Mijn Dagboek 20

Dit is Dagboek 20 van 4 tot 31 Januari 2002. Het begint met het vertrek van Ghislaine na een week logeren en gaat verder met de reisvoorbereidingen. Tussendoor maak ik een start met het thema Virtual Teams. Ook schrijf ik vanuit "het mini-wereldje in een lange buis" met 500 mensen en stewardessen die een geurend engels ontbijt rondbrengen. Na aankomst zijn er de vrienden in Yzerfontein en Stellenbosch en internetperikelen. Ik schrijf een verhaal over zuiverheid, de motor achter zoveel extremisme. Het eindigt als ik mijn plekje heb gevonden in Springbok.


San Sebastián de La Gomera, vrijdag 4 januari 2002
Het wordt nu toch echt tijd dat ik weer iets van mijn laat horen, anders denken jullie dat ik het champagnefeest op de markt niet heb overleefd.
Niets is minder waar! Ik ben in het nieuwe jaar onmiddellijk 'met volle kracht vooruit' gegaan met de klussen die Ghislaine en ik hadden bedacht om te regelen vòòr haar vertrek en met de klussen die met het 'inpakken & wegwezen' van mezelf te maken hebben.
En met succes! Toen Ignacio ons gisteravond kwam afhalen voor ons gezamelijke afscheidsdineetje, wees Ghislaine met enige trots op mijn bijna lege werktafel. Zij, noch Ignacio, hadden die ooit zo schoon gezien bevestigden ze. Ik stond erbij en keek ernaar . . .
Ik wil maar zeggen, mijn opgeruimde gevoel is niet uitsluitend in mijn grijze cellen of op de diverse websites.
Zoals je onderaan deze dagboek pagina kunt zien, heb ik nu ook de duplicaat-sites in orde. Het ziet er nu een stuk eenvoudiger uit. Ook voor mijn onderhoud is het gemakkelijker. Het was de investering waard. En dat betreft alleen het voor jullie zichtbare stuk. Ik heb ook wat orde geschapen in het opbergen van al mijn andere files zodanig dat ik het ideaal kan bereiken wat ik een paar jaar geleden formuleerde nadat ik mijn laptop van een reis in het bagageruim terugkreeg met een gebroken Harde Schijf. Doffe ellende!
Ik formuleerde het aldus:
--"Als mijn reiscomputer in de plomp valt, en definitief 'weg' is, dan moet ik naar een winkel kunnen lopen en een nieuwe kopen. Met een paar uurtjes aan het internet hangen is 'alles' weer normaal".
Daar ben ik nu een stuk dichter bij.
En verder houd ik mij bezig met Ghislaine. Zie foto linksboven en hier klikken voor een groter formaat.
Vandaag is haar vertrekdag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 5 januari 2002
The Lady Has Gone . . . . .
Gisteravond heb ik Ghislaine naar het vliegveld gebracht en haar in de rij voor het inchecken achtergelaten om de laatste boot te halen. Als het haar (verder!) heeft meegezeten, is ze om een uur of vier vannacht thuisgekomen, maar op het moment van afscheid was er al een vertraging van veertig minuten . . . . .
En vandaag is mijn jongste zus Ria jarig. Proficiat! Het was een koningsmaand toen ze werd geboren. Juan Carlos, de huidige koning alhier, kwam op dezelfde dag. En Beatrix aan het eind van de maand. Ik herinner mij dat wij thuis, bij de geboorte van Beatrix, beschuit met oranje muisjes kregen thuisbezorgd. Dat was "Oranjehuis-PR" uit de jaren dertig. Alle baby's in de weken rondom de geboorte van Beatrix werden zo gefêteerd. Het was dus een echte koningsmaand.
Maar nu moet ik echt aan de slag met inpakken. Mijn virtuele omzwervingen op het internet maken plaats voor fysieke omzwervingen. Misschien is er wel af en toe een soort 'radiostilte'. In Yzerfontein, waar ik de eerste dagen zal verblijven, had niemand internet toen ik er twee jaar geleden was. Bij het dichtsbijzijnde internetcafé, in Vredenburg, 80 km naar het noorden, en bij een kennis op 30 km naar het zuiden, vond ik gastvrij onthaal voor mijn diskette met de mail en het dagboek. Hoe het nu is, zal blijken.
Een paar boeiende correspondentielijnen die ik de laatste weken 'flitsend' kon onderhouden, zullen wat meer 'slow motion' worden. Maar, daarentegen, mogen jullie wèl rekenen op wat meer authentieke street observation.
Ik heb nog wel het dagboek van december klaargemaakt.
Maar nu moet ik eerst een stuk inpakorganisatie afwerken, anders heb ik geen geduld om in dit dagboek te schrijven.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Los Reyes 2002
Gisteravond was de intocht van Los Reyes, de koningen zoals de drie koningen worden genoemd. Ik ben gaan kijken: altijd interessant. Het lijkt op de intocht van Sinterklaas, maar er zijn enkele grofstoffelijke en nogal wat subtiele verschillen. Allereerst is het een driemanschap met ieder een eigen karakter. Misschien is het voor de kindertjes een soort Drievuldigheid.
Voor het ene kind klikt het met Melchior en voor het andere met Balthazar en nog weer anderen zijn gek op Caspar. Ze komen op kamelen en niet met de stoomboot. De tocht begint bij de kerk waar de koningen eerst de kerststal bezoeken. Dan stappen ze op de kamelen die voor de kerk staan te wachten en laten zich naar een reusachtig baldakijn op de marktplein rijden. Daar zitten de kindertjes popelend te wachten.
Een subtieler verschil vind ik dat zij alleen maar op de vooravond van het feest verschijnen en niet zoals de Kerstman en Sinterklaas al wekenlang door de PR van de winkeldrijvende stand worden ingezet tot eigen gewin en verhoging van de omzet. De Kerstman leent zich daarvoor wel in Spanje, maar die houdt er met Kerstmis mee op. In vergelijking met de koningen is de Kerstman maar een profaan heerschap. Onze Sinterklaas straalt nog enige heiligheid uit, maar haalt het toch niet bij Los Reyes. Ik zie Sinterklaas toch niet als eerste een kerkdienst bezoeken, nog vòòr hij naar de kindertjes wuift.
Bij het opruimen vond ik nog wat ongepubliceerde foto's uit Perth, met zwarte zwanen. Er was ook een lelijk jong eendje bij, inderdaad lelijk naar maatstaven van de eenden en eendjes onder elkaar. Maar het was geen eendje, het was een zwaantje. Onder ons gezegd, inderdaad foeilelijk, maar er kwam een prachtige zwaan uit. Die kun je op de andere foto's zien. Ik wandelde daar vrijwel iedere morgen bij zonsopgang. Inderdaad prachtig die zwarte zwanen. Zelfs op deze eenvoudige fotootjes kun je het zien. Ze staan op mijn foto-site.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 7 januari 2002
Als ik opeens van twee heel verschillende kanten met hetzelfde probleemgebied word geconfronteerd, dan kan ik niet anders dan daar even induiken. Ondanks het "inpakken en wegwezen" devies van deze dagen.
Het begon met Alexander die mij uitnodigde in een "Virtual Team" aan een nieuw concept voor Ideeprodukt te werken; met hem en met mensen die ik minder goed ken.
Een paar dagen later krijg ik een mailtje van Helga die mij wijst op een ontluikend wetenschapsgebiedje waar het nog "spelen geblazen" is, zoals ze dat zelf formuleert:

