Mijn Dagboek 31

Dit is Dagboek 31. Het loopt van 1 tot 31 december 2002 en begint met een uitgebreide "signalering" van een boek dat ik in één adem uitlas. Dan is er de schok dat het sedentaire leventje weer voorbij is: "It's hunter time!!". Ik ontmoet een pasbeginnende 'réfugié pollutique' en spreek meer NLs dan ooit. Ook een NLs proefschrift passeert de revue. Dan komt "Rome met Ghislaine", "Kerstmis met Ignacio" en "Sylvester met Martine", samen met de NLers Piet en Willy die waren uitgenodigd door Ignacio. Het is een maand met vanalles.
Index December 2002
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,   31,

San Sebastián de La Gomera, zondag 1 december 2002
Ik heb het boek bijna in één ruk uitgelezen. Ik moest mij dwingen om telkens een pauze te nemen om mijn opnemingsvermogen hersteltijd te geven. Ondanks het verlangen naar 'de afloop', nam ik de tijd om een alinea te herlezen als ik maar even twijfelde of ik die wel tot de bodem had begrepen. Want ik wilde niets missen. Het was een boek over vriendschap, over eenzaamheid, over liefde, maar ook over macht die mensen over elkaar uitoefenen.
Het zijn twee vrienden-voor-het-leven. Ze leren elkaar als kind van tien jaar kennen op de militaire opleidingsschool in Wenen in 1878. Zij delen lief en leed, maar leven toch in twee werelden. De een leren we kennen als 'de generaal' of 'de zoon van de gardist' en is van hoge Hongaarse adel met een traditie als 'soldaat'. De ander, Konrád, stamt van arme Poolse landadel, en is muzisch.

"Omdat ze van elkaar hielden, vergaven ze elkaar de erfzonde: Konrád vergaf zijn vriend de rijkdom, de zoon van de gardist vergaf Konrád zijn armoede".
Ze zijn 'anders' en dat is wat ze aantrekt, maar daardoor hebben ze ook macht over elkaar:
"Wat was de betekenis van deze macht? Iedere vorm van menselijke macht bevat een zweem van nauwelijks voelbare minachting voor degenen over wie men heerst. Om de totale heerschappij te hebben over menselijke zielen moeten we ze leren kennen, ze begrijpen en tactvolle minachting hebben voor degenen die genoodzaakt zijn zich over te geven" (De onderstreping van mij. Het trof mij; zelfs buiten de kontekst van het boek. Misschien kom ik er nog op terug als ik het nog eens over macht heb).
Als ze vier en dertig zijn is er een breuk. Heeft Konrád een relatie gehad met de jonge --muzische-- vrouw van de generaal? Heeft de een de ander willen doden? We komen het niet te weten, althans niet met juridische zekerheid, want het doet er niet toe. Konrád verdwijnt opeens. De vrouw en de generaal spreken niet meer met elkaar. Het zijn allemaal zwijgers. Konrád ook, maar die komt na 41 jaar terug. Nu kan de generaal zijn vriend naar de werkelijkheid vragen. De vrouw gaat na acht jaar dood
--". . . mischien wil ze zich alleen ervan vergewissen dat we goed kunnen zwijgen, wij tweeën, jij en ik, de twee mannen met wie ze een band heeft en die haar uit de weg zijn gegaan; ze wacht tot ze de werkelijke betekenis van det zwijgen begrijpt en kent. En dan sterft ze. Maar ik blijf hier, terwijl ik alles weet en tegelijk niets weet. Daarom moet ik leven en wachten op het antwoord.", zegt hij die ene avond die hij met Konrád na 41 jaar doorbrengt.
Morgen ga ik verder met nog een paar andere citaten van dit fascinerende boek (Beter gezegd: 'boekje', want het is maar 156 pagina's)
Theo maakte mij er op attent in een lange mail in het voorjaar. Ik zat nog in Namibië. Later las ik een recensie bij de uitgave van de Spaanse vertaling. Ik werd steeds 'warmer', maar ik kwam er nog niet toe het te kopen. Intussen stuurde Theo mij --in onze voortgaande dicussie over (onze) vriendschap-- een citaat: "Vriendschap is liefde op het eerste woord" Van Mulisch, schreef hij erbij, maar ik kan de betekenis van dit citaat nog niet duiden. Wèl kreeg ik dezelfde dag een mail van Ghislaine die het boek nèt in het NLs had gelezen. Heel enthousiast.
--"Sturen!", schreef ik onmiddellijk.
Mijn reaktie op het citaat van Mulisch stelde ik uit. Het boek heet "Gloed". De schrijver is Sándor Márai. De Wereldbibliotheek gaf het uit in 2000. Ik kreeg de 15e druk. Aan het citaat van Mulisch ben ik nog niet toegekomen. 7 November vroeg ik mij af: "Tegen wie zeg ik werkelijk 'jij'?". 'Eenzaamheid' was op verschillende manieren aan de orde. Het thema is 'heet'.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 2 december 2002
Ik ga verder met 'Gloed'. Hier een stuk uit het gesprek met Konrád nadat ze samen hebben gedineerd in dezelfde zaal en met perfect dezelfde entourage als het diner, waar de vrouw nog bij was, de avond voor Konrád plotseling verdween:

"Het zou prettig zijn om te weten", zegt de zoon van de gardist, alsof hij met zichzelf redetwist, "of vriendschap wel bestaat. Ik bedoel niet die blijdschap van voorbijgaande aard die twee mensen voelen als ze elkaar ontmoeten, omdat ze in een bepaalde fase van hun leven over sommige dingen hetzelfde denken, omdat hun smaak hetzelfde is of omdat hun liefhebberijen overeenkomen. Dat is allemaal geen vriendschap. Soms denk ik bijna dat deze band de sterkste is in het leven . . .  misschien is hij daarom zo zeldzaam. En wat ligt er aan de basis? Sympathie? Een leeg, loos, woord waarvan de inhoud nooit sterk genoeg kan zijn om te bewerkstelligen dat twee mensen in crisissituaties voor elkaar opkomen, slechts op basis van symphatie. Of is het soms iets anders? Is er misschien een sprankje Eros in elke menselijke relatie? Terwijl ik hier in de eenzaamheid van het bos alle dingen van het leven trachtte te begrijpen, omdat ik niets anders te doen had, dacht ik dat soms. Vriendschap is natuurlijk wat anders dan de ziekelijke neigingen van mensen die een tegennatuurlijke bevrediging zoeken bij hetzelfde geslacht. De Eros van vriendschap heeft het lichaam niet nodig . . .  het staat hem eerder in de weg dan dat het hem opwindt. Maar het is toch Eros. Aan de basis van elke vorm van liefde, van elke menselijke relatie, staat Eros"
( . . . )
"De gevoelens van sympathie die voor mijn ogen tussen mensen ontstonden, verzonken steeds in het slijk van zelfzucht en ijdelheid. Het hebben van een kameraad of een kompaan lijkt soms op vriendschap. Gemeenschappelijke belangen scheppen soms situaties tussen mensen, die op vriendschap lijken. Ook voor de eenzaamheid vluchten mensen vaak ik allerlei vertrouwelijkheden, waar ze meestal spijt van krijgen, maar waarvan ze even, voor zolang het duurt, kunnen denken dat deze vertrouwelijkheid al een soort vriendschap is. Dit is natuurlijk allemaal niet echt. Ik stel mij voor --mijn vader verstond dat nog eronder-- dat vriendschap een dienst is. Evenmin als iemand die verliefd is, verwacht de vriend een beloning voor zijn gevoelens. Hij wil geen wederdienst en ziet degene die hij tot zijn vriend heeft uitverkoren niet als een onwerkelijk wezen, hij kent diens fouten, en accepteert hem zo, inclusief alle gevolgen. Dat zou het ideaal zijn. En inderdaad: is het leven, het menszijn de moeite waard zonder een dergelijk ideaal? En als een vriend het aflegt, omdat hij geen echte vriend is, kunnen we hem dan wel zijn karakter, zijn zwakte verwijten? Wat is een vriendschap waard waarbij we alleen van de deugden, de trouw en de standvastigheid van de ander houden? Wat is liefde waard die op een beloning aast? Is het niet onze plicht om de trouweloze vriend evengoed te accepteren als een vriend die opofferingsgezind en trouw is? Is dat niet de ware essentie van elke menselijke relatie, de onbaatzuchtigheid, waarbij iemand niets van de ander wil of verwacht, en hoe meer hij geeft, des te minder hij verwacht? En als hij de ander alle vertrouwen van de jeugd, alle opofferingsgezindheid van de jaren van de volwassenheid schenkt, en uiteindelijk hem het hoogste geeft wat een mens een ander mens kan geven: blind, onvoorwaardelijk, hartstochtelijk vertrouwen, en dan moet zien dat de ander ontrouw en laaghartig is, heeft hij dan wel het recht om gekrenkt te zijn en wraak te eisen? En als hij wel gekrenkt is en om wraak schreeuwt, is hij dan wel een echte vriend geweest, degene die bedrogen is en in de steek gelaten?
( . . . )
"Daarom hebben we niet het recht om onvoorwaardelijke eerlijkheid en trouw te eisen van degene die we als vriend hebben aangenomen, ook niet als de gebeurtenissen hebben uitgewezen dat deze vriend ontrouw is geweest"
--"Ben je er wel helemaal zeker van," vraagt de vriend, "dat deze vriend ontrouw is geweest?"
Nu zwijgen ze lange tijd. Ze zijn klein in de duisternis, in het rusteloze licht van de kaarsvlammen; twee ineengeschrompelde oude mannetjes zitten elkaar aan te kijken; ze zijn ternauwernood zichtbaar in het halfduister.
--"Ik ben er niet helemaal zeker van," zegt de generaal. "Daarom ben je hier. Daar hebben we het over."
De zoon van de gardist heeft gezocht naar 'anders' zijn. Net als zijn vader trouwde hij met een vrouw, Krisztina, die 'anders' was, zonder dat 'andere' ooit zelf te bereiken. Hij blijft buitenstaander van die 'andere' wereld. Konrád was ook 'anders'. Zijn vader had hem al vroeg gezegd: "Konrád is geen 'soldaat'", maar hij had het niet begrepen. Misschien was hij naïef. Die avond bekent hij:
"Langzaam begreep ik een deel van wat er gebeurd was. Daar was de muziek. Er zijn noodlottige elementen in mensenlevens, terugkerende elementen, zoals muziek. Tussen mijn moeder, Krisztina en jou was er de muziek als bindmiddel. Waarschijnlijk zei de muziek jullie iets wat niet in woorden en daden verteld kon worden, en waarschijnlijk zeiden jullie elkaar ook iets met de muziek, en dat andere verhaal, dat voor jullie perfect uitgedrukt werd door de muziek, konden mensen van de andere soort, mijn vader en ik, niet begrijpen. Maar de muziek sprak tot jou en ook tot Krisztina, dus konden jullie ook met elkaar praten toen tussen Krisztina en mij alle conversatie verstomd was. Ik haat muziek," zegt hij nu wat luider. Voor het eerst deze avond spreekt hij woorden geëmotioneerd en schor uit. "Ik haat die melodieuze en onbegrijpelijke taal, waarin mensen van een bepaalde soort met elkaar kunnen converseren, ze zeggen elkaar iets buiten de normen en regels om, ja, soms denk ik dat ze elkaar iets onbetamelijks en immoreels zeggen met de muziek. Kijk maar naar hun gezicht, hoe het vreemd verandert wanneer ze naar muziek luisteren."
( . . . )
"En aangezien muziek geen enkele in woorden uit te drukken betekenis heeft, heeft zij waarschijnlijk een andere, gevaarlijkere betekenis, als zij mensen die niet alleen in hun muzikaliteit, maar ook in hun bloed en hun lot bij elkaar horen, zo diep kan beroeren. Denk je dat niet?"
--"Ik denk dat het exact zo is." zegt de gast.
--"Dat stelt mij gerust," zegt hij hoffelijk.
Voor zijn vader betekende 'vriendschap' eer: 'soldateneer'. De zoon was ook zo opgevoed en had er niet aan kunnen ontsnappen. Ondanks Krisztina, ondanks Konrád. Het boek gaat dus niet alleen over liefde, vriendschap, tactvolle minachting en eenzaamheid, maar ook over er-bij-horen en 'anders' willen zijn.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 3 december 2002
Er wordt vandaag niet geschreven; althans geen dagboek. Dat dit een contradictio is, laat ik terzijde. Tot mijn schrik ontdekte ik dat vandaag over een maand Martine alweer vertrekt, dat ik dan een week met Ghislaine in Rome ben geweest, dat ik met Ignacio en familie Nochebuena heb gevierd, dat ik een week met Martine heb gewandeld, dat het huis leeggeruimd is, en dat mijn koffer voor Nieuw-Zeeland klaarstaat. De sedentaire tijd is dan voorbij: "Hunter time again!" En ik was nog bezig met dingen die 'die best nog even kunnen'. Ik lag er van wakker en stond op om dit te schrijven.
Daarom komt dat essay over haat er niet. Haat als noodzakelijke antithese van liefde, noodzakelijk sentiment voor de bouw van de (kleine) groep en de (grote) samenleving. Even noodzakelijk als liefde, maar even (zelf-)destructief bij verkeerd gebruik. Denk er zelf maar eens over na.
Mijn aantekeningen liggen reeds versnipperd bij het oude papier, want ik heb dit nachtelijke uur meteen gebruikt om andere onaffe zaken de nek om te draaien.
--"It's hunter time", zei Peter bij mijn onrust vóór Kaapverdië.
--"Farmer's time is over", zag ik opeens.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 4 december 2002
Wie met de aantekening van gisteren, met name met de plotseling opdoemende 'vreemde' woorden hunter en farmer, geen raad weet, kan het beste hierboven "Bibliografie Nederlands" aanklikken; aldaar "Andermans verhalen" en in dat lijstje "Time Management voor Verkenners". [URL=//www.van-eyk.net/gerard/biblio/time4hunt.htm]
Het is een artikel van Peter waarin hij ingaat op de twee soorten tijdpercepties die hunter- resp. farmer-time kunnen worden genoemd.
De farmer zegt:
--"Het bijna nieuwe maan. Ik moet een dezer dagen de aardappels poten, anders heb ik met Kerstmis niet te eten"
De hunter zegt: (nee, hij 'zegt' niet, hij 'doet' meteen)
--"Daar staat de antilope! NU schieten! Anders heb ik niet te eten. Dat ik liever een reebokje heb doetterniettoe. Schieten!".
Beide strategieën zijn diep in onze genen gegrift: Duizenden jaren van conditionering zorgden daarvoor. Onze maatschappij heeft een dominante farmercultuur: kalenders, planning, langdurig overleg en termijnafspraken; lastig als je dominante huntergenen hebt. Vandaar dat artikel van Peter. Het begint zo:

Stel: je komt terug van boodschappen doen. Je dochter laat de deur naar de straat openstaan, haar fiets staat buiten, niet op slot, je wil boterhammen maken, want je valt van de graat van de honger, er is geschreeuw van boven want er is wat van de trap gevallen. Wat doe je het eerste? En waarom?

