Mijn Dagboek 50

Dit is Dagboek 50. Het loopt van 1 tot 31 Juli 2004 en begint in NL waar ik diep ben ingeziekt en tel de dagen tot ik in de mediterranée kan beginnen met uitzieken. Ik beschrijf in NL hoe ik er het beste van maak, en in F hoe de pap uit mijn spieren, en het zaagsel uit mijn hersenpan, geleidelijk verdwijnt. Mijn wereldje was zo klein geworden dat ik van 'street observer' 'soul observer' werd. Als ik 'er' weer ben, laat ik jullie meegenieten van Geert Mak's boek, van de correspondentie die ontstaat over een dichtregel van Antonio Machado "Wandelaar, er is geen weg." ('Caminante no hace camino'), en praat jullie bij over de Franse economie- en wijnproblemen.
Index Juli 2004
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.

Eindhoven, NL, Donderdag 1 Juli 2004
Terug van de tandarts was ik bij Yvonne, mijn ex-next street neighbour, die mij met foto's van bloeiende buurtbomen op de hoogte houdt van de NLse seizoenen in 'onze' wijk.
's Avonds keek ik met Pieter naar Nederland-Portugal tot aan de pauze. Na de pauze was Ghislaine weer thuis en treurden wij. We hadden het 'onze' jongens graag gegund, maar de Portugezen speelden gewoon met meer 'ziel'.
Vanavond komt Aldert en Jeannette eten. We hebben Hollandse Haring als voorgerecht. Die ga ik dadelijk kopen.
Verder wat rustige huishoudelijke boodschapjes en klusjes, en mij --boven alles-- gedeisd te houden.
De zon staat mij bij. Ik hoef nog maar vijf dagen.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, NL, Vrijdag 2 Juli 2004
Gisteren was erg. Het begon al 's morgens vroeg. Dan heb ik, zelfs onder de slechtste omstandigheden, wat 'frisse uurtjes'. Gisteren niet. Pas laat in de middag trok het 'slappe-vaatdoekgevoel' weg: Zaagsel in mijn hersenpan; pap in plaats van spieren. Heel vervelend.
Ik had een afspraak met Sylvia over mijn 75ste op 4 September. Dat loopt lekker en het was bovendien gezellig om ook over 'gewone dingen' bij te praten. 's Avonds, toen Ghislaine thuiskwam --en Aldert op bezoek-- was ik weer wat bijgetrokken. We genoten van het eten, de kout --dat is altijd OK met Aldert-- en hadden als 'toe-tje' Griekenlands overwinning. Een prachtige wedstrijd.
Nu, vanmorgen, loop ik er heel wat frisser bij. Ik hoop dat het zo blijft. Ghislaine heeft de komende dagen vrijgehouden. Om samen te verkeren. Reken maar van Yes!.
--"Helaas nog maar vier dagen", denk ik dan.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, NL, Zaterdag 3 Juli 2004
'Dingen doen'. 'Alert zijn'. 'Aktief aandacht schenken'. Niets van dat alles. Uitgeput zit ik te 'zijn'. Wat heb ik te bieden? Alleen mijn aanwezigheid, mijn 'bijzijn' zoals Nand Cuvelier dat noemde in zijn 'topologische verkenning van krachten tussen mensen'.
Dat 'bijzijn' kun je geven, zegt hij. Wat betekent dat? Ik citeer:

"Geef het Bijzijn".
Toen Mandraciet naar vrienden toeging, zei hij:

Ik ga naar mensen toe, niet naar een bos of de kust.
Mijn hart, mijn gedachten gaan voor me uit
naar mensen, naar hun gedachten en naar hun hart.
De richting van mijn ogen is de naald van het kompas
dat mijn hoofd, mijn hele lichaam leidt
naar diegenen die op me wachten
of die ik verrassen zal als een ontdekkersboot
die aanlegt aan een ongerepte baai.
Al wat links is, laat ik links.
Wat rechts ligt, laat ik rechts.
Ik strek me naar de nakende nabijheid.
Ik beweeg verder met vaste schreden.
De laatste stap van mijn tocht wordt de aanraking
met de ander, het geven van mezelf.
Dit �ne vervult me geheel: mijn eigen tegenwoordigheid
is het broze en voorname geschenk dat ik heb.
Mijn bijzijn bij de ander: het begin van alles.
Ik draag het behoedzaam naar ginder, recht voor me uit,
om het neer te leggen in de schoot
van diegene die mijn bijzijn dragen wil.
Nand Cuvelier, De Stad van Axen, mijn boeksignalering van vier jaar geleden.
of www.van-eyk.net/gerard/biblio/axenxxxx.htm
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, NL, Zondag 4 Juli 2004

Al wat links is, laat ik links.
Wat rechts ligt, laat ik rechts.
Dat citaat van gisteren beschrijft precies mijn weekend met Ghislaine. Gewoon 'thuis' en 'zijn'. Verder niets. Samen. Samen 'verkeren'. We keken DVD. Hand in hand op de divan. (Een oude documentaire van de NCRV over Wilhelmina, en later een oude Hitchcock met Grace Kelly en Cary Grant). We maakten plannen voor een boek dat we samen gaan schrijven. We dronken thee en kokkerelden wat. Er is zoveel. Rustig pikken we de krenten-uit-de-mik.
Buiten 'buien met af-en-toe zon'. Tussendoor deden we ook nog iets in de tuin. Ik wipte even naar het station om mijn reis van morgen te regelen. (Morgenvroeg met de trein van 0909)
Vandaag precies zo. Ik wandel straks naar Jeroen, mijn zoon, voor een kopje koffie en elkaar weer eens 'zien'. Vanavond komen de buren nog even voor een wijntje.
Genoeg voor onze laatste dag.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, NL, Maandag 5 Juli 2004, reisdag
Het is bijna half zeven. Het koffertje staat kant en klaar bij de voordeur. Dit computertje gaat dadelijk in de schoudertas. Dan is alles op zijn plaats om te vertrekken. Dan is er tijd om rustig afscheid te nemen en met Ghislaine te 'verkeren'. Ze slaapt nu nog.
Intussen analyseer ik weer eens wat mij zo zenuwachtig maakt de laatste dagen en uren voor mijn vertrek. Op een moment als dit, met het koffertje kant-en-klaar, is die spanning van mij afgevallen. Opeens. Op het moment dat ik de sloten dichtklikte. Ik wist al langer dat het dichttrekken van een voordeur achter mij, en het op straat staan met mijn hele hebben-en-houden óók zo'n rustgevend moment was.
En dat dichtklikken dan? Ik denk dat het zó zit: Het koffertje is tjok- en tjokvol. Alle dingetjes passen in elkaar als een Chinese Puzzle. Bij ieder vertrek is het spannend of het weer lukt die puzzle op te lossen. Voor nieuwe dingen die ik heb gekocht of gekregen moet ik plaats maken; moet ik iets voorgoed achterlaten. Dat maakt die puzzle spannend en emotioneel.
Dat dichtklikken is het bewijs dat het weer is gelukt.
Nu kan ik weer vooruit kijken. Vanavond ben ik in Cessenon. Albert haalt mij in Béziers af van het station. Overstappen in Parijs, Brussel, Roosendaal en Breda. Afscheid nemen van Ghislaine. Dat is mijn voorland-van-het-moment.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag 6 Juli 2004

Ik heb nooit zin in huiswerk.
Als is soms wel zin heb,
ga ik in een stil hoekje zitten . . . .
Wachten tot het over is.
Dat zag ik vorige week op een schoolagenda in een boekwinkel. Ik heb dat vanmorgen tot 'mijn regel' gemaakt. Ik werd tureluur van wat ik hier zou kunnen doen aan noodzakelijks(1), nuttigs(2) en leuks(3), maar ik zag het verschil tussen 1, 2 en 3 niet meer. Mijn hoofd was nog 'pap', maar toch niet zó.
Het is al middag. Ik heb 'niets' gedaan. Ik denk dat ik maar weer ga slapen. Misschien heb ik daarna weer 'energie & inzicht' om mij opnieuw aan 'mijn regel' te houden.
Dit was dus een overtreding.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag 7 Juli 2004
Ik ben duidelijk aan het 'uitzieken'. Ik heb weer aandacht voor de wijdere omgeving. Tot eergisteren was ik aan het 'inzieken'. Iedere dag werd mijn wereldje kleiner. Ik bleef het beschrijven als gewoonlijk, maar het reikte vaak niet verder dan de binnenkant van mijn 'overleef-coconnetje'. Mijn beschrijvingen kregen een hoog 'ego-gehalte'. In plaats van street observer werd ik soul observer.