Het prettige eraan was, dat dit gebied nog niet verdeeld is onder de theoretici en definities, dus spelen geblazen en iedereen mocht meedoen (wel empirisch onderzoek natuurlijk). Maar de empirie is wijds . . .
Dat gebiedje noemt zich "Trust in and Between Organisations" en de VU in Amsterdam heeft er meteen een wetenschappelijke conferentie en een website over: http://www.eiasm.be/events/WStrust.html
Helga beschrijft hilarisch hoe zo'n eerste conferentie met prille pasjes er uitziet, hoe er mensen binnenstappen met volkomen andere opvattingen over dat gebiedje en over de manier waarop je daar wetenschap zou moeten bedrijven. En die vliegen zich daarover in de haren. Ik kan mij er alles bij voorstellen. Ook bij de latere fasen van zo'n fris terrein als het volgebouwd is met beton. Zoiets als La Gomera twintig jaar geleden en La Gomera over twintig jaar: bekijk Benidorm, Marbella . . .
Maar nu schrijft Helga:
Op zo'n moment vind ik Academia en haar dialogen heerlijk, inspirerend en vruchtbaar. Ik hoop, dat dit terrein nog een tijdje zo blijft.
Ik ook, geniet er maar vlug van.
Vòòr de "georganiseerde wetenschap" toeslaat.
Maar ik ging intussen op zoek naar "méér" en vond een boek over virtual teams van twee oude bekenden uit de tijd dat ik mij met netwerken bemoeide: Lipnack & Stamps. Ik laat het even bij het volgende citaat uit de boekbespreking:
http://www.infousa.com/homesite/News/01nov00_book_reviews.html
Lipnack and Stamps take you through the process of building a virtual team, offering seven steps that groups must overcome to achieve cyber success:
  1. creating identity
  2. drafting a mission
  3. determining milestones
  4. setting goals
  5. identifying members
  6. establishing relationships
  7. choosing media
Lipnack and Stamp also point out that teams can't work without another kind of "Web linking". Back to the bricks-and-mortar world, it's called "trust". (dat vet is van mij)
Ik vind de volgorde nog wat vreemd, maar ik wil wel meer weten van 'creating identity', als je moet afzien van de normale fysieke nabijheid, van de onbewuste waarneming van details en van het gevoel dat een handdruk achterlaat.
Misschien toch die congresverslagen eens uitspitten?
Of mij houden aan mijn oude rijtje voor teams?
  1. groepsvorming
  2. beeldvorming
  3. oordeelsvorming
  4. besluitvorming
En nu weer vlug "opruimen en inpakken". Ontstellend wat een troep ik heb gemaakt in drie maanden honkvastheid. Het wordt inderdaad hoog tijd dat ik vertrek. Vòòr het "georganiseerde leven" toeslaat.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 9 januari 2002 VERTREKDAG
Het is nog vroeg in de morgen. Vanmiddag gaat de boot. Gelukkig vond ik nog een hotel zodat ik de reis niet hoef te beginnen met "een nachtje dommelen" op het vliegveld. Het is een deel van de reisromantiek, deze vorm van 'ontbering', maar als het vermijdbaar is, sta ik vooraan in de rij!!
Mijn boot gaat vanmiddag. Na een gezellige lunch met Ignacio. Morgenvroeg --heel vroeg-- de eerste vlucht: Naar Madrid. Vanmorgen de laatste hand aan het inpakken van de laatste restjes.
Ik heb, geïnspireerd door het boek dat Martine meebracht, ook veel aan 'opruimorganisatie' kunnen doen, waardoor mijn harde schijf en mijn 'opbergkasten' op het internet er heel wat gaver en toegankelijker van zijn geworden. Maar ik heb ook heel wat nòg leukere ideën opgedaan daaromtrent. Maar daarover later.
Evenals over de leuke dingen die ik de laatste dagen meemaakte, hier, gewoon op straat.
Maar nu even 'radiostilte'. Hopelijk niet te lang. Aarzel niet mail te sturen, want daar ga ik als allereerste achteraan.
terug eerste dagboekregel

Madrid, Barajas, donderdag 10 januari 2002 0800MET 0700GMT
Het is acht uur lokale tijd, zeven uur op La Gomera. Ik zit hier al twee uur te wachten op mijn vlucht naar Londen; en ik moet nog zes uur.
--"Hoe kan dat?", zal de oplettende lezer vragen, "je zou toch om 0740 uit Tenerife vertrekken? Na een lekker nachtje in dat hotel? Dat hotel dat je op het laatste moment had gescoord?"
--"Dat is mij mooi door de neus geboord omdat die vlucht van 0740 opeens werd geannuleerd", zou mijn antwoord kunnen zijn.
Het was vier uur gistermiddag. Ik zat kant-en-klaar op Ignacio te wachten. We zouden samen wat eten, wat bijpraten en hij zou mij naar de boot van 1830 brengen. Dan belt Robert, van British Airways, met dat slechte nieuws, maar hij heeft meteen enkele alternatieven. Ik kan dezelfde avond nog naar Madrid en daar op hun kosten overnachten. Lekkerrrr!!
Mispoes!! De boot komt daarvoor te laat aan. Volgende alternatief: Een nachtvlucht van Iberia om 0250, melden om 0100. Of ik dat wèl haal?
Ik had mijn hotel in Los Cristianos nèt afgezegd toen Ignacio aanbelde. Zand erover. Per slot had ik zonder dat hotel tot 's morgens 0740 de nacht dommelend moeten doorbrengen, nu maar tot 0250. Dat 'startnachtje' in een comfortabel hotel was alleen maar een droom.
PS Ik vond het wel een spannend reisverhaal. Daarom heb ik het nog vòòr mijn vertrek in mijn Apuntes, Brouillons, Notes en Notizen op heel verschillende manieren herverteld. Je moet vast eens gaan kijken.
Ik heb ook tijd gehad om drie onbeantwoorde brieven af te handelen. Zodoende vinden Hettie, Benno & Mariëtte en mijn zus Tini geen Zuidafrikaanse maar een Spaanse postzegel in hun brievenbus.
terug eerste dagboekregel

Londen, Heathrow, Terminal 4, donderdag 10 januari 2002 1700GMT
We kwamen ruim voor tijd hier aan, wel een kwartier. Ik heb onmiddellijk bij W. H. Smith de laatste Potter gekocht en een grote fles mineraalwater. Zij zijn de enige die grote flessen verkopen; dat wist ik nog van de vorige keer. Toen ben ik naar Dixons gegaan voor de vraag die mij totnutoe weerhield een digitale camera te kopen:
--"Is er een camera die ik zonder meer op een computer van een internetcafé kan kan 'aftappen' ZONDER speciale cameragebonden software op de ontvangende computer te installeren".
--"Nee", was het eenduidige antwoord na wat heen-en-weer uitleg over deze vaak verkeerd begrepen vraag. Dat betekent dat ik alleen bij een internetcafé terecht kan als de beheerder accepteert dat ik mijn CDRom op zijn computer installeer en die CDRom ook overal bij mij moet hebben. Lastig en ongewis. Géén digitale camera voorlopig. Kiki, de eigenaar van het internetcafé in Perth, waar ik nog steeds mee correspondeer, heeft mij al laten weten dat hij in zijn "Internetstations" geen bezwaar tegen heeft dergelijke installatie, maar hij is een a-typische eigenaar. Hij maakt ook geen probleem van om een laptopbezitter met zijn eigen modem toe te laten op zijn gewone telefoonlijn. Dat is ongehoord in die kringen.
--"Maar waarom zet u die software niet op uw eigen laptop?", had de verkoper mij gevraagd nadat hij mijn Libretto had bekeken, "u hebt toch een modem?".
--"Ik kan zien dat u geen reiservaring heeft", had ik hem geantwoord, "dan had u geweten dat zowel het contracteren van een internetprovider als het vinden van een 'vrije' telefoonaansluiting oneindig veel moeilijker is dan het vinden van een internetcafé als je maar kort op dezelfde plek bent".
Het is intussen tegen zes uur en mijn vlucht naar Johannesburg is aangekondigd. Ik heb ook nog wat gedommeld. In Madrid heb ik alleen maar geschreven: brieven en dagboek. Voor dommelen voelde ik mij daar niet veilig genoeg. Hier wel.
terug eerste dagboekregel

Boven Frankrijk, donderdag 10 januari 2002
We zijn goed en wel vertrokken. Er was een kleine vertraging die wat ongerustheid veroorzaakte. De purser kondigde die aan. Het kwam omdat twee passagiers na het instappen hadden besloten om toch maar niet mee te gaan en waren uitgestapt. Nu ging de veiligheidsdienst uitzoeken of deze mensen geen bagage (lees een bom) hadden achtergelaten en of de handbagage die er lag ook inderdaad van de meereizende passagiers was.
--"Dan moeten ze alle passagiers vragen om hun handbagage te pakken en op te staan, want dan kunnen ze het pas zien. En dan nog kan er gemakkelijk wat doorglippen", zei mijn buurman ongerust, zo niet angstig.
Omdat er na enige tijd niets van een dergelijke massamaatregel bleek, belde hij voor de purser.
--"Oh nee", probeerde de purser de onrust weg te lachen, "zo onderzoeken ze dat helemaal niet. Ze zijn bezig met de identiteit van die passagiers te verifiëren en als daar maar iets verdachts in wordt ontdekt, gaan ze over naar andere maatregelen".
Maar de onrust was groter dan zij dacht. Andere passagiers in onze buurt reageerden ook. Toen zij na enige tijd via de boordomroep het vertrek aankondigde gaf ze er de nadere uitleg bij die ze in onze buurt ook had gegeven.
--"De betrokken personen zijn grondig gescreend door de veiligheidsdienst", zei ze, "er is geen reden voor verdere maatregelen".
--"We beginnen er aan te wennen", zegt mijn buurman, als we er nog wat over napraten.
Ik lees verder in Fraser's 'Time, the familiar stranger'. Ik heb het bijna uit. Fraser heeft het op een gegeven moment over computers en hoe die niet zozeer mens-vriendelijker zijn geworden, dan wel wij mensen 'computervriendelijker'. Nog nèt voor mijn buurman aanstalten maakt om te gaan slapen kan ik hem op het slotzinnetje wijzen van Fraser's betoog (p327):

