Mijn Dagboek 56

Dit is Dagboek 56. Dit is Dagboek 56. Het loopt van 1 tot 31 Januari 2005 en begint een Franse bron over de Islam-mode en een NLs analyse van de Islam-dreiging. G��n Islam meer voor de rest van de maand. Het bezoek van Martine, met de wandelingen op het eiland, en de eerste weken in Iquique zijn aan de orde. Ik maak onmiddellijk een belangrijke stap mee van de Chileense rechtsgang: De topman van de martel-afdelingen gaat de gevangenis in. Ik rol ook meteen de meest uiteenlopende sociale kontakten --meer dan ooit-- en zet de eerste stappen in het beschrijven van mijn nieuwe omgeving. (100 woorden)
Index Januari 2005
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31.

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 1 Januari 2005, Nieuwjaar!!
Het artikel waar ik gisteren over begon, "Les dessous de la mode islamique", begint met de ondergoed-mode. Die doet niet onder voor wat er voor 'bloots' in het Westen in de etalages ligt. Dat mag dan in Christelijke ogen contrasteren met de niqab, de allesbedekkende hobbezak, heel serieuze Korankenners verzekerden de journalisten van Le Monde dat de vrouw alles mag dragen, als het maar binnenshuis is, en voor de echtgenoot. De Islam, anders dan de Christenen, heeft de "vleselijke lusten" nooit gestigmatiseerd.
De lingerie-commerçanten bevestigen dat:
--"Juist die niqab-vrouwen kopen vaak het meest pikante ondergoed".
Maar dessous betekent ook: keerzijde, 't verborgene, wat-er-achter-steekt, en 'achtergronden'. Een verukkelijke woordspeling dus, want de reportage raakt al die kanten.
En inderdaad, dwars door de ingewikkeldheid van de ideologische kanten van "de sluier" is het onmiskenbaar een 'mode' met alle gevolgen vandien. Het is en blijft in beweging.
Confectionnairs zoeken voortdurend naar oplossingen binnen de perken van 'het politiek-religieus' mogelijke. Per slot eist de Koran alleen dat het hoofdhaar bedekt is, de armen tot aan de polsen, en de benen tot aan de enkels. (De Indiase variant van de Koran maakt kennelijk ook geen bezwaar tegen blote buiken en navels) Voor een mode-ontwerper is dat geen beperking, het is een uitdaging.
--"Per slot moet kleding ook practisch zijn in het zakenleven", zei de ontwerper.
--"En dan zijn er nog vrouwen", zegt de vrouwelijke baas van Agence France-Presse in Caïro --al dertig jaar in 'le monde arabe'-- "die we hier 'mohaggabate chic' noemen, de 'kokette gesluierden'. Die dragen vormbewuste truien, open bloezen en strakke jeans. Maar óók de sluier alsof ze willen zeggen: "Vous voulez que je couvre ma tête, d'accord, mais je montre mes fesses!"
Zij vindt dan ook dat de sluier een instrument is in de emancipatie-strijd.
Als dat zo is, als inderdaad de sluier definitief evolueert van religieus- naar mode-instrument, dan geeft dat wellicht aanwijzingen voor de volgende mode van de westerse vrouwen. In plaats van totaal bloot. Hup!! Naar totaal gekleed. Zo'n sprong is ook typisch 'mode'.
De meer frivole varianten --maar niettemin perfect binnen de voorschriften-- spelen met prachtig-gekleurde shawls die met slimme spelden worden vastgezet:
--"Iedere jonge meid heeft daarvan wel een dozijn. Die worden op allerlei manieren gecombineerd. De sluier is geen mode, wèl de accessoires".
Misschien zijn die erotische sluiers wel het alternatief als in het Westen bloot vervelend begint te worden. Wie weet woont over een paar jaar in Caïro de Mary Quant van de nieuwe wereldmode.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 2 Januari 2005
Vandaag heel kort. Griep heerst. Martine is zwaar 'gegriept' --opeens, meteen na aankomst-- en heeft niets te missen. Ik 'geniet' van de nasleep van wat misschien ook wel een griepje is geweest, maar vooral van mijn kans om nog eens voor één keer de 'zorgende pappie' te kunnen zijn. "À huis clos" dus vandaag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 3 Januari 2005
Ik schreef Donderdag jl. over het AIVD-rapport, "Van dawa tot jihad" dat --in overeenstemmig met de ondertitel-- de diverse dreigingen van de radicale islam tegen de democratische rechtsorde op een heldere wijze uit��nrafelt. Goed beschrijven voorkomt dat wij die dreigingen hetzij �verschatten, hetzij �nderschatten. Dat zou fataal zijn. Dat is helemaal volgens het "ken-uw-vijand principe" dat Clausewitz al formuleerde.
Clausewitz wees ook op het belang van duidelijkheid over de doelen van een oorlog. Hij schreef:
--"Oorlog is het voortzetten van diplomatie met andere middelen".
De AIVD zegt daarom terecht:
--"Wat is 'het belang van de democratische rechtsorde' dat de AIVD geacht wordt te beschermen? Zonder een helder begrip van dat belang is geen goed zicht mogelijk op wat de democratische rechtsorde kan bedreigen".
En dan volgen een paar heldere bladzijden over dat begrip:
--"Wat is een rechtsorde? Wat maakt een rechtsorde democratisch?"
--"Kun jij dat een een paar woorden helder neerzetten?"
Juist! Daarom is dit even noodzakelijke literatuur als de analyse van de dreigingen, anders verliezen we ons in:
--"Weet-je-wel, gew��n. Zoals het nu is. Weet-je-wel".
We weten dan niet waarv��r we gaan. Of willen gaan. Of moeten gaan.
Ik kan alleen maar mijn slotzin van de vorige week herhalen:
--"Ik vind dit rapport verplichte literatuur voor wie serieus wil meepraten over "De Islamitische Bedreiging".
Niks "Weetjewel"-gedoe".
______PS: Bericht uit de ziekenboeg: Martine is even opgestaan, heeft even in de zon gelopen, en heeft --met succes-- iets proberen te eten. Ze lacht al weer.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 4 Januari 2005
Alleen een bericht uit de ziekenboeg: 'We hebben weer gewandeld, lekker!'.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, 5 Januari 2005, mijn zus Ria is jarig. Proficiat!!
Het is heel juist dat de AIVD zich afvraagt: "Was is die democratische rechtsorde eigenlijk die wij geacht worden te beschermen?"
Ze geven een mooie definitie. Ze onderscheiden er een vertikale en een horizontale dimensie aan. Daarmee bedoelen ze de relaties tussen de overheid en de burgers enerzijds, en de relaties tussen de burgers onderling anderzijds. Heel boeiend allemaal, maar nogal abstract. Leuk voor het 'weet-je-wel'-niveau.
Het is net als de uitspraak van Watzlawick: "Als je een vis zou vragen om zijn omgeving te beschrijven, zou hij water als allerlaatste noemen".
Wouter Bos, van de PvdA, schrijft in Prospect van Januari (www.prospect-magazine.co.uk, zie 16 december) een --op zich-- goed artikel "After Van Gogh" waarin hij zich afvraagt hoe zijn partij moet reageren op "the implosion of the multicultural ideal in the Netherlands".
Hij laat deskundige sociologen --Trevor Phillips, Abram de Swaan en Mark Elchardus-- vertellen dat gebrekkige integratie de oorzaak is. Hij schuift hun analyses echter terzijde en eindigt kretologisch met:
--"Integratie is niet deel van het probleem, maar deel van de oplossing".
Dan gaat hij partij-politiek verder met: "How should the centre-left respond". (Dat is zijn goed recht, zijn prioriteit, want de conservatieven dreigen de bal te pakken: Gevaar van broodroof dus).
Maar wèl jammer dat hij meteen in de verdediging gaat. De democratische rechtsorde waar alle partijen sàmen voor staan, is daarmee niet verduidelijkt. Daar heb je meer voor nodig dan een kreet.
