Mijn Dagboek 27

Dit is Dagboek 27. Het loopt van 1 tot 31 Augustus 2002, begint met een ratatouillerecept en eindigt met mijn eerste dag in Spanje: Barcelona-op-doorreis. Daartussenin lees ik kranten en het internet en schrijf over kapsones van Pinochet, de visie van Amerikaanse Patriotten op de wereld, de Civil War Within the Democratic West en de suicidale trekjes van ons hyper-kapitalisme. Dichter bij de grond is er een lekkende waterleiding, komt Ghislaine op bezoek, kampeert Peter-met-de-kinderen in de buurt, maak ik lange wandelingen, en blijkt de dreigende hydrocéphalie van de baby van Olivier en Dominique onder controle te zijn. Geen trivialiteitendagen dus, al leek het er een enkele ochtend eventjes op.
Index Augustus 2002
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31,
Toevoeging 6 oktober 2002: De links naar foto's zijn misschien niet meer up-to-date. Ga liever naar www.fototime.com, log in met mijn e-mail adres.
Cessenon sur Orb, donderdag 1 augustus 2002
De tijd schiet op, de nieuwe maand is alweer begonnen. Augustus! Bramen! En die heel speciale lucht die er dan in Zuid-Frankrijk is. De eerste keer dat ik in Chili was, in Februari, rook ik ook opeens die lucht. En er waren bramen . . .
En het is tijd voor ratatouille dat geurige gerecht van aubergine, courgette, tomaat dat vaak zó slecht wordt klaargemaakt dat het wel 'soep' lijkt of 'soep met brokken'. Die groenten garen heel verschillend. De een is al 'pap' als de ander nog wel wat zou moeten garen. De enige veilige manier is om ze in aparte pannen te behandelen en dan bijelkaar nog even na te stoven. En dan nòg. Je moet het goed in de gaten houden en weten wat je doet.
Vroeger had ik een zorgvuldig uitgekiende éénpans-manier met aanwijzingen per minuut, als een spoorboekje. Maar dat recept was ik kwijt. Ik bleef ook maar wat prutsen met 'pap met brokken' tot ik het een paar weken geleden welletjes vond en op het internet 'mijn' oude recept ben gaan zoeken. Ratatouille is een te belangrijk gerecht om er maar met de pet naar te smijten.
Dat vonden de meeste auteurs van de overweldigende hoeveelheid internetrecepten ook, maar hun oplossing was meestal véél te bewerkelijk: Twee, drie of zelfs vier pannen tegelijk op het vuur. Er waren wel een paar éénpans-manieren, maar die leken mij niet uitgekiend genoeg. Daarom heb ik mijn oude recept 'gereconstrueerd' en intussen al een paar keer geprobeerd en bijgesteld. Hier is het:
Qua ingredienten komt het erop neer gelijke hoeveelheden Ui, Paprika, Courgette, Aubergine en een dubbele portie TTomaat te nemen. Ze gaan ook in die volgorde in de pan. Daarom noem ik mijn recept het UPCATT-recept. Het zijn vooral de juiste tijdstippen waarop het in de pan wordt gedaan. Dat was ook het aardige van 'mijn' oude recept dat ik in het nieuwe heb teruggevonden. Het gaat 'op-de-minuut':
00' 00": Gas aansteken onder pan met de olijfolie
01' 00": UI, grofgesneden, aangevuld met gehakt knoflook.
02' 00": PAPRIKA, in reepjes van 1cm, rood, aangevuld met groene en/of gele.
03' 00": COURGETTE, in gehalveerde schijfjes van 1cm
05' 00": AUBERGINE, in gevierendeelde schijfjes van 1cm
08' 00": TTOMAAT, in brokken van 2 à 3 cm. Nu de Provençaalse Kruiden niet vergeten!
11' 00": Gas uit, nagaren.
Ik heb gewerkt met porties van precies 300 gram die ik in bakjes had klaargezet. Ik gebruikte een hapjespan van 25cm en 6cm hoog op de grootste gasvlam (8cm) van het fornuis. Goed blijven doorscheppen op dat hoge vuur! Van de tomaten had ik het vocht en de pitjes apart gehouden om toe te voegen als het te droog zou worden. Dat is vooral kritisch na de aubergines. Maar al vlug laten die ook hun eigen vocht los zodat de ratatouille niet te nat wordt.
Het lijkt vreemd om het gas op de elfde minuut af te zetten, want dan begint het geheel net pas te borrelen. Toch doen. Vertrouw maar wat meer op het nagaren. Ik zet de pan minstens een half uur weg met een dikke dubbelgevouwen handdoek er op.
Bovendien is dit een méérdaagse méérpersoonsportie. Koud, de andere dag, is ratatouille zelfs lekkerder. Ook voor een verdere bereiding in de oven of magnetron (bv met een ei in een kuiltje of met geraspte kaas) moet je niet met een papperige substantie beginnen.
Sommige internetrecepten laten ratatouille drie kwartier pruttelen. Of een half uur 'koken' om het vocht te verdampen. Onbegrijpelijk, dan moet het ongeveer soep zijn. In mijn recept zijn de ingredienten nog heel goed te herkennen en hebben hun eigen 'beet' en drijven ze niet in overmatig vocht.
Wat deze éénpansmethode mist is de 'geschroeide' smaak. Je kunt eventueel de uien eerst fruiten tot ze geel/bruin zijn voor je verder gaat, maar dan domineren ze het hele gerecht. Voor die 'geschroeide' smaak is er maar één oplossing: Alles in aparte pannen en dan samenvoegen. Dat is ook heel lekker!
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, vrijdag 2 augustus 2002
Ik houd er een 'inslaapbedboek' op na. Als ik in bed stap lees ik daarin. Soms haal ik nog geen twee pagina's, maar het bedoelde effect is bereikt: Ik heb definitief afgehaakt van het 'buitenbedse gebeuren' en Klaas Vaak is aangekomen.
Het is altijd een speciaal boek want het moet boeiend genoeg zijn om de verleiding tot stand te brengen, maar ik moet er niet aan blijven plakken zodat het een nieuwe 'taak' wordt die mij uit de slaap houdt. Zodoende is het meestal een boek dat ik als eens heb gelezen. Hier in Cessenon gebruik ik daarvoor al een paar jaar de eerste detective van Agatha Christie, in het Frans geheten: "La mystérieuse affaire de Styles", want ik lees 'm in vertaling. Dat is begonnen met de franse conversatielessen die ik had toen ik nog in Raux verbleef. Ik kocht het 10 juli 1997 in Montauban, blijkens mijn aantekening op de eerste binnenpagina. Ik maakte toen voor de lerares telkens een uittreksel van een hoofdstuk en bereidde enkele bladzijden voor om in perfect Frans voor te dragen. Zij kende het boek niet, dus ik had zeer meelevende toehoorster. Mijn exemplaar staat daarom nog vol van aantekeningen die met de lesvoorbereiding te maken hebben.
Ik lees het nu voor de derde of vierde keer, en nog steeds wacht ik vol verbazing op de volgende ontwikkeling, want mijn herinnering komt niet verder dan "Oh ja, oh ja".
Het wordt op die manier wel een heel andere manier van lezen. Allereerst heeft het iets van een Echternach'se processie, de Sint-Vitusdans, drie passen vooruit, twee passen achteruit voor 'waar-was-ik-ook-weer?'. Ook let ik meer op de schrijftechniek, over hoe de schrijfster de plot ontvouwt en met stukjes en beetjes naar voren schuift als planmatige hapklare brokken voor de lezer.
Ik heb vroeger nogal wat Agatha Christies verslonden, maar door de preoccupatie met 'de afloop' kwam ik aan dat soort details niet toe. Heel boeiend. Ik zag nu meer dan ooit het geraamte van het verhaal en de nogal 'hoekige' manier waarop zij telkens stukjes uit de plot op tafel legt. Eigenlijk is het helemaal geen soepel verteld verhaal. Misschien speelt de Franse vertaling daarbij ook een rol. Eigenlijk is het geen smeuige vertelling, terwijl het wel zo lijkt de eerste keer.
Hoe dan ook, ik raakte meer en meer geïnteresseerd in de karakters (een beetje zwart-wit & stereotype) en de vertelstructuur (een docent die een ingewikkeld probleem uitlegt). Daarom ging ik eens op zoek naar anderen die dat boek wellicht ook hadden geanalyseerd. Wat doe je dan? De titel op Google inklopppen. Wel 3000 hits, maar allemaal boekhandels, web-edities en flapteksten. Heel weinig pittige analyse. Dat had ik na zoveel jaar, en voor zo'n beroemd boek, toch verwacht.
Intussen heb ik toch een en ander opgepikt. Inderdaad blijkt uit een interview dat zij met veel energie, aandacht en genot het schema van het boek, van de plot, van de clou kon opzetten. Tot in de puntjes werkte ze dat uit in getekende schema's en schema's in haar hoofd: Wat kan die-en-die weten op dat moment? Zo behandelt ze ook de lezer: Wat 'weet' die? (Als z/hij keurig blad-voor-blad leest.) Maar, zei ze in dat interview, het schrijven zelf is de meest vervelende bezigheid. Je ben gewoon als iemand in loondienst. Van 's morgens tot 's avonds hard en dom doorwerken.
Intussen heb ik uit de Britannica en het Internet enkele aardige wetenswaardigheden opgepikt. Zij is nooit naar school geweest en is door haar moeder (en wat gouvernantes) thuis opgevoed. Was een stil verlegen kind dat zich al heel vroeg bezighield met maken van spelletjes voor eigen gebruik. Het boek begon met een opmerking van haar zus die haar uitdaagde 'eens een goede detective' te schrijven.
En wat 'facts of life'. Toen haar man wilde scheiden was ze opeens verdwenen. Heel Engeland in rep en roer. Na drie weken werd ze ontdekt in een klein Londens hotel waar ze woonde onder de naam van de vrouw die haar man (na de scheiding) wilde trouwen. Voer voor psychologen!! "De verdwenen schrijfster" had de titel kunnen zijn van het boek dat nooit werd geschreven, maar dat was kennelijk te persoonlijk. Dat steeg uit boven de zwart-wit psychologie van haar detectiveboeken.
Terloops ontdekte ik nog een soort Gutenberg website: "Great Books On Line". (www.bartleby.com). Daar kun je van 'alle' beroemde boeken e-text, auteurgegevens en nog veel meer gratis vinden: Als dienstverlening aan studenten en wetenschappers. The Mysterious Affair at Styles staat er ook. Misschien lees ik het nog eens in het Engels. Eens zien hoe mijn bovenstaande oordeel over de stijl en de karakters verandert.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zaterdag 3 augustus 2002
Ik heb mijn site altijd een beetje uit de publiciteit gehouden; per slot is het begonnen als een dagboek voor vrienden en kennissen. Ik had mij zelfs 'onvindbaar' gemaakt voor de zoekrobots, maar dat bleek niet waterdicht. Google kan mij tegenwoordig vinden, maar het grootste deel van mijn lezers ken ik persoonlijk. Af en toe zijn er ook 'vreemden' die mij schrijven. Toevallig ontdekt. Leuk en verrassend zo'n brief/berichtje van een vreemde.
Ik had nooit een teller op mijn site gezet, maar nu, met de nieuwe huisvesting van de van-eyk site, heeft mijn zoon Peter toegang tot het statistisch materiaal. Daaruit blijkt o.a. dat in een telperiode van zeven weken (1 Juni-20 Juli) mijn dagboek 230 keer is bezocht waarvan 47 keer in de laatste week. Wat moet ik met zo'n gegeven? Het is hoger dan ik dacht, maar wat dan nog?
En nu is er nog een andere telling bijgekomen. Mijn foto's begin ik te zetten op Fototime.com en daar kan ik zien hoe vaak iemand mijn album heeft bekeken. Eerder deze week had ik de fotoreportage van de haagknipweek er op gezet en gisteravond was die al acht keer bekeken.
