Mijn Dagboek 17

Dit is Dagboek 17 van 1 tot 31 Oktober 2001. Het begint met mijn laatste dagen in Cessenon. Ik memoriseer dat je die dag als 011001 kunt schrijven. Natuurlijk is er veel commentaar op NY1109 en ik vind US-bronnen van "waarnáár de bobo's niet hadden willen luisteren" en wat de "experts al lang wisten". Ik haal wat oude netwerkliteratuur van de zolder omdat het actueel is, haal Limburgse verjaardagrituelen op naar aanleiding van de 103 geboortedag van mijn vader. In La Gomera tel ik weer eens de traptreden, moet wat burocratische hindernissen nemen, en voel mij zeer vereerd met een uitnodiging voor de boda van de ouders van Ignacio. Het eindigt met een verslag van mijn vertaalpogingen met online vertaalmachines.


Cessenon sur Orb, Frankrijk, maandag 01-10-01
Wie mij kent, weet dat ik af en toe een cijferfreak of een jaartallenmaniak wordt. Het zal je daarom niet verbazen dat het bijzondere van de dag van vandaag mij opvalt. Allemaal nullen en enen! 011001 In deze schrijfwijze hadden we er in Januari drie en deze maand ook, maar dan zal het weer heel lang duren. Nogal zeldzaam dus, maar niet zo zeldzaam als de numerieke dubbelpalindroom van twintig februari 2001 --Ghislaines verjaardag-- 20022002 De vorige is 800 jaar geleden en de volgende laat 800 jaar op zich wachten. Voor details moet je in mijn februari-dagboek zijn; toen had ik de vorige gekte. Heel wat erger dan nu.
Je ziet intussen dat ik goed ben aangekomen. Gisteravond al. Ik werd allerliefst --en onverwacht-- door mijn 'beschermengelen' van Zaterdag tot op het perron uitgewuifd. Het eelt op het afscheidsplekje van mijn ziel smolt weg. Ik nestelde mij in een hoekje om er van te genieten.
De treinen waren op tijd. Onderweg spelde ik Le Monde en Le Figaro uit zodat ik weer àlles weet: The Attack, Toulouse en de beschouwingen over de 'stille' wraakneming. Gelukkig zie ik het genuanceerde denken wat meer doorbreken en wordt de waanzin van een spectaculaire wraakneming wellicht tijdig ingezien. Het is te hopen dat door het 'theater' van de laatste dagen de VSse "publieke opinie" zoveel vertrouwen in haar regering krijgt dat zo'n spectaculaire revanche niet meer nodig is om het vertrouwen te behouden.
Ik heb mijn eetvoorraad --wellicht voor de laatste keer-- bij de supermarkt aangevuld en denk verder alleen maar: "Afmaken!", "Afronden!", "Géén nieuwe ideeën!"/
Maar ik zal jullie toch op de hoogte blijven houden. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Zo heb ik vandaag de eindredactie gedaan van de 16e NLse reisbrief die hiermee in ere is hersteld. Morgen printen en dan successievelijk de deur uit in de komende dagen. Html-en daarvan komt later.
En het Septemberdagboekje kan ook worden afgesplitst. Ik houd mij in topconditie om het inpakken-wegwezen soepel te laten verlopen. Het 'vluggertje' naar NL was een geslaagde generale repetitie.
Vanmorgen heb ik weer mijn grote dagelijkse wandeling gemaakt. Hier op bekend terrein is dat heel wat anders dan een groene corridor in Parijs, slenteren door Rotterdam of dromen van Eline Vere in de Couperuswijk van 's Gravenhage.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, dinsdag 2 oktober 2001
Een herfstwandeling in deze streek is echt héél anders. Als de temperatuur mij niet dwars zou zitten zou ik ervoor willen blijven. De geuren zijn zoveel anders en 'rijker'. Maar dat laatste kan ook komen door het simpele effect dat het 'nieuw' is. Wijngaarden na de druivenoogst worden gele vlakken; andere worden mooi herfstrood. Hier in de tuin vallen de blaren van de platane-mûrier. Daarvan komen --net als de notenboom in NL-- de blaren laat en vallen vroeg. Toen ik kwam, waren ze er ternauwernood.
Ik zie nu ook voor het eerst de vrucht van de arbousière, die hier ook wel 'aarbeienboom' wordt genoemd. Een zeldzame boom die alleen in deze streek voorkomt, volgens mijn wandelboekje. Helaas zijn ze pas rijp in November. Met enige fantasie lijken ze op een aardbei, tenminste als je je die kogelrond voorstelt en zo groot als een niet al te grote kers. De schil is nu nog hard, maar schijnt zacht te worden. De smaak is ook nog uitzonderlijk bitter, maar dat verandert ook. Je kunt ze zò van de boom eten. Ze schijnen heel lekker te zijn, maar, zeggen ze er lacherig bij,: "Niet teveel!"
Ik weet niet precies wat er dan gebeurt, want de uitleg wordt gesmoord in lacherigheid van het hele gezelschap. Het zij zo, maar iedereen is het erover eens dat je er uitstekende likeur van kunt maken. Herfstpraat dus.
Op mijn wandelingen de laatste weken had ik er een gewoonte van gemaakt om regelmatig te proeven van de steeds rijper wordende druiven. Er tekenden zich langzamerhand steeds grotere verschillen af, maar lekker werden ze niet. "Wijndruiven zijn niet om te eten", heet het hier.
Maar, nu na de oogst, als ik proef van de achtergebleven trosjes, verandert dat helemaal. Uiterlijk blijven het onogelijke kleine 'kriedeltjes' en ook de schil is meestal nogal hard. Maar het narijpen doet ze goed. Ze worden geoogst op het maximum van hun suikergehalte; daar worden ze bij de coöperatie op afgerekend. Maar hun werkelijke smaak schijnt pas daarna tot rijping te komen. Inderdaad, sommige blijven 'nergens' naar smaken, maar ik kom van mijn wandeling steeds thuis met de allerlekkerste druiven waar ik met smaak van eet.
Verder zijn er natuurlijk nog wat late vijgen en bramen. Allebei nogal klein dit jaar wegens de droogte. Vooral de bramen waren dit jaar werkelijk waardeloos. En de eerste verse noten gaan komen. Allemaal gewoon 'langs de weg' gevonden. Ik bedoel zelfs de verharde teerweg, want over de boswegen en bospaden loop ik liever niet met al die jagers die op iedere beweging schieten. Dat beperkt mijn areaal zeer, behalve op Woensdag. Dan is de jacht verboden omdat dat de vrije dag is van de scholen. En dan spelen kindertjes in het bos.
Morgen 'mag' ik dus weer een gewone wandeling maken. Mooi, maar de herfst in deze streek wordt er onaantrekkelijk van. Dus toch maar snel vertrekken.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, woensdag 3 oktober 2001
Om te beginnen een onverwacht slecht bericht (slechte berichten komen altìjd onverwacht) dat me eerst van het hart moet. Ik dacht a.s. Maandag in hetzelfde appartementsgebouw te trekken als de vorige jaren. Ik kreeg ieder jaar wel een ander van de zes appartementen toegewezen, maar ik kon iedere keer weer genieten van hetzelfde uitzicht en de ècht zuivere lucht. M.i. enige plekje van San Sebastian met die combinatie.