Het AIVD-rapport pakt dat anders aan. Het ontvouwt de hele baaierd van strevingen van de Islam: Beginnend bij dezulken die alleen maar hun geloof in stilte willen belijden, en vernieuwing zoeken in eigen kring. Aan de andere kant van de schaal staan dezulken die de schuld aan 'de anderen' geven. En in die hele baaierd heb je afwachtenden, agressievelingen en alles daartussenin. Het werkt als een eye-opener.
Als we alleen kijken naar de agressievelingen die de schuld bij anderen zoeken, krijgen we een heel eenzijdige kijk op onze eigen rechtsorde, want die softe-braverikken "beïnvloeden" onze democratische rechtsorde ook. Zij kunnen namelijk niet ni�t beïnvloeden.
Dáár ligt het sterke punt van het AIVD-rapport. Het gaat van ieder van die 'Islam-strevingen' na hóe ze onze rechtsorde raken, beïnvloeden, beschadigen of bedreigen. Als in een spiegel zien we onze eigen democratische rechtsorde. Opeens gaat die abstracte definitie leven. Wie zijn w´j eigenlijk? Wat 'draagt' ons eigenlijk? Wat is het "water" waarin we zwemmen? Wij zijn als de vis van Watzlawick, we kennen ons eigen --meest belangrijke-- milieu niet.
Het AIVD-rapport is een must om te zien wat de Wouter Bossen overslaan. Het is een must om zélf te gaan waarnemen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 6 Januari 2005, Los Reyes
Los Reyes is de Spaanse Sinterklaas. Gisteren zijn ze aangekomen in een optocht. Iedere Koning op zijn eigen kameel. "Balthazar, Melchior en Caspar": Ieder kind kan dat rijtje opdreunen. Maar verder is het nèt als Sinterklaas of de Kerstman. Nog vóór er globalisatie was, was er al de commercie als grote egalisator: Het heet allemaal business.
Ik laat het hierbij. Vandaag gaan Martine en ik een grote wandeling maken. We gaan vroeg weg. We moeten de schâ inhalen. Zondag is alweer afscheid.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 7 Januari 2005
Gisteren heb ik met Martine een grote wandeling gemaakt in een dennenbos ergens boven de 1000 meter dat haar aan Poolse bossen deed denken. Vandaag gaan we met Ignacio naar het gebied waar de alleroudste weg van het eiland ligt. Daar is het steenwoestijn. Het is het oude pelgrimspad naar de Ermita van de patrones van het eiland. Het nieuwe --zo'n vijftig jaar oud-- is overbekend en prachtig. Het oude staat op geen enkele wandelkaart. Het ligt afgesloten en verwaarloosd in een gebied waar alleen jagers komen. Er is een pas-gestarte aktiegroep die dit 'historische object' in ere wil herstellen. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 8 Januari 2005
Om zeven uur gaat de boot. Ik breng Martine weg, maar ze vliegt pas Zondagmorgen, te vroeg voor de eerste boot. We brengen een gezellige dag door in Santa Cruz de Tenerife en overnachten in La Laguna, vlak bij het vliegveld.
De wandeling van gisteren was een ware ontdekking. Ignacio gidste ons over een eenzame hoogvlakte waaar zijn vader vroeger de geiten liet overwinteren (want dan was het een beetje 'groen'). Als kind had hij er vaak gelopen, en steile randen ervan verkend. Dat deden we nu ook en we hadden de allerprachtigste vergezichten over het eiland en dit deel van de kust.
De oude pelgrimsweg loopt er over heen. Door urbanisatie zijn de stukken dichter bij de stad overwoekerd met stadse dingen, maar dit laatste stuk is onaangetast. Vanaf 1988 is er een bredere --vrijwel horizontale-- parallelweg waar auto's kunnen rijden. (Dus niet zo'n vijftig jaar geleden zoals ik gisteren schreef.) Het begin van het oude pad is daardoor vrijwel onzichtbaar. Vlak bij de Ermita kan de gewone bergwandelaar niet verder want er is nu --óók vanwege die nieuwe weg-- een vertikale rotswand van zo'n twintig meter.
Wij hebben dat oude pad niet afgelopen, maar we hebben drie uur over dat plateau gekruist. Behalve de uitzichten hebben we de oude eeuwenoude 'artefacten' bekeken die de familie tot voor kort nog gebruikte: Een dorsvloer die nog helemaal intact is, de opslagplaatsen voor het graan en het gedroogde 'groen', en de beschutte plekjes waar graan en ander groen kon worden gezaaid voor de zomervoorraad als de zon alle groen wegbrandt.
terug eerste dagboekregel

La Laguna (Tenerife) Hotel Aguere, Zondag 9 Januari 2005
Ik zit op bed en schrijf. Het is een reusachtig-grote kamer. Het hotel is in 1760 gebouwd als verblijf voor een van de militaire kopstukken toen het hier 'kolonie' en wingewest was. Hier was de Rijkdom, de Macht en de Kerk geconcentreerd. Later was dit het paleis van de bisschop van Tenerife. In 1885 werd het omgebouwd tot dit hotel.
Zover over de sfeer en de oude glorie die het uitstraalt. De prijzen en de service zijn heel gewoon, keurig en up-to-date.
Gisteren doorkruisten we Santa Cruz. Bewust genietend van onze laatste dag. Straks ontbijten, en hup!, het èchte afscheid. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 10 Januari 2005
Alles is weer bij het oude. Ik kijk terug op tien dagen met Martine.
Ik kijk ook naar de rommel in mijn huissie. Dat moet allemaal 'op orde' want ik vlieg misschien al het a.s. weekend naar Chili. Wat moet àf? Wat kan blijven liggen?
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 11 Januari 2005
Tot ieders verrassing --verbazing zelfs-- is het aantal verkeersdoden in Spanje in 2004 met 513 (bijna 13%) gedaald. Er was geen speciale aktie, wel een lange-termijnplan, nogal wat intellectueel debat, en veel skepsis. De automobilistenverenigingen gaven tegengas als het om snelheids-beperking of andere 'vrijheidsberovingen' ging. Het aangekondigde puntensysteem voor geleidelijke diskwalificatie van het rijbewijs na overtredingen is nog niet ingevoerd.
Autobezit in Spanje heeft nog steeds iets van 'upper class'. (Soms moest ik denken aan de wijnbouwersbond in Frankrijk die openlijk lobby-de tegen intensievere alcoholtesten omdat de wijnomzet zou worden aangetast: "OSM --ons soort mensen-- maakt geen verkeersongevallen; dat is een zaak van het plebs").
Intussen was het aantal verkeersdoden in Spanje bij de allerhoogste van Europa. De commentatoren staan paf. Niet alleen het aantal doden, ook het aantal ongelukken (-12%), het aantal zwaargewonden (-22%) en het aantal lichtgewonden (-21%) zijn fors gedaald. Niemand kan specifieke oorzaken noemen. Inderdaad: automobilistenverenigingen zijn wat positiever geworden, slachtofferorganisaties hebben grotere bekendheid gekregen, maar verder jongleren de deskundigen met "een soort bewustwordingsproces". Twee uitspraken vond ik echte nadenkertjes.
Pere Navarro, de Direkteur-Generaal van het Verkeer, zegt: --"Het betekent dat we in een gerijpte maatschappij leven. Wij beginnen het verkeersprobleem te zien vanuit het perspectief van een welvarend land". (H�? Wat dachten de Spanjaarden dan voordien van zichzelf?)
Het andere nadenkertje gaat over País Vasco, Baskenland. Daar is het dodenaantal maar liefst met 43% gedaald.
--"Het is in 2004 rustig geweest met ETA activiteit", zegt Jon Uriarte, de direkteur van Burgerveiligheid in País Vasco, "maar de allergrootste rol speelde de maandenlange staking van de auto-wegsleepbedrijven. Al die verse wrakken langs stoepranden, in greppels langs de weg, en bij de gevaarlijke kruispunten ontpopten zich als de best denkbare publiciteitscampagne".
Ik herinner mij de 'zeer wetenschappelijke' discussie die jaren geleden in België en NL werd gevoerd waarin werd 'bewezen' dat gruwel-afbeeldingen onwerkzaam waren in een Veilig-Verkeersaktie.