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 5 december 2002, Pakjesavond
Sinds ik terug ben uit Kaapverdië spreek ik iedere dag een fikse portie NLs. Dat drong gisteravond opeens tot mij door. Dat is anders dan de telefoonminuten met Ghislaine of met een van mijn kinderen. Gisteravond at ik bij 'jaakief', zoals Jacques-Yves, zich noemt.
Ik zag hem voor het eerst op mijn vertrekdag naar Cabo Verde, maar hij kende mij van mijn website. (zie 18 november) Net als ik, moest hij vluchten voor de luchtvervuiling. Hij ligt (letterlijk) plat van allerlei chemicaliën: in zeeppoeder, in synthetische parfums, is 'alles' van het moderne leven. Uitgeput en ziek werd hij tenslotte voor zijn werk afgekeurd.
Nu is hij op weg naar zijn nieuwe plekje in de wereld. Letterlijk en puur geografisch vooralsnog. Temperatuur --maar vooral zuivere lucht-- zijn de criteria. Dit is zijn eerste station. Hij droomt ook van Trinidad en vele andere plekken op de wereld: Via Internet en hearsay. Hij hoort mij uit over de plekken die ik ken.
Naast 'letterlijk en geografisch', zoekt hij ook zijn 'nieuwe plekje in het leven'. Dat was onbespreekbaar. Dat is ook nog niet aan de orde. Eerst 'sauve qui peut!'. Hij heeft vrij veel gereisd, ook ver, maar niet anders dan voor vakantie. Hier heeft hij nog het vakantiegedrag: Toeristische uitstapjes maken, luieren op het strand. Dat wordt nog versterkt door een enkele Vlaamse vrienden die van de gelegenheid gebruik te maken op hier op vakantie te komen: Om hem zogezegd uitgebreid uit te wuiven: hem te benijden, hem te beklagen of om nog eens voor één keer samen de bloemetjes buiten te zetten.
Als ik in de benedenstad ben, ontmoet ik er altijd wel een. Altijd goed voor een gezellige kout. Maar gisteravond had jaakief voor mij een chemicaliën-vrije maaltijd gemaakt op zijn flatje in de buurt, in de zuivere-luchthoek van de stad.
En toen drong het opeens tot mij door: Sinds ik terug ben uit Kaapverdië spreek ik iedere dag NLs. Gisteravond zelfs urenlang. Daar sta ik even bij stil. Een mooie gelegenheid voor een portretje van deze pasbeginnende vluchteling; deze réfugié pollutique op weg naar een ander leven. Heel 'anderser' dan hij denkt.
Dat weet ik. Dat is onvertelbaar.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 6 december 2002, Sinterklaas
Vandaag geen dagboek. Denk maar dat ik met m'n nieuwe treintje moet spelen.
PS Het November Dagboek is gereed.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 7 december 2002
Gisteravond belde het "vuurtorenvrouwke" --zoals Jaakief haar steevast noemt-- mij op. Of ik haar kon helpen met het ophangen van wat schilderijen?
Zij is mijn buurvrouw (150 meter verderop) en zij woont in de 'ambtswoning' van de vuurtoren, een mooi groot pand uit de jaren twintig. Ik had haar de avond tevoren nog gezien. Ik zou haar nog steeds berichten over mijn ervaringen in Kaapverdië, want zij had mij vóór mijn vertrek van háár recente reiservaringen verteld. (zie 14/11). Ze nodigde mij uit om haar in Ambigu te ontmoeten. Dat is een "café-cum-internet en artistieke aspiraties" in de benedenstad. Er zou dan een tentoonstelling worden geopend. Er kwam niet veel van Kaapverdië en het werd laat, heel laat en heel gezellig. (Dat verklaart meteen waarom er gisteren geen dagboek was).
De protagonist van de tentoonstelling van Jan, ondanks zijn Hollandse naam een Duitser, een die zijn leven in het toenmalige Wirtschaftswunder liefst zou ontkennen of vergeten. Toen iedereen rijk werd na de oorlog was het zijn Duitsland niet meer. Hij schrijft Science Fiction. Hij is heel aardig. Ik had hem enkele malen vluchtig ontmoet bij María, mijn profesora, die toen een van zijn boeken in het Spaans vertaalde. Dat smaakte naar meer, maar het is er nooit van gekomen. Dat vond hij ook, zei hij, en zodoende praatten we lang; zij het niet lang genoeg.
De schilderijen waren allemaal van een overleden vriend-schilder. (Michael Coates; overleden 1993). Hij had er een paar zelf, de rest had hij opgespoord. De juiste aanleiding werd mij niet echt duidelijk, maar het was een 'hommage'. Rustig (verhoudingsgewijs(!) in die drukte) bekeken we samen het werk. Ik denk dat ik dezer dagen nog eens terugga; het spreekt mij aan. Ik hoop dat ik Jan ook wat vaker zal ontmoeten. Hij is een 'zwervend persoon', maar die status ontkent hij bijna krampachtig. Hij woont in Santiago. Hij is inderdaad heel aardig. Met dat lange, maar tóch onaffe, gesprek heb ik alle aanleiding hem daar eens over op te bellen. EEM! Snap je? ;-)
Het voorgenomen gesprek met Margarita, la farolera, kwam er ook bekaaid vanaf. Ze beloofde mij op te bellen voor een nieuwe afspraak. Dat deed ze meteen gisteravond. Het ging niet om een enkele nieuwe haak in de muur. Ze wilde alle schilderijen van de hele kamer, lekker groot met hoge witte wanden, reorganiseren. Ze vroeg mijn oordeel. We tasten elkaars smaak af. Hoe zou het een gezellige kamer worden? Moest het wel 'gezellig' worden? Zij was alleenstaande vrouw, nogal onromantisch, zei ze zelf, en bang dat het op haar vrienden een verkeerde indruk zou maken als het teveel "niet-zakelijk" zou lijken.
We onderbraken het werk, de idee-vorming, met een royale theepauze in de ruime woonkeuken. We hadden zowat alle combinaties overwogen. Dat moest bezinken. Ze vertelde van haar carrière. Daarna waren we snel klaar. Een half dozijn nieuwe pluggen-met-schroefhaak waren voldoende voor de nieuwe sfeer.
Ze heeft een technische opleiding en een beroep dat voordien alleen door mannen werd beoefend. Ze is ook technisch handig. Die pluggen had ze best zelf in de muur gekregen. Mijn rol werd duidelijker toen ze lachend zei:
--"Je bent precies zo oud als mijn vader!", nadat ze naar mijn leeftijd en verjaardag had gevraagd.
Ze vertelde van haar carrière. In dienst van de centrale overheidsdienst voor haven en vuurtorens werd ze telkens voor een paar jaar 'ergens aan de Spaanse kust' gestationneerd. Iedere keer 'bevorderd' naar een grotere locatie. Misschien eindigt het in een grote haven of op het ministerie in Madrid. Hier heeft ze de verantwoording voor de vuurtoren en de twee havenlichten, het rode en het groene. Die moeten dagelijks worden geïnspecteerd en onderhouden. Bij calamiteiten of grote reparaties komen er specialisten uit Tenerife of Madrid. Het dagelijkse karwei is gering qua tijdsbesteding. Ze zou van eenzaamheid en verveling omkomen. Dat had de ambtelijke hierarchie ook begrepen in de loop der jaren. Daarom had ze een plek op het kantoor van de lokale havenautoriteit. Zodoende had ze collega's. Daar had ze de verantwoording voor het doorgeven van de 'scheepsberichten': "Schip abc heeft de haven def om zo laat verlaten met bestemming ghi", en dergelijke statistische gegevens over passagiers, lading en scheepstype.
Ik kijk terug op gisteren en eergisteren. Twee hartelijke ontmoetingen: Count your blessings!.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 8 december 2002
Dit is het weekend van "El Puente de la Constitución", letterlijk 'de Brug van de Grondwet'. Dat 'Brug' slaat op de 'brugdag' (zo zal het wel in NL heten) die men neemt om er een lekker lang weekend van te maken. Maar "La Constitución" is sowieso een "Puente", want 8 december is ook een feestdag: Maria's Onbevlekte Ontvangenis, hier "La Concepción". Bovendien, als zo'n feestdag op Zondag valt, wordt de bijbehorende vrije dag naar de Maandag verschoven. Dus morgen is het weer --nog steeds-- fiesta.
Er is veel gesjoemel met die feestdagen. De Kerk wil ze natuurlijk, maar Het Bedrijfsleven vindt het maar lastig. Vooral als ze midden in de week vallen en er kans op een puente is. De feestdag van de patrones van het eiland, 6 oktober, valt altijd op dezelfde weekdag als 8 december. Daar is het Het Bedrijfsleven gelukt om die naar 'De Eerste Maandag van Oktober' de schuiven. Een kleine --regionale-- overwinning van het laïcisme op het clericale.
Dat staat dan tegenover een bericht van het tegengestelde. Tussen alle berichten en 'historische studies' over de troebele periode van de ontstaansgeschiedenis van De Grondwet, precies vijf jaar na het overlijden van Franco en het aantreden van Juan Carlos als koning, stond zo'n troebele 'overwinningsgeschiedenis'. Het verklaart een anomalie in de Grondwet. Er is een artikel dat de relatie van de staat met religieuse en andere stromingen beschrijft. Anders dan in de franquistische tijd, zou De (katholieke) Kerk geen speciale positie krijgen; als staatsgodsdienst, of anderszins. Volledige scheiding van Kerk en Staat. Dat zou de grote laïcistische overwinning moeten worden. Het eerste lid van dat artikel stelt eenduidig dat geen enkele religieuze of maatschappelijke stroming met name in de Grondwet zal worden genoemd. Toch is het gelukt om er een lid 3 bij de 'manipuleren' dat begint met: "De Staat onderhoudt goede betrekkingen met De Kerk en andere religieuze stromingen . . . "
Hoe dat tòch kon gebeuren, vertelde dat artikel. Deze 'anomalie' is een geringe zaak in verhouding tot wat De Kerk heeft te verbergen uit de franquistische periode. Als je over de Nacht und Nebel diplomatie leest die kennelijk tussen De Staat en De Kerk heerst, moet je het ergste vrezen over het ooit ter verantwoording roepen van De Kerk voor de misdrijven waarin Zij een rol heeft gespeeld tijdens het franquisme.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 9 december 2002, nog steeds fiesta
De dag van gisteren bracht ik --na de ochtendwandeling-- door met het schrijven van een lange brief naar Rianne. Het werd nog even onderbroken door een 'theevisite' van Jaakief met een Belgische vriend die ook met plannen loopt België voorgoed te verlaten. Babbel-babbel natuurlijk.
Wie is Riannne? Ik heb haar ook nog nooit ontmoet, maar ik heb de laatste maand haar proefschrift gelezen. Mij trof de titel toen ik in September het nieuwe fakulteitsgebouw bezocht. Renier had het op zijn boekenplank staan. Het verenigde twee zaken die mij toentertijd hevig interesseerden. Zodoende 'viel ik van mijn geloof' en nam iets ter hand uit 'de oude tijd'. Ik had het mij nog zó voorgenomen: Géén herhalingen! Met die lange brief wilde ik haar bedanken voor de uurtjes leesgenot en de associaties die het had opgeroepen.
Het was een koel-klinische analyse van het ontwerpgedrag van een team. Zo hoort het ook in een proefschrift. Ook hoort het dat het warmbloedige enthousiasme voor het vak, het onderwerp en de (onderliggende) hypothesen tussen de kieren van het verhaal doorsijpelen. Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Rianne had er zelfs een stelling over. Alsof ze zich verontschuldigt zo koel-klinisch met het warmbloedige ontwerpen om te gaan.
--"Ontwerpen is vóór alles leuk", was altijd mijn stelling.
Zij vindt het kennelijk ook, maar beschrijft het natuurlijk als een academica betaamt:

"Bij goed ontwerpen is het eindproduct meer dan de som van de deelaspecten die geïntegreerd moeten worden (2+2=5). In onderzoek moeten deelaspecten juist geïsoleerd worden om gemeten te kunnen worden, opdat de som altijd te verantwoorden is (2+2=4). Ontwerponderzoek zal zich meer moeten richten op de meerwaarde in ontwerpen (het vinden van het additionele punt)."
Kortom: we moeten vóór alles de 'leukheidsfactor' blijven zoeken.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 10 december 2002
Vandaag alleen wat reisplanberichten:
Als het heeft meegezeten, zijn Theo en Mineke Zondag in Auckland geland en beginnen ze vandaag-of-morgen aan een tocht van drie maanden met de gehuurde camper. "Campertje", noemt Theo het steeds. Is het een koosnaamtje of voorziet hij met zijn 1.80+ lengte dat hij zijn benen niet zal kunnen strekken? Als ik hem ontmoet --want dat is het plan-- zal hij het mij wel vertellen. Hij gaat een reisjournaal bijhouden op www.euronet.nl/~voorsth. Daar zal hij er vast wat van zeggen.
De reis van Ghislaine en mij naar Rome kreeg tòch nog de half-verwachte wending. Het voorlopig gereserveerde hotel is afgezegd want we kunnen een appartement krijgen via haar time-sharing flat. Het is op een Golf Club 12km buiten Rome; met gratis 'shuttle' naar de stad. Voor mij scheelt dat vele uren verblijf in de 'stinkstad'; dat was de zwakke plek van dit prachtige plan. Zodra ik de volledige gegevens heb, zal ik mijn 'reisplan' updaten.
Mijn ticket naar Nieuw-Zeeland loopt nog niet zo vlot. Ik blijf bellen, surfen en tips natrekken. Vanaf 4 of 5 februari is er wel keuze, maar ik wil eerder weg. En óók 'budget'. Daar zit de kneep. Het beste 'bod' is nog via het reisbureau alhier, maar daar zit een 'wachtlijst' op een van de trajecten. De vraag is of die op tijd vrijvalt.
Behalve 'gewoon verblijven' en street observer zijn in het juiste klimaat, wil ik ook naar Melbourne en Wellington om (ge-emigreerde) jeugdvrienden uit mijn Venlo'se tijd op te zoeken. Die uit Melbourne heeft al laten weten dat hij de hele maand Januari niet ter beschikking is. Daar had ik op de heenweg langs willen gaan. Die uit Wellington belde mij op in Cabo Verde. Heel welkom! Tot zijn gouden bruiloft in Augustus kan ik niet blijven want dan is het daar winter. Jammer ;-)
De dagorde van vandaag en de komende dagen vermeldt: "Opruimen & Afmaken" zodat het "Inpakken & Wegwezen" snel en soepel verloopt als er opeens een leuke "last minute" uit de lucht komt vallen zodra mijn dochter Martine weg is na 3 januari.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 11 december 2002
In de loop der jaren heb ik hier op het eiland verschillende Duitsers ontmoet met een forse identiteitscrisis die is veroorzaakt door 'de oorlog'. Het is niet het eerste wat ter sprake komt, maar met sommigen is er geleidelijk-aan voldoende vertrouwelijkheid gegroeid. Zo hoorde ik uit de eerste of tweede hand verhalen die mij knikkende knieën gaven: 'Wat ben ik blij dat ik afkom van twee eerlijke mensen, die het in elk geval goed bedoelden'. Hoe kun je zo leven?, vraag ik me dan af.
Gelukkig zijn er ook heel positieve verhalen. Er is zelfs ternauwernood relatie tussen de werkelijke afgrijselijkheid van toen en de smartelijke gevoelens van nu. Behalve kinderen die hun ouders bij een bombardement verloren, gaat om vooral om kinderen (nu bijna 60ers) verwekt door bezettingssoldaten of, vaak erger, in de steek gelaten door een moeder die zo nodig: "Dem Führer ein Kind schenken" moest. Dat kind kwam dan meteen in een asiel terecht, zodat de moeder er geen omkijken meer naar had. Onvindbaarheid, botte ontkenning of angst om achter de waarheid te komen, alles kan gebeuren.
In Babelia wordt een Spaanse vertaling van een Duits boek besproken met zo'n geschiedenis. De schrijfster is Helga Schneider, en de NLse vertaling van de (Spaanse) titel luidt: "Laat me gaan, moeder". De schrijfster (1937) herinnert zich een beeld van haar moeder uit 1941, heeft in 1971 een vluchtige afspraak, en spreekt haar pas uitgebreid in 1998. Dat zijn de enige momenten van gezicht-tot-gezicht. Haar moeder is dan een negentigjarige in een tehuis in Wenen. "Ik was een mooie vrouw", kan ze terecht --en met trots-- zeggen.
--"Ik heb er geen spijt van dat ik bij Waffen SS ben geweest". Ze is helder van geest en herinnert zich alles in detail. Proeven met pasgeborenen: Wie kon het beste tegen het dodelijke gas . . . e.d.
Volgens de bespreking slaagt de schrijfster er in om haar eigen integriteit te behouden.
--"Als ik je aankijk, moeder, voel ik een hartverscheurende tweespalt. Instinctief trek je me aan: Ik ben van jouw bloed. Maar ik wijs je af over wat je was . . . en nu nog bent".
Ze weet er geen raad mee. En dan zegt de moeder:
--"Noem me maar 'mutti'"
Mijn knieën knikken. Wat moet ik daar mee? Is dat een begin van 'vergeving'?, zoals de recensent zegt.

PS Ik heb Reisplan bijgewerkt en o.a. ons adres in Rome vermeld. Ik heb een leuk oriëntatiekaartje gevonden: Waar ligt Auckland?
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 12 december 2002
De regen heeft toegeslagen. Eergisteren draaide de wind naar Zuid, maar het bleef nog droog. Gisteren regende het af en toe. Vannacht zette het door. Geen superbuien, maar wel soms heel hard. Ik voel mij dan een scheepje op de oceaan. Wolken en regenbuien komen en gaan. Soms bliksem en donder. Dan weer doodstil. Ook de wind houdt soms zijn adem in. Om op verhaal te komen, denk ik, want even later komt hij weer van alle kanten tegelijk.
Vannacht had ik de balkondeuren van mijn slaapkamer open laten staan. Met de ervaring die ik had van de andere flats van dit rijtje, wist ik dat alleen de vloer bij de deur nat zou worden. Zo niet deze flat. De vloer helt kennelijk iets naar achteren waardoor mijn bed, ver weg van de balcondeuren, in een geniepige plas water stond. Ik was meteen wakker toen ik opstond!! Met de gladde tegelvloer was er verder geen schade. Ik moest alleen zwabberen.
--"Dekzwabberen", dacht ik onderwijl, "net als op een echt scheepje op de oceaan".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 13 december 2002
--"Aj-aj!! Vrijdag de dertiende!! Wat moet ik daar van denken?"
--" - - - - -"
--"Niets dus"
Ander onderwerp:
--"Geen superbuien, maar wel soms heel hard.", schreef ik gisteren. Dat was de visie-vanaf-mijn-balcon, moet ik nu toegeven, want toen ik later naar beneden liep --het was even droog-- zag ik de ravage. De modderopruimploegen waren al bezig, al was de modderlaag niet zo dik als het vorig jaar. Althans niet in de binnenstad. (Toen viel er 50 liter water per kwadraat meter vlak bij de stad gedurende twee uur. Zie 21 en 22 November 2001). In de normaal droogstaande rivierbedding kolkte nu iets van banjir-formaat. Ongewoon geel van kleur. De hele haven was geel.
How come?
Iets hogerop in de Barranco de la Villa (kloof/ravijn van de stad), waar die vruchtbare tuindersgrondjes zijn; waar ik vaak wandel, bij het gehucht Chejelipes, waar ook een stuwmeertje is, was de weg verdwenen. Een waterval vanaf een dwarsravijn had kennelijk de hele bui moeten verwerken. Chejelipes was onbereikbaar. Geen persoonlijke ongelukken, maar er kwam wel een heel ander stuk berg --gele modder-- naar beneden. Vandaar die gele haven en grote takken en halve bomen die er door de banjir waren gelost. 'De stuwmuur had het niet begeven', zie iedereen opgelucht.
Het bleef bewolkt en winderig. Tegen de avond was er een korte hevige herhaling. Mijn balconstoelen waaiden weg, maar vannacht was er weer een klaar-heldere sterrenhemel. De rust lijkt weergekeerd. De natuur lijkt uitgeraasd. Over tot de orde van de dag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 14 december 2002
De rust is inderdaad weergekeerd. De zon straalt weer helder in de schoongewassen lucht. Er druppelen nog wat 'nagekomen berichten'. Zo was de zware regen inderdaad voorspeld. Woensdagavond had het weerkundig instituut nog een waarschuwing gestuurd voor 'zeer zware regen' voor de hele archipel: Tussen 60 en 120 liter per m².
Het was meegevallen: Allemaal onder de 60, behalve La Gomera waar op het vliegveld en hier in de stad resp 77 en 76 liter is gemeten. Dat is bijna 8 centimeter in één nachtelijke bui! Maar verder in de krant veel foto's van modderoverlast en geblokkeerde wegen door puin dat van de berghellingen spoelde. Zo was Valle Gran Rey de eerste dag niet bereikbaar. Bovendien was daar de stroom volledig uitgevallen tot gistermiddag 4 uur. Grote schade bij de restaurants, want de diepvrieskasten waren ontdooid.
Het valt mij op hoe weinig preventiefs er is georganiseerd voor een 'ongeval' waar je toch eens per jaar op moet rekenen. Een privé noodagregaatje kost toch geen geld!! Mijn I-café, bijvoorbeeld, perfecte moderne technologie, maar de 'klassieke' aansluiting aan het electriciteitsnet is bij iedere regenbui de laatste maanden in ongerede geraakt. Ik heb die aansluitingskast een maandje geleden bekeken. Ik zou die zelfs niet als 'tijdelijke aansluiting' in mijn huis willen hebben. Het zijn allemaal "mooi-weerelectriciëns".
Maar ook het hele eiland was 'geblokkeerd'. Dat had ik nog niet meegemaakt. De boot van Tenerife kon de haven niet binnen wegens de grote takken en halve boomstammen die van Chejelipes naar beneden waren gekomen. De laatste boot, Donderdagavond, waagde het er op, maar moest terugkeren. Het was de snelle catamaran van Fred Olsen. Die heeft een turbo-jet aandrijving. Die kon er niet tegen. De passagiers werden in hotels ondergebracht en kwamen pas gistermorgen aan. De klassiek geconstrueerde boot van Transmediterranea, die maar één keer per dag komt, had wel aangelegd.
Je begrijpt dat de grote politiek onder die omstandigheden weinig kans maakt bij de spraakmakende gemeente. Toch ga ik er vandaag mee aan de gang. De politieke partij, waar Ignacio zich druk mee maakt, heeft vandaag een congres. Vanmorgen zijn er --besloten-- commissie vergaderingen, maar vanmiddag begint het openbare deel. Daar heeft Ignacio mij bij uitgenodigd. Ik ben benieuwd.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 15 december 2002, vertrekdag
Het is nog vroeg in de ochtend. Mijn boot gaat pas om 1630. Morgenvroeg reis ik verder via Madrid naar Rome. Ik kan vandaag mooi inpakken, want ik heb er nog niets aan gedaan. Gisteren was een drukke dag. Na de ochtenbezigheden --marktinkopen, I-café, wandeling-- ging ik opnieuw naar beneden voor het partijcongres waar Ignacio mij voor had uitgenodigd. Om 1300 zou het openbare deel beginnen.
Het was het eerste 'echte' congres van Gomeraanse Afdeling van de PNC, de Partido Nacionalista Canario. Ignacio deed er verslag van zijn 'voorlopige' activiteiten vanaf April 2000. Het oprichtingscomité trad af. Een 'echt' bestuur werd gekozen met Ignacio als voorzitter.
Opeens is hij niet zomaar-iemand-die-aktief-is-in-de-politiek maar in dit formalistische wereldje is hij nu "erkend politicus". Pers en TV waren aanwezig. Vertegenwoordigers van andere partijen kwamen feliciteren. Ignacio en de voorzitter van de PNC van hele archipel werden geinterviewd. Nu 'mag' het opeens. Ze beschikken nu ook over een 'partijzetel', een piepklein kantoortje, maar er is nog geen geld om telefoon aan te leggen. Dat komt. De aktiecomité's in de andere gemeentes van het eiland gaan na deze 'wettelijke erkenning' met nieuwe energie aan het werk om sympatisanten en leden de winnen. Het 'mag'!
Hoewel Ignacio nooit erg mededeelzaam was over details, heb ik dat "informele proces" vrij goed kunnen volgen. Het leek soms "illegaliteit". Er waren veel ups and downs, want wie stiekem zijn voet kon dwarszetten liet het niet na. In het verslag van het voorlopige comité staat er één zinnetje over. Het klinkt als en stelling uit een proefschrift, ontdaan van alle emotie:
--"Het oprichten van een nieuwe politieke organisatie in regio's met conformistische en politieke dominantie gedurende twintig jaar, is behoorlijk moeilijk".
terug eerste dagboekregel

