Dit is Dagboek 10 van 1 tot 30 maart 2001. Het begint met mijn tocht naar een nabij wijngebied en het kennismaken met een nieuw diëet. Het eindigt met met een krantenberiocht over wat de australiërs van elkaar denken. Daartussenin het rustig voortkabbelende leven in Perth, zijn kleine en grote gebeurtenissen zoals mijn deelname aan een dienst van de Pinkstergemeente, de hittegolf en mijn filosofietjes. En, last-but-not-least, er is de prachtige foto van mijn vier kleindochters.
Perth (Australië), donderdag 1 maart 2001
Ik ben druk bezig met twee boeken over één diëet. Tegelijk gekocht! Ik heb in geen jaren diëetboeken meer gelezen. Sinds ik mijn lief had gevonden in het instinctodiëet, was die zoek- en experimenteerperiode voorbij. Waarom dan nu opeens?
Het heeft met mijn AD(H)D belangstelling te maken. Ik geloof dat het probleem niet niet alleen in de bijgevoegde kleur- en conserveringsstoffen moet worden gezocht, maar alles --in het totaal-- wat je eet. We moeten niet de druppel die de emmer doet overlopen de schuld te geven. Binnen AD(H)D-kringen wordt dat wel erkend, maar het heeft geen "macht" want een goede onderliggende theorie over de samenhang van voeding en AD(H)D ontbrak totnutoe. Daarom wint Ritalin & medicatie. Dit boek gaat bepaald niet over AD(H)D, maar het geeft wel de onderliggende theorie van die samenhang.
Het nieuwe/originele van deze boeken is dat het niet het gebruikelijke één-diëet-voor-iedereen predikt, maar een diëet afhankelijk van je bloedgroep. Met instincto heb ik iedere dag mijn hoogstpersoonlijke diëet, dus daarvan was ik niet onder de indruk. Maar dit diëet komt uit een boek. Er staat een bespreekbare theorie achter. Dat wil wel. Met instincto heb ik alleen mijn eigen intuïtieve overtuiging. Ik zou bovendien een zeloot in hart en nieren moeten zijn, want instincto heeft alles tegen, cultureel, sociaal en conventioneel-medisch. Zo'n opdringerige missionaris ben ik niet. Maar ik ben wel een boeksignalering aan het schrijven. Het komt op deze site. Binnen een paar dagen. Een pietsje missionaris ben ik dus wel :-).

Perth (Australië), maandag 5 maart 2001
Gisteravond om 9 uur was de 'frisse wind' die door mijn kamer op de achtste étage waaide nog 32.0 graden. Om 6 uur, toen ik thuiskwam. was het nog 35.3. Ik weet niet wat de hoogste middagtemperatuur was, want ik was de stad uit. Nu, om vijf uur in de morgen, is het "koel": 27.0. Het zal vandaag minder warm worden dan gisteren. 39 graden! Voor gisteren was 40 voorspeld. Het was inderdaad heel warm.
Ik was weg voor een dagtochtje, maar een heel ander dan ik had gedacht. Ik had vrijdag besloten om naar het wijngebied in het zuiden te gaan: Margaret River, zo'n 300 km hiervandaan. Het gebied produceert maar 1% van de Australische wijnen, maar 15% van de topwijnen. We zouden met een bus gaan, en aldaar lunchen en drie wijnkelders bezoeken. Het was een nieuwe excursie; twee keer per week. Maar zaterdag bleek dat de excursie bij gebrek aan deelname was geannuleerd. A.s. donderdag is die weer, maar ze konden niets garanderen.
-"Een soort loterij dus", zei ik zuur. Ze knikte met stijfgeknepen lippen.
Ik besloot om met een andere ondernemer een excursie per boot te maken: Op de Swan River zou het wel koel zijn. Swan Valley heeft de oudste wijnaanplant van heel Australië, maar is nooit groot of beroemd geweest. (Ook de eerste olijven, maar als kolonie kwam het veel later tot bloei dan het Oosten). Het waren de Jesuiten die er wijn plantten voor hun eredienst. Die excursie is iedere dag. Maar v��r ik hier de deur uit was, kwam ik Ken tegen die mij voorstelde met hem mee te gaan naar Mandurah, een kuststadje halfweg Margaret River. De rivier vormt een allermooist (zoet en rustig) binnenmeer alvorens door een nauwe uitgang in de zee te komen. Mooi, gezellig en kalm-toeristisch. Te bereiken met twee bussen en een trein. Dat werd het. Ken is gezellig, en hij kent het bus- & treinsysteem op zijn duimptje. Een goede kans om dat te leren kennen.
Het is een leuke dag geworden. In Mandurah hadden we tijd om gezellig te lunchen en een lange wandeling langs de oever van het meer te maken. Onderweg, bij de overstapplaatsen stapten we uit om de regionale shopping centra te bekijken met reuze-grote "hypermercados". In Perth zelf heb je ze niet, maar in de omstreken liggen er verschillende. Rondom Perth is een redelijk bussysteem, maar het vervoer berust nog helemaal op de auto voor woon-, werk-, en boodschappenverkeer. De wegen zijn ruim en ze worden (nog!!) niet door grote opstoppingen geteisterd. De auto is nog helemaal koning. In het Oosten --Sydney, Melbourne en Adelaide-- is het al heel anders. Iedere dag lange files. Daar begint men in te zien dat de trein en de bus wellicht een rol gaan spelen in de bereikbaarheid van de centra. West-Australië is nog erg idyllisch: Ieder probleemloos zijn eigen autootje voor "alles".