Als je naar die gruwelijke crucifixen kijkt in de Spaanse kerken, of naar stierengevechten op TV, dat moet je concluderen dat Spanjaarden heel anders omgaan met gruwel dan wij Noorderlingen. Héél anders.
Tenminste, als Jon Uriarte gelijk heeft.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Woensdag 12 Januari 2005
De kogel is door de kerk! De tickets voor Chili zijn gekocht. Duur, maar langer wachten zou geen verdere kortingen opleveren, en hier wordt het alsmaar kouder. De volgende week Dinsdag --de 18e-- vertrek ik. 18 April ben ik terug. Ik vlieg meteen naar het Noorden waar ik in 1997-1998 ook ronddarde. Dus geen busreis van ruim 24 uur. Daar, in dat woestijnklimaat, zal ik het wel uithouden. Het probleem is om goede huisvesting te vinden aan de zeekant van de stinksteden Arica en Iquique. Ik heb opnieuw contact gekregen met kennissen van toen. Ik hou jullie op de hoogte. (100 woorden)
In de reisplannen staat het precieze reisschema.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Donderdag 13 Januari 2005
In de VS is een fel gevecht aan de gang over social security, of Medicare, de sociale bodemvoorziening voor ziektekosten. De regering wil die hervormen, met name door privatisering. Zij gebruikt daarvoor twee argumenten. Het wordt te duur(1), en "we hebben al de beste gezondheidsvoorziening van de wereld"(2).
Tegen het eerste argument gaat Paul Krugman van NYT regelmatig te keer. Hij wijst op cijfervervalsing en het bewust creëren van een crisissfeer rondom een zaak die weliswaar aandacht vraagt, maar geen totale hervorming of afschaffing van Medicare.
Tegen het tweede argument scheen weinig in te brengen. Er was een rapport dat constateerde dat het overlijden van kinderen binnen een jaar na de geboorte --dat vanaf 1958 in de VS regelmatig was afgenomen tot 6,8 per 1000-- nu naar 7,0 was gestegen. Dat lult iedere politicus wel onder de tafel.
In NYT van gisteren komt Nicholas D. Kristof onder de titel "Health Care? Ask Cuba" met dergelijke cijfers van andere landen. Hij gebruikt daarvoor het laatste C.I.A. World Factbook.
Koekje van eigen deeg niet alleen, ook rekent hij de getallen om naar het aantal baby's dat in de VS m��r zouden zijn geboren en legt dit --helemaal in de stijl van de cynische body count van het Pentagon-- naast de 800 'bodies' die de oorlog in Irak kost.
Zo lezen de zelf-genoegzame VS-ers dat met het sterftecijfer van het 'achterlijke' Cuba er 2.212 meer Amerikaantjes zouden zijn. Er zijn 41 landen die een lager sterftecijfer hebben dan de VS. Zweden, Japan en IJsland scoren minder dan de helft van het VS-getal. Singapore scoort 2,3!! Met dat getal zouden de VS 18.900 méér potentiële soldaatjes hebben.
Om het plattelands-effect uit te sluiten vergelijkt Kristof ook New York City (6,5) met (het achterlijke) Beijing (4,6) en weet op grond van dezelfde bronnen te melden dat een vrouw in de VS 70% meer kans heeft in de bevalling de overlijden dan in Europa.
Daar gaat de American Dream. Rijkdom blijkt toch te bestaan uit het beroven van de armen, en een boel wijsmakerij.
(Ik denk intussen aan 'dat soort getallen' uit mijn tijd in Upington, Zuid-Afrika. Een aansluiting op schoon water alleen al deed het sterftecijfer van 270 naar 20 dalen. Er wordt hard aan gewerkt, maar nu leven nog steeds 10 miljoen mensen in die 'zonder-schoon-water' gebieden van ZA. Nog tot 2010, volgens de plannen.)
Nieuwjaarsbrief 2005 is per snail verzonden. Hier staat die te kijk.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Vrijdag 14 Januari 2005
De drukte van 'inpakken en wegwezen' wordt voelbaar. Anders dan vorige jaren, toen ik hier op La Gomera helemaal uit-het-koffer leefde, heb ik nu verschillende comfortabele dingetjes aangeschaft omdat ik dit appartement voor langere tijd heb gehuurd. M.a.w. ik kan vanalles achterlaten zodat ik over drie maanden niet --zoals in elke pensionkamer ter wereld waar ik binnenstap-- 'from scratch' moet beginnen.
Dat 'genot' had ik totnutoe alleen in Cessenon, in Frankrijk, maar het is een ambivalent 'genot'. Bij het vertrek zie ik pas de nare kanten.
Het tast de lichtheid van mijn bestaan aan. Niet de 'ondragelijke lichtheid' zoals Milan Kundera het beschreef, maar de ontspannen lichtheid, de zorgeloze lichtheid.
Als ik uit een hotel- of pensionkamer vertrek, pak ik gewoon 'alles' in. Mijn hele hebben en houden. Hier moet ik 'beslissingen nemen' en dat is, zoals bekend, héél moeilijk.
Leef dus maar even met mij mee. Denk maar even aan mij. Over een paar dagen is het voorbij. Dan trek ik de deur achter mij dicht, en laat de sleutel bij Ignacio achter. Dan voel ik mij weer vrij, zorgeloos en nieuwsgierig.
Ik en mijn koffertje. Lekker samen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zaterdag 15 Januari 2005
Gistermiddag liet ik eindelijk een Röntgenfoto maken van mijn hand. Dik gezwollen na de val van Woensdag. Gestruikeld op het oude pelgrimspad naar Puntallana waar ik precies een week geleden over schreef. Voorover. Languit. De handen vingen de klap op. De linkerhand had een overzichtelijke schaafwond. De rechter leek onbeschadigd maar ging 's�nachts pijnlijk zwellen.
Alleen verzwikt of erger? Daarover maalde ik.
Ik herinnerde mij de gebroken pols van een paar jaar geleden. Ik betastte de botjes. Stel je voor, wéér zo'n bonk gips zes weken lang.
Ik bleef twijfelen. De foto gaf uitsluitsel. Geen botje gekraakt! Hè hè! (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Zondag 16 Januari 2005
Vandaag geen stukje. "Opruimen en wegwezen" eist alle aandacht.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Maandag 17 Januari 2005
Daar zit ik dan op de vroege ochtend van de laatste volle dag. Morgenvroeg om negen uur de boot naar Tenerife. Gisteren heb ik alles gesorteerd, want vertrekken is tevens een grote schoonmaak van mijn koffer en al mijn bezittingen. Alles ligt op stapeltjes voor de definitieve inpak- en weggooi- ronde.
Gisteravond rolde ik 'moe-maar-voldaan' in bed. Het stormde. De wind gierde. Ik sliep laveloos en dacht even dat het al dag was. Nee gelukkig. Ik wakker werd met de schrik dat ik de hele dag had verslapen. Dat ik over twee uur op de boot moest stappen. Nee dus. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Dinsdag 18 Januari 2005, Vertrekdag, 0730GMT
Tegen alle boze verwachtingen --het zou wel drie dagen kunnen duren want de hele centrale was in het ongerede-- sprong het licht opeens aan vannacht om 0300. Ik werd er wakker van. Ik had de hele avond geprutst met kaarslicht en zaklantaarn om het koffer in te pakken. Nu nog vlug even dit.
Anderhalf uur later: Het vorenstaande heb ik nog op de web kunnen zetten. Ik zit nu op de boot. Hij vertrekt zó. Op het moment dat ik de deur uit ging, flopte het licht weer uit. De relaismasten van de GSM werkten niet, alleen de gewone telefoon, maar die had ik al ingepakt. Daarom kon Ignacio mij niet bereiken en ik hem niet. Tot aan de haven. Daar wachtte hij op mij.
