was dat sommigen al vroeg 'wat extra bonnetjes' hadden getrokken die ze lachend uitdeelden aan vriendjes met een hoger nummer. Een soort demonstratief 'clientelisme'. Gelukkig was de 'toelatingsdame' wel streng met de regel 'nummer voorbij, beurt voorbij'. Niks triomfantelijk binnenkomen met een lager nummer om vooraan in de rij te staan. Met dat euvel kampte de nieuwe hipermercado aanvankelijk ook. Daar was de trekrol een noviteit bij de vis- en vleesafdeling. Per slot werd een overschrijding van twee plaatsen 'de norm'. Maar de 'toelatingdame' trapte daar niet in.
Half twee was ik aan de beurt. Formulier, ogen en oren werden snel afgehandeld. Ze hadden kennelijk honger. Bij de laatste functionaris leek alles in duigen te vallen. Ik had geen pasfoto's!! Misinformatie!! Over twee weken terugkomen!!
Ik mij daarop al voorbereid wegens mijn hoge nummer. Over twee weken, voor de 29e, had ik mijn reisbiljet voor Barcelona al gekocht. Maar ik kon --zo bleek-- ook op één dag heen-en-weer naar Tenerife om de formaliteiten aldaar te vervullen. Als nooduitgang.
--"Als u binnen een kwartier terug bent met foto's, kan ik u nog helpen", zei hij vriendelijk, want we waren even afgedwaald omdat ik Frankrijk had genoemd. Hij was francofiel. Zijn dochter woonde er getrouwd.
--"Au revoir", zei hij.
--"À tout de suite", zei ik dapper.
Maar wat moest ik? Ik wist twee fotografen vlakbij, maar het was sluitingstijd.
Ik kom onverrichter zake buiten en daar staat Ignacio. Ik had een koffie-afspraak met hem, maar ik was opgehouden. Snel lopen we naar het restaurant waar de ene fotograaf rond die tijd altijd een glaasje drinkt. Vandaag niet, helaas. Dan naar de tweede. Ignacio weet waar hij woont, naast zijn winkel. Ignacio kent iedereen en iedereen kent hem. Snel uitgelegd, snel foto's gemaakt, snel terug. Het Tenerife-ploegje heeft opgeruimd, maar de francofiel maakt zijn koffer voor mij open terwijl de anderen ongeduldig toekijken. Ik ben de aller-allerlaatste.
Ik haalde de eindstreep dank zij 'vriendjes'. En daar hadden wij de hele ochtend op gekankerd.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 17 Mei 2004
--"De ondernemers op La Gomera beginnen nu pas te begrijpen dat ze 'Europa' serieus moeten nemen."
Dat zei Ignacio toen ik het vroeg mij nog eens uit te leggen waarom de bussen al vanaf oktober staken.
--"En de lokale bestuurders net zo", voegde hij eraan toe, "Die denken ook dat alles nog is als vijftig jaar geleden. Die denken ook dat je subsidie kunt opstrijken en verder geen prestatie hoeft te leveren".
--"Maar is toch geen sprake van fraude. Nee toch?"
--"Nee, dat valt mee. Ze vinden dat al een hele prestatie. Maar het 'niet- in- privé- zakken- verdwijnen' is niet genoeg."
--"Is het net zoiets als die boete die Brussel kortgeleden aan Madrid oplegde over het niet realiseren van bepaalde milieu-normen. Hier op het eiland, en ook ergens op het schiereiland".
--"Precies zo. Als die bussen niet behoorlijk gaan rijden, hangt er net zo'n boete in de lucht. De boete is fors, maar het is vooral de schande op Europees niveau waar ze in Madrid gevoelig voor zijn. Het eilandbestuur heeft nu geëist dat a.s. Maandag de bussen op schema moeten rijden. Anders gaat de concessie naar een ander. Eindelijk!".
--"Ik herinner mij inderdaad die jarenlang slepende kwestie over die illegale vuilstort en -verbranding. Toen eindelijk, al drie jaar geleden, de nieuwe installatie gereed was, waren er politieke problemen waardoor de rechter verbood die in gebruik te nemen. Daarom moest die illegale stort worden voortgezet. Iedereen wachtte. Waarop eigenlijk?"
--"Die verbrandings- en sorteerinrichting is helemaal volgens de hoogste europese normen, maar een paar grote investeerders wisten de lokale milieu-organisatie voor hun karretje te spannen. Het was gewoon een vertragingstaktiek".
--"En nu hebben ze personeelsproblemen zeggen ze. Hoe zit dat? Niet genoeg geld voor opleiding van personeel."
--"Er zat een forse post opleidingskosten in de startsubsidie. Daar zijn dozijnen Gomeranen mee opgeleid, maar omdat het in werking stellen zo lang duurde, hebben die nu banen aangenomen op andere eilanden en op het schiereiland. Nu hebben ze alleen nog geld voor nazorg-opleidingen".
--"OK, maar nu terug naar de busdienst. Was dat ook Euro-subsidie?"