Mispoes!! Ik werd zojuist opgebeld dat ze geen appartement vrij hadden. Het was al langer 'riskant', maar ze hadden mij beloofd dat er altijd plaats voor mij zou zijn. Ook dit keer had ik het afgesproken, ik hoefde alleen maar op het laatste moment mijn juiste aankomsttijd te melden. Toen ik het een paar jaar geleden voor het eerst huurde was ik de enige; de rest stond lang leeg. Langzamerhand is het een aantrekkelijke plek geworden. Bovendien eisten ze een 'lang' verblijf. Geen gedonder met een paar weekjes. Mijn 'korte' periodes van drie of vier maanden zagen ze door de vingers. Dat is nu voorbij. Hoe dan ook, even wegslikken en een andere oplossing zoeken.
Ik heb flink gewerkt aan de site de laatste dagen. Het september dagboek is gereed. Dat maakt de eerste pagina een stuk lichter (en sneller!). Die was uitgegroeid tot 100kB en is nu nog maar 32kB. Ook heb ik het serietje foto's van dit huis in Cessenon een stuk lichter gemaakt met behoud van kwaliteit. Bekijk ze maar eens, dan zie je waarvan ik nu afscheid zit te nemen.
Verder is de De nieuwste NL-brief de zestiende, gereed. Je kunt 'm hier aanklikken en een dertigtal "èchte" gaat morgenvroeg op de post.
En zo is er weer een taakje afgerond van alles wat nog moet gebeuren vòòr mijn vertrek a.s. Zondag.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, zaterdag 6 oktober 2001
Nog één nachtje slapen!!
Morgen vertrekken!!
Ik krijg er zin in!!
Ik kijk altijd wat op tegen dat vertrekken. Het opruimen, het afscheid nemen, het opnieuw reduceren van mijn wereldje tot 15 kilo. En ik wil dan nog zoveel afmaken. Nog éven dit! Nog éven dat! En al die andere --noodzakelijke-- klussen maar wachten. Dat zijn er nogal wat in en om een huis met een tuin van 1000 meter. Gisteren wilde ik het gras nog eens maaien. Bàlen! De motor sloeg telkens af binnen een minuut of zo. Ergernis!!
Maar nu heb ik dan de bulk van de 'zorgjes' achter mij. Wat nog rest is overzichtelijk. Ik kan weer even tijd nemen om te schrijven. Om te vertellen dat ik gisteravond op afscheidsvisite ben geweest bij Tanar en bij Olivier, twee --heel verschillende-- vrienden die ik hier heb ontmoet.
Tanar ontmoette ik bij de presentatie van een nieuwe wijn op Chateau Coujan. Er was tevens een tentoonstelling van de Engelse aquarellist die het etiket had ontworpen. En Taner is een kunstschilder; en 'British'. Vandaar. Eigenlijk was hij altijd schrijver en dichter, maar dat schilderen is de laatste jaren pas gekomen. Ik heb een paar van zijn recente tentoonstellingen gezien en natuurlijk praten we vaak over zijn werk.
Olivier was de jongeman die het vorig jaar --toen hij werkeloos was-- onze grote haag had geknipt met een vriend. Ze zouden het dit jaar weer doen, maar nèt toen het daarvoor tijd was, kregen ze een volle baan. Olivier bij de Cave Coöperative van Roquebrun. Hij is goed op de hoogte van allerlei lokale zaken: wijn, jacht, vissen. Vooral vissen was zijn hobby. Hij geniet, na zijn Parijse jeugd (hij is opgegroeid hartje Parijs, in het vierde) van al die 'landelijke' zaken. Hij heeft ook een computerhobby en speelt niet onverdienstelijk accordeon op bruiloften en partijen. Kortom een levensgenieter.
Maar de laatste weken zagen we elkaar niet veel wegens de vendange. Iedere dag héél lange dagen, en hij, als laborant, als 's avonds de aanvoer van druiven stilligt, nog een paar uurtjes extra om "le jus" te verzorgen. Voor het laboratorium duurt de campagne daarom enkele weken langer. Tot "le jus" goed verzorgd in de juiste containers zit. Dan is er weer tijd voor jacht, vissen en vrienden.
Dat betekent niet dat er nu niets van komt. Gisteravond hebben we een glas gedronken uit zijn voorraad van 'ongeëtiketteerde' proefflessen. Experimenten met wijn die wellicht ooit in de handel komt. Of nooit, want het zijn de dromen van de wijnmaker waarvoor ze, vanuit zo'n bescheiden cave, niet de vereiste prijs kunnen krijgen. Beroemde chateaux wèl. Heel bijzondere wijnen soms.
En a.s. zondag is er weer een jachtfeest. De jacht is weliswaar al een paar weken open, maar die in de wijngaarden moet wachten tot de druiven zijn geoogst. Daarom een feestje. Op de markt. Met muziek. Wijn en hapjes gratis: Om elkaar de sterke verhalen te kunnen vertellen. Dus iedere Fransman pakt de spuit en gaat op jacht:
--"Ik denk dat ik ga, maar wèl met mijn orange-rode vest en baret. Je weet nooit!", en hij maakt een pief-paf-poef gebaar in mijn richting.
--"Blijf maar lekker thuis en slaap eens goed uit. Dan gaan we samen lekker lang dansen", zegt zijn vrouw.
Ik hoor het wel, want we hebben beloofd elkaar met e-mail op de hoogte te houden.
terug eerste dagboekregel

Cessenon sur Orb, Frankrijk, zondag 7 oktober 2001, VERTREKDAG!
Het is nog vroeg in de morgen. Bijna alles is opgeruimd. Wat er nog ligt past in mijn reiskoffertje. De nervositeit van de vorige dagen is voorbij.
Ik heb zojuist extra heerlijk gedouched. Ik heb mij verwend. Als een rituele reisvoorbereiding. Ik heb mij extra zorgvuldig gekleed.
De 'onafzienbare' klus van opruimen en winterklaar achterlaten is 'overzienbaar' geworden. Het zijn nog de laatste --overzichtelijke--restjes. De lakens en de slopen van vannacht zitten in de wasmachine en die laat ik straks achter -- opgehangen in de garage. De gejaagdheid is voorbij; ik kom toe aan rustig afscheid nemen. De dingen nog eens goed bekijken; ieder detail nog eens goed in mij opnemen en "Dag!" zeggen.
Het afscheidsplekje op mijn ziel is tot rust gekomen. Ik verlang naar Het Nieuwe. Ik verlang naar De Reis. Naar het moment dat 'ik-en-mijn-koffer' weer mijn hele wereld zijn. Het werd hoog tijd. Vijf maanden op één plek is te lang.
Ik ben klaar.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 9 oktober 2001
Ik ben gistermorgen goed aangekomen. Ignacio haalde mij om tien uur van de boot. Ik kon voorlopig bij zijn ouders logeren. Daarmee was mijn onverwachte huisvestingsprobleem opgelost. Ik heb mij gisteren wat "gesettled", kennis genomen van de post van vijf maanden, enkele siësta's gehouden en ben vroeg naar bed gegaan. Nu ben ik weer op slag.