"We have learned how to adapt to the ever-present computer just as we learned to cross the seas strapped into an uncomfortable seat that may be blown up at any moment"

terug eerste dagboekregel

Boven Lusaka, vrijdag 11 januari 2002 0345GMT 0545 Zuid-Afrika Tijd
Volgens het kaartje op het beeldscherm voor mijn neus, vliegen we nu boven Lusaka. We moeten nog 1309 km (was een kleine 10.000) en dat gaat nog 1.38 uur duren. Het is kwart voor vier in de morgen in Londen, en kwart voor zes in ZA. Voor de buitenstaander zijn wij een klein stipje in de lucht op bijna 13 km hoogte, maar hier zitten ruim 500 mensen wakker te worden en beginnen de stewardessen met glazen water en sinaasappelsap rond te lopen. Een miniwereldje in een lange buis.
Ik heb ook goed geslapen, heb mij wat opgefrist en mijn tanden gepoetst vòòr de run op de toiletten begon.
Gisteravond heb ik eerst het boek van Fraser over Tijd uitgelezen en toen ben ik aan pas gekochte Potter begonnen. Om middernacht, Londendse tijd, ben ik gaan slapen.
In Zuid Afrika was het toen 0200 en in Eindhoven 0100. NL ligt 'tijdsgewijs' dus precies tussen ZA en Londen. Zuid-Afrika doet niet aan zomertijd. Als heel Europa verschuift voor zijn zomertijd --in het laatste weekend van Maart-- worden die verschillen een uur groter. . . als ik het goed zie :-)
terug eerste dagboekregel

Johannesburg, vliegveld, vrijdag 11 januari 2002, 0830 Zuid-Afrika Tijd
Ik ben al meer dan een uur aan de grond. Goede vlucht gehad. Met de geur van diverse soorten Real English Breakfast rondom mij heen, heb ik het toch bij water gehouden. Ik voel mij fit en stevig na de goede nachtrust. De eerste nacht, die op Tenerife, was het dommelen er behoorlijk bij ingeschoten en in het vliegtuig naar Madrid lukte het ook niet. Op Barajas, zo schreef ik al, ging het evenmin. Alleen op weg naar Londen en op Heathrow lukte het, en raakte ik die nervositeit wat kwijt. Bewust ontspannen helpt ook.
Onderweg heb ik het laatste stuk van het boek van Fraser uitgelezen. Ik had jullie indertijd beloofd daar wat meer over te vertellen, maar het was zo overweldigend dat het niet lukte er het minimale overzicht van te krijgen dat je nodig hebt om er over te kunnen schrijven. Maar beloofd is beloofd. Ik ga sowieso het boek nog eens lezen, maar wegens de enorme rijkdom van de opgeroepen beelden zal ik dat stukje voor stukje doen. Ik moet de goede vorm nog vinden, maar het wordt iets in afleveringen, denk ik. Intussen heb ik wel een beeld gekregen van de 'logica van de structuur'. Dat is al heel wat.
Intussen ben ik ook begonnen aan Harry Potter, The Goblet of Fire. Het is de dikste van de vier, bijna 600 bladzijden. In de eerste hoofdstukken, ook bij de andere boeken, is er een dubbele vertelling. Niet alleen krijgen de ingewijden de volgende avonturen te horen, ook worden de niet-ingewijden ingewijd op een zodanige manier dat het niet (te veel) het gevoel van 'herhaling' geeft bij kenners. Dat doet de schrijfster heel handig; deze keer heeft ze zelfs een heel andere verteltruc toegepast. Ze begint met een kort hoofdstuk, nu eens nìet bij de pleegouders van Harry Potter, maar met een heel nieuw fragment dat zowel voor de ingewijden als de outsiders zijn relatie met het hoofdverhaal maar langzaam prijsgeeft. Zo is het meteen spannend voor beide soorten lezers. Ik krijg steeds meer bewondering voor haar vertelkunst. Ik lees een hoofdstuk of een scene wel eens twee of drie keer om er achter te komen hoe ze dat lapt, hoe ze dat zo compact kan schrijven zonder lange uitweidende zinnen die de spaanse en de NLse vertalingen --waar ik wel eens in heb geneusd-- zo kunnen beroven van de 'vaart'.
Maar telkens blijkt dat het een verrukkelijke integratie is van feitelijke beschrijving & sfeertekenende elementjes. Het is maar de vraag of dat in een andere taal ook zo uitvalt. Het fabriceren van goedlopende 'taalechte' zinnen in de andere taal is al een kwaliteit die niet iedere vertaling bladzijde na bladzijde haalt, laat staan dat poëtische & integrerende effect dat aan de goede verteller in zijn eigen taal is voorbehouden.
Natuurlijk zijn er prachtige uitzonderingen. Daarbij denk ik allereerst aan de NLse vertaling van de Tolkien door een zekere Wiener of Wieser. (Teresa Wieser?). Ik ben die naam toentertijd ook in andere vertalingen tegengekomen, en toen viel mij dat ook op.
terug eerste dagboekregel

Yzerfontein, Zuid-Afrika, zaterdag 12 januari 2002
Ik ben gisteren goed aangekomen. Om twee uur was ik hier. Vanaf het afscheid van Ignacio die mij naar de boot bracht, was ik precies 44 uur 'onderweg'. Maar wat heet 'onderweg'? Ik hoop de komende dertig jaar, net zoals de komende 100 dagen, onderweg te zijn en te blijven.
Na een lekkere douche en een siësta van een uur, was ik voldoende fit om uitgebreid met René en Maraai (zoals Mary-Ann op z'n Afrikaans heet) bij te praten. Onderwijl veel rooibosthee, niet teveel van het lekkere gebak van Maraai, een voorzichtig glaasje wijn, en na een uitgebreide fish 's salad van René eindelijk een complete nacht in een normaal bed. En niks yet lag! Het tijdsverschil met La Gomera is twee uur en met NL maar één.
Het was nogal 'frisjes' vanmorgen. Gisteren was er een fikse storm en regen geweest (ik had onderweg hierheen mijn auto even langs de kant van de weg moeten zetten, zò hard regende het even) en dat gaf nog eens extra afkoeling. De zee is hier maar 11 graden!!
Het was te koud om te gaan zitten typen, maar na de ochtendwandeling kwam de zon weer door. Ik heb 'de vooruitgang' van dit visserdorp, dat pas ontdekt is door stadse villabouwers, weer eens bekeken. Toen ik er twee jaar geleden was, vlak voor mijn vertrek, kwam de straatverlichting klaar. Wèg sterrenhemel! Nu hebben de angstige stadsbewoners ook de markt geopend voor bordjes met "Armed Response Yzerfontein", waar beveiligingsbedrijven hun klanten mee opschepen. Net als anti-virus ondernemingen, houden die graag die angst in stand. Weg landelijkheid! Over die 'vooruitgang' heb ik de vorige keer ook geschreven. (Voor de liefhebber: Het zijn de NLse reisbrieven 9 en 10, de spaanse 14 en de franse 7 en 8. En natuurlijk ook het geïndexeerde dagboek 1, o.a 17 februari.)
Nu zijn er nòg meer lantaarnpalen, geasfalteerde parkeerplaatsen en trottoirbanden. Het idyllische huisje, waar ik toen woonde is verkocht, en bij de nabijgelegen --zéér verbouwde-- villa getrokken. Nu een van de mooiste van het dorp, volgens René.
terug eerste dagboekregel

Yzerfontein, Zuid-Afrika, zondag 13 januari 2002
Ik heb er gisteren maar een 'luierdag' van gemaakt. De zon kwam niet echt door na de forse stormen van eergisteren en ik bleef wat koukleumen. Ik heb rustig mijn draai gezocht op deze nieuwe plek en weer (her)ontdekt dat hier 'niets' te koop is voor mijn groente- /fruitdiëet. Dat was de vorige keer ook zorgelijk, herinner ik mij. Maar goed, ik blijf hier maar een paar dagen.
Vanmorgen schijnt de zon lekker en ik loop telkens van mijn werktafel weg om mij daar even in te koesteren. Het zal vandaag ook wel een luierdag worden want het gif van de vliegvelden zit tot diep in mijn knoken en dat moet ik er rustig uit laten waaien in deze zuivere zeelucht, regelrecht van de Zuidpool.
Wat een mogelijke internetverbinding betreft heb ik goede berichten. Er is een mevrouw hier in het dorp die voor René en Maraai de website bijhoudt. Daar zal ik vandaag mee kennismaken. Ik hou me gereed voor verzending van deze dagboekteksten en kijk uit naar de mail.
terug eerste dagboekregel

Yzerfontein, Zuid-Afrika, maandag 14 januari 2002
De internetverbinding is er nog niet. De betrokken mevrouw was niet thuis toen ik er met René heen was gelopen. Vandaag opnieuw. Ik laat andere plannen voor bezoeken aan kennissen hier in de buurt er even op wachten. Intussen lees ik veel Harry Potter; ook 's morgens in bed, want het is te koud om er uit te komen. Helaas daarom ook geen verhalen daarover op de computer. Die staat binnen, en daar is het te koud. Alleen in de zon is het gezond & warm.
Maar ik merk wel dat het gif uit mijn knoken waait. Ik heb weer meer energie en ik voel mij weer een stuk vitaler. Misschien ga ik wel een grote (strand)wandeling maken.
Maar eerst dat internet regelen.
terug eerste dagboekregel