Intussen ben ik door de benedenstad gelopen. Één modderpoel. IJverig wordt die weggeschept. Talloze kleine problemen zijn er. Bijvoorbeeld dat bij het pompstation benzine met de hand moet worden gepompt. De regen, waar ik gisteren over schreef, hield tegen twaalf uur opeens op. Het licht was om een uur of acht al uitgevallen. In het ziekenhuis, waar ik heenliep om een rekening te betalen, werkte het noodagregaat, maar niet voor de adminstratie.
De radio gaf de crisisberichten door. Alle eilanden zijn getroffen door de zware regens van de calima, de (niet zo) zelden voorkomende zuid-oostenwind die tropische regens mee kan nemen. Nou, dat was zo. Van alle eilanden komen 'ramp'meldingen. (Maar wat heet 'ramp' na de tsunami?) Ik heb geen overzicht. Ik lees het straks wel in de lokale krant, maar dat de centrale van La Gomera "zeer ernstig" was beschadigd hoorde bij de topberichten. De hipermercado had 's morgens direct al besloten niet open te doen, liet de geïnterviewde manager weten. Voor grote opslagplaatsen van diepvries bleken geen noodagregaten te zijn. Een bankdirekteur werd geïnterviewd en wauwelde wat over juridische problemen als betalingen niet op tijd konden worden gedaan wegens de ramp. Een ijzerwarenwinkelier vertelde dat hij en al zijn collega's geen zaklantaarn meer in huis hadden. Ook kaarsen waren uitverkocht.
Kortom, het kleine eilandje dat ik nu aan de horizon zie verdwijnen, worstelt met een Grote Ramp:
--"Zware tropische regens? Nooit van gehoord!".
Madrid, Barajas, 2130 GMT (mijn bedtijd) Twaaf en een half uur later dat het vorige schrijfsel. Op de machine althans, want ik heb ook het aloude handschrift geprobeerd. Door de polsblessure loopt dat (nog) niet gemakkelijk. Ook de thema's die ik wilde ordenen bleken bij nader inzien mij niet voldoende de fascineren. El País van vandaag gaf gedetailleerd verslag van een tegenaanval van Opus Dei, maar natuurlijk niet openlijk onder die naam, tegen het wetsvoorstel om homo-huwelijken gelijke rechten te geven. Inderdaad valt daar wel wat tegenin te brengen, maar dan maar meteen te zeggen dat je dan netzogoed het huwelijk kon openstellen voor méér dan twee personen --of voor het 'kontrakt' tussen een man en een dier-- verlaagde het peil van de mogelijke discussie teveel.
De andere schrijfpoging betrof de recente ontwikkelingen omtrent de ETA en het Baskisch nationalisme. Door de duidelijke stellingname van de huidige regeringspresident Zapatero wordt het over de hele linie wat duidelijker waar het om gaat. In het verleden was de rechtse partij, de Partido Popular mordicus tegen iedere verandering van het statuut van de deelstaten. Ze vonden --als rechtschapen centralistisch denkende Madrilenen-- dat het accoord van 1979 al veel te ver ging. Maar door die houding joegen ze ook gematigde nationalisten in het kamp van de ETA.
De socialisten waren genuanceerder, maar ook verdeelder. Zonder extreme afscheidingsbewegingen te ondersteunen, zagen ze in de nationalisten een vorm van progressiviteit en daarom kreeg het hun steun. Daar is kentering in gekomen. De steuners van dat nationalisme zijn gaan inzien dat het helemáál niet gaat om vooruitstrevenheid, maar om --in wezen-- conservatieve reactionairen. Dat heeft de eenheid van de socialisten versterkt en geleid tot de duidelijke uitspraken van Zapatero. Dat heeft geleid tot samenwerking --op dit punt!!-- tussen de socialisten en de PP en beide partijleiders zijn samen bij de koning op bezoek geweest. De nationalisten zijn nu heel boos op dit 'huwelijk'.
Natuurlijk zijn de huwelijkspartners meteen gaan kibbelen en geven een andere uitleg aan het 'pact', maar het brengt de politieke vleugel van de ETA nog verder in het isolement. De ETA, als organisatie, is door recht-toe-recht-aan politiewerk ook niet meer wat ze is geweest en stelt nu een "de-militairisering". Met soldaten-eer en opgeheven hoofd de strijd als verloren beschouwen en wellicht, zoals in de Carlistische oorlog, met behoud van rang en titels in het leger van de overwinner te worden opgenomen. Per slot kennen wij uit de Nederlands-Belgische geschiedenis de strijd om de citatal van Antwerpen in 1832. Toen de citadel was gevallen werd het een groot bierfeest van vriend en vijand, helaas zonder de gesneuvelden.
Dat schiet een aantal columnisten in het verkeerde keelgat. Wat soldateneer? Deze club heeft onschuldige burgers gedood, afpersingen gepleegd, nekschot toegepast. Dit moet worden afgehandeld als gewone misdaad. Daarmee verliest de ETA --althans bij steeds meer burgers-- het aura van de held, van een Robin Hood, van verzetsstrijder.
Maar, de slag is nog niet binnen. Als de PP al te ongenuanceerd "alle nationalisme is slecht" bespeelt, zullen meer genuanceerd-denkende nationalisten weer in het extremisme worden gedreven. Daarom is het tòch wat ingewikkelder dan ik hierboven uiteenzette.
Intussen is het 2230 GMT geworden (=2330 MET) over anderhalf uur (vijf over een MET) vertrekt mijn vliegtuig. Ik denk dat ik op zoek ga de de instappoort om daar nog wat te dommelen. Wegens 'overboeking' heb ik een zitplaats in de preferente klas. Ik zal er nauwkeurig verslag van doen. Het overkomt mij wel eens vaker, maar nu is het extra welkom wegens de lange reis. Ik zal er dus lang van genieten.
terug eerste dagboekregel

Onderweg tussen Madrid en Santiago, Woensdag 19 Januari 2005, Aankomstdag
0908 GMT Ergens boven de oceaan, nog vóór de Amerikaanse kust
Het is 0608 Chili-tijd en nog zeven uur vliegen. Verwachte aankomst is 1300 (lokaal), mijn vlucht naar Iquique komt in de knel.
Toen ik gisteravond op zoek ging naar mijn vlucht, bleek die twee uur vertraging te hebben, maar met mijn preferente-reservering werd ik naar VIP wachtkamer verwezen, Dat had ik eerder moeten weten. Daar waren lekkere fauteuils, en was het veilig om te slapen. Op een lekkere ligbank zelfs, met hapjes en drankjes gratis. Om drie uur vertrokken we. Precies met de voorspelde vertraging. Ik ontmoette nog een NLs stel dat een maand ging rugzaklopen in het zuiden bij Punta Arena, ze maakten zich bezorgd om hun aansluiting, net als ik.
In het vliegtuig wachtte mij een 'eerste-klas' cena de noche, (een 'avondmaal van de nacht') maar die heb ik afbesteld, en ben meteen gaan slapen. Wel maakte ik dankbaar gebruik van de oogbedekking /sluimerlapje dat ik naast tandpasta, scheermesje, en dergelijke gein aantrof in het 'eerste-klas' welkomst pakket. Maar mijn allergrootste preferente-genot is de brede zetel, de voetruimte en de voetsteun die het een lekkere sofa maakt. Deze preferente-afdeling heeft 24 zetels. Hiernaast is nog een afdeling met een half dozijn vrijwel echte bedden; met lakens en zo. Die heet First Class. Ik ontdekte die toen ik op zoek ging naar de WC. Tot zover mijn beloofde gedetailleerde beschrijving van het preferente-genot
0800 Chili-tijd, ergens boven Brazilië.
Nog vier en een half uur vliegen, dus de verwachte aankomsttijd is met een half uur verbeterd. Dat verhoogt mijn kans om mijn verbinding te halen. Het koffertje is in Madrid doorgechecked naar Iquique. Dat zal schelen.
We hebben de kust intussen ruim gepasseerd, maar wolken verhinderen dat met eigen ogen waar te nemen. Ik weet het van het scherm.