De laatste uurtjes in Cessenon was de zon weer doorgebroken dus de tocht met Taner naar het station was niet zo grijs en druilerig als de laatste week. Ook de treinreis ging door wijngaarden getooid in de mooiste herfstkleuren. Zò kan de herft er kennelijk ook zijn.
In Barcelona haalde ik het laatste treintje naar het vliegveld. Op de TV zag ik dat Bush zijn revanche was begonnen. Gewoon het oude recept: Platbombarderen! Het roept alleen maar meer wraak op. Wraak die wij westerlingen al op ons hebben gehaald tijdens de kruistochten en nu weer nieuw voedsel geven. Ik droomde --gedurende in mijn dommelmomenten die reisnacht-- dat het alleen voedselbombardementen zouden zijn. Dat zou pas een echte spectaculaire revanche zijn. Ik dagdroomde er op verder: "Pourquoi pas?", dacht ik, ¿Cómo no? en Random kindness and senseless acts of beauty, mijn nieuwjaarswens uit 1994. Of anders gezegd: Met honing vang je meer vliegen dan met azijn. Maar misschien gaat het uitsluitend en alleen om de azijnindustrie. Die van de honing levert niet zo'n hoog rendement op korte termijn. Of honing zal geen beursnotering hebben.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 13 oktober 2001
Het is al weer Zaterdag. Gisteren, de twaalfde, was het nationale feestdag, of beter, Internationale Feestdag voor El Mundo Español. Het is de dag van de Hispanidad. Alle landen waar de Spaanse taal of cultuur een belangrijk element is, doen er aan mee. De Portugees-talige, waar de Spanjaarden de rest van het jaar nogal wat denigrerende grappen over ten beste geven, zijn dan opeens ook lid van "De Grote Spaanse Familie". Er is dan een heel lang televisieprogramma waarin groepen uit al die landen optreden. Zo heb ik wel eens een groep uit Los Antiles Holandeses gezien. Óók van de familie!
Maar gisteren had ik de hele avond een dergelijk radioprogramma op staan. Als achtergrond bij een klus die ik urgenter vond: Het afmaken van mijn speurtocht in Encyclopedia Britannica naar wat filosofen over het tijdsbegrip hadden te melden. Het overvloedige materiaal heb ik tot een leuk opstelletje ingedikt. Misschien wel aardig om eens te lezen hoe de twee grote basisopvattingen tot heel andere culturen en religies hebben geleid die tot op de dag van vandaag herkenbaar zijn. Maar waar het mij om ging, vond ik er niet. Wel weet ik nu waar ik verder moet zoeken. Nu dit klusje af is, heb ik daarvoor mijn handen vrij.
Het ging om een aansluiting bij het artikel dat Peter op dit moment probeert te schrijven over de tijdsbeleving van (kleinschalige) bedrijfsadviseurs die vernieuwingen aandragen bij de groot-hierarchische bedrijven die door hun intern gerichte perfectie het contact met de veranderende buitenwereld verliezen. De frappante cultuurverschillen zijn bekend, maar hoe hanteer je het in de praktijk? Met je agenda's in de hand om werkafspraken te maken. Insiders herkennen het probleem, dat wèl, maar veel verder is men niet. Speelt, bijvoorbeeld, de 'andere' tijdsperceptie van de AD(H)D-er (Attention Deficit [and Hyperactivity] Disorder) een rol? Kortom, een boeiend probleem dat tot heel nuttige oplossingen voor dagelijks ervaren problemen kan leiden.
Verder heb ik de eerder deze week weer een stukje geschreven in het Spaanse, Franse en Engelse dagboek. Het Duitse is er nog niet van gekomen. Ze gaan allemaal over de recente "verplaatsing" van Cessenon naar hier, maar hoe verschillend zijn die verhalen geworden. Inderdaad, het aantal "vertellingen" van één en dezèlfde gebeurtenis is eindeloos. Ik kijk met spanning uit naar de Duitse versie.
Ik schreef de vorige keer over mijn dromen in de 'dommelmomenten die reisnacht'. Heel toevallig kreeg ik twee dagen later een websitepagina toegezonden; ook met een niet-wraakzuchtige oplossing. Het is één eenvoudige pagina. Maar mooi. Poëtisch. Met prachtige illustraties. Je moet zeker even gaan kijken:
http://www.chriscorrigan.com/aine/answerillustrated.html
Ik vraag mij intussen af hoe het toch komt dat deze "niet-wraak" ideeën alleen maar als droom of sprookje kunnen worden gelanceerd. Zijn die inderdaad zo on"denk"baar? Wat "verplicht" ons eigenlijk tot wraak, terwijl wij zien dat het niets oplost? Integendeel, het verdiept en verbreedt de wraakgevoelens. In essentie is de andere partij sterker. Alleen een kwestie van tijd.
De laatste dagen ben ik ook op huizenjacht geweest omdat ik mijn unieke flatje met uitzicht op de Teide onverwacht niet kon krijgen. Ik had al bijna wat anders --lang niet zo mooi-- toen er een zeer onverwacht telefoontje kwam dat ik er op het eind van deze maand wel terecht kan. Hiep! Hiep! Hoera! Ik zoek nu nog naar een oplossing voor de rest van deze maand.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 18 oktober 2001
Ik heb dit NL-dagboek even laten liggen omdat ik een aantal leuke en minder leuke "prioriteiten" op mijn weg vond. Het Duitse dagboek is nu ook klaar, maar verder moest ik hard aan de gang met de vernieuwing van mijn Residencia. Het is alweer vijf jaar geleden dat ik daarmee in Alicante mijn eerste schreden zette op het bespelen van de Spaanse bureaucratie. Die moest nu worden vernieuwd. Aansluitend heb ik toen ook mijn NLse auto geïmporteerd. Nòg zo'n bureaucratische leerschool!
Er waren nogal wat handicaps. Ik was meer dan drie maanden overtijd en dat bleek niet zo'n peuleschilletje als mijn zegsman in April had beweerd. Vervolgens moest er een verklaring komen dat ik minimaal 75000 peseta's (450 Euro) per maand op een Spaanse bank ontvang. Dat is niet zo, want ik haal alles "uit-de-muur", en de bank kon mij zo'n verklaring niet geven want daar spaar ik alleen 'muurgeld' om mijn telefoon en mijn belastingen te kunnen betalen. Ook moest ik een huis bezitten; of huren met een deugdelijk jaarcontract. Heb ik niet. Tenslotte bleek mijn verhuizing van Hermigua naar San Sebastián niet (juist) in de boeken voor te komen. Een foutje van hunzelf, maar dat eiste een wekenlange ambtelijke procedure want nu woonde ik 'nergens' (misschien wel helemaal niet in Spanje!). De belastingdienst was er in Mei al over gestruikeld, maar ik had de portée van hun opmerking niet begrepen. Ambtelijk was hier een heel grote 'zonde' gepleegd en verschillende ambtenaren zaten stil in hun vuistje te lachen over wie die pil wel op z'n bord zou krijgen.