Perth (Australië), dinsdag 6 maart 2001
De hittegolf gaat nog voort. Iedereen klaagt, maar ik geniet stilletjes, maar ik begin het ook genoeg te vinden als de "koele wind" die door mijn kamer waait af en toe boven de 38 graden komt.
Gisteravond ben ik vroeg naar bed gegaan; vanmorgen om vier uur was de "tocht" door mijn kamer 25 graden en ik heb zitten schrijven tot het ochtendgloren van zes uur. Toen heb ik een fikse wandeling gemaakt tot acht uur, want later vind ik het ook te warm voor mijn dagelijkse "pittige wandeling in marcheertempo".
De nieuwe NLse reisbrief is klaar, nummer 15. Voor de regelmatige lezers van dit dagboek bevat het weinig nieuws want ik heb veel gebruik gemaakt van wat ik hier al had geschreven. Ik heb nog zo'n 25 klantjes die deze site niet (kunnen) lezen en het geeft mij de gelegenheid er wat foto's en een paar woorden aan toe te voegen.
Ik heb nu ook een andere tekst af; de bespreking van de twee diëetboeken waar ik 1 maart over schreef. Die vindt je dus ook vandaag of morgen als ik ze heb ge-hateëmmèlt.

Perth (Australië), woensdag 7 maart 2001
De hittegolf is er nog. De thermometer waarmee ik de "tocht" door mijn kamer meet, gaf gistermiddag 39.3 graden aan. Iedereen vindt het uitzonderlijk. Niet alleen de temperaturen, maar ook het seizoen (de herfst moest al beginnen) en dat die zoveel dagen aanhoudt. In mijn supermarktje (met vaste prijzen) was het mineraalwater uitverkocht en de kleinere winkels hebben de prijzen fors verhoogd.
Opeens realiseer ik mij dat ik over vier weken al weer bijna in het vliegtuig zit. De warme dagen hebben mij wat misleid. Ik moet mijn 'daalvlucht' beginnen. De bijna ongebreidelde interesse voor alles wat ik tegenkom, moet ik temperen en zaken gaan afronden. Beslissingen nemen over wat nog wèl wordt afgemaakt en wat nìèt. Ik heb altijd een aantal 'projecten' op mijn werktafel. Ik bedoel mijn echte werktafel, maar ook de file met die naam op mijn harde schijf. Dat heb ik allebei ongeremd laten groeien en vòòr ik weer verhuis maak ik schoon schip. De harde schijf levert niet zo'n fysieke dwang als mijn koffertje met zijn beperkte gewicht en afmeting, maar hetzelfde gevoel zit er achter. Een soort hygiëne om niet hoorndol te worden van mezelf!
Het ADD-boeken project is voorlopig af. De boeken kan ik wegdoen of naar mijn kinderen sturen. Het Potter-project krijg ik niet af in de vorm die ik daarvoor heb gedroomd en de boeken kan ik niet meenemen. Ik kan ze doorsturen naar La Gomera, maar dat zou ritueel gedrag zijn. Een soort bezweringsformule. De reisbrief is klaar. Daar ga ik de komende dagen zo'n 25 persoonlijke briefjes of kattebelletjes bij schrijven. Lekker! Lekker afmaken!
En zo ben ik mentaal al bijna toe aan 'afronden'. Ik wil nog een paar excursies in de omgeving maken. Wijnproeven bijvoorbeeld. Gisteren ben ik met Ken, de Zuid-Afrikaan, naar een shopping centre in de buurt geweest. Zomaar om dat ook eens te zien. Ken kent die dingen als zijn broekzak. Iedere dag koopt hij een dagkaart voor de bus+trein en 's avonds horen wij waar hij overal is geweest. Van hot-naar-her reist hij overdag. Meestal ook naar een of meer stranden, want hij is een zonaanbidder. Maar ook de verschillende markten en winkels kent hij. Als ex-inkoper kijkt hij meteen naar alle prijzen. Met de andere Ken, de engelsman, die zich alleen voor die paar markten en winkels interesseert waar hij goedkoop fruit kan kopen, wisselen ze 's avonds ervaringen uit. Hij gaat er meestal te voet heen op zijn reusachtige wandelingen van soms wel drie of vier uur. En na de inkoop neemt hij --zo nodig-- de trein of bus terug. Rond de middag is hij thuis en dan kun je hem de hele dag in de lounge vinden met alle kruiswoordpuzzles van alle dagbladen en met TV kijken als afwisseling. Rond tea-time is de bus-reizende Ken terug en dan ga ik ook naar de lounge en maak mij een mok thee. Het ontbreekt er nog maar aan dat wandelaar-Ken met de thee en koekjes zit te wachten. Peter, de Schot, die hier in een tapijtschoonmaakbedrijf is verwikkeld dat hem een pootje tracht te lichten, komt er soms ook bij zitten. Het is bijna een dagelijks ritueel. Ik zal het missen, mijn oude-herensocieteit.