Maar gisteren al, na een dag van 'nietsdoen' en mijn tweede of derde 'siësta', kon ik mij ordelijk concentreren op een artikel in Le Point van 1 juli dat ik op Gare de Lyon kocht om de lange wachttijd door te komen. Met mijn 'pap'-hoofd besliste ik dat het de moeite waard was om te bewaren.
Het was een lang gedenk-artikel over Michel Foucault (1926-1984). 25 juni precies 20 jaar overleden. Het was een interview uit 1975 dat grondig inging op zijn analyse van de macht.
--"Het was in 1968 moeilijk om niet marxist te zijn" zegt hij, "maar een bezoek aan Polen als gastdocent hielp mij er vanaf".
Met verbazing keek hij hoe wetenschap en macht in elkaar verstrengeld raakten. Vroeger kon je alleen waarheidszoeker zijn als je je verre hield van 'macht'. Maar de menswetenschappen werden steeds meer een instrument van macht. Zij mondden --bijvoorbeeld-- uit in de psychiatrie. Hij schrijft er een studie over: 'Bewaken en straffen'. Eerder had hij een 'geschiedenis van de gekte' geschreven. Van binnen uit:
--"Al bij het ontwaken van mijn sexualiteit, voelde ik mij afgezonderd, niet uitgestoten, maar wel behorend tot de 'schaduw van de maatschappij'. Dat is nogal wat om op je eentje te ontdekken", zegt hij.
--"Als je niet bent zoals de anderen, ben je abnormaal en ben je ziek. 'Niet als de anderen', 'abnormaal' en 'ziek' zijn drie verschillende zaken, maar 'de psychiatrie' zet je wel --figuurlijk, maar ook letterlijk-- achter slot en grendel. Zij is instrument van de openbare orde en de 'gangbare waarheid', maar heeft nog steeds het odium van 'waarheidszoeken'."
Foucault zocht de relatie tussen wetenschap en macht in het hier-en-nu. In de wetenschap op het moment dat ze ontstaat:
--"Hoe ontstaat 'wetenschap' binnen (onze) gegeven maatschappij?", vraagt hij zich af.
Dat is in wezen een marxistische vraagstelling. Maar van Marxisme had hij afscheid genomen:
--"Het waren wel de goede vragen, maar de verkeerde antwoorden", had hij in Polen ontdekt.
Zo bevond hij zich ook in de schaduw van de (gangbare!) marxistische wetenschap.
--"Het was moeilijk om niet marxist te zijn"
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, Donderdag 8 Juli 2004
Gisteren regende het de hele ochtend. Met buien. Gelukkig geen 'druil' zoals in NL. De zon kwam er regelmatig tussendoor, maar pas na de middag was het gras droog genoeg om de maaien. (Lang genoeg was het al eerder ;-))
'Zorgen voor de tuin' is hier in Cessenon een deel van mijn dagelijkse bezigheden. Dat maakt mijn verblijf hier anders dan de rest van het jaar. Ik Upington had ik ook het genot van een tuin --hij leek zelfs een beetje op deze-- maar ik hoefde er geen vinger naar uit te steken. Direkt na mijn aankomst was ik nogal in paniek door de 'overweldigende' haag, maar nu is die af, althans de buitenkant, wordt de tuin deel van het dagdagelijkse patroon. Bovendien heeft Ghislaine de binnenkant 'opgeëist' voor als ze hier is. Zij komt over tien dagen en blijft drie weken. Ik kijk er naar uit.
Wegens de regen kon ik gisteren een interessante 'binnenshuisklus' afmaken. Vooruitlopend op mijn verjaardag had ik van Ghislaine 'Audio Jukebox' gekregen. Een "iPod", maar dan van Philips. Ik had hem in Johannesburg op het vliegveld gekocht, maar ik moest wachten tot ik hier een 'betere' computer had om die te vullen met CD's. Op La Gomera, in het I-café, had ik mij al verdiept in het 'rippen' en al die andere bezigheden waarvoor je een 'eenvoudig machientje' van het Internet kunt downloaden. Direkt na aankomst in F kocht is een geschikte laptop, want 'mijn kleintje' van zeven jaar oud, waar ik dit dagboek op schrijf, kan dat moderne gedoe niet verwerken.
Al vóór mijn vertrek naar NL had ik de CD's die ik ooit meezeulde --toen ik met twee koffers een half jaar door Chili reisde-- in 'het doosje' gekregen. Wat een ruimte verschil! De CD's --zo'n veertig stuks-- zaten zonder doosjes in twee reismappen en daarbij kwam nog een CD-Walkman als bagage. Nu zit hetzelfde in 'een pakje sigaretten'. Gisteren heb ik er alle strijkkwartetten van Beethoven (zeven CD's) bijgezet, uit de collectie van Ghislaine. De stand is nu 70 CD's met een totaal van 736 'tracks'. Toch is het kastje nog maar voor 22% vol, weet de software te melden. Als Ghislaine de volgende week komt, neemt ze een doos CD's mee die ik uit haar collectie heb gekozen om 'altijd' bij me te hebben. Mooie klus voor regenachtige dagen. Ik zal dan 'als vagabond' méér CD's tot mijn beschikking hebben dan de doorsnee 'sedentair'.
--"Three cheers for technology!!"
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, Vrijdag 9 Juli 2004
Soms weet je intuitief dat een bepaalde mail of bijlage een 'tijdbom' bevat of een 'doos van Pandora', of een 'gebeurtenis'. (Ik heb het niet over virussen en dergelijke platitudes.) In zo'n geval aarzel je met openmaken. Omzichtig leg je het in een stil hoekje van je harde schijf en kijkt uit naar een moment in je agenda waarop die 'verrassing' het beste kan worden gesavoureerd, weerstaan of ondergaan. Kortom, je reserveert "Tijd & Ruimte" voor 'het evenement'.
Zo'n mail kreeg ik ruim twee weken geleden van Julie. Zij zet zich in voor een heel andere kijk op de relatie tussen Kunst en Bedrijfsleven. Ver verheven boven --en véél verder reikend dan-- het ordinaire sponsoren of kunstpromotie. Al 12 juni 2003 en laatstelijk 31 mei 2004 schreef ik er iets over, maar Het Wèrkelijke stond toen nog te gebeuren.
Het gaat om een serie diepsnijdende discussieavonden, die ook nog in 2005 worden voortgezet, want het onderwerp wordt niet licht opgenomen. De eerste avonden zijn geweest, en meteen kreeg ik van Julie een mailtje-met-bijlagen onder de lakonieke "RE:" van 'teksten'. Die liet ik dus even liggen. Met mijn 'ingeziekte' conditie in NL van de vorige weken, zou ik met geen mogelijkheid de inhoud kunnen begrijpen, laat staan weerstaan of savoureren. Mijn nieuwsgierigheid won het pas gisteren van de 'verstandige' inschatting van mijn mentale kracht.
En een verrassing was het! Ik zal er dagen zoet/zoek mee zijn. De titel en de kernstelling van deze reeks discussies luidt: "Kunst en Economie, wij zien geen verschil". Zij wordt gelardeerd met uitspraken van het volgende kaliber:

"Het kunstbedrijf is even geolied (en vervuilend) als het produktiebedrijf. De kunstenaar is een ondernemer geworden, spil van een organisatie die vergelijkbaar is met die van een ondernemer. Een produktie is het resultaat van een sterk idee in een geoliede organisatie."

"Doen kunstenaars en ondernemers het alleen maar voor het geld? Of hoe rechtvaardigen ze hun acties?"

"Het taboe van mislukken. Hoe gaan kunstenaar en ondernemer om met (risico op) mislukken? Mag men überhaupt mislukken? Uw succes hangt af van uw opeenvolgende successen. Een eenmalige faling kan uw reputatie onherroepelijk schaden."
De tweede inleider, een academisch cultuursocioloog, verklaart de kernstelling onhoudbaar en haalt daarvoor *niet* de prins van de sociale wetenschappen, Pierre Bourdieu, van stal, maar twee rijzende sterren, Boltanski en Thévenot, die jarenlang tot de inner circle van Bourdieu behoorden, maar nu gebroken hebben met hun leermeester. 'Vadermoord', noemt deze cultuursocioloog het. Dat werd dus vuurwerk!