Sinds het vorige bericht heb ik The Economist en TIME uitgespeld bij gebrek aan alternatief. Voorlopig niets specifieks om over naar huis de schrijven. Ik noem het maar 'beeldvorming', een soort dapper data-crunching van ogenschijnlijk zinloze artikeltjes maar die samen toch een beeld opleveren.
Onze 'zaal' is nog in diepe rust. Enkelen hebben de leeslamp aangezet en lezen een boek. De zon wordt buitengehouden, daarover waakt de stewardess als een strenge Pleegzuster Bloedwijn. Ik haak nu even af om mijn berstensvolgelezen hersens wat herkauwtijd te gunnen.
1018 Chili-tijd, ergens boven Argentinië
We haddden over 25 minuten moeten landen, maar nu is het nog twee uur vliegtijd. Er is dus wéér wat ingehaald. Mijn vlucht naar Iquique lijkt OK.
Intussen wordt het ontbijt binnen gebracht. De schuifjes gaan open en de volle zon komt binnen. Wat doe ik? Houd ik mij aan 'strikt alleen water"?, mijn normale ontbijt, of moet ik dit 'engelse ontbijt' als middagmaal in mijn gedefaseerd tijdschema opnemen? Ik kijk op mijn Gomera-horloge. Daar is het bijna half twee in de middag. Dan kan dit wel als middagmaal tellen, want pas over zes of zeven uur ben ik in Iquique. Da's mooi.
1600 Chili-tijd, tussen Santiago en Iquique
Over een half uur zullen we landen. Helemaal op schema. In Santiago was het hollen. We landden toch wat later; ik moest nog door de paspoortcontrole, en, ondanks de instapkaart die ik in Madrid had gekregen, moest ik óók nog mijn koffer ophalen, persoonlijk door de douane loodsen, en bij de incheckbalie afgeven. Maar het is gelukt. Ik kijk uit naar Gabriela die mij zal afhalen.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Donderdag 20 Januari 2005
Gabriela en haar man Francisco haalden mij af. Heel overzichtelijk met nog geen dozijn afhalers. Een klein vliegveld. Dertig kilometer van de stad. Ik had gevraagd om voor de eerste dagen een hotelletje te reserveren zodat ik de ruimte had iets definitievers te zoeken. Laten ze nou precies hetzelfde ding hebben gereserveerd waar ik zeven jaar geleden logeerde. Ik herkende het pas toen ik binnenstapte.
Het was toen zes uur, en we spraken af dat ze mij om half negen weer af zouden halen, want ze hadden voor de avond hun kinderen uitgenodigd en wat vrienden voor een drankje en een hapje zodat ik meteen een heleboel mensen leerde kennen. Ik douchte, belde met Ghislaine, en probeerde wat te slapen. Ik kon met mijn Spaanse SIM wel SMS-en, maar niet bellen. Zij bereikte mij wel.
Nu is het vroeg in de ochtend. Ik heb de tekst van gisteren wat gecorrigeerd. Die had ik haastig klaargemaakt om eventueel bij Gabriela thuis op te laden, maar daar waren 'andere prioriteiten'. Gelukkig maar, want ik heb zojuist heel wat slordigheden er uitgevist. Ik was toch niet zo fit en helder als ik dacht. Nu houd ik het ook weer voor gezien en probeer nog een tukje te doen voor ik op stap ga voor wat noodzakelijkheden zoals fruit inkopen, een internetcafé, en een Chileense SIM voor mijn foon. In de namiddag heb ik met Gabriela en Francisco afgesproken voor verdere plannen of vragen. Misschien schrijf ik later nog wat.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Vrijdag 21 Januari 2005
Van schrijven is het gisteren niet meer gekomen. In de loop van de dag had ik nogal wat 'extra slaapjes' nodig, en verder struinde ik door de stad op zoek naar mijn 'noodzakelijkheden': Een I-café, een Chileense SIM en fruit. Ik had bewust nog geen stadsplattegrond gekocht, want ik wilde op mijn 'herkenningen' drijven. Heel boeiend! Ik was begonnen met zekere intuïtie voor de richting, maar, naarmate ik dichterbij kwam, werden de beelden steeds gedetailleerder. Het klopte opeens precies. (Behalve die keren dat ik helemaal verkeerd zat, en ik mij opnieuw moest orienteren; zodoende was het lekker zwerven op een stroom van vage en gedetailleerde herinneringen.)
De SIM is ook gelukt. Mijn nummer is nu +5698988138. Voor geval van nood of voor een SMSje, want het is verdomd duur. Maar het werkt. Ghislaine belde mij zojuist, en ik heb ook al SMSjes gekregen. Maar van mijn kant zijn nog niet alle raadsels opgelost. Je moet hier 'eigenlijk' vóór het internationale toegangsnummer (voor alle foontjes 'eigenlijk') het nummer van de carrier draaien. Voor Entel (mijn SIM) is dat 123, en voor Telefonica is het 188, maar er zijn nog zes anderen, ieder met hun eigenaardigheden en speciale tarieven voor delen van het land en delen van de wereld. Dat moet ik nog uitzoeken. En verder heb ik de onhandigheid van een nieuwe foon. De oude was onbruikbaar in Chili. Vandaar die nieuwe zgn "Tri-Band".
Gisteravond zouden Gabriela en haar zus bij mij langs komen om daarna samen de stad in te gaan voor wat gezelligs. O.a. zouden we een Chileense vriendin ontmoeten die lang in NL had gewoond. Het bleek haar eigen (Gabriela's) verjaardagsfeestje te zijn met haar schilderclubje. Ze had mij eerder geschreven dat ze binnenkort veertig zou worden, maar verder hadden we het daar niet over gehad.
En daar zat ik tussen tien Chileense vrouwen thee te drinken en gebak te eten. De 'profesora' was er natuurlijk ook bij. Met haar had ik een boeiend gesprek over het 'werken' en het 'volhouden' als je met een schilderwerkje bezig bent. Niet het 'ding' telt achteraf, maar de weg ernaartoe. "It's the road, not the pub" zo bleek weer.
We zaten in de patio van het atelier onder de sterrenhemel. Het ging niet steeds over schilderen, maar ze waren wel allemaal in elkaar geïnteresseerd over hoe ze bezig waren. Ik genoot van het toekijken en luisteren alleen al.
Toen alle Spaanse versies van Happy Birthday waren gezongen moest ik de NLse versie laten horen. Die bestaat niet, zei ik, maar de grijze dame die twintig jaar in NL had gewoond, maar nooit NLs had geleerd, herinnerde mij aan iets met "in de gloria". En zodoende zong ik "Lang zal ze leven", en vertaalde het achteraf.
Ik had die grijze dame niet verder gevraagd over het waarom van haar verblijf in NL. Ik begreep. Tien jaar terug, twintig jaar in NL, betekende dat zij gevlucht was --of uit het land gezet-- door de Pinochet-dictatuur na 1973. God-weet met pijnlijke avonturen.
Hoe ze had volgehouden te leven in NL zonder NLs, had ik haar gevraagd. Ze sprak het niet, maar ze verstond het wel, had ze geantwoord. Haar NLse kennissen hadden allemaal Spaans van haar geleerd. Ik stond paf. In een grote stad zeker? Nee, in Ulestraten bij Maastricht. Ik stond weer paf.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zaterdag 22 Januari 2005
We zitten hier iets ten noorden van de Steenbokskeerkring. Dat is waar de zon met Kerstmis stond. Ze zal nu wel recht boven ons staan. Dat maakt het oriënteren op de zon moeilijk; zeker rond de middag. Ik voel het ook als 'onbestemd'. Ik ga meteen naar andere middelen zoeken om mijn richtingsgevoel houvast te geven. De stadsplattegrond is natuurlijk voordehandliggend, maar de schaduw van een lantaarnpaal is ook een leuke om mee te puzzelen.