Dat 'peuleschilletje' en die 'bankverklaring' zijn opgelost. Ik was voor de bankbediende een goede bekende, en op straat, of aan een bar, hadden we elkaar vaker gesproken. Zodoende kon hij bij zijn baas voor mij pleiten. De baas keek in zijn boekje en zag dat hij bevoegd was naar eigen oordeel zo'n verklaring af te geven of te weigeren in gevallen dat de cijfers geen uitsluitsel gaven. Dat lukte dus.
Dat 'peuleschilletje' eiste een bezoek aan de zegsman van April samen met Ignacio. Dat was 'familie', en zodoende kwam dat ook goed. Dat ik 'nergens' woonde was een stuk lastiger. We waren tenslotte bij een hoge functionaris beland (ook een neef of zo) en die legde nog eens duidelijk uit dat dit ècht niet door de beugel kon en zeker enkele weken in beslag zou nemen. We dachten al onverrichterzake het kantoor te moeten verlaten toen hij opeens tegen zijn assistente zei:
--"Maak een nieuw verhuisformulier. Ik onderteken dat zodra je klaar bent."
--"Nu direkt?" vroeg die assistente hoogstverbaasd.
Ik moest onmiddellijk mijn gegevens verstrekken en de andere ochtend lag de gedrukte versie bij de concierge. Ook Ignacio stond paf.
Dus is er nu nog dat huurcontract. De rechterhand van de eigenaar is 'om'. Zij had mij al eerder haar sympathie laten blijken door mij op te zoeken en te zeggen dat ik alsnog in het appartement kon, maar nu stonden we voor een complicatie waarvoor ze met de baas moest praten. Het is nu afwachten. In het ergste geval moet ik het huis inderdaad voor een heel jaar huren en dat gaat mij 840.000 Pts (ruim 5000 Euro) kosten voor vier of vijf maanden wonen. Aj!! Ik zal mij maar troosten met de gedachte dat het 'bijkomende' kosten zijn.
Dat waren dus enkele praktische lessen in Networking. Precies het thema waarmee ik het ook op een leukere manier druk ben. Al deze zomer had ik de tekst van een uitgebreid artikel dat ik daarover had geschreven 1989, "Netwerken als sociale bezigheid", gescand om op mijn site te zetten. Het is een soort handleiding en 'rechtvaardiging' voor netwerken voor jezelf. 'Wat is het?' en 'Kun je het leren?'. Dat zit ik nu te html-en. Hetzelfde doe ik met het Engelse "The Networking Game" evenals met de vertaling die ik in 1986 heb gemaakt en uitgegeven als "Het NetwerkSpel". Intuïtief leek het mij weer iets van deze tijd te worden: "Het-mensje-alleen" moet weer méér voor zichzelf opkomen in de "grote-boze-maatschappij", en dat soort teksten zij dan heel behulpzaam.
Maar dat alles raakte in een stroomversnelling na 11 september. Iedereen sprak over het "netwerk" van Bin Laden, maar reageerde verder of het een soort organisatie was met een chef en zo. Het is ècht heel wat anders, maar ook in de pers vond ik niets op het juiste niveau. Uiteindelijk heb ik met Google --en mijn kennis van de materie-- een paar artikelen opgedoken die dat een beetje duidelijker maken. Het zijn allebei hoofstukken uit boeken van vòòr 11 september!! Het zijn militair-strategische werken. Studiemateriaal voor topmilitairen. Het zijn Hoofdstuk 12 uit: John Arquila and David Ronfeldt, editors, In Athena's Camp: Preparing for Conflict in the Information Age. Het hoofdstuk heet: THE ADVENT OF NETWAR, door dezelfde auteur. Je kunt het downloaden als .PDF (Acrobat Reader) van http://www.rand.org/publications/MR/MR880/ (alle hoofdstukken apart).
Verder Hoofdstuk 3 uit: Ian O. Lesser, Bruce Hoffman, John Arquilla, David F. Ronfeldt, Michele Zanini, Brian Michael Jenkins, Countering the New Terrorism. Het hoofdstuk heet: Networks, Netwar, and Information-Age Terrorism. A New Terrorism (with Old Roots) door John Arquilla, David Ronfeldt, and Michele Zanini. Je kunt het downloaden als http://www.rand.org/publications/MR/MR989/MR989.chap3.pdf
Beide hoofdstukken zijn heel informatief. Het zijn de onderzoeken uit 1980 die de militairen helemaal terzijde legden en het bedrijfsleven slechts gebruikte om het kapitalistische (top)machtscircuit te verstevigen. Alleen diverse verzetsbewegingen brachten het tot verdere ontwikkeling. Ook de 'goede, mens- & milieuvriendelijke' variant waar ik mij toen voor inzette liep na een aanvankelijk succes dood in kille "organisaties", geraffineerde "human resources" en 'Thatcherism': "Ieder voor zichzelf, niks slappe solidariteit". Het is niet zozeer jammer, maar vòòr alles griezelig te ontdekken dat de bovengenoemde militair-politieke onderzoekers dit thema pas sinds een paar jaar onderhanden hebben en dat ze --tot vòòr 11 september-- door "de generaals" werden weggehoond. Maar het ministerie van defensie bleef het onderzoek financieren en stelde de publicaties, zeker ook als ze de grote politiek niet hadden gehaald, ter beschikking aan de Rand Organsation voor gratis verspreiding. Nu is er opeens een 'rush' op deze publicaties.
Het zijn allebei boeken van een paar jaar oud, maar toch wordt het WTC er genoemd. Aldus:
"... a netwar actor may aim to confound people's most fundamental beliefs about the nature of their society, culture, and government, partly to strike fear but perhaps mainly to disorient people so that they no longer presume to think or act in 'normal' terms."
En "There has been less hostagetaking accompanied by explicit demands, and more terrorist activity that begins with a destructive act aimed at having broad but vague effects. Thus, for example, Islamic fundamentalist Sheik Rahman sought to blow up the Word Trade Center with the intent of changing "American foreign policy" toward the Middle East."
Verder: "It is important to avoid equating the bin Laden network solely with bin Laden. He represents a key node in the Arab Afghan terror network, but there should be no illusions about the likely effect on the network of actions taken to neutralize him. The network conducts many operations without his involvement, leadership, or financing --and will continue to be able to do so should he be killed or captured".
Het zijn boeken voor militairen, maar het is goed dat de 'gewone burger' ze ook leest. Begin maar eens met deze hoofstukken. Zoveel is het niet (en het is heel goed leesbaar), maar het maakt je wat los van 'meervannutzelfde'-aanpak die nog steeds schijnt te domineren. Ook in de pers. Er is haast bij. Bijvoorbeeld, nog een citaat:
"Whoever masters the network form first and best will gain major advantages."
