Mijn Dagboek 15

Dit is Dagboek 15 van 2 tot 31 Augustus 2001. Het begint met twee reisjes met Ghislaine: Een naar de laatste zijdeboerderij van Frankrijk en een naar Barcelona. Dan komen de kinderen en de kleinkinderen. Tussendoor vermeld ik nog wat beroemde arme-luisgerechten en het eindigt met enkele meervoudige droomreizen. Eerst van Béziers naar Brussel als 'onzichtbaar engeltje' en later --tussen Den Haag en Eindhoven--hallucinerend van de kiespijn.


Cessenon sur Orb, Frankrijk), donderdag 2 augustus 2001
Het andere levensritme is meteen te merken aan de frequentie van deze dagboekaantekeningen. En dat terwijl er toch genoeg --enerverends zelfs!-- gebeurt. De lage dagboekfrequentie ligt trouwens niet helemaal aan de aanwezigheid van Ghislaine. Een soort autonome schrijflust die mij tot schrijven aanzet, heeft een andere uitlaatklep gevonden. Het zijn de ochtendpagina's, waar ik al eerder over schreef, waarmee ik die de spanning afblaas. Tja, en dan is de verleiding om 'andere dingen' te doen extra groot.
Zo was er een verplaatsing naar het Noorden waarin ik werd meegesleurd: Een veertigjarig huwelijksfeest van vrienden in de Ardèche. Een familiefeest vooral. De kinderen hadden talent als caberetier en cheerleader: liedjes, gedichtjes en samenzang met yells en een koor van kleinkinderen waarvan enkelen met guitaar en fluit en zang optraden. Ze hadden het van geen vreemde.
Het interessantste was echter de Chambres d'Hôte waar we logeerden. Pijnlijk ook, want het was tot voor kort een bloeiend zijderupsenbedrijf die nog nèt een nieuwe werkruimte had ingericht toen de financiers besloten dat de zijde goedkoper in China kon worden gekocht. Dit was de laatste boerderij met zijderupsen en werd in stand gehouden door de Franse couturiers omdat zij op die manier nog konden claimen dat zij in hun ontwerpen échte Franse zijde hadden gebruikt. De andere schakels van dit zijdebedrijf schijnen wel rendabel te zijn, maar nu de keten niet meer compleet is, komen die ook onder druk. Vaklieden die er met liefde aan hebben gewerkt zien er geen toekomst meer in. Jammer, en China lacht in zijn vuistje. Al vanaf de 'diefstal' van hun know-how van hun 5000 jaar oude produktietechniek door Marco Polo, heeft China de 'illegale' zijdeproduktie met lede ogen aangezien. Italië was de eerste. Vanaf midden 16e eeuw is Lyon begonnen. De Ardèche was in de 17e eeuw een rijke regio. Het was het eerste geïndustrialiseerde --en rijke-- gebied van Frankrijk. Het hoorde bij Europa's oudste industriegebieden. Aanvankelijk een (goed georganiseerde) huisindustrie, later kwamen er grote spinnerijen en de bekende wantoestanden. En nu verdwijnt de laatste zijderupsenboerderij.
Maar de onderneemster, Lixiane COSTE, zit niet bij de pakken neer. De Chambres d'Hôte is één van de manieren om deze boerderij in stand te houden. De andere is de verkoop van zijdeprodukten, maar de kroon spant de actieve demonstratieproduktie die ze in stand houdt. Het rupsen'zaad', de minuscule eitjes waaruit een dikke vette rups komt die zich precies na 29 dagen begint te coconneren en daarvoor in twee dagen een anderhalve kilometer lange draad 'schijt'.
En de cocons worden er ook afgewikkeld en tot verhandelbare strengen samengevoegd. Het is toegankelijk anytime op afspraak voor particulieren. Ook komen er groepen en is er een zelf-werkzaamheidsprogramma voor scholen. Het is meer dan toerisme. De liefde van de terzijde geschoven onderneemster is nog helemaal aanwezig. Zij heeft een website www.iletaitunesoie.com. De boerderij heet nu: "Il était une soie".
Opmerking voor niet-Fransverstaanders: Il était une soie (letterlijk: "Er was eens [een] zijde") refereert aan "Il était une fois . . ., de woorden waar sprookjes mee beginnen: "Er was eens . . . "
Het is inderdaad een sprookje gelijk. Vijf duizend jaar geleden begonnen, de zijderoute en dat alles, gestolen door Westerlingen en nu weer (bijna) terug in China. Je moet zeker eens op bezoek, of minstens de website bezoeken.