PS Hier is de nieuwe NL-reisbrief

Perth (Australië), vrijdag 9 maart 2001
De hittegolf is voorbij. Opeens wat wolken, geen regen, al dreigde het even, en we zitten in normaal zomerweer. De "tocht" in mijn kamer bleef rond de dertig graden maximaal.
Gisteren heb ik een dagtochtje gemaakt naar Swan River Valley met een boot. De bustocht naar Margaret River was wèèr geannuleerd.
Van wijn'proeven' kwam niet zoveel terecht. Direkt op de boot, om tien uur werd koffie met een koekje aangeboden en onmiddellijk daarna kon je "aan de wijn". Ze haddden vier soorten waar je uit kon kiezen. Toastjes en kaasblokjes gaven ze erbij. Toen ik vroeg om de andere drie te proeven keken ze vreemd, maar ze weigerden niet.
-"Vond u die Chardonnay niet lekker?", zei de steward verbaasd.
Kortom, het werd meteen drinken, en op de terugweg werd het 'zuipen' want er was ook bier en sterke drank aan boord. De bemanning bestaande uit een Captain, een Steward en een Barmaid traden op als entertainers met min of meer geslaagde grappen of opmerkingen over de prijzen van de sjieke hotels en de dure appartementen waar we langs kwamen.
Bij de wijnfarm aangekomen werd er wèl een ordelijk proefaanbod gedaan. Er waren ook spuugbakken waar niemand gebruik van maakte, en de tien proefflessen stonden klaar zonder uitleg; die stond op de prijslijst. Zelfbediening dus, en zodoende werd het ook meer drinken dan proeven voor de meesten. Dit was ook de farm waar we zouden lunchen, maar eerst werden wij met een bus naar een andere farm gebracht voor een andere proeverij. Daar leek het meer op de Zuid-Afrikaanse vormgeving. Op de proeftafel stonden alleen flessen van deze farm, Houghton. We werden ontvangen met een korte uitleg van het aanbod en in een bepaalde volgorde werden we door het aanbod geleid met telkens wat toelichting over de cépage en de bewerking. Leuk, leerzaam en lekker.
Toen ik achteraf mijn verbazing liet blijken over de grootte (50ha) omdat ik meende dat 80 à 100ha een economisch minimum is om er een eigen kelder met laboratorium op na te houden zei hij lachend:
-"Maar dat is onze eigen grond. Die gebruiken we alleen voor onze topwijnen", en hij wees enkele flessen op de proeftafel aan. "In onze kelders verwerken wij wijn van ongeveer 1200ha!"
-"Contracttelers?", vroeg ik.
-"Heel weinig, wij houden liever onze handen vrij en kopen per jaar in wat wij kunnen krijgen tegen aangename prijzen en mengen dat naar onze smaak. Bij ons vraagt niemand naar Appélation Controlée zoals bij jullie in Frankrijk. Wij zijn eigenlijk vooral trader".
Dat waren dus de Australische Chateauwijnen. Overigens waren het allemaal lekkere wijnen in hun soort en ze leken met zorg gemaakt te worden. De smaak van de Austaliërs gaat vooral uit naar tamelijk zoete wijnen. Houghton exporteerde ongeveer 30%. Dat werd als heel veel beschouwd. Het meeste ging naar Israel en UK.
Terug bij Gloucester Ridge voor de lunch had ik enkele leuke tafelgesprekken. Ik zat o.a. naast een echtpaar (48 jaar geleden geëmigreerd uit UK en meteen getrouwd) dat op een skitour was, zoals ze dat noemden: Spending Kids' Inheritance. Ze waren met een eerste klas coupé in trein van Melbourne naar Perth gekomen om de bloemetjes eens buiten te zetten. Ze zijn vandaag vertrokken. Ik had beloofd ze uit te wuiven. Zij lieten mij hun appartement laten zien voor de komende drie dageen. Ze waren er erg trots op.
Intussen heb ik ook de boeksignalering van de er4yt-diëetboeken gereed. Ik heb er de passages over AD(H)D onvertaald & compleet aan toegevoegd. ER4YT, Eet Right 4 Your Type, is de titel waarbij Type je bloedgroep is. Maw, als je bloedgroepconform eet, dat is je immuniteit optimaal en maak je het best-mogelijke van je leven en overleving. Per saldo, op tafel zogezegd, is het eigenlijk heel eenvoudig. Het is een heel doordacht diëet --ik schreef er 1 maart al iets over-- dat op basis van 'hard' wetenschappelijk onderzoek aantoont dat de hele 'chemie' van ons lichaam in die mate bepaald wordt door je bloedgroep dat er merkbare verschillen zijn in persoonlijkheid, reaktie op stress en spijsvertering. Beter gezegd: de bloedgroep is een heel helder en eenvoudig meetbaar merkteken van die 'andere' chemie en heeft daarom verder reikende waarde dan de bloedtransfusie waarvoor die is 'uitgevonden'.
Wat mij aanzette tot uit-lezen, tegen mijn aanvankelijke scepsis tegen "wéér een diëetboek", was de gedetailleerde herkenning van wat ik instinctief-intuïtief had ontdekt in het instincto-diëet dat ik nu al meer dan tien jaar volg en dat mijn toentertijd uit de put van de "non-ziekte" had gehaald. Jaar na jaar werd ik er sterker en beter van. En nu bleek uit dit theoretische verhaal dat het uit mijn bloedgroep had kunnen worden afgeleid! De website die er over gaat is <www.dadamo.com> In NL is er een discussiegroep op het internet en ik vond een citaat van Johan Bolhuis, arts, Preventief Medisch Centrum, Rotterdam:

    "Nadat ik in aanraking kwam met theorie van dit bloedgroepdieet heb ik mij er verder in verdiept en raake ik onder de indruk. Allereerst van de simpele logische verklaringen en vooral van wat het mij en enkele pati�nten deed. Inmiddels werk ik ruim anderhalf jaar met het Bloedgroepdieet en merk ik dat pati�nten er goed op reageren."
Je moest er maar eens naar kijken.

Perth (Australië), zondag 11 maart 2001
Al dàgen speelde een zin door mijn hoofd die mij zo'n veertig jaar geleden trof: "After the war, in London, all nice people were poor; allowing for exceptions". Jarenlang -tot voor kort zelfs- wist ik schrijfster en boektitel, maar nu wist ik alleen nog dat het op de eerste bladzijde stond. De beginzin zelfs, dacht ik. Ik zag de bladzijde haast voor mij. Het was een boek met ongewoon groot afgeronde hoeken. "Wie-oh-wie was die schrijfster?" Dat laatste wist ik zeker, het was een vrouw, want ik was er bijna verliefd op en ik had haast alle andere boeken van haar gelezen, maar dit boek bleef voor mij het beste. Het was niet Ivy Crompton-Burnett, de naam die telkens opdook als ik nadacht, met The House and The Master o.i.d. want dat was een liefde van jaren eerder.
Dit zijn de momenten waarop ik mijn bibliotheek mis. Ik zou er naar toe gaan en het blindelings vinden. Waar zou het nu zijn? Het moet met de opruiming bij een van de vrienden of kennissen zijn terechtgekomen die ik had uitgenodigd voor een uurtje snuffelen, of in de bibliotheek van De Voorde, waar de rest terecht kon, want ik wilde mijn boeken niet zomaar bij De Slechte achterlaten. Mijn boeken moesten opeens hun eigen weg gaan. Ik moest ze tenminste een goed onderkomen bezorgen: "God bless you". En nu wist ik niet eens meer de naam van een van mijn dierbaarste herinneringen. Wat een ontrouw! Maar Het Toeval hielp mij.

