Mijn Dagboek 28

Dagboek 28, loopt van 1 tot 30 September 2002, begint in Barcelona en eindigt in Eindhoven de dag na mijn verjaardagsfeest met familie en vrienden. Ik schrijf in honderd woorden hoe het voelt om te worden bewonderd en later nog eens hoe ik de volle maan bewonder, alleen op mijn balcon. Er komen drie mensen ter sprake die "spreken met de oprechtheid van iemand die niets heeft te verliezen". Zo'n mens is nog niet gesignaleerd rondom de archieven van Franco: Geheimzinnigheid nog steeds troef! Vlak voor ik naar NL vertrek, zijn er twee hartverwarmende ervaringen over mijn sociaal-politieke status op het eiland.
Index September 2002
1,   2,   3,   4,   5,   6,   7,   8,   9,   10,   11,   12,   13,   14,   15,   16,
17,   18,   19,   20,   21,   22,   23,   24,   25,   26,   27,   28,   29,   30,
Barcelona, Hotel Ópera, zondag 1 september 2002
Ik heb gisteren de dag als slenteraar doorgebracht, als 'street observer'. Plannen om nog eens naar het Museum van Miró te gaan zijn nog onuitgevoerd. Rustig wandelde ik de Ramblas op en af, kocht groente en fruit in de Boquería en liet mij verdwalen in de oude stad zodat ik een paar keer langs dezelfde plek kwam. Ik eindigde op de Plaça de Catalunya bij Café Zurich waar ik mij op een glaasje witte wijn tracteerde en enkele 'ernstige' artikelen las in de literaire bijlage van Le Monde die in nog nèt in Béziers had gekocht. Daar kom ik nog wel eens op terug. Ik heb van de wandeling een fotoreportage gemaakt, althans van het stuk over de Ramblas met vooral aandacht voor de 'levende standbeelden'. Als het een beetje meezit, kun je die foto's nu al in mijn fotoalbum zien. Ik heb nog geen echte 'aanklik-link' aan de bieden, maar als je naar www.fototime.com gaat en je vult bij de Guest's Login mijn e-mail adres (zie home page voor het actuele adres) dan zie je alle publieke albums. Dan moet je die van 'Barcelona' aanklikken. Ik maak dat album straks pas als ik met dit dagboek naar het Internetcafé ga. Ik hoop dat het lukt.
Vandaag slenter ik verder.
terug eerste dagboekregel