Ik zal er nu twee albumtjes op zetten om nog eens te laten zien hoe dat werkt. De eerste is een karwei dat ik deze week heb geklaard. Het reduceerventiel van het irrigatiewater (dat een te hoge druk heeft voor normale tuinslangen) moest vervangen worden. En verder was er nog een kranenkast waarin twee kranen moesten worden vervangen. Daarvan heb ik een paar foto's gemaakt.
Hier is het fotoverslag van de kraanvervangklus.
Maar er waren ook minder saaie dingen. Ik schreef over ratatouille. Ik heb twee magnetronschoteltjes gemaakt zoals ik die beschreef: In het midden een kuiltje en daarin een ei. Het ene heb ik gemaakt met ratatouille volgens het éénpansrecept en het andere met 'vóórschroeien' van de aubergine en de courgette in aparte pannen. Het ene is fruitig (voorzover ratatouille fruitig kàn zijn) van smaak en licht van kleur. De ander is was bruiner of gedekter van kleur en zwoeler van smaak. Dank zij de gele paprika, heeft het nog wat kleur. Je moet maar eens kijken naar de foto's de foto's van die twee schoteltjes.
En laat eens weten hoe het bevalt deze manier van een album presenteren. Je krijgt vrij snel de kleine 'thumbnails' en als je wil kun je ook de grotere zien. Die zijn precies schermvullend zodat je niet meer oplaadt dan je nodig hebt.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zondag 4 augustus 2002
Hier laat ik het bij voor vanavond. Morgen verder.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, maandag 5 augustus 2002
Gisteren heb ik een grote wandeling op de Caroux-Espinouse gemaakt: Naar de top van de Caroux op 1039m. Dat is zo'n dertig km noordelijk. Daar kom ik niet voor mijn dagelijkse wandeling. Het is in Cessenon e.o. prachtig genoeg, en ik ben nog lang niet uitgekeken. Bovendien maak ik het mij meestal eenvoudig met mijn ochtendwandeling: Ik 'marcheer' gewoon een uur in een bepaalde richting vanaf mijn huis, en 'marcheer' dan weer terug. "Physical exercise" gaat vóór.
Maar gisteren was het anders. Ik was uitgenodigd door mijn Eindhovense ex-overbuurman Harry voor wie de 'thuisplek' een camping bij Lamalou-les-Bains blijkt te zijn. Hij bleek ook een regelmatige lezer van mijn dagboek. Hij wist van mij-in-de-buurt maar ik niet van hem. Maar toch was de aanleiding voor de wandel-uitnodiging wat ingewikkelder. Het begon met de zeer toevallige ontmoeting van Harry met mijn broer Jan, die in Olargues woont.
Harry kent hem van een enkele ontmoeting op een wijnproefavondje bij mij in Eindhoven, jaren geleden. Harry zit op een terrasje in Olargues, en ziet opeens twee vagelijk bekende gezichten. Zijn grijze cellen zijn perfect genoeg om even later te roepen:
--"Dag mijnheer en mevrouw van Eyk"
(wellicht nèt niet perfect genoeg om er 'Jan en Leny' bij te herinneren, maar het kan ook aan het diplomatiek-preciese karakter van Harry hebben gelegen).
's Avonds belt mij broer mij op met het verslag --en de gevolgen- van deze onverwachte aanroep. Het blijkt dat beide heren een grote liefde delen: Les Monts d'Espinouse en met name Le Caroux met een prachtig uitzicht tot aan de zee (als het helder weer is) en op het bovenstroomse dal van 'onze' Orb. Jan weet dat ik nog nooit op 'zijn' Caroux heb gelopen en dat uitzicht nog nooit heb bewonderd. En zo wordt die uitnodiging bekokstoofd om mij op de Caroux te krijgen en bij dat uitzicht. Ik liet mij gemakkelijk verleiden en zodoende stond ik gistermorgen vroeg op de camping bij Lamalou-les-Bains en vertrokken we met z'n drieën. Mijn broer kon niet, maar Harry had nog een neef, John, zó enthousiast gemaakt dat die onderweg al zei dat hij die wandeling morgen met zijn dochtertje ging maken.
En zo wandelde ik 'in gezelschap'. Dat was natuurlijk ook heel aantrekkelijk als overwegend-solowandelaar. Harry bleek een voortreffelijke gids die allerlei kleinere en grotere omweggetjes kende waardoor we o.a. nog door een onverwacht veengebied liepen. Onze kennis schoot tekort om vast te stellen of het om hoogveen of laagveen ging. Het was heel nat, en lag in een moerassige pan boven op het plateau. John wist van de vleesetende plantjes die daar groeiden en we vonden die dan ook snel: 'Zonnedauw' in het NLs, ik ken die nog van mijn jeugd; La Droséra in het Fs.
De Sommet du Caroux is eigenlijk maar een kleine oneffenheid (van 1039m) aan de rand van een hoog terras. De verrassing, waar Harry ons als een ervaren gids op voorbereidde, is inderdaad groot als je dan opeens niet alleen diep in het Orbdal kijkt, maar ook meteen met prachtige vergezichten wordt beloond. Helaas was het nèt te heiig om de zee te kunnen zien en Narbonne. Maar wijds was het wel.
De Sommet du Caroux is overigens niet de hoogste van de Monts d'Espinouse. Dat is de Sommet d'Espinouse op 8km ongeveer NW (precieser 335º) en die is 1124m. Die is niet zo spectaculair en heeft ook niet zo'n mooie oriëntatietafel.
En toen kwam ik moe thuis.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, dinsdag 6 augustus 2002
Vanmorgenvroeg, op de radio, hoorde ik een verheugend bericht dat ik in de loop van de dag ga natrekken. Het ging over Pinochet en meldde dat er actiegroepen bezig zijn om de laatste uitspraak van het hoogste rechtscollege te herroepen.
Wat was die laatste uitspraak?
Niet zo lang geleden, ik meen zo'n zes weken, werd Pinochet definitief van rechtsvervolging ontslagen omdat zijn (geestelijke) gezondheid niet voldoende was om de rechtsgang te volgen.
Tandenknarsend las ik het en ik schreef aan een Chileense vriendin dat hun land zich moest schamen voor een rechtssysteem dat daartoe verleid kon worden. Toen Pinochet vanuit Engeland naar Chili werd gehaald, was dat omdat de wereld --en ik-- vertrouwen had in het Chileense rechtssysteem. Dat vertrouwen was grondig geknakt.
Pas enkele dagen geleden werd er nog zout in de wond gewreven door een bericht dat Pinochet, nu als vrij burger, in de beste winkelstraten van Santiago was gesignaleerd, voorzien van een lijfwacht van veertig personen. Wat deed hij daar? Hij kocht cadeautjes voor zijn kleinkinderen en verkocht kwinkslagen aan de winkelmeisjes. Het persbericht vermeldde het recente ontslag van rechtsvervolging wegens verregaande aftakeling en wees op het contrast. Waarom zou hij wel zelfstandig kunnen winkelen en grapjes maken met het winkelpersoneel en niet de procesgang kunnen volgen tegen zijn eigen misdaden?
En weer schreef ik een brief aan mijn Chileense correspendentievriendin om mijn hart te luchten. Ze had nog niet geantwoord. Haar kennend zal ze zich nòg erger hebben geschaamd dan ik.
En daarom was het bericht vanmorgenvroeg zo verheugend. Er leven nog voldoende mensen in Chili die niet willen blijven leven met deze onrechtvaardigheid. (En deze blaam op het Chileense rechtssysteem).
Ik schrijf dadelijk een felicitatiebrief.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, woensdag 7 augustus 2002, Ghislaine arriveert vandaag!
Ik heb gisteren --tot 's avonds laat, want ik heb ook nog fiks in de tuin gewerkt-- nogal wat tijd besteed aan het natrekken van het bericht over Pinochet. Ik werd steeds nieuwsgieriger, want in vond het niet in de voor-de-hand-liggende kranten zoals Le Monde, The Guardian of NRC/Handelsblad. Ook de zoekmachine van De Volkskrant gaf geen recent bericht over Pinochet.
Toen ben ik maar eens in de Chileense kranten gaan kijken. Dat had ik lang niet meer gedaan. Op dat soort zoektochten kan ik heel slecht linea recta werken. Ik laat mij voortdurend afleiden door "andere dingen". En er viel veel (interessants!!) bij te lezen!!
Ik heb dat specifieke berichtje niet gevonden, maar het past wel in de zeer levendige discussie tussen de voor- en tegenstanders van Pinochet over de recente gedragingen van deze oude dictator/tiran.
Zo was er enkele dagen vòòr het persbericht dat hij gezellig --en helder van geest!!-- inkopen deed voor zijn kleinkinderen, een incident in Iquique, dat de gemoederen in Chili nòg meer bezighoudt. Daar had de lijfwacht het strand 'schoongeveegd' van 'lamlendige jongeren' toen de oude heer er wilde wandelen. Daar kwam verzet en per saldo zijn een aantal jongeren gearresteerd. Het bericht in Le Monde van 26 Juli maakte daarvan overigens ook melding. Over die Iquique-rel schijnt wel een aanklacht aanhangig te zijn gemaakt. Over 'buitensporige hardhandigheid'. Rustig op het strand liggende paartjes werden letterlijk weggeschopt door de 40 man sterke lijfwacht. In La Segunda, een van de kleinere Chileense kranten, las ik een gedetailleerde documentatie met letterlijke verslagen van de ooggetuigen/slachtoffers.
Kennelijk is de rel nog steeds levendig en lopen er in Chile meer mensen tandenknarsend rond over deze grove onrechtvaardigheid. Maar die bericht sijpelen maar zelden door in de Westerse pers. De tiran die alle humane behandeling heeft ontzegd aan degenen die zijn politieke opvatting niet deelden is er in geslaagd buiten vervolging te worden gesteld. Hetzelfde moderne rechtsgevoel dat hij zijn slachtoffers ontzegde past hij zonder blikken of blozen op zichzelf toe. Dat lijkt de kern van dat gevoel. Het gaat niet om wraak alleen.
Blijkens zijn recente brief aan het parlement, waarin hij zijn zetel-voor-het-leven in de Senaat opgaf, vindt hij nog steeds dat "zijn regering wat groots heeft verricht. De Geschiedenis (met een hoofdletter) zal hem in het gelijk stellen".
Dat bracht een krant erop die uitspraak te vergelijken met die andere dictator, Fidel Castro, die voortdurend roept dat "de Geschiedenis hem zal verontschuldigen": Bien étonné de les trouver ensemble!!
Pinochet zelf zit er niet mee. Hij heeft een grote belangstelling en bewondering voor de klassieke geschiedenis en is zeer belezen. Hij vergelijkt zich met de 'tirannen' van de oudheid. (tiran = alleenheerser met onbeperkte macht in de Griekse stadstaten). Iedere gymnasiast wordt bewondering bijgebracht voor "de grote daden die zij hebben verricht". Die arme gymnasiast wordt ook systematisch bijgebracht de ogen te sluiten voor het menselijke leed dat daarvan deel uitmaakt. Dat stukje van onze bewondering voor de klassieke geschiedenis staat haaks op onze moderne --meer humane-- opvattingen, en niet iedere 'gymnasiast' kan dat verwerken. Ik herinner aan wat ik toentertijd in Chili schreef over 'beulen' die werden geïnterviewd. Het waren brave huisvaders, geen sadisten, die dachten daarmee een dienst aan de Staat en het Christendom te verrichten. Helemaal in de stijl van de Inquisitie!
Ik herinner ook aan een curieus interview met Pinochet vlak voor zijn vertrek naar Londen waar hij (onverwacht!) werd gearresteerd. Hij zei toen: "De geschiedenis leert dat het met tirannen altijd slecht afloopt". Die uitspraak werd toen nogal geciteerd op een opgelucht zie-je-wel-toontje.
Maar Pinochet had zich met alle middelen ervoor ingedekt, o.a. door levenslange politieke onschendbaarheid te 'organiseren' als senaatslid voor het leven. Nu hij dit kwijt is, heeft hij nog de grondwettelijke status van ex-president. Niet helemaal onschendbaar, maar wel met recht op een veertig man sterke lijfwacht. Hij heeft goed voor zijn oude dag gezorgd. Zonder blikken of blozen heeft deze oude gymnasiast gedurende zijn actieve leven de klassieke opvattingen over mensenrechten gehanteerd en nu past hij de moderne opzichzelf toe.