Ik snuffelde al een paar dagen in New York Times bij THE WORLD QUESTION CENTER 2001, de jaarlijkse vraag aan schrijvers en denkers. Een onuitputtelijke bron van intellectueel vermaak! Het vorig jaar was het The Most Important Unreported Story en nu was het What Questions Have Disappeared?. Humphrey, die zich 'romantic scientist' laat noemen vraagt: Why is "one plus twelve" an anagram of "two plus eleven"? en knoopt daar een betoog aan vast dat dit soort vragen behoren te verdwijnen. Wij moeten leren dat niet alles een reden heeft, dat het 'èchte' toeval bestaat. Geen antwoord op de vraag weliswaar, maar hij komt met een leuke observatie over ons, mensen, die altijd en overal een betekenis achter menen te moeten zoeken. Hij vindt: "We have always done better to find meaning where there was none than to miss meaning where there was." Tja... wat kan ik daar op zeggen?
Bestaat Het Toeval? Of bestaat het niet? Dat had een interessant debat kunnen worden. Bateson aanhalen, bijvoorbeeld, die informatie definiëert als "essentiëel niet-toevallig": a difference that makes a difference, noemt hij het. Het heeft betekenis omdat het opvalt. Of die Oostenrijkse psychiater, Viktor Fränkl, die het betekenis géven aan alles wat om je heen gebeurt existentiëel noemt want hij heeft er het concentratiekamp mee overleeft. Maar dat debat wilde ik niet aangaan; het verleidde mij wel; het hield mij vast.
Ik snuffelde verder met die gedachte in mijn hoofd. Wèg van dat debat. Ik kwam bij de Book Reviews, altijd goed voor een bliksemafleider. Altijd goed om je van een idée fixe af te helpen. En ... , bovenaan bij de nieuwe boeken een boek van Muriel Spark!! Bliksemflits! Wèg intellectueel toevalligheidsdebat! Dat was de auteur van die zin die al veertig jaar in mijn hoofd staat gegrift. Een zin als een vergeelde foto, alleen de nostalgische fraaiheid van het verloren paradijs, en dat hij er al veertig jaar staat. Muriel Spark! Meteen wist ik ook de titel: "Girls of Slender Means". Zij leeft nog! Zij is 82 en het nieuwe boek wordt in kwaliteit met "Girls" vergeleken. Het eerste hoofdstuk kan ik downloaden en als het het lees ben ik weer helemaal thuis. Bij Muriel Spark, mijn oude liefde. Toeval?

Perth (Australië), dinsdag 13 maart 2001
Ziezo, de 'fysieke' reisbrieven voor degenen die deze site niet kunnen lezen, zijn de deur uit: 80 foto's en 24 brieven met evenzoveel bijschriften die soms wat uit de hand liepen. Maar nu is het af.
Voor mijn gevoel is het tevens de eerste stap van het afronden van mijn zaken alhier: De 'daalvlucht' is begonnen. Mijn parool is nu: "Afmaken of afscheid nemen". Afscheid nemen van onaffe klussen. Ik heb geleerd dat uitstellen tot de volgende plek in mijn nomadische leven niet werkt. Ik moet met open oog en volle energie aankomen op de volgende plek, niet met unfinished business. Misschien is dat wel de zin van mijn nomadisch bestaan: Een manier om de chaos te bedwingen.
Intussen ben ik de laatste dagen wat energieloos. Ik weet niet wat ik verkeerd heb gegeten of gedaan, maar in plaats van energievol 's morgens vroeg op te staan en vol te zitten met schrijf- en studie-ideeën, kortom leergierig de dag beginnen, was ik hoofd- en buikpijnerig en had ik gezwollen enkels. Ik probeerde mij met thee op te peppen, maar dat werkte averechts. Gisteren tegen de middag, nèt 24 uur geleden, gaf ik de strijd op. Ik gaf mij over aan nietsdoen. Dat was kennelijk het goede, want de andere escapes bij low energy, zoals lezen en slenterend wandelen, zag ik niet zitten. Zelfs radio luisteren, laat staan TV, was mij teveel. NIETSDOEN, dus. En het helpt! De steeds dalende energie had vannacht zijn keerpunt. Na een luie ochtend ben ik nu weer toe aan een stukje. Een kort stukje. Méér zit er niet in. Tot morgen ... of zo.

Perth (Australië), woensdag 14 maart 2001
Ik werd gisteren door mijn zoon Peter verrast met een prachtige foto van mijn prachtige kleindochtertjes die ik jullie niet wil onthouden. Dit zijn ze allevier op een rijtje.
Vlnr Charlotte, Dorien, Lizette en Lisa. Nummer een en drie zijn van Martine en Lambert en twee en vier zijn van Rinske en Peter. Heel trots ben ik op zoveel moois in mijn familie!
Het doet mij denken aan een foto waar ik zelf als jongste op sta (2 jaar?) met mijn oudste broer en de vier kinderen van de zus van mijn moeder in dezelfde opstelling als deze foto. Ik denk niet dat Peter die foto kent. Die ligt in NL of F en ik zal die tzt voor de dag zal halen en ernaast zetten.
Mijn tante, volgens het verhaal van mijn moeder, riep ontsteld toen ze die foto zag: "Je zou toch zes zonen hebben!". En, inderdaad, enkele jaren later had zij er zes! En géén dochter tot haar verdriet. Mijn broer en ik kwamen er vaak op de schoolvrije middag. Het was een gezellig en hartelijk gezin. Ze hadden een reuze grote tuin met fruitbomen in een dorp bij Venlo. Het was maar 15 km fietsen. Met de oudste van die foto (dit jaar 79) correspondeer ik regelmatig. Hij gaat iedere winter naar zijn (klein)kinderen in Nieuw-Zeeland. Ik hoop dat mijn kleindochters zich hun familiefoto met evenveel genoegen zullen herinneren, hopelijk ook na 70 jaar!