Barcelona, Hotel Ópera, maandag 2 september 2002, vertrekdag.
Ik ben inderdaad blijven slenteren door de binnenstad: Een paar keer de Ramblas helemaal op en af, van de haven tot Plaça de Catalunya (Catalaans) of Plaza de Cataluña (Castillaans): Iedere keer zagen die er weer anders uit. Er was een levend standbeeld, een jongleur of een acrobaat bijgekomen of verdwenen of in elk geval scheen de zon weer anders. Aan de oostkant (de Ramblas lopen ruwweg Noord-Zuid) heb ik alleen gedoold rondom de kathedraal, het koninklijk paleis, de Plaça del Rei en Plaça Sant Jaume. Kortom in de historische kern van het Catalaans gebeuren.
Barcelona is twee-talig, althans officiëel. Alleen om 'toeristische redenen' --en dan ook meteen in het Engels-- zijn er bordjes in het Castillaans. Tandenknarsend aanvaarden de Madrilenen dit "nationalistische /separatistische gebeuren". Voor de echte Franquist of Royalist is dit afvalligheid die moet worden gestraft, maar de Catalaanse regering speelt het soepel. Bovendien brengen ze het leeuwendeel van het Spaanse inkomen binnen. Baskenland is ook een goede inkomensbron (Madrid was altijd afhankelijk van zijn buitengewesten, vandaar die centralistische preoccupatie) maar is politiek niet zo slim of had pech omdat er nogal hardhandige aktiegroepen zijn ontstaan. Dat maakt het mogelijk dat deze week de controversiële beslissing werd genomen om een politieke partij, de extreme variant --op complement-- van de 'gewone' nationalistische partij (die aan de macht is) te verbieden. Dat zal de situatie eerder verharden dan verbeteren.
Jammer.
Dat waren natuurlijk mijn slentermijmeringen. Aan de westkant van de Ramblas beperkte ik mij tot het uitlopen van de straat van mijn hotel, de Carrer Sant Pau, of in het Castillaans Calle San Pablo, de Paulusstraat zogezegd die naar het Romaanse kerkje van Sant Pau loopt. Dat gaat door een buurt met veel Aziaten (Indiërs en Pakistani). Dat is inderdaad 'de andere kant van Barcelona'. Enerzijds is het een verlopen volkswijk; anderzijds wordt er veel gerenoveerd. Het is dus een wijk in herstel cq opkomst. Kennelijk ten behoeve van de sociale structuur is er al stevig geïnvesteerd in een royaal (buurt)sportcomplex en ook de eethuisjes laten zien dat het met de armoedigheid wel meevalt. En niks toeristen!! (behalve een eenling zoals ik). Er is het Restaurante Pollo Rico waar buurtbewoners in de rij staan voor kip aan het spit; om mee te nemen of om een plaats aan de zeer lange bar waar kennelijk ook andere gerechten worden geserveerd. Een hele meeneemkip kost zes Euro en een halve liter Gaspacho Andaluz voor twee Euro. Het --aan de bar geserveerde-- dagmenu met halve kip en alles erbij, brood, drank, soep en postres ('toe-tje'), gaat er weg voor 5,30 €.
Dat was mij wat te zwaar en ik at een heerlijke "curry-speciaal" (een soort Bhoona, dat is eigenlijk een droge curry, maar nu verrijkt met tomaat en ei waardoor het 'sappig' wordt) bij het Kashmir Restaurant ("For Asian & Tandoori Cuisine"). Ik was er de enige niet-Aziaat /Indiër en werd uitgebreid voorgelicht --ook door mensen van andere tafeltjes, soms ook in dat hele keurige Indiaas-Engels-- over de speciale gerechten van dit huis. Het was puur chauvenistische clientèle, maar ze hadden gelijk: Het was zo lekker als ik zelden Indiaas heb gegeten.
Maar het is niet het enige in die straat. Dichter bij het hotel is er nog een klassiek Europees /Spaans restaurant, maar dan beginnen snel de "Asian Foodstores" en "Take Aways", en nog een restaurantje van het kaliber van waar ik at. 'Mijn' restaurantje was weer wat dichter bij het Pauluskerkje. Al tegenover een plein waar kennelijk pas een woonblok is afgebroken en waar een levendige bric à brac markt werd gehouden van kleine, nog bruikbare, dingetjes. Bepaald niet voor toeristen, maar misschien ontdekken die het wel. Dan zal het een heel ander karakter krijgen. Niet meer een markt vóór-en-dóór de buurtbewoners, maar 'de buurt' zal gaan azen op buitenlanders.
Nog tamelijk dicht bij het hotel was Shine Telecom, een Indiaase versie van de Spaanse locutería: De bekende veelvoudige telefooncel met een kassa-achteraf zodat je noch met muntjes, noch met kaarten hoeft te hannessen. Maar deze Aziatische variant straalde uit dat iedereen er bij moest praten met verre familie. Alle trucs om goedkoop lange afstand te bellen werden er uitgebreid toegelicht, met name de diverse internetmogelijkheden. Ook de speciale telefoonkaarten werden toegelicht op lange lijsten met tijden en (Aziatische) landen met de optimale kosten. Nederland's jongste ondernemer, Ben, zou zich misschien verbazen over deze niet-gecomputeriseerde voorlichting. Kennelijk werkt het.
Mijn Ramblas-foto's van Zaterdag zijn te bezichtigen op www.fototime.com. Je hebt geen speciale code of 'aanklik-link' nodig. Het is precies zoals ik gisteren schreef. Je ziet dan wèl tevens de andere 'publieke' foto's over Cessenon en zo. Barcelona staat in een speciaal album met die naam.
Dat ik nog een tijd heb zitten lezen, en kaarten heb zitten schrijven op diverse terrasjes en in het antieke /literaire Café Schilling aan de Carrer de Ferran, de straat naar Plaça del Rei en zo, laat ik maar ongedetailleerd, maar het waren natuurlijk wel een wezenlijke ingrediënten van mijn slenterdag. Op wàt ik las, kom ik nog terug. De bijlage van de Vrijdagse Le Monde en die van de Zaterdagse El País hadden toevallig essays over hetzelfde thema: De laatste ontwikkelingen van het feministische denken. Héél boeiend.
Om 1135 --als het goed is-- zit ik in het vliegtuig naar Tenerife. Alles staat ingepakt. Alleen dit computertje nog op z'n plekje leggen. Het is nog vroeg. Géén haast!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 3 september 2002
Ik ben gisteren goed --en op tijd-- aangekomen zodat ik de boot van vijf uur haalde. Ignacio haalde mij af en bracht mij naar het appartement. Gelukkig kon ik dit plekje weer huren. In Mei lukte het niet en het vorig jaar kon ik er pas vanaf November terecht.
Daarna ging Ignacio vlug weg. "In concentratie", want morgen heeft hij een tentamen --Teoría del Estado-- want hij is eeuwig student. Nu in Politiek-Sociale Wetenschappen.
Straks ga ik kijken of mijn Internetcafé er nog is. Dat was de grote aanwinst toen ik in Mei terugkwam uit Namibië.
PS Het dagboek van Augustus is gereed.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 4 september 2002
--"Als je weet waar je moet kijken, heb je aan één vierkante meter voldoende", is een nadenkertje dat ik wel eens lanceerde als het om de kunst van de street observer ging. Ik bedoelde ermee dat je door de onbevooroordeelde waarneming van het kleine ook de grote lijnen zag. Het sprak tegen --vulde aan-- dat je, om de grote lijnen te zien, afstand moest nemen en door je oogharen moest kijken. Je zag dit soort aanwijzingen niet veel buiten het Zen- en Meditatiegebeuren. Ik weet niet welke voorbeelden ik toen aanhaalde, maar de boekenbijlage van Le Monde bespreekt een boek waarin deze methode in de praktijk is gebracht. De socioloog die dat heeft gedaan --Jean-Claude Kaufmann-- heet dan ook meteen "un sociologue atypique". Hij zoekt de grondslagen van iemands moraal en de (onbewuste) modellen die z/hij daarbij hanteert in "les plis de la vie intime, les mouvements du quotidien et les mises en scènes de soi" (de intieme gewoontes, het mechanisme van het dagdagelijkse en wat je laat zien van jezelf). Eerder schreef hij een studie van het echtelijke leven aan de hand van hun omgang met de was: Hun feitelijke gedrag en gewoontes met lakens en ondergoed, en wat ze ervan zeggen. Het is een kwestie van nauwkeurig kijken en luisteren "op een vierkante meter". De titel --La Trame conjugale-- is ook interessant want trame betekent letterlijk inslagdraad, maar ook in letterlijke èn figuurlijke zin 'weefsel', 'stramien' en 'raster'. Hoe vertaal je zo'n titel? Het echtelijke weefsel? De echtelijke was? Het patroon van het ondergoed?Wie weet er een goeie?
Ook schreef hij een boek over het leven van de alleenstaande vrouw uitgaande van dezelfde 'microwaarnemingen'. Hij houdt kennelijk van die methode.
Nu schreef hij een boek over de relatievorming vanaf het allerprilste begin. Hij interviewde daarvoor twintig koppels over wat er precies gebeurde, wat ze beleefden --van zichzelf en van de ander-- bij het wakker worden na de eerste nacht. De dynamiek van het overschakelen van de romantische (of andere) gevoelens van de avond ervóór naar het bleke ochtendlicht van een nieuwe realiteit. Wordt de bal opgepakt? Ja? Nee? Daartussenin? En hoe dan? Heb je 'spelregels' of een 'plan'? Of doe unieke waarnemingen?
Kaufmann noemt het een existentiële situatie. De geliefden staan voor een "afgrond van vragen". Ze willen verder 'versmelten' en zijn tevens 'op hun hoede' hun autonomie te verliezen. Je autonomie behouden, dat is de inzet. Al zoekend en tastend tekent zich een weg af (Ik denk aan Antonio Machado's "De weg komt als je gaat") waarbij alle voorgaande acties en gedachten onbewust een rol hebben gespeeld. Kaufmann kijkt niet naar theorieën. Hij kijkt naar feitelijke micro-gebeurtenissen en probeert daar patronen in te herkennen. Hij hoopt dat er nieuwe concepten uit worden geboren.
De recencent maakt daar korte metten mee. De methode, zegt hij, is "meer slim dan deugdelijk" en een werkelijke theorie over de koppelvorming kan er niet uit worden afgeleid. Dat zal wel, de dichter en de boer denken ook anders over een grassprietje. Of, zoals een collega vroeger zei: "Begin met een goede theorie en vul dat in met waarnemingen". Ik vroeg nog waar die 'goede theorie' dan vandaan kwam, maar hij luisterde al niet meer. Het was zijn kijk op mijn nadenkertje: "Als je weet waar je moet kijken . . . ".
Hij koos de theorie van een ander . . .   en verloor zijn autonomie. Dat is óók een uitkomst van dat existentiële ontwaakmoment.
De titels:
La Trame conjugale. Analyse du couple par son linge, Pocket, 1997
La Femme seule et le Prince charmant, Pocket, 2001
Premier Matin, Une histoire d'amour, Ed Armand Colin, 2002
PS "Waar ben ik?" en "Reisplannen" zijn vandaag bijgewerkt. De belangrijkste verandering zijn de telefoonnummers. O.a. geen vaste telefoon meer hier in San Sebastián; alleen mijn GSM +34 676 289 539 en ik kan nu SMS ontvangen èn sturen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 5 september 2002
Het internetcafé is er nog. Het is lekker snel, dat is een genot! Ik heb er meteen een hele tijd gezeten, want ik moest wat puzzles oplossen. Storingen op mijn Webmail waarover ik --on line-- moest corresponderen, het opladen van deze site lukte gisteren niet op een van de twee, en nog zo wat ongein. Ik hoop dat die oplaadmoeilijkheden niet dezelfde vormen gaan aannemen als in Namibië dit voorjaar, maar het bracht mij wel op een gedachte. Toen had ik een lijstje met namen waar ik de "dagboek-input van-de-dag" als e-mail stuurde in geval van storingen. Het viel goed, en sommigen vroegen zelfs of ze niet altijd mijn dagboek per e-mail konden krijgen. 'Helaas nee', was mijn antwoord, 'het is te bewerkelijk voor iedere dag'.
Dat lijstje is er niet meer (dat was een van de 'storingen' van mijn Webmail) maar ik ga dat opnieuw maken. Behalve bij langdurige storingen, zoals in Namibië, ga ik het ook gebruiken om af-en-toe een 'leuke' dagboek-input te verzenden. Dat was het idee. Daarvoor komt, vind ik, het weekend in Barcelona in aanmerking. Dat ga ik straks aan het ontwerplijstje verzenden.
Dat ontwerplijstje gebruik ik maar één keer. Om op het lijstje te blijven moet je dat uitdrukkelijk bevestigen. Dat zal ik in het begeleidend briefje ook schrijven. En natuurlijk --daarom staat het ook in dit dagboek-- kun je "op verzoek" op dat lijstje komen. Heb je het niet gekregen? En heb je wel zin in af-en-toe zo'n mailtje met een enkele 'leuke' input? Schrijf me dat dan even. Met genoegen zet ik je er op en ik hoop dat mijn Webmail niet opnieuw roet in het eten gooit.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 6 september 2002
Ziezo, nu even wat meer huiselijke dingen. Ik ben hier al de vijfde dag, en ik begin mijn draai weer te krijgen. In het begin is er veel 'organisatie' --zoals met het internet en aankopen van bv schoonmaakspullen voor de komende vier maanden-- maar ook veel aandacht dat ik "at-the-end-of-the-day" tevreden ben over mezelf. En dat ben ik niet als ik alleen maar als een druk baasje heb rondgelopen. Als ik niet een zekere portie lees- èn schrijfwerk heb afgemaakt, dan slaap ik niet tevreden in. Dat is mijn maatstaf.
Het zat niet zo mee. Ik zat uren (extra) te prutsen in het I-Café met storingen bij het opladen en bij de mail en ik kreeg de rekening gepresenteerd van de vliegveld- en stadslucht die ik op (door)reis heb opgesnoven. Dat uit zich in extra moeheid en concentratieproblemen. Maar gisteren had ik voor het eerst meer een gewone energieke dag. Ik overwoog zelfs om vanmorgen een grote lange wandeling te maken, maar dat heb ik maar even uitgesteld tot Zondag. Een of twee keer mijn 400 traptreden op en af kan er wel mee door, maar een èchte lange wandeling lokt wel. Ik heb al een idee voor een nieuwe route.
In dit gebouw van zes appartementen naast elkaar, woon ik nu op nummer vijf. Totnutoe heb ik alleen in de even nummers gewoond en nu loop ik op een gespiegelde plattegrond. Alles zit 'verkeerd'. Het lijkt snel te wennen, maar vanmorgen greep ik nog naar de verkeerde kant voor de deurkruk en liep naar de voordeur ipv naar de woonkamer toen ik uit mijn slaapkamer kwam. Het zij zo. Deze flat heeft ook nog wat andere eigenaardigheden. Hij is helemaal 'in kleur' geverfd van binnen. De huiseigenaar had het in stralend kloosterlijk wit gedacht, en dat beviel mij wel. De meeste bewoners zitten hier maar kort en passen zich aan. Maar de vorige bewoonster --ik kende haar wel, want het vorig jaar woonde ik op nummer zes-- zou hier heel lang blijven, verzekerde ze. Haar vader kwam vaak over voor het klussenwerk en ik die had mij er over verteld. Alle meubels van de huiseigenaar gingen in de opslag en werden vervangen door eigen meubeltjes. Er kwamen wand- en vloerkleden en veel schilderijen aan de muur.
Maar opeens is ze verdwenen. Señora Ernestina zal mij wel eens vertellen waarom. Ik zit nu met dominant oker-geverfde muren door het hele huis. (Gelukkig heeft ze de plafonds wit gelaten.) En her en der nogal wat haakjes in de muur.
Maar het uitzicht op de Teide, de hoogste berg van Spanje, is nog steeds hetzelfde. Dat is al jaren mijn rustpunt.
Er is nu ook meer zon. Toen ik aankwam, legde Ignacio mij uit, hadden we Sahara wind. Dat fenomeen kende ik. Het is een Zuidelijke wind, heel warm vaak, en brengt bewolking en soms regen met zich mee. Meestal ook veel Sahara stof en -zand. Het zou nog tot Woensdag duren, was de voorspelling. Nu was heel veel stof en heel weinig regen. Precies genoeg om het stof naar beneden te brengen, maar niet genoeg om het weg te spoelen. Zodoende waren de witte plastic stoelen en de tafel van het balkon ook helemaal ver-oker-d.
Alles wat je aanraakt is ver-oker-d, want het allerfijnste stof dringt door tot ver in het huis. Het is geen gewoon wegspoelbaar zand, zoals hier sommige de stranden zwart zand hebben. Het is een kleurstof die alleen met goed wassen verdwijnt.
Maar nu is de gewone Noordwest passaat weer terug. Net als de zon. En ik ben er ook weer.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 7 september 2002
Ghislaine is naar Kassel geweest. Naar Documenta 11. Met enkele vrienden. Heel gezellig. Oude bekenden getroffen.
--"De tentoonstellingen zelf", schrijft ze, "zijn in ieder geval wel reden tot discussie (. . . Is dit) Journalistiek? documentair?? De kunst als document? Ik kon er niet echt iets anders in zien dan de betrokken aanklacht van activisten."
Carlos Jiménez Zoom, een columnist van El País, (El País van Columbia, waar ik per vergissing bij terechtkwam), loopt ook met die vraag. Kassel, zegt hij, is verzand in documentalisme en anthropologie. Bij gebrek aan 'vreemde' landen en -stammen uit hun glorietijd, heeft de anthropologie zich nu gericht op de grote moderne steden, vroeger het terrein van sociologen. Niet meer het kijken vanuit een andere cultuur, maar kijken naar de eigen cultuur werd het nieuwe jachtterrein. Hij had aan de vice-conservator Mark Nash gevraagd waarom die documentaire over de Inuit er terecht was gekomen. Zulke dingen zie je op Discovery of op Fourth Channel? Twee redenen kreeg hij, maar geen van beide bevredigden hem. De documentaire is gemaakt door een kunstenaarscollectief van Inuit omdat de oudere 'westerse' documentaires alleen de westerse vooroordelen bevestigen. (Dat is waaruit een goede 'anthropologische studie' vrijwel altijd bestaat, het elimineren van oudere vooroordelen.) Verder was het gemaakt met een zeer vrije omgang met de normen voor documentaires enerzijds en TV-soaps anderzijds. Tja . . .
De Turkse maker (die in Londen woont) van de video-installatie die een Engelse huisvrouw interviewt over wat ze in de vier seizoenen in haar tuin doet, besluit Zoom, kan er zich nog op beroepen dat het om anthropologie gaat. Per slot is hij een buitenstaander die een andere cultuur probeert te begrijpen.
Dat Kassel een 'betrokken aanklacht van activisten' is, herinnert Ghislaine aan "Politiek is kunst, kunst is politiek" uit '68. Toen een boeiende vernieuwing, schrijft ze. Mij doet die uitspaak denken aan een totale inbeslagname, zo niet een kolonisatie, van de kunst door de politiek. Ik bedoel de gewone menselijke politiek van de-man-in-de-straat en van de intelligentia, niet die van de instituten en de partijen. Dat vind ik tragisch. Zowel voor de kunst, die er door geamputeerd wordt, als voor de politiek die kennelijk zodanig geïnstitutionaliseerd --en dus ontmenselijkt-- is geworden dat 'Kunst' nog de enige noemer is waaronder dit protest tégen 'de abstractie' (van het systeem) en het pleidooi vóór 'de complexiteit' (van de werkelijkheid) maatschappelijk aanvaardbaar is. Maw Kunst --en Documenta 11-- is politically correct geworden. Waar is nog ruimte om gewoon te gillen? Of om niet-politieke gevoelens een publieke plek te geven?
Een recensent in The Daily Telegraph (Richard Durment) was geraakt door een documentaire uit Zuid-Afrika. Het is een beeld dat mij --toen ik er was-- ook telkens 'irritaties' bezorgde. Het zijn 'alleen maar' foto's van prikkeldraad, bordjes met 'armed response' en alarminstallaties "waarachter de blanke middenklasse zich verschanst in hun eigen geboorteland", schrijft hij. Mijn 'irritaties' waren niet zo 'koloniaal' ('mijn' geboorteland, hum hum.) Per slot zijn de inbrekers er ook geboren en verschanst de zwarte middenklasse zich precies zo.
Ik zag er het onnodig opzwepen van angst-voor-de-ander in. Het is een zelf-bevestigend, fataal, proces. Dat is beangstigend, want het kent geen einde, behalve geweldadige realisatie van deze angstfantasie. Maar misschien zien enkele bezoekers dat ook in het kunstwerk van Kendell Geers, de Zuid-Afrikaanse kunstenares die er niet meer woont. Wellicht omdat ze zelf ook gevangen is in die angstfantasie.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 8 september 2002
Gisteren heb ik een nieuwe wandeling gemaakt. Dat is te zeggen: Enkele bekende trajecten gecombineerd met een onbekende doorsteek daartussen. Volgens de kaarten was het mogelijk om vanuit de Baranco de la Villa, het dal dat tussen de Carretera naar Valle Gran Rey en die naar Hermigua ligt, met steile voetpaden naar die autowegen te komen. Naar de autoweg naar Valle Gran Rey was het me gelukt. Het is een bekende route in de wandelgidsen. Naar de andere autoweg kon het op twee manieren: een korte en een lange. De langste was als 'moeilijk vindbaar' geoormerkt. De kortste kwam niet voor in de wandelgidsen, alleen op de stafkaart, maar die had als voordeel dat ik meteen de autoweg kon oversteken en met een bekend ezelpad 'over de berg' terug zou kunnen gaan naar San Sebastián. Het zou een wandeling van 3 à 4 uur zijn.
Maar ik kwam terecht op het lange; een ezelpad in goede staat. Althans in het begin. Bovendien wist ik aanvankelijk niet dat ik op 'het lange' zat. Ik verdwaalde dus. Maar het pad werd slechter en slechter en was soms helemaal weggeslagen door de banjir-achtige regenbuien die hier voorkomen. 'Moeilijk vindbaar' veranderde geleidelijk in 'onvindbaar'.
Gelukkig was ik al dicht bij de autoweg, en via wat onvoorziene klauterpartijen en verwaarloosde terrassen, kwam ik er toch na bijna drie uur. Ik kwam terecht aan de andere kant van de grote tunnel die een paar jaar geleden is gebouwd en die een aantal oude bochten in de smalle weg afsneed. Ter plekke de weg oversteken was onmogelijk. Er is daar alleen een steile rotswand. Dus terug over de Carretera. Twee taxichauffeurs, José en Ramón, op de terugweg naar Hermigua, die mij kenden uit die tijd dat ik daar woonde, stopten belangstellend: "Is er wat?"
Bij de nieuwe tunnel gekomen, hoefde ik daar niet doorheen (wat mij als voetganger ook heel gevaarlijk leek) want ik kon via de oude afgesneden bochten. Dat was een heel aparte sensatie. Die weg kende ik goed. Die had ik vaak gereden toen ik in Hermigua woonde. Ik had er vaak lang --en geërgerd-- in files moeten wachten als grote autobussen zich door scherpe bochten manoevreerden. Heel jachtig was het toen. Nu was het doodstil. Ik genoot van de prachtige uitzichten en maakte foto's.
Weer terug op de (vernieuwde) Carretera, bij het ezelpad dat mij 'over de berg' naar San Sebastián zou voeren, stond ik te aarzelen. Over de autoweg zou ik in ruim een uur thuis zijn, 'over de berg' zou het langer en zwaarder zijn. De autoweg was saaier en gevaarlijker. Ik had al bijna vier uur 'in de benen' . . .
Toen stopte Manolo, nòg een taxista uit Hermigua. Op weg naar San Sebastián. De aarzeling was voorbij!! Hij liet mij uitstappen bij de nieuwe hypermercado. Ik deed mijn inkoopjes voor het weekend en hij reed door naar de haven voor een vrachtje naar Hermigua. Vanaf de autoweg hadden we de boot al zien binnenvaren.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 9 september 2002
Gisteren had ik mijn dagboek wel gereedgemaakt op een floppy, maar bij het I-café aangekomen bleek het gesloten. Pech! Het was dus geen 'storing' dat er geen 'dagboek' was gisteren. Gelukkig had ik Zaterdag op beide sites wèl kunnen opladen met een bijna vergeten truc uit de Namibië-trucendoos. Het blijft zorgelijk. Het lek is nog niet boven water.
Verder waren er grote feestelijkheden. Ik had daar nog niet over geschreven, maar het is weer de week dat het vertrek van Columbus wordt herdacht voor 'de' ontdekkingsreis. Dat wordt sinds een aantal jaren gevierd met een academische studieweek onder auspiciën van de Universiteit van La Laguna (Tenerife). Ik heb er niet aan deelgenomen deze keer, maar ik zal er over berichten als ik de verslagen heb gelezen. Het was nu een beetje 'speciaal': Het was 510 jaar geleden die befaamde vertrekdag 6 September 1492. Een paar jaar vóór het vijfde eeuwfeest --dat zeer uitgebreid werd gevierd, zeker ook met het oog op 'commercie & toerisme' ;-) -- zijn deze academische studieweken begonnen. De universiteit van Laguna had al veel langer een speciale sectie die de banden tussen de Canarische Eilanden en 'Amerika' bestudeerde. Ieder jaar wordt een (Amerikaans) gebied gekozen en worden deskundigen uitgenodigd uit het betrokken land. Het zijn meestal detailstudies van de migratie door vakhistorici, maar ze worden (soms) heel goed gebracht en in elk geval vormen ze samen een veelzeggend patroon. De Canarische Eilanden (en Galicië trouwens ook) waren door Madrid en Toledo aangewezen als 'fokcentra' (als je de teksten leest van de koninklijke 'ordonnantiën' is deze cynische term volledig gerechtvaardigd) voor het bevolken van de veroverde gebieden.
Maar het gaat soms ook over (illegale) migraties uit de franquistische tijd dat La Gomera een verbanningsoord was voor politieke dissidenten. Of uit de tijd dat Venezuela veel mensen nodig had in de olieindustrie in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw en de formele migratie-quota van Madrid te traag of te krap waren. Met kleine bootjes werden toen mensen gesmokkeld, een situatie waaraan nog wel eens wordt herinnerd nu er een omvangrijke mensensmokkel van Afrika náár de Canarische Eilanden plaatsvindt. Niet tot genoegen van de autoriteiten van nú.
Er zijn veel familiebanden met Venezuela en ik heb verschillende mensen ontmoet --van mijn leeftijd-- die toentertijd zijn 'gesmokkeld' en nu als gepensioneerde, al of niet 'in bonus', naar het eiland zijn teruggekomen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 10 september 2002
Het opladen blijft zorgelijk. Gisteren was er zelfs een nieuwe 'storing'. De aanhefpagina --dat is deze pagina-- werd maar gedeeltelijk opgeladen. Bij de eerdere 'storingen' werd er niets opgeladen, maar vaak wel de vorige aanhefpagina 'weggepoetst' zodat er NIETS verscheen, zelfs niet het dagboek van de vorige dag.
Het is een probleem dat met veel geheimzinnigheid --en onkunde /onwetendheid van de deskundigen-- is omgeven. Er zijn geheimzinnige 'restricties' waar niemand het fijne van weet. Zo kwam mij gisteren een nieuwe ter ore. De technicus van het I-café wist van een Spaanse ISP (Internet Service Provider) die alleen een bepaalde oplaadmachine toelaat: Dreamweaver. Daar gáát de Internetvrijheid!
Voor vandaag heb ik weer wat nieuwe pijlen op mijn boog. Ook om de mail-aan-iedereen de deur uit te krijgen voor het nieuw 'dagboeklijstje' (zie 5 September). Dat lukte ook al niet.
We zullen zien.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 11 september 2002
Gisteren was weer een drukke en zorgelijke dag met mislukte oplaadpogingen. Dat is het 'slechte nieuws' wat ik ervan kan vertellen. Laat ik met het 'goede nieuws' beginnen.
(A) Het opladen lukte opeens feilloos!
(B) Ik heb een gunstig retourtje Brussel kunnen kopen voor het eind van de maand.
Ik had het 'plan' om de andere I-café's te proberen, ook al om de meest elementaire van alle ftp-machientjes uit de DOS-tijd te proberen die nog steeds ergens verscholen in de moderne Windows machines zit. In 'mijn' I-café hadden ze die buiten werking gesteld om nogal onduidelijke (en dus geheimzinnige) reden. Die oude getrouwe "ftp.exe" werkt met commando regels waarmee ik 15(?) jaar geleden mijn allereerste e-mail op het scherm moest toveren. Het leek goed te werken, maar . . . de overgeseinde documenten bleken leeg aan te komen. De rest van de ochtend had ik besteed aan het vaststellen dat de andere I-café's op nagenoeg dezelfde manier het opladen weigerden. Om half twee --de siësta sluitingstijd-- was mijn 'aanvalsplan' van die ochtend vastgelopen had ik nog steeds geen oplossing.
Onderweg naar huis gonsden alternatieve oplossingen door mijn hoofd: Wat te doen als ik door een ftp-barrière ben omringd? Per slot kon ik er ook een e-mail dagboek van maken voor trouwe lezers. Maar dan moest ik allereerst het verzenden van groepsmail regelen. Mijn webmail deed daar ook moeilijk over: Niet meer dan 6 à 8 per keer maximaal. Dat was dus het aanvalsplan voor de namiddag. Om vijf uur, de openingstijd, had ik alweer de 400 traptreden afgelopen, popelend om het nieuwe alternatief ruim baan te geven. Het maximum bleek na wat proefjes bij 10 te liggen. Ik verdeelde mijn adreslijst in groepjes van 10 en verzond de .rtf versies van de laatste week. Toen die klus voorbij was probeerde ik nog éeacute;n 'truc' die mij te binnen was geschoten. Een van de 'constante factoren' in alle proeven was de diskette geweest. Ik had die tussentijds al eens geformatteerd, maar toch. Als ik eens met een nieuwe-'verse' diskette zou beginnen? Maar daarvoor moest ik naar boven lopen. 'Mañana' dus. En toen kreeg ik het succes-idee. Ik zette de inhoud van de diskette éérst op de harde schijf . . .  : en vanaf dáár opladen. Feilloos!! Ik zat weer in mijn 'success mode'.
Opgewekt liep ik --nèt voor sluitingstijd-- naar het reisbureau om eindelijk mijn reis naar NL definitief te regelen. Behalve onzekere inschrijvingen op last-minute charters was het de laatste dag van een aanbieding van Iberia naar Brussel. Heel comfortabele aankomst- en vertrektijden zodat ik geen extra hotel-overnachtingen nodig had vanaf La Gomera. Inderdaad: Ik zat weer in mijn 'success mode'.
Thuisgekomen zette zich dat voort. Ik belde met een zeer oude vriend in Rotterdam. We hadden ons al eens beklaagd dat we elkaar altijd zo 'zelden' en zo 'even' zagen. We zouden eens 'meer tijd met elkaar' moeten hebben. Maar hij reist veel en heeft een volle agenda. En ziet!! Ik kan de avond van mijn aankomst in Brussel op een beschaafde tijd bij hem aankomen en logeren. Een géén haast de andere ochtend. Wat een weelde!
PS "Reisplannen" is vandaag bijgewerkt met de details van de reis naar Brussel.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 12 september 2002
"Als het hier Ierland was, zou ik beter kijken"
--"Dat is een regel van K. Schippers", schreef Aldert, "Ik moet er steeds aan denken als ik jouw dagboek lees. Ik bewonder je."
Ik voelde mij begrepen. Net als door Julie, een jaar geleden:
--"Student van het dagdagelijkse leven".
--"Ik zou het wel als grafschrift willen hebben", bedankte ik haar.
Bewondering is als verliefdheid. Verliefdheid is de aandrang die de weg naar echte liefde opent. Bewondering opent de weg naar echt begrijpen. Bewondering en verliefdheid accentueren de ongelijkheid. Liefde en begrepen worden maken dat je er weer bij hoort. Als gelijke. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 13 september 2002
De tekst van gisteren heeft mij lang beziggehouden. Om hem te maken en ook daarna. Het 'maken' vereiste het uitzuiveren van gevoelens tot het wezenlijke. Het 'daarna' ging over de nieuwe vragen die het opriep.
Wat is dat?, een compliment dat recht naar je ziel gaat. Het is niet alleen 'begrepen worden', zoals ik gisteren schreef, het is ook 'mezelf begrijpen'. "Pas als ik de ander hoor antwoorden", schreef de Noorse filosoof Arne Nass, "weet ik wat ik heb gezegd". Is het dat?
Een compliment dat niet meteen doorschiet naar je ziel, voelt niet lekker. Het zet je op een voetstuk, het maakt je ongelijk.
--"Dat ben ik niet", is mijn eerste innerlijke antwoord.
--"Maar dat is defensief", zegt een ander binnenstemmetje, "Luister eens goed".
Ik kijk de ander aan. Wat zegt zijn gezicht? Wat straalt hij uit? Kan ik hem vertrouwen? Kan ik hem toevertrouwen dat ik het --'eigenlijk'-- met hem eens ben. Dat ik dat ook 'goed-van-mezelf' vind. Maar er staan een paar taboes in de weg. Hij ruimde die op. Hij keek daar doorheen. Hij maakte dat losse brokje weer deel van mezelf. Ik liet toe.
Ik voel mij warm, want het is waar wat hij zegt. Ik voel mij nederig, want alleen had ik het totnutoe niet voorelkaar gekregen. Ik voel mij dankbaar.
--"Je hebt gelijk. Dank je wel. Jij ziet zulke dingen altijd zo goed", zeg ik.
Nu zijn we weer gelijk. We horen weer bij elkaar. Ons kent ons weer.
--"Ik bewonder je", voeg ik er nog aan toe . . . en ik zie hem even schrikken.
Aj!! Een miskleun? Misschien zegt zíjn innerlijke stem nu:
--"Dat ben ik niet".
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 14 september 2002
Over het verschijnsel 'weblogs' of 'blogs' schreef ik op 22 Mei voor het eerst. Het lijkt een beetje op wat ik in dit dagboek doe: Een website die vaak --iedere dag, of vaker per dag-- wordt vernieuwd met de meest recente ideeën van de schrijver. Dat kan gaan over de buitenwereld, verrassende ontdekkingen op een web-surftocht of over zieleroerselen. Gewoonlijk wordt de opinie kort en puntig geformuleerd en met een zekere oneerbiedigheid, eventueel sarcasme, omtrent bron. Zo luidt zo langzamerhand de 'definitie' van het verschijnsel. Want een onverwacht verschijnsel is het!
Ik speel --natuurlijk-- met de gedachte om Mijn Dagboek ook met de technologie van de bloggers te gaan doen. Zeker als ik weer eens oplaadproblemen heb. Maar vooralsnog is het niet aan de orde.
Het is een boeiend 'internetverschijnsel' dat is uitgegroeid van een bijna 'technisch' middel om een kleine groep insiders à la minute op de hoogte te houden van elkaars ontdekkingen, tot een massabeweging. Hier en daar had ik al fragment opgevangen van die ontwikkelingsgeschiedenis, maar dezer dagen trof ik twee sites die heel helder uiteenzetten "hoe ut zo is gekooome".
Allereerst is er de site van Dave Winer die kort en bondig de allereerste 'blogs' beschrijft, maar niet erg ingaat op de subtiliteiten van de latere ontwikkelingen. Het is hooguit een A-viertje.
Vervolgens is de site van Rebecca Blood die juist ingaat om die ontwikkelingen en stromingen die het levendige --bijna chaotische-- 'bloggers'-landschap zijn huidige vorm hebben gegeven. Dat zijn wel drie A-viertjes, denk ik.
Ik had al vaker wat geneusd in --bv-- NLse weblogs. Dat is relatief gemakkelijke als je in Google de woorden 'weblog' en 'nederlands' inklopt. Maar het had mij niet vrolijk gemaakt. De 'goede' blogs, waar recensenten over spraken waren verder te zoeken dan spelden-in-een-hooiberg. Oppervlakkigheid, vluchtigheid, en gemakzuchtig sarcasme domineerden. OK, dat hoort dan kennelijk bij zo'n massabeweging. De 'blog' van 'American Realpolitik' was een goede uitzondering, maar het 'lawaaiige' karakter blijft mij storen.
Rebecca Blood is een uitzondering, hoewel ik haar blog nog niet heb bezocht. Niet alleen beschrijft zij genuanceerd de verschillende stromingen van het 'blog-se' buitengebeuren, zij geeft ook een lezenswaardig relaas van wat met haar persoonlijk gebeurde. Hoe zij zichzelf ontwikkelde, vertrouwen kreeg in haar eigen mening (terwijl ze toch al een boek over het 'blog'-verschijnsel had geschreven). Ik kom daar zeker op terug, want ik herken er mijn eigen ontwikkeling als schrijver in. Lees alvast maar haar stukje.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 15 september 2002
Gisteren schreef ik dat ik (bijna) alleen nog schreeuwerige en lawaaiige 'blogs' had gevonden. De verwijzingen van zo'n blog hebben meestal hetzelfde karakter, dus het aanklikken van links helpt niet. Dat is niet toevallig. De verwijzingen zijn naar soortgenoten die min of meer hetzelfde filter hanteren. Gelukkig zijn er ook structuren die dat doorbreken. Bv blogs met 'alles' wat de laatste drie uur is verschenen, ongeacht 'nestgeur'. De weblog-geschiedenis zoals Rebecca Blood die beschrijft, wijst uitdrukkelijk op het --bedoelde-- filter karakter van de eerste populariseringsgolf. Aan die golf was voorafgegaan een site van de 'uitvinder' van de WWW, Tim Berners-Lee van de CERN. Daarin werd gemeld --enthousiast natuurlijk, want zijn geesteskind was meteen een succès fou-- welke sites er de vorige week, gisteren of het laatste uur 'in-de-lucht' waren gekomen. Dat allereerste 'logboek' heette http://info.cern.ch en dat is gelukkig gearchiveerd door het World Wide Web Consortium. (Je moet die dingen nu bewaren of ze zijn voorgoed verloren).
Dat was iets voor insiders, maar met honderden sites --en al snel duizenden-- ontstonden er al snel 'logboeken' en 'logboeken van logboeken' waar de auteur zijn keuze, zijn oordeel, koppelde aan de vermelding. Dat was een soort "publieke vriendendienst", een verschijnsel dat de WWW, trouwens het hele Internet, van het begin af heeft gekarakteriseerd. (Het neo-kapitalisme ziet het alleen als geldpomp: $! $!! $!!! $!!!! . . .)
Er kwamen 'web-machines' die ook de surfende leek in staat stelden 'zijn' weblog of blog te publiceren. Bij de strengste daarvan moest je een karakteristieke naam voor je lijst verzinnen en van je (dagelijkse) surf-vondsten of surf-verrassingen een korte karakteristiek geven. Meer niet. Maar het is duidelijk dat je verzameling willens-nillens jouw persoonlijk stempel krijgt: 'Het Net door mijn ogen'. Dat gebeurt nu nog in bv dag- en weekbladen, en ik heb ze gezien in wijkkrantjes. Het is een interessante manier om aan de hand van 'een vertrouwd persoon' uithoeken van de Web te leren kennen waar je zelf niet toe zou zijn gekomen.
Dat is wat Rebecca Blood in haar weblog-geschiedenis als het 'filter model' beschrijft. Voor mij sluit dat aan bij de meest elementaire vormen van netwerken waarover ik vroeger nogal wat heb geschreven en vertaald. Daar blijkt dat je om überhaupt te kunnen overleven, in welke maatschappij-soort dan ook, je info-garing niet alleen rechtstreeks kan zijn, maar ook gefilterd moet zijn door 'anderen', door 'vrienden', door mensen die jij kent en die jou kennen. Daar ligt ook het biologisch noodzakelijke verband tussen 'liefde' en 'overleven'. Dat slaat niet alleen op procreatie. In de huidige informatiemaatschappij is dat alleen maar urgenter geworden.
Naast die meer of minder strenge filter style weblogs ontstond er langzamerhand een free style. De auteurs beperkten zich niet meer tot website-plus-commentaar, maar formuleerden ook tussentijdse gedachten over wat er gebeurde op Het Net en in De Wereld. Technisch --met je computer permanent on-line-- kon dat meermalen per dag. Dat is wat anders dan ik met mijn diskette vierhonderd traptreetjes naar beneden lopen naar het I-café --en weer terug :-(.
Het werd een heel hitzig gebeuren met blogs die meldden welke (andere) blogs de laatste drie uur zijn aangevuld met nieuwe gedachten. Dan gebeurt er wat ik 22 mei schreef:
--"Het is alsof je in de collectieve hersens van de wereld kijkt. De wereld heet van de naald".
Er ontstaan dagboek- en journaal-achtige blogs. De leek in de rol van de klassieke journalist, van de krant en van de media. Is er nu een 'ethiek' voor dat gedrag te benoemen? Is die dezelfde als voor de professionele journalist?, vraagt Blood zich af in haar boek en schrijft een hoofdstuk daarover dat je op haar site kunt lezen.
Blood is een goede waarneemster, met oog voor details. Dat was mij al direkt opgevallen. Haar vorm van puntig en kernachtig formuleren --en met een zekere oneerbiedigheid, zoals de blog-stijl is geworden-- bevalt mij. Zij heeft niet dat schreeuwerige en oppervlakkige, allebei kenmerken die mij aanvankelijk verhinderden het blog-verschijnsel met enthousiasme te verkennen. Ik verbaasde mij daarom niet dat zij, in het verlengde van de blog-geschiedenis die ik hierboven kort heb weergegeven, ook iets vertelt van haar eigen ervaring als blog-schrijfster. Zij zegt:
--"Twee onverwachte side effects vielen mij op: Terugkijkend bleek dat ik heel wat meer in wetenschap, archeologie en maatschappelijke onrechtvaardigheid was geïnteresseerd dan ik mij bewust was. En, nog belangrijker:

I began to value more highly my own point of view. In composing my link text every day I carefully considered my own opinions and ideas, and I began to feel that my perspective was unique and important".
Daar gaat ze op door en legt een relatie tussen wat er met jezelf gebeurt en wat er 'cultuurlijk' gebeurt. Voor die alinea's alléén al moet haar essay lezen. Ik zag erin dat --naast de verpauperende effecten van de commercialisering die nu op Het Net toeslaat-- er ook nog rozen bloeien. Honderden rozen. Ik genoot. Maak aan de hand van Rebecca Blood ook eens een klein verkenningstochtje. Bezoek --om te beginnen-- haar blog bijvoorbeeld. Klik her en der eens aan waar ze wat over zegt. Hier zijn wat citaten uit de laatste alinea's van haar essay:
--"The blogger, by virtue of simply writing down whatever is on his mind, will be confronted with his own thoughts and opinions. Blogging every day, he will become a more confident writer. (. . .) As he enunciates his opinions daily, this new awareness of his inner life may develop into a trust in his own perspective."
--"The promise of the web was that everyone could publish, that a thousand voices could flourish, communicate, connect. (. . .)
[Blogs geven iedereen] (. . .) the ability to publish on the web: to pontificate, remember, dream, and argue in public, as easily as they send an instant message."
--"Free-style blogs are nothing less than an outbreak of self-expression."
--"Each kind of weblog empowers individuals on many levels."