Ben ik nu gewend om de zon min of meer aan de horizon te zien gedurende de hele dag? Of zit dat misschien toch anders? (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zondag 23 Januari 2005
De martelaars worden nu gemarteld. De ex-kolonel, Germán Barriga, is uit het raam gesprongen van zijn appartement op de 18e verdieping. "Ten einde raad", had hij in brieven aan de pers laten weten. Voor de vierde keer was hij zijn baan kwijt wegens de hangende veroordelingen die binnenkort definitief zullen worden. Een daarvan was voor het arresteren en "laten verdwijnen" van het (toen ondergrondse) bestuur van de Communistische Partij. De rechtse pers, en brieven van individuele ex-militairen, en van woordvoerders van dergelijke organisaties roepen:
--"Er moet een einde komen aan deze heksenjacht, aan deze marteling".
De begrafenis, eergisteren, werd een manifestatie van die gevoelens. Maar het heeft juist zolang geduurd wegens allerlei vormen van obstructie. Pinochet zelf is daarvan het duidelijkste voorbeeld. Hij, en de hele krijgsmacht, hield vol dat het slechts om 'excessen' ging. Alle processen werden tot op hoog niveau getraineerd.
Sinds November liggen de kaarten echter anders. Na het verschijnen van een gedetailleerd rapport nam de oppercommandant van het leger, Juan Emilio Cheyre, de verantwoording van het leger op zich. Zijn collega's van de luchtmacht en de marine monkelden alleen wat. Ik schreef er over op 2, 6 en 17 december.
De begrafenis wordt een reaktionaire demonstratie. Midden in dit rumoer laat de minister van defensie weten dat van hem geen verdere manipulatie moet worden verwacht:
--"De heren moeten er aan wennen dat Het Recht functioneert".
De "familia militar" heeft nauwe emotionele banden. Van hoog tot laag. In afgelegen kazernes en eigen woongebieden hebben ze elkaars gezinnen zien opgroeien. Hoe doe je dat als oppercommandant? De betrokkene en zijn gezin ken je vanaf de jongste jaren? Hoe respecteer je èn de emotionele banden, èn Het Recht dat zijn beloop moet hebben?
De oppercommandant komt onmiddellijk terug van vakantie, trekt zijn uniform aan, en gaat de weduwe en de familie condoleren. Hij zei publiekelijk (zo stond het gister in de krant; ik vertaal letterlijk):

"Het is gepast om zich pijnlijk getroffen de voelen bij een dergelijke drastische gebeurtenis. Het is ongepast om hiervan, zoals zovelen proberen, gebruik te maken om de rechtsgang te beïnvloeden. Het is ongepast om de publieke opinie te beïnvloeden met haatdragende verklaringen.
Daarentegen is het gepast om bij een gezin te zijn dat ik zag ontstaan, en dat ik zie lijden, en dat ik al vele jaren zoveel heb zien lijden als maar weinigen weten hoeveel er in deze sector van Het Leger wordt geleden".
Op 17 december schreef ik: "Moedig Chili". Ik zeg het nog eens.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Maandag 24 Januari 2005
De president van Harvard University, Lawrence Summers, heeft een stommiteit begaan. In zijn nieuwjaarstoespraak zei hij dat vrouwen minder intelligent zijn dan mannen. Althans in de exacte vakken. Het was een van de best geconserveerde taboes van het oude IQ-onderzoek. De vrouwelijke stafleden verlieten de zaal. Het was 'not done', maar iedereen wist het: Vrouwen scoren op die bepaalde IQ-schaal lager. Iedereen wist ook dat het aan die schaal lag, maar twijfelen dáár aan zou een heel andere wereld in elkaar doen storten. Dan maar liever monkelen over die lage IQ van de vrouwen.
De halve wereld viel over hem heen. Allemaal boeiende verhalen, aanvullingen en kritiek. La Tercera, alhier, doet ook een duit in het zakje en laat een paar wetenschappers aan het woord over de feitelijk waargenomen verschillen tussen de hersens van de man en de vrouw. Een daarvan viel mij bijzonder op. Vrouwenhersens hebben méér en betere verbindingen tussen de linker- en de hersenhelft en die worden ook méér gebruikt, zoals we kunnen zien met de moderne scan-technieken. Bij mannen domineert eenzijdig gebruik.
Dat brengt mij op een idee. De Spaanse filosoof, José Antonio Marina, waarover ik 20 december schreef, publiceerde "Theorie en Praktijk van de Stommiteit".
--"Waarom begaan intelligente mensen zoveel stommiteiten", vroeg hij zich af. Met 'intelligentie' bedoelde hij die IQ-schaal.
De 'tragedie van onze cultuur', zei hij, is dat wij geloven dat intelligentie er is voor informatie, en dat gevoelens daarbij 'stoorfactoren' zijn. Wèrkelijke intelligentie ontstaat, ontdekte hij, als wij in ons denkgedrag voortdurend 'informatie' afwisselen met 'waarde- en gevoelsoordelen'.
Dat is precies wat die vrouwenhersens 'van nature' doen volgens de wetenschappers in La Tercera. Die mannenhersens proberen het met één hersenhelft. Dat scoort lekker bij de IQ-test, maar voor wèrkelijke intelligentie moet je beide kanten gebruiken. Vrouwen zijn daarom beter toegerust om stommiteiten te voorkomen. Dat is héél intelligent.
Als Lawrence Summers óók even met zijn andere hersenhelft had nagedacht . . . . zoals vrouwen . . . . dan hadden we zijn stommiteit niet wereldwijd hoeven corrigeren.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Dinsdag 25 Januari 2005
En toen kwam ik Lorenzo tegen. Ik slenterde met Gabriela en haar zus over de bloedhete Baquedano, de voetgangersboulevard die tot voor kort een stinkende twee-richtings hoofdverkeersader was. We kwamen nèt uit het regionale museum waar ik --dringend-- aan een van de archivarissen moest worden voorgesteld. In dat supergrote houten huis was het koel geweest. Nu sloeg de warmte weer toe. Maar gelukkig was er al weer een streepje schaduw. Op het heetst van de dag, met de zon vrijwel vertikaal, kun je alleen 'onder dak' vluchten voor de zon.
Ik werd meteen voorgesteld nadat de zussen Lorenzo uitgebreid hadden begroet. Net als de meeste van de kennissen die ik inmiddels heb leren kennen, was is Lorenzo ook gespecialiseerd onderwijzer, wat hier 'sicólogo' wordt genoemd. Hij werkte met kinderen met leerachterstand, om wat voor reden dan ook. Mentaal gehandicapt, maar ook vaak sociaal in een totaal andere wereld leven. (Hij vertelde van een moeder die haar kind melk van de teef liet drinken. Heel lekker, vonden ze).
Maar toen hij dat vertelde was het wellicht al middernacht. Eerst ging ik met 'de zussen' nog naar een theehuis en een schilderijententoonstelling. Lorenzo zou mij om negen uur afhalen om mij het nachtleven van Iquique te laten zien. Maar hij vroeg honderd-uit over Europa. Hij was bezig met het uitzoeken van de stambomen van zijn vader en moeder, en die kwamen daar allebei vandaan zo'n drie generaties geleden. Een van de grootvaders, een Engelsman, maar mischien toch een Ier volgens de allerlaatste gegevens, had eerst nog in de Boerenoorlog gevochten, en was toen naar Iquique gekomen. Hij was zelf in Iquique geboren en opgegroeid. Nu al 54 jaar.
Hij vertelde over het gezin waarin hij was opgegroeid, allemaal kinderen van zijn vader of zijn moeder, en sommigen van allebei. Op dat punt waren ze zeer ruimhartig, maar het was er vóór alles gezellig geweest. Daarom, zei hij, had hij wat te bieden aan die loslopende kinderen uit milieux waar het hele idee 'gezin' niet bestond. Vooral de ontheemde Mapuche-indianen maakten er soms een potje van. Hij kon ze de geruststellende gedachte overbrengen dat ze één vader en één moeder hadden als begin van houvast in dit leven.