Perth (Australië), donderdag 15 maart 2001
Het land is in paniek: de al eerder zakkende Australische Dollar is gedaald tot beneden US$ 0.50. Dat is kennelijk de psychologische grens en de emoties barsten los: Grote krantekoppen vertellen wat meer integere analyses eerder deden. Het land staat er niet zo rooskleurig voor want de mogelijk toenemende export die het gevolg zou kunnen zijn van de lage koers zal weliswaar wat opleving en werkgelegenheid veroorzaken, maar de winsten daarvan gaan grotendeels naar het buitenland. De vorige regering heeft alle nutsbedrijven en mijnen geprivatiseerd en die zijn nu in handen van buitenlandse beleggers. Tel uit je winst. Zwartkijkers zeggen zelfs dat dit land hard op weg is een derde-wereldland te worden dat voor zijn inkomen alleen afhankelijk is van de export van primaire produkten waarvoor de prijzen in Tokyo of New York worden bepaald.
Nu worden al langer bekende verhalen voorpaginanieuws. Dat Japanners heel eigen --zeer luxe-- vakantiekolonies hebben gebouwd met eigen kapitaal en alleen voor Japanners waardoor de toeristen-yen ook nog eens terugvloeit naar Tokyo. En dan maar denken dat ze het gekleurde gevaar buiten de deur kunnen houden getuige de kritiek die er is om een gift van de regering aan Indonesië voor sociale ontwikkeling. Het had beter aan defensie, met name marine, kunnen worden besteed.
Nog geen voorpaginanieuws is de negatieve geboorte-index van de caucasische (blanke, ex-europese) bevolking in Australië. Ik zag het in een klein hoekje op een binnenpagina. Dat staat in schrille tegenstelling met het immigratiebeleid dat nodig is om op langere termijn de welvaart te laten stijgen. Officiëel is er geen isolationisme, maar in de praktijk wel en het toelatingsbeleid heet njèt!!.
En wat nog helemaal geen nieuws is, laat staan op de voorpagina, vond ik in New York Times:

    Peter Schwartz, The Dramatic Fall in the Rate of Growth in Global Population
    My candidate for most important unreported story is the dramatic fall in the rate of growth in global population. Instead of hitting 20, 30 or even 50 billion as was feared only a few years ago, with all the associated horror, it is likely to reach between ten and eleven billion by mid century. The implications for the carrying capacity of the planet are profound.
Als je dat combineert met het bericht uit andere bron dat de groei van de blanke volkeren de nullijn nadert en je projecteert dit op de toekomst van Australië... Ik ga e.e.a. verifiëren. Schwartz is niet de eerste de beste. Hij hoort bij de goede futurologen. Hij heeft boeken geschreven als The Art of the Long View : Planning for the Future in an Uncertain World en The Long Boom. Ik ga eens naar zijn websites kijken: <http://www.gbn.org/home.html> en <http://thelongboom.org/>. Jullie horen nog van mij.
Hier in Perth hebben we vandaag, althans vanmorgen, regen gehad. Het ging even heel hard. Helemaal volgens het 'seizoen'. Maart hier is gelijk aan september in Zuid-Frankrijk.

Perth (Australië), zondag 18 maart 2001
Afgelopen dinsdag schreef ik dat mijn buik- en hoofdpijnerigheid iets was verbeterd, maar daarna bleef het 'hangen'. Zolang zulke dingen in beweging blijven, maak ik mij geen zorgen over het komen-en-gaan. Maar het blééf. Het australische "no worries" sprak mij niet meer zo aan en ik ging wat terreinverkenningen doen voor het geval dat ik --onverhoopt, ooit-- een dokter zou moeten raadplegen: Hoe? en Waar?.
En zo stond ik vrijdagmorgen om zeven uur bij het info-loket van het ziekenhuis, onze buren. Maar "klacht=klacht": Daar moet NU wat aan gedaan worden, overtuigde allereerste dame mij, niks mañana!! Ik werd meteen in het systeem opgenomen en pas om vier uur, een dozijn dokters en dames later, kwam ik er uit. Gerustgesteld, en met een brief over de uitgebreide onderzoekingen die hadden uitgewezen dat er niets ernstigs aan de hand was. En gratis! Want "onze regering en de uwe hebben daarover een contract". Als de klacht blijft of erger wordt weten ze precies waar ze moeten kijken en valt het onder dezelfde regeling. Het ziet er NU naar uit dat het voorbij gaat. Ik leer meer en meer in het NU te leven.
Vanmorgen heb ik weer gewoon mijn lange ochtendwandeling gemaakt langs de River Swan. De wandeling door het King's Park heb ik laten schieten, want ik moet er eerst een half uur door de stad lopen en aan de rivier ben ik in tien minuten. Zo ben ik langer in de goede lucht. De River Swan heet zo naar de zwarte zwanen die er huizen. Het is niet zo'n grote rivier, zo'n beetje tussen de Maas en de Dommel. Ze maakt flinke meanders vlak bij de stad, want het is een heel vlak land. Stroomopwaarts is Swan Valley waar de oudste wijngaarden van Australië zijn. Stroomafwaarts is de zee. Daar ligt de havenstad Fremantle. De rivier wordt niet meer gebruikt voor zakelijk transport. Dat is helemaal overgenomen door vrachtauto's. Vroeger waren er veel platboomde vaartuigen want de rivier is maar twee meter diep. Maar wel heel breed, althans bij de stad. Daar zijn twee hele brede 'buiken' die ideaal zijn voor roeien en zeilen met kleine catamarans. Op mijn ochtendwandeling zie ik vooral de roeiers die daar trainen: de achten, de ongestuurde vieren en de skifs. Allemaal met een motorbootje er achteraan met een coach en een megafoon. Ook zijn er toeristische boten voor heel populaire tochten naar Fremantle of Swan Valley. Om te lunchen of wijn te proeven. Maar dat is later op de dag.
De ovaalvormige 'buik' hier vlak bij is 3 km lang en anderhalve km breed. Aan beide einden zijn bruggen zodat ik er helemaal omheen kan lopen in twee uur. Dat is nu mijn voorkeurswandeling. De boorden worden gevormd door prachtig-grote gazons met boomgroepen: de typische "Engelse Tuin".
Daar is ook een afgescheiden gebied waar ik vanmorgen ben gaan wandelen. Daar huizen een dozijn kangeroo's. Het zijn schichtige dieren, maar ze houden je wel goed in de gaten. Ik zag vanmorgen een heel mooi groepje; te ver om te fotograferen. Twee volwassenen en een jonkie. De volwassenen staan op de beurt in een soort "op-wacht-staan-houding". De grootste is dan meer als manshoog. De andere twee grazen dan rustig. Prachtig tafereel!