PS English Notes zij bijgewerkt tot vandaag.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 16 september 2002
Babelia, de literaire bijlage van El País van dit weekend, heeft op de hoofdpagina's een interview met de Hongaarse schrijver Imre Kerész. Bekend schrijver-filosoof, Jood, overlevende van Auschwitz, en van 1929 (mijn vintage!): "een niet-te-stoppen en ongegeneerde denker die spreekt en schrijft met de oprechtheid van iemand die niets heeft te verliezen"
Misschien kom ik nog wel eens terug op de boeiende analyse van het Europa-van-nu, maar nu gaat het om de woorden: "de oprechtheid van iemand die niets heeft te verliezen".
Dat is een belangrijke sleutel in deze wereld van des-informatie: "Wat is het belang van de spreker?" Zelfs de meest betrouwbare bronnen moeten er voortdurend aan worden getoetst. Onder die omstandigheden is het telkens een verademing als er weer eens iemand aan het woord is die zich daarvan bewust is . . . en er ook naar handelt.
In de blog van Rebecca Blood van afgelopen Vrijdag 13/9 komt een gepensioneerd luitenant-generaal in beeld die zich inderdaad als zodanig gedraagt. Wat een rumoer, wat een schandalisatie, geeft dat!! En wat een kwaadsprekerij over de 'dader' breekt los. Het hele militaire establishment in rep en roer. Inderdaad, opnieuw een bewijs om onze des-informatiemaatschappij voortdurend in de gaten te houden met de onderstreepte woorden in het achterhoofd.
Wat heeft deze generaal gedaan? Hij was --als gepensioneerd marine admiraal-- ingehuurd door het Pentagon om het commando te voeren over een van de partijen in een reusachtig 'oorlogsspel' als voorbereiding op de komende oorlog. Een soort generale repetitie. Hij moest de rol spelen van een maniakale dictator van een staat in het Midden Oosten die door de VS moest worden uitgeschakeld. Het spel werd gespeeld gedurende drie weken. Dertienduizend manschappen, talloze computers en 250 miljoen dollar; een van de grootste in zijn soort ooit gespeeld. 15 Augustus jl was het afgelopen.
Wat gebeurt? Amerika verliest! De hele vloot, al bij het binnenvaren van de Perzische Golf, gaat aan diggelen. Erger dan Pearl Harbour! Onze generaal heeft een heel speelse strategie bedacht met de beperkte middelen die zo'n land ter beschikking staan. Het spel wordt voorgezet en de gezonken vloot wordt 'herrezen' verklaard. (Niet ongewoon in dergelijke spelsituaties, per slot doe je het om ervan te leren).
Het Pentagon houdt het stil. Op persconferenties worden nare vragen gesteld aan Rumsfeld: "Het was geen realistische strategie, wij hoeven daar niet op te rekenen", laat hij de officials van het Pentagon antwoorden.
Maar onze gepensioneerde generaal houdt zijn mond niet. Hij heeft niets te verliezen en de starre cultuur van het Pentagon ziet hij als een gevaar voor Amerika. Hij laat zich interviewen door The Guardian: "Helemaal geen irreële strategie", vecht hij terug, "Mijn veronderstellingen over de taktiek van de VS waren gebaseerd op de rethoriek van Bush en publieke uitlatingen van het Pentagon. De tactiek van zo'n dictatoriale maniak is ook al eerder vertoond", en hij somt feilloos zijn 'modellen' op. Het is absoluut realistisch wat hij heeft gedaan. Maar het is ook hoogst origineel. Te origineel voor de 'groothoofden' van het Pentagon.
Je moet dat interview lezen. Het zou hilarisch zijn als het niet zo ernstig was. 'Het Pentagon is een cultuur die niet wil leren en is dus gedoemd te verliezen', zegt hij. Dat gaat onze generaal aan het hart en hij riskeert de diffamaties die nu over hem worden uitgestrooid door 'mensen die wèl iets te verliezen hebben.
Hierboven noemde ik de printversie. Voor alle zekerheid hier ook de paginaversie. Een printversie komt niet altijd goed door.
Deze uit-het-hart-sprekende generaal herinnert mij aan een andere generaal waar ik in Mei van het vorig jaar over schreef. Generaal Ausseresses (dat in Frans klinkt als SS-huzaar) die ik aldaar 'Algerijnse Martelchef' heb genoemd. Zie de afleveringen van 6 mei, 10 mei, 12 mei en 31 mei
Ook hij --inmiddels 83-- zette zich in voor eerlijkheid. "Eindelijk moet Frankrijk zijn koloniaal verleden eens onder ogen zien", is zijn inzet. Hij was zelf het hoofd van de "martelafdeling" en erkent open en eerlijk zijn deelname. En ook hier diffamaties, kwaadsprekerij en dreiging met het ontnemen van rang en zijn Légion d'Honneur. Als een soort Dreyfus. Inderdaad, de morele druk is heel groot. Je zou het bijna eens zijn met de zwijgende lafaards die zich laten leiden door wat ze hebben te verliezen. Ook de stukken over Ausseresses zijn daarom het nalezen waard. Als ze hem in een interview voorhouden dat hij hoon en oneer zal oogsten als hij zo doorgaat zegt hij telkens "Tant pis", (da's dan jammer), hij heeft niets te verliezen. Hij kan eerlijk zijn.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 17 september 2002
Met al die verhalen uit de krant en van Het Net, lijkt het wel alsof er op het eiland niets te zien is met het ongewapende oog. En òf er wat te zien is!! En te ruiken ook!! Er is een fikse rel aan de gang over de plaats van de vuilstort, de vertedero, zoals die hier heet.
Er was lange tijd een 'illegale' vuilstort in zee net voorbij het strandje van Avalo, la playa de Avalo. Het is een lief klein strandje waar je langs komt op de pelgrimsweg naar "La Ermita de Nuestra Señora de Guadelupe", de Kluis van de patrones van het eiland. Het was een slecht georganiseerde vuilverbranding waar je met dichtgeknepen neus langs moest. Dat ergerde de pelgrims al langer en ook niet-pelgrims vonden het 'een schande' dat die weg steeds meer geblokkeerd werd door zoveel vuiligheid. En dat op de weg naar De Patrones!!
En het is ook jammer! Ongeveer bij de illegale vertedero begint en geplaveid pad van een paar kilometer dat tot de allermooiste en meest romantische van het eiland moet worden gerekend. Het is uitgekapt in de steile rotswand op zo'n zestig meter boven zee, is voorzien van een kleine borstwering. En dat alleen voor De Patrones. De weg loopt dood bij Haar Kluis. Ik had er die 'moeilijke passage' wel voor over, op dagen dat het niet te gek was met de wilde verbranding.
Zodoende was er ook een jarenlang getouwtrek over een andere plek. Met de toenemende aanvoer van scheepsladingen 'modern comfort', dankzij de zichtbaar toenemende welvaart van de bewoners, nam de vuilstort exponentiëel toe en daarmee de moeilijkheden voor het vinden van een andere plek. Maar eindelijk was die gevonden. Er werd een hoogst moderne installatie ingericht aan de andere kant van de stad en de toegang was verzekerd door een speciale uitgehouwen tunnel vanaf de weg naar Valle Gran Rey. Toen ik er in Mei was, werd die illegale plek alleen nog gebruikt uit gemakzucht en om de stortpremies te ontlopen. Het einde was in zicht. De ophaaldienst van de gemeente maakte er in elk geval geen gebruik meer van.
Een projectontwikkelaar had intussen toestemming gekregen om het dal van de Avalo 'toeristisch te ontginnen' en te voorzien van infrastructuur. De gemeente verbeterde en asfalteerde de toegangswegen. De bouw vorderde snel. Dat was natuurlijk een ander soort 'bederf' van die prachtige wandelweg, maar dat laatste mooie stuk zou weer normaal toegankelijk worden.
Na mijn terugkeer, twee weken geleden op een vroege ochtend, maakte ik die wandeling weer en zag allereerst dat er geen bouwactiviteit meer was. Toen zag ik een (lege) vuilophaalwagen van de gemeente terugkomen. En toen zag ik dat de omvang van vuilstort, het vuur en de rook fors waren toegenomen.
In de dagen erna hoorde ik het verhaal. Een aktiegroep "Tegen De Nieuwe Vertedero" was er in geslaagd --met milieuargumenten, maar met kennelijke belangen van grootinvesteerders in 'toeristische ontginningen' aan de andere kant van de stad-- om de gemeente formeel te verbieden van de nieuwe verbrandingsinstallatie gebruik te maken. De toegangstunnel was 'op slot'. Er was gedurende de zomermaanden een heftige politieke aktie geweest --met stickers op auto's en voor de ramen, wist met mij in geuren en kleuren te vertellen-- en dit was het resultaat.
En nu kan er een grootinvesteerder aan de andere kant van de stad een dal volstoppen met 'infrastructuur'. Dan is er weer een 'lijk' bij, een doodgemaakt dood dal, gevuld met betonstaketsels. De Duitse investeerders in time-sharing projecten, die voor de vervolginvesteringen zouden zorgen aan de Playa de Avalo, hadden al eisen gesteld ivm het definitieve en blijvende verdwijnen van de 'illegale' vuilstort. Die hebben het nu natuurlijk laten afweten. Misschien dat ze straks aan de andere kant van de stad hun geld kwijt kunnen, bij de 'grootkoppen' achter die milieu-aktie.
Jammer. Onze bescheiden kennis van de ecologie is te vroeg verpolitiseerd. Een onrijpe wetenschap wordt ingezet voor politieke doelen. De ecologen houden zich minder en minder bezig met verwonderd onderzoeken hoe de natuur 'eigenlijk' werkt. Ze houden zich meer en meer bezig het het aanscherpen van 'practische oplossingen' (lees 'politieke argumentatie'). Dat betaalt beter.
--"Wat", zei mijn oude zegsman die ik altijd op de markt tref (pas 'bijna negentig'), "Niks milieu. Het is een ordinaire rel tussen grootinvesteerders".
Ik denk dat ik maar eens een reisje maak naar de Kaapverdische Eilanden, want die vertedero ligt precies in de richting waar de wind meestal vandaan komt, gezien van mijn appartement-met-prachtig-uitzicht. Ik heb deze geschiedenis dus niet alleen gezien en gehoord, maar ook geroken.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, woensdag 18 september 2002
Gisteravond heb ik een tijdje gesurft om een Compact FlashCard Reader te kopen. In Tenerife hebben ze het niet. Zeker geen keus. En het kost mij een dag en 40+ Euro. Mijn Franse adres had het niet en zodoende kwam ik bij Amazon terecht. Grote keus. Lage prijzen. Verzendkosten 10- Euro. Toen ze het verzendadres zagen --ze 'kennen' me daar wegens de boeken die ik er heb gekocht-- kreeg ik het bericht dat ze geen electronische apparaten --of spelletjes-- meer buiten de USA mochten verzenden wegens recente veiligheidsmaatregelen. Sorry, geen levering.
Waarvan acte.
Ik ging naar een Duitse. Die had zich wegens 'Effizienz' beperkt tot verzending in Duitsland alleen. Een Spaanse vond ik niet zo snel. Ik liet het erbij om er nog eens over na te denken. Waar dan?
En toen schoot mij te binnen dat ik de volgende week in Rotterdam ben en Donderdagmiddag ruimschoots de tijd heb om aldaar bij 'Correct' te winkelen. Persoonlijk. Als eilandbewoner was die mogelijkheid mij bijna ontschoten!!
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, donderdag 19 september 2002
Volgens mijn agenda zou ik vandaag Roberto Martí kunnen bellen op 922757404 om te zien of voor de Neckermann vlucht naar Amsterdam van a.s. Woensdag een plaatsje voor mij vrij is. Dat was het resultaat van mijn nasporingen een dag of tien geleden op grond waarvan ik besloot toch maar een 'normaal' ticket te nemen. Ik had nog te vers in mijn geheugen het drama van bijna een jaar geleden toen ik --nadat er zo'n plaatsje niet meer was-- òòk geen gewone vlucht meer kon krijgen, zelfs geen Business Class. Ik heb mij toen een heel weekend zitten verbijten terwijl mijn jaargenoten hun vijftigste jaar bij Virgiel vierden. Ik heb alleen de foto's gezien.
Dit jaar is er weer een 'misser', al zakt die niet zo diep in mijn ziel. Het jaarcommissarissendiner zou de volgende week vrijdag zijn. Daaromheen had ik al langer andere afspraken vastgelegd. O.a. mijn verjaardag de 29e in Eindhoven. En toen verzetten de " ¡¡#.grrr...^^ .%%!!", verzette het bestuur, de datum naar morgen. Ik zou er in elk geval Hans hebben gezien, mijn medecommissaris van 1952 en nogal wat andere vrienden, commissaris van hun jaar. Hans was de volgende week niet vrij, anders had ik hem zeker opgezocht, maar ik trof het tòch. Met mijn oude kamer- en huisgenoot Theo, die met Joke al jaren in Voorburg woont, kan ik Vrijdag, vóór de tandarts en de afspraken op de faculteit, eens lekker bijkletsen. "How did you do?" en "How do you do?" en vooral "How are you going to go?". Het gevoel van solidariteit, waarmee we toen naar onze onzekere tweede leeftijd keken, is er nog. Misschien kunnen we ook zo naar de onzekerheden van de derde leeftijd kijken. Even onwetend, even verwachtingsvol. De afloop van onze tweede leeftijd kunnen we gelukkig navertellen. Die van de derde niet. (en nooit trouwens).
Roberto Martí zal ik toch opbellen. Als er geen plek meer is zal ik mij gelukkig prijzen met mijn biljet naar Brussel. Is er wèl plek, zal ik gelukkig zijn omdat ik de baaldagen van het vorig jaar heb gerevancheerd.
PS Ik de Apuntes Españoles bijgewerkt.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, vrijdag 20 september 2002
Roberto Martí kon het nog niet zeggen. Morgen weer bellen. Ik ben dus 'nogal gelukkig' met mijn biljet.
Het slechte nieuws van vandaag is dat mijn laptop geveld is door een virus. Mijn virusprotector waarschuwde mij, maar, òf ik deed toen iets verkeerds, òf het eerste wat de virus deed was de hele protector buiten werking stellen of blokkeren. Ik weet het niet. In elk geval weigert die op te starten.
Gelukkig is het niet mijn favoriete Libretto 50CT. Daarop zit ik het nu na te vertellen. Straks breng ik de laptop naar de computerwinkel. Misschien weten ze er daar raad mee. Anders moet ik er zelf achteraan om het uit te zoeken. Het meeste van wat op de computer staat heb ik ook elders staan zodat een eventueel verlies van gegevens (natuurlijk met een hoop werk!!) niet fataal hoeft te zijn.
Ik heb zojuist mijn Reisplannen bijgewerkt met mijn bereikbaarheid in NL de volgende week. "Rome" heb ik aangevuld met het adres van het gereserveerde hotel.
Maar met die onopgeloste virus, staat mijn hoofd niet naar een 'leuk' dagboekartikeltje. Het beschrijft wèl, zoals gewoonlijk, 'mijn toestand'. Tot morgen.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zaterdag 21 september 2002, Jarig!!!
Ziezo, ik ben 73. Mooi hè?
Ik vier het straks heel eenvoudig met Ignacio met een glaasje. Misschien ga ik vanavond met de oudjes van San Sebastián, de "Club de la Tercera Edad", naar de dito groep van Agulo, als een soort vriendschapsbezoek-met-etentje. De moeder van Ignacio nodigde mij daarvoor uit. De bus vertrekt om zes uur.
De computer bracht ik gistermorgen naar de maagklachtige reparateur die mij het vorig jaar wekenlang aan het lijntje hield. Het zou gisteravond klaar zijn. En ziet!! Hij stond klaar!!
Ik was heel verrast na die ervaring van vorig jaar. Het virus heette W32/YaYa.g@MM, maar was verpakt in een file genaamd 'Just Words' die ik kreeg van mijn literaire correspondentievriend Aldert. Ik dacht aan een van zijn literaire produkten. Maar Mooi Mispoes!!
Later las ik dat dit virus onmiddellijk probeert de virusprotectie uit te schakelen. Dat lukte. Mijn Norton Anti Virus was de eerste die sneuvelde, zoals ik gisteren schreef. Nu heeft de reparateur er McAfee op gezet.
Maar . . ., toen ik gisteravond het apparaat aanzette liep die meteen vast in de virusscanprocedure. Telkens opnieuw.
Tomás, de jongste broer van Ignacio die ik gisteravond nog sprak, verzekerde mij dat mijn reparateur de beste van het eiland was. Het zal wel. Het blijft een mañana-land. Is het niet zus, dan is het zo. Dadelijk breng ik de machine weer terug. Wie weet voor hoe lang? En hoe vaak nog? Gelukkig ben ik er niet 100% van afhankelijk.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, zondag 22 september 2002
Omdat Ignacio plotseling naar een vakbondsvergadering moest op Tenerife, en het etentje met de "Club de la Tercera Edad" ook niet doorging, werd mijn verjaardag een rustige lees- en studiedag. Dat kwam mooi uit, want er is een interessante rel uitgebroken in de binnenlandse politiek over een 'oud zeer'. Ondanks de grote buitenlandse issues kwam het in de pers, al was het niet op de voorpagina.
Het gaat om zaken die met het onverwerkte franquistische verleden te maken hebben. Voortdurend sijpelt er her-en-der wat door. Met de achtergrondkennis die ik inmiddels heb, zie ik die kleinere en grote wrijvingspunten wel. Ook in de grote dagbladen die behoorlijk aan zelfcensuur doen. Alternatieve krantjes en websites zijn er genoeg, maar dan moet ik oppassen met de betrouwbaarheid van de bron. Soms komt het toeval mij te hulp zoals je in mijn dagboek van 29 mei kunt lezen toen ik Alonso ontmoette die mij uit-de-eerste-hand observaties gaf over het bewind van Franco die het land als geheel behandelde als een muitend bataljon huzaren. Met 'onredelijke' fusillades en 'geheime' politie.
Het spitst zich --grosso modo-- toe op twee conflictgebieden, want een aanwijsbaar nationaal gewetensonderzoek is er niet. Het eerste is de discussie over het koningsschap --en daarmee over de staatsvorm-- waarover ik twee jaar geleden nogal wat schreef omdat het toen vijf-en-twintig jaar geleden was dat Franco overleed en Juan Carlos koning werd. Er verscheen toen o.a. een ironisch-sarcastische ingezonden brief die ik heb vertaald 'met veel voetnoten' om die voor NLse lezers toegankelijk te maken. Nu ik die voetnoten nog eens nalees vind ik het nog steeds een helder portret van het politieke veld. Met name omdat daar ook het tweede conflictgebied wordt omlijnd. Dat gaat namelijk over de politieke beoordeling van:

". . . het hele complex van politieke, sociale en culturele gebeurtenissen die de overgang van de franquistische dictatuur naar het huidige parlementaire koningsschap hebben gemarkeerd. Voor sommigen is het een volledig afgesloten hoofdstuk. Voor anderen is de transición een nu nog doorlopend proces omdat de diep in de spaanse politiek en cultuur ingijpende gebeurtenissen nog niet afgewerkt zijn."
Dat zijn de twee partijen: De 'verhullers' die er het zwijgen toe willen doen --om allerlei redenen-- en de 'openbrekers' die, eveneens om verschillende reden, deze zaken als 'fundamenteel', 'actueel' en 'noodzakelijk' aan de orde willen stellen. Dat is ook de 'frontlijn' van de recente persberichten.
Aan de orde is de Fundación National Francisco Franco (www.fnff.org) die de archieven van Franco bezit en beheert. Het ministerie van Cultuur wil weer de jaarlijkse subsidie geven om de archieven toegankelijk te maken. Dat is jaar na jaar het aangrijpingspunt geweest om die stichting te manen eindelijk eens --al is het maar gedeeltelijk-- hun archieven open te stellen. Het meest recente excuus is dat ze eerst alles moeten hebben gedigitaliseerd en dat duurt nog wel een paar jaar. Daarvoor is o.a. de subsidie van dit jaar, van 83.000€, nodig. De enige vakhistoricus die is toegelaten, is van extreem rechts stempel. De presidente van de stichting is Carmen Franco, de dochter van de Caudillo. Het bestuur is bekend als extreem rechts en van een 'patronaat' van veertig personen worden geen gegevens verstrekt. Er is een driemaandelijk informatie bulletin met persoonsverheerlijkende publicaties over Franco, geen kritische.
Dat is voor iemand met zelfs maar een beetje gevoel voor waarheidszoeken voldoende om 'mordicus' tegen te zijn, maar het wetenschappelijke establishment --en zeker ook de macht van het geheime 'patronaat' van 40 leden-- maakte dat er 'niets' gebeurde. Dat is dit jaar anders. De bezwaren tegen de stichting en tegen de subsidie komen nu niet meer van 'de linksen' alleen. In de krant van Vrijdag werd de aanval ingezet door een groep bekende vakhistorici. De eerste die mij opviel, de woordvoerder, Javier Tusell, die ik in de bovengenoemde 'voetnoten' tot de 'verhullers' moest rekenen. Kort vóór die ingezonden brief was er een uitgebreide en felle discussie in El País met als inzet de vraag of de transición correct was verlopen of niet. (Ik heb van die artikelen resumé's geschreven en --met commentaar-- gebundeld; in het Spaans: http://www.van-eyk.net/gerard/almacen/politiek_spaans/modelica.doc)
Daar leerde ik Javier Tusell kennen als conservatieve 'verhuller'. Hem gaat het gedrag van die stichting kennelijk ook te ver, want nu hij zegt op de persconferentie van de verenigde vakhistorici:
--"Het is een lachertje dat nu al zeven-en-twintig jaar duurt. Ongelofelijk! Deze stichting krijgt de hoogste van alle subsidies in deze sector en laat zijn archieven niet zien. Ze zeggen dat eerst alles gedigitaliseerd moet zijn. En daarna? Mogen we ze dan zien? (. . .) En het ministerie pikt dat zomaar. En wat als ze de helft verbranden? (. . .) Er moet een termijn worden gesteld, al is het maar voor een gedeelte."
Ze komen met feiten die vroeger alleen op (radikaal-)linkse websites stonden. De archieven zijn sacados (meegenomen/vervreemd) door de familieleden voor en tijdens de dood uit El Pardo (zijn paleis). Het is bekend dat het een nogal duistere periode was, want de dood van Franco werd om allerlei reden officiëel dagenlang geheim gehouden. De historici wijzen er ook op dat dergelijke archieven in Italië (Mussolini) en Portugal (Salazar) publiek domein zijn. In Spanje is slechts één historicus ooit toegelaten.
--"Staatsdocumenten horen niet in handen van particulieren", voegt een andere historicus er aan toe, "het privé-gedeelte is klein. Het kan en moet snel worden afgezonderd."
Terzijde noteren deze historici nog dat het een traditie is dat politieke toppersonen in Spanje publieke documenten in hun eigen huis bewaren. Zij spreken de vrees uit dat deze stichting bezig is om een gedeelte van het archief te laten verdwijnen.
Vrijdag kwam dus de aanval van rechts, van het wetenschappelijke establishment die hun onderlinge veten even opzij hadden gelegd. Zaterdag kwam de aanval van links. Ook zij hadden voor deze gelegenheid hun veten opzij gezet, want de kop-over-drie-kolommen van hun persbericht luidt:
--"De oppositie eist en bloc dat de regering de subsidies aan de Franco Stichting stopzet".
Dan komen een aantal politieke argumenten en feiten:
Ze krijgen 10,24% van de subsidies van het Ministerie van Cultuur. Het ondersteunen van doctoraal thesis staat in de statuten, maar totnutoe is iedereen de toegang geweigerd. Het gaat om 27000 documenten. Het lijkt wel een secte die zich bezig houdt met het verdedigen van een ideologie uit het verleden.
--"Deze regering heeft nog nooit de militaire opstand van Franco veroordeeld, heeft nooit erkend dat Gernica door Duitsers werd gebombardeerd in dienst van Franco (. . .) en neemt nog steeds extreem rechtse posities in (. . .)".
Die argumenten kwamen gedetailleerd aan de orde in de polemiek waar ik de bovengenoemde resumé's van heb gemaakt. Ook dat in de huidige schoolboekjes nog steeds wordt gesproken van 'de vorige regering' en --niet als in Duitsland en Italië bv-- het niet-democratische karakter ervan wordt benoemd en behandeld.
--"In Duitsland zou het ondenkbaar zijn dat de overheid een Adolf Hitler Stichting zou financieren", gaat de linkse aanval verder.
Ik ben benieuwd hoe deze aanval afloopt. Of misschien, zoals de vorige keren, het 'patronaat' machtig genoeg is om het weer in de doofpot te stoppen. De regeringswoordvoerder reageert nogal lakoniek op de suggesties van zowel links als rechts dat de stichting een 'grote schoonmaak' doorvoert en veel laat verdwijnen:
--"Ik geloof niet dat iemand die subsidie vraagt voor een archief dat doet om het te vernietigen". (M.a.w.: 'Jullie zien spoken').
Die vrees voor vernietigen wordt weliswaar uitdrukkelijk uitgesproken in beide aanvallen, maar er wordt --politically correct?-- geen reden genoemd. Maar dat is 'publiek geheim'. Er is een grote witwasserij aan de gang van de 'grote' namen, die in de Franco-tijd als hielenlikker functioneerden. Zij, of hun kinderen, zitten in de huidige regeringspartij. Daarover sijpelen met regelmatig feiten en feitjes door, en er zijn websites die zich vol van staan. Maar de kroon wordt gespannen door het belang dat de Katholieke Kerk heeft en Opus Dei. Het 'patronaat' van de stichting is daarmee vervlochten. Het verhaal van Alonso noemt de rol van de clerus. "Overijverige lokale pastoors", is de officiële dooddoener. Maar het is onwaarschijnlijk dat die allemaal op eigen gezag zo 'ijverig' waren.
Spanje is nog lang geen democratisch land. Maar er zijn --gelukkig-- nog democratische krachten die, anders dan gedurende het franquisme, niet met 'disciplinaire fusillades' worden bedreigd. Nog steeds wel met diffamatie.
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, maandag 23 september 2002
Ik had er nog niet over geschreven, maar, precies op mijn verjaardag, was het volle maan. Al sinds een paar dagen ervoor was het absoluut heldere hemel. Hij staat bijna verticaal.
Dat is het allermooiste wat bestaat. Ik kijk dan vanaf mijn balkon naar de zee en naar de Teide. Doodstil.
Het is jammer dat ik niet iemand kan aanstoten en zeggen: 'Kijk eens, hoe mooi'.
Of fotograferen.
Daarom zeg ik het tegen mezelf en fotografeer het met mijn hersens.
Dat bedacht ik vanmorgen vroeg, toen ik gym deed op het balkon.
Er was lichte bewolking. Lang zo mooi niet. (100 woorden)
terug eerste dagboekregel