Maar misschien is het toch waar dat het 'altijd' slecht afloopt met tirannen. Laat ik het hopen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, donderdag 8 augustus 2002
Ghislaine kwam gisteren aan. Stralend stapte ze uit de trein. Ik maakte er twee foto's van. Daarna had ik wel wat anders te doen. Géén lange dagboekaantekeningen bijvoorbeeld!
Ik heb nog wèl de tijd genomen om vanmorgen die foto's in een album van FotoTime.com te zetten en wat te experimenteren met het zichtbaar maken van die albums voor anderen. Ik kan op deze pagina een verwijzing zetten naar individuele foto's of naar een heel album. Alle andere (privé)foto's blijven dan een gesloten boek. Daarvoor kan ik je een speciale 'sleutel' sturen. (Of de foto zelf natuurlijk, maar dat belast je mailbox veel meer)
Wèl kun je de foto's (en albums) zien die ik 'publiek' heb gemaakt. Dan moet je met mijn e-mail adres inloggen op www.fototime.com: Dan gaat de deur voor je open.
Foto's zoals die 'stralende aankomst' zie je dan niet. Dat gaat alleen als hier klikt voor
foto 1 en hier voor foto 2. Of als je het hele album (twee foto's) aanklikt.
Iedere foto of album heeft een eigen code. Hierboven staan ze verdekt opgesteld. Het zijn:
# foto 1: http://www.fototime.com/53CA20ADA023309/standard.jpg
# foto 2: http://www.fototime.com/0D056C0281DC70C/standard.jpg
# het hele album: http://www.fototime.com/inv/BC37F657AEB9F26
Zo werkt het. Leuk speelgoed. Voor mij erg practisch want ik kan het ook vanuit een willekeurig internetcafé bijhouden en als ik thuiskom, kan ik met een 'druk-op-de-knop' alles op mijn harde schijf krijgen. Ik begin het wat dóór te krijgen. Kun je het nog volgen? Werkt het bij jullie? Je moet wél 'on line' zijn. Anders lukt het niet.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, vrijdag 9 augustus 2002
Die stralende dag met Ghislaine gisteren eindigde met een vervelende ergernis die ik even moet melden. In het grote wereldgebeuren een zaak van niets, maar wel op zo'n dag.
Onder de douchebak kwam al een tijd water vandaan en dus ging ik op zoek: Douchedeuren demonteren en van de gelegenheid gebruik maken om die gezellig eens echt goed schoon te maken. Toen de douchebak loswrikken. Dat viel tegen: die was ruimschoots en degelijk vastgekit. Toen het eindelijk bijna klaar was, ontdekte ik dat het lek helemaal niet onder de douche zat. Dat ik de douchedeuren niet had hoeven demonteren, dat ik de bak niet had hoeven los te wrikken en dat de reparatie van de kant van de WC moest gebeuren.
--"Het lek is boven water", riep ik naar Ghislaine die wat in de tuin kluste, "maar die hele douche heb ik voor noppes losgemaakt"
Door de afstand hoorde zij mij niet.
--"Geluk bij een ongeluk", sprak ik mij bemoedigend-doch-tandenknarsend toe in afwachting van een troostend woord. Per slot --nòg een geluk-bij-een-ongeluk-- hoef ik het niet alleen te verwerken. En zo was het ook.
Happy ending aldus.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zaterdag 10 augustus 2002
Het lek van gisteren bleek een slecht gemonteerde pakking achter de warme kraan van de douche. Dat was vlug gerepareerd, maar er er kan nog lang niet gedouched worden. De douchedeuren moet weer worden gemonteerd, de oude kit moet goed worden weggehaald en alle naden moeten worden overgedaan. Ook aan de WC-kant heb ik e.e.a. overhoop gehaald om bij dat "ongeluk-in-een-klein-hoekje" te komen. Ik heb er niet veel zin in. Ik stel het uit. Eerst een thema wat mij al langer bezighoudt en waar ik nu wat kwaliteitsartikelen over heb gevonden. Daarmee wil ik deze vroege uurtjes van de Zaterdag mee vullen, vòòr ze worden gevuld met 'slafelijke arbeid'.
Het begon met een artikel in Le Monde dat zo begon:
"It is time to stop pretending that Europeans and Americans share a common view of the world, or even that they occupy the same world." Dat klonk goed. Voor een goede analyse van de steeds verder uiteenlopende opvattingen in Europa en de VS ga ik graag even zitten.
Het bleek een beknopte vertaling van een artikel van een in Europa wonende Amerikaans politiek-wetenschapper. Als snel vond ik het oorspronkelijke artikel in Policy Review: Power and Weakness van Robert Kagan. Mijn citaat is daaruit.
Het artikel is veel te lang om er zelf maar een samenvatting voor dit dagboek van maken, maar het is stap voor stap kwaliteit. Het begint met het opsommen van de vooroordelen en wrevels over en weer. De Amerikanen veel te agressief en rap met wapengeweld terwijl Europa bedachtzamer en diplomatieker is. 'Amerikanen zijn van Mars en de Europeanen zijn van Venus', parafraseert hij de titel van een bekend boek over man-vrouw relaties. Als die vooroordelen goed zijn geëtaleerd, begint de schrijver nuanceringen en tegenspraken op te sommen. Kernachtige observaties van de heel recente geschiedenis en meer academische historische analyses en feiten worden gebruikt om die vooroordelen nuanceren. Zo is de stelling dat het allemaal pas zo geworden is sinds de huidige Bush-regering, of sinds '11 sep' absoluut onwaar. Het kon niet langer worden verhuld en is in een stroomversnelling gekomen. Daarvoor draagt Kagan overtuigende feiten aan die 'iedereen' zich herinnert, herkent en 'oh ja natuurlijk' moet zeggen.
Een andere geconstrueerde tegenstelling is die van het 'volkskarakter'. Afgezien van de voordehandliggende nuancering dat er in beide volkeren een zeer breed spectrum van opvattingen heerst, spectra die elkaar in hoge mate overlappen, (ook daarop gaat het artikel in met heldere feiten), wijst Kagan er op dat --zeker tot de eerste wereldoorlog-- Europa (Duitsland, Engeland, Frankrijk en de anderen in hun kielzog) een zeer agressieve machtspolitiek volgden en juist Amerika pleitte voor onderhandeling en geduld.
Het artikel gaat uiteindelijk vooral in op macht en zwakte. De titel is dan ook Power and Weakness. De US reageren vanuit macht en Europa vanuit zwakte. Wat is het optimale gedrag? Wat is het meest effectieve gedrag? Op korte en langere termijn? Bestaat er een fase, waarin velen in Europa zich koesteren, die als "post-machtgedrag" kan worden beschreven? Niet uit zwakte, maar uit wijze ervaring --"wereldhegomonie is ook niet alles"--, grijpt Europa niet meer meteen naar de wapens. De Amerikanen zouden dan de jonge honden zijn die dat lesje nog niet hebben geleerd. Wéér zijn vooroordeel dat ontmanteld en genuanceerd wordt door Kagan. Heel boeiend. De URL van dit artikel is: http://www.policyreview.org/JUN02/kagan.html
Gisteren kwam Le Monde met wéér een artikel uit de Amerikaanse koker. Maar dit is veel meer voor eigen publiek geschreven. De titel van de Franse (ingekorte) vertaling luidt: "Pourquoi l'Amérique n'écoute-t-elle plus?", als 'vertaling' van het originele "Why Don't We Listen Anymore?".
Het begint met een citaat van een Maleisisch politicus: "Als het zo doorgaat in het binnenkort Amerika tegen de rest van de wereld". Daar draait het hele artikel om. Heel actueel en momentaan, in tegenstelling tot het artikel van Kagan (dan dan ook vijf keer zo lang is), gaat het uit van recente uitspraken van nadenkende diplomaten over het gedrag van de VS in de verschillende conflicten op de wereld. De URL van dit artikel is:
http://www.washingtonpost.com/
ac2/wp-dyn?pagename=article&node=&contentId=A31285-2002Jul6
De schrijver is Clyde Prestowitz.
Toen ik Washington Post opzocht en dat artikel uit het archief probeerde te halen, bleek dat ik daarvoor US$ 2.95 moest betalen. Zonder betalen kreeg ik alleen de titel en de eerste honderd woorden. Wat toen? Ik zette "why don't we listen anymore" (met aanhalingstekens) in www.google.com en ik had het meteen. En gratis!! Misschien dat het nòg beter werkt dan de gecompliceerde URL.
In het laatste nummer van Policy Review viel mij --in het voorbijgaan-- een artikel op met de ondertitel "War Without Clausewitz". Als oude Clausewitz freak kon het niet missen dat ik erbij stilstond. Het gaat na wat eigenlijk de beweegredenen zijn van de 'oorlog' die Al Qaeda de VS aandoet. Wij, de VS, trachten dat te begrijpen vanuit onze eigen perspectief op oorlog --Clausewitz and-all-that met "de oorlog is de voortzetting van de buitenlandse politiek met andere middelen" e.d. ratio's-- maar zij zien dat heel anders. Het is een meer academisch artikel dan dat van Prestowitz. Meer als dat van Kagan gaat het in op historisch onderzoek en moderne inzichten op het gebied van macht en machtspolitiek. Geen lichtvoetig artikel, maar wèl de moeite waard om eens voor te gaan zitten.
De schrijver is Lee Harris, de titel "Al Qaeda's Fantasy Ideology" en de URL is http://www.policyreview.org/AUG02/harris.html.
Alledrie de artikelen hebben bijgedragen aan het verrijken mijn inzicht in de 'wereld van vandaag' omdat ze afstand nemen van het kruitdamp van de dagelijkse kranteberichten en van de 'korte-termijnbeschouwers' zonder een complete cursus 'hogere politicologie' te worden.
PS
Dagboek 26, dat van Juli, is klaar.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zondag 11 augustus 2002
De Zaterdagbijlage van Le Monde is een Televisiegids, waar ik als zodanig geen gebruik van maak. Het bevat echter altijd een interview met een kritische 'media-kenner', en sommige van de commentaren op het Radio-&-TV-gebeuren zijn ook vaak de moeite waard.
Vandaag trof ik er een hoopvol bericht in aan over een kleinschaligheidsgebeuren dat --ondanks strukturele tegenslagen-- toch succes heeft. Het gaat om een klein onafhankelijk (digitaal) televisiestation van en voor de Berbers. Daarvan wonen er nogal wat in Frankrijk en --logisch!-- ook in Algerije. Verder zijn er nogal wat 'diaspora' in de wereld waar ze na de koloniale tijd terecht zijn gekomen. Ze zenden uit vanuit Parijs. Daar staan ze op de kabel en verder per satelliet. Slechts vier uur per dag zijn ze met een abonnement en codekaart te zien.
Opgericht in Januari 2000 werden ze al snel populair in eigen kring, maar ook --sinds tien maanden-- het slachtoffer van een handel in 'piraat-codekaarten'. Dat is de dood voor zo'n onderneming en menig goed (kleinschalig) initiatief is er al door gesneuveld. Maar niet de BRTV (Toen ik de kop las, dacht ik: "Hè, Belgische Radio en TV")
Wat hebben ze gedaan? In November 2001, toen sluiting wegens gebrek aan inkomen dreigde, lukte het hun om 120 abonné's in een zaaltje in Parijs bijeen te krijgen.
"Geen sprake van sluiting!", riep dat groepje verontwaardigd, "daar moeten we wat aan doen", en de richten een vereniging op om aan 'opvoeding in eigen kring' te doen. Om uit te leggen hoe zo'n TV zakelijk en technisch werkt en wat er nodig is om creatief en onafhankelijk te blijven. Hoe piraterij de vrije menigsuiting en de creativiteit doodt. Hoe piraterij de Mafia in de kaart speelt en de democratie benadeelt. Aan beide kanten van de Middellandse zee (en zelfs in 'diaspora' in Nederland en Canada) werden door enthousiaste verenigingsleden dergelijke 'pedagogische' bijeenkomsten gehouden. Om de handel een finale klap toe te dienen hebben ze de riskante beslissing genomen uit te zenden 'in heldere taal'. Hun boodschap is nu:
--"Kijk gratis, maar als je een 'goede burger' bent (si vous êtes civiques), dan koop je een abonnement"
Resultaat?