Guidonia (prov Rome), Appartementen Carpediem, maandagavond 16 december 2002
Goed aangekomen, maar erover schrijven doe ik morgenvroeg pas.
terug eerste dagboekregel

Guidonia (prov Rome), Appartementen Carpediem, dinsdag 17 december 2002
Ghislaine slaapt nog. Ik kijk terug op onze eerste reisdag, deels apart, deels samen. Ghislaine was een uur eerder op Fiumicino en zat naast 'mijn' transportband op mij de wachten. Ik vergat haast mijn koffer van de band te halen toen die was gekomen. Zij was om negen uur uit Eindhoven vertrokken en had haar auto op het vliegveld in Brussel achtergelaten. Zij landde om 1530 ik om 1630. Helemaal volgens schema. Eerst bijna drie uur naar Madrid, toen ruim twee uur naar Rome. Om zes uur was ik door mijn Tenerif'se gastheer Ernstl op het vliegveld gedropt. Dat was wèrkelijk een nieuwe ontdekking. Hij had mij Zondag van de boot gehaald en naar zijn --afgelegen-- huis in het zuiden van Tenerife gebracht: Een gecultiveerd eilandje verscholen in bananenplantages. Zijn vrouw Rita had gekookt. Ik had er gegeten en geslapen. En dat alles voor 37€!! Ik schrijf hier de telefoonnummers van Rita y Ernstl: 922 691 335 en 667 973 332. Je weet maar nooit, en zo vind ik ze zelf ook terug. (Voor de volledigheid: Hun vrienden hebben eenzelfde service. Die zitten in een dorp: Casa Verde, 696 701 349.)
Het grote probleem was altijd dat er in Los Cristianos geen hotel meer is te krijgen voor één nacht. Ze zijn allemaal overgegaan op "minstens voor drie nachten" als het geen hele week is. Vandaar dat ik --ten einde raad-- de nacht dommelend-op-het-vliegveld doorbracht als de ferry en het vliegtuig niet accordeerden.
Na onze eerste bijpraat- en ontmoetingsrituelen gingen we op weg naar "Het Appartement". Boze verhalen over stakingen ten spijt, zijn we er toch grotendeels met openbaar vervoer gekomen. 's Morgens was de staking wel begonnen, maar was snel verlopen. Forensen waren "voor-de-zekerheid" met de auto gekomen. Het appartement ligt 30 km Oost en het vliegveld 30 km West. Vanaf het oostelijke eindpunt van de Romeinse Metro, Rebbibia, is er een shuttle service van Carpediem. Terwijl we het openbare vervoer uitzochten, achtervolgden taxichauffeurs ons met "speciale aanbiedingen" die van 80 naar 70€ daalden.
Het werd laat. Het golfclubrestaurant was dicht wist de chauffeur te melden. Onderweg stopten we daarom bij een supermarkt. De shuttlechauffeur was allervriendelijkst en praatte gezellig terwijl we in de dikke file van de terugkerende forensen zaten. Het duurde ruim een uur, maar het kon in 15 minuten. Het woon-werkverkeer gaat over wegen die de landelijke sfeer van 20 of 30 jaar geleden weerspiegelen. Ze lagen er stukgereden bij. Neo-kapitalistische projectontwikkelaars hebben daar geen boodschap aan.
Ghislaine zit intussen in het luxe bad van dit comfortabel appartement. Ik zet alvast koffie. Om negen uur brengt de shuttle ons naar Rebbibia. Dan gaat onze eerste authentieke Rome-dag beginnen. Wat we tot-nu-toe hebben meegemaakt kan anywhere-on-this-planet. Nu willen we het èchte Rome zien!!
terug eerste dagboekregel

Guidonia (prov Rome), Appartementen Carpediem, woensdag 18 december 2002
Gisteravond waren we moe. De shuttle wachtte op ons bij Rebibbia en twintig minuten later waren we thuis. Wat een verschil met de eerste dag!! We kookten wat gezellige dingen die we onderweg hadden gekocht en hielden de dag voor gezien.
En het wás een drukke dag geweest!
Na de shuttle gingen we regelrecht naar de Sint Pieter. We zouden met het Roomse Rome beginnen hadden we gezegd. Dat was het meest overzichtelijk. Als postduiven cirkelden we eerst wat in de omgeving. We liepen eerst de Via di Conciliazione op en af tussen de Sint Pieter en de Engelenburcht. Het is een imposante route met zijn zuilen. Ze moest de nieuwe relatie --in 1929-- tussen Italië en het Vatikaan symboliseren. Imposant en imponerend zijn de juiste woorden voor het hele Sint-Pietergebeuren. Toch zijn de architectonische verhoudingen heel harmonisch. Ik maakte foto's van de in de vloer gebeitelde markeringen die de lengte van de 'andere' grote kerken in de wereld aangeven. "Even imponeren met onze 187 meter lengte!", dachten ze kennelijk bij de propaganda afdeling.
Toen ik er in 1949 was, stond er alleen een streepje van de St Paul's in Londen. Sinds 1989 is de Sint Pieter 'gepasseerd' door de basiliek van Yamoussoukro in Ivoorkust. Maar dat streepje kon ik niet vinden. Dat 'passeren' stond ook niet in de reisgids. Ik weet het uit mijn Encyclopædia Britannica.
Met de lift gingen we naar de ommegang onderlangs de koepel op zo'n 80 meter hoogte. Ghislaine bleef daar achter en ik klauterde de resterende 320 treden tot aan de trans op 135 meter. Met dagelijks 400 treden "in de beentjes", was dat een peuleschilletje. En het was dubbel en dwars de moeite waard!!
Het uitzicht over Rome, over de Vaticaanse tuinen en gebouwen die je anders nooit ziet. Het uitzicht in de richting van de Engelenburcht, het ovale plein met de Berninizuilen en de Via di Conziliazione zijn wèrkelijk mooi, harmonisch, gaaf. Je vergeet even dat imperialistische.
's Middags wilden wij het Roomse deel afronden met de Sixtijnse Kapel, maar die was alleen 's morgens open. Daar gaan we vandaag linea recta heen.
En zo begonnen we aan het profane deel. Het civiele deel. Te voet vanaf de gesloten deur van het Vatikaanse Museum langs de Engelenburcht naar de Spaanse Trappen, de andere top-trekpleister. De hoogtepunten onderweg waren natuurlijk de zuil van Marcus Aurelius met zijn veldtochten en het Pantheon. Wat ons opviel was het contrast tussen het Pantheon en de Sint Pieter: Nederige aanbidding van de vele goden tegenover triomfalistische verheerlijking van Die Ene.
Toen we als bedsermoen elkaar nog een vroegen naar 'het ene' en belangrijkste 'beeld-van-de-dag' op het op het netvlies, kwam bij mij die vogel naar voren die ik telkens had teruggezien op die (geroofde) Egyptische obilisken. Deze puntgaaf in het rode graniet geslepen hiëroglief, onaangetast door Grieks Intellectualisme en Romeins Imperialisme. Wij overleven dat G.-I. en R.-I. ook wel. Er is nog hoop. Zo sliep ik in.
terug eerste dagboekregel