Na West, Oost en Noord is het te verwachten dat er nog een verplaatsing naar het Zuiden zal zijn. Inderdaad. Van Dinsdag 7 tot Woensdag 9 zijn we naar Barcelona. Ghislaine was er nog nooit geweest, zo bleek. We gaan met de Talgo. Eerste klas, om te verwennen!
terug eerste dagboekregel

Barcelona, woensdag 8 augustus 2001
Gisteren, rond de middag zijn we hier aangekomen. Meteen 'Spaans' gelunched en gisteravond 'Spaans' gedineerd. Het eerste voortreffelijk, het tweede een mislukking. Ghislaine wilde paëlla, maar het was geen gespecialiseerd restaurant. Ze beloofden gouden bergen. Hij was veel te droog en om het goed te praten zeiden ze dat dit de Catelaanse versie was van deze Valenciaanse specialiteit. Gelul dus! Toen verbruiden ze bovendien hun geloofwaardigheid. In het hotel raadden ze ons een goed paëlla-restaurant aan. Misschien proberen we dat wel vandaag, al ben ik niet zo gek op paëlla: Voor een goede reisgenoot moet je wel eens wat over hebben. Bovendien moet de vieze nasmaak van gisteravond worden weggespoeld. Het hotel weet wel van wanten, denk ik, want die voortreffelijke lunch was op hun advies.
Tussen de maaltijden, hebben we enkele wandelingen gemaakt door de oude stad en de kathedraal en het koninklijk paleis gezien van de laatste koning van Catalunya (die al in de dertiende eeuw vervangen werd door een graaf zodat Catalunya een graafschap werd).
Vervolgens hebben we de Ramblas afgeslenterd tot we bij café Zurich aan de Plaza de Catalunya neerstreken voor een glaasje koele witte wijn als apéritief. Intussen hadden we ook de Boquería 'gedaan', de zeer kleurrijke markthal, en hadden ons te goed gedaan aan een kilo verse vijgen. Daarna deden we de keus voor het verkeerde restaurant, of beter, voor het verkeerde menu in een wellicht(!) goed restaurant. Hier werkte het Rue-de-Rivoli-effect, of het Volendam-effect: Een aantrekkelijke plek blijft verleiden tot aankoop, maar de steeds slechter wordende kwaliteit-prijsverhouding heeft geen gevolgen omdat de feedback van de klanten er niet is --of wordt genegeerd-- en de kopers vormen geen gemeenschap die elkaar informeert. Reisschrijvers --dat is iets anders dan een reizende schrijver, een escritor itinerante-- speciaal die van de PR-folders wachten er zich wel voor dat te vermelden. Daardoor kunnen zulke 'slechte plekken' lang ongestraft blijven voortbestaan. Lang leve 'de onzichtbare hand', de 'gezonde' marktkrachten die volgens de neo-kapitalisten de economie perfect zou organiseren. Ghislaine kon nog van een kleine wraak genieten door tegen een groep Italianen --die gnuivend bij het grote bord aan de ingang stond dat ons ook had verleid-- te zeggen dat de paëlla waardeloos was. Dat werkte, ze liepen verder!
Vanmorgen heb ik een wandeling proberen te maken, maar ik was vlug terug. Het was nog iets te vroeg, nog géén zes uur, en het was nog vol met hoeren en zakkenrollers die hun verdienste nog niet binnen hadden. Een jongetje dat mij de tijd vroeg en zijn voetbalvaardigheid met een bierblikje wilde demonstreren had al de klitsluiting van mijn broekspijpzak opengeritst toen hij dansend om het bierblikje mij opzij duwde voor wat meer ruimte. Toen ben ik maar zonder frisse neus te halen aan de zee aan dit dagboek begonnen.
terug eerste dagboekregel

Barcelona, donderdag 9 augustus 2001
We zitten in de luxe wachtkamer voor Grandes Lineas. Je hebt er een eerste klas biljet voor nodig, maar luxe is het wel. Mooi ingericht. Tijdschriften naar keuze, net als frisdranken thee of koffie, die je wél zelf moet pakken. Én lekker stil. Én plek om met je laptop te werken. Ik kende het van vroegere reizen. Ik kon er Ghislaine mee verrassen. (Zij verrast mij nu ook door een foto te maken van zoals ik nu zit te schrijven.)
We hebben een mooie dag gehad. Vanmorgen hebben we "La Ruta del Modernisma", zoals het Barcelona-boekje het noemt, gedaan. Het Modernisme is de L'Art Nouveau van Barcelona. Dat wil zeggen, voornamelijk wat er begin 1900 is gebeurd met Gaudí als hoofdschotel. Gisteren zagen we Parc Guëll en La Sagrada Familia. Ook zagen wij een ziekenhuis, Hospital de la Santa Creu i de Sant Pau met een Maltezer voorgeschiedenis dat zijn 600-jarig bestaan vierde maar qua architectuur, ongeveer 1905, helemaal Modernisme is. Boordevol met details en symbolische voorstellingen; als een gotische kathedraal. We lunchten in een klein restaurantje er tegenover waar ook de ambulanciers aten en wat geroutineerde "locals". Voor 1000Ptas!!.