Perth (Australië), vrijdag 23 maart 2001
Ik heb de laatste dagen een paar lange brieven over ADD laten voorgaan. "Ons Familie ADD Boek" (zie dagboek 27 januari) staat weliswaar nog niet op stapel, maar de correspondentie over onze ADD-wederwaardigheden staat bepaald niet stil. Deze week had ik het druk ermee.
Vandaag is de eerste dag van de lente; hier herfst. De zon schijnt nog wel lekker, maar de lucht is vaak wat frisser, zodat ik voor het noodzakelijke dagelijkse dóórwarmen in een beschut hoekje moet gaan staan en bij mijn ochtendwandeling mijn vingerhandschoenen hard nodig heb.
De laatste dagen heb ik als ochtendwandeling het aloude 'toewandelen' weer eens van stal gehaald. In plaats van een kringwandeling van twee uur, of zelfs één uur heen en dan rechtsomkeer maken, loop ik nu twee uur --nieuwsgierig-- in één richting. En dan de bus terug, want bussen zijn er genoeg zo vlak bij de stad. En zo liep ik vandaag naar de City Beach, het strand het dichtst bij de stad. Behalve strand is er ook een groot park. Parklucht plus zeelucht maakte dat ik toch wel het verschil merkte tussen mooi schoon-gewaaid Perth en wèrkelijk zuivere lucht. Heel opgekikkerd ging ik daarna een bushalte zoeken.
Vanmiddag heb ik gelunched in een visrestaurant. Om mij te tracteren op deze eerste voorjaarsdag. Ik had ze al vaker bekeken, die visrestaurants en hun menu's, maar het viel telkens tegen: De vis was verstopt onder stapels chips in een dikke laag deeg in de echte fish 'n chips of volledig gedenatureerd met kruiden en sausjes in de duurdere. Maar dit is anders. Het ligt naast een heel goede viswinkel waar ik wel vaker verse vis kocht. Maar ik wist niet dat ze een deal hadden: De vis uit de winkel kun je voor A$5 laten klaarmaken volgens je eigen wensen in het restaurant ernaast. En zo at ik vandaag een hele Geralton Sweet Emperor. Niets erbij, puur licht gestoomde vis!! Hier is het adres voor geval je in de buurt komt.
Neem de trein naar Leederville; dat is maar één halte van Perth. Vlak naast de zuidelijke uitgang is het Kailis Bros Fish Markets. Ik betaalde A$11 voor de vis van ruim één kilo. Een gewoon-goede visschotel kost sowieso A$20 à 25: veel minder vis maar wel 'vanalles' erbij dat de smaak verbergt. Ik heb dus een goede dag vandaag.