Guidonia (prov Rome), Appartementen Carpediem, donderdag 19 december 2002
Gisteren was een druildag. Heel on-Romeins weer. Paraplu's, plassen op straat en iedereen keek ontredderd. Alsof het niet mocht. Natte voeten, verregende zomerkleding.
We begonnen met de Sixtijnse Kapel. 's Middags, toen het minder regende, wandelden we over het Forum Romanum. We hadden de ruimte. Er waren niet veel liefhebbers met dit druilweer. Ooit was het een druk wereldcentrum. Nu waren er zelfs geen toeristen. Het maakte mij beschouwender: "Sic transit gloria mundi".
Voor vandaag is weer volop zon voorspeld. Het was dus een intermezzo-dag. Toen we gisteravond thuiskwamen en ons tegoed hadden gedaan aan de wijn, de biefstuk en de andere hapjes uit de winkeltjes in Rebibbia waar we op de shuttle moesten wachten, zeiden we tegen elkaar dat we Rome een beetje in beeld hadden. Ik de verschillende gidsjes lazen we allemaal niet hadden gezien en we begrepen beter wat we wel hadden gezien. Kortom, de èchte verkenning van Rome kan beginnen. We maakten een lijst van wensen en witte plekken.
Vandaag was een excursie naar Tivoli voorzien, de buitenplaats waar Hadrianus zijn 'villa' had. Toen we het lijstje voor vrijdag-en-het-weekend klaar hadden, werden we door de receptie gebeld: 'De excursie gaat niet door!' Jammer, maar niet onthand. 'We beginnen gewoon een dag eerder aan dat lijstje'.
Vanmorgen gaan we dus naar de eerste witte plek: De Santa Maria Maggiore, vlak bij Stazione Termini en lopen door naar Trastevere om er uitgebreid te lunchen. De afgelopen dagen hebben onze eetverkenningen niet verder gereikt dan "het betere snackmenu": De Tavola Calda, waar warme gerechten klaarstaan die je aan kunt wijzen om je bordje te maken. Naast de pasta-, pizza- en deegwaren zitten daar uitstekende groenteschoteltjes bij zodat ik mijn non-kaas, non-granen diëet onopvallend kon realiseren.
Vol verwachting beginnen we onze derde Rome-dag: ipv zig-zaggend de hoofdlijnen ontdekkend, wordt het "invullen van de witte plekken". Het is nog vroeg. Ik zie de volle maan nèt ondergaan. De lucht aan de horizon is onbewolkt. De zon is er nog niet helemaal, maar ze krijgt wel de ruimte.
terug eerste dagboekregel

Guidonia (prov Rome), Appartementen Carpediem, vrijdag 20 december 2002
Het was een stralende dag. Wolkenloos tot op de horizon, maar met een koude lucht: 10º, later klimmend tot 15º. Gelukkig ook een beetje wind, zodat de giftige dampen niet al te zeer bleven hangen.
Stoer begonnen we aan onze eerste "witte plek": De Santa Maria Maggiore op de Esquilijn. Toen verder met de metro naar Circo Massimo om, na een korte blik op het hoofdkwartier van de FAO de kortste weg naar Trastevere te nemen: langs de oude renbaan, Het Circo Massimo. Die lag er prachtig bij met aan de overkant fraaie uitzichten op het Forum Romanum en de rest van de stad. Mooi met dat heldere weer.
Maar vóór we de brug naar Trastevere overstaken, bleven we steken bij een "nieuwe witte plek": De tempels van het Forum Boarium. Juweeltjes!! Kijk maar naar de foto's straks.
Ipv invullen van lege plekken, ontdekten we er steeds meer: Een beetje nederiger stapten we Trastevere binnen, de volksbuurt en buurt van dissidenten die nu opeens à la mode is geworden. Ons denkraam, dat we wel even zouden invullen, was te klein gebleken. We waren als het slimme jongetje dat tegen zijn vader zei (op een toon van 'dat heb ik over een week ook in mijn hoofdje'):
--"Als ik nu nog weet hoe een motorfiets werkt, weet ik alles."
We namen een lange lunch. 'Passen op de plaats'. 'Impasse in de uitvoering'. Thuisgekomen maakten we een nieuw plan. Concentreren op één ding, één wijk bijvoorbeeld. Het Pantheon en de omgeving is het geworden. Straks aan de slag! Ghislaine is al in bad. Ik ga koffie zetten. Om negen uur staat de shuttle weer klaar.
terug eerste dagboekregel

Guidonia (prov Rome), Appartementen Carpediem, zaterdag 21 december 2002
Toen we in de shuttle stapten, was het even stralend en helder als de dag eerder, maar een heel stuk kouder!! "Vier of vijf graden", zei de chauffeur. Later, in de stad, maar toen was het al na twaalven, zag ik een thermometer die 10º aanwees. Maar koud was het wel. Met mijn mediterrane-zomerhandjes had ik mijn handschoenen hard nodig.
We begonnen bij het Vatikaan om onze Vatikaanse ansichtkaarten met Vatikaanse postzegels te posten. Maar ipv te beginnen met onze 'diepteverkenningen' rondom het Pantheon doken we meteen de Engelenburcht in. Allereerst beschutting!!
Zo kwamen we in het kasteel, fort, noodpaleis dat was begonnen als mausoleum voor Hadrianus IV. Een gedicht van hemzelf staat ergens in steen gebeiteld. Yourcenar begint er haar prachtige boek over Hadrianus mee. In dit gedicht is Hadrianus in gesprek met zijn ziel, zijn genius. Hij neemt afscheid van zijn intieme levensgezel:


 ANIMVLA VAGVLA BLANDVLA
 
HOSPES COMESQVE CORPORIS
 
QVAE NVNC ARIBIS IN LOCA?
 
PALLIDVLA RIGIDA NVNDVLA
 
NEC VT SOLES DABIS IOCOS
 
Ik heb de (franse) vertaling van Yourcenar niet bij de hand. Er moet natuurlijk ook een NLse zijn, want het boek is ook in het NLs vertaald. Op het internet heb ik even gespeurd en ik vond een Engelse vertaling waarbij werd gezegd dat er een echte goede Engelse vertaling niet bestaat. Ik zoek verder. Hier is wat ik vond:


 little, gentle wandering soul
 
my body's guest and friend
 
to what far places are you borne?
 
naked, cold and pale
 
as the warmth and joy of life
 
you loved so slips away
 
Het gedicht heeft waarschijnlijk zijn grafkamer gesierd, maar die is later de schatkamer van de Pausen geworden. Er zijn mooi beschilderde vertrekken maar boven alles waren er de uitzichten over de omgeving, de Sint Pieter en de Tiber. De bladerloze bomen langs de Tiber, veelal platanen, het harde licht van de waterige zon in de wolkenloze hemel en de gewatteerde jassen waarin iedereen liep te kleumen maakten het tot echt winterweer. Net als die druil-Woensdag, héél on-Romeins.
De shuttle hadden we om 1600 besteld. Vroeg naar huis en in de sauna. En toen, goed doorgewarmd, vroeg naar bed.
Vandaag moeten we verhuizen. Het appartement liep van zaterdag-zaterdag. We hebben eerder deze week in Rome het hotel besproken wat ik in afwachting van het vrijkomen van dit appartement had gereserveerd. Kunnen we eens zien waar we misschien de hele week hadden gezeten. De shuttle staat om 1030 gereed. Inpakken!!
terug eerste dagboekregel

Rome, Hotel des Artistes, zondag 22 december 2002
Ochtend Het was gisteren gelukkig niet zo koud als Vrijdag. Het was al tegen de middag toen we in ons stadshotel aankwamen. Lekker dicht bij een metro en maar één halte van Stazione Termini. We begonnen met een kleine verkenningswandeling, allereerst om mijn postduivenbehoefte te vervullen door even om een 'nieuwe plek' heen te cirkelen en --veel practischer-- om een goed restaurant voor de lunch te vinden. Wat dat betreft was er nogal wat keus in de wijk, nèt buiten de drukte van de stationszône. We vonden een uitstekende Tavola Calda, de beste en de goedkoopste totnutoe waar we samen, met wijn en brood erbij, voor 21.70€ aten. Dat dit een kantoorklerkenwijk is, zal zeker meespelen.
Daarna waren we toe aan een siësta. Die hadden we de hele week gemist wegens de "shuttledwang". Toen stonden we klaar voor het project van de dag: De musea op de Capitool. Daar waren we een tijdje zoet mee. Ghislaine nam een franssprekende uitlegmachine, ik wandelde wat intuïtiever rond en met tussenpozen vertelde Ghislaine mij het belangrijkste van de mechanische gids.
Het meeste zijn mij bijgebleven de busten van de verschillende keizers en andere beroemdheden. Veel, de meesten, hadden dat uitdrukkingsloze dat ik uit "De Literatuur" kende. Daarom vielen mij de 'gewone' gezichten zoveel meer op. Expressieve unica, zoals je ze overal in Europa op straat zou kunnen zien, van minister tot straatveger. Er zijn geen 'klassieke gezichten'.