Gistermiddag, na de siësta, zijn we naar het Miró museum geweest. Het enige museum dat we op ons lijstje hadden gezet, want het aanbod is zo groot en zo prachtig! En dit was een succes. Ik vond het heerlijk om nog eens in mijn oude liefde, Joan Miró, te duiken. "Alles" was er, en ik stond tijdenlang aarzelend in de winkel met de prachtige reprodukties. . . . Maar als itinerante moet ik deze sedentaire verleidingen loslaten. Ghislaine gaf mij tenslotte, heel lief en met veel begrip, drie prentbriefkaarten van het drietal schilderijen waar ik op onze tocht het langste was blijven stilstaan. Dat kan ik meenemen als herinnering. Misschien scan ik ze nog eens en kunnen jullie er ook van genieten. En ik kan het dan overhevelen naar mijn gewichtsloze bagage. . . . Als ik weer eens mijn reisgewicht te lang heb laten groeien met zulke moeilijk los te laten dingetjes.
Het waren dus drukke dagen, maar we hadden toch tijd voor enkele voortreffelijke maaltijden. Voor liefhebbers noteer ik hier de restaurants omdat ze de moeite waard zijn om er nog eens te komen --of om te vermijden, zoals die ene.

  • Waar je niet moet gaan --die van de verbrande paëlla van gisteren-- heet Mi Burrito y Yo van het beroemde en lieve boekje dat in Spanje zo'n beetje de plaats inneemt van Le Petit Prince, een 'wijs' kinderboekje (ook) voor grote mensen. Het ligt in de oude stad; dicht bij de kathedraal en zo. Paso de Enseñanza 2, 08002 Barcelona
  • Dat kleine-goede bij het ziekenhuis heet Pisces (Comidas Caseras, d.i. zoals moeder thuis kookt), San Antonio Maria Claret 244, 08025 Barcelona. Wat er leuk was, was dat de bediening een leuk team vormde dat het goed met elkaar kon vinden.
  • Gisteravond aten we in de Barcelonetta, de oude visserswijk die weggevaagd is door de 'innovatie' wegens de Olympische Spelen. Daar zijn een paar 'groterikken' voor in de plaats gekomen die zich op vis en schelpdieren specialiseren en héél grote groepen aankunnen. En in een heel andere prijsklasse ook. Maar we hebben er toch goed gegeten. Bij een eerder bezoek was ik er met een grote boog omheen gelopen om nog ergens de laatste van de oude kleintjes te ontdekken (en te vinden!) en ervan te genieten. Waar we nu waren heet Restaurante Emperador en is gevestigd in de haven. Pau Vila 1, 08003 Barcelona, tegen het Palau de Mar, het historisch museum van Catalunya.
  • De eerste dag lunchten wij voortreffelijk op de Plaza Real vlak achter ons hotel. Een prachtplein en een uitstekend, goed en goedkoop restaurant: Le quince nits. Op tijd komen! Er staan heel lange wachtrijen na een tijdje.
  • Vandaag hebben we weer zeer voortreffelijk geluncht. Nu in het restaurant dat het hotel ons gisteren aanraadde. Ghislaine nam paëlla; inderdaad een echte goede. Ik nam Chocos a la plancha, die kleine inkvisjes die overal andere namen hebben. Het was Restaurante Los Caracoles, Calle Escudellers 14, 08002 Barcelona, in een stil straatje vlak bij ons hotel. We maakten er ons afscheidsfeestmaal van.
Ons hotel heet Los Cuatro Naciones, Ramblas 40, 08002 Barcelona, Tel 93 317 36 24, www.h4n.com, h4n@h4n.com. Je kon je e-mail aan de balie krijgen en de vorige keer kreeg ik een tijdelijk e-mail adres [gerard@h4n.com]. Nu heb ik er niet naar gevraagd, en met het grote aanbod van e-café's is het ook niet meer nodig.
Het ligt aan een mooi stuk van de Ramblas. Nogal dicht bij de zee. Twee-persoonskamer voor 11000Ptas. Maar ik heb nu wat adressen verzameld van hotels in de stillere zijstraten. Hier zijn ze, voor als je plannen hebt voor een paar dagen Barcelona. Allemaal in dezelfde prijsklasse.
Hotel Adagio, Ferran 21, 08002, Tel 93 318 90 61, book@adagiohotel.com
Hotel Comercio, Calle Escudellers 15, 93 318 74 20 & 93 318 73 74
Hotel Peninsular, Carrer Sant Pau 34, 08001, 93 302 31 38
Hotel España, Carrer Sant Pau 9 & 11, 08001, hotelespanya@tresnet.com. Dit is een absoluut juweeltje van La Modernisma en kost maar ietsje meer (12800Ptas)
Hotel Ópera, Carrer Sant Pau 20, 08001, 93 318 82 01 (8000Ptas)
Carrer Sant Pau is het straatje naast Liceu, het pas verbouwde beroemde theater van Barcelona.