De eerste inleider noemt zich --en zijn vriendenteam-- "speler in een stedelijk-cultureel-creatief-ecosysteem", en vertelt gewoon hoe hij het doet. Buiten de 'erkende' cultuurcentra, eigenwijs, en met een mengeling van verstandig ondernemerschap en gezond verstand, bereiken zij effectiviteit vaak ten koste van efficiëntie. Midden in Gent staat het gebouw dat ze van de sloop redden. Nu is het 'zeer gewild' bij de avant-garde. Eigenzinnig, en wars van overheidsbevoogding.
Dergelijke dingen gebeuren in België. De website heet www.arteconomy.be, maar, toen ik zojuist keek, kreeg ik blanco pagina's. Ik weet dus niet in hoeverre de 'teksten' die ik van Julie kreeg daar (al) worden genoemd. Ik hou jullie op de hoogte.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, Zaterdag 10 Juli 2004
Bij de 'teksten' die ik gisteren aanhaalde, was ook een stuk met 'ruwe tekst'. Het was de discussie, zó, vrijwel zonder redigeren, van de geluidsband overgetypt. Vol met 'puntje-puntje' als de typist het niet kon verstaan, en als de --gebruikelijke-- kromme zinnen van een levendige discussie ook geen houvast boden. Maar de sfeer is duidelijk. De spreker heeft een bedrijf dat subsidie krijgt, en het gehoor moet 'zijn geld helemaal zelf verdienen'. Kinnesinne dus:
--"Wij 'als bedrijfsleiders' stellen ons toch serieuze vragen als wij vernemen dat De Munt (De belangrijkste Belgische Opera) er niet in slaagt één produktie rendabel te maken".
--"U hebt het voordeel dat u geen meerwaarde hoeft te creëeren voor aandeelhouders."
Het helpt maar weinig als de 'kunstondernemer' zegt dat 'binnen het kunstcircuit zelfs de meest internationale succesvolle produkties nog altijd overheidssteun nodig hebben en dat de toeschouwer niet bereid is voor een kaartje de werkelijke kosten te betalen.
Het heeft ook weinig geholpen dat de spreker, een historicus die zich in zijn jonge jaren --22 jaar geleden-- in een avontuur stortte om een historisch gebouw van de sloop te redden nu in het bedrijfslevenjargon wordt aangekondigd als "Direkteur van het Kunstencentrum De Vooruit te Gent, vandaag met 70 medewerkers en een balanstotaal van ruim 10 miljoen euro. Hij is van opleidng licentiaat hedendaagse geschiedenis, haalde aan "Vlerick" zijn MBA en doceert Cultuurmanagement aan de Universiteit van Antwerpen".
De 'ontgroening' gaat nog even door:
--"Als je ziet dat 'hoe meer subsidies je krijgt, hoe meer je bureaucratiseert', moeten wij dergelijke organisaties niet droog houden? en op honger zetten? om ze creatief te houden?".
Kijk, nu staat de kunstondernemer voor open doel. Kennelijk met Minzberg --die hij citeert-- en wellicht ook met andere guru's van het public managenemt zoals Herbert A. Simon in het achterhoofd zegt hij doodleuk:
--"Als het waar is dat rijkdom en welvaart creativiteitsdodend zouden zijn, dan zouden we ook moeten hopen dat we in het bedrijfsleven niet te veel profit gaan genereren. Wij zorgen voor een permanente uitnodiging tot creativiteit, zodat het de artiest ook nog interesseert. Maar niet door ze 'arm' of 'droog' te houden, maar door de tools daarvoor te creëren".
Bij tools dacht hij vermoedelijk aan James Q. Wilson die al vele jaren geleden managers leerde over de rand van de bekende input-output organisatie heen te kijken, en de ogen te openen voor andere doelstellingen, andere tools en hoe 'andere' organisaties gemanaged kunnen worden.
Ze zijn bijna op voet van gelijkheid. De overheid is nu de gemeenschappelijke vijand:
--"Wij ondernemers ervaren de overheid een beetje als een onbetrouwbare partner. Wij lezen soms dat subsidies opeens worden ingetrokken. Hoe is dat bij De Vooruit?"
--"Wij kregen in februari bericht dat onze subsidie voor het lopende jaar werd gekort."
--"Voor het volgend jaar?"
--"Nee voor 2004."
--"Als ondernemers hebben wij een crisisplan. Hebt u dat ook?"
--"Wij hebben een aanzienlijk percentage eigen inkomsten en op basis van die cash flow hebben we reserves aangelegd die ons toelaat in zes maanden op eigen kracht af te bouwen en de mensen op een convenabele manier te laten stoppen."
De rest is achterhoedegevecht. Hij moet nog uitleggen dat het juist is dat de overheid tussenbeide komt en corrigerend optreedt. Zwembaden bijvoorbeeld.
--"Geen enkele keer dat ik dit jaar ben gaan zwemmen was rendabel. Geen enkele student is rendabel en de professor ook niet. Ze kunnen wel kostenefficiënter worden, maar de bottom line blijft onrendabel. Trouwens, was is het 'nut' van de receptie in uw bedrijf?"
Nu kunnen ze elkaar serieus nemen. Ze komen toe aan inhoudelijke vragen en aan de kernstelling: "Kunst en Economie, wij zien geen verschil"
--"Het grote verschil is dat Kunst nutteloos is. Het nutteloze van het artistieke. Nutteloos in de zin van 'zonder economisch nut'. Niet in de zin van overbodig. Kunst esthetiseert ons leven. Dat is op zich zonder economisch nut. Streep de kunst weg, en winkel blijft open, de samenleving blijft draaien. Pak de economie weg, en de samenleving draait niet meer. Alleen: Welk soort samenleving zou dat genereren op lange termijn?"
Toen begon het gesprek pas.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, Zondag 11 Juli 2004
Het is al laat in de middag. Vanmorgen ging ik vroeg op pad voor een 'oefenwandeling' van 24 km. Lekker op vlak terrein. Om te oefenen voor de 30 km wandeling a.s. Vrijdag, als ik weer 'over de berg' naar Olargues, naar mijn broer, zal gaan. En om het NLse gif definitief uit mijn knoken te jagen.
Maar ik heb mij vergist in mijn conditie. Het 'herstel' van de NLse weken zag er mooier uit dan ik dacht. In plaats van met een fris hoofd vol ideeën voor de rest van de dag, kwam ik uitgeput thuis. Ik moet mij beperken tot 'lichte bezigheden'. Dat waren mijn grenzen.
Dus: Geen stukje vandaag. Morgen ben ik er weer.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, Maandag 12 Juli 2004
--"Toen begon het gesprek pas", schreef ik eergisteren. Het was een ontmoeting van twee bedrijfsculturen: Een waarin de centen met veel discipline --en hard werken-- zuur worden verdiend, en de andere waarin --'lekker creatief'-- overheidssubsidies worden verbrast: 'Onze belastingcenten'.
Zo ongeveer lagen de vooroordelen. Die moesten éérst weg. Toen kwamen de erkenningen:
--"U hebt de Vlerickschool gevolgd, u weet dus wat een bedrijf is"
--"Ik vind uw organisatie geen wanorde. Ik vind dat ze echt gestructureerd is; het is niet zomaar een ongeorganiseerde chaos"
Ze benijden de permanente creativitieit van het kunstbedrijf, maar zijn bang voor de chaos die bij creativiteit en innovatie hoort:
--"Ik bewonderde uw uiteenzetting over gestructureerde chaos als strategie"
De erkenning groeit dóór naar respect. De situatie is rijp voor leerervaringen:
--"Ik heb toch iets zeer belangrijks onthouden. De strategie wordt meebepaald door alle creatieve krachten in de organisatie. Je kunt dat niet isoleren bij enkele 'artistieke creatieve krachten'."
--"Wij zijn té veel gestructureerd."
--"Ik denk dat we onze mensen in onze bedrijven niet genoeg vragen naar hun creativiteit omdat we veronderstellen dat ze die niet hebben, maar jullie veronderstellen van wel."
--"Ik denk dat misschien in onze bedrijven de fout is dat wij niet genoeg luisteren naar de creatieve opmerkingen van onze medewerkers."
Dan worden ze pas ècht leergierig, en stellen gerichte vragen:
--"Hoe hou je een team van managers, of een groep medewerkers wakker, alert, creatief?"
Na lang nadenken komt het antwoord:
--"Inzetten op projecten die zekerheid, duidelijkheid en beheersbaarheid op de helling zetten."