En zo dronken we samen een fles wijn leeg en gingen na middernacht nog naar een bevriende Italiaan die een prachtige pizza voor ons maakte. Ook daar hoorde ik weer roots-verhalen. Deze pizza-bakker was intussen zoverre in goede doen, dat hij regelmatig naar Italië reisde om daar navraag te doen over zijn (eigen) familie en van de hele Italiaanse 'familie' in Iquique . Zijn grootouders en ouders waren van dezelfde streek ergens ten Zuiden van Napels maar hadden elkaar pas hier leren kennen. Althans zo begreep ik het, want ik had zo laat op de avond (zo vroeg in de morgen) alleen nog gevoel voor het anecdotische van de ontmoetingen en verrassingen, maar geen kukels om de verschillende hoofdpersonen van het verhaal uiteen te houden. We lachten veel. Het was haast een operette.
Onderweg zei Lorenzo dat hij weer wat meer van Europa had begrepen.
--"Van de dorpsverhalen van die pizza-bakker", vroeg ik.
--"Ja, maar ook van jou. Ik ben er nooit geweest, maar ik begin het te begrijpen".
Het was ruim twee uur toen ik in bed lag en insliep met de vraag: "Europa begrijpen?"
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Woensdag 26 Januari 2005
Het stratenplan van Iquique heeft het bekende raster van vierkanten dat kenmerkend is voor alle nederzettingen en steden van de Spaanse conquistadores. In de moderne tijd hebben ze allemaal eenrichtingsverkeer, mooi om-en-om. Maar er zijn wat uitzonderingen, zoals de brede Baquedano waar ik gisteren slenterde. Toen ik er in '97 en '98 was, reden er stinkende vrachtauto's in beide richtingen. Aan het eind daarvan was het centrale stadsplein, met een prachtig theater en andere imposante fraaiheden, maar volledig in de vernieling door het verkeer.
Dat is nu anders. Het plein en de Baquedano zijn voetgangersdomien geworden met sierbestrating en fonteinen. Het plein is helemaal klaar, en de boulevard naar de zee is halfweg. Aarzelend beginnen toeristische terrasjes --de eersten-- hun plek te zoeken. Over de hele lengte van de boulevard is een tramrails aangelegd, waar een ouderwetse houten paardentram voor het vermaak zorgt.
De huizen langs de boulevard zijn ware paleizen, gebouwd door de eigenaars van de 'salitre'-mijnen (salpeter). Na het midden van de 19e eeuw, tot de uitvinding van de stikstofsynthese rond 1920, was het een ware boom. Die huizen maken de Baquedano imposant. De mooiste en de grootste exemplaren zijn nog in gebruik als kantoor voor de mijnen, hoewel ze toentertijd zijn gebouwd als praalwoning van de eigenaren. Het museum, waar ik gisteren over schreef, is ook begonnen als praalwoning. Ze zijn gebouwd van het prachtigste hout van de wereld, want het kwam als ('gratis') retourlading terug met de clippers die de salitre naar alle werelddelen brachten.
Hoewel enkele huizen altijd al goed werden onderhouden, bv als bankgebouw, begint er nu ook interesse te komen van andere eigenaren om er wat moois van te maken. Mijn vingers jeuken om een foto-reportage te maken van "De Houten Huizen Van Iquique", want je hebt ze in alle soorten, van groot tot klein, van goed onderdhouden tot fors verwaarloosd; en dat in alle combinaties. Heel fotogeniek, denk ik.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Donderdag 27 Januari 2005
De leukste definitie van een gotspe vind ik nog steeds die van die man die zijn vader en moeder vermoordde, en vervolgens bij de rechter clementie vroeg omdat hij wees was.
Daar moet ik aan denken bij de klachten nu de veroordelingen van de misdragingen-van-toen een beetje op gang beginnen te komen.
--"Het is toch onrechtvaardig dat het 35 jaar moet duren", zeggen briefschrijvers en andere commentatoren.
--"Dat is overdreven", zeggen anderen. De 'dodencaravaan' --1973-- is nog geen 32 jaar geleden, en tot voor kort zaten alle schuldigen keurig gedekt achter dictatoriaal doorgedrukte amnestie-wetten. Wie klachten had over de 'behandeling' in de gevangenis, kon als 'terrorist' beter het land verlaten. Toen 20 jaar later de kust een beetje veilig was, en de vluchtelingen begonnen terug te keren, was het 'onpatriottisch' daarover te 'zeiken'. Toen ik hier was in 1998, liepen vragen --ook via hoge rechtelijke instanties-- over waar bepaalde 'verdwenen' personen waren gebleven, nog dood in procedurekwesties en 'verschoningsrechten'. Het was toen nog levensgevaarlijk om dóór te vragen.
De erkenning, dat het niet om 'enkele betreurenswaardige excessen' ging, is pas een paar maanden oud. Klagen over de traagheid van de 'nieuwe democratie' is dus een echte gotspe.
Er komen zelfs heel nieuwe feiten aan het licht. De dictatuur van Pinochet was weliswaar bloedig geweest, maar aan zelf-verrijking, zoals de andere Zuidamerikaanse dictators, had hij niet gedaan. (Hitler had een dergelijke reputatie, en die is óók pas kortgeleden doorgeprikt door een ijverige notaris-in-ruste in Beijeren.)
Een routine-onderzoek van de toezichthouder op het VS-bankwezen heeft ontdekt dat Pinochet miljoenenrekeningen er op nahield in de VS. De direkteur van het VS-filiaal van Banco de Chile, die deze transacties had moeten melden, is in gebreke gesteld en ontslagen. Maar de deksel is van de doofpot. Zeker nu blijkt dat het om frauduleuze inkomsten gaat.
Ingezonden-stukkenschrijvers weten te melden dat dit al langer bekend was, maar iedere keer opnieuw --wegens vormfouten-- in de doofpot verdween als er werk van werd gemaakt.
Met de verkiezingen in het zicht tegen het einde van dit jaar, zijn er al politici die beloven 'redelijke termijnen' te zullen stellen aan de rechterlijke procedures. Als dat lukt hoeven de schuldigen alleen maar stilletjes in een hoekje de afloop van die termijn af te wachten. Bijna nèt zo comfortabel als die amnestie-wetten. De familieleden van 'verdwenen' gevangenen worden dan voorgoed afgescheept.
Toch zal Chili met zijn verleden in het reine moeten komen.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Vrijdag 28 Januari 2005
De geologische structuur van Chili is eigenlijk erg eenvoudig. De Andes met pieken van meer dan 5000 meter vormt de oostgrens van dit langgerekte smalle land. Die grens ligt zo'n 200 km van de kust. Aan de kust zelf ligt een kustgebergte van ruim 1000 meter. Vóór dat kustgebergte ligt een soort 'strand' van enkele kilometers gevormd door het 'puin' van het kustgebergte. Iquique is op zo'n 'strand' gebouwd.
Het kustgebergte --en de Andes trouwens ook-- zijn gevormd door opstuwing. De schol waar Zuid-Amerika op ligt, drijft naar het westen en botst tegen de schollen van de andere kant. Dat proces is nog steeds op gang, en de hele Amerikaanse westkust heeft dan ook regelmatig grotere en kleinere aardbevingen waarbij die geologische kruipbeweging zich met schokken en schokjes manifesteert.
De ruimte tussen het kustgebergte en het hooggebergte is een hoogvlakte gevormd door het 'puin' van de Andes dat door het afstromende water wordt meegenomen. Heel veel verder naar het Zuiden, waar de zon wat milder is, leidt dit tot mooie groene gebieden, maar hier is het water verdampt v��r het de zee kan bereiken. Bovendien staat het ondoordringbaar-granieten kustgebergte in de weg. Dat betekent dat er zoutmeren ontstaan. Op andere plaatsen bestaat de bovenste laag van het woestijnzand, waar het verdampende water zijn zouten achterlaat, uit een harde korst, rijk aan zouten. Het kan een korst van enkele centimeters zijn, maar ook van vele meters. Door de selectieve filtering van het grondwater, liggen er vlak aan de andere kant van het kustgebergte bij Iquique, dikke korsten met kostbare salpeterzouten. Dat is de oorzaak van het ontstaan en van de welvaart van Iquique.