--"Helemaal! De aanschaf van de bussen, de drie-jaarlijkse afschrijving en de opleiding van chauffeurs en staf. Net als die oversized autowegen, krijgen wij dat van Brussel cadeau omdat ze willen dat ook de uithoeken een minimale euro-infrastructuur hebben, ook al is dat niet puur commerciëel haalbaar. Dat is trouwens altijd zo met infrastruktuur, maar bij een langzaam gegroeid land merk je dat niet zo."
--"Waar is dat geld heengegaan?"
--"Helemaal naar de ondernemer die al jarenlang de concessie van het eilandbestuur had. Maar hij bakt er niets van. Hij maakt ruzie met zijn chauffeurs en heeft allerlei smoesjes om van zijn wanprestatie anderen de schuld te geven."
--"Dus hij heeft de totale management-verantwoordelijkheid. Is er toezicht van de overheid? Is er een transport-specialist? Waarom greep het eilandbestuur niet in? Zij konden toch een andere concessionair zoeken?"
--"Er is inderdaad geenéén transportspecialist. Daar begint het mee. De controle is alleen financiëel. Dat kunnen ze wel."
--"Maar het publiek heeft klachten"
--"Ook niet van belang. Netzomin als die ondernemer denkt de overheid in 'klantenbevrediging'. De gegoede middenklasse heeft een auto, en die is tevreden met die oversized wegen. Politiek zitten ze goed. We hebben zes keer zoveel auto's op het eiland dan acht jaar geleden, toen de eerste doorgaande wegen klaarkwamen."
--"Goed, maar er waren klachten en petities van bewoners. Er was ook 'aktie' beloofd, las ik jaren geleden al"
--"Dat bleef alsmaar sukkelen. Ze moeten hun vriendjes formeel in gebreke stellen, en zoeken uitweg in eindeloze juridische gevechten. Net als met die vuilverbranding: vertragingstaktiek. De verantwoordelijkheid bij de rechter trachten te leggen, en dergelijke".
--"En nu wordt Madrid door Brussel wakker geschud. En nu komt er beweging. Zijn er andere concessionairs?"
--"Jazeker!! Twee zelfs, hele capabele, maar ze komen niet van het eiland. Dat is ook een argument waarmee de zittende ondernemer sympathie probeert te krijgen."
--"Maar wat is het arbeidsconflict? Waar draait dát om? Waarom leven we nu nog steeds met een door de overheid afgedwongen, maar slecht functionerende nooddienst van één keer per dag in plaats van vier die we hadden, laat staan de zes ritten die ons beloofd werden."
--"Om te beginnen dit: Het is een ondernemer die zijn geld probeert te verdienen door zo laag mogelijke lonen te betalen. Hij gaat tot het uiterste met chicaneren en vriendjes politiek. Je weet dat ik regelmatig als juridisch adviseur voor de vakbond werk. Het is écht middeleeuws."
--"OK, dat geldt voor meer ondernemers op dit eiland. Kijk alleen maar naar de revolutie die het personeelsbeleid van de nieuwe hypermercado teweeg heeft gebracht. Iedereen wil er werken. Ze betalen per uur niet eens meer, maar ik heb al van verschillende kanten gehoord dat het om de eerlijkheid in de arbeidstijden gaat. Het is ploegendienst, maar op-de-minuut mag je ophouden als je tijd voorbij is. De 'Gomera-traditie' zegt, dat als je iemand op de payroll hebt voor X uur, je ook kunt beschikken over alle andere uren van zo'n persoon, vooral over gratis overuren."
--"Inderdaad, dat is de kwaal. Dat noemen ze 'loyaliteit'. Maar het is misbruik. Je hebt dat baantje via-via gekregen, familie meestal, en die wordt er op aangesproken. Dat is een soort chantage, en ze begrijpen nog niet dat het 'abnormaal' is. Ik heb dat ook pas begrepen toen ik mij een paar jaar in Berlijn met diverse baantjes in het leven hield om mijn studie te bekostigen. Dat speelt ook bij die chauffeurs-staking"
--"Ja, wat speelt daar? Hij wil de overuren niet betalen, hoor ik"
--"Daar draait het formeel om, maar het kwaad zit dieper. Hij heeft een absoluut minimum aan chauffeurs in vaste dienst. Ieder moment als er een ziek is, of zo, weet hij wel de een of andere werkeloze te vinden die de leeggevallen plek opvult. Dat is hier ook 'systeem', bijvoorbeeld bij correos. Daar hebben ze hele lijsten van noodbezorgers, en maar één vaste. En die is vaak ziek. Maar hij is 'ambtenaar'."
--"Het draait dus helemaal op invallers. Je hebt geen diploma nodig. Je moet alleen 'vriendje' zijn"
--"Zo werkt dat inderdaad, maar bij chauffeurs lukt dat niet meer zo vaak omdat er hogere eisen aan de diploma's voor dat werk worden gesteld. En het wordt meer en meer gecontroleerd. 'Een oogje dichtknijpen' kan minder-en-minder. Daarom worden de vaste chauffeurs onder druk gezet om overuren te maken. En dan gaat hij ook nog zeiken over de betaling. Uit Gomera-Solidariteit, moeten ze dat doen, want zij zijn zelf ook wel eens ziek. 'Loyaal' moeten ze zijn. Totaal middeleeuws!"