Daar moeten ze even over nadenken: Zekerheid, duidelijkheid en beheersbaarheid is precies wat de aandeelhouders eisen. Iedere drie maanden moeten ze daarover rapporteren. Onverbiddellijk!
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, Dinsdag 13 Juli 2004
Gisteren heb ik --volgens plan-- in 'strikte rust' doorgebracht. Tenminste fysiek. Ik heb mij beperkt tot 'lichte tuinwerkzaamheden': Rozen nippen en afgewaaide appelen opruimen o.a.
Dat is helemaal volgens het trainingsschema om a.s. Vrijdag naar Olargues te lopen en definitief uit de 'NLse deuk' te komen. Anders dan andere keren, toen ik een overmaat aan potentie had, en dezelfde dag wel terug had willen lopen, is mijn wandelconditie nu marginaal. Vandaar dat strenge schema: De vorige week wat inlopen. Zeer forse wandeling Zondag (24km), rust op Maandag, pittige wandeling Dinsdag (15km), zeer pittige Woensdag (18km) en Donderdag 'strikte rust' en Vrijdag 30 km.
Nu voel ik mij nu uitstekend en stevig. Mijn enige zorg is de forse blaar die mij Zondag verraste op een lastige plek. Op dit moment ziet die er goed uit; straks weet ik meer.
En nu stappen!!
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag, 'Quatorze Juillet' 2004
De 'Grote Parade' kreeg de laatste dagen extra publiciteit omdat er een contingent Britten meeloopt. De Guards zijn daarvoor gekozen, die met die scharlaken jasjes en de die hoge zwarte kolbakken. Heel TV-spectaculair dus. Dit jaar is het honderd jaar geleden dat Engeland en Frankrijk besloten geen oorlog meer met elkaar te voeren: De Entente Cordiale. In beide landen worden de beroemde veldslagen --o.a. Waterloo-- regelmatig herdacht en staan in beide landen gegrift in monumenten en op de sabels van de officieren. De TV is kort over het detail dat de Britten de meeste hebben gewonnen.
De Britten zullen voorop lopen. Vóór de Garde Republicaine te paard, met hun helmen versierd met wapperende zwarte hanenveren, en de École Polytechnique, in het zwarte galacostuum met steek.
Het journaal van gisteren contrasteerde de voorbereidingen van het Britse contingent met de spectaculaire drill sergeants en hun rauwe commando-kreten met de 'slappe' excercitie-training van de Politechniciens die hier "Les X's" worden genoemd. Strikt genomen zijn het militairen; ze moeten zelfs een militaire keuring ondergaan om toegelaten te worden, maar hun training in 'wapenhandel' is beperkt tot een haastige 'cursus marcheren' om hun ereplaats in de 'Grote Parade' waar te maken. Daar kwam weinig geraffineerde TV-journalistiek aan te pas.
Het nieuws was verder in de ban van de voorbereidingen als voorproefje van het spektakel van vandaag. Ik heb het twee keer 'in natura' gezien. In 1955 toen ik een semester in Parijs op de Cité Universitaire woonde in Maison des Arts et Métiers, en in 1989 toen de 200-jarige republiek werd gevierd. Het is een boeiend fenomeen, zo'n demonstratie van het 'ego' van De Republiek. Misschien was het vroeger iets met een politieke betekenis naar buiten, naar de buitenlandse rivalen. Nu is het vooral een identiteit-versterkend: 'Dit zijn wij, de Fransen'.
Ook de jaarlijkse amnestie hoort bij die dag als demonstratie van de macht van de president die op die manier 'bewijst' dat hij allerlei onrechtvaardigheden van 'het systeem' kan rechttrekken. Om dat 'fris' te houden zijn er jaarlijks interessante bijzonderheden. Dit jaar maakte de president bekend dat alle gevallen van racistische en sexuele agressie van amnestie worden uitgesloten. Of dat was gepland, weet ik niet, maar het kwam wel onmiddellijk na de geruchtmakende mishandeling van een vrouw met baby in de RER omdat ze jood zou zijn. Dat was de vorige week vrijdag. Raffarin persoonlijk liet zijn afschuw horen en wees ook op het kwaad van laksheid. De hele treincoupé had lijdzaam toegezien. Maandag waren er protestdemonstraties tegen racisme en agressie. De beslissing van de president ging er in als koek.
Intussen blijken getuigen onvindbaar, en blijkt de vrouw al vaker loos alarm te hebben geslagen. Nu heeft zij het hele land bij de neus genomen. Maar haar fantasie lag zo dicht bij de werkelijkheid dat niemand aan fantasie dacht als verklarende factor.
Nu is voor mij de vraag of het zo'n intuitief-intelligente vrouw was, of een geheim regeringsbureau. Met behulp van niet-bestaande wapens voor massa-destructie in Bagdad ging de heilige oorlog van zeuntje Bush er ook in als koek.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag, 15 Juli 2004
Vandaag wordt een 'strikte rustdag'. Rust van de spieren, wel te verstaan. Ik zal de dag dus in 'gepaste luiheid' doorbrengen en mij mentaal voorbereiden op de Grote Tocht van morgen.
Intussen vraag ik mij af waarom ik mij er zo druk over maak. Vorige en vóórvorige keren vond ik het wel een hele prestatie, maar verder had ik ook het gevoel dat ik dezelfde middag nog terug had kunnen lopen. Mijn 'zorgjes' ontstonden toen ik --vóór mijn NLse escapade, op 6 juni-- de Grote Tocht maar nèt haalde.
--"Je had beter moeten trainen", sprak ik mij toe, "bijvoorbeeld dat leuk rondje van 24 km over vlak terrein over St Nazaire de Ladarez en dan terug over Causses et Veyran".
Maar toen ik Zondag dat 'leuke rondje' deed, kwam ik uitgeput thuis. Aj!!! Forse spierpijn, en bovendien een forse blaar gelopen.
--"Een slechte generale repetitie is een goede uitvoering", monterde ik mij op.
Maar de twijfel blijft. Lag het alleen aan de 'NLse deuk' of aan . . . . ?
Per slot wordt ik binnenkort vijf-en-zeventig en groeien bomen niet tot de hemel . . . .
Hou me maar in de gaten. Morgen weet ik meer.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag, 16 Juli 2004
De 'fabulatie' van de vrouw waar ik eergisteren over schreef, houdt de gemoederen nog wat bezig. Gisteren was er op TV2 een (gerechts-)psychiater die er zijn zegje deed. Hoe moeilijk het is voor 'justitie' om zo'n geval onmiddellijk te onderkennen, maar ook de 'fout' in het geval van Maria-L waar de politie niet haar recente verleden had nagetrokken. Dat zal vol met steeds virtuozere 'fabulaties'. Volgens deze psychiater is dat een van de zekerste aanwijzingen dat het nu ook om een verzinsel gaat. Helemaal in lijn met het oude verhaal van het jongetje dat de dorpsgenoten alarmeerde door te roepen dat wolven hem op de hielen zaten. Het slachtoffer van het fabuleuze verhaal is --aan het einde van de rit-- de uitvinder zelf, maar meestal pas nadat er veel kwaad is aangericht. Ik verwees al naar zeuntje Bush met zijn niet-bestaande wapens van massavernietiging. Hoeveel doden heeft dat intussen gekost? En hoeveel geld? We hadden daarmee mooi de budgetten kunnen verhogen voor onderwijs, armoedebestrijding en andere 'leuke dingen voor de mensen'.
Ook andere berichten in het kielzog van deze gebeurtenis trekken de aandacht. Zo werden enkele gevallen van (racistische) agressie van de laatste maanden voor de dag gehaald die het grote publiek niet hebben bereikt. Wèl de (fake-)gebeurtenis, maar de afloop bleef bij een 'klein publiek' steken. Je vraagt je af waarom. Schaamden 'de media' zich voor de miskleun? Wil het grote publiek zoiets niet weten?
Wat mij opviel waren een aantal gevallen van agressie tegen Joden (en vernieling van Joodse kerkhoven) die door mensen uit de eigen (Joodse) gemeenschap waren 'gefabuleerd'. In alle gevallen waren --precies als Chirac en Raffarin in het geval Maria-L-- de Joodse officials in vol ornaat verontwaardigd voor het grote publiek getreden.
Ik had een foongesprek met een van de trouwe lezeressen, en wij vroegen ons af of de oorzaak wellicht het bestendigen van de slachtofferrol zou kunnen zijn. Als je als (Joodse) gemeenschap een traditie hebt van het mikpunt van agressie-van-buitenaf te zijn? En de mensen proberen bewust-en-officiëel aardig tegen je te zijn? Dan verlies je toch een heel stuk van je eigenheid?