Dat een woestijn 'droog' is, is letterlijk en figuurlijk een oppervlakkige waarneming. Ondergronds is er veel water, maar hoe kun je dat benutten? Met moderne technieken kun je een put slaan, en het water oppompen met van buiten af aangevoerde energie.
Maar er zijn óók kleinschalige technieken die deels uit de oudheid stammen. Daarmee kan de mens overleven. Één daarvan is een mooi slot voor dit geologisch /geofysisch stukje.
Op bepaalde plaatsen, waar die korst niet dikker is dan een decimeter of zo, kun je die weghalen en er --met name-- meloenen en watermeloenen planten. Dat gaat prachtig! Zonder enige irrigatie! Na een jaar of wat wordt de bovenlaag weer een te dikke zoute korst. Dan moet je een ander plaatsje zoeken. Als je dat kleinschalig doet, kun je dat lang volhouden.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zaterdag 29 Januari 2005
Ik schreef eerder terloops over het fenomeen dat de zon hier recht boven je hoofd staat. Althans midden op de dag. Maar ook als de zon bijna in het zenith staat, heb je er niets aan voor je orientatie-gevoel.
Meer naar het Zuiden, waar de zon op onze Europese manier boven de horizon staat, heb je het gevoel dat die de 'verkeerde kant' op draait. Dat is het gevolg van de intuïtie van de noorderling dat de zon van links naar rechts draait als je naar het zuiden kijkt. Dat is op het zuidelijk halfrond óók zo, maar om naar het Zuiden te kijken, moet je wegrave;l met de rug naar de zon staan. Dáár zit de kneep van déze verwarring.
Hier in Iquique zitten we op 20º 20' ten Zuiden van de evenaar. Dat is echter noordelijk van de Steenbokskeerkring die op 23º 30' ligt, zo'n 400 km verder naar het Zuiden. Met Kerstmis stond de zon in Iquique ook in het Zuiden.
Omdat de zon nu op de terugweg is, moet ze nu vrij precies recht boven Iquique staan. Ik heb dat proberen te meten met een geïmproviseerd schietlood op het moment van het "theoretische middaguur". (Dat is hier pas om 1350.) Het was niet overtuigend, maar ik denk toch dat de zon alweer een ietsje-pietsje in het Noorden staat.
Toen ik er op ging letten, zag ik allerlei 'leuke dingen'. Zoals verkeersborden of andere paaltjes die géén schaduw hebben. Een leuke is een palmboom waarvan de waaiervormige bladeren zich als een perfecte cirkel rondom de voet aftekenen. Of een hoekhuis waar in beide straten alleen de breedte van de dakgoot een schaduwrandje geeft. Ik heb daarvan foto's gemaakt.
Zie mijn webalbum http://www.fototime.com/inv/E0F40F8CFDD993E
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Zondag 30 Januari 2005
Deze week is opeens een belangrijke stap gezet in de slepende processen tegen ex-militairen. De rechterhand van Pinochet, generaal Contreras, hoofd van de 'inlichtingendienst', de belangrijkste auteur van de 'verdwijningen', is "gevankelijk afgevoerd" om zijn straf uit te zitten.
Contreras weigerde publiekelijk zich te melden. Het leger had hem veilig en onopvallend vervoer aangeboden. De vijf anderen die voor deze zaak definitief waren veroordeeld, maakten daar wèl gebruik van. Men vreesde een rel, een woedeaanval, of zelfmoord. Per saldo bleef het bij handgemeen in zijn appartement waar hij --na een televisie-interview-- de komst van de politie afwachtte in gezelschap van dochters en schoonzoons. Hij haalde een geladen pistool uit zijn bureaulade en riep kwaadaardig tegen de 25 politiefunctionarissen: "Verraders! Wat denken jullie wel! Ik ben generaal!"
Dat stond in geuren en kleuren in La Tercera van gisteren. Het was spannend geweest. De president was van minuut tot minuut op de hoogte gehouden. Het liep goed af. Ongewild verschafte Contreras een extra "emotionele genoegdoening" door zijn gevangeneming met een stuk theater te onderstrepen.
De pers resumeerde de lange weg die deze processen hadden afgelegd. Telkens heel zorgvuldig voor heel specifieke, goed omschreven, gevallen. Zoals betaamt in een rechtsstaat.
Dat laatste --'wij zijn een rechtsstaat'-- werd op vele wijzen benadrukt. En terecht. Men is met de uiterste zorgvuldigheid te werk gegaan, hoewel daarmee ook ruimte --teveel volgens sommigen-- werd gegeven aan allerlei vormen van juridische obstructie.
In 1998 werden de eerste militairen formeel in staat van beschuldiging gesteld. Precies tijdens mijn vorige bezoek aan Chili eindigde een proces waarbij alle verdachten er in waren geslaagd zich te beroepen op amnestie of zwijgplicht. Het ging om 29 mannen die op een dag waren "weggevoerd" uit een bepaald dorp.
--"Alles goed en wel", zeiden de Brieven Aan De Redaktie die ik in in 1998 las, "maar wáár zijn onze mannen en zonen?"
Kort daarna werd Pinochet in Londen gevangen genomen. Toen waren het nog geen 20 beschuldigden. Nu zijn het er 160 en het betreft 356 gevallen.
De door de dictatuur aangenomen amnestiewetten zijn nog geldig, maar die betreffen slechts de wildste periode en de minder extreme gevallen. Veel verdwijningen en mishandelingen hebben na die datum plaatsgevonden. De amnestie is inmiddels wèl opgeschort zolang het lot van de verdwenen personen niet vaststaat.
Aan de andere kant heeft de hoogste rechterlijke instantie aan de lagere rechters bevolen --ook precies deze week-- om zaken binnen zes maanden af te handelen of te seponeren. Juist omdat in een rechtsstaat dat soort zaken niet slepend mogen blijven.
Chili heeft weer een stap gezet op de lange weg naar verzoening.
terug eerste dagboekregel

Iquique (Chili), Hostal Obispo Labbe, Maandag 31 Januari 2005
Op de economische pagina's van de kranten bestaat de Chileense industrie niet. Als je de feitelijke bezigheden achter die financiële abstracties probeert de achterhalen, blijkt het steeds op bosbouw of mijnbouw uit te draaien. Eigen industriële produkten heeft dit land niet. Een ingezonden-stukkenschrijver --een kenner, want Pablo Zegers is hoogleraar-onderzoeker aan de Facultad de Ingeniería de la Universidad de los Andes-- legt de vinger op de zere plek:

"Onze opdracht is om met wetenschap en technologie de toegevoegde waarde van onze uitvoerprodukten te verhogen. Met andere woorden: Het genereren van Chileens industriëel eigendom. Maar de wetenschapper met een goed idee moet ondernemers-eigenschappen inzetten om zijn idee bij de mensen te brengen. Zodoende verliezen wij een creatieve wetenschapper, en krijgen er een slechte ondernemer voor terug. De ondernemers, aan de andere kant, zijn niet gericht op het genereren van meer hoogwaardige technologie, en wijden zich liever aan het minder riskante importeren van buitenlands industriëel eigendom".
Dit is precies de klacht die ik in Australië en Nieuw-Zeeland hoorde; meestal vergezeld van de 'uitleg' dat ze nog steeds een ex-kolonie waren, een "wingewest op basis van natuurlijke rijkdommen en lage lonen".
Maar ook in Zuid-Afrika, dat dank zij de economische blokkade gedurende de Apartheid enigszins aan die 'duivelscirkel' was ontsnapt, hoorde ik die klacht van wetenschappers en ingenieurs die zich sterk probeerden de maken voor verhoging van toegevoegde waarde door eigen vindingrijkheid en technologie. De 'industrie' bleef de voorkeur geven aan het minder riskante importeren.
En dan heb ik het nog niet over die andere Afrikaanse en Amerikaanse landen waar géén harde kern van wetenschappers ermee bezig is. Wij van Het Rijke Westen zullen er nog lang onze kolonisten-voorsprong behouden. We kunnen rustig gaan slapen, want gelukkig doen zij daar nu aan zelf-onderdrukking.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek Januari 2005