Yzerfontein, Zuid-Afrika, dinsdag 15 januari 2002
Het is gisteren maar half gelukt met het internet. Ik kon wel mijn mail zien, maar het opladen van dit dagboek was niet mogelijk zonder allerlei dingen aan de computer te veranderen. Dat kon ik niet maken op die pasgekochte hobby-computer van die buurvrouw van René. Het zij zo. Ik heb mij moeten beperken tot heet-van-de naald een kort levensteken te geven aan de schrijvers. Vandaag ga ik naar Vredenburg (ong 80 km Noord). Daar was twee jaar geleden een pas gevestigd internetcafé. Volgens 'horen-zeggen', moet het er nog zijn.
Ik had het willen combineren met een bezoek aan Robert en Diana Schaafsma, de creatieve ondernemer die ik twee jaar geleden leerde kennen en die mij introduceerde bij de vergaderingen een regionale ontwikkelingsgroep. Helaas was hij vandaag de hele dag op pad met zijn zeilboot vol met gasten voor een excursie. Maar ik laat het bezoek aan Vredenburg er niet op wachten. Ik wil ook wel eens naar een echte supermarkt om mijn diëet van oude ijsbergsla, slappe worteltjes en een verlepte tomaat =het "vers"-assortiment van de lokale winkel= wat te verrijken. In dit bonanza-villadorp nemen de mensen kennelijk alles zelf mee van verderweggelegen supermarkten.
In Vredenburg kan ik dat ook een wat grotere telefoonkaart kopen, want hier hadden ze er nog nèt een(1) van 20R (twee euro) en toen waren ze uitverkocht. Ik hoop zelfs een SIM te kunnen kopen voor de (oude) GSM die ik van Peter heb geleend. Dan zal ik een ZA-nummer hebben naast het NL-nummer op het (moderne) machientje dat ik van Ghislaine kado kreeg. Daar kan ik nog tot Juni a.s. geen vrije SIM bij kopen.
Twee jaar geleden was hier nog geen dekking voor GSM. Toen moest je nog naar de grote weg op zo'n 10 km. Maar nu is het OK. Ik kan gebeld worden op het NLse nummer 0623 947 975; maar e-mail is safer. Door een eigenaardigheid van het "koppelverkochte" Hi-Pay systeem lukt SMS en Voicemail mij niet in het buitenland. Ik schijn wel SMS te kunnen ontvangen. Ik hoop dat mijn a.s. ZA-nummer meer mogelijkheden heeft, maar daarbij zijn de beperkingen van het oude apparaat wellicht maatgevend.
Ik heb nog een heel ambivalente relatie met dit speelgoed. Niet van harte, maar misschien issuttochwelhandig. In elk geval ga ik er wat ervaring mee opdoen.
terug eerste dagboekregel

Yzerfontein, Zuid-Afrika, woensdag 16 januari 2002
Ik vond internetcafé van twee jaar geleden niet direkt. Het lokaal was dichtgeplakt en 'te huur'. Ik schrok. Voor noppes hierheen gekomen? Maar gelukkig waren ze 'alleen maar' verhuisd. Naar een grotere ruimte. Nu met een dozijn schermen. Het ondernemende echtpaar herkende mij. Dat is altijd een lekker gevoel; door 'zomaar iemand' herkend te worden. Meteen hadden we een vertrouwelijker gesprek; over de business; over de soorten klanten en over mijn vraag hoe het toch kwam dat er zoveel kinderen enthousiast zaten te surfen en spelletjes te spelen. Dat herinnerde ik mij van twee jaar geleden ook.
Dat bleek de gevoelige-idealistische snaar van dit echtpaar. Kinderen moeten-en-zullen met dit medium vertrouwd moeten raken en wel onder goede leiding. Er sprak een degelijk-klassieke onderwijzersmentaliteit uit wat ze mij vertelden: belangstelling voor de eigenaardigheden van ieder kind. De een valt op spelletjes, de ander op surfen en veel lezen, en de volgende wil juist meer van de computer zèlf weten. Zij houden dat in de gaten en sturen dat bij. Gewoon omdat ze dat leuk vinden.
--"Een soort projectonderwijs avant la lettre?, vroeg ik.
Nee, daar wilden ze niet van weten. Het had geen enkele status of zakelijk doel. Het was 'gewoon' iets aardigs voor de jeugd omdat die computers er nu eenmaal stonden. De regel was dat de kinderen moesten wijken als er 'echte' klanten binnenkwamen.
En zo zat ik twee uur een aantal zaken te regelen op mijn websites waar ik in de laatste week niet meer toe was gekomen omdat de webmail van de nieuwe 'host' van van-eyk.net vanaf de zaterdag voor mijn vertrek 'en panne' was. Achter mij zat een jongetje met een spel in een drukke stad met voortdurend grote-stadslawaai van toeterende automobilisten en gierende remmen. Naast mij een stil meisje dat aandachtig van de ene tekenfilm naar de andere surfte. Af en toe liep ze weg om hulp of uitleg te vragen aan de mevrouw die aan de kassa zat. En dan waren er nog een paar schermen waar ze met z'n drieën of vieren hyperactief juichten over wat daar gebeurde. Bepaald niet de gebruikelijke sfeer, maar het stoorde mij niet omdat ik er na het gesprek met het echtpaar de zin van inzag.
--"Eigenlijk brengt dat café-deel van de zaak niets op, alleen wat pocket money", had de baas mij eerder verzekerd, "maar het is leuk om te doen en het genereert business voor installatie, reparatie en verbruiksartikelen. Daar komt het geld vandaan".


PS Mijn ZA nummer is 0027(0)732 172 691 [27732172691]
Ik zal deze GSM bij de hand te houden voor ZA contacten.
Het NLse nummer is 0623 947 975 [31623947975]
De laatste is om zelf te bellen als ik niet anders kan.
Beide nummers zal ik op "Adres, telefoon enz" zetten.
terug eerste dagboekregel

Yzerfontein, Zuid-Afrika, zaterdag 19 januari 2002
Gisteren heb ik Robert Schaafsma weer ontmoet. Hij is nog steeds de gedreven, enthousiaste uitvinder-ondernemer zoals ik hem leerde kennen. Via hem kwam ik in de Local Economic Development Board (LEDB), een ad-hoc groep waarin overheid en ondernemers samenwerkten om (veelal kleinschalige) initiatieven in de regio te steunen. Daarover moesten wij natuurlijk uitgebreid bijpraten. Die Board was ter ziele. 'Wegens teveel overheidsinvloed', zei Robert, 'maar we hebben nu een nieuwe actiegroep van ondernemers onder elkaar'. Hij had Graeme Clemitson uitgenodigd om aan de lunch en de voorafgaande boottocht door de haven deel te nemem. Hij was de 'ambtelijke factor' in die actiegroep. Hij had ervaring met grote ondernemingen en de bureaucratische sfeer, want hij was jarenlang manager bij een groot import- exportbedrijf. Nu werkt hij weer voor eigen rekening, kleinschalig.
We hadden het vooral over de nieuwe plannen om zijn kleinschalige vissersboot die met de grote trailers kan concurreren. Hij heeft technisch en bedrijfseconomisch een goede pers en kleinschalig vissen past in de overheidpolitiek die niet meer massale quota aan mammoetbedrijven geeft maar kleinere quota aan kleine ondernemingen. Maar het gevolg is dat 'de groten' de quota opkopen. Dat zou het latente ondernemerschap helemaal de nek omdraaien. Maar Robert, met zijn aanpak is buiten de quota-bonanza gevallen ('verkeerde velkleur', zegt hij) en zodoende kan hij het practische bewijs dat zijn systeem werkt niet leven.
--"Maar ik ben een Fries", zegt hij, "ik ga door".
En terwijl Rob aan het stuurwiel staat en zijn gasten onderhoudt met wetenswaardigheden van de baai van Saldanha en de haven, legt Graeme mij de nieuwe strategie uit om eindelijk eens een heel seizoen te vissen; om eindelijk 'de doorbraak' de forceren.
In Mei-Juni, zo is het plan, zeilen ze met de twee boten (prototypes) naar St Helena (3000 zeemijl, twee weken zeilen). Aan boord zijn een aantal betalende passagiers die op die manier de overtocht financieren. Het gaat om schrijvers en fotografen die ook voor publiciteit en documentatie kunnen zorgen. Op St Helena, waar Robert vroeger al eens heeft gevist, kan hij wel een quotum krijgen, en lokale mankracht, om zo'n week of zes te vissen, is helemaal 'geen probleem'. En daarna komen ze met dezelfde (of andere) passagiers terug. Zo eenvoudig is het. De prijs is op 14000 Rand gesteld (nu 1400 Euro), maar de boot is nog niet vol.
En zo voel ik mij weer betrokken bij die gemeenschap van pioniers op 150 km Noord van Kaapstad. Het was de basis van 'onze' Willem Barentz. Het is de grootste en de diepste natuurlijke haven van het zuidelijk halfrond, claimen ze. Vanuit een grootschalig perspectief heeft de regering er een hoogoven gevestigd. Een heel schoon hoogovenbedrijf, want het werkt volledig zonder kolen. Het werkt op electische energie van de kerncentrale halfweg Yzerfontein en Kaapstad. Maar de aldus gecreëerde werkgelegenheid past niet zo bij die bevolking van vissers. Kleinschalige initiatieven moeten het fundament vormen van de welvaart van de streek. Er zijn al heel veel projecten zoals ik twee jaar geleden al kon zien, maar er moeten er meer komen. Daar zijn ambtenaren, ondernemers en velkleuren het over eens. Maar oud wantrouwen en oude pijn spelen nog een grote rol.