Het is overigens ook een gevaarlijke gedachte. De agressor kan dan nog gemakkelijker roepen: "Eigen schuld, dikke bult". Precies zoals wij dat dorpsjongetje behandelen.
--"Jammer, maar wel eigen schuld".
Dat zou wèrkelijk fataal zijn. Niet alleen voor je Joodse gemeenschap.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag, 17 Juli 2004
Toen ik gistermorgen mijn stukje af had, ben ik aan de Grote Wandeling begonnen. Precies op zeven uur vertrok ik. Met de ervaring van de oefenwandelingen, zowel in mijn benen als in mijn hoofd, besloot ik om boven alles rustig te beginnen. Mij in geen geval door prestatie-gevoelens te laten verleiden tot een hoger tempo dan 'lekker pittig wandelen'. Dat had mij eerder parten gespeeld. Ik nam daarom niet het lijstje mee van de tussentijden zoals ik die ooit had gepland en sindsdien had gerealiseerd. Maar ik noteerde wel de (tussen)tijden. Per slot is het een van mijn 'meetlatwandelingen' waaraan ik mijn conditie --en nog zoveel meer-- aflees.
--"Desnoods doe je er een half uur langer over", zei ik, en stond --op een helling-- regelmatig even stil om mijn beenspieren de gelegenheid te geven zich weer met energie te vullen. Het was warm en windstil, en ik transpireerde dat het een lieve lust was. Mijn ademhaling was op geen enkel moment een probleem, hoewel die al een paar jaar niet meer is wat-ie-was. Dat mijn beenspieren de grens aangaven was nieuw. Mijn hoofd zit vol hypothesen over het 'hoezo?'. Een daarvan is die verzwikte enkel begin Mei, waardoor ik in San Sebastián vrijwel geen trappen heb gelopen. (Ik had een auto gehuurd om naar de benedenstad te gaan.) Het 'bestormen van de 400 treetjes' enkele malen per dag laat kennelijk zijn sporen achter. Tot mijn verrassing was de totaaltijd heel gewoon. Niks 'een half uur langer'. Het duurde precies 5u 02'. Andere keren deed ik het in 5u 00', 4u 42', 4u 50 en 5u 10'. Toen had ik vaker het gevoel dat ik wel terug zou kunnen lopen. Nu niet. Wegens de spierpijn. Zes weken trappenlopen is dus toch belangrijk.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag, 18 Juli 2004
Het is Zondag, dan kan ik mooi een stukje over religie schrijven. In New York Times van gisteren schrijft Nicholas D. Kristof over een christelijk fundamentalistisch boek, het twaalfde in een serie, dat hem tot nadenken stemt. Het artikel heet Jesus and Jihad. Het is een spannend boek, want de antichrist --het geheel van niet-gelovigen, niet-christenen in dit geval-- bedreigt de christenen in een wereldbrand die in detail wordt uitgemeten. Helemaal in de stijl van "11 September". Het einde lijkt nabij. Maar dan komt Jesus:

"Jesus merely raised one hand a few inches and a yawning chasm opened in the earth, stretching far and wide enough to swallow all of them. They tumbled in, howling and screeching, but their wailing was soon quashed and all was silent when the earth closed itself again."
Het boek heet 'Glorious Appearing' en de serie heet 'Left Behind' en wordt beschreven als een serie van evangelical thrillers. Die 'achterblijvers' zijn de ongelovige honden die alleen de verdoemenis nog waard zijn. Dezelfde motivering die ik eerder beschreef op 23 Mei en die 'de gelovige' het recht geeft 'de ongelovige' te martelen. Kristof noemt dat thema ook, maar laat kennelijk liever het spiegelbeeld zien om de gek met zijn eigen gekte te confronteren:
"If a Muslim were to write an Islamic version of 'Glorious Appearing', and publish it in Saudi Arabia, jubilantly describing a massacre of millions of non-Muslims by God, we would have a fit."
Ik heb de bovenstaande trefwoorden natuurlijk Google gestoken om wat meer van dit christelijk-fundamentalisch verschijnsel te weten. Het duurde even voor ik een kritisch commentaar vond. De andere boeken uit die serie zijn in dezelfde stijl, en er zijn er al 60 miljoen verkocht. Alle internet boekhandelaren willen wel een graantje meepikken. Dáár hoef je geen kritiek van te verwachten. Maar per slot vond ik Carl E. Olson in National Review Online. Dat is een 'nogal rechts' blad --to say the least-- maar dit ging Olson ook te ver. Hij is zelf een ex-fundamentalist die katholiek is geworden. Een van zijn boeken heet dan ook "Will Catholics Be Left Behind?".
De reden om dat artikel te lezen is niet zozeer zijn kritiek (hij kritiseert de soort niet, en vindt 'Glorious Appearing' een slecht boek in dat genre) maar zijn heldere analyse van de diverse stromingen die zich op de millennium traditie beroepen. Dat doet hij aan de hand van andere boeken en studies die op dat gebied zijn verschenen. Het is heel leesbaar, en in een goed soort populair-wetenschappelijke taal geschreven. Een aanrader als je wat meer wil weten van deze onderbuik van het christendom zonder je te hoeven ergeren aan het begripsvernauwende jargon van fundamentalisten.
Olson is in wezen een scolar. Wellicht gingen hem daarom de dwangbeelden van de drammende fundamentalisten te ver, en nam hij afstand. De Katholieke Kerk, vanuit die onderbuik bekeken, is wellicht een toonbeeld van tolerantie en evenwichtheid.
Kristof is trouwens ook niet volledig afwijzend.
--"Mensen hebben het recht in een racistische God te geloven, of een God die miljoenen ongelovigen in de hel smijt. Ik denk ook niet dat wij zulke boeken moeten verbieden. Maar we worden in verlegenheid gebracht als onze best-sellers opgewekt religieuze intolerantie en mishandeling van ongelovigen bejubelen."
En hij besluit:
--"That's not what America stands for, and I doubt that it's what God stands for"
Op de site waar zijn column wordt bediscussiëerd, werd hij vanmorgen zowel geprezen als afgewezen. Dat is Amerika, dat is 'onze' Jihad. "De pot verwijt de ketel . . . "
_______
www.nytimes.com/2004/07/17/opinion/17KRIS.html
www.nationalreview.com/comment/olson200404020904.asp
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag, 19 Juli 2004
Ik kijk met genoegen terug op een weekend 'strikte rust'. Nadat mijn broer mij Vrijdag thuis had gebracht, en nadat we samen het traditionele visje hadden verorberd, ben ik de deur niet meer uitgeweest. Ik had eten genoeg in huis. De weekendkrant liet ik ook achterwege. Ik heb mij zelfs met de tuin weinig bemoeid. Voor TV kreeg ik gistermiddag pas belangstelling. Ik viel in een 'Arte'-programma over de Parijs-Franse cultuur van de jaren zestig. Veel rondom muziek. De opkomst van de Beatles, Sacha Distel, Jacques Brel, Françoise Hardy --en wie al niet meer-- flitsten voorbij, maar ook de bomaanslagen ivm Algerije, en De Gaulle. Het was het voorspel van '1968'. Ik kwam toen vaak in Parijs, maar ik verloor mij niet in mijn eigen herinneringen. Ik was --net als met het boek van Geert Mak, In Europa, dat ik onderhanden heb-- de flaneur, de toeschouwer, de street observer.
Zo bekeek ik óók op mijn gemak de achterstallige 'werktafelklussen', deed er wat aan, en ieder moment dat ik mij moe, afwezig of verstrooid voelde, dook ik in bed voor een 'siësta'. Misschien wel vijf of zes keer. Ik sluimerde met de muziek van de a-select gekozen tracks van mijn 'iPod-maar-dan-van-Philips'. Een half uur later begon ik met een frisse kop een nieuw rondje bezigheden. Vanalles, want de achterstallige klussen zijn veelsoortig en bovendien komen er telkens --interessante-- nieuwe dingen bij, zoals die stukken over christelijk fundamentalisme waar ik gisteren over schreef.
Ik denk dat ik dit lieve leventje nog maar een dagje voortzet. Morgen hoef ik pas weer 'onder-de-mensen', ik heb eten genoeg in huis, en mijn spieren lusten ook nog wel een dagje 'strikte rust'.