Voor geval je naar Barcelona komt, moet je je wel voorbereiden met enkele woorden Catelaans. Ik vond vooral de namen van de dagen van de week nogal verwarrend omdat ik er noch met Frans, noch met Spaans een touw aan kon vastkopen. Vooral om de soms onregelmatige-onlogische openingstijden van diverse toeristische objecten mee te decoderen erg handig.
Voor één object zou ik nog wel terug willen en dat is het Palau de la Música Catalana een wondermooi gebouw van de architect Lluís Domènech i Montaner, die ook het herrezen Maltezer Hospitaal ontwierp. We ontdekten het wat laat en je moest, liefst een dag eerder, kaartjes kopen voor de rondleiding. Daarom genoten we alleen van de buitenkant en de inkijkjes. Net als van de Sagrada Familia, waar we genoegen moesten nemen met een wandeling om de hele kerk wegens veel te lange wachtrijen om het van de binnenkant te kunnen bekijken.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, zondag 12 augustus 2001
De kinderen zijn aangekomen. Moe van de lange rit in dit 'rode' weekend. Ze kwamen niet rechtstreeks uit NL. Ze waren al een week onderweg en hadden in de buurt van Beaune respectievelijk bij een wondermooie & kindervriendelijke Chambres d'Hôtes en op een prachtige camping doorgebracht waarvan we vers-van-de-lever de verhalen hoorden terwijl ze zich nog ternauwernood in de villa's in Prades hadden geïnstalleerd. De kinderen wilden natuurlijk onmiddellijk het zwembad proberen en alle andere nieuwigheden ontdekken. De barbecue werd subiet geïnstalleerd voor de avondmaaltijd. Peter is de barbecue-specialist. Zijn huisje --dat met zwembad, niet helemaal toevallig-- zal wel weer het centrum worden van de dóórlopende familiereunie van de komende twee weken. Voor vandaag hebben Ghislaine en ik alle (klein)kinderen uitgenodigd in ons huisje. Daar moeten wij dadelijk nog wat aan doen. Ze komen om een uur of vier. Dat wordt een tafel met z'n tienen. Zo zijn we opeens Une Très Grande Famille na onze eigen vakantie À Deux!!
Om de kinderen de gelegenheid te geven zich rustig te installeren zijn we maar even gebleven om de eerste reisverhalen te horen en zijn toen gaan eten aan de brug bij Réals. Daar kwamen wij terecht naast een NL stel, Pim en Leonie, dat hier in de buurt woont. Het klikte, en we hadden samen een gezellige tafelconversatie. Op misschien moet je het wel een conversatie tussen tafels noemen. Een curieus toneeltje voor een buitenstaander --waarschijnlijk-- zo met twee twee-persoonstafeltjes gewikkeld in een levendige conversatie.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, Woensdag, Maria Hemelvaart, 2001
Ziezo, het Juli boekje is gereed. Daar vind je alles nog eens terug; nu in de normale volgorde.
Ghislaine heb ik maandag om 1352 op de TGV gezet en ze is door Aldert om 2100 in Brussel afgehaald. Ik heb haar eerste mail al gehad. Haar tuin was een "wildernis" geworden in haar vier-weekse afwezigheid, schreef ze.
De tafel voor Une Très Grande Famille, afgelopen Zondag, was een succes. Maandagmiddag had ik weinig puf meer om alle servies, het voor de dag gehaalde extra meubilair, de kist met het speelgoed waarmee de vier kleinkinderen hun maaltijd onderbraken, op te ruimen. Dat, en 'het landgoed' weer naar mijn hand te zetten, heb ik gisteren pas gedaan. En vandaag heb ik de routine van de marcheerwandelingen weer opgenomen. Martine is een grote-wandelingenliefhebster en we gaan Vrijdag samen een heel grote maken. Ik kijk er naar uit.
Nu het hier overdag weer rustig is, werk ik in de tuin of aan een timmerklus in huis als ik niet zit te schrijven of te lezen. Tegen vijf uur ga ik naar de kinderen die dan nog van het zwembad genieten om ze daarna --en vóór de maaltijd-- voor te lezen. De maaltijd is bijna net als de tienpersoons van Zondag: De kinderen eten hun verplichte hapje, gaan dan spelen en komen terug voor het toetje. Ik vind dat prachtig! Het is als de feestmaaltijden van mijn jeugd bij mijn grootouders. Alle ooms en tantes aan tafel en wij met de neefjes en nichtjes spelend in de tuin. Mijn grootouders hadden --als dorpsbewoners-- prachtige grote tuinen die zich leenden voor avontuurlijke ontdekkingen. Zowel het huisje van Peter als dat van Martine hebben dat ook een beetje. Ze lenen zich uitstekend voor hun spelletjes: Bomen, een tuin uitlopend in een bos, hoogteverschillen, allerlei paadjes en trapjes om rondom het huis te lopen, hollen en te spelen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, vrijdag 17 augustus 2001
Et voilá! De eerste foto van de kleinkinderen van deze vakantie staat op de site. Zag je ze in de kop? Nee? Hier klikken; dan zie je ze allevier bovendien wat groter, ijsje-likkend op de rand van het zwembad.