Avond Dat was de laatste dag. Nu nog inpakken. Ons afscheidsetentje hadden we vanmiddag in de buurt van het Vatikaan. We zijn deze laatste dag begonnen met de zegen van de Paus. Hij verscheen precies volgens de info om 1210 voor het tweede raam van rechts van het gebouw dat boven de Noordelijke vleugel van de zuilengalerij van Bernini uitsteekt. We waren vroeg. We waren ge-mis-informeerd: Het zou 1100 plaatsvinden. Maar het was leuk wachten. Het waterige zonnetje scheen heel helder en het werd zelfs iets warmer. Steeds meer mensen vulden het plein en stelden hun camera's in of installeerden hun videostatieven in de richting van Het Raam. Een rood vaandel werd onder het raam uitgerold. Handgeklap. Toen werd het menens. Even later verscheen de Paus. Weer handgeklap en een enkele "Viva!".
De luidsprekers waren duidelijk. Een toespraak in het Italiaans. Ook een stukje in het --vermoedelijk-- Kroatisch, want Kroatië had de reusachtige kerstboom op het plein geschonken.
En toen de zegen. Latijn; andere toon; veel plechtiger.
Handgeklap en "Viva's!!". Het was voorbij.
Terwijl we wachtten was er vanalles te zien geweest. Er was de 'echte' politie, niet de kleurrijke Vatikaanse, die allerlei wachtposten uitzette. Een kruising tussen zakelijkheid en esthetica hoe deze wachtposten telkens voor een Berninizuil werden gezet. (Je moet de foto's ervan bekijken (tzt) op fototime.com). Er marcheerde ook een mini-groepje van vier operettesoldaten van onduidelijke herkomst dwars over het plein. Buiten de zuilengalerij was er een tamboergroep die een show gaf en de binnenkomst van Driekoningen begeleidde.
Na de zegen liepen onze wegen uiteen. Ik had enorme behoefte aan een 'pittige wandeling'. Dat miste ik na dagenlang museumdribbelen en stadsslenteren. Ghislaine zette zich in het zonnetje bij een Berninizuil om bij te lezen in de vele reisgidsen. Zodoende "marcheerde" ik langs de zonnige Tiberoever met zijn ontbladerde bomen tot aan de rommelmarkt van Portuense. Precies anderhalf uur later was ik terug. Het had mij goed gedaan. Ghislaine was bijgelezen.
Toen op zoek naar een geschikte plek voor een uitgebreide, feestelijke, afscheidslunch. Daarvoor hoefden wij niet al te ver. Even buiten het toeristische gewoel aten wij; hoofdzakelijk tussen Romeinen zo te zien. En lekker!!
Terug in het hotel liepen onze behoeften nog steeds parallel: Eerst een broodnodige siesta!! Daar doet Ghislaine altijd langer over dan ik, zodat ik intussen in de lounge van het hotel mijn e-mail even heb bekeken en nu nog wat dagboek zit te schrijven. De rest van de middag/avond zullen we ook in gepaste vreugde --gemengd met sadness-- doorbrengen.
terug eerste dagboekregel

Rome, Vliegveld Fiumicino, maandag 23 december 2002, reisdag
Ziezo, dat was een weekje Rome. Voorbij alweer!!
Het is 0730 en ik zit te wachten op de vlucht van 0845. Tien minuten te voet naar Stazione Termini en een non-stoptrein van dertig minuten naar Fiumicino heb ik al achter de rug. De instapkaart voor Madrid-Tenerife heb ik ook al op zak. De kop is er af. Ghislaine heb ik slapend achtergelaten. Zij vliegt pas om 1530 naar Brussel. Ze maakt nog een laatste stadswandeling vóór haar vertrek.
Gisteravond, na de zeer late siësta, zijn we de deur niet meer uitgeweest. Zittend op het bed, onder het genot van een paar glaasjes Spumante en een stuk Panettone, hebben we onze week geëvalueerd. Het was lang geleden dat we zo samen zo'n week op reis waren. Onze schaarse ontmoetingsweken zijn altijd "op bezoek bij de ander", ik in Eindhoven, Ghislaine op La Gomera of in haar huis in Cessenon waar ik het huishouden voer, want ik resideer daar drie zomermaanden of langer.
Het was ook een vorm van nagenieten en de eindconclusie was eenduidig: "Voor herhaling vatbaar!!" Volgend jaar, bijvoorbeeld, Napels. De kou is een duidelijk minpunt, maar 'verdraagbaar' als het maar voor een week is.
Maar ook praktische zaken bekeken we aandachtig. Zo zou ons oorspronkelijke plan om zeven dagen in dat hotel te verblijven fataal zijn geweest. We waren het bijna vergeten, maar voor mij zijn actieve ochtenduren even noodzakelijk als voor Ghislaine dezelfde uren die in opperste stilte en rust moeten worden doorgebracht. Dat kan niet in één hotelkamer; zeker niet als er geen uitloop is naar een lounge waar ik kan zitten schrijven. Het alternatief is gaan wandelen, maar om dat van 0500 tot 0900 te doen is ook wat overdone.
Het RCI-appartement bracht dus onverwacht redding. Het lag een onhandig eind buiten de stad. Mooi als je komt om te golfen (Carpediem is een golfcentrum), maar niet als je iedere dag de stad in wil. Een sterk punt was ook het landelijke: Ik was, althans gedurende de nacht, bevrijd van stadse gifgassen.
'Uit eten', doen we allebei graag, maar twee keer per dag een hele week . . ., nee! We hebben de beste herinneringen aan onze gemeenschappelijke kokkerèlavonden, in Cessenon, in Eindhoven en op La Gomera, en nu weer in Carpediem.
Het is dus duidelijk dat ons "Plan Napels", of een andere stad aan de Middellandse Zee, aan het volgende programma van eisen moet voldoen:
   1 appartement of suite
   2 buiten de stad, maar wel bij frequente bus of trein