--"Nu begrijp ik waarom ik ook hoorde dat het aan de chauffeurs ligt, die zouden geen arbeidsmoraal meer hebben."
--"Ja, dat is zijn manier om de schuld bij een ander te leggen".
--"Wat ik intussen niet begrijp, is het 'onzakelijke' van deze ondernemer die verder zo 'zakelijk' is. Het moet hem toch een bom duiten kosten, die leegloop."
--"Nee, dat is niet zo. Dat is precies het probleem bij die Euro-subsidie. Het kost hem geen cent, want alles is betaald. Bij de vakbond zeggen ze dan ook dat het om een door de EU gefinancierde kneveling is."
--"Maar dan toch mogelijk gemaakt door de lakse houding van de concessie-gever die geen spiertje kwaliteitscontrole uitoefent. Maar goed. De ondernemer heeft de pin op de neus gekregen. Vanaf de volgende week Maandag moet de hele dienstregeling perfect worden gereden. Anders gaat de concessie naar een ander. Wat zijn de kansen dat het hem lukt?"
--"Gering, De staking is al langer verlopen. Niet omdat de chauffeurs aan het werk zijn gegaan, maar omdat ze in het toerisme zijn gaan werken, op een ander eiland, of heel andere baantjes hebben aangenomen. Het zal een hele klus zijn om genoeg chauffeurs te krijgen".
--"Maar dat probleem hebben de nieuwe concessionairs ook!"
--"Niet zo, ze kunnen een langere aanloop nemen, ze hebben meer sympathie wegens hun reputatie want het zijn gerenommeerde busondernemingen elders."
--"Het ontbreekt deze onderneming dus eigenlijk aan professioneel middle management"
--"Precies. Hij is een autocratisch alleenheerser. Regeren met de knoet en met manipulaties. Heel slim op zijn manier. Maar uit de tijd. Daarom noem ik hem middeleeuws. Een bedrijf --in zijn ogen-- bestaat uit een kapitaaleigenaar en een aantal goedwillende, trouwe, onderbetaalde en over-deskundige slaven. Als je hem spreekt lijkt hij soms oprecht onthutst dat hij zó door zijn trouwe arbeiders wordt behandeld."
--"Dat is een twee-deling die ik ook in Zuid-Amerika aantrof. Het totaal ontbreken van een werknemende middenstand. In feite is die er wel, maar in het maatschappij-model ben je òf 'heer', met vermogen, òf 'arbeider', met loon."
--"Dat is niet meer zo. Dat bedoelde ik met 'Europa serieus nemen'."
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 18 Mei 2004
Met de lokaal-politieke roddelarij van gisteren, houd ik het vandaag maar eens kort.
Ik ben weer met wandelen begonnen, maar met de enkel moet ik nog heel voorzichtig zijn.
Zaterdag 29, om 0015, vlieg ik naar Barcelona. Daar neem ik 0845 de trein naar Béziers.
Genoeg voor vandaag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 19 Mei 2004
Onder de titel "Tous non-Américains?" schrijft Le Monde een hoofdartikel:

Nous nous sentions tous Américains au lendemain du 11 septembre 2001. Donald Rumsfeld nous rendrait tous non-Américains.
(wij voelden ons allemaal Amerikaan na 11 september, maar R heeft ons weer 'un-american' gemaakt) en borduurt verder op het thema dat de oorlog in Irak het tegendeel heeft bereikt van de vooropgestelde bedoelingen: "Regeerders en anti-terrorisme experts zijn het daarover eens". 
Ik vraag mij af of het niet voor 'sommigen' wèl de vooropgestelde bedoeling was. Bechtel en Halliburton varen er wel bij en het is niet de eerste keer dat 'het bedrijfsleven', met instemming van velen, een oorlog ontketende omdat het goed voor de aandeelhouders was.
Fameus was de krantenmagnaat Hearst die toentertijd 'leuke oorlogjes' in ruziënde Midden-Amerkaanse staten financierde omdat het zo goed was voor de oplage.
In mijn eigen herinnering liggen de studentenrevolutie in Berkeley in Maart 1968 die --samen met de Parijse studentenrevoltes in Mei-- een keerpunt in mijn leven vormden.
De preciese aanleiding van die Berkeley-revolutie waren de colleges economie waar de 'staatsleer' werd gepredikt en waarin werd voorgerekend dat de Vietnam-oorlog 'goed' was voor de economie. Ophouden zou fataal zijn. Werkeloosheid en depressie stond ons te wachten. Daarmee werden --'wetenschappelijk'-- de anti-Vietnam betogingen bestreden. Politie en traangasbommen kwamen op de campus om die theorie kracht bij te zetten.