Mijn kluizenaars-trekjes komen goed aan de beurt.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag, 20 Juli 2004
Bij '20 juli' schiet mij nog steeds 'aanslag op Hitler' door het hoofd. Jeugdherinneringen zijn krachtig, maar niets steeds betrouwbaar. Daarom keek ik even in Geert Mak's In Europa dat ik bij de hand heb. Inderdaad, onder het trefwoord Stauffenberg, dat ik mij met grotere zekerheid herinnerde, vond ik het.
Ik heb het lieve leventje van het weekend nog een dag voortgezet. Maar vandaag is het afgelopen met het kluizenaarsbestaan. Ik heb mijn oversized stoppelbaard al afgeschoren. Straks komt de werkster, ga ik op bezoek bij Juul & Teun in de Aude een kleine honderd km verderop, en vanmiddag komen Peter & Rinske met de kinderen Lisa & Dorien enkele dagen in de tuin logeren. Morgen komt Ghislaine. Ik ben dan weer helemaal 'onder de mensen'.
Het achterstallige Juni-dagboek is de deur uit. Een moeilijke persoonlijke brief, waar ik al weken tegenaan hik, is weliswaar niet klaar, maar door mij te dwingen een vol uur voor een leeg vel te gaan zitten, staat die goed in de steigers. En verder heb ik een groot aantal kleinere dingetjes weer een plaats in mijn denkraam gegeven.
En de gaatjes daartussenin heb ik gevuld met het boek van Geert Mak. Ik ben pas bij het voorspel van de Wereldoorlog, "die van 1914-1945", schrijft hij. Heel boeiend de sfeerschildering met talloze details. Sinds 1964-'65, toen ik met een Engelse buurman, waarvan de vader in WO-I aan het Westelijke front had gevochten, de Noordfranse slagvelden en kerkhoven heb bezocht, heb ik daarover nogal wat gelezen. In die tijd verschenen er studies van een nieuwe generatie historici (o.a. John Terraine?, ik kijk het nog wel eens na) die meer afstand konden nemen, en een aantal taboe's doorbraken. (PS, een dag later: Inderdaad John Terraine. Mak citeert hem als 'militair historicus' met zijn studie van de Royal Air Force 1939-1945).
Maar het bleef min of meer beperkt tot het Westelijke front. Bij mijn bezoeken aan Australië (2001) en Nieuw-Zeeland (2003) kwam in in aanraking met de oorlog in de Dardanellen. Daar ligt de grote frustatie van ANZAC (Australian New Zealand Army Corps) dat de kijk op WO-I van down under bepaalde (en nog steeds bepaalt). Met Geoffrey, mijn gastheer in NZ, heb ik zijn bibliotheek op dat gebied doorgespit en over geschreven (zie aldaar).
Ik kan dus zeggen dat ik een brede database op dat gebied heb, maar ik geniet toch (wellicht juist daaróm) van de soms triviale invullingen en de zig-zag beschrijvingen van Geert Mak.
Intussen stoor ik mij aan het gekozen lettertype. Ik weet niet wat daarmee aan de hand is. De basisletter, op zich, gaat nog wel, maar in combinatie met de schreefloze letter voor de 'kadertjes' doet het pijn aan mijn ogen.
Nu ga ik weer 'onder de mensen'. Ik stap uit mijn cocon-paradijsje. Clean shaven.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag, 21 Juli 2004
Peter-en-familie zijn gisteren gearriveerd, en vanmorgen om half zeven belde Ghislaine dat ze 'onderweg' was. Ze was ter hoogte van Weert. Even na twaalven belde ik en hoorde dat ze al 563 km had afgelegd. Bijna op de helft dus. Met het bezoek aan Juul & Teun, ben ik dus weer helemaal 'onder de mensen'. Groter kontrast met het lange luier-weekend is niet denkbaar. Ik zoek nog naar de juiste woorden. Die komen wel.
Daar laat ik het bij voor vandaag.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag, 22 Juli 2004
Mijn dagelijkse wandeling is ongeveer het enige aan 'vastigheid' dat mij rest. Opeens een huis vol met vrouw, kinderen en kleinkinderen tast ongeveer alle regelmaat aan. En dat wil ik ook: meedeinen op de gebeurtenissen in ons 'gezinnetje'. Dit stukje schrijven is ook zo'n 'rest-vastigheid', maar het bijlezen en de reflectie schieten er bij in. Dat houdt het kort.
De lezer moet er zich maar bijfantaseren wat er allemaal in dit door een dikke haag omsloten paradijsje gebeurt. Bij-babbelen en uitrusten van het bij-babbelen. En dan dáár weer van uitrusten. Toch wordt er tussendoor gegeten, gedronken en een (heel klein) stukje geschreven.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag, 23 Juli 2004, Martine's verjaardag
Ik schreef gisteren 'meedeinen' en 'uitrusten'. Dat blijken niet de juiste woorden te zijn. Misleidingen!! Illusies!!
Beter had ik geschreven 'meegesleurd worden' en 'uitgeput afhaken', want wat zich hier afspeelt is een wervelend totaaltheater waarin ik speler en toeschouwer tegelijk ben, maar op geen enkele manier het tempo bepaal. Het gebeurt, en nu, nog niet uitgeput, haak ik even af om er bij stil te staan en het te beschrijven.
Vanmorgen ging Peter mee op de ochtendwandeling. Nog vóór de kinderen wakker waren. We beklommen de hoogste top bij het dorp; nèt iets hoger dan de toren van de fort-kerk. We keken naar het omheinde paradijsje ver aan de horizon. Het was heel anders dan van-binnen-uit. Het 'wervelend totaaltheater' was onzichtbaar; het was veeleer een vermoeden, zoals alle huizen van de buitenkant gezien die mogelijkheid, dat vermoeden oproepen.
Bij thuiskomst was het totaaltheater op volle toeren. Meteen werden we meegesleurd.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag, 24 Juli 2004, Lizette's verjaardag
Frankrijk kent de 35-urige werkweek pas sinds kort. Onder Jospin lukte het eindelijk van 38 naar 35 te gaan met behoud van loon, maar nu is het al bedreigd. Een Duitse onderneming (Bosch) dreigde met verplaatsing van het bedrijf. Frankrijk zwichtte. Het werd 38 zonder loonsverhoging. De "patrons" wrijven in hun handen en staan klaar om bij de volgende loononderhandeling dezelfde truc uit te halen. In een cartoon vragen ze zich af of de tijd rijp is voor doorstoten naar 40.
Kenners wijzen er echter op dat deze loonmindering het probleem niet oplost. Dat is namelijk dat de "eigen export" van Frankrijk ver achterblijft bij --bijvoorbeeld-- die van Duitsland. Het is ook *niet waar* dat het verdwijnen van het bedrijf 'Petit Bateau' naar het buitenland wordt gecompenseerd door arbeidsplaatsen in de dienstensector in --bijvoorbeeld-- een nieuwe supermarkt. En zeker niet in dezelfde regio, want daar floreert de supermarkt natuurlijk ook niet meer.
Nu in China de ingenieurs even goed zijn als in Frankrijk, moet worden aangenomen dat het business model van "export van goedkope arbeid met behoud van the brains in eigen land", binnenkort niet meer werkt. Japan is de eerste die daar --als land-- consequenties aan verbindt. Eerder gevestigde dochterondernemingen in China worden compleet teruggehaald en ingebed in de Japanse economie. Dat verhoogt de "eigen export". Dat is de nieuwe uitdaging die Japan zich stelt. In Frankrijk geloven ze nog dat door goedkoper maken van de arbeid een oplossing kan worden gevonden.
De nieuwe 40, 38, 35 discussie is dus lang niet afgelopen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zondag, 25 Juli 2004
Het gaat slecht met de export van de Franse wijnen. Wijn was een bastion in de "eigen export" zoals ik gisteren bedoelde. Het AOC-systeem stond daar borg voor. Slechts in zeer beperkte mate, en onder strenge voorwaarden, tolereren de AOC-regels toevoeging van 'vreemde' wijn. Het AOC-systeem doet de Fransen nu de das om, want daardoor kunnen ze niet inhaken op de wereldhandel met zijn veranderende smaakvoorkeuren. Wijn wordt een massadrank. Naast bier bijvoorbeeld.
Afgelopen Woensdag was er op het ministerie een 'zware vergadering', en daarna werd aangekondigd dat het AOC-systeem, hoe dierbaar en vertrouwd, toch op de helling moet. Een voorstel om twee niveaux AOC te installeren werd afgewezen omdat het te gecompliceerd is voor de consument. Die wil juist 'eenvoud+duidelijkheid', en tòch kwaliteitswijn.