Ze hebben 2500 abonnementen verkocht. Ze kunnen weer een jaar vooruit met dit wereldwijd kwaliteitzendertje voor eigen kring.
Voor mij is het ook een (hoopvol) bewijs dat 'marketing' niet alleen bestaat uit een dik advertentiebudget uitstralen over indolent publiek dat gemelijk op zijn luie kont zittend op de allergoedkoopste wijze zijn vermaak zoekt op een markt van anonieme aanbieders. Het is een 'organisme' waar dit 'businessschoolmechanisme' niet werkt. De volgende hindernis komt als dat groepje succes heeft en het nòg beter wil doen en er bv sponsors bijhaalt. Als de de leiding contact verliest met zijn achterban, of zelfs maar als er sprake gaat komen van 'de' leiding en 'de' achterban. Dan moeten ze weer terug naar het fatate 'businessschoolmechanisme'.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, maandag 12 augustus 2002
In de Zaterdagbijlage waar ik het gisteren over had, stond ook een interview met nieuwe de minister van onderwijs, Luc Ferry. 'Een van de verrassingen van de regering van Raffarin', wordt alom beweerd. Na de verrassing van de regering Jospin met de zeer creatieve Claude Allègre, die mislukte omdat hij al te creatief was, en zelfs de vooruitstrevende leraren verenigingen tegen zich in het harnas joeg, waardoor hij voortijdig moest aftreden, is er toch een frisse wind op het ministerie van de Éducation Nationale gaan waaien.
Luc Ferry is geen onderwijstechneut/ -theoreticus, en ook is hij niet 'links' of 'rechts'. Hij is 'gewoon' een goed docent filosofie en politieke wetenschappen. Dat is zijn lust en leven. Hij heeft nogal wat gepubliceerd. O.a. over te tegenstelling tussen het beeld en de taal, "entre l'écran et l'écrit". Hij is niet bang om voor TV op te treden met moeilijke --uitdagende-- programma's. Over filosofie bijvoorbeeld. Hij wordt ondervraagd over zijn houding t.o.v. het medium TV.
Voor hij minister werd, keek hij nogal wat TV, maar nu heeft hij er --'helaas', zegt hij-- een paar jaar geen tijd voor. Natuurlijk is hij voor gebruik van TV voor onderwijs in brede zin, maar 'de' oplossing is nog lang niet gevonden. De tegenstelling tussen de beeldtaal en de woordtaal, waar hij veel ervaring mee kreeg toen hij meewerkte aan programma's over filosofie, is nog lang niet intelligent, creatief en helder overbrugd. Maar er zijn enkele prachtige voorbeelden van succes. Dat geeft hoop.
De verschillende 'wapenfeiten' van de TV passeren de revue: "Wat vindt hij van (de franse) Big Brother?" Hij herinnert zich een gesprekje tussen twee meiden in de badkamer. Ze zijn het erover eens dat een van de knullen 'zo lekker omhelzen kan en vrijen'. Dat zegt hij: "Kijk, op die manier wordt het een soort "éducation amoureuse diffusé en direct". Ik ben ervan overtuigd dat dit voor veel jonge mensen info van de eerste orde is . . ."
En hij komt met een prachtige metafoor over de missie van zo'n publieke instelling als de TV: Het is als een visser die met een dunne lijn de grootst mogelijke vis wil vangen. In TV termen betekent het dat je zover mogelijk moet gaan in 'moeilijke' gebieden, maar zonder dat het lijntje breekt. M.a.w. zonder (het) publiek te verliezen.
Het is een minister om in de gaten te houden. Op TV zul je hem niet te vaak zien: "Ik heb geen moeite met optreden voor TV, maar ik weiger te verschijnen voor het beantwoorden van knullige vragen alleen maar om mijn gezicht te laten zien. Als ik wat heb te vertellen, of uit te leggen, zul je me zien".
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, dinsdag 13 augustus 2002
Gearmd wuifden Ghislaine en ik Paul en Hetty uit tot ze om de hoek bij het pleintje met de drie pijnbomem verdwenen. Het was een tegenbezoek. Ze hadden er anderhalf uur over gedaan. Ik had speciaal een routebeschrijving gemaakt en verkend, want die afrit van de Languedocienne nemen we zelf nooit. Wij waren in Prades op bezoek een paar weken geleden. 'Om veertig jaar bij te praten', had Paul het toen genoemd.
De reunie van Virgiel, het vorig jaar, was de aanleiding. We hadden elkaar daar niet getroffen door mijn schromelijke misschatting, zodat ik mij dat weekend op La Gomera zat te verbijten. Paul had al snel geschreven nadat hij in dit dagboek van mijn regelmatig verblijf in Cessenon had gelezen: "Prades en Cessenon liggen dicht bij elkaar" Sindsdien zijn er nogal wat mailtjes heen-en-weer gegaan met op de tweede regel:
"Sub: RE:Prades en Cessenon liggen dicht bij elkaar", maar de thema's waaierden verder uit.
Ik reis over twee weken door naar La Gomera. Paul & Hetty gaan half September terug naar NL. "Tot het volgend jaar hadden we gezegd". We hadden veertig jaar bijgepraat en herinneringen opgehaald uit de tien jaar daarvòòr, als student en als jong gezinnetje. Vòòr we elkaar uit het oog hadden verloren. We hadden nieteens uitdrukkelijk gememoreerd dat het binnenkort precies 50 jaar geleden is dat we elkaar voor het eerst zagen. Natuurlijk op Alcuin, in de groentijd van 1952. Heel oude solidariteitsgevoelens van toen we onze onzekerheid over onze tweede leeftijd deelden. Met diezelfde gevoelens deelden we onze onzekerheden over onze derde leeftijd. De draad is weer opgenomen.
Dat dacht ik toen ik --gearmd met Ghislaine-- Paul en Hetty uitwuifde tot ze de hoek omgingen bij het pleintje met de drie pijnbomen.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, woensdag 14 augustus 2002
We hebben vandaag een lange luierdag op de camping bij St Pons de Thomières gehad. Peter, Rinske en de kleinkinderen Lisa en Dorien, waren gisteren aangekomen. Gelukkig met de warmte en de algemene verbetering van het weer, maar nog wat onwennig op die prachtige plek. De eerste week van hun vakantie hadden ze in de Vogezen doorgebracht. Vol lof over de camping, maar dat had de kou en de regen niet helemaal gecompenseerd.
--"Eigenlijk ben ik niet zo'n slechtweerkampeerder", gaf Rinske volmondig toe.
De kinderen liepen nog wat zoekend rond. Probeerden het zwembad en misten hun vriendinnetjes van de vorige camping.
Tussen de bijpraatgesprekken door hielp ik de kinderen met het maken van twee bamboefluitjes met het veelzijdige Swiss Army Knife van Peter, en piepte er even uit voor een siësta in de slaaptent.
Toen Peter later het vuur aanmaakte voor de barbecue, voelden we ons weer allemaal thuis. Dat was het vertrouwde vakantieritueel. We zijn weer bij elkaar voor de jaarlijkse familie-reunie.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, donderdag 15 augustus 2002, vertrekdag Ghislaine
Het is nog vroeg in de morgen. Ghislaine slaapt nog. Dadelijk ga ik mijn dagelijkse wandeling maken en ik kom terug via het dorp met een croissant. Dan maak ik haar wakker. Er is tijd genoeg voor de laatste reisvoorbereidingen, voor de laatste afscheidsgebaren. De trein gaat pas om 1352 uit Béziers.
Dat wordt de dag van vandaag.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, vrijdag 16 augustus 2002
Ik heb vanmorgen géén wandeling gemaakt. Helemaal volgens 'plan'. Ik heb vier dagen achter elkaar een pittige wandeling van drie uur gemaakt. En nu is er een rustdag --of twee-- want mijn 'trainingsschema' is nogal flexibel. Binnenkort maak ik weer een 30-kilometerwandeling. Dat moet ik wat opbouwen. Vier dagen achter elkaar drie uur is buitengewoon. Ik heb nu ook spierpijn. Normaal maak ik twee uur en maar een paar keer per week drie; en géén spierpijn. Dit blijkt dus een grens te zijn. Ik ben knap (wandel)moe. Ik ga vandaag wat 'diverse kleine klussen' doen naargelang ze mij invallen en naargelang ik er zin in heb. Ik heb geen zin mij te verbinden aan 'grote klus'. Het is rustdag vandaag.
Bovendien ga ik een aanloop nemen met afronden, inpakken & wegwezen. Mijn vlieg- & treintickets zijn gekocht. Maandag 2 September vlieg ik van Barcelona naar Tenerife. Ik ben er op tijd voor de boot naar La Gomera van dezelfde dag. Vrijdag 30 Augustus ga ik met de Talgo naar Barcelona. Ik moet nog een hotel regelen. Ik wil weer eens lekker in Barcelona rondneuzen. Het is wordt een afkikkertje van mijn Franse maanden en een opkikkertje voor mijn Spaanse.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zaterdag 17 augustus 2002
Ik neem vandaag nòg een (wandel)rustdag en voor de spierpijn doe ik alleen wat rek- & strekoefeningen. Die oefeningen had ik schromelijk verwaarloosd de laatste weken. Misschien dat ik daarom opeens spier- en rugpijn kreeg. Gisteren kwamen Peter, Rinske en de kinderen op bezoek. Binnen het kleine-klussenplan van gisteren had ik eindelijk wat gedaan aan de tuinslangen waardoor je met meer slangen tegelijk kon spuiten. Dat vonden de twee meiden prachtig en begonnen een waterstraalduel. Toen dat onbeslist eindigde, gingen ze samen --heel zusterlijk-- de auto van Peter wassen. Als stadskinderen uit een smalle stadsstraat --merkte Rinske op-- hadden ze nog nooit een auto zo weelderig zien afspuiten. Zo'n voorbeeld hadden ze kennelijk niet nodig. Ik heb er
een paar leuke foto's van gemaakt. De tuin wist wel raad met die extra portie water.
Vóór ze aan het waterduel begonnen had ik ze een appeltaart laten maken. Dat hoort --naast fluitjes snijden-- tot het 'opa verwachtingspatroon'. Het werd per saldo een appelmoestaart, (want daar heb ik potten vol van staan) versierd met schijfjes perzik en pruim. Toen die in de oven ging, moesten er nieuwe akties verzonnen worden voor deze potentiële --en feitelijke-- AD(H)D-kindertjes.
Nou ja, het zit in de familie. We kennen het verschijnsel.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zondag 18 augustus 2002
Straks ga ik naar de camping van Peter bij St Pons. Peter zal barbecue-en en voor de wijn zorgen. Ik voor de rest. Ik heb klaargezet rijst met saffraan, gestoofde prei en ui, koude ratatouille en een frisse salade. Om vijf uur zal Lisa paardrijden om te laten zien wat ze kan. Daar hangt van af of ze met het groepje meemag op een buitenrit.
Intussen is er een bestuursprobleem hier in de streek met betrekking tot de Orb. Die was ontzettend vervuild en de schuld werd aan Béziers gegeven. Het was inderdaad een vieze riool aan de andere kant van Béziers tot aan het strand. Het strand was al aan het vervuilen. Iedereen klaagde, maar daden bleven uit.
Het lag aan het beheerssysteem. Frankrijk kent niet een Waterstaat en Waterschappen zoals in Nederland (vaak ook een 'staat binnen de staat' genoemd wegens [te] verregaande bevoegdheden). Het water is in NL per definitie niet van particulieren.