Voor de volwassenen is er hier ook heel veel lekkers. Le Monde heeft een zomerrubriek met beroemde gerechten. Zo was er laatst Gazpacho Andaluz. Het was een armeluisgerecht van vóór de tijd dat de tomaten uit Amerika waren gekomen. Het is een gerecht met veel gezichten, want in Spanje heeft niet alleen iedere streek, maar misschien wel iedere kok of huisvrouw haar eigen gerecht dat met veel vuur als het enige goede wordt verdedigd. Wat voor de een essentiëel is, is voor de ander verfoeilijk. Ik heb zulke discussies gehoord over knoflook, ui, water, komkommer, en nog zo wat stenen des aanstoots. De enige overeeenkomst is (nu!)dat het koud is en tomaat bevat. In de supermarkten kun je het zelfs als een frisdrank krijgen: In blik!! Het inspireerde Ghislaine en mij om in Barcelona enkele lokale variaties te proeven. En dat inspireerde mij om het bij de tienpersoonsmaaltijd als voorgerecht op te dienen. Ik koos de Madrileense variant. Die is zo gezellig aan tafel. De soep wordt dan vergezeld van een dozijn of meer schoteltjes met fijngehakte en -gesneden paprika, peterselie, komkommer, uitjes, olijven, amandelen, hardgekookt ei, ham (serrano of gekookt) en wat al niet meer kunt verzinnen om ieder zijn eigen variant te laten maken. En natuurlijk brood, want daar was het om begonnen: Hard (arme-luis)brood kauwbaar maken. Je kunt het opdienen in de bekende Franse plakjes stokbrood, maar ook 'oud' stokbrood wordt opgediend gesneden in kleine kubusjes. Dat doe je dan eerst in het bord en schept de soep er overheen. Alles kan!
Het heeft geen zin om een recept te geven, maar als uitgangspunt gaf Le Monde voor zes personen 2 kg tomaat, 2 groene paprika's, 1 komkommer, 1 glas water, een half glas olijfolie, een beetje azijn en wat zout. Dat hak je fijn en legt het 24 uur in de ijskast. Ik doe er in deze fase ook graag een flinke portie peterselie bij om mee te 'meuren'. Daarna kun je het geheel of gedeeltelijk met de mixer fijnmaken en opdienen. Ik Barcelona kreeg ik er een schoteltje bij met wat versgehakte groente. Die brengen dat noodzakelijke 'knapperige' mee. Dat mis je natuurlijk in de ingeblikte frisdrankversie. Het gaat niet alleen om de smaak, ook om "hoe-het-voelt-in-de-mond".
Zeker de deftige Madrileense versie kun je als maaltijdsoep gebruiken. Het lijkt dan wat op onze bekende Chinees-Indonesische rijsttafel. Heel gezellig met al die schoteltjes. Zoals met z'n tienen, afgelopen Zondag.
--"Geef mij de paprika even aan?"
--"Nee, de groene"
--"Is het eierkruim al op? Wat jammer!"
Enzovoorts
Ik had er ook toastjes bijgedaan met tapanade, een smeerbaar gerecht hier uit de streek, dat je in een potje koopt. Het bestaat voornamelijk uit gehakte zwarte olijven met ansjovis. Anderhalve jampot ging erin als koek.
Maar dezer dagen was er in deze serie van Le Monde nog een andere 'arme-luissoep' die in de sjiekste restaurants wordt opgediend, maar zijn herkomst niet verloochent, want het is (ook!) volksvoedsel. Mijn generatie kent de uiensoep van de oude Hallen van Parijs: 's morgens om vier uur of zo, tussen de chauffeurs, want Les Halles waren een uitstekend punt om te liften.
Le Monde wijst er op dat het allemaal is begonnen als een kostje voor arme arbeiders in de zijdeindustrie van Lyon: Wat bruingebakken uienringen-met-water maakten het harde brood kauwbaar, net als de gazpacho. Het hoorde ook bij de "rats, kuch en bonen" van de gevangenissen Saint-Paul en Saint-Joseph die op enkele meters afstand liggen van de gerenommeerde Brasserie Georges waar een van de sjiekste uiensoepen ter wereld worden opgediend. Het is het "rendez-vous van tout-Lyon" voor huwelijken, doop- en communiefeesten en begrafenissen dat door kenners kozend "La Georges" wordt genoemd.