Het portret wat ik van Schaafsma schreef twee jaar geleden kun je vinden op
//www.van-eyk.net/gerard/biblio/potmaxxx.htm en op
//perso.wanadoo.fr/gerard.van-eyk/biblio/potmaxxx.htm
Iets over hem vind je op de volgende URL's
//www.sawestcoast.com/schaafsma.html
//www.sailboats.co.za
//www.sailboats.co.za/saldanha_south_africa
Zie ook het Afrika-dagboek op deze site (zie 'oudere dagboeken' rechts bovenaan deze pagina en dan dagbk01.htm). Dat is geïndexeerd. Klik naar 24 Maart, daar begint die story.
terug eerste dagboekregel

Yzerfontein, Zuid-Afrika, zondag 20 januari 2002
Ik heb gisteren wat beslissingen genomen over de volgende fase van mijn reis. Ik heb de bus besproken van Kaapstad naar Springbok (550 km) a.s. Vrijdag 25/01. Vertrek om 1000, aankomst 1800. Het is de bus die verder doorgaat naar Namibië. Vandaag ga ik naar Stellenbosch naar Niel die mij twee jaar geleden rondleidde in 'zijn' streek, de streek van het Taalmonument, de streek waar het moderne Afrikaans werd geboren. Ik heb daar twee jaar geleden een verslag van geschreven in de vorm van een portret van Niel. (danielxx.htm en verder dezelfde URL als potmaxxx.htm gisteren). Ik moet er rond 1600 aankomen blijf bij hem een of twee nachten logeren. Ik weet nog niet of ik dan terugkeer naar Yzerfontein of dat ik 'andere dingen' ga doen tot ik Vrijdag in de bus stap. Ik had op mijn lijstje o.a. staan om Mike en Lorna te bezoeken in Kaapstad. Die heb ik de vorige keer leren kennen via een introductie van een NLse vriendin en haar zuidafrikaanse man. We hebben een paar keer samen gegeten en ik heb er later nog eens gelogeerd. Ik had ze wel geschreven, maar nog niet gebeld voor een afspraak.
Maar . . . gistermorgen vind ik bij de mail het ontstellende bericht dat hij gewelddadig is overleden. Dinsdagnacht werd er ingebroken. Het komt tot een handgemeen. Hij wordt doodgestoken. Lorna ligt in het ziekenhuis met redelijke overleefkansen. Zijn jongere broer heeft dit bericht verstuurd aan iedereen die hij in de adreslijst van Mike's computer vond.
Even bij stilstaan . . .


Die Burger van gisteren geeft onder de kop "Bush en Bin Laden is tipies fundamentalistische geesgenote" een heldere, beknopte, maar ook beangstigende analyse van dit wereldconflict. Bush vooraan in de kruistochtideologie en Bin Laden aan de spits van een ander ideologisch uiterste: De djihad. Wraak en weerwraak als enige drijfkracht.("Alle Konzequenz füht zum Teufel", zou mijn vroegere leraar Duits hebben gemompeld.)
Het is het verslag van een lezing door Prof. Danie Louw, theoloog en voorzitter van de 'Werkgemeenskap vir Praktiese Teologie'. Beide fundamentalismen, zegt Louw, komen voort uit dezelfde stam, het postmodernisme dat stelt dat er geen absolute of finale waarheid bestaat. De enige 'fout' die je kunt maken is de ander zijn gevolgtrekkingen afwijzen. Het scepticisme dat daar het gevolg van is, vervolgt Louw, maakte mensen onzeker en angstig, en daarom zoeken ze veiligheid in fundamentalisme. Voor wie twijfelt aan het fundamentalisme van Bush, herinnert Louw aan twee uitspraken: "Wie niet mèt ons vecht, vecht tégen ons". Dat kregen de Europese 'bondgenoten' te horen. En verder: "De Amerikaanse democratie is de enige ware, het is zelfs voorbeeld geweest voor de Franse Revolutie, het begin van de Europese democratie". Zo staat het in de schoolboekjes, en wee wie daar aan twijfelt.
De kruistochtideologie wordt gekenmerkt door een obsessie over het leven, vermaak en materiëel gewin. De djihad-ideologie door een obsessie met dood en zelfvernietiging.
Natuurlijk komt de theoloog Louw met de uitspraak dat beide ideologieën karikaturen zijn van het Christelijke geloof en de Islam, maar dat weerhoudt andere denkers niet van de volgende gedachte:
"Religion belief that the individual experience is secondary to group experience: In that measure it is a totalitarian belief system."
Als Louw zijn reducerende analyse een stap verder had doorgezet, had hij moeten vaststellen dat er in beide religies een gemeenschappelijke faktor zou moeten zijn die neigt naar fundamentalisering tot in het absurde. Andere denkers hebben die faktor wèl aangewezen en benoemd als mono-theïsme en obsessies over 'zuiverheid' met de interessante vraag welke van die twee er eerst was. Daar heb ik laatst een boeiend essay over gelezen dat ik helaas niet bij de hand heb.
Louw zoekt de oplossing in terugkeer naar nieuwe bronnen van veiligheid zoals huwelijk, gezin en lokale kerkgemeenschappen. Hij wil het kwaad "met die beginsels van opofferende liefde (te) bestry", en ik denk daarbij aan de 'opofferingen' voor 'het vaderland' en 'het christendom' waarvoor je alleen maar naar de duizenden oorlogsgraven hoeft te kijken als de werkelijke beëindiging van jonge levens je misselijk maakt. Jammer van die zo goed begonnen analyse. Die was een betere afsluiting waard geweest. Tegenover de macht van degene die bereid is te sterven, een bereidheid die het westen heeft verleerd/afgewezen (en ik laat opzettelijk in het midden of dat een humanistische of christelijke oorzaak heeft) zou hij de volgende uitspraak hebben kunnen stellen:
"He who has the courage to laugh is almost as much a master of the world as he who is ready to die".
Maar helaas, Bush zie ik nog niet lachen. Misschien dat de uitspraak van Shaw: "Religion keeps the poor from killing the rich", dat wel doet als hij aan de bar zit met zijn Texas-vriendjes. Voor de vriendjes van zijn grootvader was het in elk geval een reden om in hun vuistje te lachen toen zij missionarissen minzaam toestonden negerslaven christelijke normen bij te brengen.
terug eerste dagboekregel

Stellenbosch, Zuid-Afrika, maandag 21 januari 2002
Ik ben gisteren in Stellenbosch aangekomen en ik heb vannacht bij Niel gelogeerd. Het is nog vroeg in de morgen. Gisteravond hebben we thuis gegeten. Hij had een lekkere salade gemaakt en daarbij aten we wat vlees dat van de "braai" van eergisteren was overgebleven, van zijn 64e verjaardag. Hé, dacht ik, Niel King is dus ook uit dezelfde 'koningsmaand' als Beatrix, Juan Carlos en mijn zus. Inderdaad, met zo'n naam . . . .
En we moesten natuurlijk honderduit bijpraten. Hoe hij de voorgaande week een tocht had gemaakt met de 4x4 club van zijn zoon: In vijf dagen over het strand vanaf Springbok naar het Zuiden; zo'n 400 km. Met 15 van die karren. Ze sliepen op het strand, want ze hadden een tent op het dak. Het was de laatste kans, want vanaf gisteren is het verboden met 4x4s op het strand te rijden. Het was een luxe voor de happy few, maar de ecologen hebben er een stokje voor gestoken. Gelukkig maar. De vernielingen en verstoringen van de natuur werden te groot.
En over het ontstaan van de Afrikaanse taal. Over wat er vooraf was gegaan aan wat hij mij de vorige keer had verteld. Hoe de meiden en de knechten van de (Franssprekende) Hugenoten achter in het dal in kontakt kwamen met de meiden en knechten van (Hollandssprekende) Boeren vooraan in het dal, en daar hun eigen taal 'maakten'. De 'masters' waren wel gedwongen die taal te begrijpen. Het was dus zo gek nog niet dat de Engelse bezetter het opkomende Afrikaans sneerend afdeden met Kitchen Dutch. Toch was het die taal waarin de Hollandse bijbel werd vertaald en zodoende in de 'hogere standen' geaccepteerd werd.
Maar ook over het ontstaan van een nieuwe taal op dezelfde manier in deze eeuw. Ik had al geschreven over 'nieuwe' Afrikaans van de Townships en ik heb daar toen enkele ontroerende gedichten van in mijn bibliotheek gezet. (Zie afverzet.htm met dezelfde URL als hiervòòr) Maar nu ging het over het fanagalo van de zwarte arbeiders onder elkaar in de goudmijnen van Johannesburg en de diamantmijnen van Kimberley. De (blanke) bazen moesten zich daarbij aanpassen. Het dateert al van zo'n vijftig jaar geleden. De huidige regering wil dat niet, en wil het vervangen door Engels, maar dat lukt vooralsnog niet zodat er naast de 11 officiële talen met deze nogal resistente 'mijnwerkerstaal' moet worden gerekend met speciale vaktermen die noch het Engels, noch het Afrikaans kent.
Kortom, ik zit weer middenin deze culturele smeltkroes. Taal is maar één van de zichtbaarheden.
terug eerste dagboekregel