Dat is anders in Frankrijk. Daar hebben de eigenaars van terreinen grenzend aan rivieren en meren het bezit tot aan het midden en zijn tot onderhoud verplicht. Lang ging dat goed, maar geleidelijk aan is daar de klad in gekomen. (Lang leve de privatisering van gemeenschappelijke goederen!!). De klagers, waaronder de overheden zelf, konden de overheid niet tot actie en initiatief aanzetten. Daarvoor moesten de belanghebbenden (met de eigenaars iha in de contramine) een officiële vereniging oprichten die allereerst op een DIG moet aansturen.
Wat is een DIG?
Het staat voor Déclaration d'Intérêt Général. Pas dan kan de overheid poolshoogte gaan nemen, fondsen reserveren en plannen maken. Zo'n DIG gaat per traject en per deelprobleem. Dat dossier moet vervolgens aan een soort referendum (enquête publique) worden onderworpen. Dat kost veel tijd en veel 'politiek'.
Toen konden ze aan de slag. Allereerst met een mathematisch model van wat er allemaal bij komt kijken in een totale samenhang. De partijen gaven elkaar de schuld, en door de ingewikkelde samenhangen kwamen ze daar nooit uit, cq konden hun straatje altijd schoonvegen. Vooral de vervuiling door de riolen van Béziers kon lang worden ontkend. Ook de werking van diverse (gemeentelijke) waterzuiveringsinstallaties kon worden getoetst en aan de kaak worden gesteld.
Geleidelijk-aan komen de budgetten van de diverse gemeentes los. Met een nieuwe dam wordt het waterpeil geregeld (voorzover er water is in droge jaren!!). Een ander autoriteit zonder bevoegheden om in te grijpen --ze mogen alleen meten-- heet S.E.Q-Eau (Système d'Évaluation de la Qualité des eaux) had de monding van de Orb al jaren eerder gekwalificeerd in de allerslechtste klasse: "Rouge", très mauvaise qualité. Nu zijn ze via "Orange", mauvaise qualité en "Jaune", qualité passable gepromoveerd tot"Vert", bonne qualité.
En nu hebben ze een rondreizende tentoonstelling. Daar ging het persbericht over. Nu ze naar "Vert" zijn gepromoveerd durven ze ermee voor de dag te komen. Daarvòòr hoorde je er nooit van. Er waren alleen mooie foto's van die mooie Orb voor de toeristen. Over de slechte strandclassificatie (wéér een ander autoriteit die altijd op TV komt) hoorde je de autoriteiten nooit.
Iedereen is blij en heeft het glas geheven bij de eerste plek van die reizende tentoonstelling in Thézan-les-Béziers. Nu op naar de hoogste klasse!! Er is nog "Bleu" te behalen: "Très bonne qualité"
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, maandag 19 augustus 2002
Vanmorgen heb ik vier uur gelopen. Voor de tweede keer. Gisteren ook. Ik wil dat morgen en overmorgen ook doen. Eens zien of ik dat haal. Een soort vierdaagse. Na de training van vier-keer-drie-uur de vorige week, zou vier-keer-vier moeten kunnen. Als route had ik binnendoor naar Roquebrun gekozen. Die weg kende ik tot halfweg. De rest is inderdaad ook zeer de moeite waard.
Gisteren vertrok ik 0620, vanmorgen 0530. Het was nog goed donker. Na een kwartiertje passeerde ik de laatste straatlantaarn en nog tien minuten later was ik aan de andere kant van een 'col' waardoor ook het schijnsel van de gezamelijke Cessenon'se straatverlichting niet meer stoorde. Het duurde even tot het wende, maar per slot zag ik nog heel wat. Een paar (jonge) wilde zwijnen maakten zich in het donker uit de voeten. Gisteren had ik een veel groter beest gezien, maar toen was het al vrij licht. De wijnboeren klagen over de schade door de sangliers. Ze vernielen de wijnoogst, heet het. Nu hebben ze enkele extra afschietvergunningen gekregen. Maar het is wat hypocriet. In de herfst wordt er onderhandeld over het aantal af te schieten wilde zwijnen. In Cessenon gaat het dan om 200 of meer!! De jagersclub neemt het op zich. Maar de jagersclub --vooral bestaande uit wijnboeren(!)-- laat het geleidelijk afweten zodat het quotum lang niet altijd wordt gehaald. Dat bedelen voor extra afschiet- en jachtvergunning (buiten het seizoen!!) heeft nog een andere oorzaak. Vanaf 1 Augustus is het niet meer zo druk in de wijngaard. Het wachten is op de oogst. Het vorig jaar was die heel vroeg. Nu zal het wat langer duren. De boeren vervelen zich wat, constateren wat schade, en 'hup', het jachtinstinct komt weer boven. De 15e, Maria Hemelvaart, een vrije dag hier, zag ik wat drijvers en jagers ongeveer op de plek waar ik gisteren dat grote beest zag.
Maar goed, vanmorgen liep ik heen en terug naar Roquebrun. Precies 24 km. Ik was om half tien thuis. Toen heb ik gerust met mijn rug op een lekker warm electrisch dekentje. Dat deed mijn rug heel goed. Morgen zal het blijken. Onderweg heb ik heel zorgvuldig op mijn houding gelet. Per slot ben ik een zeer ervaren 'rugklachtig' mens. Ik weet precies wat ik doen moet, maar ik verslons het wel eens.
Toen ben ik vol nieuwe energie aan het werk gegaan met allerlei dingen die ik nog af wil hebben voor ik de volgende week Vrijdag vertrek. De Talgo naar Barcelona is in orde. Het vliegtuig op Maandag 2 September was al in orde. De hotelreservering was iets moeilijker, maar bij het vierde adres dat ik probeerde uit mijn eigen lijstje in het dagboek van 9 Augustus 2001, was het raak. Ik wilde niet meer in Los Cuatro Naciones want daar heb je teveel kans op een lawaaige kamers. Ik zit nu in het mooie Hotel Ópera in het rustige straatje naast Liceu, maar helaas niet in het allermooiste van deze Carrer Sant Pau: het juweeltje van La Modernisma Hotel España.
En vanmorgen lukte het ook om 'mijn' flatje voor de komende maanden weer te huren in San Sebastián de La Gomera. In Mei was er geen vrij, en het vorig jaar was het ook behelpen geweest. Ik heb nog even gebabbeld met Señora Ernestina, de rechterhand/ secretaresse van de eigenaresse. Het heeft kennelijk geholpen dat ik haar tussentijds een paar keer heb gebeld en haar af en toe een mailtje stuurde met mijn wederwaardigheden. Heel tevreden bereid ik mij nu verder voor op het vertrek.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, dinsdag 20 augustus 2002
Ik heb vanmorgen weer vier uur gelopen. Ik voel mij niet te moe voor morgen. Maar dan wil ik wel weer een rustdag.
De route van vanmorgen was saaier dan ik dacht: via Murviel naar Causse et Veyran. Morgen heb ik een leuke op het oog, maar dat kon wel eens vijf uur worden. Ik zal het nog nameten op de kaart voor ik er aan begin.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, woensdag 21 augustus 2002
Ik heb vanmorgen niet gelopen. Het was niet vanwege mijn conditie (of misschien toch wel) maar omdat Peter morgen in Olargues op bezoek gaat bij mijn broer. Dat is een uitgelezen gelegenheid om naar Olargues te lopen. Peter zet mij daarna thuis af. En om vandaag èn morgen zo'n dertig km te lopen . . . Dus het is toch een beetje 'conditie'. Een èchte 4x4 vierdaagse is het niet. De volgende week misschien.
A propos, de route die ik voor vandaag op het oog had zou volgens mijn meting op de kaart 26 km zijn. Vier-en-een-half uur dus.
Maar deze onverwachte 'vrije ochtend' stelt mij in staat de fascinerende artikelen samen te vatten waar ik mij de laatste dagen over gebogen heb. Het begon met een artikel in Le Monde diplomatique van Augustus 2002. Titel: "Capitalisme du Mensonge". Ondertitel: 'Patrons fraudeurs et tueurs fous'.
Het vergelijkt het gedrag van de (opeens) failliete topfiguren van de neo-kapitalistische cult met dat van de goeroes van zelfmoordsectes met het recept: Je verzamelt een groep lichtgelovigen om je heen en stort je samen met hen in de afgrond.
'Leuke gedachtensprong', dacht ik, 'het zal wel weer een van die 'zondagachternamiddaginvallen' zijn van een journalist die om een onderwerp verlegen zit'. Het begint met de bankiers, die in 1929 uit het raam sprongen in Wallstreet in herinnering te roepen. Dat was ook een weinig overtuigende gemeenplaats. Maar dan komen meer en meer feitelijkheden die mijn hypothese aantastten dat het om een goede greep van een oppervlakkige journalist ging. (Zelfs Le Monde diplomatique staat bij mij niet bij voorbaat boven verdenking.)
Kortom, ik ging op zoek: "Wie is Denis Duclos", want het artikel werd steeds interessanter.
Het blijkt een gerenommeerd socioloog te zijn die zich heeft beziggehouden met massa-psychoses. Met name heeft hij nogal wat gepubliceerd over zelfmoordsectes en verwante massa psychoses waaronder hij ook rekent een soldaat die zijn maten opeens in de cantine begint dood te schieten in de hoop dat ze hem zullen doodschieten. Er zijn verschillende voorbeelden en het gaat altijd om een individu die zijn naasten (club, klas, werkplek) om het leven brengt en het daarna erop aanlegt ook doodgemaakt te worden.
Duclos heeft zich ook vragen gesteld over de gewelddadigheid van de Amerikaanse cultuur en volgens VS commentaar heeft hij daarmee interessante bijdragen geleverd aan het (VS) onderzoek; een hele eer voor een buitenlander in dat zelfgenoegzame wereldje, maar het compliment komt van een Canadees.
Zie http://www.arts.ualberta.ca/cjscopy/reviews/werewolf.html
Dit Engelse tekstje laat de kern van zijn betoog goed zien. Duclos zoekt het in een (op zich gezonde) spanning tussen het individu en zijn (sociale) omgeving. Het Amerikaanse geweldsgedrag gaat volgens Duclos terug op Noorse mythen waarin de weerwolf --en iha de van de maatschappij uitgestotene-- een rol spelen. Die externe bedreiging vormt de basis van de hechtheid van de groep. De 'Goede groep' ahw tegenover de 'Kwade groep' als gelijkwaardige partners. Dat is typisch voor het oud-germaanse (cq vòòrchristelijk, cq europees paganistisch) denken. 'Latijnen' kennen dat niet omdat zij anders met misdaad en misdadigers omgaan. Daar komt het gezag van een 'autoriteit', niet van de groep als zodanig. Daar is Het Kwaad ondergeschikt aan het Het Goede.
Een van de grootste ketterijen in de Westerse (Latijnse) wereld waren dan ook de Catharen waarvan de meest bedreigende stelling was dat Het Kwade --weliswaar tegengesteld maar-- gelijkwaardig was aan Het Goede. Dat spitste zich toentertijd toe op de vraag van de Inquisiteurs: "Is Lucifer een gevallen engel?". Die vraag moest met 'ja' worden beantwoord. Dan was het katholieke mono-theisme weer gered. In het andere geval moest 'onze' God de suprematie over 'alles' delen met een ander. Dat tastte God's 'almacht' aan. Kortom, daar was een heel andere maatschappijvorm.
In wat ik van --en over-- Duclos heb gelezen, wordt deze ketterij niet aangehaald, maar het sluit wel naadloos aan bij mijn stelling/hypothese dat het noord-europese denken op een aantal punten diepgaand verschilt van het zuid-europese. Noord-europese waarnemers hebben dat wel bevestigd, maar dit is de eerste keer dat een 'latijn' (en Duclos spreekt over 'ons' in dit verband) dat verschil ook heeft opgemerkt.
Nu terug naar het artikel in Le Monde diplomatique; daar was het om begonnen. Duclos komt dus met goede papieren als hij stelt dat onze fascinatie met het hyper-kapitalisme suicidale trekken heeft. Waarom laten we anders toe dat enkele financiële topspelers ons wijsmaken dat er 'rijkdom' voor iedereen is weggelegd terwijl de arbeiders en de gesalariëerden alleen maar 'inleveren'. Dat we industriële en culturele rijkdommen aan vernietiging prijsgeven en dat 'het financiële' niet alleen in het economische domein blijft maar de bestuurlijke organen overneemt.