De Franse wijnboeren het eindelijk het belangrijkste leerstuk van Marketing begrepen: Kijk naar de (veranderende) consument!! De grootste groep 'wijndrinkers-van-nu' heeft niet meer de deskundigheid, de 'kack' en sociale rivaliteit om het ingewikkelde prestige-systeem, dat AOC eigenlijk was, te bespelen. De moderne massacommunicatie heeft andere prestige-normen geïnstalleerd. Dat heeft het Franse 'lijdelijke+diplomatieke' verzet niet kunnen voorkomen. De AOC-freaks wilden het probleem niet eens zíen. In de AOC-gedachtegang was het noemen van de cépage (soort druif), en het maken van wijn van één soort druif, absoluut taboe. In de wereld buiten Frankrijk werd 'de cépage' belangrijkste naamgever.
De aanpassing aan het wereldgebeuren werd bemoeilijkt omdat de prestigieuze streken zoals Bordeaux en Bourgogne eenvoudigweg verboden andere dan AOC-wijnen te produceren. Wijn die de norm niet haalde, moest 'naamloos' buiten de streek worden verkocht. Organisaties als de NLse Wijnbeurs maakten goede sier met het maken van assemblages van deze bijna-top wijnen en verkochten die onder diverse namen, merken en fantasie-chateaus. Beneden hun stand en beneden hun waarde, maar minder erg als die als ordinaire Vin de Pays zou moeten worden verkocht.
De enige streek die bewust een cohabitation heeft gecultiveerd tussen de AOC- en de andere wijnen is de onze: Languedoc-Roussillon. De 'streekwijn' gaat daar onder de naam "Vin du Pays d'Oc" en daarmee hebben ze zich een plaatsje veroverd tussen de Chileense, Zuid-Afrikaanse en Australische wijnen. Hoewel de boeren hier ook klagen, (waar niet?), zie je overal nieuwe aanplant. Als de boeren dat soort investeringen doen, dan gaat het ze goed. Ondanks de klachten.
De optie om op dezelfde manier bijvoorbeeld 'vin de cépage de France' te creëren werd afgewezen. Naar het model van Pays d'Oc moeten diverse regio's zich nu maar herorganiseren, toestaan dat andere wijnen dan de AOC's de naam van de streek dragen, en zich daarmee een plaatsje op de wereldmarkt veroveren. De overheid, bij die vergadering van afgelopen Woensdag, bood een budget aan van 15 miljoen euro om de promotie daarvan in het buitenland met 50% te subsidiëren.
En zo wordt onze streek, die tot in de na-oorlogse jaren het 'debiele broertje' van de Franse Wijnstrekenfamilie was, als voorbeeld aan de geslaagde familieleden voorgehouden.
_________
20 November 2003 meldde ik dat het probleem van 'AOC moet op de helling' tot het grote publiek begon door te dringen. 25, 26 en 27 juni 2003 schreef over de details van dit probleem.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Maandag, 26 Juli 2004
Ik laat jullie even meegenieten van het boek van Geert Mak, In Europa. Het is even blijven liggen wegens de drukte van de laatste week, maar nu heb ik de draad weer opgenomen. Mak verdiept zich ter plaatse in details van de Europese cultuur en geschiedenis. Hij reist op dat moment (pagina 148) door de slagvelden van 1914-18 nabij de Somme waar een miljoen soldaten en tweehonderdduizend paarden waren samengetrokken om de droom van politici en generaals waar te maken. Ze bevochten elkaar in een mengsel van modder en lijken. De grote doorbraak kwam niet. Een Engelse generaal rapporteerde:
--"Het was een schitterende vertoning van training en discipline, en de aanval mislukte enkel omdat dode mannen niet verder kunnen optrekken".
Het is 15 februari 1999, en Mak logeert in een hotel in de buurt:

(citaat) "Op mijn kamer kan ik voor het eerst weer Nederlandse televisie ontvangen. Ik zie beelden van toeristen die enkele dagen in een ingesneeuwd Zwitsers dorp hadden vastgezeten. 'Wat we doorgemaakt hebben!', zegt een gebruinde dame. 'We voelden ons net asielzoekers'. Een ander roept: 'Alles, alles zijn we kwijt! -- Ze doelt op een koffer met skikleding en make-upspullen." (einde citaat)
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Dinsdag, 27 Juli 2004
'Se hace camino al andar', is een dichtregel van Antonio Machado die ik ooit vertaalde met De weg komt als je gaat. Gisteravond kreeg ik een mailtje van Theo met die regel als openingszin. Hij verbindt dat met een bezoek aan zijn broer die --jonger dan hij-- aangetast is door een ziekte die zijn lijf geleidelijk verlamd, maar zijn verstand helder houdt. Zoals Stephen Hawking, de Engelse fysicus die 'A brief history of time' schreef. Dat brengt hem tot een beschouwing over het omgaan met afnemende krachten. 'Je eigen gat niet meer af kunnen vegen', is zo'n mijlpaal.
--"Ik voel mijzelf in een soort wedstrijd met de slopersactiviteiten van de natuur", schrijft hij, "maar als ik mijn zelfopgelegde norm maar haal, is er niets aan de hand".
Zijn broer denkt daar anders over. Hij weet dat hij de wedstrijd aan het verliezen is, en richt zijn energie-en-hoop op aanpassen: 'Want het is nog steeds de moeite waard'.
Dat alles legt Theo naast mijn dagboek van 17 juli waarin ik mijn 'prestaties' van de Grote Wandeling analyseer. Moet je toegeven aan de 'vermindering'?, moet je je erbij neerleggen?, of moet je ze duiden als 'tijdelijk'?, en met 'foefjes en middeltjes' corrigeren, te niet doen, of compenseren? Want anders zal de verloedering toeslaan, en zul je in een vrije val in totale versukkeling en afhankelijkheid terecht komen. Dát is het doembeeld.
'Se hace camino al andar' --bestaat toeval?-- was gistermorgen ook het thema van een foongesprek met Wim. Hij had mij een tijd geleden een alternatief aangeboden voor deze regel van Machado. Daar kwamen wij op terug. Niet gáán, het imperatief van onze cultuur, was daarvan de kern, maar het stilstaan. 'Stilstaan bij wat is' was zijn 'vertaling'. Een zen-achtige uitspraak.
Toen ik Ghislaine de mail van Theo had laten lezen, raakten wij in ons bedsermoen hetzelfde thema. 'Is het een wedstrijd waar jullie in zitten?' ondervroeg ze mij, 'Kan dat niet anders?'.
Zonder mij van Wim's alternatief bewust te zijn, had ik de laatste dagen geworsteld met een felicitatiebrief aan een vriendin, die na vele jaren zoeken op haar spirituele weg, nu haar 'eeuwige professie' plechtig vierde. Enkele jaren geleden verbond zij zich aan de Orde van de Carmel; en nu dit.
Wat is dit? Wat betekent hier een felicitatie? Is dit een mijlpaal? Een mijlpaal suggereert dat het een bekende weg is. Een weg die ook door anderen is gegaan, en waarlangs een prestatie, of een positie, kan worden afgemeten. Maar het gaat hier om een hoogst persoonlijke weg van iemand. Wij zijn allen 'perfecte buitenstaanders' van dat gebeuren. Je moet je zelfs afvragen of de metafoor van 'de weg' hier nog wel geldig is. Te meer omdat de 'bezigheid' bestaat uit 'contemplatie', uit stilstaan, wellicht stilstaan bij wat is zoals Wim dat bedoelt.
Gaat het bij mijn vriendin en de broer van Theo om wat anders?
--"Zitten wij, driekwarteeuwers, in een andere wedstrijd?", vraagt Theo zich af. Zijn broer, en mijn Carmel-vriendin, kiezen voor stilstaan, erbij stilstaan, of 'stilstaan bij wat is'. De metafoor van een weg met mijlpalen, laat staan de metafoor van een wedstrijd, is hun vreemd. Wim stelt het zelfs tegenover het citaat van Machado.