Stellenbosch, Zuid-Afrika, dinsdag 22 januari 2002
Het is nog vroeg in de morgen. Het is nog stil in huis, maar in de verte begint het verkeerslawaai al hoorbaar te worden. Het is hier een van de buitenwijken, en de invalsroute vanaf het zuiden is niet ver.
Gisteren heb ik met Niel een grote wandeling gemaakt in de heuvels rondom Stellenbosch, meer in het bijzonder rondom de sportvelden van de universiteit. Het is een prachtige campus-universiteit. Midden in het groen van de bomen en de sportvelden. Ze beschikken alleen al over 14 rugbyvelden; maar dat moet ook wel, want rugby is hun specialiteit.
Niel vertelde van de perikelen rondom de stichting van de universiteit in de voorvorige eeuw en hoe een rijke Boer uit Stellenbosch de doorslag gaf door een reusachtige schenking. Toen kwam grote uitbreiding van de universiteit niet in Kaapstad, maar in Stellenbosch. En daarmee is Stellenbosch de eerste en de grootste gebleven. Later heeft diezelfde Boer zijn hele 'plaas' aan de universiteit geschonken, en dat zijn nu die sportvelden en de uitbreidingen van de laatste vijftig jaar.
Intussen heb ik geen andere plannen dan het vertrek naar Springbok a.s. Vrijdag. Ik zou Ansie, de vrouw van Niels die sinds kort gescheiden leeft aan de Zuidkust nog wel willen opzoeken, maar ik krijg haar niet aan de telefoon en Niel weet ook niet of ze mogelijk op reis is.
Daarom blijf ik lekker rustig hier, heb intussen Harry Potter uitgelezen en zin op een handig plannetje om op Vrijdagmorgen mijn huurauto op het vliegveld achter te laten en daarna op tijd mijn kaartje voor de bus naar Springbok af te halen in het centrum van Kaapstad. Dat moet vòòr 9 uur en dan is het net ochtendspits.
Daar zin ik op, tot mij een handige, zekere en gemakkelijke oplossing te binnen schiet. Er zijn perioden in mijn leven waarin in met grotere problemen moest kampen.
terug eerste dagboekregel

Stellenbosch, Zuid-Afrika, woensdag 23 januari 2002
Het 'probleem' van de aansluiting van de huurauto op de trein is heel eenvoudig opgelost. Ik kan de auto bij het busstation achterlaten en voor een redelijke vergoeding wordt die daar opgehaald. Heel eenvoudig!
De dag van gisteren heb ik voornamelijk in huis doorgebracht. Brieven schrijven --gewone & e-mail-- en gebabbeld met de twee zoons van de vriendin van Niel die de avond tevoren op bezoek waren gekomen. Heel aardige jongens van 15 en 17 jaar. Vandaag begint hun school. Ze zijn op kostschool in Stellenbosch en na de lunch werden ze naar school gebracht om hun slaapplek in orde te maken en een bed te veroveren. "Wie het eerst komt, het eerst maalt", geldt daar en niet alle bedden en slaapzalen zijn gelijk. Althans niet in de ogen van die tieners.
De jongste was verrukt dat hij met mij Duits kon spreken. Hij had dat vak een jaar geleden gekozen, en ik stond werkelijk verbaasd van de kwaliteit van zijn uitspraak en zijn woordenschat. De oudste was iets minder spraakzaam, maar hij was de beste schaker van de twee op de computer. En hij legde mij allerlei computerspelletjes uit. Zo kreeg ik een introduktie in hun tienercultuurtje. Met Harry Potter zojuist achter de rug was dat een mooie aanvulling van de beelden die ik daarover heb.
Door die dag en famille ontdekte ik ook het bestaan van het jammerlappie. Het blijkt een oude gewoonte te zijn die nog helemaal 'gewoon' aanwezig is. Daarom valt die niet op. Maar het was mij al opgevallen --met de thuismaaltijden met Niel-- dat hij een schoon & vochtig doekje op een bordje op tafel zette en daar af en toe zijn vingertoppen mee schoonmaakje als hij aan een botje had gekluifd op zo. Omdat hij ook papieren servetten op tafel legde, had ik niet door dat "het lapje" ook voor mij was bedoeld. Pas bij de lunch met z'n allen drong het tot mij door en vroeg ik ernaar, iedereen gebruikte het.
En zij waren weer verbaasd dat ik dat in de verste verte niet kende. Het heet gewoon "jammerlappie" en wordt in alle gezinnen gebruikt. Ze gebruiken er een brandschoon wit lapje voor van badstof of wafeltjesdoek; vochtig en losjes-gefrommeld op een bordje. Het lapje blijft op het bordje liggen, je wrijft het alleen even tussen je vingertoppen.
--"Het is niet de bedoeling dat je er je mond of je gezicht mee afveegt", verzekerde de vriendin van Niel,
--"Maar en famille doet men het wel", lachte Niel, en iedereen lachte mee. Kennelijk zijn er nogal wat varianten in het gebruik.
terug eerste dagboekregel

Stellenbosch, Zuid-Afrika, donderdag 24 januari 2002
Toen ik gisteren het dagboek had opgeladen, haalde ik meteen mijn mail op. Daarin zat een briefje van Yvonne, de NLse vriendin waarover ik afgelopen Zondag schreef. Haar man, Shaun, was de avond tevoren uit Amsterdam vertrokken, schreef ze, en zou die morgen op Cape Town Airport aankomen voor de begrafenisdienst die tot a.s. Maandag was uitgesteld. Lorna, de vrouw van Mike, zou dan in staat zijn om --in een rolstoel-- die dienst bij te wonen. Ze was inmiddels van de intensive care in de gewone verpleging terechtgekomen. Ik veranderde mijn plannen voor de dag en kon nog nèt op tijd op het vliegveld zijn.
Het was goed Shaun te zien en bij te praten van de emoties. We hadden wat tijd en dronken een kop koffie. Rob, zijn broer, was de andere afhaler. Ik overwoog --en overlegde-- of ik ook naar de begrafenisdienst zou komen, maar het bleek beter van niet. Lorna was nog ternauwernood aanspreekbaar en van de rest van de familie kende ik alleen de zoon en zijn Franse vrouw. Nee, dus. Het is goed zoals het nu is gelopen. Ik heb het gevoel 'erbij' te zijn geweest.
En nu is het de laatste volle dag. Morgenvroeg in alle vroegte rijd ik naar Kaapstad. Vòòr de ochtendspits, al is het wat vroeg want erna is mij te marginaal met de andere handicaps als links verkeer en 'waar-was-het-station-ook-weer-precies'.
terug eerste dagboekregel

Springbok, Annie's Cottage, Zuid-Afrika, vrijdag 25 januari 2002
Het was een lange dag vandaag. Matig geslapen en heel vroeg op. Om half zeven reed ik weg. Ik dacht vòòr de ochtenspits te zijn, ettelijke duizenden dachten dat òòk. Samen met wat andere verkeersproblemen en het vinden van de Budget Parking Area, landde ik pas tegen achten in het centrum van de stad, en pas kwart voor negen bij het loket om mijn reservering bijtijds af te halen.
Maar toen kon ik rustig rondwandelen over de markt die ik nog van vroeger kende, want pas om tien uur ging de bus.
Onderweg sprak ik met Andrew Möwisch die naar Windhoek doorreisde. Hij was een 'jonge doctor' want hij was gisteren gepromoveerd aan de Universiteit van Stellenbosch. Op een educatief onderwerp. Hij doceert in Windhoek, was al eens in Europa geweest en zou er a.s. Juni-Juli weer heengaan om een paper in Denemarken te presenteren. Zijn onderwerp was Inclusive Education en een gericht onderzoek voor de toepassing daarvan in Namibië. Inclusive Education is een systeem waarbij alle kinderen naar dezelfde school gaan, ongeacht hun IQ, hun handicap of leermoeilijkheid. Inderdaad een heel boeiend concept.
Hier aangekomen heb ik meteen de pijlen naar het-eerste-het-beste Guesthouse gevolgd en nu zit ik in Annie's Cottage. Heel idyllisch in een grote tuin gelegen. Ik heb voorlopig voor twee dagen geboekt. Dan heb ik tijd om wat geschikters te zoeken. Ik geloof dat er nogal wat keuze is.
Er is wat onduidelijkheid over wat hun juiste website-URL. Hun businesskaartje zegt: http://home.intekom.com/anniescottage en hun e-mail is anniescottage@intekom.co.za.
Maar een recent gidsje zegt resp http://www.springbokinfo.com (zonder enige toevoeging) en annie@springbokinfo.com
Je moet ze allebei maar even proberen, dan zie je meteen wat voor een gat Springbok is.
Maar nu ga ik naar bed. Opladen doe ik morgen wel.
"I call a day a day!"
terug eerste dagboekregel