Het is een soort blufpoker (in het frans poker menteur, vandaar de titel) waar we applaudiserend bijstaan ook al moeten we morgen 'bezuinigen en harder werken'. Het is sado-masochistisch. Het is het atavistische 'potlatch': "Wat? Jij steekt een briefje van 1000 in de brand? Ik steek er tien in de brand!!"
De rationaliteit van dit gedrag --dit collectieve massagedrag-- is alleen begrijpelijk als wij uitgaan van het suicidaal mechanisme dat we (en Duclos in het bijzonder) kennen van zelfmoordsectes, seriemoordenaars en andere 'berserk' situaties.
Duclos noemt voorbeelden, maar 'de werkelijkheid overtreft de fictie' schrijft hij als je naar het gedrag van Vivendi en Messier kijkt. Hoe konden ze het in hun hoofd halen om de zeer solide 'Générale des eaux', vlaggeschip van de Franse zachte technologie, en Canal+, mecenas van de europese filmindustrie, uit te hollen en te verpatsen om dubieuse investeringen te doen in Amerikaanse media? En wij, de omstaanders, maar juichen!
Hoe kunnen we anders 'normaal' vinden dat een 'goed' bedrijf wordt opgekocht, ontdaan wordt van zijn reserves en --met wat leugentjes en 'window dressing'-- met winst wordt verkocht om bij de alleerste economische hobbel voorgoed verloren te gaan. Natuurlijk, er zijn ingeslapen bedrijven die moeten worden wakkergeschud, maar de persistentie van de 'bevrijders', en het spoor van vernielingen die ze achterlaten, zouden ons moeten doen twijfelen aan hun pokerface dat zegt: "Het is om de bestwil van het bedrijf". Roven, plunderen, moorden desnoods, tot ze door de mand vallen. Want om dat laatste is het begonnen: Zelfvernietiging, maar wel in het volle schijnsel van de publiciteit en . . . één met De Groep, één met Het Universele, de ultieme vereniging van het Ik met De Anderen.
Het is boeiend om deze (bekende) verschijnselen eens te beleven vanuit een antropologische optiek, en met een goed oog voor de werkelijke mythen van de mensheid die nu nog even hard spelen als in de 'primitieve' pre-historie en in de goden- en heldenverhalen.
Helaas --voor de meeste van mijn lezers-- zijn alle andere bronnen (voorlopig) in het Frans. Het artikel uit Le Monde diplomatique is helaas niet op de Web. Het komt later ook in de buitenlandse edities van Le Monde diplomatique, maar ze zijn er nogal zuinig met hun artikelen zodat het ook niet op de Web zal komen in de andere talen.
Voor wie meer wil lezen noem ik nog de bibliografie van Duclos:
http://www.u-picardie.fr/~LaboPPS/Site/Bibliographie/Duclos98.htm
Vervolgens is er een samenvatting /bespreking van zijn boek: "Le complexe du loup-garou, la fascination de la violence dans la culture américaine". [loup-garou=weerwolf] op:
http://perso.club-internet.fr/rernould/IMAGINAIRE/DuclLG.html
In een E-zine artikel gaat Duclos in op de Fascination de la narcose sociale om op die manier onze eigen positie te analyseren: Wie of wat zijn de zelfmoordgoeroes die onze maatschappij als geheel bedreigen. Dat gebeurt niet op een predikend onheilstoontje, maar met het heel nuchter exposeren van feiten en waarnemingen. Daardoor voel je je weer 'buitenstaander'. Althans even!! 'Zij' worden meegesleurd, niet 'wij', 'wij',de nuchtere nadenkende mensen. Ja, ja.
Dat kun je lezen op: http://www.tribunes.com/tribune/alliage/40/duclos_40.htm
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, donderdag 22 augustus 2002
Ik heb de tocht naar Olargues volbracht! Het was een zware tocht omdat het regende boven de 400m grens. Van de geplande pauze van een half uur kwam niets. Het werd dus "non-stop". Ik was een stuk minder uitgeput dan na de tocht van 16 Juni.
Ik heb de passeertijden in het oude tabelletje gezet. Héél interessant! Ik vertrok om 0733 en arriveerde 1215. Ik deed er 4h 42min over: 18 min minder dan de 5h 00min van 16 Juni. Tot aan La Mausse waren de passeertijden exact hetzelfde. Voor daarna rekende ik op wat achterblijven op de tijden van de vorige keer omdat ik (a) geen grote rust zou nemen in La Mausse zoals de vorige keer en (b) omdat dan de twee trajecten zouden komen met de grootste klim.
Maar . . . Kijk, kijk!! Ik ga vóórlopen op de oude tijden: Drie resp. vijf minuten op de twee klimtrajecten. Dan komen het vrij lange vlakke stuk over de graat en tenslotte de afdalingstrajecten. Daar loop ik nog eens tien minuten in.
Conclusie?
Ik heb gewoon een veel betere conditie dan twee maanden geleden. In de aanlooptrajecten merkte ik het niet; pas bij de klimtrajecten en in het vierde en vijfde uur bleek het.
In Olargues was het goed weer en Jan gidste ons langs de opgravingen bij de toren. Hij houdt de ontwikkelingen goed bij. Hij woont er pal naast. We zagen de laag van de Griekse zeevaarders die er een vestiging hadden. Toen kwamen de Romeinen; die hadden een vesting. Er is deze zomer hard aan gewerkt door een groep vrijwilligers uit allerlei landen. Meestal studenten archeologie. Een van de vrouwelijke studenten, waar Jan veel contact mee had gehad, promoveerde op de Griekse fase. Daarom --en om het familietrekje 'niet aflatende nieuwsgierigheid'-- was Jan heel goed op de hoogte en hoefde we zelfs geen vragen te stellen. Ik heb er een fotoalbum van gemaakt.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, vrijdag 23 augustus 2002
Het was een 'trivialiteitendag' vandaag; althans op het eerste gezicht. Ik rommelde maar wat aan. Ik ben toe aan "opruimen & wegwezen", maar ik heb er de slag nog niet van te pakken. Ik pak dingen in mijn hand, leg ze opzij --of op andere stapeltjes-- en neem geen beslissing over weggooien, opruimen in het huis of reserveren voor het 15kg koffertje; dus voor het laatste moment.
Een heel rationeel argument voor dat onproduktieve 'nog-niet-definitief-opruimen-gedrag' was dat morgen Peter, Rinske en de kinderen nog zouden komen. Voor het laatst. Zondag rijden ze naar NL. 'Daarna ga ik pas ècht opruimen', zei ik dan tegen mezelf.
Dat 'running-in-a-circle-gedrag' werd verstoord door een onruststoker in de vorm van een koopman die vertelde van termieten die in onze buurt een paar huizen hadden aangetast. Hij kon ons een "chemische verdedigingslinie" verkopen. Termieten zijn als bijen of mieren en zijn altijd op zoek naar voedsel voor de koningin die ergens ver onder de grond zit. Als de aangetaste huizen van zo'n chemische gordel worden voorzien, gaan de termieten andere jachtvelden zoeken. Dus, voor 5000 Euro, hebben wij ook zo'n chemische gordel.
Is dat bangmakerij? Is het echt? De mairie, waar Ghislaine de vorige week nog is geweest voor informatie over deze marketing aktie, worden de schouders opgehaald: 'Er zijn al jarenlang termieten geconstateeerd. Waarom nu opeens?'
Is dit het terecht onderdrukken van overbodige bangmakerij? Of is het angst dat de huizenprijzen dalen. Die stijgen nèt zo lekker tot grote vreugde van de lokale bezitters die hopen vette prijzen te maken door verkoop aan buitenlanders? Dat laatste is niet onwaarschijnlijk omdat ze ook duidelijk laks zijn met het toepassen van recente wetten over registratie van het voorkomen van termieten.
De buren zijn verdeeld in twee kampen: "Niks-aan-de-hand!!" en "Aktie nu!!" A.s. Dinsdag heb ik een afspraak met een makelaar. Misschien dat die een meer objectieve kijk heeft. Het is sinds enkele maanden een wettelijke verplichting dat bij de verkoop van een huis een recente verklaring van niet-besmetting moet worden overlegd: Voor termieten, olievervuilingen, asbest e.d. Maar die maatregel is niet geliefd: 'Je moet geen slapende honden wakker maken'.
Zodoende kwam er toch onrust in deze rustig voortkabbelende 'trivialiteitendag'. Maar misschien is dat van die termieten ook een trivialiteit. Of is dit de laatste kans om voor 5000 Euro een groot onheil in de toekomst af te kopen?
Om die gedachten van mij af te zetten heb ik mij maar geconcentreerd op een brief die ik al langer wilde schrijven aan een jeugdvriend uit Venlo die ik na 1947 uit het oog ben verloren. Hij is missionaris geworden in Nieuw Guinea (dat wist ik nog vagelijk) en is nu 'Chaplain' bij een NLse gemeenschap in Australië (dat was het 'nieuwe' bericht). Dat is gelukt. Ik heb mij niet alleen verdiept in mijn herinneringen waarvan ik hoop dat ze gemeenschappelijk zijn, maar vooral ook op het 'waarom' van mijn behoefte om kontakt op te nemen. Ik kom daar nog wel eens op terug. Het ligt in de lijn van de reflectie die ik had na het bezoek van Paul & Hetty kortgeleden.
Niks 'trivialiteitendag' dus per saldo. Die 'waaroms' leiden tot wezenlijke vragen over eenzaamheidsbestrijding cq existentiebevestiging. Dat de verpakking soms wat oppervlakkig lijkt --of triviaal(!)-- bewijst alleen maar hoe onzegbaar de meest belangrijke zaken van het heden zijn.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zaterdag 24 augustus 2002
De reis naar La Gomera is nog maar nèt geregeld, of twee andere reizen staan op de rol. Ghislaine zou dit jaar niet rond Kerstmis --vòòr mijn winterreis naar het Zuidelijk Halfrond-- in La Gomera op bezoek komen. We spraken de vorige week af dat we samen een weekje 'iets anders leuks' zouden doen. Het werd een weekje Rome. De datum ligt nu ook vast: 16-23 December. Ghislaine heeft haar vlucht al geboekt vanaf Brussel. Ik ga nu bellen voor een vlucht vanaf Tenerife. Ook voor een hotel heb ik al het Internet geïnspecteerd. Er is nog vanalles, maar ik heb nog geen beslissing genomen. Ghislaine heeft mogelijk nog een claim via haar RCI appartement voor een appartement in Rome. Dat zou nòg leuker zijn.
De andere reis die op de rol staat is het retourtje NL-Gomera in de laatste week van September. Dat begon met de datum van vrijdag 27 september, een leuke reunie in Delft met de jaarcommissarissen (Ik ben dat voor het jaar 1952 samen met Hans van Lonkhuijzen). Ik had daaromheen enkele andere --leuke en noodzakelijke-- NLse afspraken gebouwd, en nu bereikt mij het bericht dat 'ze' in Delft de lang vastgelegde datum van de 27e naar de 20e hebben verschoven. Verdomme!!
Ik heb er een nachtje over geslapen, maar het is ècht niet meer doenlijk die andere afspraken te verschuiven. Géén commissarissendiner dit jaar. Punt.
Wat nu echter blijft is het vieren van mijn verjaardag (eigenlijk de 21e!) op de zondag nà die 'lege' vrijdagavond. Ik had het al een aantal mensen gezegd/geschreven. Dezer dagen gaat ook de specifieke uitnodiging de deur uit. Maar wacht daar niet op! Zet het in je agenda!