Het gaat hier --intussen-- niet over Parijs met Les Halles, waardoor "heel Nederland" de uiensoep kent, maar over Lyon, dat claimt de geboorstestreek van deze beroemde soep te zijn. "La Georges" staat in het hartje van de oude stad, dat intussen door de Unesco tot patrimoine mondial de l'humanité is verklaard. Daarom alleen al is een bezoek waard. Maar ook "La Georges" zelf is de moeite waard: Een brouwerij van bijna 700 meter kwadraat uit 1836 met een ruim zes meter hoog plafond en rijkelijk versierd met prachtige lambrizeringen en spiegels uit de jaren 20.
De uiensoep heet hier ook niet eenvoudig soupe à l'oignons maar La Gratinée Lyonnaise en het opdienen is een ceremonie op zich. In grote witte kommen wordt die gloeiend binnengebracht en de ober maakt aan de tafel voor iedereen een potent en geurig mengseltje van een eierdooier en vinger madeira. Daarna licht hij voorzichtig de chapeau en laat het in de geurige soep glijden.
--"Eet smakelijk!"
Voor wie nu het water in de mond loopt heb ik het recept van "La Georges" uit Le Monde ge-html-t.
--"Hoe zat dat ook weer met die gecarameliseerde uienringen?"
--"Welke bouillon is het beste?"
Het is in het frans, maar wie vertaalmoeilijkheden heeft moet mij maar eens e-mailen. Als alternatief kun je natuurlijk onmiddellijk met de Thalys naar Parijs gaan om er je jeugdsentiment te beleven ook al bestaan Les Halles niet meer, of met de TGV vanuit Brussel --& Parijs omzeilend-- en er een gezellig-lang weekend Lyon van maken; zoals Ghislaine en ik de vorige week in Barcelona. Het uiensoepseizoen loopt van oktober tot februari. Er is in dit oude centrum van de zijde-industrie veel meer moois dat dit avontuur waard is. Het is niet voor niets patrimoine mondial de l'humanité. Bij het recept staan ook een paar "eetgelegenheden" in Parijs en Lyon beschreven.
--"Goede reis!"
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, woensdag 22 augustus 2001
Dadelijk komen de vier kleinkinderen hier om de ouders de gelegenheid te geven samen "time out" te genieten: Samen gezellig lunchen in dit geval. Ik vind het een hele uitdaging. Ik ga --met hen samen-- een appeltaart bakken. Ik heb al geoefend, want de oven hier in huis heeft een niet-werkende thermostaat. Maar met een oventhermometertje heb ik toch voldoende conntrole. Alle verdere voorbereidingen voor een lunch-bij-opa zijn getroffen. Ik hou jullie op de hoogte.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, vrijdag 24 augustus 2001
Helaas, de gezellige lunch van de ouders-onder-elkaar is in duigen gevallen. En dus ook mijn lunch met de vier kleinkinderen. Een van hen zette zeer gedecideerd --een garnaal heeft ook een kop-- uiteen dat ze het anders zag. Tja, en toen werd het familieplan gewijzigd: Géén ouders-o-e en géén opa-met-kk. Maar de appeltaart werd toch gebakken. Met appelen en alle andere fruit dat in huis was. Van perziksnippers werd een huisje gemaakt en met appelbrokjes werden letters getekend. Ieder versierde een deel van het deeg. Dat was lekker-lekker als toetje bij de lunch.
Gisteren heb ik definitief de wijnen gekocht voor mijn verjaardag op twee september. Zoals gebruikelijk is het ook een wijnproefgelegenheid: Ik zorg dan voor enkele wijnen die op de een of andere manier bij elkaar horen of elkaars tegenstelling zijn. Zoals het vorig jaar met die wijnen uit Zuid-Afrika. Nu zijn het wijnen uit deze streek, uit de AOC van St Chinian, waar Cessenon bij hoort. Typisch voor deze streek is dat één helft bestaat uit kalk-kiezel en de ander uit schiste (leisteen). En dat is te proeven al wordt het natuurlijk sterk beinvloed door de druif en de wijnmaker. De schistes-wijnen worden beschouwd als meer corsé ('hoekiger') en zouden meer "diepte" en "pit" hebben. Die van de kalk-kiezel zijn ronder, soepeler, subtieler.
Toen ik de eigenaar van Chateau Coujan daarover ondervroeg riep hij meteen met overtuiging:
--"Je m'en fou!!, het gaat om de kwaliteit van de wijnmaker en die van de schistes blazen dat verschil op om interessant te doen. Bovendien strooien ze kalk op hun wijngaarden!"