Ik laat het bij deze citaten. Als je zelf wil zoeken, met google of zo, dan kun je heb beste beginnen met ["social networking"] en dat later inperken met ["terrorism"]. Het boek van Virginia Hine en Luther Gerlach (People, Power, Change) dat ik toentertijd heb gelezen is nog steeds het meest geciteerd, evenals Jessica Lipnack en Jeffry Stamps (Networking: People connecting with people, linking ideas and resources). Met die auteursnamen --in combinatie met ["terrorism"] o.i.d.-- kom je ook een heel eind. Zo is het mij ook gelukt. Er is nog veel meer.
Mijn eigen artikel en de beide bovengenoemde boekjes zijn ook bijna klaar. Die zijn wel nuttig om iets van de 'goede' netwerkcultuur te begrijpen en van zijn onweerstaanbare kracht t.o.v. hierarchisch denkende instituten. Dit moest even voorgaan. Het was een van die leuke 'prioriteiten' van hierboven.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 20 oktober 2001
De verlenging van mijn Residencia is heeft weer een hindernis gepasseeerd; die van dat jaar(huur)contract. Maar . . ., net als bij het debuggen van een computerprogramma, waar het aantal verwijderde bugs niets zegt over hoeveel er nog in zitten, zal ik hier ook niet de dag prijzen vòòr de avond.
--"De eigenaars zijn het niet eens met uw voorstel om het voor een jaar te huren en het aan ons vrij te laten om te verhuren gedurende uw afwezigheid", had 'de rechterhand' mij dezelfde dag nog per telefoon laten weten nadat we 's morgens tot dit voorstel waren gekomen dat zij ook wel zag zitten. Dan zou ik tenminste een deel van de kosten recupereren. Dat zou ze met de eigenaars bespreken en mij opbellen.
--"Zo wordt het natuurlijk erg duur voor u, en daarom heb ik bepleit dat ik --uitzonderingsgewijs voor u-- een zesmaandscontract mag afsluiten. Komt u morgenvroeg maar bij mij langs dan kan dat snel worden geregeld" had ze er met enige trots aan toegevoegd alsof ze wilde zeggen 'Kijk eens wat ik voor u voor elkaar heb gekregen!'.
Inderdaad, zij is zeer welwillend en openhartig. En heel capabel ook. Nu zij er tussen zit gaat het beter. Met de eigenaars, het echtpaar Antonio en Blanca, liep het bepaald niet onvriendelijk, integendeel, we hadden regelmatig een leuk gesprekje over ditjes en datjes, maar ik wist nooit met wie ik van doen had voor de zakelijke afspraken. Hij is een zeer gewaardeerd chirurg, maar met zijn vrouw, geëngageerd in reuze grote bouwprojecten elders op het eiland. Daar had hij mij vaker met trots van verteld. En zij vroeg altijd belangstellend naar mijn jongste kleinkind dat op dezelfde dag is geboren als haar tweede kind. Zij deed die zes appartementjes. Kennelijk als hobby begonnen, maar het dagelijks managen daarvan lag haar niet zo en zij speelde het vaak door naar haar man. Door de komst van die 'officiële' rechterhand, Señora Ernestina, als een soort majordomo, was dat allemaal verbeterd.
Vòòr ik de andere ochtend naar haar ging om mij voor ruim 2500 Euro te engageren voor vier maanden verblijf, ging ik toch nog even naar de ambtenaar bij wie ik dat hele pakket spullen moest indienen. Of hij niet zou gaan dwarsliggen als ik met een 6-maandscontract zou aankomen? Ik vertelde hem van de moeilijkheid, van de (dure) oplossingen, van de manier waarop wij het nu al enkele jaren deden en dat wij dat zo wilden voortzetten. Wij hadden geen èchte behoefte aan een formeel contract.
--"Hebt u niet enkele kwitanties van betaalde huur?"
--"Nee, ik betaal gewoon in goed vertrouwen elke maand 'handje-contantje'. Ze kennen mij daar."

Hij bladerde nog eens nadenkend door het stapeltje papieren waaraan alleen dat jaarcontract ontbrak. Opeens had hij een besluit genomen. Vouwde de papieren samen, gaf ze mij terug en zei:
--"U moet Antonio vragen voor een eenvoudige schriftelijke verklaring, dat u daar regelmatig woont, regelmatig huurt en regelmatig betaalt. Dat is voldoende."
Señora Ernestina was hoogst verbaasd en keek mij ongelovig aan. Ze moest nodig eerst iemand opbellen. Dat bleek later die ambtenaar te zijn waar ik een uurtje tevoren was geweest.
--"Een goede kennis", glimlachte ze verontschuldigend toen mijn verhaal bleek te kloppen. En zo is deze barricade gepasseerd.
Toevallig kom ik haar laat in de middag in de stad tegen --deze 'stad' is niet zo groot-- in een winkel.
--"Toch jammer", begon ik "dat die mooie 6-maandsoplossing, waar u zo hard voor hebt gepleit, opeens niet meer nodig was".
--"Maar dit is toch nòg veel beter voor u!", en ik zag dat het haar goed deed dat ik deze kleine deceptie had gezien.
Aldus is niet alleen het probleem geregeld, ik heb er ook een knipoogrelatie aan overgehouden.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 21 oktober 2001
Vandaag is een van die data die in mijn geheugen zijn gegrift. In de herfst hadden we vroeger thuis een paar 'feestjes'. Dan werd het ook vroeger donker, terwijl toch de kou van de winter nog niet was begonnen. Eerst was er mijn verjaardag: de 21ste september, dan mijn naamdag op 16 oktober en de laatste van dat 'groepje' was de verjaardag van mijn vader, ook de 21ste. Dat gaf een soort geheime band vond ik altijd; wij tweeën waren de enigen in de herfst. En zo kort na elkaar!
Het was een eenvoudig ritueel waarmee zowel de verjaardagen als de naamdagen werden gevierd. Echte kado's kregen we niet, zeker niet bij naamdagen, want die waren toen al iets minder in aanzien. Het ritueel heette op z'n Venloos/ Limburgs "bestèke", met een langgerekte, ietwat zangerige è. Het laat zich niet helemaal vertalen door het NLse tracteren, want dat woord bestond in het Limburgs ook maar betekende nèt iets anders. Ik zal eerst het ritueel uitleggen, dan kun je het verschil met 'tracteren' beter begrijpen.
Na de avondmaaltijd, brood-met-wat-erbij, want de warme maaltijd was toen nog 's middags, moest de feesteling alleen in de woon- eetkeuken alleen achterblijven in de versierde stoel. Dat was de speciale stoel van mijn vader, de "prôs" (ook met een langgerekte, zangerige ô) waar je de hele maaltijd al in had mogen zitten. Die werd opgetuigd met wat serpentines die verder alleen met caraval werden gebruikt.
De rest van de familie ging naar de woonkamer en kwam na een tijdje in optocht terug met een dienblad met daarop welgeteld een aantal 'kadootjes', repen chocola, koekjes of allebei. Moeder had intussen gezorgd voor warme chocolade- of anijsmelk. We waren met z'n zevenen, maar toen de inwonende dienstbode er nog was, met z'n achten. Het was het aantal aanwezigen plus één. De moraal was duidelijk: Je moest iedereen "tracteren" en dan mocht je er zelf een extra houden. Je moest ze ook uitdelen, want mijn zusje graaide er eens meteen twee voor zichzelf af en keek naar de rest verder niet meer om.