Buiten de collegezalen doceerden 'alternatieve' docenten 'alternatieve' theorieën. Daaruit bleek dat dit slechts goed was voor 'de economie' van enkelen, en dat de maatschappij als geheel enorme verliezen leed, en de welvaart werd beperkt. Fondsen voor onderwijs, kunst, gezondheid, en dergelijke, werden onmogelijk. Kortom er was een 'alternatieve economie'. (Het woord 'alternatief' ging daarna een eigen leven leiden in de jeugdcultuur van toen, en de hele cultuur van nu).
Kortom, is het zo vreemd als ik veronderstel als Bush en Rumsfeld wél hun doelen hebben bereikt? En wij maar smalend kankeren dat 'deze stommerikken' hun eigen doelen niet kunnen realiseren. We worden dubbel bij de neus genomen want ook Le Monde schrijft naief:
--" . . cette guerre a créé très exactement la situation qu'elle était censée prévenir . . "
(deze oorlog heeft precies de situatie geschapen die hij pretendeerde te voorkómen)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 20 Mei 2004, Hemelvaartsdag
Vandaag is het zakelijke hoogtepunt van mijn Mei-verblijf alhier: Ik heb een 'cita previa', een afspraak bij de belastingdienst, om mijn belasting te betalen. En aangifte te doen, want dat kan allemaal binnen dertig minuten. Voor zo'n afspraak moet je de centrale in Madrid bellen wat andere jaren wel tot vreemde misverstanden leidde.
Zo moest ik de telefoondame een keer uitleggen dat er nòg een San Sebastián in Spanje was, behalve die stad aan de NW-kust aan de Golf van Biscaya, namelijk het onze, ver weg in de Oceaan. Of die keer dat ze bij hoog en laag beweerde dat ik naar Tenerife moest reizen omdat wij geen eigen belastingkantoor zouden hebben.
Dat is nu allemaal anders. Die Madrileense meiden kennelijk zijn naar een cursus 'vaderlandse aardrijkskunde' geweest, of ze hebben een beter computerprogramma voor hun neus.
Misschien zitten ze wel helemáál niet in Madrid, maar ergens in Zuid-Amerika; wegens de goedkoopte.
Ik begrijp wél waarom er afspraken moeten worden gemaakt. De 'folklore' die ik de eerste jaren in Alicante meemaakte, een lange rij wachtenden in de brandende zon, waar handelaren met koffie en gebak ('koek-en-zopie', schreef ik in de toenmalige reisbrief) langskwamen, kon natuurlijk worden vermeden. Maar ik begrijp niet waarom dat centraal in Madrid moet worden geregeld; het duurde jaren voordat het functioneerde.
De betaalwijze heeft een kleine 'innovatie' ondergaan. Betalen in baar geld is niet meer mogelijk. Betalen met creditcard was jaren geleden al toegestaan. Het meest gebruikelijke is dat je de voorgedrukte slip van de ondertekende aangifte, eventueel met de regeling voor gespreide betaling (ook mogelijk!), naar je bank (om de hoek!) brengt.
De rest in nog steeds hetzelfde. Een ambtenaar vult op de computer het formulier voor je in dat je ter plaatse kunt tekenen of mee naar huis kunt nemen om nog eens over na te denken. Bij de kassa betaal je met creditcard, of je noemt je bank.
De 'folklore' rondom betaling in baar geld is nu ook voorbij. Op TV lieten ze nog wat beelden zien van een jaar geleden toen een geërgerde kruidenier met een paar maatjes --demonstratief-- vier kruiwagens met los gestort kopergeld binnenbracht om zijn belastingschuld van een paar duizend euro te voldoen. Ze waren kennelijk bang dat dit voorbeeld grootschalige navolging zou vinden.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 21 Mei 2004
Zolang ik in Spanje ben, en dat is nu bijna tien jaar 'metterwoon', heb ik gevolgd hoe dit volk, deze cultuur, omgaat met het Franco-trauma. Ik heb daar al vaak over geschreven, want het zijn berichten en observaties van heel verschillende herkomst. Soms zijn het oude ruzies, of --letterlijk en figuurlijk-- verborgen lijken die worden opgegraven. Tot nu toe waren het meestal ouderen die het zelf hadden meegemaakt en partij in het spel waren geweest. Dat beperkte de objectiviteit, om niet te spreken van voortgezette leugenachtigheid en mystificaties.
Meer objectieve studies komen van buitenlanders, waaronder een NLer, Jeroen Oskam, die haarfijn documentenonderzoek deed naar de samenhang tussen de katholieke kerk en het Franco regime. (8, 9 en 17 Nov 2002). Deze publicaties worden meestal uitgebreid beproken in de intellectuele pers.
Nu is een boek verschenen van Spaanse bodem dat op een dergelijke objectiviteit kan bogen. El País noemt het een "generatie manifest". Het komt uit een groeiend milieu van jonge intellectuelen, schrijvers en critici die nu veertig jaar zijn, geen 'idealen' of 'paradijzen' hebben verloren, en ook geen behoefte hebben aan het 'wreken van de overwinning', of het 'mystificeren van het verlies'. Zij zijn wellicht de 'eerste echte democraten'.