Ik proefde kinnesinne. Die van de schistes hebben een eigen club gevormd om zich te bevrijden van de oude dominantie van de kalk-kiezel en ze hebben een heel interessant boekje daarover uitgegeven, dat ik mee zal nemen. Het is dus niet alleen een probleem van de smaak, geur en verhemelte, maar ook van (dorps)politiek en commercie.
En nu maar proeven. Ik heb twee heel goede representanten van de kalk-kiezel die mij door een Zwitserse wijnkoper die deze streek goed kent zijn aangeraden (waarbij een van Coujan). Dan zijn er twee 'pure' van de schistes en een die van twee walletjes eet. Die komen uit Prades sur Vernazobre, het zijn practisch de buren van de kinderen en hun wijnen proeven we bijna iedere dag. Tot slot is er nog een witte van Coujan; die van de schistes maken vrijwel geen witte. Ik heb wat extra flessen gekocht --niet zo uitbundig als toen ik uit Zuid-Afrika kwam-- dus er is goede kans dat je met een paar flessen van je voorkeur naar huis kunt gaan als "mijn reissouvenir voor jou". Aarzel niet om te komen proeven, ook al heb je niet een gerichte uitnodiging gekregen; de lezers van dit dagboek zijn sowieso uitgenodigd. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Laat het wel even weten!
En vandaag is het alweer de laatste dag van de familie-reunie. Ergens in de (vroege) ochtend van morgen, zaterdag, wordt er weggereden en de discussies gaan over het optimale tijdstip i.v.m. de files op deze "samedi rouge" waarop "tout Paris" ook naar huis gaat. Vanavond tussen vijf en zes hebben we nog een afscheidsborreltje bij het zwembad en dan . . . vroeg naar bed.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, zaterdag 25 augustus 2001
De familie is vertrokken. Peter c.s. vanmorgen om 0400 en Martine c.s. om 0600. Om 1000 belde ik Peter, die zat toen al bij Langres, zo'n 100 km ten Zuiden van Nancy. Nog geen enkele vertraging gehad.
Martine zat om half tien bij Clermont-Ferrand. Zij wilden de route via Parijs, en de A75, verkennen. Ook zij hadden nog geen vertraging gehad.
Ik heb ze vanmorgen uitgewuifd en na hun vertrek mij ontfermd over wat overgebleven proviand en over het ontbijtafwasje. En nu moet ik alweer aan mijn eigen vertrek denken: Even heen-en-weer naar NL voor de tandarts en mijn verjaardag eind volgende week.
Maar nu zit ik nog in de Franse sfeer. Politiek zijn de verkiezingen al begonnen; zeker na de uitdagende beschuldigingen van de President naar zijn Eerste Minister, nota bene in het officiële 14 Juli-interview. Het leek wel een bananenrepubliek; en ik was niet de enige die dat vond. Het zou 'normaler' zijn geweest als Chirac, bij zoveel kritiek, de regering had ontslagen. Dat is een van zijn prerogatieven, maar die verantwoordelijkheid durft kennelijk hij niet aan.
Een groter contrast dan tussen deze twee mannen is niet denkbaar. Le Monde van Donderdag zei dat de decors voor een klassiek répertoirestuk al worden neergezet. Rechts tegen Links. Het kasteel (dat Chirac zich met staatsgeld heeft toegeëigend als buitenverblijf) tegen het vakantiehuisje (waarin Jospin dezer dagen op TV verscheen). De man van de zekerheid tegen de trotski-istische huichelaar. De handige bedrieger tegen de deugdzaamheid. De demagoog tegen rigoreuze onkreukbaarheid.
Dat stuk kennen we al dertig jaar, zegt de schrijver Max Gallo, die zich hier écrivain laat noemen, iedere keer andere spelers. Ze hebben allebei Maastricht, Amsterdam en Nice ondertekend en deelgenomen aan de Golfoorlog, Kosovo en aan de bombardementen van Servië. Ze maken alleen maar ruzie onder elkaar over wie het meeste heeft geprivatiseerd. Ze lijken volkomen op elkaar tot op de manier waarop ze de hun privé vermogen door de rechter laten verifiëren en de manier waarop ze "niet weten" hoe hun politieke partij wordt gefinancierd.
"Chirac et Jospin sont, en fait, les associés rivaux, les symboles de toute une génération politique qui gouverne le pays depuis une trentaine d'années."
Men zoekt een "derde man"; zo heet het artikel ook, maar wie zich daarvoor aandient is de extreem-rechtse Jean-Marie Le Pen. Ik zag hem de vorige week in een televisie interview. Ik zag hem voor het eerst "in aktie" en ik moet zeggen dat ik onder de indruk was --bepaald niet van zijn politieke ideeën, verre van dat!!-- maar van zijn manier van optreden en zijn stijl van debatteren. Als Chirac een 'schmierende' akteur is, een demagogische verleider die op sentiment speelt, dan is Le Pen een wijze man die rustig uiteenzet wat hij denkt en de indruk geeft goed naar de ander te hebben geluisterd en daar specifiek antwoord op geeft zonder zekerheid te pretenderen waar die niet is.