--"Ho!", grepen mijn vader en moeder gelijk in, "Éérst uitdelen en dan pas voor je zelf!!"
Zo leek het mooi opvoedkundig, en wellicht bedoelden ze dat ook zo. In mijn familie, zowel van vaders- als moederskant, was het heel gebruikelijk. Maar ook bij schoolvriendjes thuis was het bekend. Alleen, toen ik vele, vele, jaren later anthropologisch werk bestudeerde --o.a. i.v.m. netwerken-- kwam ik Le Don van Marcel Mauss tegen, nog steeds het standaardwerk over geven en giften in verschillende culturen. Daaruit bleek dat dit een veel voorkomend ritueel was. Het 'geven om niet' was onbestaanbaar, sociaal zelfs 'taboe' in veel gevallen. Geven speelde een rol in het sociale netwerk. Stamhoofden kregen (alle) gaven om die weer uit te delen en zodoende het machtsysteem, dat sociale zekerheid verschafte (later vooral aan de rijken), in stand te houden. Kerken traden daarvoor in de plaats, want "religion is to prevent the poor from killing the rich". Maar toen was dit sociale systeem al perfide geworden, zoals nu het netwerken ten behoeve van netwar.
Dat woord "bestèke" gebruikte men ook voor steekpenningen of andere 'vertroetelingen' van de ander om later gunsten te verwerven. (In het NLs bestaat het woord 'besteken' alleen in het recept voor zwijnsbout die je, vòòr het bakken, moet 'besteken' met kruidnagel en teentjes knoflook.) In mijn D-N Van Dale vind ik twee betekenissen "einen Polizisten bestechen" (een agent omkopen) en "er bestach seine Zuhörer durch seine Bescheidenheit" (hij nam zijn toehoorders voor zich in door zijn bescheidenheid).
Die prôs was daarom, wellicht, niet zo toevallig. Het was, toentertijd, een bekend statussymbool voor 'vaders'. In mijn familie, en bij alle vriendjes thuis had de 'vader' een aparte stoel. Daarin te mogen(moeten?) zitten om "bestôke" (voltooid deelwoord, ook met die zangerige, gerekte ô) was meer dan een toevallig detail van het ritueel.
Ook nu krijgen kindertjes, voor hun verjaardag, iets mee naar school, "om te tracteren". Maar door de weelderige kadootjes-cultuur is dat beeld wat ik mij herinner --op zijn minst-- in de verdrukking gekomen. Het blijft een aardig ritueel voor "opvoeding tot altruïsme".
Ik had vandaag (hoofdzakelijk) over wat anders willen schrijven, maar deze nostalgie drong vòòr. Daarom rond ik dit verhaal maar helemaal in stijl af met het "rituele lied" dat werd gereciteerd --want het had geen melodie-- als de "processie" met de goede gaven van de kamer, door de gang, naar de keuken trok (Ik had het klokje gehoord/en ik wist niet waarom/Dat heb ik eens goed overdacht/en zag dat Vader jarig was):

Ik had ut klökske huure luuje
En ik wis neet wat ut zul beduuje
Dèt heb ik ich èns goôd bedôch
En zoôg dèt Vader jöerig waar

terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 22 oktober 2001
In plaats van het "appartementregiem" leef ik nu in een "hotelkamerregiem", want ik logeer nog steeds bij de ouders van Ignacio. In feite een veel gezonder regiem, want met een keuken en alles bij de hand, kom ik maar in de verleiding te gaan eten als "de sedentairen", van een bord, met mes en vork en zo, en met gemengde salades, als het al niet af en toe gestoomd of ge-magnetron-t is, zoals in Cessenon. Héél ongezond!
Nee gewoon een stukje vis op het snijplankje dat in mijn bagage zit, sla uit het vuistje en afwassen in de wastafel, net als de handwasjes voor mijn ondergoed, sokken en shirt. De stoppen van wastafels zijn kwijt, maar die heb ik ook in mijn bagage. Het is een perfect mini-pakket.
Zo eenvoudig kan het leven zijn.
Om te internetten kan ik naar een telefoon in het het hoofdgedeelte van het huis met mijn computertje. Daarom kan ik niet zo matineus surfen en mailen als ik gewend ben. De 'snelle' telefoonuurtjes zijn voorbij als zij zijn opgestaan. Ik schrijf en lees en studeer nog steeds in alle vroegte maar hoef overdag niet te zeulen met diskettes naar een internetcafé en te zeuren om een ftp-programmma. Het hotelkamerregiem is zo gek nog niet.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 24 oktober 2001
Dat ik nog niet in 'mijn' appartementje woon, heeft nog wat andere gevolgen dan het "hotelkamerregiem". Mijn uitzicht is nu op de benedenstad, en niet op een berg van het andere eiland. Ik heb avondzon en geen ochtendzon, maar ik woon op dezelfde bergrug van 80 meter hoog. Het aantal trappen is hetzelfde. Maar nu moet ik inderdaad 'recht omhoog', terwijl ik anders voor een gedeelte met "schuine stukken zonder treden" omhoog kon gaan. Afdalend loop ik liever over een "schuin stuk", maar omhoog heb ik liever de trap. Bovendien weet ik dat 90% van de trapongelukken bij het afdalen gebeuren. Maar daar gaat het ternauwernood om, ik lòòp gewoon lekker bij het afdalen.
Het begint met een trap van 142 treden en dan eentje van 151. Dat geldt voor beide bestemmingen. Nu moet ik er nog een van 124 en verderop nog een kleintje van 50. Dan ben ik op 80 meter en 'thuis'. Als ik naar mijn flatje ga, dan moet ik na die tweede trap nog een (marcheer)wandeling van 15 minuten om langs het hoogste punt, waar de windmolen staat, op 80 meter, en langs het kerkhof, af te dalen naar 60 meter, want dat is de hoogte van Punta Colón, de rots waar Columbus zijn vuurtoren had staan. En natuurlijk zijn er allerlei --soms verre-- omwegen met minder traptreden; per slot kun je er ook per auto komen.
Wegens die 80 meter had ik het altijd over 400 traptreden, maar dat was deels 'virtueel' en niet juist. Het zijn naar hier 467 treden, eenvoudig omdat de gemiddelde opstap van deze onregelmatige trap kennelijk minder is dan mijn aangenomen 20 centimeter.
Het vergt enige oefening. Vooral toen ik hier pas was. Ook ieder jaar als ik terugkom van het (ook niet zo vlakke) Franse land, moest ik een paar dagen, zelfs weken, trainen op het weer 'leuk' te vinden om iedere dag één of twee keer naar beneden te gaan. Ik weet nog dat ik in het begin met stukjes van 10 of 20, en dan zo opbouwend, in een week of twee, tot 50, mijn spieren er weer aan moest wennen. Dit jaar ben ik meteen met vijftig begonnen en de tijden eens genoteerd: 27 seconden voor de eerste 50 en 33 voor de laatste 50.