De betrokken studie analyseert het gedrag van de spaanse intellectuelen, de schrijvers en de publicisten. Zowel de duidelijke linksen of rechtsen, maar ook de meer genuanceerden, evenals de zorgvuldig en eerlijk zoekende twijfelaars en de kontdraaiende opportunisten.
Het boek heet La resistencia silenciosa. Fascismo y cultura en España. De schrijver is Jordi Gracia, geboren 1965 in Barcelona. (Het regiem eindigde in 1976)
Hij wijst op een doorgaande lijn van 'liberalisme' waar ze hier 'humanisme en buiten de katholieke kerk' onder verstaan. Hij wijst er ook op dat onder de fascisten een groepje 'fascistos cultos' bestond, 'gecultiveerde fascisten' inderdaad. Fascisten die hun vroegere liberale opvoeding en zelfcritiek niet hadden vergeten. Zij hielden de deur naar veranderingen binnen het 'zwarte' fascisme open, zodat in de jaren zestig, langzaam een 'modernisme' kon doorbreken. (De publieke fusillades van 'rooien' hielden toen ook op).
Garcia schrijft:
--"Zonder deze 'fascistos cultos' en het stille verzet van de liberale traditie zou Spanje volledig in handen van het 'integrismo' zijn gevallen."
(Onder 'integrismo' moet je de situatie verstaan dat de katholieke kerk er in slaagt de staats-machinerie voor haar karretje te spannen. Zoals ten tijde van de Inquisitie, bijvoorbeeld, was het de burgerlijke overheid die het 'ketters-vonnis' uitvoerde. De wekelijkse fusillades van 'rooien' begonnen daar op te lijken. Het tegendeel van 'scheiding van kerk en staat' dus.)
--"De spaanse hierarchie van De Kerk was gedurende de oorlog de wèrkelijke steunpilaar van het fascisme. Hoewel daarbinnen ook sprake was van 'stil verzet'. Het is moeilijk om de Kerk de solidariteit te vergeven met de wreedheden van de 'posguerra'"
Onder 'posguerra' verstaat men hier de periode na 1939 toen 'de rooien' overwonnen waren en Franco --in samenwerking met de Kerk-- bloedig --en triomfalistisch-- aan het 'uitroeien' van Het Kwaad begon. Dat duurde, althans bloedig, tot in de jaren zestig. (zie 29 mei 2002, zaterdag, fusillade-dag).
Deze mentaliteit speelde ook in Chili in de Pinochet-periode. Brave huisvaders martelden dat het een lieve lust was, zo bleek uit studies die verschenen in de tijd dat ik er was, omdat het 'communisten' waren, de grootste vijand van De Kerk die Het Goede vertegenwoordigde.
Bush en zijn kornuiten vertegenwoordigen ook 'Het Goede'. Doodeng!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 22 Mei 2004
--"Er schiet mij niets te binnen, zal ik maar schrijven Geen Stukje Vandaag?
--"Gelul. Je kunt niet kiezen, er is teveel keuze. Je kunt niet beslissen. Dat is het!"
--"In Dubio Abstine, is mijn stelregel. Het moet mij helder voor ogen staan; het moet duidelijk bovendrijven, anders zit ik mij te forceren. Die duidelijkheid is er niet"
--"Dat staat je kennelijk helder voor ogen. Nou dan!"
--"Dat het allemaal grijs is? Dat het onduidelijk is?"
--"Ja, de uitdaging ligt juist in de stippeltjes-in-het-grijze. Gisteren schreef je nog over het fatale zoeken naar eenduidigheid in Goed en Kwaad" (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 23 Mei 2004
Niets beter dan de Spaanse liberale traditie kan verklaren waarom de martelingen, zoals de The Washington Post beelden, het gevolg zijn van eerdere woorden van Bush over de 'Axis of Evil', of die van Rumsfeld dat 'de Irakezen willen Amerikaan worden'.
Spanje heeft westerse wereld de Inquisitie geschonken, en dat zelf het meest duurzaam beoefend. Eeuwenlang. En Franco deed het nog eens dunnetjes over met zijn zaterdagse publieke fusillades van 'rooien'.
--"Martelingen", zo schrijft José Vidal-Beneyto in zijn artikel in de serie 'Integrismo Político', "zijn geen bijkomstigheid van een oorlog, ze zijn het gevolg van de het messianistische concept van de publieke taak. Het hoort bij de nationaal-religieuse ideologie, bij Integrismo Político". (El País 22052004)
En van integrismo weten de Spanjaarden die 'Franco' bewust hebben meegemaakt 'alles'.(zie dagboek van eergisteren). Het was de afgrond waar de samenwerking van Kerk en Staat naar leidde. Fundamenteel ondemocratisch! Fundamenteel anti-mensenrechten! Het artikel verwijst naar recente analyses en waarschuwingen Fondamentalisme, intégrisme. Une menace pour les Droits de l'Homme (Edition Bayard, 1997), en Revive us again: The Reawakening of American Fundamentalism, Joel Carpenter. (Oxford Univ. Press 1997) waarbij het 'franquisme' en het 'salazarisme' de europese voorbeelden zijn.