Perth (Australië), maandag 26 maart 2001
Het wordt àftellen: Nog maar negen nachtjes slapen!! Ken, de zuidafrikaan, is vertrokken naar Sydney. Daar blijft hij nog een maand bij een vriendin. Dan gaat hij weer terug naar Durban. Hij zit nog steeds te dubben om iets te kopen hier in Perth. Hij komt zeker het volgend jaar terug, maar ik schat in dat zijn permanente kooptwijfel die nu al jaren duurt ook dan niet vervangen zal worden door een koopbeslissing. Het zal wel, net als dit jaar, een permanente huizenjacht worden: Iedere dag kranten uitspellen en de rest van de dag van hot-naar-her reizen om te kijken.
Gisteren, zondag, was een onverwacht avontuurlijke dag. Ik had zin in een nieuw bezoek aan City Beach. Ik ging vroeg weg, en vòòr zeven uur stond ik op het strand. Ik verwachtte zo vroeg nog geen bussen, dus is struinde een uurtje door de duinen en over het strand. Pràchtig en héérlijk zo vlak na zonsopgang. Rond acht uur kwam er wat leven in een van de kiosken.
--"Oh nee!", riep de man die de luiken open maakte, "op zondag niet voor negen uur!!"
Dus ik te voet terug. Na een uur was ik in Subiaco waar een station en een groente- & fruitmarkt is die alleen in het weekend open is. Daar winkelde ik nog eens gezellig en toen ik tenslotte in de trein zat, was ik vijf uur ononderbroken op-de-beentjes geweest. Ik wist dat het een testcase zou worden, die twee uur en de strandwandeling daarbovenop. Maar dit was ver boven de begroting. Maar gelukt is het wel. De wat minne dagen van de laatste weken zijn weer ingehaald.
Toen kwam het volgende avontuur. Sinds een paar dagen ken ik Bill, Bill Derham. We spraken elkaar aan staande in de bus en bleven bij de halte wel een uur napraten. We wisselden telefoonnummers uit. We zagen elkaar twee dagen later weer en filosofeerden er weer lustig op los. Het klikte van beide kanten. Hij heeft engels en germanistiek gestudeerd en spreekt goed Duits. Zelfs een beetje NLs, want zijn hoogleraar, gevlucht als jood uit Duitsland in 1938 was in de oorlog in NL ondergedoken. Later gaf hij NLs als bijvak voor zijn germanistiekstudenten. We wisselden onze ervaringen uit over Böll, Grass en de anderen. Reich-Ranicki kende hij wel, maar niet het boek dat ik in een van mijn reisbrieven heb besproken. Ook niet het eeuwboek van Grass. Victor Fränkl en Husserl gingen over de tong. Enzovoorts, enzovoorts....
Nu is hij leraar aan een instituut voor "Engels voor Buitenlanders" met nogal wat overheidscontracten om immigranten en vluchtelingen engels bij te brengen.
Gisteren om vier uur was ik bij hem thuis uitgenodigd voor een kout, een maaltijd en we zouden samen met zijn vrouw en kinderen naar hun kerkdienst gaan. Zijn vrouw kwam uit San Salvador en in huis werd regelmatig spaans gesproken. Zo ook aan tafel. Dat was al de eerste verrassing.
De kerk bleek een Pinkstergemeente te zijn. Een grass roots gemeente; een doe-het-zelf kerk, maar wel binnen de pinkstergemeente traditie: eigenzinnig en wars van tradities en voorgeschreven vormen. Ook binnen eigen kring, want ze waren eerst bij een spaans-sprekende gemeente, maar daar waren de vormen wat verstard en mogelijkheden tot eigen vormgeving beperkt. Zodoende waren ze bij deze gemeente terechtgekomen, want de zeer extatische vormen --de meest bekende variant voor buitenstaanders zoals ik-- zagen ze ook niet zitten. Ze hadden deze gemeente mede vormgegeven, per slot was het een doe-het-zelf gemeente. Ik hoorde dat de pinkstergemeente-variant de verreweg snelstgroeiende christelijke denominatie is; wereldwijd maar speciaal in Zuid-Amerika. Kan ik mij voorstellen na al die eeuwen van aanspoelende en veroverende buitenlanders die kwamen vertellen hoe het moest.
Ik maakte kennis met de voorganger en zijn vrouw. Zij begeleidden ook vier(!) mini-gemeentes in Pakistan op het platteland waarvan de kosten door de gemeente in Perth werden gedragen. Een enthousiaste man met een curieuze carrière. Londense cockney achtergrond. Piloot bij de Royal Air Force. Gelegerd o.a. in Mönchengladbach kende hij Venlo en Roermond. Daarna professional in de britse geheime dienst maar vòòr zijn 40ste geveld door kanker waaruit hij wonderbaarlijk geneest. Dat verandert zijn leven en hij gaat theologie studeren. Pas enkele jaren geleden is hij de gemeente in Perth begonnen.
En dan de dienst. Een vanzelfsprekend vloeiend geheel. Heel self-organized en expressief. Toen we binnenkwamen stond een band op het podium met gitaren, keybord en drums en nadenk-liedjes die spontaan werden meegezongen. Intussen was er het receptie-achtige gedoe van mensen die elkaar verwelkomen. Ik werd aan vrienden van Bill voorgesteld en had snelle, en toch grondige, gesprekjes.
--"Wij hebben veel jongeren met hun cultuur in de gemeente opgenomen. Anders dan bij de traditionele gemeenten, die ook jongeren naar zich toehalen met hun muziek en hun cultuur en ze daarna in hun oude keurslijf proberen te dwingen, zijn ze bij ons een permanente factor", had Bill mij al eerder uitgelegd.
En zo was ik deel van deze huiselijke bijeenkomst die als vanzelf overging in een stuk bijbellezing. Het lang-lopende thema was kennelijk: "Iedereen is charismatisch op zijn gebied, en in zijn bereik. Het is niet een eigenschap van 'anderen'". Voor mij was het een duidelijke vorm van self-empowerment op basis van de bijbel. En aan het eind de voor de buitenstaander zo onbegrijpelijke 'bekeringen'. Het vloeide allemaal vanzelfsprekend, en iedereen nam er aan deel, actief of peinzend.
We praatten er over na, en met Bill maakte ik nog een lange avondwandeling nadat we zijn dochter bij het logeeradres hadden achtergelaten vanwaar ze haar college beter kan bereiken de rest van de week. Donderdag zien we elkaar weer.