San Sebastián de La Gomera, dinsdag 24 september 2002
Gisteren haalde ik bij het Ayuntamiento (gemeentehuis) de bekende verklaring af dat ik Residente ben, dat ik een erkende inwoner ben van dit land, van deze stad. Die heb ik nodig om de korting te krijgen bij mijn reizen tussen de eilanden en naar-en-van het (Spaanse!) vasteland. Daar vragen ze twee Euro voor en voor elke reis heb je er een nodig. Maar er is een truc om ze voor niets te krijgen; althans als je één keer hebt betaald. Je laat fotocopiën maken en laat die waarmerken. Bij het Ayuntamiento vragen ze daar ook twee Euro voor, dus daar kun je netzogoed meteen een aantal tegelijk nemen, want ze zijn zes maanden geldig.
Bij de regering --van de staat en van de provincie-- doen ze dat voor niets. De regeringsvertegenwoordiger heeft een even groot gebouw naast het Ayuntamiento. Ik deed daar vroeger wat schielijk over, per slot was het 'broodroof'. Maar gisteren was het anders. Ik heb José persoonlijk leren kennen. Via Ignacio, mijn grote 'deuropener', ook voor de allernietigste zaken zoals deze.
José is portier bij het Ayuntamiento, en sleutelfiguur voor dat soort zaken. Sindsdien groet José mij op straat en maakt een praatje als ik hem tegenkom. Dat ik al jaren zijn bureau platloop was niet voldoende voor deze status: Ik ben hem 'alleen maar' samen met Ignacio tegengekomen. In Mei van dit jaar. We dronken een glas. José zei dat hij mij al vaker had gezien en complimenteerde mij:
--"Jij spreekt verstaanbaar Spaans".
De uitreiking van de verklaring ging gisteren opeens anders. Toen ik de twee Euro had betaald vroeg hij:
--"Hoeveel exemplaren heb je meteen nodig? Wanneer reis je?"
--"Twee", zei ik verwonderd, "en overmorgen".
--"Wacht even", zei hij, en liep met de verklaring naar het kamertje waar de copieermachine staat. Even later gaf hij mij het origineel met twee copieën:
--"Hiernaast sluiten ze over een half uur en jij zou ervoor naar de andere kant van de stad moeten lopen".
--"Oh . . ."
Bij de regeringsvertegenwoordiger werd ik geholpen door een mij onbekende dame. Ze keek naar mijn papieren en naar mij en zei toen:
--"U hebt deze papieren niet meer nodig. Uw identiteitsbewijs van het nieuwe model is zojuist aangekomen".
Even later overhandigt ze mij met een plechtig gebaar het langverwachte documentje op creditkaartformaat. De 'echte' Spanjaarden hadden al veel langer dat kaartje en hadden die 'verklaring' niet meer nodig.
--"Dat heeft lang geduurd", zei ik verrast, "mijn oude model is al meer dan een jaar verlopen. Ik heb het toen meteen verlenging aangevraagd".
--"Dat klopt", zei ze, "er kwamen steeds nieuwe veiligheidseisen. Dat gaf telkens vertraging".
--"Ik heb nog geen bericht van u gehad. Had ik dat gemist?", zei ik voorzichtig.
--"Ik zag uw kaartje vanmorgen bij de post, en toevallig komt u binnenstappen. Ik ken u wel. Ik woon tegenover Ignacio. Hij kent mij van kindsaf".
--"Oh . . ."
Dat was een mooi begin van mijn 74e levensjaar, van mijn 9e in Spanje, en van mijn 7e als erkend 'Spaans resident'. Zomaar op een lichtbewolkte Maandagmorgen.
terug eerste dagboekregel