Maar ik hoop dat er een andere "derde man" tevoorschijn komt. De schrijver noemt Jean-Pierre Chevènement, die net uit de regering is gestapt omdat hij andere meningen heeft over Corsica, en waar ik al langer van heb gehoord en gelezen, en een zekere Bayrou waar ik niets van weet.
Misschien wordt het geen 'draak' uit het klassieke répertoire, maar een fris nieuw stuk. Wie weet?
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, Nederland, vrijdag 31 augustus 2001
Dit is al weer de derde dag in NL die nu begint. Het is nog vroeg in de morgen. Gisteren was de dag dat ik in Den Haag bijna twee uur in de stoel zat bij de tandarts en dat ik mijn treinreis naar Eindhoven, toen de verdoving wegtrok, beleefde als een droomreis, als een onwerkelijkheid, want de napijn was zo hevig dat ik evengoed door een maanlandschap had kunnen reizen. Die ochtend, vóór de tandarts, had ik mijn ochtendkilometers gemaakt door zig-zaggend door de Haagse buurt te lopen rond het Sweelinckplein, het 's-Gravenhage van Couperus. Ook een soort droomreis.
Eergisteren was de dag dat ik met de TGV van Béziers naar Brussel reisde, verdiept in een bijblad van Le Monde over reizende schrijvers las. "En voyageant, en écrivant" was de titel. Het was een 'gesorteerde' verzameling van recensies van 'reisboeken'. Schrijvers die de fysieke reis verwarren met hun innerlijke reis of met hun fantasie, en andere 'klusters' die in verschillende tijdperken Rusland of de Verenigde Staten hadden bezocht, of als ontdekkingsreiziger een onbekende volk voor het eerst ontdekken en daarmee voorgoed een einde maakten van de aldus ontdekte cultuur. Kortom, terwijl ik fysiek langs een vrijwel rechte lijn door Europa snelde, soms met 300 km per uur, fysiek in mijn krappe TGV-fauteuiltje zat, maakte ik minstens een dozijn andere reizen als onzichtbaar engeltje aan de zijde van de 'reisschrijvers', 'reizende schrijvers' en 'schrijvende reizigers' die Le Monde voor mij had verzameld; of ik zat naast de recencent die er zo intelligent mogelijk zijn zegje over probeerde te doen.
--"De beproeving van de reis is de kans om onze verloren verwondering over De Ander weer te herstellen", schrijft de een.
--"De realiteit verbleekt", schrijft iemand pretentieus, als die niet regelmatig wordt beschreven, benoemd."
--"Het pad moet regelmatig worden belopen om het te toen opbloeien", schrijft de ander over zijn reis in het voetspoor van een beroemde voorganger.

Na het overstappen in Brussel, op weg naar Den Haag, ontpopt zich een gesprek met mijn frêle buurvrouw. Tenslotte ook over "En voyageant, en écrivant". Zij doceert Nederlands literatuur aan de Sorbonne en kent de schrijvers, waarmee ik als onzichtbaar engeltje tussen Béziers en Brussel was meegereisd, beter dan ik. Het is alsof het onzichtbare engeltje dat mij altijd vergezelt opeens zichtbaar wordt en gaat praten.
En gepraat hebben we! Honderuit! Tot de laatste minuut, toen de taxi mij voor mijn hotel afzette! Zij verdween in de nacht. Zonder achterlating van adres. Misschien stuurt ze een iemmeltje . . . .
Door de napijn werd de reis van Den Haag naar Eindhoven ook meervoudig. Het had evengoed een maanlandschap kunnen zijn, schreef ik hierboven. Ik concentreerde mij op de pijn om die met "stille kracht" weg te werken. Het lukte, maar de prijs --of beter de beloning-- was een betoverende hallucinerend-meervoudige reis door alle landschappen, fantasieën en zieleroerselen van de reizende schrijvers van de laatste 24 uur. Met een schok ontdek ik dat de trein in Eindhoven is aangekomen en dat de mensen al uitstappen. De pijn is nagenoeg verdwenen, maar ik moet nog op aarde terugkomen. Ik loop de weg van het station naar de Lakerstraat. Ik heb die vele honderden keren gelopen, maar het is even dromerig als toen ik door het Den Haag van Couperus liep, gistermorgen, vóór de tandarts.
Pas als ik wat boodschappen doe in de buurt in afwachting van de terugkomst van Ghislaine, kom ik thuis van de reis. Wat? De reis? Van een triple-meervoudige & gekwadrateerde reis. Het was nèt 24 uur na mijn vertrek in Béziers toen ik 'landde' in Eindhoven, maar als onzichtbaar engeltje had ik misschien wel duizend uren gereisd.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek augustus 2001