Toen Bush zijn stelling over Goed en Kwaad verkondigde was hij de door God verkozen President die, dank zij de macht van de VS, diens afgezant op aarde kon zijn, diens 'messias'. Voor Bush is Geloof en Vaderland één. Irak is de heilige oorlog die hij dan ook zonder blikken of blozen doordramde.
Toen Rumsfeld zei dat Irakezen Amerikaan wilde worden, zei hij dat Amerika het Goede vertegenwoordigde. Het Goede is 'onweerstaanbaar'. Wij hebben de plicht Het Goede te kennen en te aanvaarden.
Dit is precies de kern van de martelingen (Crónica de la Inquisición española, Joseph Perez, 2002) want die zijn bedoeld om de ketters en de misdadigers door zelfontdekking (autodesvelamiento in het jargon van de Inquisitie) tot het inzicht en omarming van Het Goede te laten komen. In het diepst van hun pijn en ellende (more pain, more gain!!) zou God hun die genade van het inzicht schenken.
Zo niet --dat was dan een Godsoordeel, was je handen in onschuld-- dan brengt de ketter/misdadiger niet alleen zijn eigen Verlossing in gevaar, maar ook de algemene Vrede. Ketterij is een zonde tegen God, maar ook een misdaad tegen de eenheid van het vaderland en van het geloof, en tegen de maatschappelijke cohesie. Dan moest hij worden 'verwijderd'. Dat is de ideologie van de Inquisitie, door martelen bevorder je Het Goede. In de vorm van brandstapels en heksenprocessen maakte de Inquisitie school tot ver buiten Spanje; ook ik de VS (Salem).
Het ritueel was gedetailleerd voorgeschreven, en in Abu Ghraib deden ze het precies zo: Ontkleden, pijnigen, met vernederende kleding herkleden om zich van hun onwaardigheid bewust te worden, verplichten tot langdurige onmogelijke houdingen en het geheel vereeuwigen voor het publiek of nageslacht. Vroeger met schilderijen, nu met foto's in The Washington Post
Het ritueel heette toen Auto de Fé, (Acte van Geloof). Als je daarvan de voorbeelden wil zien kun je naar diverse musea in de wereld gaan, maar gemakkelijker is om "auto de fe" in Google te kloppen, Google op 'plaatjes' zetten, en het zoeken in te perken met --bijvoorbeeld-- woorden als 'rizzi' of 'berruguete'. Dan vind je de beroemde werken van Pedro Berruguete, Auto de fe de Santo Domingo de Guzmán en van Francisco de Rizzi, Auto de Madrid uit 1680.
De rituelen worden bijgewoond, nee, voorgezeten en gerechtvaardigd, door de hoogste prelaten in vol ornaat. Zo zullen we Bush en Rumsfeld niet op de foto's zien, maar zo staan ze wel in de innerlijke beelden van de velen er lustig op los martelen. Per slot is martelen het eeuwenoude middel om de mens van de Axis of Evil af te houden en om Irak more American te maken. God wil het!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 24 Mei 2004
De menselijke ziel kan zich in verbinding stellen met de ziel van een ander: Communicatie. Soms is het een dubbele monoloog, want ‘ikke’ is Deens voor ‘nee’ en Hongaars voor ‘ja’, en tevreden uiteen gaan is geen bewijs.
Communicatie kan de vreemdste hindernissen passeren, en blijvend vastlopen op miniscule drempels die fatale doornenhagen worden. Woorden zijn soms schallende herauten van wat nooit wordt waargemaakt, maar kunnen ook raken, recht naar de ziel gaan, en daar voorgoed blijven wonen. 
--"Zijn het je ogen?"
--"Zijn het de dampen van je handdruk?"
--"Of wat?"
Dat zong een verliefde vrouw gisteren op de radio. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 25 Mei 2004
NYT maakt melding van een interessante ontwikkeling. De leugenachtigheid van de heren Bush en Kerry loopt zó de spuigaten uit, dat consumentenbonden er zich mee gaan bemoeien. Dat kan, want de onwaarheden worden in 'commercials' op de TV gebracht. Daarom vallen ze onder de strenge wetten van de Federal Trade Commission.
In de loop van de tijd heeft de FTC vaak frappante uitspraken gedaan die in Europa verrassing wekten om hun nuchtere wetenschappelijkheid. Europese uitspraken spaarden de kool, de geit en de 'commerciële traditie' (van overdrijving).
De consumentenbond:
--"De heren hebben recht op een eigen mening, niet op eigen feiten". (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 26 Mei 2004
Toen ik het strijdlied 'Forward Christian Soldiers' laatst hoorde, zag ik opeens de Roomse struggle in een interessant perspectief. Na de aanloop was het lang een imperium, maar splitste zich spontaan in protestantismen, en nu in talloze zeer vitale evangelische gemeenten. Het Boek is hun enige waarheid.