Zondag 29 September, van ± 1000 tot ± 1700, Lakerstraat 5, Eindhoven
Het is een uitnodiging van Ghislaine en mij samen. Het is in haar huis. Het is weer de bekende 'open-deurformule': kom vroeg, of kom laat, of daartussenin. Koffie met wat erbij voor de vroegerikken die later op de dag andere zaken aan hun hoofd hebben. Thee voor de laterikken. De hele dag wijn en andere dranken. Hapjes niet. Dat laat ik aan de vindingrijkheid van de gasten over. Misschien maak ik zelf wel ratatouille. Laat weten of je vroeg of laat komt, maar noodzakelijk is het niet. De uitnodiging geldt ook voor degenen die niet 'speciaal en gericht' worden uitgenodigd, want mijn 'lijstje' kan in gebreke zijn. En misschien is er wel een onbekende lezer van dit dagboek. Wie weet? Sinds ik laatst die telling heb gezien en bericht kreeg van Jaakief, die naar La Gomera komt, en Betsie, die commentaar gaf op mijn ratatouillerecept, sta ik open voor verdere verbazingen-en-verrassingen op dat gebied.
Wat de wijn betreft zal ik de oude wijnproeftraditie handhaven. Ik zal zorgen voor enkele wijnen die op een of andere manier een 'groep' vormen met interessante onderlinge verschillen. Zoals de laatste keer wijnen uit deze streek, onderscheiden naar schiste-herkomst of calcer-herkomst Ik weet nog niet wat het nu zal worden.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, zondag 25 augustus 2002
Twee weken geleden, 10 augustus, schreef ik over een artikel met als ondertitel: "War Without Clausewitz": Lee Harris' "Al Qaeda's Fantasy Ideology"
Ik heb dat artikel nog eens gelezen en ik ben op zoek gegaan naar de auteur. Dat was niet gemakkelijk, en lukte ook (nog) niet, want er is een bekende fictie-schrijver van die naam en ik betwijfel of dat een en dezelfde persoon is. Wèl kwam ik op het spoor van recent en levendig commentaar op dat artikel. Het valt midden in een discussie die ik nog niet had ontdekt tussen 'alternatieve' Amerikaanse intellectuelen over het 'waarom', 'hoe' en 'wat' van "11-9". Het artikel van Lee Harris ploft daarin als een verfbommetje met heel nieuwe inzichten. Ik las daar voor het eerst over het concept "neo-sovereignty". Ik kan het nog niet helemaal vatten, maar het lijkt een (intern-Amerikaanse) rechtvaardiging te zijn van een mogelijke wereldheerschappij door de VS. Er vallen termen als: "wij hebben een speciale missie in deze wereld", "wij moeten die rol op ons nemen", "de wereld heeft onze 'power' nodig anderen kunnen het niet meer".
Ik denk daarbij toch aan de 'missie' die Hitler en Musolini hadden. De een wilde het Germanendom zijn plaats in de wereld teruggeven en de ander wilde het Romeinse rijk doen herleven. Daarvoor begon de laatste --om de eerste maar even met rust te laten-- het onschuldige Etiopië te veroveren omdat het zo nodig steun van een grote mogendheid nodig had (althans zo zag Musolini het). Op "neo-sovereignty" kom ik dus terug.
Om het begrip Non-Clausewitzian War uit te leggen gebruikt Lee Harris een mooi voorbeeld uit eigen ervaring. Het artikel is trouwens bijzonder goed en helder geschreven met duidelijke voorbeelden en stap-voor-stap opbouwen van een alternatief voor het dominante denken dat alleen in Clausewitzian Wars kan denken.
Lee Harris herinnert zich zijn tijd als student-activist tegen de Vietnam oorlog. Men bereidde de grote demonstratie in Washington voor. De meningen waren verdeeld over de strategie en het doel van deze demonstratie. Harris herinnert zich 'tegen' te zijn. De demonstratie zou alleen maar een grote chaos veroorzaken en de publieke opinie zou zich tegen de anti-Vietnam oorlog kunnen richten. Een van zijn beste vrienden is 'vóór'. In een gesprek 'begrijpt' hij opeens dat andere standpunt (zonder het vooralsnog er mee eens te zijn). Zijn vriend zegt:
--"Het kan best zijn dat het negatieve gevolgen heeft op de publieke opinie, dat de beweging strategisch iets anders nodig heeft dan deze demonstratie, maar ik heb het nodig, mijn hart, mijn ziel heeft het nodig".
Kortom, het gaat om een aktie vanuit het hart, de ziel, een (valse?) droom waarin 'de ander' eigenlijk helemaal geen rol speelt als 'autonoom persoon' of 'authentieke groep'. Het is de droom, het geloof, de religie, de fantasie (vandaar Fantasy Ideology) die de drijfkracht vormt. Niet het 'beïnvloeden' van de ander om die met gewelddadige middelen om te turnen, te vernietigen, of tot gunstige (voor de winnaar!) handelscontracten te brengen. Kortom, volgens de definitie van Clausewitz dat "oorlog is de voortzetting van buitenlandse (machtspolitiek) met andere middelen". Misschien had Clausewitz --als kind van zijn tijd-- af te rekenen met de 'ideologische' oorlogen met de Franse Revolutie als voorbeeld. Zeker is dat de Duitse keizer en het Engelse Imperium hele 'keurige' Clausewitzian Wars voerden voor hun Machtpolitik, Realpolitik en Raison d'État, en geen cent wilden verliezen aan 'droomoorlogen' en revolutionaire ideologieën.
Lee Harris heeft nog een ander voorbeeld uit de Amerikaanse geschiedenis, namelijk de verovering van Mexico door Cortés, de Spaanse veroveraar. Montezuma, de leider van de Azteken, begreep ook niet wat die bleke mensen kwamen doen en putte uit het arsenaal van de eigen (collectieve) mythen het verhaal van de god Quetzalcoatl die ooit zou terugkomen om zegeningen en welvaart te brengen. Dat was natuurlijk stom, schrijft Harris, maar we moeten Montezuma niet te hard afvallen want wij zijn nu in dezelfde situatie. Er is een 'terreur'-aanval (het woord 'terreur' is al een impliciete en misleidende interpretatie die ons verhindert de 'vijand' te begrijpen) en wij Amerikanen putten ook uit ons arsenaal van (oorlogs)mythen en vinden het een zet in een Clausewitzian War. Mispoes!!
De tweede zet, zo vonden de Amerikanen, was de Anthrax dreiging. Dat past in het Clausewitz-concept, want je geeft je vijand zo'n verrassende klap niet voor niets. Al gauw bleek dat Ben Laden daar niets mee te maken had. Zelfs het ineenstorten van de WTC-torens had hij niet voorzien, blijkens een video-interview. Het was Allah die dat had bewerkt. Precies zoals ze dat hadden gedroomd. Méér nog, Allah was nog een stap verder gegaan dat ze zelf hadden kunnen dromen.
Karlheinz Stockhausen sloeg de plank wellicht niet ver mis toen het 11-9 'het grootste kunstwerk aller tijden' noemde. 'Afgezien van het walgelijke nihilisme', zegt Lee Harris, 'had Stockhausen één ding helder voor ogen: Het was de realisatie van een fantasie'.
'Geen artistieke fantasie', voegt Harris er grommend aan toe, 'maar een fantasie was het wel'.
Er staat nog veel meer in dat artikel. O.a. over de 'wil tot geloven' en de 'power of Positive Thinking' en andere voorbeelden uit het arsenaal van vrije en gerichte fantasieën en hoe dat in de politiek --al of niet bewust-- is gebruikt. Een heel verrijkend artikel.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, maandag 26 augustus 2002
Ik ben mij er opeens van bewust dat ik in een eigenaardige wereld leef. Vanmorgen tussen waking-up and getting-up, de prachtigste momenten van de dag, mijmerde ik over schrijven over "American Realpolitik" en even later zette ik de radio aan --een ritueel dat ik weer in ere heb hersteld sinds Ghislaine weg is, want die slaapt op dat uur nog-- en die staat op Radio NOSTALGIE met franse chansons uit de grote tijd en Engels-Amerikaanse songs uit de hippy-tijd. En als derde pool is er de tuin en het huis dat winterklaar moet worden gemaakt en mijn koffer dat moet worden ingepakt (met alle beslissingen over wègdoen of meenemen). Kortom, de trekvogel-realiteit van permanent aankomen en vertrekken. Ik zal voor die laatste realiteit mijn kop even in het zand steken.
Toen ik de radio aanzette zong Michel Delpêche net:
--"Pour un flirt avec toi
--"je ferai n'importe quoi . . . "

Ik heb dat ooit vertaald. Ik weet de details niet meer. Ik heb er veel plezier van gehad. Met name om het refrein met de subtiele woordspeling aan het eind in het NLs te laten herleven. Helaas weet ik het resultaat niet meer. Ik ga er nu ècht niet opnieuw voor zitten. Dit was het refrein:
--"Pour un petit tour, au petit jour, entre tes bras"
--"Pour un petit tour, au petit jour, entre tes draps"

"American Realpolitik" is een site van een dominee die een appel doet op het vrijheidstrijdersgevoel van de Amerikaanse ziel, maar tegelijkertijd vindt hij dat de regering van Saddam Hussein met geweld moet worden omvergeworpen om een democratie te vestigen. Is dat een linkse duif of een rechtse havik? Ik weet het niet. Lee Harris --waar ik nog op terugkom-- zegt dat links en rechts voor hem geen denkcategorieën zijn. Er is alleen up (beschaving) en down (barbarisme).
Ik laat het vandaag bij het citaat waarmee de blog van de dominee zich tooit:

"If ye love wealth better than liberty, the tranquility of servitude better than the animating contest of freedom, go home from us in peace. We ask not your counsels or arms. Crouch down and lick the hands which feed you. May your chains set lightly upon you, and may posterity forget that ye were our countrymen." --Samuel Adams
Een clubje vrijheidsstrijders dus. Maar helemaal gerust ben ik er niet over.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, dinsdag 27 augustus 2002
"Ik geloof dat ik een moeilijke jeugd heb gehad, maar gelukkig heeft niemand zich daar zorgen over gemaakt, ik ook niet"
Dat schreef ik in een autobiografisch stukje(1) een paar jaar geleden. Nu ben ik op zoek naar schrijver Lee Harris, want die man intrigeerde mij door zijn heldere en rustige betoogtrant en toch zeer revolutionaire frisse ideeën. Hij schreef "Al Qaeda's Fantasy Ideology" en op 14 Augustus pende hij zijn ideeën neer over "neo-sovereignty". Dat is, overigens, een stuk uit een langer, maar even leesbaar(!) artikel "Sheep amidst wolves: on the fine art of being stupid"
Over hemzelf heb tot-nu-toe alleen een autobiografisch stukje(2) gevonden en wat staat daar?
"I was a dyslexic as a child, but thank God no one noticed . . . " Ik voelde mij meteen verwant!!
Het stukje noemt verder weinig historische data, maar hij moet een hyper-intelligent kind zijn geweest (maar tòch goed terechtgekomen, zij het met veel omwegen en 'troubles') dat op zijn 14e naar de universiteit gaat en daar 'Summa Cum Laude' slaagt. Enzovoorts.
Maar per saldo heeft hij een 'handwerkers' business waarmee hij zijn brood verdient. Ik vermoed dat het een 68er is gezien zijn deelname aan de anti-Vietnam acties. Hier heet dat een "soixantehuitard".
Enkele citaten:
"Ik heb geen intellectuelen onder mijn dag-dagelijkse vrienden. Dat is een essentiële voorwaarde voor geestelijke gezondheid".
"Ik zou het prachtig vinden om Aristoteles aan de vuilnisman uit te leggen en ik bewonder Swift waarvan bekend is dat hij alles wat hij schreef eerst aan zijn bedienden voorlas alvorens het te publiceren"
Kijk, het was dus niet-zo-toevallig dat zijn heldere schrijf- en uitlegstijl mij onmiddellijk opviel.
Intussen is er nog een ander 'Internetgebeuren' het vermelden waard rondom dat begrip "Neo-Sovereignty". Lee Harris schrijft dat artikel ("Sheeps amidst wolves . . ") op 14 Augustus 2002. Op 23 Augustus, de vorige week Vrijdag(!), schrijft Rev Brian Chapin er over in zijn Realpolitik, haalt er de passage over "Neo-Sovereignty" uit, en verwijst naar het hele artikel. In vind dat toevallig omdat ik op zoek ben naar Lee Harris ivm zijn "Al Qaeda"-artikel. Ik kijk onmiddellijk in Google.com om achtergronden van het concept "Neo-Sovereignty" te vinden. Maar Google geeft maar twee verwijzingen: Allebei naar Realpolitik. Zaterdag goechel ik weer op "Neo-Sovereignty" en vind zeven verwijzingen. Nu, zojuist, vanmorgen om zes uur, vind ik er tien! Allemaal positieve en enthousiaste commentaren met 'moet-je-zeker-lezen' adviezen.