Los Cristianos, in de haven, maandag 23 december 2002, reisdag
En nu nog een uur wachten op de boot. De reis had niet voorspoediger kunnen gaan. Dat is nog eens wat anders dan de drie-uren-plus naar NL op de heen- èn terugweg in September; of die annulatie in Kaapverdië in November.
Vanaf Madrid heb ik met Ghislaine gebeld. Ze was onderweg naar de Jesuitenkerk, de moeder van alle barokkerken ter wereld. Die was er op onze wandelingen bij ingeschoten.
Ik heb mij intussen weer in de Spaanse wereld ingeleefd. Vanaf Rome las ik El País van Zondag en vanaf Madrid die van vandaag. Op de heenweg had ik het laatste 'Spaans' gelezen. Daarin stond het 'nieuws' dat de vice-president zich nogal klagerig had uitgelaten:
--"In de VS stond het volk als één man achter Bush na 11-S terwijl wij door het volk in de steek worden gelaten met de nationale ramp van de Prestige. Het gouvernement had zelfs paspoorten aan de zelfmoordpiloten verstrekt, maar wordt niet, zoals wij, beschuldigd van incompetentie".
Lacherig commentaar kon natuurlijk niet uitblijven. Zelfs in deze weekendkrant klonk het door:
--"De regering vergeet dat om het volk achter je te krijgen er zelf ervóór moet gaan staan en niet eerst een weekendje privé zaken regelen."
Dat laatste slaat op Fraga, de president van de betrokken regio, een bekende franquistische botterik die het probleem aan zijn assistenten had overgelaten omdat hij zijn jachtpartijtje niet wilde afzeggen. Nu, onder druk gezet om af te treden, weigerde hij en zei laconiek:
--"Waarom zou ik? Ieder ander zou het niet beter hebben gedaan".
--"Hij was nog te dom om van Bush of van de burgemeester van New York te leren. Die gelaste onmiddelijk een diepgaand onderzoek en toonde zijn betrokkenheid."
De kontendraaierij van deze regering ontaard in paniekvoetbal. Zelfs na weken hebben ze geen grip op de situatie. De oppositie hebben ze de schuld proberen te geven, en het lang verwachte fiasco van het regeringsbeleid om zonder belastingverhoging een sluitende begroting te krijgen proberen ze ook op de ramp te schuiven. Commentaar:
--"De kosten van de ramp zinken in het niet bij het begrotingstekort en bovendien gaat het om tegenvallende inkomens, niet om tegenvallende uitgaven."
Inderdaad, paniekvoetbal.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 24 december 2002
Veel nieuws is er nog niet te melden sinds gisteravond in Los Cristianos. Ik zet mij er nu toe om het handgeschreven dagboek over te typen. Misschien lukt het niet helemaal voor ik naar het I-café moet. Vanmiddag, vanavond en morgen is het dicht. De rest komt dan later deze week.
Onmiddellijk na thuiskomst belde ik Ghislaine. Zij reed nèt de laatste halve kilometer naar huis. Samen uit, maar óók samen thuis. Bijna op de minuut!!
Voor vanavond ben ik uitgenodigd bij de ouders van Ignacio op het familie-kerstdiner. Ik heb uit Rome (vliegveld) een panettone meegebracht. Dat is een kerstcake die de Italianen elkaar cadeau geven. Op Barajas heb ik een typische lekkernij van het schiereiland, uit Extramadura, gekocht: Bombon de Higo, gedroogde vijgen in een chocoladejasje. Als bijdrage aan de feestvreugde vanavond.
Het zal een zoete bedoening worden, want de moeder van Ignacio was al weken geleden begonnen met allerlei Spaans kerstsnoepgoed in huis te halen. Iedere streek heeft iets eigens. Alicante doet veel met amandelen. Turón in alle variaties. De Canarias zijn bekend om hun Poverone gebaseerd op geroosterd maïsmeel. Dat laatste, gofio genaaamd, is volksvoedsel nummer één. Ze strooien het lepelsvol in de soep, of kneden er met een minimale hoeveelheid water stevige bollen van. Die snijden ze dan in plakken en leggen er plakjes (geite-)kaas op. En/of plakjes sterk ingekookt vruchtenmoes. De franse coing, die hier membrillo heet, is favoriet Ik zal morgen verslag doen van het kerstdiner.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Kerstdag 2002
Het is al middag. Het is een luie niksdoendag. Ik ben kennelijk nog niet helemaal bijgekomen van de Romeinse luchtvervuiling en de Romeinse kou. Ik denk altijd dat het de volgende dag over is, maar ik weet dat het enkele dagen aanhoudt. Ik had vanmorgen geen puf om een flinke wandeling te maken. Het overtypen van het handgeschreven dagboek is er ook nog niet van gekomen. Ik blijf in huis was opruimen en her-en-der probleemtjes oplossen. In de mail zat een knoepert van een misverstand met een vriendin. Dat houdt mij bezig, maar ik ben nog niet aan aktie toe. Ook klopte er iets niet met mijn bank in Cessenon. Die brief heb ik wel de deur uit.
En zo nog een paar trage klusjes voor deze stille dag. De zee is rimpelloos. Het is onbewolkt en de Teide heeft een sneeuwkap. Tijdens mijn Romeinse afwezigheid heeft het heel veel geregend. Ècht veel, zei Ignacio. Het land is nog vochtig. Dat ruik je. Dat is zeldzaam aan deze kant van het eiland.
Het 'harde nieuws' is dat ik mijn definitieve reservering voor Auckland heb. Op 7 januari vlieg ik met Singapore Airlines vanaf Madrid. Op 9 mei vlieg ik terug vanaf Auckland. Dat is dus geregeld.
In de mail zat ook een Spaanse kerstwens van mijn neef Dries, zoon van mijn zus Tiny. Hij volgt sinds kort Spaans bij de Leidse Onderwijsinstellingen. Deens spreekt en schrijft hij al. Hij is een talenverzamelaar. Hij vroeg of ik met hem in het Spaans wilde schrijven. Ik liep al met plannen om mijn Spaanse Apuntes weer nieuw leven in te blazen. Dat idee viel opeens op zijn plekje. Ik heb hem voorgesteld dat ik een speciaal dagboek zal schrijven met hem als 'lezer-waarvoor-ik-schrijf'. Als hij daar nu op antwoordt, of anderszins commentaar geeft, kan het een leuke 'publieke' correspondentie worden. Wie weet? Ik zal de andere 'spaans-lezers en -lezeressen' (voorzover bekend) op de hoogte stellen.
Het kerstdiner bij Ignacio was gezellig. Het begon met een glaasje wijn uit Hermigua en we keken op TV eerst naar de traditionele toespraak van de koning. Ignacio en zijn moeder hadden gekookt en de tafel klaargemaakt. Mijn Italiaanse cake kwam niet aan bod, want --traditioneel-- is er een enorme collectie dulces, zoetigheden uit allerlei (spaanse) contreien. Alicante en Jijona staan bovenaan met hun turón maar ook Canarische, Catalaanse en Baskische lekkernijen waren op de een aparte tafel uitgestald. Mijn vijgen-in-chocoladejasje uit Extremadura hadden ze niet, maar ze kenden ze wel van andere jaren. Die hebben we wel geproefd.
Zeer voldaan, letterlijk en figuurlijk, ging ik naar huis. Deze luie dag komt dus niet alleen van de Romeinse ervaringen. Het Gomeraans kerstmaal heeft er zeker aan bijgedragen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Tweede Kerstdag 2002
Ondanks de traag-luie start gisteren, ben ik toch behoorlijk op slag geraakt. Het Rome-dagboek is bijgewerkt en er is nogal wat post verzendklaar. Ook heb ik Adressen en Reisplannen bijgewerkt met de nieuwste gegevens over mijn reis naar Nieuw Zeeland. Ook kun je in het Lopend Dagboek deze maand in de 'gewone' volgorde lezen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 27 december 2002
Martine, mijn dochter, komt vanavond 1950 aan op Reina Sofia. Theoretisch zou ze de boot van 2030 kunnen halen . . . Ik ga haar afhalen en we overnachten samen bij Rita & Ernstl, de 'ontdekking' waar ik 17 december over schreef. Zaterdagmorgen nemen we de boot naar hier. Het vorig jaar hebben we dat probleem opgelost door in Santa Cruz te overnachten en van de volgende dag een 'stadswandeldag' te maken. Nu zullen we dat op de terugreis doen want zij vertrekt pas laat.
Ook gisteren heb ik mij geconcentreerd op "afwerken en wegwerken". Er is achterstand met (electronische en fysieke) post en het complete "opruimen en wegwezen" staat voor de deur. Geen tijd voor leuke pirouetjes en interessante afdwalingen. Dat moet vandaag ook zo blijven anders wordt het ècht een chaos.
Toch heb ik mij een kleine escapade gepermitteerd en ge-surf-zocht naar 'betere' vertalingen van het gedicht van Hadrianus. En met succes!! Met name heb ik de prachtige Franse vertaling van Yourcenar teruggevonden. Ook vond ik een curieuze NLse vertaling uit de 19e eeuw. Ik hou jullie op de hoogte, maar vandaag gaat "afmaken en wegwerken" vóór.
terug eerste dagboekregel

Bij Rita & Ernstl, Tenerife, zaterdag 28 december 2002
Ik logeer weer bij het doorreis-adresje waar ik ook op de Rome-reis gebruik van moest maken. We kwamen gisteravond tegen negen uur hier aan. Het vliegtuig was 20 minuten te vroeg, maar de bagage duurde buitengewoon lang. We hebben hier gegeten. Er waren nog een paar andere gasten. Het was gezellig, maar er werd heel veel gerookt. Bovendien had het een paar dagen geleden hier ook zo veel geregend dat het huis nog vochtig was. Alles bij elkaar niet een klimaat waarbij ik mij gezond kan houden. Het zij zo. Martine zal zo wel opstaan. Om acht uur brengt Ernstl ons naar de haven.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 29 december 2002
Op de boot waren we allebei zee-ziek. Ik kon het nèt mooi houden, Martine moest overgeven. Veel andere passagiers ook. De zee was nogal wild.
Op La Gomera aangekomen zijn we eerst een tijdje in de frisse lucht gaan zitten om uit te waaien. En om lekker bij te praten, want dat was er op de boot niet van gekomen. Na de boodschappen namen we een taxi naar boven met de bedoeling de rest van de middag daar lekker uit te rusten. Tegen de avond kregen we weer zin in een wandeling. Toen hebben we de pantoffelparade in de benedenstad bekeken en in souvenirwinkels gezocht naar de typische klederdracht van het eiland. Martine wilde zoiets kopen voor een verkleedfeestje binnenkort in NL. Vooralsnog geen succes. Het was heel erg druk want er lag nèt een Italiaans cruise schip in de haven.
Het is nog vroeg. Martine slaapt nog. Straks gaan we een grote wandeling maken.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 30 december 2002
Het werd inderdaad een grote wandeling. Van half tien tot half vier, maar daarin zat de lunch bij Inta van een uur. Het was dus een vijf-uurswandeling. Niet slecht voor de eerste dag.
Intensief bijpraten en 'ieder-voor-zich' wisselen af. Martine leest dan en ik werk aan het schiften van de Rome-foto's en aan een bijlage met enkele vertalingen van het gedicht van Hadrianus (zie 21/12).
Er zijn vertalingen die zoeken naar de geserreerde haiku-achtige beknoptheid van de Latijnse tekst. Andere zijn ongegeneerd wijdlopig. Samen geven ze een beeld.
Als ik nu die Latijnse tekst lees voel ik, met mijn mini-kennis van Latijn, de ontroering in wat Hadrianus tegen zijn ziel --tegen zichzelf-- wil zeggen. Probeer het maar.
Martine vertaalde het aldus:

Vrije geest, die bij mij woont,
Waarom scheiden wij?
Bleek? Stijf? Naakt?
Waar blijven nu jouw grapjes?

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, Oudejaarsdag, St Sylvester, 2002
Ik heb het zo druk met 'sociaal reflecteren' dat er voor 'reflectief schrijven' haast geen tijd is. Daarom alleen logboekopmerkingen. Gisteren ontmoetten we Piet en Willy, NLers die de warmte van de Gomeraanse zon opzoeken. Ignacio had hun warm gemaakt voor zijn eiland tijdens zijn bezoek aan NL deze zomer. Gisteren, op een terrasje in de zon, hadden we onze planningsvergadering. Ignacio had zijn nieuwe oficio in de politiek en vakbond even ontvlucht. Overmorgen zullen we allemaal met Ignacio enkele speciale plekjes bezoeken. Vandaag gaan we met Piet en Willy een wandeling maken. Daarna barbecue bij P&W. Tot slot naar HET feest hier op de markt. Het is helemaal "VAKANTIE"
Na de vergadering hebben Martine en ik toch nog maar een reflectieve wandeling gemaakt. Om ons eigen feestje te blijven vieren.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek December 2002