Toch is dat hier niets bijzonder. Een buurman, hierboven, van 84(!) loopt het dagelijks. Hij is hierboven geboren en getogen. Hij vertelt hoe er toen maar een paar huizen lagen en hoe die trappen van nu de geitepaadjes van vroeger waren. In de paar jaar dat ik hier ben, heb ik de trappen zien veranderen. Traditioneel hadden die geen leuningen, maar nu is er een 'officiëel' investeringsprograma waardoor het jaarlijks met sprongen vooruit gaat.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 26 oktober 2001
". . . de geïnterviewde experts hadden het allemaal wel zien aankomen, maar de bobo's hadden niet willen luisteren", schreef ik 12 september, en sindsdien ben ik op zoek geweest naar wát die experts dan wel wisten en hadden gezien. Persberichten --ook niet de achtergrondbeschouwingen-- gaven mij niet de aansluiting bij wat ik van zo'n twintig jaar geleden opdeed aan theoretische achtergronden van netwerken als subversieve organisatievorm die "regeringen op de knieën wist te krijgen", zoals "Black Power" of "Gray Panters" in de jaren 60 al. Dat was waarover sociologen en anthropologen rond 80 over publiceerden en wat ik toen 'oversized' heb bestudeerd in mijn fascinatie voor deze maatschappelijke krachten die de wereld zouden kunnen veranderen. Ik hoorde weinig meer van de "SPINs" zoals de toenmalige toponderzoekster, Virginia Hine, ze had genoemd: "Segmented, Polycentric, Ideologically integrated, Networks", en nu trof ik die sleutelwoorden ook niet in de pers. De internationale succesvolle actie tegen de landmijnen, die niet één maar meerdere "recalcitrant governments" op de knieën kreeg, en waarvoor in 1997 een Nobelprijs (Jody Williams) werd gegeven, was ook op deze principes gebaseerd. Kon dat de "bobo's" zijn ontgaan!!??
De trieste waarheid is dat pas in December 2000, nog geen jaar geleden dus, een "politically correct" rapport van de US regering (National Intelligence Council) verscheen waarin dat 'verschijnsel' serieus wordt genomen. In de loop van 2000 dringt het geleidelijk door tot "US government thinking", weet een onderzoeker te melden.
Ik was al gaan "goechelen" met die sleutelwoorden in de toverdoos van het internet. (Goechelen is de IT-variant van goochelen). De vorige week, de 18e, gaf ik wat resultaten door. Die heb ik --dit terzijde-- zojuist gecorrigeerd, de titels waren niet juist en ik heb het downloaden van deze dagboeksite vervangen door de URL's van de vindplaatsen.
Ik kom er nu op terug omdat ik nu een nog veel betere bron voor "algemene informatie" heb gevonden. Niet zo zeer beperkt tot de militaire toepassingen maar een stuk breder aansluiting zoekend bij allerlei voorbeelden, zowel in het goede, als in het kwade. Terreur- en haatgroepen evenals de actie in San Francisco Bay Area, Critical Mass (CM, vóór fietsers en tégen auto's) worden geanalyseerd op hun "(non-)organisatie". Extreem linkse, extreem rechtse en 'normale' voorbeelden gaan over de tafel.
Boeiend als het over 'goede' zaken gaat, tenenkrommend en beangstigend als het over 'kwaaie' zaken gaat, want het wordt duidelijk dat onze gestructureerde maatschappij die 'ons' (over welke 'ons' hebben we het?, toch niet over de paria's in Buenos Aires denk ik) zoveel zekerheid en veiligheid geeft, absoluut niet bestand is tegen de kracht van SPINs.
Het zijn analyses die verder reiken dat waar ik mee bekend was, zeker niet in deze ordelijke samenhang van min of meer bekende observaties. De voorbeelden worden geanalyseerd op vijf niveaux: de strikte 'organisatie'(1), het verhaal, de mythe van 'wie zijn wij en waar staan we voor'(2), de spontane doctrine van 'wij zijn één gedachte'(3), de technologie(4) en tot slot, de sociaal-psychologische banden van vertrouwen en vriendschap(5). Maar er zijn géén chefs, géén ondergeschikten. Mensen doen dingen die een 'chef' ze nooit had kunnen opdragen zoals uit het voorbeeld van de "Battle of Seattle" blijkt dat via het netwerk van mobiele foontjes steeds nieuwe groepen opdoken op het strijdtoneel om de uitge(traan)gaste te vervangen. De politie was verbouwereerd!
Hier en daar worden inherente zwakke plekken van SPINs genoemd. Niet dat klassieke hierarchische structuren daar zonder meer misbruik van kunnen maken. Het zijn mogelijke aanknopingspunten als "de hierarchie" ook zelf is veranderd.
Toch mis ik nog een ding in deze verhalen in zoverre ze op Bin Laden 'and all that' betrekking hebben. Hoewel alle voorbeelden er op wijzen dat een gevoel van een gemeenschappelijke vijand (of van gedeelde diepe verontwaardiging) een essentiële rol speelt om tot een goed functionerend tweede en derde niveau te komen, wordt de wereldongelijkheid, veroorzaakt door de hebberigheid van ons, de westerse landen, niet genoemd. Dat is kennelijk nog niet "politically correct". Dat is nog voor dromers en sprookjesvertellers die vinden dat Bush ipv Kabul bombarderen, er beter een supermooie moskee als cadeau kon neerzetten en zorgen voor eten en onderwijs. Daar kon hij de 40 miljard die hij van het congres heeft gekregen beter aan besteden. 13 oktober gaf ik jullie daarvoor de volgende link:
http://www.chriscorrigan.com/aine/answerillustrated.html
Daar moet je zeker even gaan kijken. Het is een alternatief voor wraak ('wraak maakt je vijand groter', schreef Theo mij) en 'strategic bombing'. Dat is het 'verkeerde' recept, zoals je nog beter zult begrijpen na de analyse van het meest leesbare artikel dat ik heb gevonden in een Deens E-Zine, "First Monday"
http://www.firstmonday.dk/issues/issue6_10/ronfeldt/
Het is een ruim bemeten uittreksel van een hoofdstuk van het nieuwe boek Networks, Netwars, and the Fight for the Future. Vooral de paragrafen over waarom SPINs zo effectief zijn moet je lezen. Op het moment dat de schrijver het artikel klaar had was "NY1109" nèt gebeurd. Heet van de naald schrijft hij wat overwegingen en analyses op de manier van de andere voorbeelden. Heel actueel.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 27 oktober 2001
Na de artikelen over het geweldadige netwerken, mijn oorspronkelijke plannen om het weldadige netwerken weer eens onder de aandacht te brengen. Zo dicht liggen ze bij elkaar: Twee letters en een accentverschuiving, niet méér!
Het ene is een boekje dat ik in 1986 met Alexander heb vertaald en uitgegeven bij mijn toenmalige uitgeverij "Van Eyk & Van Eyk".
(--"Wie is die andere Van Eyk?" vroegen ze wel eens.
--"Dat is mijn alter ego", antwoordde ik dan, want het idee was naar waarheid geboren uit de behoefte dat een "ander ik" niet aan z'n trekken kwam in het hoogleraarschap van toen.)