Perth (Australië), dinsdag 27 maart 2001
Ik ben aan het opruimen en zo ontdek ik nog dingen en dingetjes die ik nog af wil maken --als alternatief voor de prullebak--.
Zo ligt er nog een opinie artikel uit The Australian, een redelijk stevig blad met goede opinie artikelen, het 'nationale' dagblad --itt het 'regionale' The West Australian dat ik nogal 'provinciaal' vind, maar wel heel down-to-earth maar wat Telegraaf-achtig. Het probeert van ieder vleugje nieuws sensatie te maken. Tot op het bedriegelijke zoals in een recent bericht onder de kop "Landbezetting en Mugabe's praktijken slaan toe in Zuid-Afrika" terwijl uit het bericht zelf bleek dat het om een correcte juridische procedure ging --de eerste-- op grond van een wet die aan zwarte eigenaren toestaat om specifieke stukken grond waarvan ze hun eigendom kunnen aantonen, en die onterecht zijn onteigend, terug te vorderen.
"Mugabe's praktijken" zijn heel andere. Naast de reusachtige wettelijke onteigeningen die door de onmacht van de regering nog steeds niet verdeeld is (lees: verdelen búiten de kring van de vriendjes) zijn er nu ook onwettige, "wilde" landbezettingen waarbij Mugabe rechterlijke uitspraken over de onwettigheid --zelfs van het hooggerechthof-- in de wind slaat. Dat is koek van heel ander deeg! Ik heb geenéén ingezonden brief gezien die struikelde over deze 'onjuistheid'. Wel blijven er brieven komen die de positieve discriminatie van de aborigenes becritiseren: "Ze hebben mooi praten in Sydney, Melbourne en Canberra", is de toon van de meesten, ze hebben nog nooit een aborigin gezien, maar bij ons loopt dat tuig op straat en bezat zich in onze parken. (Inderdaad, in Perth leiden er nogal wat een clochard-achtig leven, dat overigens zichtbaar minder is nu het 's nachts kouder wordt.)
Wel heb ik een paar voorzichtige reakties gelezen op de uitspraak van de PM (prime minister van heel Australië) die beweerde dat er geen land ter wereld was dat zijn kleurlingenprobleem zo goed heeft opgelost als Australië.
--"Met uitzondering van Tasmanië", waren de eerste reakties, want daarvandaan begint langzaam tot de officiële geschiedenis door de dringen dat de kolonisatie met nogal wat 'genocide' gepaard ging. "Nogal wiedes", vulden anderen aan; Tasmanië is een eiland en op het vasteland was zoveel ruimte dat wij de aborigines gewoon konden "wegjagen". Maar tot-nu-toe is het een probleem van academici en ingezonden-stukkenschrijvers.
Maar nu het opinie artikel uit The Australian. Dat pakt het hete hangijzer van de verschillen tussen de staten aan. Dat is een taboe.
--"Je hoort te zeggen en te denken dat alle staten in our commonwealth gelijk zijn terwijl ieder instinctief weet dat er wijdverspreide stereotypen bestaan", is een van de zinnen van dat artikel.
Terwijl Texaan geen moeite heeft om zich Texaan èn Amerikaan te voelen en een Beier zich Beier èn Duitser, wordt iemand die zich van harte West-Australiër noemt in Sydney met wantrouwen bekeken.
Maar in Perth (de meest geïsoleerde hoofd- en miljoenenstad ter wereld, zeggen ze hier met enige trots) vegen ze alle staten van het oosten op een hoop met Sydney, Melbourne en Canberra en vragen zich af waarom ze daar nog niet op het idee zijn gekomen om Australië SYDMELBERRA te noemen.
En dan komt het lijstje los waarbij iedereen tevreden en instemmend schijnt te knikken, behalve als het over zijn eigen staat gaat:
The Victorians are arrogant; the New South Welsh shallow hedonists; the Tasmanians inbred; the South Australians whingers; the Queenslanders slow; and the West-Australians are sandgroping rednecks.
Ik vraag mij alleen af waarom Northern Territory, (NT), ook een reusachtige staat maar met minimale bewoning, niet op dit lijstje staat. Zijn dat de nobodies waarover je niet spreekt? Zelfs niet in een kritisch opinie artikel in The Australian. Ik zal het eens navragen.
Je kunt Reisplannen, orientatiekaartjes aanklikken te zien waar die steden liggen tov elkaar en hoe groot dit land eigenlijk is. Toch heeft het 'provinciale' trekjes.
Vandaag heb ik nog een kleine toegift. Jullie kennen mijn belangstelling voor schone lucht. Daarom ben ik lid van een aktiegroep die wil bevorderen dat nucleaire energie opnieuw een plaats krijgt als 'schone energie'. Technisch is het OK, maar politiek niet. O.a. omdat de oliemaatschappijen voorlopig nog geen behoefte hebben aan een structurele concurrent en de vervuilingen veroorzaakt door de produktie, het vervoer en het verbranden van olie onder het vloerkleed proberen te vegen. Greenpeace staat aan hun zijde. Shell subsidieert ze dan ook, zij het om PR redenen.
Hier heb ik een artikel dat laat zien dat er ook aan het politieke front enige beweging begint te komen. Om "zakelijke" reden. Het zij zo.

Perth (Australië), woensdag 28 maart 2001
Even kort: Ik heb bij het verhaal van gisteren alsnog een verwijzing gemaakt naar de orientatiekaartjes gemaakt die op deze site staan. Verder heb ik het telefoonnummer van het YMCA gecorrigeerd. Er stond (08) 9324 8488 en het moest zijn (08)9325 8488. Foei!
Ik heb van deze gelegenheid gebruik gemaakt om mijn voorlopige plannen voor NL en B van 1 tot 10 juli bekend te maken. Daar speelt echter doorheen dat Martine nèt nà die tijd hoopt haar proefschrift te verdedigen. Daar pas ik mijn agenda natuurlijk bij aan. Het betekent dat ik òf wat langer blijf, òf dat ik er speciaal voor terugkom uit Cessenon.

Perth (Australië), donderdag 29 maart 2001
Het aftellen gaat verder: Nog zes nachtjes slapen!!

Perth (Australië), vrijdag 30 maart 2001
Nog vijf nachtjes!!
De street observation gaat gewoon door ondanks de drukte van het "afronden en afsluiten". Zelfs de twee nieuwe ADD boeken die ik gisteren van Bill kreeg (hij is zelf ook ADD, en twee van de drie kinderen eveneens) wil ik ook nog 'even' bespreken.
Op straat blìjf ik autonummers zien. De glans is er wat af. Meestal zijn ze niet de moeite waard to write home aboout. Maar gisteren zag ik "IT IS". De auto stopte nèt toen ik aan kwam lopen. Een slanke man stapte haastig uit. Het was meer een ascetisch dan een athletisch type. Even mijn pas inhoudend in het voorbijgaan zei ik:
--"U bent misschien filosoof?"
--"Nee", zei hij wat kortaf, "ik ben plant-manager" en keerde zich naar zijn portier om het dicht te gooien. Maar opeens onderbrak hij die beweging, keerde zich langzaam naar mij terug en, met het portier in de hand vroeg hij:
--"Hoezo?"
Ik keek hem --zorgvuldig bright smiling-- aan. Wees op zijn nummerplaat. Hij ontspande nog verder. Keek mij lichtelijk betrapt aan en glimlachte samenzweerderig. Na een paar seconden zei hij:
--"Een paar jaar geleden was ik heel gestresst en misschien wel een beetje depressief ook. Opeens kwamen deze woorden in mijn hoofd. Ze ergerden mij, want ik wist niet waar ze vandaan kwamen, maar ze maakten mij rustig. Ik bedacht deze nummerplaat om ze niet te vergeten".
--"En dat werkt?"
--"In het begin wel, nu zie ik die plaat niet eens meer".
We keken elkaar even aan. Het 'gesprek' was afgelopen voelde ik.
--"Have a good day!" zei ik om afscheid te nemen.
--"Have a good day!" zei hij, terwijl hij wegliep naar een soort hoofdingang. Na een paar traptreden draaide hij zich om en riep mij na:
--"Thank you for reminding"
--"You're welcome!", riep ik terug.
Sinds die ontmoeting, gisteren, zeg ik af en toe "It is". Nieuwgierig naar hoe-het-voelt. Ik word er rustiger van.
"Dank je wel, mijn athletisch-ascetische filosoof-plantmanager", zegt mijn lijf dan.

Einde dagboek maart 2001