Springbok, Annie's Cottage, Zuid-Afrika, zaterdag 26 januari 2002
Het is negen uur in de morgen. Ik heb goed geslapen en ik zit in de zon op het terras van mijn kamer te schrijven. Vanmorgen vroeg, toen het buiten nog donker en koud was, heb ik English Notes geschreven. Nog voor mijn vertrek had ik Apuntes Españoles gemaakt zodat ook de andere dagboeken weer een beetje bij de tijd. Voor de franse en duitse versie heb ik in de bus al wat aantekeningen gemaakt.
Ik maak er een rustige dag van. Ik begin eerst maar eens naar het internetcafé te gaan om te zien waar ik het mee moet doen de komende weken. En dan ook op zoek naar een betere woonplek. Deze is typisch ingericht op transit-gasten die met een soort English Country stijl moeten worden versierd, maar een gewone tafel en een stoel hebben ze nieteens. Allemaal "stylish but uncomfortable".

Een paar uur later
Verdomme! Ging ik vol hoop en verwachting naar het internetcafé dat ik van de vorige keer kende alleen om te horen dat ze nèt verhuisden. De hele installatie was afgebroken en Maandag zouden ze klaar zijn. Ze hadden geen bezwaar tegen het aansluiten van mijn eigen computer, maar toen ik dat probeerde bleek dat de telefoonlijnen ook al waren afgeschakeld. Pech! Misschien dat ik hier in huis wat kan regelen, maar de --overigens zeer aardige-- receptiedame gisteravond was niet zo toeschietelijk.
terug eerste dagboekregel

Springbok, Annie's Cottage, Zuid-Afrika, zondag 27 januari 2002
Dadelijk ga ik verkassen. Ik ga naar het Springbok Hotel. Daar kosten de dubbele kamers ook 200R (20 Euro) maar de éénpersoons precies de helft. Ik wilde er eerst niet binnenstappen omdat ik dacht dat het 'zeker' duurder zou zijn, maar toen ik de bonanza van prijsopdrijvende guesthouses had gezien heb ik mijn vooroordeel toch maar eens getest.
Bij mijn verdere 'opzoekingen' kwam ik ook achter een 'woonstel' voor 80R per dag (voor minstens een maand) dat ik maandag kan bekijken. En nog een paar van die suggesties die op het moment van aankomst totaal niet werden genoemd. Allemaal 'graaiers' voor 200R per nacht! Of meer.
Intussen heb ik ook wat internetcontact gehad. De eigenaresse gaf mij persoonlijk toestemming de computer te gebruiken, maar ze vroeg daarvoor wel het dubbele van wat in Vredenburg en Kaapstad gebruikelijk is. Dààr 20R hier 40R per uur. Maar het lokale café vraagt ook 38R! Zelfs voor de mislukte poging om met mijn eigen computer op m'n knieën op de grond tussen de verhuisdozen wilden ze dat bedrag hebben. Ik baal van dat soort 'graaiers'.
Van de toestemming van de eigenaresse heb ik onbescheiden gebruik gemaakt door mijn eigen ftp programma te installeren en enkele pagina's te printen. Ze demonstreerde haar computer zo bezitterig dat ik die vragen maar niet heb gesteld om een 'nee' te vermijden. "Voor zo'n prijs", dacht ik, "mag ze die service ook wel geven".
Dat is namelijk het kenmerk van zo'n prijzen bonanza dat ik vaker heb gezien. Men copiëert wel de prijzen van de concurrent, of gaat er bovenuit zoals deze dame met haar oversized ego, zonder op de werkelijke levering te letten. Daarom kun je vaak aan de manier waarop ze die prijs noemen zien?/voelen?/horen? wat voor vlees je in de kuip hebt.
Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook even naar haar site te kijken. Beide adressen die ik noemde komen op dezelfde site uit. De site is niet bijzonder informatief, maar wel in congruent met haar ego. De tuin is inderdaad mooi en rijk beschaduwd, en wat ontbijt betreft heeft ze nogal wat prijzen gewonnen blijkens de oorkondes die aan de muur hangen. Helaas ontbijt ik niet.
terug eerste dagboekregel

Springbok, Springbok Hotel, Zuid-Afrika, maandag 28 januari 2002
Toen ik gistermorgen afrekende, zei de receptiedame dat het internettarief 60R per uur was. Inderdaad, met zo'n ego is vijf procent boven je naaste concurrent beneden je stand. Maar, zei de bijzonder aardige receptiedame, als mevrouw dat zo heeft gezegd dan reken ik daarmee af.
Ik heb goed geslapen op deze nieuwe plek. Lekker koel, weliswaar geen mooie veranda met tuin, maar wel stoelen en een tafel waar ik lekker kan zitten schrijven: unstylish but comfortable dus. De zon was zo fel dat ik last van mijn ogen kreeg. Ik ben toen maar lekker binnen gebleven met het aanvullen van de Brouillons Français en met het voorbereiden van de e-mail op de meeneemdiskette. Hopelijk is het café vandaag klaar met de verhuizing.
Ik heb nog wat aantekeningen van Stellenbosch, waar ik met Niel en zijn gast, lekker lang hebben "gesels" (het accent ligt op de tweede e.) Het betekent zoveel als 'gezellig praten'. Ik heb er een paar aardige Afrikaanse uitdrukkingen er aan overgehouden:
"Je het de kat aan de steert beet" [je hebt de kat bij de staart]. Het lijkt op "Je hebt de klok horen luiden . . enz". Die uitdrukking kennen ze ook. Maar als je de kat bij de steert hebt, wordt het bovendien gevaarlijk. Z'n klauwen zijn vrij & heel dichtbij.
"Tussen die lepel en die mond, val die pap op die grond" Het lijkt wat op: 'Bezint eer ge begint!'. Of meer nog: 'Het gevaar zit in een klein hoekje' M.a.w.: Je plan 'rammelt' op kritieke punten.
Een dorp-van-niks wordt afgedaan met "Het is só klein; as jij uitswaai vir die hoender, mis jij die dorp!"
Een betweterig of bedillerig persoon krijgt te horen: "Moenie vir oupa die paplepel leer vashou nie". [je moet opa niet leren hoe hij zijn paplepel moet vasthouden].
terug eerste dagboekregel

Springbok, Springbok Hotel, Zuid-Afrika, dinsdag 29 januari 2002
Het internetcafé, gisteren, was nog niet klaar: Morgen!
Maar ik heb het dagboek tòch kunnen opladen en ik heb post tòch kunnen verzenden. How come?
Ik heb telefoon op mijn kamer, en dat drong pas later tot mij door, anders had ik die hele meeneemdiskette niet gemaakt. Maar het ging niet van een leien dakje. Ik kreeg het niet op gang en ik vermoedde een 'geheime' fout van het systeem. Maar toen bleek dat overbezetting de zaak blokkeerde.
Vòòr mijn mislukt bezoek aan het internetcafé had ik het 'woonstel' van 80R --waar ik Zaterdag over schreef-- bekeken en meteen gehuurd. Helemaal aan de rand van het dorp, achter de laatste villa (van de eigenaar). Het lijkt qua formaat en comfort wat op "mijn hutje aan de zee" in Yzerfontein, maar dan zonder zeezicht. Landzicht. Droog, kaal, door de zon verbrand land. En daarom moet ik vandaag verkassen. Ik heb het voor vier weken, maar ik kan ook langer blijven. Dat zie ik wel.
Daarna heb ik gisteren vrijwel de hele dag gewerkt aan mijn opmerking van 20 januari "...dat ik een essay over zuiverheid niet meer bij de hand had". Ik heb dat essay nog steeds niet gevonden, maar de vorige week kon ik bij Niel even rustig 'goechelen' en toen vond ik zoveel interessants dat ik dat vandaag tot een leesbaar geheel heb gemaakt: Een soort geredigeerd kladschrift van citaten en bronnen, maar wel zelfstandig leesbaar. Het laat zien hoe dit ogenschijnlijk onschuldige thema heel gevaarlijke kanten heeft waar nogal wat filosofen zich het hoofd over hebben gebroken. Maar ook de nuttige 'hygiene' uit de 19e eeuw is tot waanzinnige puurheidsrage verworden, zoals je dagelijks bij de was- en schoonmaakmiddelenreklame kunt zien.
Ook hele volkstammen zijn --en worden-- er mee uitgeroeid: Ethnic Cleansing. Helaas heel bekend. Het gaat met dezelfde retoriek.
Hopelijk een heel lezenswaard en inspirerend document Over Zuiverheid. Als ik mij weer eens geconfronteerd zie met mijn eigen streven naar zuiverheid in de vorm van mijn perfectionistische trekjes, dan zal ik mij het citaat van Nietsche herinneren dat een van de schrijvers instemmend aanhaalt: "Het streven naar zuiverheid is zelf onzuiver". Ik hoop dat het helpt.
Dezelfde schrijver vertelt dat zijn moeder hem vroeger vaak Tolkien voorlas: Vòl met zuiverheidsstreven, weet hij de melden, maar op een goede manier. Dat geldt ook voor de boeken van Harry Potter, kan ik er uit eigen waarneming aan toevoegen. Misschien ontstaat er dan toch een generatie die zich niet laat meesleuren door het ideologisch-zuivere, een autonome drijfkracht achter fataal en agressief fundamentalisme.
Ik heb weinig commentaar bij de aantekeningen geschreven: De geciteerde tekstfragmenten zullen als mozaïek hun werk moeten doen. Maar wat ik mis is de rol van 'zuiverheid' bij machtsuitoefening. Moet ik de uitspraak van Bush, dat "... wie niet mèt de USA is, er tégen is", opvatten als "wie niet zuiver is, is onzuiver"?
En onzuiver, zo leren wij radio en TV, is dóódgevaarlijk. Dat moet worden uitgeroeid!! Het moet tot op de allerlaatste 'huishoudbacterie' worden doodgespoten!! Verpletterd!! Uitgerookt!!
Is dat het machtsspel dat je ermee kunt spelen? En zijn de reklameboodschappen deel van dat spel?
terug eerste dagboekregel