Misschien dat het volledige citaat van Machado het verband legt. Dat luidt:
"Caminante, no hay camino. Se hace camino al andar"
(Wandelaar, er is geen weg. De weg komt [of ontstaat] als je gaat)
Er is geen weg. Er is geen weg in de zin van een betreden pad met sporen en ervaringen van anderen. Anderen zijn 'perfecte buitenstaanders' van mijn gebeuren. Ik aarzel daarvoor het woord 'weg' te gebruiken. Mijn gebeuren, en dat van Theo en zijn broer, en dat van Wim en dat van mijn Carmel'se vriendin, zijn uniek. Daarvan kunnen wij ternauwernood beschrijvingen geven, want ieder gebeuren heeft zijn eigen taal. Misverstanden en illusies zullen meer regel zijn dan uitzondering. Er rest ons alleen het zelf te ervaren. In alle eenzaamheid. In existentiële eenzaamheid.
'Sterven leer je als je doodgaat', was mijn belangrijkste ervaring nadat ik mijn moeder de laatste maanden, weken en uren voor haar dood van nabij had meegemaakt. Buitenstaander van haar eenzaamheid. Moeten wij dan nalaten daarover te communiceren?
Nee, denk ik. Al het bovenstaande, de mail van Theo, het foongesprek met Wim en de felicitatiebrief aan mijn Carmel'se vriendin waren pogingen om de 'perfecte buitenstaander' toch te bereiken. Je weet maar nooit. Het troostte mij. Dóórgaan dus met proberen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Woensdag, 28 Juli 2004
'Stilstaan bij wat is', zoals ik gisteren rapporteerde over het foongesprek met Wim, was misschien wel de (mijn?) conclusie van het gesprek, maar, in zijn mail van een tijd geleden, had hij wat anders geschreven. Daar stond, nadat hij mijn vertaling van Machado had geciteerd:
--"Naar aanleiding van wat ik zoal heb gelezen, vul ik het (de tekst van Machado) aan met: Ja zeggen is de weg. Ja, tegen wat is."
Hoe ga ik dit begrijpen? Als 'perfecte buitenstaander', die ik ben, kan ik alleen gissen.
Het had hem geïnspireerd, schreef hij, dus die aanvulling moet de inspiratie hebben verhevigd. Het was niet zomaar een 'bon mot'. Maar voor mij is het vanzelfsprekend. Ik kan mij de geestes- of levenshouding van 'nee zeggen tegen alles' ternauwernood voorstellen. Zeker niet bij Wim voorzover ik hem ken. En toch moet ik mij zo'n levenshouding voorstellen om 'ja' zeggen die existentiële waarde te geven die Wim er in legt.
Ik kan er niet bij. Wat bedoelen mensen als ze 'ja' tegen een vanzelfsprekendheid-in-mijn-ogen? Héél iets anders dus. Iets waar wij als 'perfecte buitenstaanders' beter het zwijgen toe kunnen doen.
Met welke eigen ervaring kan ik het vergelijken? Ik schreef laatst (20 Juni): "Ik ben altijd �rgens". Het was een diepe inspirerende ervaring, wellicht de geheim van mijn zwerversbestaan. Maar ik was mij bewust dat niet iedere lezer dat zou vatten. Daarom schreef ik er achteraan:
--"Voor sommigen een cerebrale platitude. Voor mij de kern van mijn 'Dasein'"
Wim's zinnetjes zijn wellicht de kern van zijn 'Dasein', ze zijn wellicht de samenballing van oudere en recentere ervaringen die hem inspireren. Dat probeert hij aan ons duidelijk te maken. Maar wij zijn 'perfecte buitenstaanders' . . .
Toch vibreert er in ons iets van vreugde, energie en inspiratie over eigen ervaringen. Ook omtrent de onmacht om 'je wezenlijke dingen' duidelijk te maken aan 'de ander'. En zo, als we goed luisteren naar die vibraties in onszelf, begrijpen wij misschien wat Wim wil zeggen met "Ja zeggen is de weg. Ja, tegen wat is."
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Donderdag, 29 Juli 2004
Vandaag geen stukje.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Vrijdag, 30 Juli 2004
Le Monde had gisteren een groot interview met José Luis Zapatero omdat hij honderd dagen aan de regering is. Zijn eerste regeringsdaad was het onmiddellijk terugtrekken van de Spaanse troepen uit Irak. Hij had geen groter contrast met zijn voorganger kunnen bedenken. Aznar liet zijn oren hangen naar zijn 'vriendjes' Blair en Bush en handelde haaks op de meerderheid van het Spaanse volk.
De interviewers hebben nog een contrast ontdekt. Van Aznar was bekend dat hij een pronkerig-épaterend werkvertrek had, en zich identificeerde met de stijl van Franco. Het vertrek van Zapatero is opvallend sober. Het is in neutrale kleuren, beige en wit, en in glas en metaal. Het baadt in helder, maar zacht, indirekt licht. Alleen de vlaggen van Spanje en Europa geven een dominante kleurnoot aan het vertrek. Met zijn "extrême simplicité n'impressione personne et pourrait appartenir à n'importe lequel de ses collaborateurs" schrijft Le Monde. (Met zijn uiterste eenvoud zou het van ieder van zijn medewerkers kunnen zijn).
Het interview vermeldt niet dat zowel Aznar als Franco klein van stuk waren, en wellicht daarom een pronkerige omgeving gebruikten om hun imponeringskract te vergroten; Zapetero is lang, ongeveer als de kroonprins Felipe. Behalve de vlaggen zij hij dus ook zelf opvallen in het vertrek.
Zijn kabinet bestaat uit precies evenveel mannen als vrouwen. Hij maakt daar een punt van: Niet alleen 'gelijkheid' van man en vrouw, ook 'paritair' voor de zaken van de gemeenschap gaan staan. Pas als dat gebeurt kan er ware democratie ontstaan. Dat is een van zijn programmapunten. Niet zozeer de oude socialistische van kortere werkweek (een heikel punt op dit moment in Frankrijk, zie 24 juli), maar vernieuwing van de democratie en 'burgerschap' staan bovenaan zijn lijstje.
--"De socialisten van de tweede helft van de 20ste eeuw hebben zich erg geconcentreerd op de economie en de publieke sektor, maar 'de gemeenschap' en het democratisch functioneren vergeten", zegt hij. Daar maakt hij ook een punt van. Onder 'burgerschap' vangt hij de maatregelen voor meer sociale coherentie. Hij zegt *niet* dat de sociale desintregratie (zie Social Capital, 22 en 26 feb 2003, en 28 en 29 juli 2003 ivm de 'intermittants') is veroorzaakt door de neo-kapitalistische politiek van concurrentie van iedereen tegen iedereen en het privatiseren van gemeenschapstaken.
Hij wil Spanje nog verder introduceren in Europa. Hij heeft alleen commentaar op de het taalgebruik van de Grondwet:
--"Die ligt ver af van goede literatuur. Ze hadden de tekst moeten toevertrouwen aan twee zeer goede schrijvers vóór die publiek te maken."
Ik denk dat deze opmerking goed valt bij het Franse publiek.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Zaterdag, 31 Juli 2004, Ignacio jarig! Proficiat!
De vertaling van de regel van Machado brengt pennen (lees toetsenborden) in beweging. De onderliggende levenswijsheid is kennelijk veelzijdig en onder diverse bewoordingen bekend. Vaak dichterlijk en/of cryptisch. Ook als Aha Erlebnis in huis-tuin-en-keukentaal kreeg ik het toegestuurd:
--"Het is eigenlijk het doen van een keuze of het bepalen van een richting . . . ."
--"En die richting bepaal je zelf . . . .", schrijft Maria verrast.
--"I'll cross that bridge when I come to it", dat meer het afwijzen van overbezorgde planningen afwijst, hoort er volgens anderen ook bij. De verbinding tussen brug en weg moet je zelf maken.
--"Gewoon beginnen!" schrijft Henk, "is mijn lijfspreuk. Dat roep ik naar mezelf als ik niet kan kiezen".
Daarmee raken we nòg verder weg van de weg-metafoor. De weg-metafoor is kennelijk niet het enige waarmee je deze levenswijsheid in woorden kunt vangen.
Machado zelf, op een andere plek in hetzelfde gedicht, brengt ons terug bij 'de weg', ook al bestaat die niet. (Ik citeer uit mijn hoofd):
--"Als er al een weg is, dan ligt die achter jou. Als een schuimspoor in de zee"
Dan bestaat de weg alleen als verleden tijd. Alleen omkijkend.
Nu komt de zee erbij als metafoor, het toppunt van ongebaandheid, van padloosheid. Maria bedoelt dat ongebaande, dat padloze, ook, want ze schrijft:
--"Het moment dat ik het gebaande pad verlaat, en mijn eigen weg door het bos zoek."
--"Zoeken? Zoek maar niet Maria. Er is geen weg", zou Machado zeggen.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek Juli 2004