De Islam kent precies zo’n geschiedenis. Het was óók lang een imperium in zijn deel van de wereld, en viel eveneens uiteen in vele vitale stromingen en sektes. Ook met Boek.
We beleven nu de globalisatiefase.
--"Terrorisme", roept de een.
--"Imperialisme", schreeuwt de ander.
Maar het is slechts The Meeting of The Books. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 27 Mei 2004
--"Het is lekker communiceerbaar, dus is het waar", schreef ik uitdagend op 4 September 2003 en badineerde over deze nieuwe vorm van waarheidzoeken:
--"Wat hebben we aan waarheden die slechts in kleine kringetjes van filosofen wordt beleefd?".
Wim van Dinten, in zijn boek Met Gevoel voor Realiteit, legt uit dat televisie in de vijftig jaar van haar bestaan ons ertoe heeft gebracht TV als werkelijkheid te ervaren. Met onze voeten op eigen grond keken we vroeger naar de buis als door 'een venster naar buiten'.
TV-makers bouwen nu een wereld uit het verbeeldbare en aandachttrekkende. Dat is Waarheid geworden. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 28 Mei 2004, vertrekdag
Anthropologe Bell maakte een reis door Zuid-Oost Azie en verdiepte zich in honderd huishoudens in zeven landen. Het was een opdracht van Intel die zich afvroeg:
--"Hebben wij niet een wereldbeeld dat zo 'westers' is dat wij hele volkstammen bij voorbaat uitsluiten?"
Dat bleek zo te zijn. Boeiend!
Nog boeiender is de observatie van een consultant in Californie dat de laatste 18 maanden internationale en interculturele business research opmerkelijk is toegenomen. (NYT, 6 Mei, Circuits)
Zou het kunnen dat 'business' zijn oorlogslesje sneller heeft geleerd dan de havikken in Washington die 'zeker weten' dat Irakezen graag Amerikaan willen worden? (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Barcelona Vliegveld, Zaterdag 29 Mei 2004, 0545 MET
We zijn om 0400 MET geland. We vertrokken op tijd, 0015 GMT. Ik heb het hele als een blok geslapen, en werd pas wakker toen de wielen op de landingsbaan bonkten.
Ik had de laatste boot (van 1830) en ik had de achternamiddag besteed aan een lekkerlangluie siësta. Zodoende was ik de hele wachtavond lekker fit om op het vliegveld de Vrijdagse kranten te lezen en *niet* te eten, want reizen doe je het best met lege maag en veel water. Dat laatste had ik bij me; voor alle zekerheid.
Hier zit ik in Cafetaria ARS, vlak bij "Arrival B". Ik drink thee en wacht ik op het eerste treintje naar de stad, om 0613. Hiernaast is ook de wenteltrap naar "Buffet Catalunya" waar je voor een zéér beschaafde prijs onbeperkte toegang hebt tot een zéér uitgebreid zelfbedieningsbuffet met de 'alle' Catelaanse gerechten. Ik heb daar vaker gesmikkeld. Ghislaine had het laatst niet kunnen vinden, vandaar dat ik het hier 'for the record' nog eens vermeld: Naast "Arrival B", en naast 'het' Cafetaria ARS, want van dat laatste zijn kleinere versies elders op het vliegveld.
Nu ik toch 'for the record' bezig ben, noteer ik meteen wat andere 'reis-practicalia' van dit vliegveld: De beste verbindingen met de stad. 'Het treintje' gaat iedere 30' om 13' en 43' vanaf 0613 tot en met 2340 (nee, niet 2343!). 'De' bus (want er zijn veel duurdere, zeer misleidend) gaat iedere 12' van 0600 tot 2400. Beide verbindingen ken ik. 'De' bus stopt bij alle uitgangen van het vliegveldgebouw en eindigt in de stad bij Plaza Colón (Op loopafstand daarvan ken ik twee zéér billijke pensions).
Dezelfde dag, 0730, Barcelona, Station Sants, (Onderweg)
Ik zit te wachten op de TALGO naar Béziers. Tjokvol kennelijk, want er was géén plaats in Preferente en in Turismo de laatste in de rookcoupé. Beter dát dan het boemeltje en twee keer overstappen. Nu ben ik om 1237 Béziers. Olivier haalt mij daar af.
'Het treintje' --even 'for the record'-- heeft wat upgrading ondergaan. In plaats van bij een nurkse man achter een donker loketraamtje, koop je nu je kaartje bij een duidelijke automaat. Bovendien kun je hier meteen een kaartje kopen voor verdere verbindingen binnen het lokale RENFE net. Helaas staat er geen kaartje bij. Het is nogal 'provinciaal' om er van uit te gaan dat 'iedereen' dat wel weet. Misschien is het een voorbeeld van de groeistuip van deze stad.