Tenerife, Los Rodeos, woensdag 25 september 2002, 11.15 GMT
Mijn vliegtuig zou over 10 minuten vertrekken, maar het gaat niet door. Al direkt bij het binnenkomen werd al vertraging gemeld: ipv 1125 zou het 1310 worden. 1u en 45mn vertraging. En dat met een wachttijd van 1u en 20mn in Madrid!!
Intussen heb ik mijn instapkaart, en de verwachte vertraging is opgelopen tot 3 uur. Ze probeerden mij nog via Barcelona te sturen, maar dat was al vol. Nu moet ik mij in Madrid bij 'Transit' melden, want vanaf hier kunnen ze het niet meer overzien. Ik hoop --eerlijk gezegd-- dat de vertraging nog wat oploopt, want dan laten ze mij in Madrid overnachten. Nu zie ik aankomen dat ik na middernacht in Brussel wordt gedropt en zelf een hotel moet zoeken, afgezien van de prijs, geen aangename bezigheid op dat uur.
Ik heb Patrick al gebeld dat ons etentje en de logeerpartij niet doorgaat.
De reis hiernaartoe --vanmorgen-- liep gesmeerd. De ferry was tien minuten te laat en de bus vanaf Santa Cruz nog eens twintig. Maar ik zat zo ruim in mijn tijd dat ik mij geen zorgen maakte.
In het weekend was er een persbericht waar ik mij wel zorgen over maakte. Iberia had de vorige week grandioze problemen gehad met bagage. Duizenden koffers lagen onafgeleverd. Nu hadden ze besloten in de komende week (deze week dus) een aantal vluchten te annuleren om de chaos te kunnen beteugelen. O.a. vluchten van Madrid naar Brussel. Bij navraag bleek dat mijn vlucht er niet bij was.
Intussen mis ik die vlucht sowieso. Voor niks zorgen gemaakt.
terug eerste dagboekregel