Het is een lief boekje, geschreven door en voor vriendelijke mensen. Het zelfs een beetje flower-power achtig. Maar wee de kracht die erdoor kan worden ontwikkeld. Niet alleen vernietigende krachten zoals wij helaas óók moeten meemaken, maar ook heilzame krachten die in beide gevallen de maatschappij diepgaand kunnen veranderen; en dat ook doen!! Het aardige van het artikel dat ik gisteren aanwees is dat het de "kracht" van netwerken niet alleen toelicht aan de geweldadige toepassingen, maar ook aan weldadige. Een even wereldwijde (goede) "netwar", die tégen alle voorspellingen van politici omtrent de onmogelijkheid van de opgave in een paar jaar succes boekte, was de internationale aktie tegen landmijnen die de meest uiteenlopende regeringen omver kreeg!!
Maar mijn boekje bemoeit zich daar niet mee. Het is heel on-theoretisch. Het is 'gewoon' een handleiding om zelf die "mother form of all organization" in eigen kring te beoefenen. De schrijvers van het artikel van gisteren kunnen niet anders dat dit "mini-niveau" essentiëel te noemen. Zonder dit géén hecht netwerk!! Zo "soft" en zo "machtig"!!
Die softe image heeft ook veroorzaakt dat de generale staf en de politici niet wilden --ja niet kónden-- zien wat voor kracht er achter school. "NY1109" was nodig om die 'mindset' de doorbreken. En nóg!!
Met mijn ervaring als propagandist van deze ideeën heb ik veel begrip voor dit onbegrip. Niet iedereen kan uit deze elementaire basisvorm de wereldwijde strekking en de diepgewortelde grondslagen herkennen.
Om de sprong te maken van dit zeer elementaire niveau en de wereld van de 'harde' wetenschappers zoals Virgina Hine en Luther Gerlach, die ook voor de jongste generatie onderzoekers belangrijke referentiepunten zijn, heb ik een ander artikel van stal gehaald dat ik een paar jaar later voor een management handboek schreef. Dat lijkt mij daar heel geschikt voor. Lekker leesbaar en toch harde referentiepunten. Dat kun je nu aanklikken.
Overigens heb ik dit al in Mei bedacht en van de zomer gescanned om het op deze site te kunnen zetten. Dat was nòch nostalgie, nòch voorspelling dat ik op dat idee kwam. Het was een intuïtie dat 'dit soort dingen' onterecht uit de gezichtskring waren verdwenen. Als het al een ideologische achtergrond had, dan had het meer te maken met mijn ergernis over het neo-kapitalisme dat de maatschappelijke structuren voor solidariteit zodanig heeft beschadigd dat er alleen maar hoop is voor de enkeling als h/zij zijn eigen sociale vangnet (weer) in eigen hand neemt.
Voor de aardigheid zal ik binnenkort ook de oorspronkelijke engelse (US) versie ook op deze site zetten en het boekje Kleinschalige Marketing dat ik samen met Patrick Boel en Trudy Wigman schreef in diezelfde periode. Het staat nu alleen maar in de Duitse vertaling op mijn site. Patrick vertelde mij dat er vele (deel)vertalingen in allerlei Oosteuropese talen in omloop zijn, maar ik heb er nog nooit een gezien.
Maar dan sluit ik het netwerkdossier. Ik heb geen zin in uitgebreide en hernieuwde propaganda-akties. Als een half dozijn van mijn lezers 'het' oppikt is het voldoende. "Het Net", zal de rest doen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 31 oktober 2001
Als het een beetje meezit, is dit de laatste dag dat ik in dit huis woon. Ik wandel straks eens langs 'mijn' appartement om er de sleutel op te halen en te zien wanneer ik er in kan.
Voorbije zondag was ik op een bruiloft uitgenodigd. De ouders van Ignacio, waar ik in huis woon, waren 47 jaar getrouwd en zij vieren dat altijd met een "boda", een bruiloftsmaal met een taart die het midden houdt tussen de bruiloftsversie (samen aansnijden) en de verjaardagsversie (met kaarsjes zoveel als huwelijksjaren). De familie noemt het ook wel schertsend 'de boda van mevrouw', want zij staat op dit ritueel. Zij heeft er haar verjaardag (de 29e) voor ingeruild en verschoven, want de 'boda' is op de dichtsbijzijnde zondag.
Ik was heel vereerd met dit plaatsje aan de bruiloftstafel. Het was de familie van het hele eiland, (Het restaurant was dan ook ergens midden op het eiland) en van beide kanten want zij zijn allebei de oudste van hun tak. Ik zo'n geval dringt het tot je door dat er hier nog een onderliggende clan-structuur levendig is. Dit was de boda van de 'familie-oudsten' van beide kanten en dat moest geweten worden. Nauwkeurig werd afgemeten van welke tak er al of niet een vertegenwoordiger was. Maar ik denk dat 'stam-verwantschap' ook een rol speelt. Ik was het enige niet-familielid. Ik dankte mijn uitnodiging niet zozeer aan de jarenlange vriendschap met Ignacio --daarin ben ik geen uitzondering-- maar dat ik daadwerkelijk in hun huis woonde. Ook dat is 'buitengewoner' in deze cultuur dan op het eerste gezicht lijkt.
Nog even iets over netwerken. De US-versie van het boekje dat ik met Alexander vertaalde, staat sinds kort op de site van Pat Wagner's Office for Open Network in Denver (www.pattern.com). Ik ontdekte het pas toen ik al bijna klaar was met het html-en van het oorspronkelijke boekje. De site wijkt iets af van het boekje, maar ik zal de gecombineerde versie opmaken als de NLse vertaling. Op Pat's site staat de pure txt-versie.
Intussen liep ik met plannen om dat boekje te vertalen in het Spaans. Het leek mij een mooi project om samen met mi profesora te ondernemen. (Ik heb al op mij genomen de Franse site van Bruno Comby, die deze zomer de Actiegroep Optimisme is gestart, te vertalen. Zeker in het NLs, maar tevens ook in het Spaans.) Het gaat om zo'n kleine 4000 woorden, enerzijds eenvoudig omdat het telkens om dezelfde woorden cirkelt, maar moeilijk omdat het helemaal buiten het latijnse gedachtengoed valt. Er is bijvoorbeeld [nog ;-)] geen woord voor netwerken!! [Het komt er aan!!]
Intussen snuffelde ik wat bij online vertaalmachines, en, inderdaad, ik vond er een. In twintig minuten was het boekje vertaald!! Daarna heb ik al enkele uren gewerkt om de "eigenaardige" vertalingen wat recht te trekken; en het zal nog wel vele uurtjes kosten voor ik het aan mi profesora kan voorleggen om het samen door te spitten op 'normaal' Spaans. Maar daarin zit juist het beoogde leereffect.
Ik heb al gezocht naar Frans-Nederlands en Frans-Spaans, want het leek mij wel wat voor de optimistenwebsite, hoewel die veel kleiner is. Niets gevonden. www.babelfish.altavista.com, klaarblijkelijk de grootste van allemaal, heeft niet. Als je een (zoek)tip hebt . . . .
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek oktober 2001