De Catelanen hebben wat moeite met hun identiteit, en met hun 'nieuwe' relaties met de buitenwereld, nu ze een 'eigen taal' (mogen) hebben. De website van Forum 2004, de vorige week hier te plaatse, was naast het Catalaans, alleen in het Frans en het Engels. *Niet* in het Spaans. Ik bedoel maar, als je zo met je naaste buren omgaat, ook al ben je daar enige eeuwen door onderdrukt, zit je toch in de 'puberteit'; als volk.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Zondag 30 Mei 2004, Pinksteren
Ik heb er lang over nagedacht --lekker onder de warme wollen dekens-- of ik niet zou schrijven "Vandaag geen stukje", want het was allemaal zó verwarrend geweest sinds mijn aankomst. In 'feite' was er niks bijzonders, ik was moe, had mijn draai niet, was hongerig, maar wist niet wat te eten en nog een paar van dat soort dingen die je samenvat onder de uitdrukkingen 'van slag zijn' en 'een kat in in vreemd pakhuis', terwijl ik mij toch thuis zou moeten voelen op deze plek, een van mijn twee 'basiskampen'.
--"Juist dán, juist dán moet je schrijven", sprak ik mij tenslotte toe, "Sit down and write! is de enige remedie. Wat je niet kunt bestrijden moet je beschrijven. Neem een koekje van eigen deeg!".
En zo schreef ik dit stukje, en typte ik het handschrift van gisteren over. Van de rest van de dag van gisteren is alleen te melden wat hierboven staat, dat ik tenslotte in bed belandde, in slaap viel, wild droomde en vanmorgen twijfelde of ik wel 'een stukje' zou schrijven.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb (Frankrijk), Maandag 31 Mei 2004, Pinkstermaandag
--"Teveel sociale lasten is misschien wel slecht voor de bank, maar te weinig ook, want het is slecht voor de community, en dus ook voor de bank"
Dat schreef ik in Auckland naar aanleiding van de conferentie 'Niet-economische factoren van economische groei'. Het waren de woorden van Helen Clark, Prime Minister, bij de afsluiting van die conferentie waar een belangrijke stellingname van de economische fundamentalisten werd gerelativeerd --zo niet ondergraven. (zie 22 en 26 feb 2003 en een apart artikel)
--"Wij moeten op onze sociale voorzieningen bezuinigen om tot economische groei te komen", luidt die stelling.
Een van de bijdragen kwam van Richard Florida die eerder een boek schreef "The Rise of the Creative Class: And How It's Transforming Work, Leisure, Community and Everyday Life". Hij hield de conferentie "de drie T's" van economische groei voor: "Technology, Talent and Tolerance". De eerste twee komen in alle economische-groeimodellen voor, maar de derde ontbreekt. Florida betoogt dat die 'derde T' rechtstreeks verantwoordelijk is voor 'creativiteit', voor vernieuwing. Maar 'tolerantie' staat haaks op de mentaliteit van een gesettlede economie. 'Meer van hetzelfde, en keine Experimente', zijn daar de (be)toverwoorden.
Een Belgische vriendin, die aktie voert voor een totaal-vernieuwde relatie tussen Kunst en Economie (www.arteconomy.be), schrijft mij dat Richard Florida de Belgische minister van Industriezaken met zijn ideeën heeft aangestoken. Samen houden ze voordrachten door het hele land. Het 'conference paper' is een .pdf-file van nog geen megabyte: Europe in the Creative Age, (Florida en Tinagli, feb 2004) dat ik graag aan liefhebbers toestuur. Het geeft niet alleen een uitstekende synopsis van het eerdere boek, maar staat vol met overzichtelijke grafieken van de toepassing van Florida's gedachtegoed op de Europese landen. Dat ontbreekt in het boek.
Interessant is te zien hoe de Noord-Europese landen op de factor 'tolerantie-creativiteit' veel hoger scoren dan de Zuid-Europese. Dat streelt 'mijn' theorie dat 'de' kloof in Europa niet tussen de landen --of tussen Oost en West-- maar tussen Noord en Zuid moet worden gezocht.
Mijn kritiek op het 'conference paper' is alleen dat het cijfermateriaal op basis van 'nationale' bronnen is verzameld en vergeleken terwijl --en dat betoogt Florida zelf ook-- "the locus of competitiveness is the city-region, not the firm or the nation". Dat sluit aan bij de oorspronkelijke studies op dit gebied die regionaal het voorkomen --en de dynamiek-- van Inner Oriented People vaststelden. (zie dagboek feb 2003).
Citaat uit Europe in the Creative Age:

" . . . that to finance social spending and protection, economic dynamism must be triggered, and that continental Europe's layered institutions of welfare, regulation and family support impede this in one way or another.
But in identifying tolerance as a pillar of creative competitiveness, Florida and Tinagli question whether we should flip the assumption of cause and effect: dynamic knowledge-economics do not beget social cohesion; rather certain kinds of social cohesion can beget dynamic knowledge-economics.
The Nordic countries exemplify this combination of an intense, open and innovative enterprise culture with some of the most egalitarian social an civic cultures in the world"
Dat zei Helen Clark ook, maar zó eenvoudig dat de fundamentalisten het niet begrepen.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek Mei 2004