--"Wanneer zal het in de NRC staan?" (grapje)
Vanaf het moment dat ik in Le Monde de beknopte vertaling vond van het artikel van Robert Kagan 'Power and Weakness' ben ik beland in een interessante intern-Amerikaanse verbouwereerde discussie. (Zie dit dagboek van 10 Augustus e.v.) Het is de verbouwereerdheid over hun eigen situatie als supermacht. Wat doe je daarmee? Het is een heel verwarde discussie, ook al zijn er enkele heldere goed-geschreven bijdragen zoals die van Robert Kagan en Lee Harris. "Realpolitik" en de hyperlinks naar dergelijke bronnen zijn meestal minder transparant; zeker ook omdat ik als buitenstaander veel van de referenties aan de Amerikaanse geschiedenis niet onmiddelijk (of helemaal niet) kan vatten. Maar dan nòg vind ik het leerzaam. Het is een genoegen met dit soort 'alternatieve' Amerikaanse intellectuelen kennis te maken. Als toeschouwer van hun verwarde discussie, hun verbouwereerdheid, hun zoeken en tasten naar aansluiting bij oude waarden of bij volledig nieuwe concepten.
Dit is echt 'internet'. Dat kàn niet in de NRC.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, woensdag 28 augustus 2002
Eigenlijk zou ik nu hard moeten werken aan de emotionele en practische kanten van mijn a.s. vetrek: afscheid nemen, kiezen wat ik meeneem en wat ik weggooi, kiezen wat ik afmaak, uitstel of loslaat en beslissen wat ik de volgende minuut doe. Nee!! Wat ik deze minuut doe. Ik lag er vannacht wakker van.
Het was heel boeiend die duik in de intern-Amerikaanse discussie. Het 'etiket' van de discussie wisselt, maar twee titels van grotere artikelen op dat gebied zijn self-explanatory:
Ideological Conflict Between The Democratic West
Ideological Civil War Within The West
Dat is nogal wat! Het draait voortdurend om hun eigen (nieuwe) rol als supermogendheid met (nieuwe?) verantwoordelijkheden. Moeten ze afwachten en met de overigen een 'onderhandelingscoalitie' vormen. Of moeten ze zelf het voortouw nemen waarbij ze van de rest van de wereld, met name van Europa, het verwijt van unilateralism krijgen. Hier komt het begrip 'neo-sovereignty' om de hoek kijken. Zoals in een souvereine staat, het centrale gezag het monopoly heeft over alle geweld om conflicten tussen burgers, partijen en deelstaten te kunnen regelen, zo zou in het tijdperk van superwapens die de hele wereld bedreigen, één superstaat (wie anders dan de VS?) het monopolie van het geweld moeten krijgen. Schimpscheutend commentaar noemt het al 'neo-imperialisme' en alleen dienstig om de (Europese) bondgenoten nog verder van zich te vervreemden. Maar het concept zoals Lee Harris dat op 14 Augustus neerpende is een stuk genuanceerder, en andere commentaren wijzen daar dan ook op.
De anti-these van neo-soevereiniteit noemen ze aldaar "transnational progessivism" volgens een recente publicatie van het Hudson Institute. Daaronder wordt een (door de Amerikanen als on-democratisch beschouwd) proces gezien waarbij de (Europese) naties, tot op wereldniveau, transnationale instituten trachten te vormen waar alleen een elite grip op heeft, maar niet de eenvoudige burger in zijn stemhokje. De supermacht wordt steeds hoger en abstracter, maar beperkt wel het gedrag van de aangeslotenen. Zij (de elite die dit nastreeft) wil de wereld heropvoeden tot anti-racisme, anti-vervuiling en nog een paar van dat soort zaken. Hoogst idealistisch, maar onpractisch. Verdragen zoals Kyoto en het Internationale Gerechtshof vallen daar onder.
En nu wordt Bush gezien als de doorbréker van deze trend. Hij wordt daardoor met Lincoln vergeleken en zijn gedrag wordt 'Lincolnesque' genoemd. Die bevrijdde namelijk de slaven van het Zuiden, dat was ook een heropvoeding tot de waarden van het Noorden, maar, volgens zijn eigen uitdrukkelijke woorden, ging het daar niet om. Het ging om de eenheid van de Verenigde Staten (in wording).
Bush gaat ook de Perzische en Muslimstammen bevrijden van de traditionele onderdrukking, maar daar gaat het niet om. Het is nodig voor de eenheid van de wereld. Lincoln schreef dat hij de eenheid van de VS met, zonder of met gedeeltelijke opheffing van de slavernij als zodanig ook zou nastreven.
De beschrijvingen van dat verwerpelijke "transnational progessivism" lijken wat op de manier waarop Pim Fortuin over het geneuzel van 'Paars' sprak. Niemand wist meer waar het over ging. Het was een zaak van experts en elite geworden.
Toen ik vannacht wakker lag, en dat beeld Bush=Pim voor ogen kreeg, had ik opeens zicht op wat ik zou opschrijven uit de rijke oogst van mijn zwerftochten met als uitgangspunt de links vanaf de blog American Realpolitik. Moet je ook eens proberen, naast heftige kreten, vind je ook heel intelligente --en goed geschreven-- beschouwingen. Lee Harris' stukken zijn een leesgenot.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, donderdag 29 augustus 2002
Gisteravond kreeg ik voor het eerst Olivier weer aan de foon. Hij was nèt een week terug. Tien bange weken waren Dominique en hij met de baby in het ziekenhuis van Montpellier geweest. Na de hoopvolle genezing van iets wat op een encephalitis leek, waarvoor ze vier weken in het ziekenhuis van Beziérs waren geweest, was ik --vlak vóór mijn vertrek naar NL op een ontspannende kraamvisite geweest (Zie dagboek 9 Juni).
Terug uit NL hoorde ik van zijn tante het slechte nieuws dat er toch weer ernstige achteruitgang was: Dreiging van een 'waterhoofd': hydrocéphalie. Ik kreeg Olivier niet aan de foon en mijn e-mail bleef onbeantwoord.
--"Het gevaar is geweken. Een normale ontwikkeling is het vooruitzicht", zei Dominique. Olivier nodigde me uit om vanavond te komen eten. Gelukkig dat we elkaar weer zien. Jammer dat ik zo snel wegga.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, vrijdag 30 augustus 2002, Vertrekdag
Het is nog vroeg in de morgen. De Talgo vertrekt pas om 1800 uit Béziers en ik ben om 2145 in Barcelona. Maar er moet nog veel gebeuren voor ik de bus van 1600 uit St Chinian kan pakken. Ik moet daar de auto achterlaten bij Garage Chareyre, en terugtellend vanaf dat moment probeer ik de "dingen-die-nog-moeten-gebeuren" te overzien. De laatste was, het beddegoed, zit in de machine en die hang ik nog op in de garage. Mijn laatste handwasje, mijn overhemd voor straks, hangt al buiten op het rek. Als het dagboek 'in de lucht' is, en de mail voor de laatste keer bekeken, kan de computer worden ingepakt. Daarna wordt er alleen maar mail gelezen via Webbox.com. Het spel met diskettes begint dan weer.
Gisteravond was ik bij Olivier en Dominique. Olivier is een fervent jager en we aten vogeltjes, klassiek klaargemaakte spreeuwen (etournaux) en zanglijsters (grives chantants). 'Géén wijn', had ik gezegd, 'op reis gaan vraagt veel energie', en Dominique deelde mijn keuze. Jammer voor de prachtige wijn die Olivier --als wijn-laborant in Roquebrun, professioneel wijnkenner-- te bieden had. Maar bij de kaas namen Dominique en ik toch een slokje. Olivier trok er een speciale fles voor open.
Natuurlijk spraken we over de baby en over de lange bange tijd. Het schijnt goed af te lopen. De baby heeft een permanente drainering van het hersenvocht voor de rest van haar leven. Je ziet er haast niets van. Het ziet er naar uit dat ze er op tijd bij waren zodat de opkomende hydrocéphalie nog geen schade heeft kunnen aanrichten.
Olivier en Dominique zijn weer optimistisch. De gebeurtenissen --eerst die bijna-encephalitis (vier weken Béziers-hospitaal) en nu dit (tien weken Montpellier-hospitaal) en al die onzekerheden, hadden hun erg aangegrepen. Vooral Olivier was aangetast.
En nu kwam net het bericht, dat op het nieuws uitgebreid werd besproken, dat in de jaarlijkse vergelijking van de kwaliteit van de Franse ziekenhuizen, Monpellier als Nummer Een tevoorschijn was gekomen, (met Toulouse als tweede). Dat ondersteunde nog eens extra het gevoel dat ze het 'best-mogelijke' hadden gedaan.
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Hotel Ópera, zaterdag 31 augustus 2002, eerste dag in Spanje
Het was nog een drukke dag met veel 'kleine storingen' zodat er weliswaar geen algemene paniek was, maar wel paniekmomenten zoals het glas dat aan gruizels viel toen ik het 'echt-niet-kon-hebben', of de ontdekking --'ergens-in-een-last-minute-stapeltje'-- dat er nog een pakketje papieren naar NL moest worden gestuurd. Het had veel eerder verstuurd kunnen worden . . . Tja.
Dan toch maar het inpakpapier voor de dag halen, inpakken en naar het postkantoor fietsen.
Toch leverde ik om drie uur de auto bij Chareyre in en ik was 'vrij'. Maakte een praatje, kocht een krantje en ging bij de bushalte rustig zitten lezen. In Béziers had ik ruim tijd om door het prachtige park vlak bij het station te wandelen.

Vous êtes dans le jardin de PLATEAU DES POÈTES,
aménagé par les frères BÜHLER,
paysagistes célèbres, entre 1863 et 1867

Dat zegt het bord bij de ingang. Ik heb een paar foto's gemaakt van dit pas gerestaureerde park met een heel romantische vijver. Ik zal ze op fototime.com zetten bij onder Cessenon 2002 o.i.d.
Daar vlak in de buurt kon ik ook een nieuwe Laguiole kopen. De oude is na bijna dertig jaar dienst tot op de draad versleten. Toch kan ik er nog geen afscheid van nemen. Gewoon weggooien kan ik dat ding natuurlijk niet. Zodoende zal ik wel enige tijd met 'overbodige bagage' reizen. 'Eigenlijk' is die nog bruikbaar. Ik heb dus niet alleen een nieuwe Laguiole gekocht, ook nieuwe twijfels.
De trein was op tijd. Ik stapte bij het voorstation Passeig de Gràcia uit en ging te voet naar het hotel. Ik liep langs een van de weelderigste Gaudì-gevels en langs Café Zurich waar ik zeker straks een tijdje zal doorbrengen. Het terras nodigt uit tot peinzen, schrijven en -natuurlijk- rondkijken. En toen kwam ik op de Ramblas. Volop vertier van muzikanten, flaneurs, levende standbeelden en --vermoedelijk ook- zakkenrollers. Het hotel ligt in de stille straat rechts van het Liceu, de beroemde schouwburg die na een grote brand van een paar jaar geleden helemaal herbouwd/gerestaureerd is. Het hotel is tegenover de zijingang voor decorstukken e.d. Mijn kamer is ideaal: Precies wat ik nodig heb en niet méér, klein, compact, een pas gemoderniseerde douche/WC en een tafeltje. Bij de meeste hotels heb ik het gevoel dat ik betaal voor zaken die ik niet nodig heb en toch bv een handige schrijfplek mis. Ik heb er een foto van. Tzt zal ik die hierbij voegen.
Daar laat ik het bij. Ik ga flaneren en een internetcafé opzoeken. De diskette steek ik bij me.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek Augustus 2002