Tussen Tenerife en Madrid, woensdag 25 september 2002, 16.25 GMT, 17.25 MET
Het is bij de drie uur vertraging gebleven. Er is hooguit twintig minuten bijgekomen. We landen in Madrid op het moment dat ik in Brussel in de trein had moeten zitten.
Vlak vóór het vertrek had ik nog een klein paniekje waardoor ik het vliegtuig dreigde te missen. Ik ging op het nippertje door de veiligheidscontrôle en 'pats!', ik mocht er niet door. Mijn nieuwe Laguiole in mijn koffer (dat ik normaal --als Iberia niet zo'n bagageproblemen had gehad-- zou hebben ingeschreven) moest tòch als ingeschreven bagage. Ik hollen naar de check-in, daar een apart doosje of zak versieren en ondertussen de alsmaar dringender herhaalde "laatste oproep voor de vlucht naar Madrid" verwoed negeren. Ik hoop maar dat mijn kleine pakje niet strandt bij de duizenden andere koffers.
Intussen heb ik rustig El País uitgespeld. De rede van Al Gore in San Francisco gelezen. Eindelijk laat de Amerikaanse oppositie zich officiëel horen. Wat is dat voor een strategie? Alleen wat websites, waarover ik rapporteerde, hielden zich bezig met kritiek en analyse van het concept "neo-souvereiniteit". Gore noemt dat woord niet, maar zegt wel precies wat die websites zich ook afvragen: "Wordt het neo-imperialisme? Of kunnen de staten --als vrije burgers in een moderne democratische staat-- dat 'monopolie van het geweld' dat ze uit handen hebben gegeven nog beheersen?"
Gore zegt: "Als het een leiderschap onder gelijken wordt, zullen we ontelbare vrienden hebben. Als wat wij bedoelen een neo-imperialisme is, zullen onze vijanden ontelbaar zijn".
terug eerste dagboekregel

Madrid, Barajas, woensdag 25 september 2002, 18.55 MET
Ik had al in de trein naar Rotterdam moeten zitten, maar ik ben pas op Barajas. Maar wèl met een instapkaart voor een vlucht naar Brussel om 20.00 op zak. We komen daar om 2200 aan. Hopelijk haal ik nog een trein naar Rotterdam. Ik heb Patrick gebeld. Hij wil op mij wachten. Wat hem betreft gaat het logeerpartijtje door.
Nu nog zien dat het lukt. Anders strand ik "ergens anders".
terug eerste dagboekregel

Tussen Brussel en Rotterdam, woensdag 25 september 2002, 23.10
Ik heb de laatste trein naar Rotterdam gehaald. Op het nippertje. Nog hijgend van het hollen heb ik Patrick van dit heugelijke feit op de hoogte gesteld.
Toen we eenmaal waren geland ging het vrij snel. Er was een lange wandeling naar het bagageafleveringspunt en vol verwachting keek ik uit naar mijn kleine pakketje dat ik in Madrid ook weer apart had moeten inchecken. Dat kwam snel. Toen snel naar de trein van 2240 naar de stad. Ook op het nippertje. "Ik kom straks wel bij u", riep de conducteur die de passagiers opving.
Onderweg zocht hij het voor mij uit. Op de Noordstatie zou ik de laatste trein naar Rotterdam nog kunnen halen.
--"Hollen", riep hij toen ik uitstapte.
--"Naar perron 11", zei hij gebarend toen ik naar de trap holde.
Nog hijgend belde ik Patrick. En nu schrijf ik in mijn 'onderweg-schriftje'.
terug eerste dagboekregel

Rotterdam, donderdag 26 september 2002
Ik werd wakker van de grote-stadsgeluiden: Trams, auto's en een regelmatig terugkerend geraas alsof er verderop een bouwhamer precies 30 seconden werd aangezet. Het bleek het openen en sluiten van de Lage-Erfbrug te zijn; de brug over de Delfthavense Schie in het verlengde van de Nieuwe Binnenweg. Ik kijk er op uit vanuit de hoekkamer van dit oude gerestaureerde pand. Aan de overkant word iets groots gebouwd. Het betonskelet staat er al. Winkels, met flats erop, lijken het te worden.
Gisteravond kwam ik laat aan. Er waren geen verdere vertragingen meer geweest. Patrick en Christel wachtten mij op. Het was ruim half een. We zouden elkaar 'even begroeten en dan naar bed'. Het werd toch half twee.
terug eerste dagboekregel

Rotterdam, vrijdag 27 september 2002
Ik werd weer wakker van dezelfde grote-stadsgeluiden die ik van gisteren ken: Het openen en sluiten van de Lage-Erfbrug. Ik kan het zien vanuit mijn bed. Mijn hoekkamer heeft hetzelfde uitzicht als de grote woonkamer recht beneden waar we gisteravond met z'n drieën zo lang hebben bijgepraat.
Gistermorgen druilde het, maar toen Patrick en ik na een lang en gezellig ontbijt-met-napraten-tot-tegen-de-middag er toe kwamen de orde van de dag vast te stellen was het zonnig. Mijn computerboodschapjes op de Bergweg waren --met thuiskomen als Christel van haar werk komt-- de enige vaste punten. We wandelden langs de Rotte en de Hillegersbergse plassen en ik zag voor het eerst het oude raadhuis, nu restaurant.
--"Te gek!", zei Patrick opeens, "dat we gewoon een hele dag met elkaar hebben. Ik met 'normaalgesproken' een overvolle agenda en jij ver weg".
Met post en e-mail hadden we ongeveer bijgehouden wat ons had beziggehouden de laatste jaren. Nu hadden we tijd voor het onbeschrijfelijke, voor onze dromen en voor ons 'gewoonweg aanwezig zijn'.
'Te gek', inderdaad.
terug eerste dagboekregel

Bavel, Zaterdagmorgen, 28 September 2002
Even een voorlopige mededeling dat ik goed ben aangekomen in NL. Het dagboek staat nog op mijn eigen computertje, maar opladen is nu te omslachtig.
Ik had drie uur vertraging en kwam pas na middernacht Bij Patrick in Rotterdam. Daar bleef ik ook Donderdagavond slapen. Vrijdag naar Theo in Voorburg, naar de tandarts in Den Haag volgens plan en toen --volgens plan-- naar Renier in Delft op de Fakulteit. Daarna naar Bavel. Gezellige avond en nu in de startblokken om naar Eindhoven af te reizen. Tot later.
terug eerste dagboekregel

Tussen Tilburg en Eindhoven, zaterdag 28 september 2002, 0945
Renier heeft mij zojuist naar de trein in Tilburg gebracht omdat het traject Breda-Tilburg was gestremd. Ik had nog nèt tijd om een voorlopige mededeling op de site te zetten vanaf zijn computer. Het werkelijke dagboek staat deels op mijn Libretto, en deels handgeschreven in mijn 'onderweg-schriftje'. Gistermorgen vertrok ik uit Rotterdam met de trein naar Laan van Nieuw Oost-Indië, op loopafstand van Theo in Voorburg. Toen ik hem onderweg mijn komst aankondigde, kwam hij mij tegemoet. We kennen elkaars verleden, al moesten wij wat details opfrissen. De aktualiteit was boeiender, want ze staan voor een grote stap. Hun huis [na dertig jaar 'volle bak' met kinderen en aanhang] is verkocht en moet per december leeg zijn. Het appartement is groot genoeg voor de huidige woonruimte, maar wat er nog allemaal van de kinderen in huis is --samen met al het andere "overtollige"-- kan er niet in. De beslissing lijkt genomen. Jazeker!! In Abstracto!!
Dertig jaar geschiedenis wordt opeens reëel. Ze hadden het nog steeds 'voor de bezem' gehouden.
--"Het mag allemaal wel weg", zegt Joke moedig, "maar het moet eerst nog even door mijn handen gaan. Ik wil het nog eens voelen."
--"We moeten er meteen aan beginnen. Gisteren is het huis verkocht", zegt Theo zakelijk.
We weten alledrie dat het een onmogelijke opgave is. We praten --bijna als rituele bezwering-- over diverse technische oplossingen: Magazijnruimte huren om het proces wat uit te smeren. Of opslaan voor 'later'. Maar we weten: Afscheid 'kan' nooit. Dertig jaar geschiedenis is realiteit. En die tot een droom reduceren . . . dat gaat niet zomaar.
De beslissing is gevallen. Nu nog de werkelijkheid.
Daarna bracht Theo mij naar Den Haag, naar mijn tandarts. Vervolgens reisde ik naar Delft, waar Renier op mij wachtte in het nieuwe gebouw van 'onze' fakulteit Industrieel Ontwerpen. Het was gebouwd rondom de het proces van 'leren ontwerpen' zoals wij ons dat 25 of 30 jaar geleden droomden. Nog nooit was het gematerialiseerd omdat wij door de snelle groei steeds genoegen moesten nemen met verspreide vestigingen gebouwd voor andere dromen. En nu zag ik voor het eerst onze droom vertaald in de werkelijkheid van 'ruimte en gebouw'. Precies het omgekeerde van wat Theo en Joke meemaken. Daar was de werkelijkheid 'toen' en de droom 'nu'.
De zalen zijn stil. Het is al laat op de Vrijdagmiddag als we rondlopen. Ik ontmoet nog wat collega's van toen. Ik hoor van de bureaucratische schermutselingen van nu. Ternauwernood verschillend van die van toen. Toch zegt Norbert:
--"Ik heb nog nooit een abstracte reorganisatie tot op de werkvloer zien doordringen. Nu lijkt dat wel zover te komen. Het geld is kennelijk ècht op."
Onderweg naar Bavel bij Breda, waar Renier woont, hebben we het over zijn prachtige huis, weggevaagd door de Hoge Snelheidslijn en de perikelen om daarvoor iets vergelijkbaars in de plaats te krijgen. Ze wonen nu "voorlopig" naast koeien en weilanden. Heel landelijk, maar niet in een huis van hun smaak. Thuisgekomen praten wij daar nog lang over na. Renier, Truike en ik. En over alle andere dingen die ons bewegen: How did you do? How do you do? How are you going to go?. Vooral dat laatste. Dat is het spannendste. Dat is wat ons beweegt.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, zondag 29 september 2002
Het is nog vroeg in de morgen. Gisteren had ik een èchte volle dag. Aangekomen op de Lakerstraat, begon ik meteen aan de boodschappen voor vandaag: Kaas, en --in afwachting van wat de gasten meenemen-- toch maar wat knabbeltjes. Ik haalde de verjaardagsport uit de kelder. De krat van 1970 is nu aan de beurt. Daar kan ik nog 24 jaar mee vooruit. Als wijn om te proeven en te drinken koos ik twee wijnen uit 1997 van de onvolprezen Wijnbeurs. Zij kopen regelmatig een nieuw eiken vat voor een wijn die als landwijn is geklasseerd wat beter te laten worden. Ghislaine doet regelmatig mee aan zo'n inschrijving; net als ik vroeger. Van ieder waren er nog twee dozen zodat liefhebbers nog een fles mee kunnen nemen om thuis na te proeven. Om half vier kwam Ghislaine thuis.
. . . . .
Om half acht zaten we samen in de schouwburg voor haar ad-hoc verjaardagskado voor mij: een voorstelling van Boudewijn de Groot. Mooi aansluitend bij de ontmoetingen van met Theo, Renier en Patrick. Maar ook met Ghislane share ik dat vleugje nostalgie. Ze kocht CD's met oude liedjes en thuisgekomen draaiden we er nog een paar: Noordzee, Verdronken Vlinder en het prachtige 'Testament' [van zijn jeugd als hij 22 is...]
Dadelijk ga ik nog even naar het station voor vlaaien bij koffie van de vroegerikken.
terug eerste dagboekregel

Eindhoven, maandag 30 september 2002
Het is al middag. De hele morgen druk-druk geweest met opruimen van gisteren. Het was een heerlijke 'open dag'. Al om tien uur kwamen de eerste gasten. We konden buiten zitten, staan, bijpraten of stil genieten. We konden vertellen van vroeger en van "nu verder". Helemaal in de openlucht, want het 'microklimaat' [fysiek én spiritueel] was voortreffelijk in de besloten & beschutte tuin van Ghislaine.
terug eerste dagboekregel

Einde dagboek September 2002