Springbok, Zuid-Afrika, woensdag 30 januari 2002
Gistermorgen, na het verhuizen naar mijn nieuwe bungalow-tje ging ik natuurlijk meteen naar het internetcafé, maar, het lijkt wel Spanje, wéér niet klaar. "Vanmiddag om vier uur!".
Om vier uur werkte het. Ik was de eerste bezoeker in het nieuwe verblijf met drie computers. Maar de internetaansluiting wilde niet komen. Wachten op 'de specialist'. Intussen bekeek ik de computers. Héél traag! How come? Hardware niet funkelnagelneu, maar zò langzaam leek mij ook niet nodig met 128Mb RAM en 266Mbs. Maar toen bleek dat ze ongeveer alle Windowstierelantijnen hadden geïnstalleerd. Ik keek naar 'performance': 56%!! Geen wonder. Dat moet minstens 80 of liever 90% zijn. Het geheel maakte een hoogst onprofessionele indruk. De 'specialist' bleek onvindbaar.
Ik knoopte een praatje aan met het meisje aan de balie. Zij was er twee jaar geleden ook toen ze mij wat toeristische informatie had gegeven. Het bleek dat de functies 'reisinformatie' (ze zijn een soort self-appointed VVV), en vooral 'eetcafé' veel winstgevender waren. Daarom waren de computers naar een uithoek van het terrein verhuisd. De bar had die ruimte nodig. Niemand binnenshuis had er echt verstand van of had er zin in. Hoewel ze eerst had gezegd dat zij het enige internetcafé in Springbok waren, kwam er later uit dat er toch nog een andere mogelijkheid was, anders dan bij particulieren aankloppen. Een benzinepomp annex Mini-Market, een eindje verderop, zou ook 'gelegenheid geven'.
Inderdaad, heel iets anders. Heel unsophisticated, in een rustig hoekje van de winkel stond een eenvoudige computer. Op de desktop alleen het allernoodzakelijkste. Ik keek naar 'performance': 94%!! Snel kon ik mijn zaken afhandelen. Het dagboek had ik nog vòòr mijn vertrek uit het hotel opgeladen. Ik hoefde alleen de post te bekijken en te verzenden. Omdat ik het smtp van mijn provider niet kende, was dat niet mogelijk vanaf mijn hotel.
Ook hier maakte ik een praatje met de baliedame. Zij waren niet 'professioneel', zei ze bescheiden, het was een hobby van een van de jongens van het kantoor. Daarom vroegen ze slechts 7,5 Rand per 15 minuten (bij 'het' café 8 Rand). Maar de computer was pico-bello fit for purpose. Verder bleek dat ze --vanzelfsprekend als pompstation-- van 's morgens zes tot 's nachts twaalf open waren. Alleen voor scannen en printen moet ik nog naar 'het' café. Alles bij elkaar een prachtige case voor een cursus kleinschalige marketing.
Gisteren heb ik op dit rustige plekje tot laat gewerkt aan Deutsche Notizen, de laatste van de vier niet-NLse aantekeningen over mijn eerste dagen in Zuid-Afrika. In de Duitse heb ik gewild-knullige beschrijving gegeven van mijn huisvesting hier in Springbok. In de Spaanse gaat het vooral over twee onverwachte gebeurtenissen: een vrolijke en een trieste. Het Franse verhaal gaat in op het ontstaan van het moderne Afrikaans en de rol die de Hugenoten daarin hebben gespeeld. Het Engelse, tenslotte, hier in Springbok geschreven, kijkt terug op de mensen die ik in Yzerfontein en Stellenbosch ontmoette. Iedere gebeurtenis kan op vele manieren beschreven worden, en zelfs op een manier dat het de enig mogelijke beschrijving lijkt. Ik heb een citaat van Goethe, dat dit perfect beschrijft, al maanden op het puntje van mijn tong, maar het zet niet door. Het is vermoedelijk uit de Urfaust, die ik --lang geleden-- vaak heb gelezen. Maar nu heb 'm, vlak voor mijn vertrek, van het internet op mijn harde schijf gehaald. Misschien vind ik het binnenkort.
terug eerste dagboekregel

Springbok, Zuid-Afrika, donderdag 31 januari 2002
Het is alweer de laatste dag van de maand. Ik ben al drie weken in dit land. De "aanloopbezoekjes" in het bekende gebied zijn achter de rug en op mijn nieuwe plek begin ik wat overzicht te krijgen: Ik kan er wonen, ik kan er eten en ik kan er e-mailen & surfen. Wat wil ik nog meer?
Ik heb nog precies drie maanden voor de boeg, tenminste als een visumprobleemtje geen roet in het eten gooit, want dat loopt maar tot 10 April, en mijn vliegbiljet tot de dertigste. Mis-informatie van British Airways. Ik weet intussen al dat verlenging mogelijk is voor 360 Rand (36 Euro) maar dan moet ik mijn paspoort een week uit handen geven. Een hilarisch radioprogramma, waar ik gisteren in terecht kwam, weerhoudt mij.
Nicky, een populaire praat-programmaleider op de Afrikaanse zender, begon zijn programma zoals gewoonlijk met een ongelofelijk-maar-ware geschiedenis. Hij vraagt dan naar mensen met soortgelijke ervaringen: gegarandeerd succes. Zijn commentaar is luchtig-lacherig, met een "it-could-be-worse"-toonzetting.
Het was het verhaal van een vrouw die opeens met een Rus, een absoluut onbekende, bleek getrouwd te zijn nadat ze haar paspoort --kennelijk tevens trouwboekje en document waar je rijbewijs is ingeschreven-- voor een vernieuwing wekenlang onderweg was geweest. Of er soortgelijke ervaringen waren?
De eerste die opbelde was een man die "juist gisteravond" een bijeenkomst had bijgewoond van slachtoffers die "opeens" met een Nigeriaan of Nigeriaanse waren getrouwd. Het ging om meer dan een dozijn gevallen in Durban alleen al. Kennelijk was er een 'maffia' aan de gang geweest om een aantal Nigerianen dit 'Beloofde Land' binnen te smokkelen. Het moeilijkste was echter om "ambtelijk" te bewijzen dat ze niet waren getrouwd. Daar ging die vergadering over. Ook de vrouw die met die Rus was getrouwd was al meer dan een jaar bezig.
Toen volgden de verhalen elkaar snel op: Verdwenen rijbewijzen, 'opeens' drie kinderen erbij, nog meer huwelijken en andere ongein. De opbellers wilden vooral hun sores kwijt over de moeilijkheid dat weer recht te trekken, inderdaad treurnis en jarenlange processen. Maar die verhalen kapte Nicky snel af. Op een luchtig borrelpraattoontje vermaakte hij zich lacherig met het absurdistische van het voorval: "Wie kent er nòg een sterk verhaal". Per slot waren de vertellers in zijn dienst, aan hem ondergeschikt. Zijn 'hoger doel' was populariteit en kijkdichtheid, daar wordt hij voor betaald.
Maar ik aarzel intussen om mijn paspoort een week uit handen te geven zoals de zeer aardige ambtenares van de regeringsdelegatie in Springbok mij voorstelde.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek Januari 2002